5(et c^luiA c GEKORTWIEKTE VOGEL? mmrmmm IMWi'.'lflU 1 ZONDAGSBLAD 3 NOVEMBER 1951 „Hei kleine Versailles" fReöemk henöRik heeft cr schatten a,ê,n eesteeö ZOALS ieder mens een geschiede nis heeft, is het ook met een huis. Vooral is dit het geval, wanneer het een woning is van een van de groten der aarde. Het heeft zijn tijden van glorie, maar ook van verval en ver waarlozing. Dat hangt af van de men sen, die er zich in vestigen. Wanneer het hun voor de wind gaat en zij heb ben hart voor hun huis, dan zullen zij het verfraaien, dan weerspiegelt het in zekere zin de mentaliteit van de be woners. Wij kunnen dit heel bijzon der opmerken aan het Huis Honse- laarsdijk een van de vroegere palei zen van het Huis van Oranje. W-j willen daarom iets van de geschiede nis ervan meedelen, een geschiede nis, die loopt van de 13e eeuw tot 1814. Een middeleeuwse p huizinge Wanneer het kasteel Hontshol ge sticht is, weten wij niet. In het mid den der 13e eeuw lag het midden in het Westland, omgeven door akkers en weiland. Daar woonden de heren van Naaldwijk, daar werkten de ho rige boeren, daar schalde de jacht hoorn en trokken de edelen met hun vrouwen uit met de valk. Wij moe ten ons van zulk een kasteel niet een te mooie voorstelling maken. In veel arbeiderswoningen van tegenwoordig met electrisch licht, gas, waterlei ding en verwarming is meer com fort dan in zulk een middeleeuwse huizinge. Hendrik III van Naaldwijk gaf zich In 1393 voor het eerst de titel van heer van Hontsholredijck. Wij gaan met zevenmijlslaarzen door de ge schiedenis en komen in de 16e eeuw. Toen was de eigenaar graaf Arem- berg, die is gesneuveld in de slag bij Heiligerlee. Hij stond, evenals zijn zoon, die zijn goederen erfde aan de Spaanse kant. Hierin vonden de Sta ten van Holland aanleiding om het kasteel met wat er bij behoorde in 1583 verbeurd te verklaren. Uit waardering voor het Oranje huis gaven zij het een zestal jaren later aan Maurits in gebruik. Deze zal er niet veel vertoefd hebben, al leen in de jachttijd hield hij er enige tijd verblijf. Het bleef echter eigen dom van de Staten. Met het sluiten van het Twaalfjarig Bestand in 1609 veranderde dit, daar toen bepaald werd, dat prins Karei van Aremberg zijn goederen in West- land weer terug kreeg. Deze, die in de Zuidelijke Nederlanden in Spaan se dienst verbleef, had weinig aan dit bezit, waarom hij het trachtte te ver kopen. Frederik Hendrik had er wel zin in, maar de onderhandelingen vlotten niet erg. Eindelijk, door be middeling van juffer Tserclaes, die in die dagen een politieke rol speelde, kwam de koop tot stand voor 360.000 gulden. Weer Oranje-bezit Groot was de vreugde van de be volking in deze streek, nu het goed weer aan een Oranjevorst kwam. Nu begon voor het Huis Hontsholredijck een tijd van bloei. Het kasteel was oud en vervallen en daarom besloot Frederik Hendrik een nieuw lustslot te laten bouwen, onder leiding van bekwame architecten. Wij zouden kunnen zeggen, dat er tijdens zyn le ven, vooral na zijn huwelijk met Amalia van Solms geen einde kwam aan het verfraaien van het paleis. Een drietal paviljoenen werden ge bouwd door twee galerijen met el kaar verbonden. Franse tuinarchitec ten legden schitterende tuinen met allerlei gewassen aan naar het voor beeld van St. Germain, de Tuilerieën en Fontainebleau. Het kasteel van Versailles, zoals dat er uitzag, voor dat Lodewijk XIV er een nog mooier paleis van liet bouwen, was tot voor beeld genomen en de naam .klein Versailles", die de tijdgenoten aan Hontsholredijck gaven, was wel ver- Talloos