52:
TOWER
Schrikkeljaar
CE3EÏÏEI
J\[og eens: in de donkere k
amer
4
ZONDAGSBLAD 5 JANUARI 1952
HET „SPECIALE RECHT» DER MEISJES
ONGETWIJFELD weet ieder wel,
dat alle jaren, waarvan het jaartal
een veelvoud van vier is, tot de schrik
keljaren worden gerekend, al maken
din de eeuwjaren, waarvan het eeuw-
cijfer niet door vier kan worden ge
deeld daarop een uitzondering. Bij
gevolg is er slechts één een schrikkel
jaar van elk viertal eeuwjaren.
In een schrikkeljaar krijgt men in
de maand Februari een extra dag,
zodat het aantal maanddagen op 29
komt. Nu kan men in het algemeen
heel wat opdiepen, omtrent de naams-
reden, de folkloristische gebruiken,
enz., die in verband staan met b.v.
Kerstmis, Driekoningen, Pasen, enz.
en deze gebruiken zijn in kleiner of
groter kring ook wel min of meer
bekend maar van de naamsreden en
van de lange historie van de schrik
keldag, weten velen in de regel niet
veel, alleen dan het algemeen beken
de, dat het schrikkeljaar het vrouwe
lijk geslacht het prerogatief verleent
van zelf de man ten huwelijk te mogen
vragen en wel speciaal op de schrik
keldag.
Laten we hier dadelijk aan toevoe
gen, dat de folkloristische gebruiken
zich slechts tot een dansje bepalen,
waarbij dan, volgens het speciale voor
recht der meisjes, dezen nu de heer
ten dans mogen vragen.
Prof. Schrijver, een bekend etymo
loog, zegt, dat „schrikkel" in nauw
verband staat met het woord „schrik-
schoen", d.i. een loopschoen. Verder
moet dit woordje „schrikschoen" weer
afkomstig zijn van „scriken" of: zich
met grote stappen voortbewegen.
Schrikkeljaar is dus een springjaar,
waarbij men twee dagen in de Sprok
kelmaand als door een omvangrijke
wig uiteenduwt, terwijl men het hiaat
dan door een nieuwe dag vult en de
maand alzo van 28 op 29 dagen
brengt. Andere etymologen zouden het
woordje „schrikkel" willen verklaren
door „springen", waarbij dan tussen
23 en 24 Februari een dag wordt over
gesprongen.
Julius Caesar stelde in 46 n Chr.
het jaar vast op 365 dagen en 6 uur.
Reeds was n.l. de tijdrekening der
Romeinen 90 dagen en 4 schrikkel-^
maanden achtergeraakt in de loop der
tijden bij de zon. Daarom bepaalde
hjj tevens, dat elk vierde jaar een
schrikkeljaar zou zijn. Julius Caesars
fout was, dat elk jaar 11 minuten te
veel nam. Eerst in de 16e eeuw ont
dekte men deze fout.
Toen men n.l. de datum van het
Paasfeest wilde vaststellen, die immers
valt op de eerste Zondag volgende op
volle maan op of na 21 Maart (volgens
het besluit van het Concilie van Ni-
cea), bemerkte men, dat de voorjaars
nachtevening reeds op 11 Maart ver
scheen, i.p.v. op 21 Maart.
Paus Gregorius XIV, die de astro
noom Aloysius Lili had opgedragen
de kalender te verbeteren, bepaalde
nu in 1582, dat men van 4 October di
rect zou overspringen op 5 October en
stelde om de 4 jaar een schrikkeljaar
vast. Deze Gregoriaanse kalender werd
in 1700 in Duitsland, in Engeland in
1752, in Zweden in 1753 en in Zwit
serland eerst in de 19e eeuw inge
voerd en geldt nog steeds.
Het „speciale recht" der meisjes da
teert al uit oude tijd. Velen noemen
daarvoor 1288 als het jaar, waarin het
voor het eerst voorkwam. Er moet in
Schotland zelfs een verordening zijn
uitgevaardigd, waarbij nadrukkelijk
aan elke vrouw of elk meisje het recht
werd verleend, om in schrikkeljaren
de man te vragen, die bij weigering,
als daarvoor geen „wettige" reden be
stond, werd beboet. Alleen wanneer
hij verloofd of getrouwd was, kon hij
vrij uitgaan.
