5(et c^luiA
c
GEKORTWIEKTE VOGEL?
mmrmmm
IMWi'.'lflU
1
ZONDAGSBLAD 3 NOVEMBER 1951
„Hei
kleine
Versailles"
fReöemk henöRik heeft cr schatten a,ê,n eesteeö
ZOALS ieder mens een geschiede
nis heeft, is het ook met een huis.
Vooral is dit het geval, wanneer het
een woning is van een van de groten
der aarde. Het heeft zijn tijden van
glorie, maar ook van verval en ver
waarlozing. Dat hangt af van de men
sen, die er zich in vestigen. Wanneer
het hun voor de wind gaat en zij heb
ben hart voor hun huis, dan zullen zij
het verfraaien, dan weerspiegelt het in
zekere zin de mentaliteit van de be
woners. Wij kunnen dit heel bijzon
der opmerken aan het Huis Honse-
laarsdijk een van de vroegere palei
zen van het Huis van Oranje. W-j
willen daarom iets van de geschiede
nis ervan meedelen, een geschiede
nis, die loopt van de 13e eeuw tot
1814.
Een middeleeuwse
p huizinge
Wanneer het kasteel Hontshol ge
sticht is, weten wij niet. In het mid
den der 13e eeuw lag het midden in
het Westland, omgeven door akkers
en weiland. Daar woonden de heren
van Naaldwijk, daar werkten de ho
rige boeren, daar schalde de jacht
hoorn en trokken de edelen met hun
vrouwen uit met de valk. Wij moe
ten ons van zulk een kasteel niet een
te mooie voorstelling maken. In veel
arbeiderswoningen van tegenwoordig
met electrisch licht, gas, waterlei
ding en verwarming is meer com
fort dan in zulk een middeleeuwse
huizinge.
Hendrik III van Naaldwijk gaf zich
In 1393 voor het eerst de titel van
heer van Hontsholredijck. Wij gaan
met zevenmijlslaarzen door de ge
schiedenis en komen in de 16e eeuw.
Toen was de eigenaar graaf Arem-
berg, die is gesneuveld in de slag bij
Heiligerlee. Hij stond, evenals zijn
zoon, die zijn goederen erfde aan de
Spaanse kant. Hierin vonden de Sta
ten van Holland aanleiding om het
kasteel met wat er bij behoorde in
1583 verbeurd te verklaren.
Uit waardering voor het Oranje
huis gaven zij het een zestal jaren
later aan Maurits in gebruik. Deze
zal er niet veel vertoefd hebben, al
leen in de jachttijd hield hij er enige
tijd verblijf. Het bleef echter eigen
dom van de Staten.
Met het sluiten van het Twaalfjarig
Bestand in 1609 veranderde dit, daar
toen bepaald werd, dat prins Karei
van Aremberg zijn goederen in West-
land weer terug kreeg. Deze, die in
de Zuidelijke Nederlanden in Spaan
se dienst verbleef, had weinig aan dit
bezit, waarom hij het trachtte te ver
kopen. Frederik Hendrik had er wel
zin in, maar de onderhandelingen
vlotten niet erg. Eindelijk, door be
middeling van juffer Tserclaes, die
in die dagen een politieke rol speelde,
kwam de koop tot stand voor 360.000
gulden.
Weer Oranje-bezit
Groot was de vreugde van de be
volking in deze streek, nu het goed
weer aan een Oranjevorst kwam. Nu
begon voor het Huis Hontsholredijck
een tijd van bloei. Het kasteel was
oud en vervallen en daarom besloot
Frederik Hendrik een nieuw lustslot
te laten bouwen, onder leiding van
bekwame architecten. Wij zouden
kunnen zeggen, dat er tijdens zyn le
ven, vooral na zijn huwelijk met
Amalia van Solms geen einde kwam
aan het verfraaien van het paleis.
Een drietal paviljoenen werden ge
bouwd door twee galerijen met el
kaar verbonden. Franse tuinarchitec
ten legden schitterende tuinen met
allerlei gewassen aan naar het voor
beeld van St. Germain, de Tuilerieën
en Fontainebleau. Het kasteel van
Versailles, zoals dat er uitzag, voor
dat Lodewijk XIV er een nog mooier
paleis van liet bouwen, was tot voor
beeld genomen en de naam .klein
Versailles", die de tijdgenoten aan
Hontsholredijck gaven, was wel ver-
Talloos waren de opdrachten, die
aan schilders gegeven werden om
schilderijen te maken, die de zalen
moesten versieren. Prachtige gobe
lins bedekten de wanden. Ook was er
een soort kapel voor kerkdiensten af
gezonderd en nog kan men in de Her
vormde kerk te Wateringen de fraaie
preekstoel bewonderen, die Frederik
Hendrik voor 500 liet maken.
