GRIEP
EEN VERGETEN VOORVECHTER
3C
un je nog zingen
2'l ajcir ukken en vergroten
HET EIND VAN HET LIED
ZONDAGSBLAD 16 FEBRUARI 1952
(Vervolg van pag. 1.)
Seplaatst is en moeilijk gesteld is vóór
e stemgeregtigden inwoonner, om een
tweede stemburo of wel aan het Kruis-
dorp te willen plaatsen. Of dat alzoo
indien mijns inziens zoo min mogelijk
in het midden der bewoonners zou ge
plaatst worden". Burgemeester was zo
ontactisch om het epistel in extenso in
het Weekblad te publiceren onder de
schuilnaam: „Een kiezer". De volgende
vergadering diende het betreffende
raadslid een voorstel in om te verne
men wie het bewuste verhaal in de
krant plaatste en verzocht schriftelijk
mededeling wie hiertoe „het actief ge-
ligt" (het archief gelicht) had. Onder
het gebrul van „schoft", „eerroof',
„leugenaar" enz. moest de vergade
ring worden gesloten
Moeilijke tijden
rooskleurig. In 1865 sloot de burgemees
ter 95 huwelijken. Van deze paren kon
den 38 bruidjes en 20 bruidegommen
hun eigen naam niet schrijven. De vee
pest brak uit en men vertikte het de
beesten te laten inenten waardoor er
talloze moesten worden afgemaakt. Toen
door het natte weer het halve gebied
een moeras was, brak een typhus-epi-
demie uit en de mensen, die het wa
terpeil moesten regelen toonden geen
interesse. Door het drinken van vuil
water kwam er een cholera-epidemie,
maar de bevolking weigerde de W.C.'s
boven de sloten af te breken. Er was
maar één begraafplaats in Kruisdorp,
de doden uit het gehele gebied
ten worden begraven. Vooral tij
dens de ziekteperioden bracht dit veel
bezwaar voor besmetting mede, maar
hoewel de grond voor een tweede
begraafplaats in Nieuw Vennep gereed
lag weigerde de Minister toestem
ming te geven
Op „de Badhoeve", waar de burge
meester geen tegenstand ontmoet, ijvert
hij verder. Het wordt een modelboerde
rij, met een eigen smederij, een eigen
timmerman. Eigen tankwagens brengen
dagelijks de verse melk naar de be
woners van de Amsterdamse grach
ten. Tal van hoge autoriteiten komen
kijken, zelfs de Keizer van Brazilië.
En allen tonen zich vol lof over wat
hier wordt gepresteerd. Maar Amers-
foordt wil méér. Hij wil landbouwon
derwijs, hij ontwerpt een systeem van
spoorlijnen door de Haarlemmermeer,
hij geeft de boerderijen namen (huis
nummers waren er niet) om de tele
grambestellers het werk mogelijk te
maken en wanneer na zes jaar zijn
eerste ambtsperiode als burgervader ten
einde loopt, wordt hij candidaat gesteld
voor de Tweede Kamer. „Als ik geko
zen wordt" zegt hij tot Hermine. „zal
ik ook in de volksvertegenwoordiging
de belangen van de polder en zijn be
woners kunnen behartigen". Maar hij
werd niet gekozen. De bevolking gaf
de voorkeur aan een Amsterdamse ad
vocaat boven de man, die voor haar
leed en streed. Amersfoordt, die dit als
een motie van wantrouwen in zijn be
stelde men hem nogmaals voor, doch
hij bereikte een nietszeggend aantal
stemmen. Op „De Badhoeve" wijdde
hij zich verder aan zijn taak ten dienste
van de landbouw en aan het eind van
zijn leven was het hem toch nog ver
gund enkele vruchten van zijn streven
te zien, toen de door hem gepropageer
de landbouwmachines langzamerhand
meer ingang vonden (bij een wedstrijd
waren zelfs 25 zaaimachines uit de Haar
lemmermeer aanwezig), toen ziekten
minder werden en het gewas beter.