waren de opdrachten, die aan schilders gegeven werden om schilderijen te maken, die de zalen moesten versieren. Prachtige gobe lins bedekten de wanden. Ook was er een soort kapel voor kerkdiensten af gezonderd en nog kan men in de Her vormde kerk te Wateringen de fraaie preekstoel bewonderen, die Frederik Hendrik voor 500 liet maken. Hoog bezoek Het was in deze tijd, dat Maria de Medicis, de moeder van de Franse koning een bezoek aan ons land bracht. De prins en zijn gemalin deden hun best, om het haar zo goed mogelijk naar de zin te maken. Met groot gevolg trok de vorstin naar Honselaarsdijk Heel Loosduinen en Poeldijk liepen leeg, om de schitte rende stoet te zien voorbijtrekken. Toen Maria de Medicis de mooie go belins zag, opperde zij het voorstel ze tijdens haar bezoek te laten afne men, daar zij bang was, dat ze door haar gevolg zou worden beschadigd. Natuurlijk ging de prins daar niet op in. Maar de ruwe edelen ontzagen de mooie meubelen noch de wandver siering. In hun brooddronkenheid ver nielden zij zoveel moois, dat na hun vertrek de Staten aan Amalia van Solms ƒ20.000 schonken, om de schade te laten herstellen. Dit bedrag was nog maar gering vergeleken bij dat, wat" Frederik Hendrik in de loop der jaren aan dit lustslot ten koste legde. En niet alleen Honselaars dijk, ook zijn andere paleizen wer den op royale wijze verfraaid. Waar kwamen die honderdduizen den vandaan, vragen wij ons onwil lekeurig af. Het volk zei: Van de Zil vervloot! En in zekere zin had het gelijk Want de prins ontving van elk buitgemaakt vijandelijk schip een deel van de opbrengst. Vooral de ver overing van de Zilvervloot door Piet Hein bracht vrij wat in het laatje. Grote verandering Na de dood van Frederik Hendrik kwam er voor Honselaarsdijk een grote verandering. Zijn zoon Willem II, die nu eigenaar werd, besteedde in zijn kort maar woelig leven, lang niet die zorg aan dit paleis als zijn ouders hadden gedaan. Zijn verwant schap met het Engelse koningshuis kwam hem op grote uitgaven te staan. Hij hielp Karei I in zijn strijd met het Parlement, en dit kostte hem schatten, zodat hij genoodzaakt was heel wat landerijen in het Westland te verkopen. En toen zijn zwager, de latere Jacobus II, als vluchteling op Honselaarsdijk verblijf' hield, werd ook dit een kostbare geschiedenis. Alleen de keukenrekening tijdens zijn verblijf bedroeg een kleine ƒ30.000, Reeds in 1650 overleed 'Willem II, die het lustslot naliet aan zijn vrouw Maria, de Engelse koningsdochter. Deze voelde al heel weinig voor dit goed. De beer, de honden, de vo gels en andere dieren gaf zij aan de graaf van Oost-Friesland ten ge schenke, de rijpaarden werden ver kocht- Nu en dan kwam zij in de zo mer enige tijd in het kasteel, maar veel zorg besteedde zij er niet aan. Dit werd anders, toen haar zoon Willem III met Maria Stuart in het huwelijk trad. Het was in 1677, dat beiden hun intocht in Den Haag de den en nu liet de stadhouder Honse laarsdijk naar zijn smaak en naar de wens van zijn gemalin inrichten. Evenals zijn grootouders bezat hij liefde voor de kunst en groot was het aantal schilderijen en andere kunst werken, waarmee hij het paleis ver sierde. Langzamerhand was het een soort museum geworden ,,dat in al de Nederlandsche provinciën geen weergading en heeft", schreef een tijdgenoot. Vooral Maria verbleef graag in Honselaarsdijk. Daar was het stil en rustig, daar kon zij zich beter dan in het woelige Den Haag, overgeven aan haar vrome meditaties. Daar was het ook, dat Willem het bezoek ontving van de Engelse heren