Hoog bezoek
Het was in deze tijd, dat Maria de
Medicis, de moeder van de Franse
koning een bezoek aan ons land
bracht. De prins en zijn gemalin
deden hun best, om het haar zo goed
mogelijk naar de zin te maken. Met
groot gevolg trok de vorstin naar
Honselaarsdijk Heel Loosduinen en
Poeldijk liepen leeg, om de schitte
rende stoet te zien voorbijtrekken.
Toen Maria de Medicis de mooie go
belins zag, opperde zij het voorstel
ze tijdens haar bezoek te laten afne
men, daar zij bang was, dat ze door
haar gevolg zou worden beschadigd.
Natuurlijk ging de prins daar niet op
in. Maar de ruwe edelen ontzagen de
mooie meubelen noch de wandver
siering. In hun brooddronkenheid ver
nielden zij zoveel moois, dat na hun
vertrek de Staten aan Amalia van
Solms ƒ20.000 schonken, om de
schade te laten herstellen. Dit bedrag
was nog maar gering vergeleken bij
dat, wat" Frederik Hendrik in de loop
der jaren aan dit lustslot ten koste
legde. En niet alleen Honselaars
dijk, ook zijn andere paleizen wer
den op royale wijze verfraaid.
Waar kwamen die honderdduizen
den vandaan, vragen wij ons onwil
lekeurig af. Het volk zei: Van de Zil
vervloot! En in zekere zin had het
gelijk Want de prins ontving van elk
buitgemaakt vijandelijk schip een
deel van de opbrengst. Vooral de ver
overing van de Zilvervloot door Piet
Hein bracht vrij wat in het laatje.
Grote verandering
Na de dood van Frederik Hendrik
kwam er voor Honselaarsdijk een
grote verandering. Zijn zoon Willem
II, die nu eigenaar werd, besteedde
in zijn kort maar woelig leven, lang
niet die zorg aan dit paleis als zijn
ouders hadden gedaan. Zijn verwant
schap met het Engelse koningshuis
kwam hem op grote uitgaven te
staan. Hij hielp Karei I in zijn strijd
met het Parlement, en dit kostte hem
schatten, zodat hij genoodzaakt was
heel wat landerijen in het Westland
te verkopen. En toen zijn zwager, de
latere Jacobus II, als vluchteling op
Honselaarsdijk verblijf' hield, werd
ook dit een kostbare geschiedenis.
Alleen de keukenrekening tijdens zijn
verblijf bedroeg een kleine ƒ30.000,
Reeds in 1650 overleed 'Willem II,
die het lustslot naliet aan zijn vrouw
Maria, de Engelse koningsdochter.
Deze voelde al heel weinig voor dit
goed. De beer, de honden, de vo
gels en andere dieren gaf zij aan de
graaf van Oost-Friesland ten ge
schenke, de rijpaarden werden ver
kocht- Nu en dan kwam zij in de zo
mer enige tijd in het kasteel, maar
veel zorg besteedde zij er niet aan.
Dit werd anders, toen haar zoon
Willem III met Maria Stuart in het
huwelijk trad. Het was in 1677, dat
beiden hun intocht in Den Haag de
den en nu liet de stadhouder Honse
laarsdijk naar zijn smaak en naar de
wens van zijn gemalin inrichten.
Evenals zijn grootouders bezat hij
liefde voor de kunst en groot was het
aantal schilderijen en andere kunst
werken, waarmee hij het paleis ver
sierde. Langzamerhand was het een
soort museum geworden ,,dat in al
de Nederlandsche provinciën geen
weergading en heeft", schreef een
tijdgenoot.
Vooral Maria verbleef graag in
Honselaarsdijk. Daar was het stil en
rustig, daar kon zij zich beter dan in
het woelige Den Haag, overgeven aan
haar vrome meditaties. Daar was het
ook, dat Willem het bezoek ontving
van de Engelse heren in 1688, om
zijn schoonvader Jacobus II te ver
drijven.
