6 Volgende winter circa 200.000 een leger van werklozen? Er moet meer overleg worden gepleegd met het bedrijfsleven Bouwbedrijf ziet oplossing als huren omhoog mogen Frits de Zwerver 25 dominee jaar NIEUWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 9 FEBRUARI 1952 C.N.V. vzaagt zich bezorgd ai: (Van een onzer redacteuren) DE WERKLOOSHEID in de dertiger jaren was een verschijnsel, dat zich over de gehele wereld voordeed. Het typische van de werkloosheid, die we nu beleven, is dat deze uitsluitend een nationaal verschijnsel is. Bovendien doet ze zich thans niet in alle bedrijfstakken in gelijke mate voor, maar doet ze zich bijzonder gelden in enkele gebieden. In de eerste plaats noem ik dan de bouwvakken, dan ook de landbouw en de textiel industrie. Met deze woorden werd de huidige werkloosheid gekarakteriseerd door de heer K. de Boer, secretaris van het Chr. Nationaal Vakverbond in deze organisatie speciaal belast met de zaken van de werkgelegenheid. De heer De Boer verwacht, dat de werkloosheidscijfers dit voorjaar wel zullen zakken, daar dan veel seizoen- werklozen weer aan de slag kunnen gaan, maar dat toch ook in de zomer maanden het aantal werklozen veel gro ter zal zijn dan een jaar geleden. Hij sprak zelfs de vrees uit, dat er in de volgende winter meer dan 200.000 werk lozen zouden zijn. Daar de heer De Boer zitting heeft in Hoe staat het met de werkloosheid DE WERKLOOSHEID, in de dertiger jaren een schrikbeeld, doch in de eerste na-corlogse jaren een vrijwel onbekend begrip, neemt de laatste tijd onrustbarend toe. Velen van de oude ren, die weleer aan den lijve of van zeer nabij de ellendige gevolgen van dit euvel hebben gevoeld, slaat de schrik om het hart nu zij zien hoe velen opnieuw tevergeefs naar werk zoeken. Nu is het totaal aantal werklozen, dat thans zeker op 165.000 gesteld moet worden, nog niet direct onrustbarend te noemen, hoewel het percentage, dat als „normaal" moet worden betiteld, thans wel overschreden is. Wat wel reden tot bezorgdheid moet geven, is de snelle stijging van dit aantaL Alleen in December j.L kwamen 32.951 personen zich voegen bij het leger van hen, die met lege handen op de arbeidsmarkt staan. Natuurlijk spelen seizoensinvloeden in deze maanden een belangrijke rol, maar toch kan wel worden aangenomen, dat 't aantal seizoenwerklozen ten hoogste 66.000 bedraagt, zodat er 100.000 wer kers overblijven, die door andere en niet vanzelf verdwijnende oorzaken geen werk kunnen vinden. Een reden om vergelijkingen te trekken met de beruchte crisis is er momenteel zeker nog niet. Immers, toen bedroeg het aantal werklozen (in het topjaar 1936) bijna een half mil- lioen. Rekenen we met de bevolkings aanwas, dan zouden er nu ongeveer 600.000 werklozen moeten zijn, wilde een noodtoestand ontstaan zoals we toen hebben gekend. Onze werkers doen er dan ook goed aan, als ze de van communistische zijde verspreide pam fletten met een argwanend oog bezien; ook al werken ze gretig op de thans bij de oudere arbeiders opkomende onrust met hun opschrift in vette let ters: Crisis-Werkloosheid. Wij hebben met enkele personen, die dagelijks met het werkloosheidspro bleem te maken hebben, gesproken en geven op deze pagina hun oordeel weer. Verder geven we 't woord aan een arbeider, die in de dertiger jaren tot het werklozenleger behoorde en ten slotte kunt U hier ook een over zicht vinden van de inkomsten, die een werkloze werknemer zal