52: TOWER Schrikkeljaar CE3EÏÏEI J\[og eens: in de donkere k amer 4 ZONDAGSBLAD 5 JANUARI 1952 HET „SPECIALE RECHT» DER MEISJES ONGETWIJFELD weet ieder wel, dat alle jaren, waarvan het jaartal een veelvoud van vier is, tot de schrik keljaren worden gerekend, al maken din de eeuwjaren, waarvan het eeuw- cijfer niet door vier kan worden ge deeld daarop een uitzondering. Bij gevolg is er slechts één een schrikkel jaar van elk viertal eeuwjaren. In een schrikkeljaar krijgt men in de maand Februari een extra dag, zodat het aantal maanddagen op 29 komt. Nu kan men in het algemeen heel wat opdiepen, omtrent de naams- reden, de folkloristische gebruiken, enz., die in verband staan met b.v. Kerstmis, Driekoningen, Pasen, enz. en deze gebruiken zijn in kleiner of groter kring ook wel min of meer bekend maar van de naamsreden en van de lange historie van de schrik keldag, weten velen in de regel niet veel, alleen dan het algemeen beken de, dat het schrikkeljaar het vrouwe lijk geslacht het prerogatief verleent van zelf de man ten huwelijk te mogen vragen en wel speciaal op de schrik keldag. Laten we hier dadelijk aan toevoe gen, dat de folkloristische gebruiken zich slechts tot een dansje bepalen, waarbij dan, volgens het speciale voor recht der meisjes, dezen nu de heer ten dans mogen vragen. Prof. Schrijver, een bekend etymo loog, zegt, dat „schrikkel" in nauw verband staat met het woord „schrik- schoen", d.i. een loopschoen. Verder moet dit woordje „schrikschoen" weer afkomstig zijn van „scriken" of: zich met grote stappen voortbewegen. Schrikkeljaar is dus een springjaar, waarbij men twee dagen in de Sprok kelmaand als door een omvangrijke wig uiteenduwt, terwijl men het hiaat dan door een nieuwe dag vult en de maand alzo van 28 op 29 dagen brengt. Andere etymologen zouden het woordje „schrikkel" willen verklaren door „springen", waarbij dan tussen 23 en 24 Februari een dag wordt over gesprongen. Julius Caesar stelde in 46 n Chr. het jaar vast op 365 dagen en 6 uur. Reeds was n.l. de tijdrekening der Romeinen 90 dagen en 4 schrikkel-^ maanden achtergeraakt in de loop der tijden bij de zon. Daarom bepaalde hjj tevens, dat elk vierde jaar een schrikkeljaar zou zijn. Julius Caesars fout was, dat elk jaar 11 minuten te veel nam. Eerst in de 16e eeuw ont dekte men deze fout. Toen men n.l. de datum van het Paasfeest wilde vaststellen, die immers valt op de eerste Zondag volgende op volle maan op of na 21 Maart (volgens het besluit van het Concilie van Ni- cea), bemerkte men, dat de voorjaars nachtevening reeds op 11 Maart ver scheen, i.p.v. op 21 Maart. Paus Gregorius XIV, die de astro noom Aloysius Lili had opgedragen de kalender te verbeteren, bepaalde nu in 1582, dat men van 4 October di rect zou overspringen op 5 October en stelde om de 4 jaar een schrikkeljaar vast. Deze Gregoriaanse kalender werd in 1700 in Duitsland, in Engeland in 1752, in Zweden in 1753 en in Zwit serland eerst in de 19e eeuw inge voerd en geldt nog steeds. Het „speciale recht" der meisjes da teert al uit oude tijd. Velen noemen daarvoor 1288 als het jaar, waarin het voor het eerst voorkwam. Er moet in Schotland zelfs een verordening zijn uitgevaardigd, waarbij nadrukkelijk aan elke vrouw of elk meisje het recht werd verleend, om in schrikkeljaren de man te vragen, die bij weigering, als daarvoor geen „wettige" reden be