Prof. Mr. ANNE ANEMA
Waar onze Vorstin in Amerika verwacht wordt
^Cvoee presidenten^
ANNEER H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard in April
a.s. naar de Verenigde Staten reizen, zullen zij uiteraard een
bezoek brengen aan New York (Manhattan), waarvan men links
boven een foto ziet. Ook gaan zij naar het huis van George Washing
ton, de eerste president van de States (boven). Enige tientallen kilo
meters ten Zuiden van Washington ligt dit in Georgian stijl opge
trokken landhuis. De vorstelijke gasten vergeten natuurlijk evenmin
het Lincoln-memorial in Washington te bezoeken. Een groots
gedenkteken, rustend op tientallen zuilen, opgericht ter
nagedachtenis van een groot staatsman (onder).
c.By 'Zdruman op
SBlair
het Nederlandse Koninklijke echt
paar zal gast zijn van president
Truman op Blair-Lee-Hou.se in Wash
ington (boven). Vanaf het trottoir
leidt een baldakijn naar de presidentiële
woning, om hoge gasten voor sneeuw
en regen te behoeden. Rechts: het
Thomas Jefferson monument: een wit
paleis aan het water in Washington.
r-TTiMMra
Wekelijkse bijlage
Zaterdag 2 Februari 19S2
1872
10 FEBRUARI
1952
Qrand-
seigneur o,
nder de Calvinisten
ttET haar is nu toch wel geheel wit
geworden en zelfs in die oude,
trouwe snor gaat het wit overheer
sen. Maar waaraan zou men het ook
anders moeten zien, dat de man nu
heel hard op weg is, tachtig jaar te
worden? De nog altijd rechte gestal
te geeft daarvoor geen aanwijzing en
al evenmin de klare blik uit deze
lichtblauwe ogen. Koel schijnen ze
te staan, die ogen, maar als de
mond gaat spreken en daarbij ook de
snor heftig in beweging kan raken,
dan vallen er om die ogen tientallen
rimpeltjes.
Anema tachtig jaar. Het wordt er
geen andere Anema door. Het is nog
altijd dezelfde. Toen hij zestig was,
had hij reeds lang de bezonken wijs
heid van een tachtigjarige man. En
nu hij bijna tachtig is, heeft hij nog
de ontvankelijkheid van toen hij zes
tig werd. Er zijn in dit leven geen
phasen. Het enige wat er in is, is een
stijl, een grootse stijl. Toch is er een
verschil met voorheen. Eens zal ook
dit leven worden afgesloten. Zo wij
zeer sterk zijn, zegt de Bijbel, wor
den we tachtig jaar. Maar ook voor
de sterke zijn er grenzen. En die grens
komt naderbij. Eens sluiten zich ook
deze klare ogen. Dan leeft de waar
dering niet op. Wel paart zich aan
haar de weemoed Want de waarde
ring is er reeds lang. De waardering
voor deze edelman, deze grand-seig-
neur onder de Calvinisten. Onder hen,
van wie hij zich in veel onderscheidt,
maar met wie hij het wezenlijke ge
meen heeft. Hij is hunner één. Heb
ben zij hem lief, omdat zij in hem
het wezenlijke herkennen dat ook zij
bezitten? Of gaat er bekoring van hem
uit, omdat hij in openheid en artis
ticiteit heeft, wat zij wel eens ont
beren en wat zij toch ook wel eens
als een gemis ervaren? Ons dunkt:
beide.
Een merkwaardig man, deze Ane
ma. Niet omdat hij Fries is; men
versta ons wèl. Maar al evenmin des
ondanks. Hij had generlei reden, zijn
Fries geboorterecht te verloochenen.
Prijken niet op verscheidene van zijn
kostelijke brochures naam en voor
naam fier voluit: Anne Anema? Aan
een taalkundige afleiding van die ach
ternaam wagen we ons niet. Maar
zelf hebben we er altijd wel iets in
gehoord van de anima", de bezieling
Boekenkasten en kathe
dralen De boekenkasten:
het vreedzame arsenaal
van de man van weten
schap. En naast de boeken
tientallen afbeeldingen van
kathedralen als even-
zovele monumenten van
bouwkunst en vroomheid.
en de warmte, het had geen andere
kunnen zijn geweest.
Wij hebben hem dezer dagen nog
eens mogen opzoeken in zijn woning
aan het Floraplein te Haarlem. Dat
plein ligt er rustig en wijd, schijn
baar wat teruggetrokken. Maar de
verkeerswegen lopen er dicht langs:
de tram naar Amsterdam, de verbin
ding ook met Den Haag. Hier heeft
de professor jaren- en jarenlang ge
woond en gewerkt. Een ideaal oord,
zo schijnt het ons toe. Een plek, waar
de man van wetenschap zich altijd
weer in studie en bespiegeling kan
terugtrekken. Maar tegelijk een uit-
valspoort voor de man, die het leven
zelf ziet en voor wie er geen theorie
is zonder praktijk. Van wie ook het
prachtige woord is, dat een beginsel
aan drie eisen moet voldoen: het
moet verstandelijk juist zijn; het
moet ons gevoel bevredigen; en er
moet mee kunnen worden gewerkt op
een wijze, die metterdaad de zaak van
Gods Koninkrijk bevordert.