En hij stiert
TN Mei 1884 moest Jacob Amersfoordt
afscheid nemen van het polderbe
stuur. Door zijn grote werklust en vele
inspanningen was hij vroeg oud gewor
den en hij was ziek. Nog negen maan
den leefde hij en toen op 1 Februari
1885 een koude vrieswind over de vlak
ke akkers van de Haarlemmermeerpol
der gierde, vond hij de eeuwige rust. Hij
stierf in het land, dat hij lief had. Ach
ter de lijkwagen, die zijn stoffelijk over
schot naar het kerkhof achter de Ne
derlands Hervormde kerk in Sloten
bracht, liep maar een zeer kleine stoet.
Er was zelfs geen vertegenwoordiger
van de Haarlemmermeerpolder aan de
groeve
Zo was het einde van deze pionier,
van deze man die als mens, als boer,
als burgemeester en als lid van het
polderbestuur zo ontzettend veel deed
voor de Haarlemmermeer en zijn be
volking, die tijdens zijn leven werd ver
trapt en vóór zijn dood al was verge-
De spoorlijn, die hij projecteerde, is
er gekomen, later. De landbouwschool
staat nu in Hoofddorp en ook Nieuw
Vennep heeft er een. Er zijn scholen
en kerken en verenigingen. Er worden
lessen gegeven in het bedienen van ma
chines voor de boerderij. Dit alles,
waarvoor drie kwart eeuw geleden een
onbegrepen man vocht, is nu bereikt.
„De Badhoeve" is er niet meer. Drie
rijke grondeigenaars uit Amsterdam
hebben na Amersfoordts dood de
landerijen verdeeld. Nu ligt op dezelfde
plaats een welvarend, vooruitstrevend
dorp: Badhoevedorp. In dat dorp heet
een laan Burgemeester Amersfoordt-
laan en een andere Hermine Maria
Dijklaan. En straks, als de polder
honderd jaar bestaat, zullen de stoffe
lijke resten van Burgemeester Amers
foordt en zijn vrouw worden opge
graven en worden overgebracht van
het kerkhof in Sloten naar de be
graafplaats in de Haarlemmermeer.
Op hun graven zal een eenvoudig
monument worden geplaatst. Zo zullen
de kinderen en de kleinkinderen van
hen, die eens deze man in zijn leven
hebben verguisd en vertrapt, posthuum
en te laat, eren wat hij deed
FREEK VAN DER MEER.
Moderne bruggenbouw (bij Delden).
TWEEDE BEZOEK AAN HET VROUWENPAVILJOEN
II
"C1 EN ogenblik zat ik als met stom-
-L' heid geslagen. Of ik er geen be
zwaar tegen had ook een aantal pa
tiënten in het koor op te nemen, had
de dokter me gevraagd. Haperend
bracht ik er daarna uit: ,,Nee, daar
voel ik niets voor", begon dan eerst
langzaam, vervolgens allengs heftiger
ontkennend mijn hoofd te schudden
om tenslotte nog eens te herhalen:
„Nee dokter, dat is werkelijk niets
voor mij."
Dit althans heeft mijn vrouw me la
ter verteld en ook dat ik vrij hulpe
loos in haar richting heb gekeken.
Het geheel scheen er nog al vrij
dwaas uit te zien, want de dokter
schoot tenminste in de lach, ging wat
dieper in zijn stoel zitten en wendde
zich dan. merkwaardigerwijze, tot
mijn vrouw. We nemen natuurlijk al
leen de heel rustige mensen, ze zul
len hem heus niet opeten, dit laatste
weer op die eigenaardige droge, licht
spottende toon.
„Je zou het in ieder geval eens
kunnen proberen, schat."
Proost, dat kwam van mijn vrouw's
kant.
„Maar vind jij nu werkelijk dat..
„Ach, je kunt er van te voren
weinig van zeggen, vindt U ook niet,
dokter?"