Op Corsica doen de familieleden van
het meisje nog de eerste stappen. In
Luxemburg bestond het gebruik, dat
het meisje de uitverkorene van haar
hart op de schrikkeldag op een sou-
pertje nodigde en zich dan declareer
de. Bij positief resultaat hoorde de toe
komstige echtgenoot bescheiden en
met zekere reverentie de declaratie
Is het maken van avances op het
huwelijkspad van de zijde van het
meisje in Luxemburg alleen maar
beperkt tot de schrikkeldag, in andere
landen heerst nog de usance, dat dit
recht aan de vrouwelijke generatie
wordt toegekend gedurende het gehele
schrikkeljaar.
Alles heeft zijn bestemde tijd
Het einde van Warschau's Ghetto
zijn, en speeltuinen voor de kinde
ren. Wederom waren er velen, die
de Duitse beloften geloofden en dui
zenden gaven zich op. Niet ver van
Warschau stopten de transporten.
De Joden werden in groepen ver
deeld en moesten kuilen graven. Wa
ren deze diep genoeg, dan werden
zij met de rug naar de kuil geplaatst
en neergeschoten. De volgende groep
moest kalk .over de lijken strooien
en dan plaatsnemen. Later werd ook
dit lugubere bedrijf gemechaniseerd
en schaften de Duitsers twee zwa
re drag-lines aan: de ene groef de
kuilen en de andere gooide ze weer
vol met grond, wanneer de lijken er
in lagen. Zo ging het tot in April,
toen enkele Joden uit een transport
ontsnapten en binnen de muren van
het Ghetto het nieuws vertelden...
C DAULINEKE is gelijk het
C Nieuwe Jaar: jong, ro-
C zig, met stralende ogen en
boordevol levenslust en be
loften. Het is 'n bewonde
renswaardige baby, zoals
ze daar in haar wiegje ligt
met het krullerige blonde
haar en de diep-blauwe
ogen. Men mag verwachten
dat ze een schoonheid-je
worden zal, want ze is het
thans reeds, en ze heeft
het van niemand vreemd:
haar eigen piepjonge moe
dertje mag er wezen. Of
Paulineke ook nog op haar
vader lijkt, durf ik niet te
zeggen. Aan zulk een uit
spraak zou een diepgaand
en uitgestrekt onderzoek
naar het vaderschap dienen
vooraf te trekken, en aan
gezien Paula Senior over
haar diverse liefdesavon
turen zwijgt in alle talzn,
is het terrein voor derge
lijke naspeuringen ons te
omvangrijk. Bovendien: we
hebben met Paula en Pau
lineke zelf al onze handen
vol, laat die verraderlijke
Pa maar zwemmen!
Handen vol werk dus.
Dat begon enkele maanden
geleden toen een krijtende
thans zich grootmoeder
noemende vrouw ons
overviel met de medede
ling dat het arme schaap
Paula er in gevlogen was,
en dat terwijl ze toch uit
een zo oppassend gezin af
komstig was, waar nooit en
te nimmer zulke dingen
passeerden. Dat was waar
en niet waar, want Paula
zélf, die de oudste is van
vier kinderen, is omtrent
haar ouders bruiloft gebo
ren, maar we kunnen daar
aan toevoegen, dat haar
zusjes van twaalf, acht en
vier inderdaad tot nu toe
een vlekkeloze staat van
dienst hebben en voorbeel-
PAULINEKE
resolute stap
tienjarige haar vader en
moeder alle mogelijke kro
nen van het hoofd gerukt,
waarop deze als volmaakte Ach
ouders en opvoeders recht wat moeten
meenden te hebben. Hoe
volmaakt ze zijn, wordt
ons temidden van snik en
kreet allengs overduide-
nier is om iets te bereiken,
opnieuw stromen tranen
loost en haar scherpe tong
dat zilte nat schoonwast.
ee en wee,
beginnen?
Wat moeten we toch doen?