in 1688, om zijn schoonvader Jacobus II te ver drijven. En toen de dag aanbrak, dat de prins naar Engeland zou vertrekken, deed Maria hem van uit Honselaars dijk uitgeleide naar Maaslandssluis, waar zij een roerend afscheid van haar gemaal nam. Enkele maanden daarna volgde zij, om met Willem tot koning en ko ningin van Engeland te worden ge kroond. Zij heeft ons land niet weer gezien, reeds in 1695 overleed zij. Met haar vertrek was het met de glans van het paleis gedaan. Nog eenmaal blonk het in al zijn luister, toen de stadhouder-koning in Januari 1691 voor het eerst weer in Holland kwam en een kort bezoek bracht aan Hon selaarsdijk. Maar verder lag het lust slot daar stil en als uitgewoond, on der toezicht van een rentmeester. Naar de ondergang De jaren verliepen, Willem III stierf in 1702, Honselaarsdijk kwam aan koning Frederik I van Pruisen. Uit de aard der zaak bezocht deze zijn bezitting al heel weinig. Lang zaam maar zeker trad het verval in. Aan reparaties werd niets ten koste gelegd, dit prachtige slot ging zijn ondergang tegemoet. Dit ging prinses Anna, de weduwe van Willem IV toch aan het hart. Zij kocht het goed voor haar zoon Willem V, die er nu en dan ging ja gen, maar er zich weinig aan hecht te. Ook onder zijn bestuur was er van een opleving weinig sprake. In 1795 werd het lot van het kasteel feitelijk beslist. Willem V vertrok met zijn gezin naar Engeland en de nieuwe regering verklaarde Honse laarsdijk tot nationaal eigendom. Na dit jaar veranderde het telkens van bestemming, het werd staatsgevange nis, militair hospitaal, cadettenschool, weer militair hospitaal en herhaalde lijk sprak men er over, om het maar te slopen, daar het als woonplaats steeds minder geschikt werd. Toen de Fransen in 1813 vertrok ken stond het oude gebouw er echter nog. Aan herstel viel niet meer te denken. Het paleis, dat zijn glorietijd gekend had in de 17e eeuw, was ge worden als een oude man, die naar het graf neigt. Zo dacht ook koning Willem I er over, die het 21 Dec. 1814 voor afbraak deed verkopen. De tuinen, parken en bossen, die eens de heerlijkheid van Honselaarsdijk uitmaakten, werden van lieverlede verkocht als bouw- en tuingrond. Enkele stalgebouwen waren nog blijven staan. Hier werd in 1830 een openbare school gevestigd, maar ook hiervan is tegenwoordig zo goed als niets overgebleven. Wel is op Hon selaarsdijk van toepassing: ,,Sic transit gloria mundi"; zo gaat de glorie van de wereld voorbij. Dr. D. LANGEDIJK. No. 6. NU de oplossingen van de derde puzzle verwerkt zijn, vind ik daarin aanleiding de reacties er op nader te bezien. Over het algemeen vond men dit een gezellige puzzle, wat ook wel blijkt uit het grote aan tal nieuwe oplossers. Prettig was het te lezen, dat ook velen, die alleen de lagere school doorlopen hebben, toch met groot genoegen meegedaan heb ben. Al zijn de puzzles van deze ru briek gemiddeld moeilijker dan een kruiswoordpuzzle, toch kan ieder met gezond verstand en een goede dosis geduld wel enige punten bij elkaar krijgen. Geleerd kan ik deze puzzle niet noemen. Wel hebben velen hun oplossingen niet correct opgeschre ven, maar als mij de bedoeling dui delijk was, heb ik het goed gerekend. Vooral het wortelteken was sommi gen blijkbaar onbekend. Zo schreef men b.v. 5V. ir. plaats van V5. Bij de weergave van de benadering van Het Huis Honselaarsdijk in zijn glorietijd. 