stond, werd beboet. Alleen wanneer hij verloofd of getrouwd was, kon hij vrij uitgaan. Op Corsica doen de familieleden van het meisje nog de eerste stappen. In Luxemburg bestond het gebruik, dat het meisje de uitverkorene van haar hart op de schrikkeldag op een sou- pertje nodigde en zich dan declareer de. Bij positief resultaat hoorde de toe komstige echtgenoot bescheiden en met zekere reverentie de declaratie Is het maken van avances op het huwelijkspad van de zijde van het meisje in Luxemburg alleen maar beperkt tot de schrikkeldag, in andere landen heerst nog de usance, dat dit recht aan de vrouwelijke generatie wordt toegekend gedurende het gehele schrikkeljaar. Alles heeft zijn bestemde tijd Het einde van Warschau's Ghetto zijn, en speeltuinen voor de kinde ren. Wederom waren er velen, die de Duitse beloften geloofden en dui zenden gaven zich op. Niet ver van Warschau stopten de transporten. De Joden werden in groepen ver deeld en moesten kuilen graven. Wa ren deze diep genoeg, dan werden zij met de rug naar de kuil geplaatst en neergeschoten. De volgende groep moest kalk .over de lijken strooien en dan plaatsnemen. Later werd ook dit lugubere bedrijf gemechaniseerd en schaften de Duitsers twee zwa re drag-lines aan: de ene groef de kuilen en de andere gooide ze weer vol met grond, wanneer de lijken er in lagen. Zo ging het tot in April, toen enkele Joden uit een transport ontsnapten en binnen de muren van het Ghetto het nieuws vertelden... C DAULINEKE is gelijk het C Nieuwe Jaar: jong, ro- C zig, met stralende ogen en boordevol levenslust en be loften. Het is 'n bewonde renswaardige baby, zoals ze daar in haar wiegje ligt met het krullerige blonde haar en de diep-blauwe ogen. Men mag verwachten dat ze een schoonheid-je worden zal, want ze is het thans reeds, en ze heeft het van niemand vreemd: haar eigen piepjonge moe dertje mag er wezen. Of Paulineke ook nog op haar vader lijkt, durf ik niet te zeggen. Aan zulk een uit spraak zou een diepgaand en uitgestrekt onderzoek naar het vaderschap dienen vooraf te trekken, en aan gezien Paula Senior over haar diverse liefdesavon turen zwijgt in alle talzn, is het terrein voor derge lijke naspeuringen ons te omvangrijk. Bovendien: we hebben met Paula en Pau lineke zelf al onze handen vol, laat die verraderlijke Pa maar zwemmen! Handen vol werk dus. Dat begon enkele maanden geleden toen een krijtende thans zich grootmoeder noemende vrouw ons overviel met de medede ling dat het arme schaap Paula er in gevlogen was, en dat terwijl ze toch uit een zo oppassend gezin af komstig was, waar nooit en te nimmer zulke dingen passeerden. Dat was waar en niet waar, want Paula zélf, die de oudste is van vier kinderen, is omtrent haar ouders bruiloft gebo ren, maar we kunnen daar aan toevoegen, dat haar zusjes van twaalf, acht en vier inderdaad tot nu toe een vlekkeloze staat van dienst hebben en voorbeel- PAULINEKE resolute stap tienjarige haar vader en moeder alle mogelijke kro nen van het hoofd gerukt, waarop deze als volmaakte Ach ouders en opvoeders recht wat moeten meenden te hebben. Hoe volmaakt ze zijn, wordt ons temidden van snik en kreet allengs overduide- nier is om iets te bereiken, opnieuw stromen tranen loost en haar scherpe tong dat zilte nat schoonwast. ee en wee, beginnen? Wat moeten we toch doen? „Geen herrie maken, maar aanpakken", advi seert