hebber, als op 1 Juli a.s. de Wachtgeld- en Werkloosheidsverzekering zal zijn m- De Werkloosheidswet in vraag en antwoord Hooveel en hoe lang Als op 1 Juli a.s. de Wachtgeld- Werkloosheidswet volledig in werking getreden, zullen vrijwel alle werknemers verzekerd zijn tegen werkloosheid en dus een uitkering ontvangen, als zij door deze ramp worden getroffen. Wie? Verzekerd zijn alle werknemers, die ook ingevolge de Ziektewet verze kerd zijn. De loongrens, die voor de ziektewet ligt bij f4925 ligt echter voor de Werkloosheidswet bij f 6000. Perso nen van 65 jaar en ouder zijn niet ver zekerd, evenmin als het huispersoneel, dat in hoofdzaak bij particulieren werkt. Hoe veel? De uitkering bedraagt 80% van het loon voor gehuwde mannen, ge huwde vrouwelijke kostwinners en onge huwde mannelijke en vrouwelijke kost winners; 70% voor ongehuwden, niet kostwinners van 18 jaar en ouder, die niet bij de ouders inwonen; 60% voor alle overige verzekerden. Als maximum dagloon is een bedrag van f 16 vastge steld. Hoe lang? Wordt de werknemer werk loos en heeft hij in de laatste 12 maan den minstens 156 dagen in dezelfde be drijfstak gewerkt, dan ontvangt hij ge durende 48 dagen de uitkering van het wachtgeldfonds in zijn bedrijfstak. Daar na kan hij als hem geen passend werk is aangeboden nog 78 dagen de uitke ring ontvangen uit het Alg. Werkloos heidsfonds. In totaal kan dus gedurende 126 dagen een uitkering ontvangen wor den. Heeft de werknemer geen aanspraak op wachtgeld, maar was hij gedurende 78 dagen voor zijn werkloosheid begon wel werknemer in de zin der wet, dan ontvangt hij gedurende 78 dagen de uit kering uit het Alg. Werkloosheidsfonds. Premie? Zoals uit het voorgaande blijkt, valt de verzekering uiteen in eer wachtgeld- er een werkloosheidsverze kering. De premie voor de wachtgeld- verzekering is bij de verschillende be drijfsverenigingen niet gelyk. Werkgever en werknemer betalen ieder de helft deze premie. Bij de werkloosheidsverzekering be taalt het Rijk de helft van de premie, die is vastgesteld op 2.8% en werkgever en werknemer ieder een vierde. In de meeste bedrijfstakken zullen werkgever en werknemer ieder ongeveer 2% moe ten betalen voor de beide verzekeringen samen. Buitengewoon belangrijk is, dat de werknemer, die een uitkering geniet krachtens de Werkloosheidswet, verze- Sterd blijft ingevolge de Kinderbijslag wet, de Invaliditeitswet, de Ziektewet er het Ziekenfondsenbesluit. de Stichting van de Arbeid, vroegen hem naar de mening over de grote lijnen van de door de regering gevoerde werk- gelegenheidspolitiek. Hij is allesbehalve tevreden over de gang van zaken in dit opzicht en deelde ons daarover het vol- Geen natuurramp Na de oorlog heeft de regering meer malen verkondigd, dat werkloosheid geen natuurramp is, die maar zonder meer aanvaard moet worden; er zijn zeker bestrijdingsmiddelen. In de „No:a omtrent de Werkgelegenheidspolitiek" werden deze met name genoemd. Er werd ook een Interdepartementale com missie voor de werkgelegenheid inge steld, waarin dus alleen ambtenaren en geen vertegenwoordigers van het be drijfsleven zitting hebben. In naam was er overleg tussen deze commissie en de Werkgelegenheids- commissie van de Stichting van de Arbeid. Men kwam éénmaal per jaar bijeen, maar er werden dan geen zaken gedaan. De Stichting heeft onlangs ver zocht, beide commisies te combineren, maar dat achtte de regering onmogelijk Wel werd nader