18 in de vorige rubriek heeft de zet ter het wortelteken niet doorgetrok ken, hoewel het goed geschreven was Een goed verstaander begrijpt dat wel. Worden de opgaven eenvoudiger dan gaat voor velen de animo er af. Zo veel mogelijk krijgt ieier zijn kans. Men geve de moed niet te gauw op. Puzzle 2 en 4 worden sa men behandeld in de rubriek van 10 November. Nogmaals verzoek ik duidelijk te schrijven, liefst met inkt. U kunt het de redacteur met wat goede wil ge makkelijker maken door Uw naam met blokletters te schrijven. Rekent U eens uit, hoeveel tijd het kost on geveer 250 oplossingen te verwerken, wanneer iedere oplossing 2 minuten vergt. Dan is een duidelijke oplos sing als balsem. Tot mijn genoegen heb ik bemerkt, dat er verscheidene oplossers zijn, die voor 8 4 oplossingen hebben in gezonden. Bravo en gefeliciteerd met het extra punt. In deze rubriek volgt als nieuwe puzzle een geestesproduct van Andrea Vader te Dordrecht. De extra punten haar daarvoor toegekend worden naar gelang van de reacties uit de kring der oplossers berekend. De redactie er van luidt als volgt. De meesten van u kennen wel het magische vierkant, waarin de getallen 1 tot en met 9 zodanig worden ge plaatst, dat de som der cijfers horizon taal, verticaal en in de beide diago nalen totaal 15 bedraagt. Het ziet er als volgt uit: Horizontaal, van links naar rechts telt men 3 x 15. Verticaal, van boven naar onderen telt men 3 x 15. In de diagonaal, schuin naar onderen telt men 2 x 15 n.l. 4+5+6 en 8+5 2. Gevraagd wordt nu een magisch vierkant samen te stellen met de cijfers 1 tot en met 25. U rekent eerst uit, welk totaal telkens 5 cy- fers moeten geven en plaatst ze dan zo, dat U 5x horizontaal, 5x verticaal en 2x in de diagonaal hetzelfde to taal verkrijgt. Voor een juiste oplos sing van het magische vierkant met 25 cijfers worden 3 punten toegekend Voor degenen, die een magisch vier kant met de cijfers 1 tot en met 16 geven, worden 2 punten berekend. Het maximum is dus 5 punten. Oplossingen worden uiterlijk Woens dag 14 November 9 uur voormiddag ingewacht bij het bureau van dit blad onder het motto „Hersenkra- kertjes". ANTON VAN MEEDEN. ZONDAGSBLAD 3 NOVEMBER 1951 5 qiessenö&mse bocröcrij met BezienswikdRöiq inteRieuR tan W DE vreemdeling die in Giessendam komt en vraagt naar de boerderij van Muilwijk, bekend onder de naam: „De koperen knop", kan te horen krijgen dat die te vinden is tussen ..Den Een denbout" en „Den Donkeren Boom", dus vlak bij „De Verkeerde Wereld". Zulk een antwoord zou bij de historie- minnaar grote verwachtingen kunnen wekken, waarin hij later slechts teleur gesteld zou worden. Deze vier namen van boerderijen of voormalige boerde rijen houden stellig herinneringen leven dig aan een grijs verleden, doch alleen „De koperen knop" heeft nog een be zienswaardig interieur. In „Den Eenden bout" is tegenwoordig een zakkenhandel gevestigd, op de plaats van „Den Don keren Boom" is een blokje van twee nieuwe woonhuizen gebouwd en het enige verkeerde aan „De Verkeerde We reld" Is, dat een grote zwartgeteerde schuur aan de kant van de weg staat, terwyl het woonhuis (dat is vernieuwd)' tegen de gewoonte in aan de achterzijde, dus aan de oever van de Giessen staat. Bovendien geniet deze plaats bekendheid om de scherpe bocht in de weg, die zich om een vooruitstekende punt van de planken schuur heenslingert. Met „De koperen knop", bewoond door de familie Muilwijk, is het een ander geval en niet ten onrechte staat deze hofstede dan ook onder toezicht van Monumentenzorg. Wie eens slapen wil in een bedstede met wanden van fraai geglazuurde tegeltjes en een fir mament op het plafond vol met sterren, waartussen een bleek maansikkeltje vre dig naast een laaiende zon