Marietje en voegt de hen af. Ze laii hen geen minuut aan zich zelf over. En nu dan toch voor de deur, en dat nog wel op de kortst mogelijk Paula's vader, die reëler is uitgevallen dan moeder staat er lief, komt het in die hoog- een wieg uit vijf weken, die achteraf krap vier groot ble ken, nog aardig voor el- termijn van hooguit vijf kaar, ofschoon moeder zelf weken. Na welke mede- deze acht en twintig dagen deling de moeder dan weer doorbrengt met al nieuwe vervalt een serie jammer klachten, die I passender zouden zijn in het geheel Oosterse begrafc- wordt toch niet geslacht, Marietje u weet wel?", of dat ze aan komt diagen met nóg een onmis bare accessoire van de luiermand, de jeremiades worden wegens enorm succes met kracht gepro longeerd en bereiken hun hoogtepunt op het moment Paulineke parmant wel: onze sociale werkste wier avonturen in deze ru briek reeds meermalen ge boekstaafd zijn worit er compleet kregel van en zegt: „Wel, lieve mevs, maak toch niet zo'n herrie. Als je nu zO reusachtig op waarop Paula die dochters van je past, zielstevreden Ja, hoe ts zulks moge lijk? Het bl\jkt dat het al leen gebeuren kon, omdat Paula niets gezegd heeft lijk en grootouderlijk dak. Geen wonder denkt Ma rietje dat Paula thuis nooit een mond open doet: alleen een complete lucht je denkt toch geen kwaad alarm-installatie je eigen kinders, niet waar, maar dat weet juf frouw Marietje natuurlijk i al dit misbaar uit kun nen loeien. Er moet een jarenlange oefening aan een invallende periode van T buitenademigheid der moe- T der gebruik om Paula nog T eens eventjes te herinne ren aan het feit, dat zij nu een taak aan Paulineke heeft en dat ze die niet van zich af moet schuivm. Paula knikt. Trots en par mantig en vol goede wil; volmaakt koud onder het moederlijk misbaar. Zó koud dat het eigenlijk de indruk wekt dat deze hele baby alleen maar ezn wraakneming op alle zestien jaar lang verdra gen klaagzangen is. Als of Paula het nu welletjes heeft gevonden en eens naar prettiger aanspraak heeft omgezien. Maar wie menen zou dat hiermee onze handen vrij raakten tot ander werk, komt verkeerd uit. Want als Marietje 'n maand later nog eens een nazorgbe zoekje wil brengen, blijkt Paula gevlogen en al op dt trap hoort ze een- vreemd duet van een formidabele vrouwenstem, die jankt en een pril baby stemmetje, dat protesteert. „Ja", zegt Moeder op een informatie ve vraag: „Ja, Paula is nog te jong om 'n kind te heb ben; ze is weer terug in d'r betrekking. Die Paulineke is mijn kind zogezegd, want wie kan daar nu beter voor zorgen as een moeder? Maar o en wee en ach en o, dat schaap toil haar flesje niet drinken En Paula heb nu kennis aan een nette jongen In de wieg knipoogt Paulineke, gelijk het Nieu we Jaar. Het is alsof ze zeggen wil: ,Je zult genoeg te doen krijgen hoor; wees daar maar niet bang voor. Handen vol werk Vooruit dan maar weer! WIJKPREDIKANT. huilbuien. Of Marietje daar nu al wat over zegt in de trant van „Jullie bo- Laatste strijd Dit bericht wierp de lont in het kruit. Een SS-colonne, die het Ghetto bin nenging, werd van alle zijden bescho ten. Handgranaten regenden neer. De muren en de daken der huizen, die zo-even nog verlaten schenen, braak ten vuur. De SS-ers moesten wijken en riepen de hulp in van vier tanks. Twee werden in brand geschoten en de anderen moesten terugtrekken. In allerijl alarmeerden