En toen de dag aanbrak, dat de
prins naar Engeland zou vertrekken,
deed Maria hem van uit Honselaars
dijk uitgeleide naar Maaslandssluis,
waar zij een roerend afscheid van
haar gemaal nam.
Enkele maanden daarna volgde
zij, om met Willem tot koning en ko
ningin van Engeland te worden ge
kroond.
Zij heeft ons land niet weer gezien,
reeds in 1695 overleed zij. Met haar
vertrek was het met de glans van
het paleis gedaan. Nog eenmaal
blonk het in al zijn luister, toen de
stadhouder-koning in Januari 1691
voor het eerst weer in Holland kwam
en een kort bezoek bracht aan Hon
selaarsdijk. Maar verder lag het lust
slot daar stil en als uitgewoond, on
der toezicht van een rentmeester.
Naar de ondergang
De jaren verliepen, Willem III
stierf in 1702, Honselaarsdijk kwam
aan koning Frederik I van Pruisen.
Uit de aard der zaak bezocht deze
zijn bezitting al heel weinig. Lang
zaam maar zeker trad het verval in.
Aan reparaties werd niets ten koste
gelegd, dit prachtige slot ging zijn
ondergang tegemoet.
Dit ging prinses Anna, de weduwe
van Willem IV toch aan het hart.
Zij kocht het goed voor haar zoon
Willem V, die er nu en dan ging ja
gen, maar er zich weinig aan hecht
te. Ook onder zijn bestuur was er
van een opleving weinig sprake.
In 1795 werd het lot van het kasteel
feitelijk beslist. Willem V vertrok
met zijn gezin naar Engeland en de
nieuwe regering verklaarde Honse
laarsdijk tot nationaal eigendom. Na
dit jaar veranderde het telkens van
bestemming, het werd staatsgevange
nis, militair hospitaal, cadettenschool,
weer militair hospitaal en herhaalde
lijk sprak men er over, om het maar
te slopen, daar het als woonplaats
steeds minder geschikt werd.
Toen de Fransen in 1813 vertrok
ken stond het oude gebouw er echter
nog. Aan herstel viel niet meer te
denken. Het paleis, dat zijn glorietijd
gekend had in de 17e eeuw, was ge
worden als een oude man, die naar
het graf neigt. Zo dacht ook koning
Willem I er over, die het 21 Dec.
1814 voor afbraak deed verkopen. De
tuinen, parken en bossen, die eens
de heerlijkheid van Honselaarsdijk
uitmaakten, werden van lieverlede
verkocht als bouw- en tuingrond.
Enkele stalgebouwen waren nog
blijven staan. Hier werd in 1830 een
openbare school gevestigd, maar ook
hiervan is tegenwoordig zo goed als
niets overgebleven. Wel is op Hon
selaarsdijk van toepassing: ,,Sic
transit gloria mundi"; zo gaat de
glorie van de wereld voorbij.
Dr. D. LANGEDIJK.
No. 6.
NU de oplossingen van de derde
puzzle verwerkt zijn, vind ik
daarin aanleiding de reacties er op
nader te bezien. Over het algemeen
vond men dit een gezellige puzzle,
wat ook wel blijkt uit het grote aan
tal nieuwe oplossers. Prettig was het
te lezen, dat ook velen, die alleen de
lagere school doorlopen hebben, toch
met groot genoegen meegedaan heb
ben. Al zijn de puzzles van deze ru
briek gemiddeld moeilijker dan een
kruiswoordpuzzle, toch kan ieder met
gezond verstand en een goede dosis
geduld wel enige punten bij elkaar
krijgen. Geleerd kan ik deze puzzle
niet noemen. Wel hebben velen hun
oplossingen niet correct opgeschre
ven, maar als mij de bedoeling dui
delijk was, heb ik het goed gerekend.
Vooral het wortelteken was sommi
gen blijkbaar onbekend. Zo schreef
men b.v. 5V. ir. plaats van V5. Bij
de weergave van de benadering van
Het Huis Honselaarsdijk in zijn glorietijd.
18 in de vorige rubriek heeft de zet
ter het wortelteken niet doorgetrok
ken, hoewel het goed geschreven was
Een goed verstaander begrijpt dat
wel. Worden de opgaven eenvoudiger
dan gaat voor velen de animo er af.
