Op werelclreió van 3£ee«* en ^L-reeó <Snavet de bres voor geestelijke vernieuwing van Duitsland 79. Daar verschijnt plotseling in de bocht van de weg een allerzonderlingst voertuig. Zorro denkt eerst aan een mestkar op autowielen, maar dat kan niet, want er zitten passagiers in het rare ding. Ze kijken zeer uitdagend en laten hun claxon toeteren, zodat horen en zien je vergaat. Ook komt dat plompe ding recht op Zorro af en zo iets is hij niet gewend. De meeste dieren lopen altijd zo snel mogelijk weg, als zij de spitse neus van de rover zien. Daar om wordt Zorro nu op zijn beurt bang voor het brutale bakje op wieltjes, dat pardoes op hem aankomt. Hij staat optwijfelt nog een ogen blik en verdwijnt dan in het kreupelhout van het bos. 80. Zo wordt Signorina Gallina Enana veilig thuis gebracht in het dorpje Pueblo. Haar familie, die al zeer ongerust was wegens haar lange uitblijven, is zo blij met haar behouden thuiskomst, dat de wereldreizigers moeten uit stappen om de maaltijd bij de familie Enana te blijven gebruiken. Nu, tenslotte laten Kees en Trees zich overhalen en weldra genieten zij van een eenvoudig, maar kostelijk bereid maal van regenwormensoep en geroosterde mais met kaas. Daarna worden de glazen gevuld met landwijn en de hele familie Enana toast op het voorspoedig verloop van de lange reis naar Zuid-Afrika. 81. Na de maaltijd dansen de dames Enana Spaanse volksdansen. Kees en Trees kijken opgetogen toe. Dat is nog eens dansen. De hoenderdames bewegen zich zo gracieus en zo snel, dat je niet begrijpen kan, hoe ze het ge leerd hebben. Dan geven Jimmy en Willy een paar nummers dansen weg, om te laten zien, dat zij 't ook kunnen. De Spaanse hoender familie valt van de ene proestbui in de andere. „Bij u dansen zeker de eenden eerst, als ze jichtige oude lieden geworden zijn?" informeert Signora Enana. „Nee, Signora," antwoordt Jimmy, „maar bij ons zijn er eenden van iedere leeftijd die dansen kunnen". 82. De tocht gaat nu verder door het woeste bergland van Arragon. Daar huist de beruchte roverhoofdman Picaro met zijn bende. Hoog in de rotsen boven de weg loeren de bandieten op voorbijkomende auto's. Die houden ze aan door te dreigen met schieten en als de vreedzame reizigers eenmaal in de macht zijn van Picaro en zijn bende, dan moet er een hoge losprijs voor hen betaald worden, voor ze vrijgelaten worden uit het donkere hol onder de rotsen, waar ze gevangen worden gehouden. Door dit ijselijke gevaar worden nu ook de wereld reizigers bedreigd, zonder dat ze er enig ver moeden van hebben. 83. Kees was juist een deuntje gaan fluiten, c dat het in al die diepe bergkloven zo eenza; was, toen er plotseling enige geweerschoten knalden en een kogel floot rakelings langs de veer op Trees' muts. Tegelijk doken van achter de rotsen wel een half dozijn rovers op met hun geweren in de aanslag, zodat Kees en Trees geen kans kregen om te ontsnappen. Ook Jim my en Willy werden op dezelfde manier aange houden en in een ommezientje waren de vier wereldreizigers gebonden en werden ze onder escorte van de zwaar gewapende rovers het bergland in gevoerd. Dat zag er al heel lelijk voor hen uit. 84. Na een tocht van vele uren langs moeilijk begaanbare bergpaden bereiken de gevangenen eindelijk, uitgeput van vermoeienis, het kamp van de rovers, dat op een hoogvlakte tussen steile rotsen gelegen is. Kees, Trees, Jimmy en Willy worden, nog altijd geboeid, in een tent ondergebracht en een bandiet met een geweer gewapend, houdt de wacht. „Ziezo," zegt Jim my, als hij eindelijk zit, „ik heb zo'n idee, dat NU de grote vacantie begonnen is. Voorlopig zullen we wel bij deze vriendelijke familie blijven logeren". „Wat zouden ze met ons wil len uitvoeren, Jimmy?" vraagt Trees. „Ik denk, dat ze ons ZWART willen verkopen, jonge