„Geen herrie maken,
maar aanpakken", advi
seert Marietje en voegt de
hen af. Ze laii
hen geen minuut aan zich
zelf over. En nu
dan toch
voor de deur, en dat nog
wel op de kortst mogelijk
Paula's vader, die reëler
is uitgevallen dan moeder
staat er lief, komt het in die hoog-
een wieg uit vijf weken, die achteraf
krap vier groot ble
ken, nog aardig voor el-
termijn van hooguit vijf kaar, ofschoon moeder zelf
weken. Na welke mede- deze acht en twintig dagen
deling de moeder dan weer doorbrengt met al nieuwe
vervalt
een serie
jammer
klachten, die I
passender
zouden zijn
in het geheel
Oosterse begrafc- wordt toch niet geslacht,
Marietje u weet wel?", of dat ze aan komt
diagen met nóg een onmis
bare accessoire van de
luiermand, de jeremiades
worden wegens enorm
succes met kracht gepro
longeerd en bereiken hun
hoogtepunt op het moment
Paulineke
parmant
wel: onze sociale werkste
wier avonturen in deze ru
briek reeds meermalen ge
boekstaafd zijn worit
er compleet kregel van en
zegt: „Wel, lieve mevs,
maak toch niet zo'n herrie.
Als je nu zO reusachtig op waarop Paula
die dochters van je past, zielstevreden
Ja, hoe ts zulks moge
lijk? Het bl\jkt dat het al
leen gebeuren kon, omdat
Paula niets gezegd heeft
lijk en grootouderlijk dak.
Geen wonder denkt Ma
rietje dat Paula thuis
nooit een mond open doet:
alleen een complete lucht
je denkt toch geen kwaad alarm-installatie
je eigen kinders, niet
waar, maar dat weet juf
frouw Marietje natuurlijk
i al dit misbaar uit kun
nen loeien. Er moet een
jarenlange oefening aan
een invallende periode van T
buitenademigheid der moe- T
der gebruik om Paula nog T
eens eventjes te herinne
ren aan het feit, dat zij nu
een taak aan Paulineke
heeft en dat ze die niet van
zich af moet schuivm.
Paula knikt. Trots en par
mantig en vol goede wil;
volmaakt koud onder het
moederlijk misbaar. Zó
koud dat het eigenlijk de
indruk wekt dat deze hele
baby alleen maar ezn
wraakneming op alle
zestien jaar lang verdra
gen klaagzangen is. Als
of Paula het nu welletjes
heeft gevonden en eens
naar prettiger aanspraak
heeft omgezien.
Maar wie menen zou dat
hiermee onze handen vrij
raakten tot ander werk,
komt verkeerd uit. Want
als Marietje 'n maand later
nog eens een nazorgbe
zoekje wil brengen, blijkt
Paula gevlogen en al op dt
trap hoort ze een- vreemd
duet van een formidabele
vrouwenstem, die jankt en
een pril baby stemmetje,
dat protesteert. „Ja", zegt
Moeder op een informatie
ve vraag: „Ja, Paula is nog
te jong om 'n kind te heb
ben; ze is weer terug in d'r
betrekking. Die Paulineke
is mijn kind zogezegd,
want wie kan daar nu
beter voor zorgen as een
moeder? Maar o en wee en
ach en o, dat schaap toil
haar flesje niet drinken
En Paula heb nu kennis
aan een nette jongen
In de wieg knipoogt
Paulineke, gelijk het Nieu
we Jaar. Het is alsof ze
zeggen wil: ,Je zult genoeg
te doen krijgen hoor; wees
daar maar niet bang voor.
Handen vol werk
Vooruit dan maar weer!
WIJKPREDIKANT.
huilbuien.
Of Marietje
daar nu al
wat over
zegt in de
trant van
„Jullie
bo-
Laatste strijd
Dit bericht wierp de lont in het kruit.
Een SS-colonne, die het Ghetto bin
nenging, werd van alle zijden bescho
ten. Handgranaten regenden neer. De
muren en de daken der huizen, die
zo-even nog verlaten schenen, braak
ten vuur. De SS-ers moesten wijken
en riepen de hulp in van vier tanks.