Zo veel mogelijk krijgt ieier zijn
kans. Men geve de moed niet te
gauw op. Puzzle 2 en 4 worden sa
men behandeld in de rubriek van 10
November.
Nogmaals verzoek ik duidelijk te
schrijven, liefst met inkt. U kunt het
de redacteur met wat goede wil ge
makkelijker maken door Uw naam
met blokletters te schrijven. Rekent
U eens uit, hoeveel tijd het kost on
geveer 250 oplossingen te verwerken,
wanneer iedere oplossing 2 minuten
vergt. Dan is een duidelijke oplos
sing als balsem.
Tot mijn genoegen heb ik bemerkt,
dat er verscheidene oplossers zijn,
die voor 8 4 oplossingen hebben in
gezonden. Bravo en gefeliciteerd met
het extra punt. In deze rubriek volgt
als nieuwe puzzle een geestesproduct
van Andrea Vader te Dordrecht. De
extra punten haar daarvoor toegekend
worden naar gelang van de reacties
uit de kring der oplossers berekend.
De redactie er van luidt als volgt.
De meesten van u kennen wel het
magische vierkant, waarin de getallen
1 tot en met 9 zodanig worden ge
plaatst, dat de som der cijfers horizon
taal, verticaal en in de beide diago
nalen totaal 15 bedraagt. Het ziet er
als volgt uit:
Horizontaal, van links naar rechts
telt men 3 x 15.
Verticaal, van boven naar onderen
telt men 3 x 15.
In de diagonaal, schuin naar onderen
telt men 2 x 15 n.l. 4+5+6 en 8+5 2.
Gevraagd wordt nu een magisch
vierkant samen te stellen met de
cijfers 1 tot en met 25. U rekent
eerst uit, welk totaal telkens 5 cy-
fers moeten geven en plaatst ze dan
zo, dat U 5x horizontaal, 5x verticaal
en 2x in de diagonaal hetzelfde to
taal verkrijgt. Voor een juiste oplos
sing van het magische vierkant met
25 cijfers worden 3 punten toegekend
Voor degenen, die een magisch vier
kant met de cijfers 1 tot en met 16
geven, worden 2 punten berekend.
Het maximum is dus 5 punten.
Oplossingen worden uiterlijk Woens
dag 14 November 9 uur voormiddag
ingewacht bij het bureau van dit
blad onder het motto „Hersenkra-
kertjes".
ANTON VAN MEEDEN.
ZONDAGSBLAD 3 NOVEMBER 1951
5
qiessenö&mse bocröcrij met
BezienswikdRöiq inteRieuR
tan W
DE vreemdeling die in Giessendam
komt en vraagt naar de boerderij
van Muilwijk, bekend onder de naam:
„De koperen knop", kan te horen krijgen
dat die te vinden is tussen ..Den Een
denbout" en „Den Donkeren Boom", dus
vlak bij „De Verkeerde Wereld".
Zulk een antwoord zou bij de historie-
minnaar grote verwachtingen kunnen
wekken, waarin hij later slechts teleur
gesteld zou worden. Deze vier namen
van boerderijen of voormalige boerde
rijen houden stellig herinneringen leven
dig aan een grijs verleden, doch alleen
„De koperen knop" heeft nog een be
zienswaardig interieur. In „Den Eenden
bout" is tegenwoordig een zakkenhandel
gevestigd, op de plaats van „Den Don
keren Boom" is een blokje van twee
nieuwe woonhuizen gebouwd en het
enige verkeerde aan „De Verkeerde We
reld" Is, dat een grote zwartgeteerde
schuur aan de kant van de weg staat,
terwyl het woonhuis (dat is vernieuwd)'
tegen de gewoonte in aan de achterzijde,
dus aan de oever van de Giessen staat.
Bovendien geniet deze plaats bekendheid
om de scherpe bocht in de weg, die zich
om een vooruitstekende punt van de
planken schuur heenslingert.
Met „De koperen knop", bewoond
door de familie Muilwijk, is het een
ander geval en niet ten onrechte staat
deze hofstede dan ook onder toezicht
van Monumentenzorg. Wie eens slapen
wil in een bedstede met wanden van
fraai geglazuurde tegeltjes en een fir
mament op het plafond vol met sterren,
waartussen een bleek maansikkeltje vre
dig naast een laaiende zon zweeft, moet
daar ter kooi zien te komen! Onlangs
hebben bijna honderd leden van de
Boerenwagenclub. die veel liefhebbers
van oud schoon verenigt, een bezoek
gebracht aan deze boerderij Zij waren
zeer opgetogen over de Inrichting en dat
zegt veel. want onder hen bevonden zich
vele deskundigen, waaronder de bekende
architect-illustrator-publicist ir. M. C. A.