overleg toegezegd. De taak van de Interdepartementale commissie was voornamelijk het in kaart brengen van de werken, die in een pe riode van werkloosheid zouden kunnen worden uitgevoerd. De lijst van deze werken wordt echter geheim gehouden De leden van de Stichtingscommissie, die toch ook op ander gebied een plicht geheimhouding hebben, zouden hiervan zeker vertrouwelijk kennis moeten kun- Bij de huidige gang van zaken is bedrijfsleven immers geheel uitgescha keld en kunnen zijn vertegenwoordigers in het overleg met de regering geen kei constructief denkbeeld naar vc brengen. Overleg geopend Thans zal het overleg worden geopend tussen beide commissies over de huidige situatie. Te hoge verwachtingen moet men echter van de resultaten niet koeste ren. want hierbij kan alleen over de uitvoering van bepaalde werken worden gesproken. Wil men de zaak in de wortel aan vatten, dan zal de Soc. Economische Raad de gelegenheid moeten krijgen om de achtergronden van de huidige werkloosheid en de bestrijdingsmoge lijkheden grondig te onderzoeken. Van regeringszijde is tot dusver niets gedaan, ondanks alle aangekondigde plannen. Alleen voor de schilders werd de gelegenheid geopend om in de maanden Februari en Maart schil derwerk met rijkssubsidie uit te voeren. Daarom is het toch goed, dat nu overleg zal worden gepleegd, al is het wat laat. De zaak, waarom het hier gaat, is hoogst ernstig en verdient alle aandacht. DE WERKLOOSHEID IN BEUSIË EN IN NEDERLAND IN 1951 j F M A - 1000 J F M Een vergelijking tussen de werkloosheid in België en in Nederland i het de mannen betreft. In beide landen ziet men een snelle teruggang der werkloosheid nd Januari. In Nederland werd het laagste cijfer bereikt in Juni, in België werd het laagste cijfer der volledige werkloosheid in October bereikt. Daarna ziet men een snelle stijging, welke evenwel in Nederland veel sterker is dan in België. Voorlopig geen verbetering Niet ongerust over nieuwe huizen, maar wel over onderhoud OVER de verontrustend grote werk loosheid in het bouwbedrijf had den we een onderhoud met drs G. J. Stapelkamp, secretaris van de Ned. Chr. Aannemers- en Bouwvakpa troonsbond en van de Bedrijfsraad voor het Bouwbedrijf, die ons in de volgende bewoordingen zjjn mening over de huidige situatie en de voor uitzichten voor de naaste toekomst gaf. Begin Jan. '52 waren er ruim 33.000 werklozen in het bouwbedrijf. Per 1 Jan. waren er 18.758, zodat wel duidelijk blijkt dat nu niet alleen seizoensinvloe den aan het wérk zijn. Een werkloos heidspercentage van 10 tot 15% geeft reden tot ernstige ongerustheid. Dit spreekt temeer, als we zien dat al 1200 arbeiders, jonger dan 19 jaar, werkloos zijn. En dat, terwijl we enige J geleden nog klaagden, dat er te weinig jongeren in opleiding waren het bouwbedrijf. Als u weet, dat het totale aantal jongeren in opleiding tussen de drie- en vierduizend ligt, blijkt wel hoe hoog dat getal van 1200 is. Wat hiervan de oorzaak is? Naar mijn mening zeker niet allereerst de aange kondigde beperking van het bouwpro- gram tot 40000 woningen. (Inmiddels heeft de minister meegedeeld, dat er toch wel 50.000 zullen komen in 1952). Per 31 December jl. waren nog 38.000 woningen in uitvoering. Dat is meer dan op enig tijdstip voor de oorlog en ook nu voor de wintermaanden een hoog getal. Oorzaak Naar mijn mening wordt de werk loosheid voornamelijk veroorzaakt, doordat veel te weinig onderhouds werk wordt