dame," antwoordt Jimmy. „En ik hoop maar, dat het lukken zal". Aad J. van Duist, die met een medelid van de Federatie van Chr. Hist. Jongerengroepen een week verbleef in de Bundes- republiek van West-Duitsland, bracht ook een bezoek aan het nieuwe parlementsgebouw te Bonn. In dit politieke centrum spraken zij verschillende voor aanstaande persoonlijkheden uit de C.D.U., de grootste regerings partij. In dit artikel vertelt hij wat hij te Bonn zag en hoorde. Voor Nederlandse oren doen zijn mededelingen soms vreemd aan, want de politieke toestand even over de grens is zo heel anders dan bij ons. Maar ongetwijfeld zullen vele lezers met grote be langstelling van dit verhaal ken nis nemen. Vooral nu „zekere Junigebeurtenis" by ons voor de deur staat. Moeilijke arbeid, die grote inspanning eist Strijdbare groep met bekwame aanvoerders Prof. Theodor Heuss, president van West-Duitsland. Vóór zijn verkiezing was hij leider van de liberale vrije dem. partij. staat alléén had bepaald, wat recht en onrecht, wat goed en kwaad, wat waarheid en leugen was. Onmense lijke toestanden waren er het gevolg van geweest en na deze harde leer school stond de opdracht voor alle Christenen duidelijk vast: ernstig po gen de krachten van het Christendom levend te laten worden, ook op het politieke leven van hun volk. Als Christenen wisten zij immers, dat een menselijke samenleving op deze aarde niet mogelijk is zonder gemeenschappelijke binding aan laat ste normen, aan goddelijke geboden, daar eerst deze het absolute in het menselijk bestaan zijn. Zij kenden de waarde van de men selijke persoonlijkheid als schepsel Gods, waarmee ook de Staat moet rekenen en die hem de plicht van sociale gerechtigheid oplegt. De adel van de mens is het in God gebon den geweten. Dat roept hem tot ver antwoordelijkheid voor zijn medemen sen en dus tot politiek handelen. Zo vonden Protestanten en R. Ka tholieken elkaar bij de opbouw van een nieuwe politieke en sociale orde. En in de innerlijke en uiterlijke ver woesting, direct na de capitulatie, toen millioenen tot aan de rand van hun bestaan geworpen waren, zijn grote kringen van het Duitse volk de roep van de CDU gevolgd. Daar door werd de CDU verrassend snel een bepalende factor in de Duitse po litiek. Bij de eerste verkiezingen voor de Bundestag in 1949 kreeg de CDU ruim 7 millioen stemmen. Met 139 van de 402 zetels werd zij met één slag de grootste partij en kreeg het belangrijkste aandeel in de regerings verantwoordelijkheid te dragen. Loerende angst DE vaste wil om een nieuwe gees telijke ondergrond te vinden voor het maatschappelijk leven, is het kernpunt, dat protestanten en rooms- katholieken verenigt. Of, zoals het program het zegt: de arbeid aan de geestelijke vernieuwing der mensen. Deze arbeid is beslist nodig, want de geestelijke situatie is zeker niet best te noemen. Hoewel nog velen in nood en onzekerheid leven, zijn toch voor het grootste deel van het volk de levensomstandigheden goed. Maar helaas is dat ook in negatieve zin duidelijk merkbaar: Toenemende materiële belangen dringen weer sterk naar voren. Verschillen tussen groe pen, standen en klassen, zelfs tussen confessies, verkrijgen in toenemende mate politieke macht (er zijn vele kleine belangen-partijen). Kortom, do gemeenschappelijke verantwoordelijk heid voor elkaar wordt zwakker, men zou bijna zeggen: hoe beter het de mensen guat. (Vervolg op pag. 8) En daarbuiten het terras. Dat ter ras, waarheen vele afgevaardigden in de pauzes komen om even rust te genieten. Omzoomd door de heerlijkste flora van een aanvangende zomer. Met een wijd uitzicht, dat bepaald wordt door de Rijn met zijn interna tionale water en zijn zwoegend ver keer. Een breed uitzicht ook op de hellingen van het Zevengebergte in schitterend groen kleed, op