Twee werden in brand geschoten en
de anderen moesten terugtrekken. In
allerijl alarmeerden de Duitsers zwa
re artillerie, maar ook hiermede was
het verzet van de Joden niet te bre
ken. En toen, op Tweede Paasdag,
des avonds om elf uur, begon de eind
strijd die tot Donderdagavond zou
duren. De Duitse commandant wij
zigde zijn tactiek. Hij gaf opdracht
om het Ghetto, huis na huis, straat
na straat en blok na blok in brand
te steken. Van binnenuit vielen de
Joden aan. Buiten de muren werden
felle gevechten geleverd door de
strijdkrachten van het ondergrondse
Polen. Zo ging het door, georgani
seerd tot Donderdagavond laat, hier
en daar oplaaiend tot Zaterdag. De
Joodse commandant viel achter zijn
gloeiende mitrailleur. De Duitsers
bliezen huis na huis op, wat hun voor
de loop kwam werd neergeschoten en
de kelders lieten zij vollopen met
water.
Tenslotte werd alleen nog gevuurd
uit een huis in de Tlomackiestraat.
Een sterke Duitse eenheid had zich
op honderd meter afstand ingegraven.
Plotseling wefd het stil en na enkele
ogenblikken trad een joch van een
jaar of zestien uit de deur. Hij stak
zijn handen omhoog en riep: Tlomac
kiestraat 5 geeft zich over." Een
goedgerichte Duitse kogel doorboor
de zijn hart en op de drempel viel
hij neer. Nog een uur wachtten de
Duitsers op verdere schoten, maar er
werd niet meer gevuurd. Toen nader
den zij behoedzaam het huis, schop
ten het lijk van de jongen aan de
kant en traden binnen. Voor het zol
derraam vonden zij een mitrailleur
met daarnaast de lege kogelbanden,
die het joch tot de laatste patroon
had opgeschoten. Zo werd de order
van Berlijn, dat alle Joden uit het
Ghetto ausradiert moesten worden,
uitgevoerd....
Die nacht was het stil in Warschau's
Ghetto, de stilte van de dood. De
voorjaarswind joeg door de straten.
Nu eens dreef hij half verbrande pa
piersnippers en kledingresten voor
zich uit. Ze tolden wild over de kei
en, bleven even plakken in een plas
donkerrood bloed, werden dan weer
opgenomen tot ze op de hoeken der
pleinen een duivels dwarrelende do
dendans maakten. Dan weer blies de
wind in het smeulende vuur tussen
geblakerde huizenresten, zodat de
vlammen hel lichtend hoog oplaaiden
en hun brullende dodenzang loeiden,
waarbij verkoolde dakspanten spook
ten tegen de rossige rookwolken, die
de zwarte avondhemel bedekten. En
steeds voerde de wind met de rook
die huiveringwekkend afschuwelijke
lucht mee: de stank van verbrand
hout en geschroeid steen, van stro
men mensenbloed en verkoolde, uit
elkaar geschoten lijken.
Zo eindigde de laatste dag van 12
maanden hel in het Ghetto van War
schau. Fr. v. d. MEER.
ZONDAGSBLAD 5 JANUARI 1952
5
INCIDENT IN DE
LEO en Yvonne, pas getrouwd,
maakten de huwelijksreis naar
Londen. Hiermede was een vurige
wens van Yvonne in vervulling ge
gaan. Opgewekt namen zü deel aan
het diner in de grote zaal van het
hotel „Hertog van Windsor".
Beiden waren voldoende met de
Engelse taal op de hoogte om deel te
kunnen nemen aan de gesprekken die
aan tafel werden gevoerd. Tenslotte
kwam het gesprek op de bezienswaar
digheden van Londen. Tegenover Leo
zat een lange, magere Engelsman, sir
Cook, een bekend historicus, die hem
vroeg of hij al eerder in Engeland
was geweest. Op zijn ontkennend ant
woord, zeide de Engelsman, dat hij
dan vooral niet vergeten moest een
bezoek te brengen aan de Tower.
„Ja, dat moeten we doen", viel
Yvonne enthousiast in, en zich rich
tend tot sir Cook, „wanneer is de To
wer voor het publiek geopend?"
„Morgen en overmorgen,, mevrouw",
antwoordde de Engelsman met een
vriendelijke glimlach.