opgedragen. Dat dit de hoofdoorzaak is, kan ook wel met de cijfers worden aangetoond. De werk loosheid is onder de bouwarbeiders, die zich speciaal ook met onderhouds werk bezighouden, naar verhouding en in vergelijking met vorige jaren veel hoger dan onder de overigen. Zo wa ren ei op 1 Januari jL 7500 werkloze schilders en 7000 werkloze timmer lieden. Het aantal werkloze grondwer kers, dat anders in de wintermaanden veel en veel hoger is dan dat van deze vaklieden, bedraagt nu slechts weinig meer, nl. 8000. Het is geen wonder, dat na het uit breken van het Korea-conflict het on derhoudswerk nog zo veel verder is te ruggelopen, dat de werkgelegenheid daarvan de weerslag ondervindt. De kosten zijn immers van Augustus 1950 tot December 1951 weer met 30% ge stegen. Zolang het huurpeil van de oudere woningen, waar het onderhoud juist een grote rol speelt, gehandhaafd blijft op 't peil van 1940 plus 15% is niet te ver wachten, dat de huiseigenaars meer on derhoudswerken zullen opdragen. Uit het bovenstaande blijkt wel, dat ik in de komende maanden geen ver betering van de situatie verwacht. Naar mijn inzicht is immers vergroting van de werkgelegenheid afhankelijk van een stijging van het huurpeil. Minister In 't Veld heeft él gezegd, dat hierover geen beslissing zal genomen worden vóór de verkiezingen op 25 Juni a.s. Als daarna een nieuwe regering deze zaak nog in studie moet r.emen en de Soc. Economi sche Raad en de Stichting van de Arbeid hierover gehoord moeten worden zal het toch zeker September of October wor den, voor iets aan de huren kan worden gedaan. Wat de nieuwbouw betreft maak ik (Van een onzer verslaggèvers) Tegenover ons, aan het tafeltje in de wachtkamer van Amsterdam-Centraal zit een man met een grote hos rechtopstaand, blond haar, dat met een gou den gloed overtogen schijnt. Aan de slapen wordt hij wat grijs, maar uit ziji sterke, lichtblauwe ogen straalt nog een jeugdig vuur. Het is ds F. Slomp evangelisatie-predikant te Hoorn, maar in den lande veel beter beken* onder zijn „illegale" pseudoniem Frits de Zwerver. De man, die in de logsjarên de stoot gaf tot het principieel verzet tegen het nationaal-si lisme, die de grondslag legde van de L.O.-L.K.P. en die zelf in het verze 'n vooraanstaande plaats innam, vierde deze week zijn zilveren ambtsjubi leum en het is ter gelegenheid van dit feit, dat wij hier onder het gaan ei komen der reizigers en het gerinkel van borden en kopjes een gesprek me hem gehad hebben. Een aardig plaatje. Twee mannen, die rustig over de brugleuning hangen. Maar ook een aangrijpende foto, als men bedenkt dat deze mannen er twee zijn van het leger, dat graag zou willen werken, maar dat de tijd met niets-doen moet doorbrengen. Bankroet van onze politiek van de werkgelegenheid? TTet schijnt, dat we van het bankroet van onze werkgelegenheidspolitiak moeten sipreken En daarom is de onge rustheid begrijpelijk". Tot deze clusie komt de (niet genoemde) schrij ver van een artikel in „De Gids", het orgaan van het Chr. Nationaal Vakver bond. Het artikel geeft een duidelijk beeld van de moeilijke situatie. waarin wij i bewinden. De regering wordt niets v weten, maar de schrijver wijst er i op, dat er een groot verschil blijkt bestaan tussen de practijk en de opti mistische theorieën, die in de oorlogse jaren verkondigd zijn, met name door de huidige staatssecretaris van Sociale Zaken, mx dr A A. van Rihijn. Op het voetspoor van sir