de Duitsers zwa re artillerie, maar ook hiermede was het verzet van de Joden niet te bre ken. En toen, op Tweede Paasdag, des avonds om elf uur, begon de eind strijd die tot Donderdagavond zou duren. De Duitse commandant wij zigde zijn tactiek. Hij gaf opdracht om het Ghetto, huis na huis, straat na straat en blok na blok in brand te steken. Van binnenuit vielen de Joden aan. Buiten de muren werden felle gevechten geleverd door de strijdkrachten van het ondergrondse Polen. Zo ging het door, georgani seerd tot Donderdagavond laat, hier en daar oplaaiend tot Zaterdag. De Joodse commandant viel achter zijn gloeiende mitrailleur. De Duitsers bliezen huis na huis op, wat hun voor de loop kwam werd neergeschoten en de kelders lieten zij vollopen met water. Tenslotte werd alleen nog gevuurd uit een huis in de Tlomackiestraat. Een sterke Duitse eenheid had zich op honderd meter afstand ingegraven. Plotseling wefd het stil en na enkele ogenblikken trad een joch van een jaar of zestien uit de deur. Hij stak zijn handen omhoog en riep: Tlomac kiestraat 5 geeft zich over." Een goedgerichte Duitse kogel doorboor de zijn hart en op de drempel viel hij neer. Nog een uur wachtten de Duitsers op verdere schoten, maar er werd niet meer gevuurd. Toen nader den zij behoedzaam het huis, schop ten het lijk van de jongen aan de kant en traden binnen. Voor het zol derraam vonden zij een mitrailleur met daarnaast de lege kogelbanden, die het joch tot de laatste patroon had opgeschoten. Zo werd de order van Berlijn, dat alle Joden uit het Ghetto ausradiert moesten worden, uitgevoerd.... Die nacht was het stil in Warschau's Ghetto, de stilte van de dood. De voorjaarswind joeg door de straten. Nu eens dreef hij half verbrande pa piersnippers en kledingresten voor zich uit. Ze tolden wild over de kei en, bleven even plakken in een plas donkerrood bloed, werden dan weer opgenomen tot ze op de hoeken der pleinen een duivels dwarrelende do dendans maakten. Dan weer blies de wind in het smeulende vuur tussen geblakerde huizenresten, zodat de vlammen hel lichtend hoog oplaaiden en hun brullende dodenzang loeiden, waarbij verkoolde dakspanten spook ten tegen de rossige rookwolken, die de zwarte avondhemel bedekten. En steeds voerde de wind met de rook die huiveringwekkend afschuwelijke lucht mee: de stank van verbrand hout en geschroeid steen, van stro men mensenbloed en verkoolde, uit elkaar geschoten lijken. Zo eindigde de laatste dag van 12 maanden hel in het Ghetto van War schau. Fr. v. d. MEER. ZONDAGSBLAD 5 JANUARI 1952 5 INCIDENT IN DE LEO en Yvonne, pas getrouwd, maakten de huwelijksreis naar Londen. Hiermede was een vurige wens van Yvonne in vervulling ge gaan. Opgewekt namen zü deel aan het diner in de grote zaal van het hotel „Hertog van Windsor". Beiden waren voldoende met de Engelse taal op de hoogte om deel te kunnen nemen aan de gesprekken die aan tafel werden gevoerd. Tenslotte kwam het gesprek op de bezienswaar digheden van Londen. Tegenover Leo zat een lange, magere Engelsman, sir Cook, een bekend historicus, die hem vroeg of hij al eerder in Engeland was geweest. Op zijn ontkennend ant woord, zeide de Engelsman, dat hij dan vooral niet vergeten moest een bezoek te brengen aan de Tower. „Ja, dat moeten we doen", viel Yvonne enthousiast in, en zich rich tend tot sir Cook, „wanneer is de To wer voor het