Dat vond de dokter ook, we moes
ten het maar eens proberen, mis
schien lukte het niet, doch in ieder
geval zou het een interessant experi
ment zijn. Er was tenslotte voldoen-
CT ill
POrULAinu FOTO-CURSUS
DOOR J. JACOBI
De gradaties van bet papier
ZOALS wij in ons vorige
artikel (19 Jan.) reeds
meedeelden worden vergro-
tings- en afdrukpapieren niet
•Heen met verschillend opper
vlak geleverd,, doch wordt
van elke soort papier nog een
serie gradaties gemaakt. D.w.z.
dat wij, als wij een afdruk
van hetzelfde negatief op elk
der verschillende gradaties
zouden afdrukken, verschil
lende afdrukken ontstaan in
de betekenis van de aange
duide gradaties. Een afdruk
op hard papier zou dan hard
worden dus met een groot
contrast tussen de witte en
zwarte partijen, terwijl een
afdruk van hetzelfde negatief
op zacht een afdruk zou ge
ven met een zacht karakter,
dus met een klein verschil
tussen wit en zwart.
De bedoeling hiervan is dat
wij van negatieven van ver
schillende dekking steeds nog
een behoorlijke afdruk kun
nen krijgen. En wel;
Een zeer hard negatief moet
worden afgedrukt op extra
zacht papier. Een minder
hard dito op zacht papier; een
normaal dito op normaal pa
pier; een zacht dito op hard
papier; een zeer zacht dito op
extra hard papier.
Wij kunnen hierdoor dus
fouten, ontstaan door verkeerd
belichten of ontwikkelen,
weer reduceren door de keu
ze van papier. Vanzelfspre
kend krijgt men het beste
resultaat door van een goed
belicht negatief een afdruk
te maken op normale grada
tie. want zodra men een der
andere gradaties moet ge
bruiken om een behoorlijk
resultaat te verkrijgen bete
kent dit dat er een fout is
gemaakt. En ook hier geldt de
regel: Het is beter te voor
komen dan te genezen.
Het varigam-papier
Een bijzonder soort papier
voor fotografisch gebruik is
het z.g. varigam-papier, ont
staan uit de woorden varia
bele en g a m m a waarde. Pit
is een papiersoort waarvan
slechts één gradatie nodig is,
i wordt de meer of minder
krachtige afdruk verkregen
door het gebruik van gekleur
de filters bij het afdrukken.
Een voordeel van dit
systeem is dat bij het vergro
ten voor het ene gedeelte
van het negatief een zacht
filter gebruikt kan worden,
terwijl voor het andere ge
deelte een hard werkend fil-
dit is vooral voor interieur
opnamen vaak zeer wenselijk.
Doch ook bij naaststaande foto
werd dit papier gebruikt,
waarbij de waterpartij door
middel van een hardwerkend
filter iets krachtiger werd af
drukt om een beter geheel te
Deze is geel of oranje voor
de z.g. gaslicht- of chloorzil-
ver papieren, welke alleen
voor het afdrukken gebruikt
worden. Dit papier is niet ge
schikt voor vergroten daar het
hiervoor te traag werkt. Voor
vergroten is dan ook een snel
ler werkend papier nodig het
z.g. broomzilver papier, hier
voor is een licht groene of
rode verlichting nodig. Dit
papier is sneller, het kan dus
korter belicht worden, waar
door het speciaal geschikt is
voor vergroten. Ook zijn er
combinaties van beide soorten
in de handel, de z.g. chloor-
broomzilver papieren. Deze
hebben vaak zeer mooie
warme tinten, daar hierdoor
chloorzilver is verwerkt dat
een veel warmere tint geeft
dan het broomzilver. Opge
merkt zij nog dat afdrukpa-
pier ook gebruikt kan wor
den voor vergroten wanneer
men belicht met een kwik
damplamp. Terwijl een geel
groene lamp zeer goed voldoet
voor beide papiersoorten.
Voor deze rubriek kan ieder
foto's ter beoordeling inzen
den. Ook kan men de heer
Jacobi vragen stellen en in
lichtingen vragen. Voor ver
goeding van porto- en admi
nistratiekosten sluite men 50
cent aan postzegels in. Men
adressere aan de redactie met
aanduiding „Fotorubriek".
de toezicht, legde hij uit, want hij
had gedacht de helft personeel, on
geveer een vijf en twintig personen
en de andere helft patiënten.