William Be- veridge en van de Engelse econoom Keynes wekte rar dr Van Rhijn de in druk, dat in de toekomst geen werk loosheid meer behoefde voor te komen, als de regering maar een juiste werk- gelegenheidspolitiek volgde. Indertijd schreef mr dr Van Rhijn zijn boekje „Sociale Zekerheid", dat op bepaalde ogenblikken de beleggers min der beleggen dan de spaarders sparen Er wordt dan te weinig geïnvesteerd en het gevolg is. dat stagnatie gaat optre- en werkloosheid ontstaat. Het is dan de taak der overheid om tot aan moediging van het economische leven te komen en dus de werkloosheid te doen verdwijnen, o.m. door het aanmoe digen van het verbruik of van de in vesteringen. Nu komt echter de practijk. In Dec. sprak staatssecretaris mr dr Van Rhijn in de Tweede Kamer over de Rijksbegroting en daarbij merkte hij op dat als we het vraagstuk van de werk gelegenheid bezien ook de keerzijde van de medaille in het oog moet worden ge houden. n.l. de vraag of de betalings balans sluit. Dat is juist, aldus „De Gids". Om de betalingsbalans sluitend te krij gen heeft minister Van den Brink ech ter het verbruik en de investeringen be perkt. Om de werkloosheid te bestrijden, zouden echter, zoals we gezien hebben, het verbruik en de investeringen aange moedigd moeten worden. Hier zitten wt voor een dilemma. Er is gekozen een sluitende betalingsbalans werkloosheid is toegenomen. Nu vraagt de heer Oosterhuis (voor zitter van het N-V-V-) zich af, of het geen tijd wordt, dat de Regering haar consumptie-politiek gaat herzien. Maar de betalingsbalans dan? zo vraagt „De Gids" zich af. Een niet sluitende beta lingsbalans heeft evenzeer invloed op het sociale, culturele en zedelijke front als de werkloosheid. Hieruit blijkt dus wel, dat we in dilemma zitten en dat de positieve uit spraken en de positieve beloften „geen werkloosheid meer" i«at al te grif zijn gegeven. niet ongerust. Zoals gezegd, zijn thans .000 woningen in uitvoering. De ver wachting is, dat in de drie eerste maan- van dit jaar maandelijks aan 6000 woningen begonnen zal worden. Daar de bouwtijd korter is dan een jaar, zullen dit jaar dus hopelijk naast die 38.000 nog 18.000 woningen gereed komen, wat een totaal geeft van 56.000. Als ik vind, dat de vooruitzichten toch zeer slecht zijn voor de komende maan den, heb ik dan ook niet de nieuwbouw op het oog, maar alleen het schromelijk tekort aan onderhoudswerk, dat alleen door een huurverhoging op een redelijk peil kan worden gebracht. Stand werkloosheid in cijfers Per: Totaalwerk! Werkl.mann. Bouwarb. Landarb. Losse arb. 1 Jan. 1948 53.500 50.180 1 Jan. 1949 71.400 66.776 1 Jan. 1950 88.668 83.771 1 Jan. 1951 108.127 102.899 18.758 20.897 15.245 1 Jan. 1952 154.902 145.385 33.682 25.674 20.351 Uit deze tabel, voornamelijk ontleend aan gegevens van het minsterie van Sociale Zaken, blijkt, hoe de werkloosheid in de laatste vijf jaar regelmatig toenam, maar gedurende 1951 toch wel bijzonder sterk. Daarnaast zijn de drie grootste groepen werklozen opgenomen. Duidelijk Is hier te zien, hoe in het bouwbedrijf de styging in het afgelopen jaar abnormaal groot was, n.L ongeveer 80 procent. Het vraagstuk is dus thans naar de woorden van mr dr Van Rhijn om het juiste evenwicht te vinden tussen een sluitende betalingsbalans en een zo groot mogelijke werkgelegenheid. Aan deze opgave zal zowel de Regering als de vakbeweging zich in het lopende jaar moeten wijden. De vakbeweging en