NIEUWE LEIDSCHE COURANT
8
WOENSDAG 28 MEI 1952
Kobut bromt: I j*
roepen in de kelder?"
„Nee, nee, meneer I Nooit meer.
Ze Kollen de stoep of, ze hollen noor huis. En
ze houden Mimi stevig vost,— samen. En ze
zullen alles oon moeder vertellen. En hun trek.
kor slepen ze ook mee naar huis. O, die twee
kleine, ondeugende jongetjes I
Ze zijn zo blij, zo blijl Hun ogen schitteren
von blijheid. En de dikke tronen op hun wangen
schitteren 'm de zon; óók al van blijheid.
N.y. II L ZOMEI