Meischke.
Uiteraard zijn het juist de kenners,
van historische interieurs, die het be
treuren, dat latere geslachten zoveel van
de 17e eeuwse inrichting hebben ver
minkt door onoordeelkundige restauratie
of verbouwing. Zo heeft de reusachtige
voorkamer een schouw, die langs heel de
achtermuur loopt Het machtige vertrek
is echter later in twee kamers verdeeld,
zodat de schouw (die dik onder de verf
is gesmeerd) in tweeën werd gedeeld.
Aan iedere kant onder die schoorsteen
bevond zich een bedstee; de ene valt nu
in een smal vertrek, dat meer eon gang
is en de andere in de kamer, die zelfs
nu nog grote afmetingen heeft. Boven
dien werd de grote ruimte onder de
schouw afgeschoten, zodat de fraaie te-
geltableaux in kasten en achter scher
men verborgen zijn. Gelukkig zijn de
bedsteden intact gebleven, de ene zelfs
met een fraai gefestoeneerd bankje er
Boven dc schouw hangt een wapen
met twee blazoenen; op het ene ziet men
een koeienkop en een rijtje bomen
(blijkbaar landbouw en veeteelt symbo
liserend) en op het andere springt een
soort gazelle welke beeltenis op de
jacht zou kunnen wijzen. Bovendien ziet
men boven de schouw nog een vijftal
tcgeltableaux. geflankeerd door beelte
nissen van de „prince" en de „princes"
van Oranië.
De overige taferelen hebben betrek
king op het landleven en één ervan stelt
een nogal barokke klok voor.
Verder hebben de tegels zich kunnen
handhaven op één kamermuur, doch
daarop zijn de beeltenissen sober. Aan
weerszijden van het (zeer grote) raam
ziet men slechts een vogel in een kooi
Een oud trapje met een mooie leuning
(helaas dik onder de grijze verf) voert
eerst naar een opkamertje en vervolgens
naar de bovenverdieping. Onder dc trap
is een kastje met eenvoudig houtsnij
werk en op de deur een hel geverfde
voorstelling van David die de harp be
speelt. „Mijn ziele wil den Hecre met
Lofzang Prijzen" leest men onder de
David op de Harp verbreid
Gods Lof en eer.
Laat ons ook alzo doen die hier
gaan op en neer.
Een oude Statenbijbel op standaard,
een buikig kabinet en een wandkastje
met porselein geven passende decoratie
aan het interieur. In het opkamertje
zweeft een engel met bolle wangen tus
sen linten en festoenen op de schuine
zoldering, waarop voorts in sierlijke
letters te lezen is „Godt alleen de Eer".
Een merkwaardigheid is de uitsprin
gende bedstee van ijzerhard hout, dat
vlekkerig, in vreemde tinten is beschil
derd en voorzien van houtsnijwerk.
Wel is het te betreuren, dat de har
monie in de oude boerenwoning is ver
loren gegaan omdat verschillende ge
slachten er een eigen stempel op ge
drukt hebben, hetgeen vaak stijlloos en
ondeskundig gebeurde, maar de sfeer
van het geheel is nog tekenend voor de
3?
de Kerk af. Maar als allerlei kleinere of grotere gemakkelijker opje eist
omgeschakeld wordt diefstalletjes en onregel-
méér verantwoorde matigheden, maar hij ziet
arbeid, betekent dit meteen geen verband tussen dit
dat de kosten met 'n vaar- alles en de afwezigheid
tje omhoog gaan: eventjes van een sociaal werk(st)er.