de werkloosheid De Raad van Vakcentralen, bestaande uit C.N.V., K.A.B. en N.V.V. heeft zich thans met een brief tot de regering ge wend, waarin aangedrongen wordt op krachtige maatregelen ter bestrijding van de werkloosheid. We praten eerst met ds Slomp ovei zijn werk in „donker Noord-Holland" waar het werkterrein van deze Gerefor meerde evangelisatie-predikant zich uit strekt van Amsterdam-Noord tot Den Helder, hoewel hij speciaal arbeidt in West-Friesland. Een moeizame arbeid, want „de me hier zijn voor het Evangelie zeer moeilijk bereikbaar als vrucht van een langdurige vrijzinnige prediking. Noch dc afschei ding, noch de doleantie heeft hier enige invloed gehad en de Gereformeerden zijn grotendeels „import". De Ned. Hervorm de Kerk is hier practisch dood en de nieuwe koers in die kerk laat de mensen volkomen onberoerd". Behoort het merendeel toch nog wél tot de kerk?" „Men noemt zich vrijzinnig, maar m bedoelt dan zeker niet de kerkelijke religieus ingestelde richting, die m elders in het land vindt. Vrijzinnig zelfs zo ongeveer het tegengestelde v Christelijk in dit land. „O, bedoelt u de Christelijke kerk?", zei eens iemand tegen me, toen ik naar de Gereformeerde Kerk vroeg. Het overkwam me zelfs, dat iemand me vroeg, wat we nu eigenlijk met Kerstmis herdenken". Heilig moeten „Voelde u zich bijzonder tot het werk onder deze mensen aangetrokken?", vragen we. Met deze vraag raken meteen, hoewel onbedoeld, de drijvende kracht, die het leven van deze predikant heeft beheerst. „Ik voelde me er helemaal niet toe getrokken, maar mijn leven heeft altijd gestaan in het teken van het „heilige moeten". Toen ik 15, 16 jaar was, wilde ik niet graag dominee worden, maa voelde dat het moest. Toen ik beroepen werd in mijn eerste gemeente, Nieuw- lande, voelde ik persoonlijk veel meer voor het aannemen van een ander be roep. maar ik moest naar Nieuwlande toe. Zo kwam ik in het Verzet terecht, ging ik daarna weer als legerpredikant naar Indië en zo ben ik ook in Hoorn terecht gekomen. Als ik een motto boven mijn leven moest zetten, zou het zijn die tekst uit Amos 3: De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere HEERE heeft gesproken, wie zou niet profete- „Ên u gaf steeds aan die innerlijke drang gehoor?" „Ja, hoewel mij ook wel eens de geest van Jona bezielde, die vluchtte voor heilige moeten. Maar als God wat je wil, dan moet je het wel doen, want als je het niet doet, ga je er aan kapot." Het Verzet En zo praten we dan als vanzelf over het in de L.O. en L.K.P. belichaamde verzet, dat immers ook uit het „heilig moeten" ontsproot. Dat zware werk werd gedaan uit de kracht van het dry- Op de receptie van Frits de Zwerver (ds F. Slomp) kwamen natuurlijk ook vele oud-illegale vrienden. Hier ziet men: v. I. n. r. Pater Victor, Frits de Zwerver, de heer H. A. Douqué, raaadslid van Amsterdam en prof. ir Van Riessen. Een werkloze uit de dertiger jaren aan het woord JjET was een benauwde tijd, toen in het begin van de dertiger jaren. Ik werkte op een schoenen fabriek en je zag het werk verminderen, leder ogen blik kon je een 'ontslag briefje in je loonzakje vinden en waar moest je dan naar toe? In Februari 1930 was het zover: nog een week kon ik werken en dan stond ik op de keien. Anderhalf jaar heb ik zonder gelopen en toen kon ik weer op de fabriek terug komen. Ik moest een paar jongens het stanzen leren en ze beloofden me, dat ik dan voorman zou worden. Nou, dat kwam heel anders uit. Na drie maanden had ik die jon gens de kunst zo'n beetje bijgebracht. Toen kregen zij f 5.