publiek geopend?" „Morgen en overmorgen,, mevrouw", antwoordde de Engelsman met een vriendelijke glimlach. Om negen uur ontbeten de twee. Yvonne had weinig -eetlust. Zij was opgewonden door het voorgenomen bezoek aan de Tower. Om half tien reed de taxi voor. Yvonne voelde zich meer en meer gejaagd en struikelde bijna toen zij in de auto wilde stappen. Tien minuten later verlieten zij de auto, die stilhield voor het grote ste nen gebouw de Tower, dat vroeger als citadel en staatsgevangenis had dienst gedaan en nu een bewaarplaats der Engelse kroonjuwelen, museum en kazerne is. Yvonne liep stil als een muis door de holle gang met de grijze stenen muren, die haar naargeestig stemden. Zij was erg verlangend naar het ogen blik waarop zij een blik zou mogen werpen op de Engelse kroonjuwelen. Daar kwam een gids aan. Hy ver zocht de bezoekers hem te volgen, geen rumoer te maken en vooral niets aan te raken. Allen belandden daar- Cen handbreed Zie, Gij hebt mijn dagen een .handbreed gesteld en mijn leeftijd is als niets voor U. Psalm 39 6. WIJ zijn op reis, op reis naar de eeuwigheid. Op Oudejaarsavond hebben wij even bij een mijlpaal gerust, maar reeds op Nieuwjaarsmorgen moest de reis worden voortgezet. Naar de eeuwigheid zijn wij op reis. Of, neen, we leven nu, vandaag, terwijl we gezond en fris zijn, vól levenslust en levenskracht, vlak bij die eeuwigheid, nauwelijks door een dun gordijn ervan gescheiden. Even, plotseling misschien, een scheur in dat gordijn, en... de eeuwigheid is er! We zien dat gordijn telkens scheuren. Nu hier, dan daar. Dagelijks worden er graven gedolven voor mensen op leeftjjd, zoals wij dat noemen. Of voor mensen, midden in hun jaren, geljjk we dat uit drukken. Of voor mensen, die te vroeg worden weggenomen, zoals wij dat zelfs zeggen durven. Dan is het gordijn gescheurd! Dan is de eeuwigheid er. Hun leven was een handbreed. Als niets! Daar is het einde! Daar staan ze voor God! Hebben ze misschien dat einde vèr, héél vèr gesteld. Er niet van willen weten? Hébben ze wellicht het bewust zijn van de nabije eeuwigheid niet aan- gedurfd? Hebben zij geluisterd naar Hem, die in dit korte leven Zijn armen naar ons uitbreidt en zegt: „Komt her waarts, wat gij niet hebt en wat gij u zeiven dus niet geven kunt, dat geef Ik u! Ik geef u rust! Ik geef u het leven! Ik geef u het eeuwige leven!" Jezus Christus! Want Hij heeft de eeuwigheid verlaten om hier op aarde in Zijn menselijke natuur de tijd door te maken. Hij werd geboren. Hij leefde en leed in datzelfde vergankelijke mensenleven, waarvan de dagen niet meer zijn dan een handbreed. Hij sterft aan het kruis! Zijn dagen, ja ook Zijn dagen: een handbreed! Hij draagt het oordeel des doods. Hij smaakt die dood in al zjjn walgelijke bitterheid. Daar is zjjn graf. En de steen er voor. Een dode onder de doden! Maar hier is nu de Enige, die macht heeft het leven af te leggen maar ook het wederom te nemen. De Paasmorgen daagt. En Jezus Christus heeft in Zijn opstanding het leven en de onverderfe lijkheid aan het licht gebracht. Nu hindert het niet, dat mijn dagen slechts een handbreed zijn, ja als niets! Indien ik me, ook in 1952, met mijn vluchtige leven geborgen weet bij Hem, de Vorst des levens, wat zal de dood mjj dan deren De vrees voor de dood wijkt. De dood heeft zijn prikkel verloren. Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus! na in een kaal, somber vertrek. De gids ging in het midden staan en ver telde: „In dit vertrek heeft Jane Grey, achterkleindochter van Hendrik de Achtste van Engeland, toen zij zich tot koningin van Engeland had uitgeroe pen, met haar echtgenoot gevangen gezeten en is daarna onthoofd op de Tower Hill." Na deze griezelige herinnering ver ademde elkeen toen de gids voorging naar de kamer waar de kroonjuwelen lagen ten toongesteld. Daar liepen ge- uniformeerde beambten, en zij keken een ieder met strenge, onderzoeken de blik aan. Daartoe hadden zij het recht, want de pracht, de rijkdom die daar lag was zeker een strenge blik waard. Daar lagen ze: kronen, scep ters, zilveren lepels, welke vroeger gebruikt werden om koningen te zal- Het was streng verboden om aan het glas te komen, of ergens te blij ven stilstaan. Daar flonkerde de be roemde diamant, bekend als de Ster van Afrika. Deze woog wel vijfhon derd karaats. Yvonne bleef in stille verrukking voor het wonder staan. Toen kwam er een vreemde, raadselachtige trek over haar gezicht. Het leek pijn en angst. Leo lette juist even niet op haar, hij was een paar meter doorge lopen. Toen opeens een klein incident, een opschudding. Leo had zich omge draaid bij het horen van het rumoer. Wat was dat? Droomde hij? Daar ging Yvonneworstelend, duwend door een mensengroep. Wat zou er aan de hand zijn? Ze snelde richting uit gang. Opeens klonk ijzingwekkend net groot alarm door de holle ruimten van het eeuwenoude gebouw. Leo bleef als versteend staan. Hij zag spierwit en voelde het bloed uit zijn hersens wegvloeien. Voordat Yvonne het gebouw had kunnen verlaten was zij gegrepen door de gewapende mannen. Zij zag er erg ontdaan uit, wilde spreken, zei moeilijk verstaanbaar iets half Engels, half Nederlands, zij sloeg met armen en benen, maar werd weggevoerd naar een ander vertrek en het nieuws gierige publiek werd uit de juwelen- zaal verwijderd. Leo, die zich als haar echtgenoot be kend maakte, werd niet tot haar toe gelaten. Hij leefde gedurende enkele ogenblikken in een pijnlijke onzeker heid. De inmiddels gewaarschuwde Scot land Yard stuurde een auto met twee rechercheurs om Yvonne en Leo naar het hoofdbureau te vervoeren. Tegenover de commissaris, die Yvonne moest verhoren, uitte zij haar verontwaardiging over het belache lijke en ontactische optreden der be ambten. De commissaris negeerde deze op merking en zei: „Zegt u me dan maar eens, waarom u plots zo'n haast kreeg?" „Dat heb ik al verklaard op het moment, dat men mij vastgreep. Nu is het misschien al te laat. Ik ben pas getrouwd, we zijn op huwelijksreis,. ehtoen ik daarstraks die flonke rende diamant zag, herinnerde ik mij opeens, dat ik een kostfcare ring, mijn huwelijksgeschenk, vanmorgen open en bloot op mjjn hotelkamer heb laten liggen De commissaris glimlachte. „Op het eerste kan ik antwoorden, dat de be ambten geen Nederlands verstaan; op het tweede kan ik u zeggen, dat u de waarheid heeft gesproken, want vóór dat de rechercheurs u aan de Tower ophaalden onderzochten zij uw hotel kamer. Hier is uw ring terug en deze gehele zaak zal als loos-alarm worden opgetekend". Nr 14 OOK de 12de hersenkraker heeft een groot aantal goede oplossin gen opgeleverd. Over het algemeen werd hij niet moeilijk geacht, hoewel toch vele oplossers wel één of meer steken hadden laten vallen. Het is niet nodig alle oplossingen hier te geven. Een paar, waar men veel moeite mee had, volgen. 