Hoe we nu precies buiten zijn ge
komen, weet ik niet meer, doch vol
gens mijn vrouw had ik beloofd er
over te zullen denken, zou ik de vol
gende dag, alleen, terugkomen om
het lokaal en de piano te keuren en
diezelfde week 's avonds een begin
met de repetities maken! Wat heeft
een onvoorbereid man uiteindelijk te
gen z'n betere helft en een psychia
ter in te brengen?
Na een onrustige nacht drukte ik
dus nog binnen de vier en twintig
uur voor de tweede maal in mijn le
ven op de bel van het vrouwenpavil
joen. De deur werd nu geopend door
een fris, jong verpleegstertje in kraak
heldere uniform die, toen ik mij voor.
stelde, een beetje gichelend verklaar
de ook lid van het koor te willen
worden, het leek haar zó gezellig.
Hm, de animo onder de aspirantle
den bleek groter te zijn dan bij de
dirigent. En wat die gezelligheid be
treft, dat kon nog wel eens tegen
vallen. Of zou de samenstelling van
het te vormen ensemble voorlopig
alleen aan de hogere leiding bekend
zijn?
„Ik zal U even naar de kamer van
de hoofdverpleegster brengen."
Ofschoon ik de optimistische stem
ming van het meisje niet deelde en
vrij sceptisch achter haar aanliep,
kon ik toch niet nalaten op te mer
ken, dat de omgeving, vergeleken bij
de vorige avond, een veel prettiger
indruk op mij maakte. Er stond een
aardig rietameublement in de hal en
een grote bak met smaakvol gerang
schikte, goed verzorgde planten. De
zon scheen door de gisteravond zo
luguber uitziende gangen en een paar
wijdopenstaande deuren vergunden
een blik op de vrij grote tuin aan
de voorkant van het gebouw.
De deur met het opschrift „hoofd
verpleegster" werd, na een beschei
den klopje, voor mij geopend en ik
bevond me in tegenwoordigheid van
een niet onknappe, enigszins gezette
vrouw van middelbare leeftijd. Ze
zat bij mijn binnenkomst achter een
enorm, doch eenvoudig bureau, rees
echter haastig op, kwam naar voren,
stelde zich voor als Zuster den Her-
togh, verzocht aan het bescheiden
terzijde staand verpleegstertje de
thee te brengen. „U wilt toch wel
een kopje, gaat U zitten", reikte
een medicijndoosje aan een haastig
binnenkomende zuster met de woor
den: „niet meer dan twee hoor",
om dan weer snel achter haar bu
reau plaats te nemen. Typische vrouw,
dacht ik, ze spreekt en beweegt zich
als een verlegen jong meisje en toch
lijkt het me een vrouw die wel weet
wat ze wil.
Een enorme theemuts met aanver
wante artikelen werd bijna triomfan
telijk binnengedragen, waarna een,
voor een nuchtere buitenstaander al-
lereigenaardigst gesprek ontstond.
De "verlegen vragende stem van zus
ter den Hertogh, die het ook al over
de gezelligheid had en over het en
thousiasme onder het personeel, werd
door mij met uiterst voorzichtige
„oh ja's" en „zoudt U denken" be
antwoord. Intussen dronken we wel
in een verbijsterend tempo drie kop
pen thee maar schoten verder niets
op. Juist toen de situatie pijnlijk
dreigde te worden, kwam de forse
vrouw met plotseling verrassende
kordaatheid opnieuw achter haar bu
reau vandaan.
„En gaat U nu even mee naar de
therapiezaal, dat lijkt ons de beste
gelegenheid om te repeteren. Zal ik
U even voorgaan?"
J. N. VAN DER WAART.
ZONDAGSBLAD 16 FEBRUARI 1952
5
Wat doen we
tegen de
(Van onze medische medewerker)
die dachten, dat de griep dit
jaar verstek zou laten gaan, heb
ben het mis gehad. Wel is het aantal
ziektegevallen niet zo groot als vorige
winters, maar op verschillende plaat
sen zijn toch een vrij groot aantal
ziektegevallen waargenomen.