Naast de theorie de practijk. Hoog
leraar werd hij, en hij was er een,
gedreven uit het ware goud. School
maakte hij. Waardoor? Doordat hij
op zijn leerlingen, generatie na ge
neratie, wist over te brengen de lief
de voor het recht. Maar wellicht nog
meer door de gaafheid van zijn per
soon. Hoogleraar werd hij. En in de
nog kleine faculteit vond hij, gepakt
als hij was door Kuypers machtige
visie, een onmetelijk breed werkter
rein. Maar daarnaast was er nog zo
véél dat riep. Het recht vroeg om toe
passing en Anema werd raadsheer
plaatsvervanger. Maar ook het volk,
waaruit hij was voortgekomen, riep
hem. En Kuyper greep hem in de
ziel door hem op het hart te binden:
Ga bij alles wat je schrijft te rade,
of het eigen volk er wat aan heeft.
Zou hier het geheim liggen van die
brochures, die kostelijke juwelen,
waarmee Anema ons bij tijden heeft
verrijkt? „Onze tijd en onze roeping"
uit 1921, een geschrift om vandaag
nog te lezen en te herlezen, boeiend
van bladzij tot bladzij, ook door
een als verjongde actualiteit. Wie
denkt niet aan de hunkering, welke
Anema vertolkte, dat de kerk toch
uit eer» warm gemoed, door het reeds
zo jong geoefende verstand alleen
nog maar verdiept.
Anema, de politicus! Schijnt het
niet vreemd, dat deze bijna tachtig
jarige nog volop senator is? Maar
vreemd is het toch niet. Want ook
hier weer het zicht op het leven en
Wie prof. Anema op zijn studeerkamer bezoekt, vindt er altijd een stapeltje
van de jongste lectuur, en waarlijk niet alleen juridische literatuur. Al is
deze natuurlijk niet in de minderheid. Maar wie zou het bij deze hoogleraar
gedurende tientallen jaren èn in het burgerlijk recht èn in het volkenrecht
ook anders verwachten?
vooral een moeder mag zijn, een
hunkering welke vandaag weer In ver
scheidene schrifturen doorklinkt? En
dan zijn ,,Een nieuwe tijd en een
nieuwe taak", waarin hij het was
in 1933 geloofsperspectieven open
de in een tijd, welke zich almeer ging
kenmerken door beklemming en druk.
Of de wijze, waarop hij na de jong
ste oorlog, na scherpe en oorspron
kelijke ontleding, zijn klaar en af
doend oordeel gaf over bepaalde
nieuwere verschijnselen aan de poli
tieke hemel. Deze geschriften zijn
genoten zoals ze waren: komend
recht uit het hart, geschreven van
ook de overtuiging (en wie zou het
willen betwisten?), dat hij juist op
deze plaats nog veel en vooral goed
werk kan doen. Men hore hem spre
ken over de Eerste Kamer en men
zie zijn oog tintelen, wanneer hij er
van vertelt, hoe deze belangrijke in
stelling in Nederlands staatsleven
nog almeer aan waardering winnen
de is, en wel tot in schier alle par
tijen. De klanken zijn sinds lang ver
stomd, waarin op opheffing van de
Kamer van Vijftig werd aangedron
gen.
Anema is senator ,,par excellen
ce". Dit ziet hij a's een belangrijk
kenmerk der Eerste Kamer: die
moeilijk te omschrijven sfeer van
onderling vertrouwen tussen de le
den, ook al behoren ze tot onderling
geheel verschillende partijen. Wie
meent, dat dit moet bereikt worden
ten koste van de zuiverheid van eigen
standpunt, is wel ver bezijden de
waarheid.
Zelf heeft Anema eens in het leven
der politieke partijen het onderscheid
tussen twee typen van partijmensen
als volgt aangegeven: Daar zijn eerst
de grote partijmannen, die het gees
telijk leven van hun groep omhoog
houden en -stuwen; en daarnaast
zijn er de anderen, die, hoezeer even
overtuigde partijmannen, toch meer
de blik houden op het universele en
deswege een wat matigende invloed
kunnen uitoefenen.
Wie erkent onder deze laatste groep
ook niet Anema? Als zodanig wordt
hij hogelijk gewaardeerd. En wie de
gelegenheid wil aangrijpen om èn
een ander èn tegelijk zichzelf iets
goeds te wensen, die spreekt de hoop
uit, dat deze zelfde Anema ons nog
jaren mag worden geschonken in de
zelfde helderheid van geest en met
dezelfde warmte van gemoed.