- opslag en ik stond weer op straat. Dat was veel goedkoper, ziet u. Bij elkaar ben ik zes jaar werkloos geweest en ik weet er dus van mee te praten, wat dat was. Ik verdiende op de fabriek 28.en van de steun kreeg ik f 18.Later is dat nog veel minder ge worden en er waren we ken, dat ik maar 11.— had. Dat was natuurlijk erg, maar nog veel erger was het zoeken naar werk, terwijl je van te voren bijna zeker wist, dat je toch niets vinden zou. jK heb overal lopen zoe ken naar werk, deur in ieur uit, van de ene fa briek naar de andere, overal stootte je je neus. Het was ellendig om thuis te komen en vrouw vol verwachsting naar je te zien kijken. „Weer niks", zei ik dan maar. Later hoefde ik he lemaal niks meer te zeg gen, de vrouw wist het al. Later heb ik een baantje als bode gekregen, dat 6.in de week op leverde. Ze hielden toen f 4.van de steun af, ik verdiende ten minste weer iets zelf. Och, je werd wel op allerlei ma nieren geholpen. We kre gen margarine voor een dubbeltje per pakje en goedkope groente. Eens per jaar gaven ze van Crisis Comité een kleding en schoeisel, was er dankbaari je voelde wel echt, dat je maar een nietsnut als je met zo'n m magazijn kwam. Ze lieten je dat soms goed merken ook. Zo kreeg ik eens een broek, die veel te groot was en vertikten het om een dere te geven of hem kleiner te maken Enfin, ik zei het al, het was na righeid wat de klok sloeg. jK zal nooit die Zaterdag morgen vergeten, dat ik de boodschap kreeg om op de schoenenfabriek te ko- praten. Dat was in 1936, en warempel, er was werk voor me. Ik kon f 20.in de week verdienen, maar ik heb net allebei mijn han den aangepakt. Nu kon ik tenminste weer geld thuis brengen, waar ik zelf voor gewerkt had. Voor die steun behoefde je alleen maar elke dag je naam te Ik hoop van harte, dat die tijden nooit meer terug komen, want met lege handen staan als je gezond bent en werken kunt, dat is haast het ergste wat je kan overkomen. Ik begrijp heel goed, dat veel arbei ders de schrik om het hart slaat, nu het werkloos heidscijfer weer stijgt en ik voel ontzettend de lege handen staan. Ik hoop en bid, dat de middelen gevonden zul len worden om aan deze beangstigende gang van zaken een eind te maken. vende geloof. Veel verzetsstrijders ware niet dapperder dan andere mensen, maa deze kracht stond achter hun zwakhei en daarom moesten ze wel, al w; nog zo zwaar." Wonderlijk is het, dat ds Slomp pa in 1944 werd gearresteerd, terwijl h r* toch al in 1942 de pastorie in Heemj B6 verlaten moest om zwervend door he land, zich verschuilend voor de bezet-sl| ter, zijn gevaarlijk werk te doen. „Gaf" heeft mij op bijzondere wijze bewaard' b zo zegt hij. De S.D.-er Van der Hoo - heeft twee jaren van zijn leven bestee- om naar me te zoeken, maar hij me niet. Ze zochten ook altijd nat.. dominee en ik heb nu eenmaal geen do. y mineeskop. Dat is me bij m'n arrestati{<_ nog eens duidelijk verteld." Het is bekend,- hoe Frits de Zwerve: in Mei 1944 toch gepakt werd en opge sloten in de Koepel, de strafgevangeni jn< te Arnhem. Acht K.P.