dan ben je met Dat is dom, want hij kan
vakkundig toch uit zijn eigen leven
weten dat hij zelf ook de
ene dag vlotter opschiet
dan de andere en dat hy
tientje klaa
een zaak onderzoeken
trachten op te lossen daar
entegen vereist een full-
s als Marietje de trap af
en de deur uit gaat is
dat een paar uur na haar
kennismaking met Merie-
5 tje, maar ze is onderwijl dat de kosten met 'n
een heel stuk wijzer ge- tje om'
worden. Vaag begint zich helpen
't beeld van dit gezinnetje
af te tekenen en ook hier
ligt alles weer anders en
dieper dan men eerst denkt
te geloven. Dat is nu juist
hét probleem van de Volks-
tvyk, waarvan buiten-
staanders zo goed als niets
snappen; daarom vergt de
arbeid er zoveel tijd en
geld en krachten; daarom
dreigen er zoveel misluk-
kingen. Het lijkt zo bar
t eenvoudig; een gezinnetje
dat even op 'n ondiepte te-
recht kwam en dat aanloopt
om hxllp: of je het eventjes
T gauw weer vlot kunt bren-
T gen en dan verder ajuus,
T we varen weer! Maar b'-j
nadere beschouwing ligt
het volkomen anders: het
scheepje liep niet vast om
dat de vaargeul vol zand
banken zat maar omdat
het zelf lek gestoten is.
Wie daar gauw, gauw wat
geld aan spendeert mag
een verlekkerd gevoel van
noeste behulpzaamheid
koesteren, maar hij heeft
volstrekt geen oplossing
de hand gedaan. Het
time kracht met een salaris laatst een stevige order
en dan achterna nog een misliep, feitelijk om geen
tientje, en je kunt blij zijn andere reden dan omdat
als het dan geen honderdje zijn vrouw zoveel noten
op haar zang had of om
dat zijn dochter zo ernstig
„Ik heb ziek was. Geen mens met
zorgen levert
ooit een
maximum
aan presta-
wordt....
Marietje staat op straat.
„Kom", denkt
nog net wat
tijd over, laat
ik maar eens
naar die baas
van Sjaak
gaanEn
wat later zit een bedrijf,
ze met de personeel- zelfs zonder nog met recht
chef te praten. Ze heeft en barmhartigheid aan te
geluk, de
alleen, r
Sjaak ook een beetje,
dat zegt heel wat, want
is er niet komen dragen, om te zor-
kent gen dat dat bedrijf mar
cheert.
Maar goed, de personeel-
loonzakje kent. Feitelijk zeilen, vindt hij; dom,
j», schuitje vaart hoogstens sociaal geschoolde krach- dat Sjaak op de nominatie
één bocht verder om dan ten, die heel het personeel
opnieuw en nog veel hope- van haver tot gort beke
rt lozer aan de grond te zit- ken. Helaas, menig onder-
ten. Daarom is het diaco- nemer ziet daar het nut
nale werk in het verleden
zo vast gelopen, de beste
broeders spanden zich zo
hartelijk in, maar zij kre-
gen stank voor dank en ze
begrepen maar niet hoe
dat kwam, werden sjagrij-
rug en bars van de weer-
omstuit, en stootten daar-
door de mensen nóg meer
moest het anders liggen: eigenwijs, met twee linker Wagens inladen, die trek-
feitelijk moest ieder zich- handen en een onbetame-
zelf respecterend bedrijf lijk grote mond. Juffrouw
beschikken over voldoende Marietje mag best weten Brussel, Gent en Parijs,
naar Duxseldorf en naar
Milaan. En bij elke wagen
moet er diep in Sjaaks hart
iets denken aan zesdaag
sen en wegritten en crite
ria: Paradise lostZit
'm hier soms de kneep? Is
Sjaak een trekvogel in een
kooi: hoog over zijn hoofd
gaan de wilde ganzen? Het
is maar een vraag, maar
het is van belang dat de
vraag gesteld wordt
WIJKPREDIKANT.
nog niet 1
hij spaart omdat hij
liever dat extra-loon uit
en beseft niet dat hy op werkt, heerst
die manier zichzelf op vijf- stemming,
voudige kosten jaagt. Hij
merkt wel dat zijn nieuwe
schaftlokaal
Marietje knikt begrij
pend. Natuurlijk, dat moet
wel. Als je je levensbegin
lum van tijd gemold in louter watten hebt door-
ordthij stuit wel op gebracht word je er niet
en dan heb ik me nog wel ver
beeld, dat een kindermeisje nooit
slaapt!"
oude boerengeslachten uit de Alblasser-
waard, die in godsvrucht en soberheid
onder dit dak hebben gewoond. Daarom
is het goed, dat „De koperen knop" bij
Monumentenzorg op het lijstje staat.
Wat de naam betreft, deze is nog af te
leiden van de grote koperen knop op de
voordeur die, keurig gepoetst en glim
mend als goud, ieders aandacht trekt.