Om negen uur ontbeten de twee.
Yvonne had weinig -eetlust. Zij was
opgewonden door het voorgenomen
bezoek aan de Tower. Om half tien
reed de taxi voor. Yvonne voelde zich
meer en meer gejaagd en struikelde
bijna toen zij in de auto wilde stappen.
Tien minuten later verlieten zij de
auto, die stilhield voor het grote ste
nen gebouw de Tower, dat vroeger
als citadel en staatsgevangenis had
dienst gedaan en nu een bewaarplaats
der Engelse kroonjuwelen, museum
en kazerne is.
Yvonne liep stil als een muis door
de holle gang met de grijze stenen
muren, die haar naargeestig stemden.
Zij was erg verlangend naar het ogen
blik waarop zij een blik zou mogen
werpen op de Engelse kroonjuwelen.
Daar kwam een gids aan. Hy ver
zocht de bezoekers hem te volgen,
geen rumoer te maken en vooral niets
aan te raken. Allen belandden daar-
Cen handbreed
Zie, Gij hebt mijn dagen een
.handbreed gesteld en mijn leeftijd
is als niets voor U. Psalm 39 6.
WIJ zijn op reis, op reis naar de
eeuwigheid. Op Oudejaarsavond
hebben wij even bij een mijlpaal gerust,
maar reeds op Nieuwjaarsmorgen moest
de reis worden voortgezet.
Naar de eeuwigheid zijn wij op reis.
Of, neen, we leven nu, vandaag, terwijl
we gezond en fris zijn, vól levenslust
en levenskracht, vlak bij die eeuwigheid,
nauwelijks door een dun gordijn ervan
gescheiden.
Even, plotseling misschien, een scheur
in dat gordijn, en... de eeuwigheid is er!
We zien dat gordijn telkens scheuren.
Nu hier, dan daar. Dagelijks worden er
graven gedolven voor mensen op leeftjjd,
zoals wij dat noemen. Of voor mensen,
midden in hun jaren, geljjk we dat uit
drukken. Of voor mensen, die te vroeg
worden weggenomen, zoals wij dat zelfs
zeggen durven.
Dan is het gordijn gescheurd! Dan is
de eeuwigheid er. Hun leven was een
handbreed. Als niets!
Daar is het einde! Daar staan ze voor
God!
Hebben ze misschien dat einde vèr,
héél vèr gesteld. Er niet van willen
weten? Hébben ze wellicht het bewust
zijn van de nabije eeuwigheid niet aan-
gedurfd? Hebben zij geluisterd naar
Hem, die in dit korte leven Zijn armen
naar ons uitbreidt en zegt: „Komt her
waarts, wat gij niet hebt en wat gij u
zeiven dus niet geven kunt, dat geef Ik
u! Ik geef u rust! Ik geef u het leven!
Ik geef u het eeuwige leven!"
Jezus Christus!
Want Hij heeft de eeuwigheid verlaten
om hier op aarde in Zijn menselijke
natuur de tijd door te maken. Hij werd
geboren. Hij leefde en leed in datzelfde
vergankelijke mensenleven, waarvan de
dagen niet meer zijn dan een handbreed.
Hij sterft aan het kruis! Zijn dagen,
ja ook Zijn dagen: een handbreed! Hij
draagt het oordeel des doods. Hij smaakt
die dood in al zjjn walgelijke bitterheid.
Daar is zjjn graf. En de steen er voor.
Een dode onder de doden!
Maar hier is nu de Enige, die macht
heeft het leven af te leggen maar ook
het wederom te nemen. De Paasmorgen
daagt. En Jezus Christus heeft in Zijn
opstanding het leven en de onverderfe
lijkheid aan het licht gebracht.
Nu hindert het niet, dat mijn dagen
slechts een handbreed zijn, ja als niets!
Indien ik me, ook in 1952, met mijn
vluchtige leven geborgen weet bij Hem,
de Vorst des levens, wat zal de dood mjj
dan deren De vrees voor de dood wijkt.
De dood heeft zijn prikkel verloren.