-ers onder leidin van Johannes hebben hem toen bevrij jco in de eerste en stoutmoedigste o op een gevangenis, die door de LK-ri^ werd beraamd. Even staat ds Slom^a nog in gedachten stil bij dat grote i ment, toen het luikje van de celdeu <ja openvloog en hem een revolver wer y( toegestoken met de woorden „Gefelici teerd dominee". „Dat is iets. dat niet onder woorded is te brengen", zo zegt hij, „plotselin |ir weer vrij te zijn, terwijl je jezelf al in Jji, gesteld hebt op de dood, die onvermij ge delijk scheen. Het ging me als Petrui j,. toen hij uit de gevangenis werd verlos jr en „niet wist, dat het waarachtig i Ik dacht ook, dat ik droomde en ik zeijj Knijp me eens, jongens." Johannes was niet te vinden, toen zouden vertrekken, maar het bleek da\- hij in de auto was om te bidden het welslagen van de hachelijke onder 1 neming. Ik kon alleen maar „Dank je.J3 jongens" stamelen, toen we wegreden Ae maar zij zeiden: „Nee dominee, de danlriJ komt alleen aan God toe." In Indiër „Heeft u ook in Indië nog hachelijk momenten meegemaakt?" „Ja. maar dat waren niet de momen-, ten. dat de kogels afketsten op de rier, waarin ik zat De jongens moestei me soms letterlijk op m'n kop slaan me tot dekking zoeken te dwingen. Al je lang in gevaar hebt verkeerd, je een beetje roekeloos en denk je onbe wust, dat je onkwetsbaar bent. Nee, hachelijkste momenten in Indië warei in die lange perioden van doelloos wach ten. Je moet een Hollandse jongen werkeloos op een post leggen. Hij wat doen en weten, waarvoor hij he:' doet In die waohbperioden werden moedeloos en vroegen ze zioh af: Waai om zijn we eigenlijk hier? Toen d< tweede politiële actie begon, liep he kerkbezoek met vijftig procent omhoog" En nu „Is er naar uw mening nog iets van de in het verzet geboren gemeen schap?" „Het verzet heeft een heel apart vriendschap gesohapen, die niet ondei- woorden te brengen is. Dat uit zich ii r allerlei kleinigheden. Als ik bij vriend uit het verzet thuiskom, ve loof ik me veel meer vrijheden dan bi een ander bezoek. Het is dan heel ge woon om je schoenen uit te trekken je voeten op een stoel te leggen, als j daar behoefte aan hebt, om mas onnozel voorbeeld te noemen. Die bant wordt door de oud-illegalen bewust ge conserveerd". Maar dan komt ds Slomp op een punt dat hem zeer bezig houdt, want „In volk als geheel, maar ook bij ons Chris telijk volksdeel is van die geest v; verzet weinig of niets te bespeuren- Tij dens de oorlog konden velen al niet be grijpen, dat een gelovig K-P.-er met d revolver in de vuist tegenover de vijani kon staan. Om dat te snappen schijn ji Calvinist te moeten zijn. Maar nu heers er in onze kringen een beangstigen* défaitisme, een gevoel van machteloos heid tegenover een machtige vijand. de oorlog is toch duidelijk gebleken, da een kleine Gideonsbende, gedreven doo: het geloof, veel vermag". De huldiging Drie honderd personen kwamen de4-- :r dagen op de receptie, onder wi«; ele vrienden van de vroegere illegal litéit, van de LO.-LK.P, van de Trouwj- groep en anderen. Gisteravond is i stampvolle Parfczaal te Hoorn een denkingssamenkomst gehouden, die dooi ds J. Dijkstra, te Hoorn, werd ingeleid Ds Slomp vertelde van zijn leven als predikant en van zijn werk in hei zet. De tegenwoordige angst voor het Rus- sische communisme noemde ds Slomp geen juiste levenshouding. Men moet - hét Woord van God vasthouden. Geen middel ter wereld kan Gods genade uil hart bannen. Als je gelooft, laai dan de Russen maar komen, zei Slomp Dan staat hier een groep nen en vrouwen paraat, die het kruüji van Christus hebben, dat ppreekt vergeving rn van liefde- DE WERKLOOSHEID IN NEDERLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 6