De naam griep is na de grote epide
mie, die van Spanje uitging men
spreekt ook wel van Spaanse griep
algemeen ingeburgerd, terwijl de
naam influenza, waarmee dezelfde
ziekte aangegeven wordt, veel minder
gebruikt wordt dan vroeger. Ouder
wetse mensen op het platteland spre
ken van de „flens". In de 16de eeuw
heeft men al influenza- of griepepide
mieën beschreven. Daarmee is niet
gezegd, dat de ziekte toen voor het
eerst onder de volkeren haar slacht
offers gemaakt heeft. Zeer waar
schijnlijk zijn vóór die tijd al grote
epidemieën over heel de wereld, zoge
naamde pandemieënvoorgekomen.
Een epidemie kan zich zeer snel uit
breiden door contact van de ene per
soon op de andere, waarbij kleine
speekseldruppeltjes, die bij hoesten,
niezen en spreken verspreid worden
in de omgeving van de patiënt, een
grote rol spelen. De ziekte plant zich
meestal langs de grote verkeerswegen
voort. Grote steden en handelsplaat
sen worden vaak het ■ergst getroffen.
Inrichtingen, die om de een of andere
reden geen aanraking met de buiten
wereld hebben, kunnen volkomen vrij
blijven.
In het algemeen is men zeer vatbaar
voor deze ziekte. Opvallend is, dat
tijdens sommige epidemieën jonge,
krachtige mensen er het ergst aan toe
zijn. Alhoewel we gewoonlijk de
meeste griepinfecties in de winter
zien, is het voorkomen van deze ziekte
toch niet aan een bepaald jaargetij ge
bonden.
De beruchte epidemie van 1918, die
meer slachtoffers gemaakt heeft dan
de wereldoorlog van 19141918, is in
het voorjaar in Spanje begonnen. De
epidemie bereikte een hoogtepunt in
de zomer. Daarna scheen het leed ge
leden te zijn. In het najaar trad een
nieuwe epidemie op, die veel kwaad
aardiger was dan de vorige en veel
personen in de fleur van hun leven
ten grave gesleept heeft.
Ook bij de individuele mens ziet
men soms na een korte periode van
hoge koorts enkele dagen, waarop de
temperatuur normaal is en genezing
schijnbaar ingetreden is, terwijl daar
na de koorts in heviger mate terug
komt, gevolgd door een langdurige
herstelperiode. De oorzaak van deze
ziekte is een zeer kleine, microsco
pisch niet zichtbare smetstof, het zo
genaamde influenza-virus. Als ik dat
zo zeg, kunt u menen, dat dit één be
paalde en typische belager van het
mensenras is. Dit is niet zo. Het bac
teriologisch en serologisch onderzoek
hebben uitgewezen, dat er minstens
twee grote groepen van dit virus be
staan met elk nog weer aparte onder
verdelingen, terwijl altijd de kans be
staat, dat een nieuwe epidemie door
een onbekende vorm van dit virus
veroorzaakt wordt. Dit is een van de
redenen waarom bestrijding van de
griep zo moeilijk is.
U weet, dat men in Amerika al bijna
tien jaar bezig is door inspuitingen
van bepaalde groepen personen met
een uit het influenzavirus bereid
vaccin, de ziekte te voorkomen of te
beteugelen. De resultaten zijn teleur
stellend. Telkens treden nieuwe varia
ties van het griepvirus op, waartegen
de in gebruik zijnde entstof niet helpt.
Het vervaardigen van een nieuw vac
cin is een tijdrovende bezigheid. Bo
vendien bereikt de onvatbaarheid pas
14 dagen na de inspuiting haar hoogte
punt om daarna geleidelijk te dalen.
Men zou dus ongeveer twee weken
vóór de te verwachten infectie met de
juiste virusstam ingeënt moeten wor
den, wil men een redelijke kans heb
ben om griep te voorkomen. U be
grijpt, dat het uitkiezen van het juiste
tijdstip uitermate moeilijk is, terwijl
de grillen van het virus altijd een on
berekenbare factor zullen blijven in
deze wijze van bestrijding.
Zoals ik u reeds in vorige artikelen
uiteen zette, zijn een verstandige leef
wijze, een doelmatige voeding, goed
verdeelde arbeids- en rustperioden,
goede kleren, waterdicht schoeisel en
goede behuizing de belangrijkste fac
toren om de weerstand van het
lichaam, niet alleen tegen griep maar
tegen allerlei andere ziekten, op zo
hoog mogelijk peil te houden.