Gode zij dank, die ons de overwinning
geeft door onze Heere Jezus Christus!
na in een kaal, somber vertrek. De
gids ging in het midden staan en ver
telde:
„In dit vertrek heeft Jane Grey,
achterkleindochter van Hendrik de
Achtste van Engeland, toen zij zich tot
koningin van Engeland had uitgeroe
pen, met haar echtgenoot gevangen
gezeten en is daarna onthoofd op de
Tower Hill."
Na deze griezelige herinnering ver
ademde elkeen toen de gids voorging
naar de kamer waar de kroonjuwelen
lagen ten toongesteld. Daar liepen ge-
uniformeerde beambten, en zij keken
een ieder met strenge, onderzoeken
de blik aan. Daartoe hadden zij het
recht, want de pracht, de rijkdom die
daar lag was zeker een strenge blik
waard. Daar lagen ze: kronen, scep
ters, zilveren lepels, welke vroeger
gebruikt werden om koningen te zal-
Het was streng verboden om aan
het glas te komen, of ergens te blij
ven stilstaan. Daar flonkerde de be
roemde diamant, bekend als de Ster
van Afrika. Deze woog wel vijfhon
derd karaats.
Yvonne bleef in stille verrukking
voor het wonder staan. Toen kwam
er een vreemde, raadselachtige trek
over haar gezicht. Het leek pijn en
angst. Leo lette juist even niet op
haar, hij was een paar meter doorge
lopen.
Toen opeens een klein incident, een
opschudding. Leo had zich omge
draaid bij het horen van het rumoer.
Wat was dat? Droomde hij? Daar ging
Yvonneworstelend, duwend door
een mensengroep. Wat zou er aan de
hand zijn? Ze snelde richting uit
gang. Opeens klonk ijzingwekkend net
groot alarm door de holle ruimten
van het eeuwenoude gebouw. Leo
bleef als versteend staan. Hij zag
spierwit en voelde het bloed uit zijn
hersens wegvloeien.
Voordat Yvonne het gebouw had
kunnen verlaten was zij gegrepen
door de gewapende mannen. Zij zag er
erg ontdaan uit, wilde spreken, zei
moeilijk verstaanbaar iets half Engels,
half Nederlands, zij sloeg met armen
en benen, maar werd weggevoerd naar
een ander vertrek en het nieuws
gierige publiek werd uit de juwelen-
zaal verwijderd.
Leo, die zich als haar echtgenoot be
kend maakte, werd niet tot haar toe
gelaten. Hij leefde gedurende enkele
ogenblikken in een pijnlijke onzeker
heid.
De inmiddels gewaarschuwde Scot
land Yard stuurde een auto met twee
rechercheurs om Yvonne en Leo naar
het hoofdbureau te vervoeren.
Tegenover de commissaris, die
Yvonne moest verhoren, uitte zij haar
verontwaardiging over het belache
lijke en ontactische optreden der be
ambten.
De commissaris negeerde deze op
merking en zei: „Zegt u me dan maar
eens, waarom u plots zo'n haast
kreeg?"
„Dat heb ik al verklaard op het
moment, dat men mij vastgreep. Nu
is het misschien al te laat. Ik ben pas
getrouwd, we zijn op huwelijksreis,.
ehtoen ik daarstraks die flonke
rende diamant zag, herinnerde ik mij
opeens, dat ik een kostfcare ring, mijn
huwelijksgeschenk, vanmorgen open
en bloot op mjjn hotelkamer heb laten
liggen
De commissaris glimlachte. „Op het
eerste kan ik antwoorden, dat de be
ambten geen Nederlands verstaan; op
het tweede kan ik u zeggen, dat u de
waarheid heeft gesproken, want vóór
dat de rechercheurs u aan de Tower
ophaalden onderzochten zij uw hotel
kamer. Hier is uw ring terug en
deze gehele zaak zal als loos-alarm
worden opgetekend".
Nr 14
OOK de 12de hersenkraker heeft
een groot aantal goede oplossin
gen opgeleverd. Over het algemeen
werd hij niet moeilijk geacht, hoewel
toch vele oplossers wel één of meer
steken hadden laten vallen. Het is niet
nodig alle oplossingen hier te geven.