20 3 X 3! 3! 3. s23. 3! X 3, 333 3. Men begrijpt, dat hier met 2 drieën minder volstaan kan worden, maar het teken van 3 repetent geeft zwarigheden. 25 333! 3. Voor het getal 22 is geen bevre digende oplossing gevonden. 66 kan men niet schrijven als 3!3!, omdat 3! geen cijfer is- Zouden oplossingen met logarithmen toegestaan worden, dan'kon de meerderheid der oplos sers het bijltje er wel bij neer leg gen en dat is niet de bedoeling. Een aardige oplossing van 22 zond de heer T. P. Meyneke te Den Haag, die als volgt te werk gaat. 22 3 X 3! 3 WVV3. Als men er genoeg V- tekens voor zet, wordt het 1. Liever zou ik zeggen, dat het tot 1 nadert. Merkwaardig is het te zien, hoe slordig velen met hun oplossingen te werk gaan. Sommigen gebruiken te veel drieën, anderen gebruiken ette lijke tweeën er tussen door om niet te spreken van vergeten getallen en verwisselde tekens. Als men uit on kunde foutief schrijft, strijk ik de hand over mijn hart, maar voor slor digheid ken ik geen pardon. In het cliché van puzzle 13 zijn de getallen 1 merkwaardigerwijze het slechtst leesbaar. Toch zal dit ver moedelijk geen bezwaar hebben op geleverd. De puzzle zelf zal vermoe delijk meer moeilijkheden opleveren, vooral voor hen, die niet nauwkeurig de opgave lezen. Men behoeft geen tekening te maken, alleen de volgor de opgeven tot alle getallen twee aan twee geschrapt zijn. De 14de puzzle is een beroepen- puzzle, een inzending van C. Kwa- kernaak Wzn te Katwijk a. Zee. Het is een bekend gegeven, doch volgens de inzender eigen ontwerp. Welke 10 beroepen maakt u van de letters op deze visitekaartjes? Gemakshalve worden ze naast elkaar gezet. 1. A. H. Melker, Goor. 2. R. Wees, Hou ten, 3. A. T. Weerma, Berkel, 4. Ir. K. Geit, Doorn. 5. D. Meuthe, Groenlo. 6. D. N. Duinega, Kethel. 7. D. de Gasser, Beilen, 8.- E. Kerk- sma, Leerdam. 9. Is. 't Schip, Raal- te. 10. C. Honat Jr. Peize. Ze zijn wel niet alle even goed geslaagd, maar het is hier minstens even moeilijk ze te maken als op te los sen. Het minimum is ditmaal 6. Na de elfde opgave hebben de eer ste oplossers de top van de ladder bereikt. De gelukkigen zijn de fam. W. Hogenkamp, Vlaardingen en Mej. Andrea Vader, Dordrecht, beiden met 52 punten. Van harte gelukgewenst met het succes, 'k Ben benieuwd, wie het eerst voor de tweede maal boven zal zijn en na hoeveel maal. Na de 12de hersenkraker zijn er al een paar meer boven. Met 53 punten is de heer H. Brinkman, Den Haag de eerste, gevolgd door C. Duve- kot, Scheveningen met 52 punten. A- Hoogerwerf, Vlaardingerambacht en T. Meulendijk, Rotterdam (C) hebben beiden 51 punten geboekt. Van het aantal prijzen, dat voor deze rubriek bestemd kan worden, hangt af, of tussen de laatste 2 ge loot moet worden. Voor de volgende maal staat het best mej. Zuidgeest te Schiedam met 50 punten. Hoe meer men onder de 50 komt, hoe groter de dringende schare. Tocii komt ieder op zijn tijd bovenaan. Wel zal de top van de ladder iets hoger dan 50 komen, als het aantal prijzen door het aantal gegadigden overtroffen wordt- Nieuwe oplossers kunnen bij iedere rubriek mee gaan doen, daar de ladder steeds doom werkt. In de vorige rubriek staat foutief als datum van inzending voor oplos- singen van opgave 13 Woensdag 19 Januari. Dit moet zijn 9 Januari, Oplossingen