■tMMHHHHHHHHHhfli
JJJAAR leven was een lied; een lof
lied zonder veel woorden, maar
boordevol daden. Eens zo lang
reeds geleden het zonnetje thuis.
Moeders oudste; donkere krullebol,
flitsende bruine ogen, altijd klaar
voor een lach, altijd klaar om te
helpen. Dat gaat niet immer samen,
tenzij een mens helpen z'n lust en
leven vindt, maar hoe sporadiscn
komen zulke karakters voor. „Kind,
als ik jou niet had zuchtte
haar moeder bij wijlen. Terecht,
want zonder haar flinke, rappe
handen, ware veel in het honderd
ze als het te pas kwam expedities
ondernam naar de kinderen en
kleinkinders. Nooit bedillerig; nooit
met schoonmama-allures van mis
lukte humoristen; altijd graag ont
vangen en graag gehoorzaamd door
haar nageslacht. Doodeenvoudig
omdat ieder voelde dat Opoe het
bij 't rechte eind had; nimmer stook
te; altijd een helpende hand bood.
„Moe, als ik jou niet hadzei
een der schoonzoons eens. Zij
lachte enkel maar: „Ach, rare
jongen
Gezinnen gedijen prima bij zulk
gelopen. Maar zij schaterde om die een leiding. Helaas, behalve dat ene
verzuchtingen en moeilijkheden sa
men: zij redderde de boel wel voor
elkaar. Dat was haar jeugd.
Daarna haar huwelijksleven. Op
nieuw was zij het, die blij en
sterk de toon aangaf. Buitenge
woon flinke mensen trouwen vaak
met minder gevormde karakters.
Dat heeft zijn voordelen: de een kan
eigen gaven ten volle ontplooien en
de ander wordt behoed voor onder
gang. Het heeft ook nadelen: de last
kan bij tijden te zwaar worden.
Maar bij haar gebeurde dat laatste
niet. Ze zorgde, zorgde en zorgde,
maar de lach werd geen grijns
ze was in haar element. Enkel wer
den haar krullen 'n beetje stoffiger
en grijzer, maar o, dat onverzwakte
vuur in haar ogen. „Vrouw, jij bent
me er eentje kon hij haar
prijzen, vol diepe bewondering.
De dag kwam dat haar man over
leed en zij achterbleef: weduwe met
vier nog jonge dochtertjes drie
er van haar evenbeeld, de vierde
aardend naar haar man. Ze betreur
de zijn heengaan diep, maar liet
zich overigens niet 'uit het veld
slaan. Dacht er niet aan om een
vrijlustig weeuwtje te viorden, tuk
op mogelijke nieuwe huwelijkskan
sen. Ze zou het heus wel alleen op
knappen: de weduwstaat maakte
haar bestaan eer lichter dan zwaar
der. En met diezelfde lach regeerde
ze haar koppeltje tot de een na de
ander tot een trouwdag kwam.
Daarna brak een tijd van rust aan;
woonde ze ergens blij en tevreden
in een klein woninkje, van waaruit
van haar jongste dochter, die op
haar man leek. Het huishoudentje
liep wel een tijdje lang hortend en
stotend, maar opeens ging het
Uit de
VOLKSWIJK
scheef. Op een slechte dag liet de
man haar zitten voor een ander en
toen was Leiden in last. Wat wist
deze jonge vrouw van hardnekkig
doorvechten, ook als alles je tegen
valt? Chagrijnig zat ze te grienen
op een stoel; verwaarloosde haar
peuters; verslonsde haar kamers.
Maar geen drie dagen later was
Opoe bij haar ingetrokken weg
vrijheid; weg eigen huisje en
dreef het wagentje weer in het
spoor. Als door een wonder schenen
kinderen en huisraad herboren: w it
één zeepsopje op zijn tijd al vermag!
Of misschien was het niet de combi
natie van Vim en Persil en Sunlight
misschien was het enkel haar
vreugde. Wie zou ook niet bl\j zijn,
als zo'n 'lekker knuffeldier van 'n
kleindochtertje knus naast je zit,
een potje vleiend en vrijend: „Fijn,
Opoe, blijf je hier nou altijd
Een vierde geslacht dat het refrein
op haar levenslied zong.