De naam en de knop moeten nog een
bepaalde achtergrond hebben, maar
over die geschiedenis is weinig bekend.
Korenmolen-peperbus
Er zijn in Giessendam nog wel an
dere boerderijen met stemmige inte
rieurs, maar over het algemeen is deze
gemeente schaars met historisch schoon
bedeeld. Er staat nog een korenmolen,
waarvoor de eerste steen werd gelegd,
toen Napoleon nog maar een broeke
mannetje was. Dat gebeurde door een
kleine Giessendamse jongen, in het jaar
1775. De oude, verweerde gevelsteen bo
ven de dubbele deur herinnert daar nog
aan. Deze vermeldt: „Den 30 Augustus
1775 den eersten steen gelegd aen de
koremolen op Giessendam, door Willem
van Rees, ouwd 10 iaeren".
Deze kleine Willem, die even zijl»
knikkers in de steek liet voor die plech
tige gebeurtenis, heeft niet kunnen ver
moeden, dat in 1951 zijn molen als een
lelijke bouwval, ontluisterd en scheef
gezakt zou treuren om de nutteloosheid
van zijn bestaan Zo staan de zaken
namelijk op het ogenblik. Meer dan 175
jaar staat de molen aan het einde van
de steeg, die tegenwoordig „Molen
straat" heet en uitloopt op de nieuwe
straat langs de spoorbaan waar de nieu
we o.l. school, het mooie wijkgebouw
voor „Het Groene Kruis", het gemeen
tehuis en acht nieuwe woningen staan.
In deze omgeving valt de verweerde
steenklomp zeer uit de toon. Sinds 1935
overal de zachte behande
ling, het ontzien worden
en het ontzag en zó zit
de wereld nu eenmaal niet
in elkaar. Wat of Sjaak
eigenlijk precies voor een
taak heeft, wil ze dan
weten.
Het is geen imposante
taak: Sjaak is momenteel
b.i de afdeling expeditie.
Welbezien is dat in zijn
geval met meer dan het
dichtspijkeren van kisten
en het opladen van de
vrachtauto's. Noteer daar-
bij dat hamerslagen niet
altijd op de gewenste na-
gels terecht komen, en dat 2
men voorts in voortdurend 2
contact staat met een bui- 2
hef is tenwereld welke men zelf 2
de taak van niet mag opzoeken: auto na 2
auto gaat de grote fabneks- 2
poort uit op reis naar dicht- 2
bye en verre dorpen, ste- rt
den en landen maar zelf rt
blijf je achter in de stank X
van olie en benzine welke rt
de vertrekkende wagen je rt
minachtend in je gezicht
blaast. Weer gaat Marietje X
even een lichtje op: dat
moet nu juist het aller- rt
waarste voor Sjaak zijn. rt
lijkt de molen namelijk op een enorme
peperbus. In dat jaar werden omloop en
wieken gesloopt en het inwendige ge
lijkvloers verhuurd als bergruimte
voor een paar kolenkarren. Het pand
is thans eigendom van de familie Brou
wer en onlangs waren onderhandelingen
gaande met de gemeente over de ver
koop. Het gemeentebestuur zou ongetwij
feld spoedig de bouwval laten slopen,
want aan restauratie kan thans niet
meer gedacht worden. Jammer is het,
dat in 1935 geen pogingen zyn aange
wend, om de korenmolen, de enige in
de omtrek, in zijn oorspronkelijke staat
te behouden. Dan zou hij nu misschien
een sierraad ajn geweest voor het zo
matig met historisch schoon bedeelde
Giessendam.
Verschillende Giessendamse families
bewaren goede herinneringen aan de
tijd, dat de molenstenen nog graankor
rels vergruizelden en de zeilen klapper
den aan de lange wieken. De padvin
ders van Giessendam-Hardinxveld heb
ben er lange tijd een romantisch tehuis
gevonden. Zij kwamen er vaak tezamen
en hesen de vlag op hun merkwaardige
clubhuis ter ere van Sint Joris, die de
draak versloeg. Maar ook Sint Joris
heeft de molen niet kunnen redden en
zo zal spoedig de tijd aanbreken dat hij
valt onder de slopershamers of ver
moeid neerzijgt, stokoud en wrevelig
over zoveel ondankbaarheid na zulk een
lange staat van dienst
L. J. LEEUW18.