van opgave 12 worden met naam in blokletters liefst op briefkaart ingewacht uiterlijk Woens dag 16 Januari 9 uur bij het bureau van dit blad onder het motto „Hem senkrakertjes". ANTON VAN MEEDEN, I POPULAIRE FOTO-CURSUS li] DOOR J. JACOBI Het desensibiliseren. Wil men tijdens het ontwikke lingsproces de gang van za ken kunnen volgen, dan kan een desensibilisator toege voegd worden. Deze stof zorgt er voor, dat het negatief ma teriaal niet meer gaat sluieren door inwerking van de ont- wikkellamp. Als voornaamste stof noemen we pinacryptol. Fynkorrelontwikkelaars. Dit zijn ontwikkelaars, die gedu rende het ontwikkelproces een klein gedeelte van het broom- zilver oplossen, waardoor de korrel, die vooral bij vergro ten soms hinderlijk groot kan zijn, kleiner wordt Deze ont wikkelaars zijn vooral voor kleinbeeldwerkers zeer aan te bevelen. Middelen, die in deze ontwikkelaars toegepast wor den om de korrel te verklei nen, zijn o-a- Ammonium chloride en rhodaanammo- Duurzaamheid van de ont wikkelaar. Elke ontwikkelaar is aan bederf onderhevig: dit komt omdat de ontwikkelaar de eigenschap heeft snel te oxyderen aan de lucht, terwijl zekere stoffen welke tijdens het ontwikkelen ontstaan, de werking van de ontwikkelaar ook verminderen. Als het bad dan ook donkerbruin gaat worden, moet dit ververst worden. Invloed van de temperatuur op het negatiefmateriaal. Bij hogere temperatuur verloopt het ontwikkelproces sneller en omgekeerd, terwijl bij hogere temperatuur de korrel groter wordt Verder kan het con trast van het negatief be- invloed worden door de tem peratuur van de ontwikkelaar. Een te kort belicht negatief kan vaak nog door verwarm de ontwikkelaar opgehaald worden. Maakt men de tem peratuur echter te hoog, dan heeft men kans dat de gela tine smelt; om dit te voorko men kan de film dan eerst in een hardingsbad gedaan wor den. Ook verdient het aanbe veling de temperatuur der verschillende baden gelijk te houden, daar bij een plotse ling temperatuurverschil zwel len of krimpen der emulsie op kan treden, waardoor ver schillende lastige fouten kun nen ontstaan, zoals o.a. de re- ticulatie. Hierbij is het nega tief overdekt met een fijne netstructuur, welke ook voor kan komen wanneer de film te dicht bij de lamp wordt ge houden. Het fixeren. Na het ontwik kelen wordt de film even af gekoeld en daarna gefixeerd. Na de vereiste fixeertijd deze is tweemaal de tijd die nodig is om de melkachtige sluier uit de gevoelige laag te verwijderen kan de verdere behandeling bij gewoon licht tcschieden. Vervolgens wordt e film gespoeld en gedroogd. De foto. Bijstaande foto, ge maakt met twee Argaphoto- lampcn. is er weer eens een, die goed laat zien hoe toeval lig soms een mooie opname tot stand komt. Hier werd n.l. een serie opnamen van dit meiske gemaakt, die allen iets gedwongen leken; na enig* tyd werd ze moe van de iet wat ongemakkelijke houdin gen en liet het hoofd zakken om even uit te rusten, wat juist het goede moment ople verde voor deze aardige onge poseerde foto. Voor deze rubriek kan ieder foto's ter beoordeling inzen den. Ook kan men de heer Jacobi vragen stellen en in lichtingen vragen. Voor ver goeding van porto- en admi nistratiekosten sluite men 50 cent aan postzegels in. Men adressere aan de redactie met aanduiding „Fotorubriek".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 10