Weer gingen de jaren. De krul
letjes waren nu spierwit; de krach
tige lijnen van haar gelaat ver
mengden zich met ontelbare rim
peltjes. Alleen haar ogen bleven
onveranderd stralen. Dan, omdat
het gezin er weer helemoal bovenop
gekomen was, opnieuw terug naar
een eigen huisje. Voor een ouder
wordend mens ook wel beter: de
drukte der jeugd ligt je dan toch
op den duur niet meer zó gemak
kelijk Nochtans zou ze daar
niet blijven.
Wat is het toch dat een appeltje
soms zo ver van de oude stam doet
vallen? Het was zo'n schat van een
kleindochtertje dat die nu met
nauwelijks zestien jaar haar zo'n
diep leed moest aandoen en haar
opeens geenszins verblijden met een
achterkleinkind. Een zéér vaderloos
achterkleinkind, waarmee noch de
jonge moeder zelf noch de groot
moeder raad wist; „Opoe, help
onsEn nog eenmaal sprong z*j
ter hulp en nóg een generatie kwam
onbewust te staan in het klare licht
van haar vreugde; leerde kraaiend
naar de zilveren krulletjes graaien.
Toen sloeg de ziekte toe, waarvan
de naam als een dreiging over de
mensheid hangt: Kanker. Naar het
ziekenhuis, een operatie. Dan
wegens ruimtegebrek daar terug
naar het huis van haar dochter.
Hopeloos: het kan een week, een
maand, een kwartaal duren, maar
het loopt af. In haar geval laat het
einde zich langer dan denkbaar
wachten: ach ze heeft immers altijd
gezorgd; ze wil dat blijven doen. Zo
ligt ze daar dan: drie geslachten
onafgebroken rond haar heen. Een
uitgeteerd mensje met kleine krul
letjes op een veldbed, ingeklemd
tussen een wieg en een gloeiend
fornuisje, want ruimte kent de wo
ning in de Volkswijk niet. Totdat ze
eindelijk, eindelijk sterft. Dan weet
niemand of hij schreien of lachen
zal. Lachen omdat het lijden voorbij
is. Of schreien want, „O, Opoe, ru
we jou niet meer hebben wat
nu?" Maar stil en sterk straalt nog
de vreugde van het dienen van haar
gelaat.
WIJKPREDIKANT.
Nr 20
Ma het doorwerken van de oplossin-
gen van de 17de puzzle voelt uw
redacteur zich voor de zoveelste maal
een punchbal oftewel in goed Neder
lands een zandzak. Zulk een voorwerp
wordt gebruikt bij de oefeningen van
boksers en is bestemd hun talloze sla-
Em zonder meer te incasseren. Geluk-
g houdt zulk een zak ondanks de ha
gel van voltreffers het in de regel lang
uit en hieruit put ondergetekende ook
ditmaal troost. Daar ik wat huiverig
was om een rekenpuzzle op te geven,
was de eerste opgave in deze trant zeer
eenvoudig gehouden. Dit om paedago-
gische redenen. Degenen, die een te ho
ge leeftijd hebben om het woord „pae-
dagogiseh" op zich toepasselijk te ach
ten. gelieven mijn nederige verontschul
diging voor deze uitdrukking te aan
vaarden. Mijn bedoeling was met deze
eerste opgave het terrein eens te ver
kennen. Het resultaat overtrof mijn
stoutste verwachtingen. De raspuzze
laars haalden hun neus op voor zo'n
eenvoudig ding, dat velen in 10 minu
ten of zelfs nog minder tijd oplosten.
Zelfs waren er oplossers, die met pro
beren de oplossing vonden. Degenen,
die streng logisch redeneerden, hadden
meer tijd nodig. De oogst aan nieuwe
maalSSerS W3S echter groter dan nor-
™De,, besPrcking van hersenkrakertje
Jj X?"?1 .T,et veel Plaats. Men ziet
onmiddellijk, dat K 1. In de derde rij
is J hoogstens 4, want R 2 x J. Daar
Cr.1ï11- rÜ 2 X K voorkomt, kan bh
optelling van H.S.K.K en J hoogstens 2
overblijven voor de vierde rij. Daar E
geen 1 kan zijn, moet E 0 zijn. De 5
cijfers uit de eerste rij kunnen nooii
samen 40 zijn. Voor de tweede rij kan
ook geen 3 overblijven, want R is even.