enkele plaatsen gebroken door het rood of blauw van een idyllisch gelegen huis. Hoe symbolisch is deze omgeving! Zo wijd en lokkend als het vergezicht hier is, zo ruim is ook, na jaren van dictatuur, het uitzicht van Duitsland op de vrijheid. Zoals dit gebouw ge heel nieuw is en vrij van bepalende •fr Prachtig is het nieuwe witte parle mentsgebouw gelegen aan de oude Rijn met zijn druk internationaal verkeer. traditie, zo is ook de democratie in Duitsland jong en onervaren. TEGEN de stroom in ploegt een radersleepboot door de Rijn, een vijftal schepen achter zich aan trek kend. Moeizaam gaat het weliswaar, maar toch: voorwaarts! Die boot is ook een symbool van de jonge demo cratie, die tegen de stroom van ver- materialisering en communistische dreiging in, het Duitse volk probeert te trekken naar de haven van verant woordelijke vrijheid. Van het welslagen van die tocht hangt veel af. Niet alleen voor Duits land, maar ook voor Europa, ook voor ons land. Daarom is het nuttig, ken nis te maken met de sleepkracht, waarin wij het meeste vertrouwen kunnen stellen: de Christlich-Demo- kratische Union (CDU). Een Chris telijke partij, waarin Protestanten en R. Katholieken elkaar gevonden hebben. Iets, dat we niet direct kon den vatten. Steeds weer hebben wij dan ook gevraagd: „Hoe is dat mo gelijk?" Gesprekken met afgevaar digden, met andere leidinggevende figuren uit de partij, maar ook met gewone leden, hebben ons veel duide lijk gemaakt en ons begrip doen krij gen voor de Duitse Christenen, die in de nood van hun land elkaar leerden vinden en waarderen. Harde leerschool N\ de capitulatie van 1945, toen Duitsland voor de puinhopen van zijn bestaan stond, is de CDU als nieuwe kracht in het politieke le ven getreden. Zij dankte haar be staan aan een geheel nieuw politieke bezinning, geboren in de smeltkroes van nood en ellende. Tijdens het Hitler-regiem hadden de Duitsers scherp ondervonden, waar het op uitloopt, wanneer de Staat zich aan geen zedelijke normen onderwor pen weet. De nationaal-socialistische DONN, hoofdstad van een nieuw Duitsland, symbolisch door om geving en betekenis; zetel van een jong-democratische regering en volks vertegenwoordiging, realistisch door woorden en daden. Tijdens ons bezoek aan Duitsland hebben we hier de eerste en de krach tigste indrukken opgedaan. Indrukken, die culmineerden in een kennismaking met de samenwerking van Protestanten en Rooms-Katholieken in één Christe lijke partij. Voor Nederlandse begrip pen een ongekende situatie, maar voor vele Duitse Christenen een vanzelf sprekend iets Symbolische omgeving RUSTIG gezeten op het prachtige terras van de Bundestag (te ver gelijken met onze Tweede Kamer) zien we uit over de Rijn en het zon overgoten landschap aan de overzij de. Rust hebben we wel even nodig om alle indrukken, die het bezoek aan de Bundestag op ons gemaakt heeft, te kunnen verwerken. Deze Bundestag is een groot contrast met onze volksvertegenwoordiging. Bij óns: het eeuwenoude Binnen hof, gestempeld door historische tra ditie en waardigheid, gelegen in het centrum van een stad. Hier: een nieuw gebouw, modern en geheel in het wit opgetrokken. Aan de rand van een stad, die gegroeid is door haar. Op de hoge oever van de Rijn, die gelijkgebleven is, on danks haór. Met een uitzicht cp het Zevengebergte, dat heerlijk en rustig is, óók voor al die drukke politici. De vergaderzaal is imposant, met plaats voor ruim 400 afgevaardigden. Vooraan een grote verhoging, in het midden de voorzitterszetel en het spreekgestoelte en links de plaatsen voor de leden van de Regering. Op deze dag is de gehele zaal doorspeeld van het heldere zonlicht, dat rijkelijk binnenstroomt door de beide zijwan den, die geheel van glas zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 9