Een paar, waar men veel moeite
mee had, volgen. 20 3 X 3! 3! 3.
s23. 3! X 3, 333 3. Men begrijpt,
dat hier met 2 drieën minder volstaan
kan worden, maar het teken van 3
repetent geeft zwarigheden. 25
333! 3.
Voor het getal 22 is geen bevre
digende oplossing gevonden. 66 kan
men niet schrijven als 3!3!, omdat
3! geen cijfer is- Zouden oplossingen
met logarithmen toegestaan worden,
dan'kon de meerderheid der oplos
sers het bijltje er wel bij neer leg
gen en dat is niet de bedoeling. Een
aardige oplossing van 22 zond de
heer T. P. Meyneke te Den Haag,
die als volgt te werk gaat. 22 3 X 3!
3 WVV3. Als men er genoeg V-
tekens voor zet, wordt het 1. Liever
zou ik zeggen, dat het tot 1 nadert.
Merkwaardig is het te zien, hoe
slordig velen met hun oplossingen te
werk gaan. Sommigen gebruiken te
veel drieën, anderen gebruiken ette
lijke tweeën er tussen door om niet
te spreken van vergeten getallen en
verwisselde tekens. Als men uit on
kunde foutief schrijft, strijk ik de
hand over mijn hart, maar voor slor
digheid ken ik geen pardon.
In het cliché van puzzle 13 zijn de
getallen 1 merkwaardigerwijze het
slechtst leesbaar. Toch zal dit ver
moedelijk geen bezwaar hebben op
geleverd. De puzzle zelf zal vermoe
delijk meer moeilijkheden opleveren,
vooral voor hen, die niet nauwkeurig
de opgave lezen. Men behoeft geen
tekening te maken, alleen de volgor
de opgeven tot alle getallen twee aan
twee geschrapt zijn.
De 14de puzzle is een beroepen-
puzzle, een inzending van C. Kwa-
kernaak Wzn te Katwijk a. Zee. Het
is een bekend gegeven, doch volgens
de inzender eigen ontwerp. Welke 10
beroepen maakt u van de letters op
deze visitekaartjes? Gemakshalve
worden ze naast elkaar gezet. 1. A.
H. Melker, Goor. 2. R. Wees, Hou
ten, 3. A. T. Weerma, Berkel, 4.
Ir. K. Geit, Doorn. 5. D. Meuthe,
Groenlo. 6. D. N. Duinega, Kethel.
7. D. de Gasser, Beilen, 8.- E. Kerk-
sma, Leerdam. 9. Is. 't Schip, Raal-
te. 10. C. Honat Jr. Peize. Ze zijn
wel niet alle even goed geslaagd,
maar het is hier minstens even
moeilijk ze te maken als op te los
sen. Het minimum is ditmaal 6.
Na de elfde opgave hebben de eer
ste oplossers de top van de ladder
bereikt. De gelukkigen zijn de fam.
W. Hogenkamp, Vlaardingen en Mej.
Andrea Vader, Dordrecht, beiden met
52 punten. Van harte gelukgewenst
met het succes, 'k Ben benieuwd,
wie het eerst voor de tweede maal
boven zal zijn en na hoeveel maal.
Na de 12de hersenkraker zijn er al
een paar meer boven. Met 53 punten
is de heer H. Brinkman, Den Haag
de eerste, gevolgd door C. Duve-
kot, Scheveningen met 52 punten.
A- Hoogerwerf, Vlaardingerambacht
en T. Meulendijk, Rotterdam (C)
hebben beiden 51 punten geboekt.
Van het aantal prijzen, dat voor
deze rubriek bestemd kan worden,
hangt af, of tussen de laatste 2 ge
loot moet worden. Voor de volgende
maal staat het best mej. Zuidgeest
te Schiedam met 50 punten. Hoe
meer men onder de 50 komt, hoe
groter de dringende schare. Tocii
komt ieder op zijn tijd bovenaan.
Wel zal de top van de ladder iets
hoger dan 50 komen, als het aantal
prijzen door het aantal gegadigden
overtroffen wordt- Nieuwe oplossers
kunnen bij iedere rubriek mee gaan
doen, daar de ladder steeds doom
werkt.