Dus er blijft 2 over en dan is R 8 en
J 4. Hieruit volgt, dat T 9, omdat 7 e*i
lager uitgesloten zijn, daar anders de
fr _in S|? 5de rij zijn bestaansrecht ver
liest. Uit optelling van de cijfers van
tij 2 blijft 1 over voor rij 3, zodat H
S 11. Dus H 6 of 5 en S 6 of 5.
Ais S =5, geldt voor rij 1:8 -4- N -l A
a"8 8 T"L 21 N+ A Voor N.
A en L blyven over de cijfers 7, 3 en Z
Vervanging van N, A en L door deze
cijfers blijkt onmogelijk. Hieruit volgt S
6 en H 5. De eerste rij levert nu
de sleutel voor de rest van de oplossing,
A N -f- 22 L. Daar er slechts 2 over
blijft voor dc tweede rij moet A 2 of 3
zijn en N dito. Voor L blijft ever 7. Bij
het opstellen van de 17de rubriek ver na
het middernachtelijk uur is tot mijn spijt
uitgevallen het gegeven, dat N groter is
dan A. Zodoende zijn er 2 goede op
lossingen. De oplossing luidt als volgt:
10807
Op veler verzoek volgen nog eens de
bepalingen, die voor deze rubriek gel
den. Voor iedere goede oplossing wor
den 5 punten toegekend, voor gedeelte
lijk goede 4 of minder. Het aantal pun
ten van iedere oplosser wordt op een
kaart genoteerd en blijft geldig, ook
als men een tijd lang niet oplost.
De min of meer geregelde op
lossers klimmen steeds hoger op de lad
der, die volgens rubriek 1 minstens 50
punten moest tellen om recht op een
prijs te geven. Iedere week worden 3
prijzen, boeken ter waarde van ƒ5,-,
beschikbaar gesteld vöor hen, die na
een bepaalde puzzle het hoogste aantal
punten hebben. Zijn er meer dan 3
rechthebbenden, dan krijgen die na de
volgende rubriek (en) hun prijs. De prijs
winnaars beginnen opnieuw onder aan
de ladder. Wil men een duurder boek
hebben, dan betaalt men het bedrag
boven ƒ5.- bij. De oplossingen worden
ingezonden bij voorkeur op een brief
kaart met naam in blokletters. Twee
oplossingen op één kaart is toegestaan.
Commentaar op een puzzle is welkom.
De volgorde bij meer dan 3 rechtheb
benden op een prijs wordt bij loting
vastgesteld.
In rubriek nr 19 zijn enige punten
naar beneden. Rjj 1: 4; 2:3; 3:4; 4:3;
5:4; 6:3 en in de 7de rij een rest met
2 punten. Uit het aantal goede oplos
singen, dat binnengekomen is, blijkt, dat
de misdruk niet storend was.
Tenslotte volgt hier de nieuwe puzzle,
weer geheimschrift Iedere letter is
door een andere steeds dezelfde
vervangen. Dc ij van b.v. pjjn bestaat
hier uit 2 letters nl. de I en de J.
LQOGN,
FKF QOTD UXOTF AND OJ
INCMODZNCZ L.U. BLFNCZLE FN
JKQND ZN IKPENDZN SNNJ JLD OJ
SNP.
UGMOJF ZLF TKH?
OJ MKKX ZLD F NE ND MLPR IOTR
AOT TN FN BOTD.
OD MLLUF.
XNFNC.
aam staat
echter niet op de opgave. Het tweede
deel is voorlopig weggelaten we
gens gebrek aan ruimte.
Oplossingen van opgave 20 worden in
gewacht uiterlijk Woensdag 27 Februa
ri 9 uur bij het bureau van dit blad
onder het motto „Hersenkrakertjes".
ANTON VAN MEEDEN.