In de vorige rubriek staat foutief
als datum van inzending voor oplos-
singen van opgave 13 Woensdag 19
Januari. Dit moet zijn 9 Januari,
Oplossingen van opgave 12 worden
met naam in blokletters liefst op
briefkaart ingewacht uiterlijk Woens
dag 16 Januari 9 uur bij het bureau
van dit blad onder het motto „Hem
senkrakertjes".
ANTON VAN MEEDEN,
I POPULAIRE FOTO-CURSUS
li] DOOR J. JACOBI
Het desensibiliseren. Wil
men tijdens het ontwikke
lingsproces de gang van za
ken kunnen volgen, dan kan
een desensibilisator toege
voegd worden. Deze stof zorgt
er voor, dat het negatief ma
teriaal niet meer gaat sluieren
door inwerking van de ont-
wikkellamp. Als voornaamste
stof noemen we pinacryptol.
Fynkorrelontwikkelaars. Dit
zijn ontwikkelaars, die gedu
rende het ontwikkelproces een
klein gedeelte van het broom-
zilver oplossen, waardoor de
korrel, die vooral bij vergro
ten soms hinderlijk groot kan
zijn, kleiner wordt Deze ont
wikkelaars zijn vooral voor
kleinbeeldwerkers zeer aan te
bevelen. Middelen, die in deze
ontwikkelaars toegepast wor
den om de korrel te verklei
nen, zijn o-a- Ammonium
chloride en rhodaanammo-
Duurzaamheid van de ont
wikkelaar. Elke ontwikkelaar
is aan bederf onderhevig: dit
komt omdat de ontwikkelaar
de eigenschap heeft snel te
oxyderen aan de lucht, terwijl
zekere stoffen welke tijdens
het ontwikkelen ontstaan, de
werking van de ontwikkelaar
ook verminderen. Als het bad
dan ook donkerbruin gaat
worden, moet dit ververst
worden.
Invloed van de temperatuur
op het negatiefmateriaal. Bij
hogere temperatuur verloopt
het ontwikkelproces sneller en
omgekeerd, terwijl bij hogere
temperatuur de korrel groter
wordt Verder kan het con
trast van het negatief be-
invloed worden door de tem
peratuur van de ontwikkelaar.
Een te kort belicht negatief
kan vaak nog door verwarm
de ontwikkelaar opgehaald
worden. Maakt men de tem
peratuur echter te hoog, dan
heeft men kans dat de gela
tine smelt; om dit te voorko
men kan de film dan eerst in
een hardingsbad gedaan wor
den. Ook verdient het aanbe
veling de temperatuur der
verschillende baden gelijk te
houden, daar bij een plotse
ling temperatuurverschil zwel
len of krimpen der emulsie
op kan treden, waardoor ver
schillende lastige fouten kun
nen ontstaan, zoals o.a. de re-
ticulatie. Hierbij is het nega
tief overdekt met een fijne
netstructuur, welke ook voor
kan komen wanneer de film
te dicht bij de lamp wordt ge
houden.
Het fixeren. Na het ontwik
kelen wordt de film even af
gekoeld en daarna gefixeerd.
Na de vereiste fixeertijd
deze is tweemaal de tijd die
nodig is om de melkachtige
sluier uit de gevoelige laag te
verwijderen kan de verdere
behandeling bij gewoon licht
tcschieden. Vervolgens wordt
e film gespoeld en gedroogd.
De foto. Bijstaande foto, ge
maakt met twee Argaphoto-
lampcn. is er weer eens een,
die goed laat zien hoe toeval
lig soms een mooie opname
tot stand komt. Hier werd n.l.
een serie opnamen van dit
meiske gemaakt, die allen iets
gedwongen leken; na enig*
tyd werd ze moe van de iet
wat ongemakkelijke houdin
gen en liet het hoofd zakken
om even uit te rusten, wat
juist het goede moment ople
verde voor deze aardige onge
poseerde foto.
Voor deze rubriek kan ieder
foto's ter beoordeling inzen
den. Ook kan men de heer
Jacobi vragen stellen en in
lichtingen vragen. Voor ver
goeding van porto- en admi
nistratiekosten sluite men 50
cent aan postzegels in. Men
adressere aan de redactie met
aanduiding „Fotorubriek".