zweeft, moet daar ter kooi zien te komen! Onlangs hebben bijna honderd leden van de Boerenwagenclub. die veel liefhebbers van oud schoon verenigt, een bezoek gebracht aan deze boerderij Zij waren zeer opgetogen over de Inrichting en dat zegt veel. want onder hen bevonden zich vele deskundigen, waaronder de bekende architect-illustrator-publicist ir. M. C. A. Meischke. Uiteraard zijn het juist de kenners, van historische interieurs, die het be treuren, dat latere geslachten zoveel van de 17e eeuwse inrichting hebben ver minkt door onoordeelkundige restauratie of verbouwing. Zo heeft de reusachtige voorkamer een schouw, die langs heel de achtermuur loopt Het machtige vertrek is echter later in twee kamers verdeeld, zodat de schouw (die dik onder de verf is gesmeerd) in tweeën werd gedeeld. Aan iedere kant onder die schoorsteen bevond zich een bedstee; de ene valt nu in een smal vertrek, dat meer eon gang is en de andere in de kamer, die zelfs nu nog grote afmetingen heeft. Boven dien werd de grote ruimte onder de schouw afgeschoten, zodat de fraaie te- geltableaux in kasten en achter scher men verborgen zijn. Gelukkig zijn de bedsteden intact gebleven, de ene zelfs met een fraai gefestoeneerd bankje er Boven dc schouw hangt een wapen met twee blazoenen; op het ene ziet men een koeienkop en een rijtje bomen (blijkbaar landbouw en veeteelt symbo liserend) en op het andere springt een soort gazelle welke beeltenis op de jacht zou kunnen wijzen. Bovendien ziet men boven de schouw nog een vijftal tcgeltableaux. geflankeerd door beelte nissen van de „prince" en de „princes" van Oranië. De overige taferelen hebben betrek king op het landleven en één ervan stelt een nogal barokke klok voor. Verder hebben de tegels zich kunnen handhaven op één kamermuur, doch daarop zijn de beeltenissen sober. Aan weerszijden van het (zeer grote) raam ziet men slechts een vogel in een kooi Een oud trapje met een mooie leuning (helaas dik onder de grijze verf) voert eerst naar een opkamertje en vervolgens naar de bovenverdieping. Onder dc trap is een kastje met eenvoudig houtsnij werk en op de deur een hel geverfde voorstelling van David die de harp be speelt. „Mijn ziele wil den Hecre met Lofzang Prijzen" leest men onder de David op de Harp verbreid Gods Lof en eer. Laat ons ook alzo doen die hier gaan op en neer. Een oude Statenbijbel op standaard, een buikig kabinet en een wandkastje met porselein geven passende decoratie aan het interieur. In het opkamertje zweeft een engel met bolle wangen tus sen linten en festoenen op de schuine zoldering, waarop voorts in sierlijke letters te lezen is „Godt alleen de Eer". Een merkwaardigheid is de uitsprin gende bedstee van ijzerhard hout, dat vlekkerig, in vreemde tinten is beschil derd en voorzien van houtsnijwerk. Wel is het te betreuren, dat de har monie in de oude boerenwoning is ver loren gegaan omdat verschillende ge slachten er een eigen stempel op ge drukt hebben, hetgeen vaak stijlloos en ondeskundig gebeurde, maar de sfeer van het geheel is nog tekenend voor de 3? de Kerk af. Maar als allerlei kleinere of grotere gemakkelijker opje eist omgeschakeld wordt diefstalletjes en onregel- méér verantwoorde matigheden, maar hij ziet arbeid, betekent dit meteen geen verband tussen dit dat de kosten met 'n vaar- alles en de afwezigheid tje omhoog gaan: eventjes van een sociaal werk(st)er. dan ben je met Dat is dom, want hij kan vakkundig toch uit zijn eigen leven weten dat hij zelf ook de ene dag vlotter opschiet dan de andere en dat hy tientje klaa een zaak onderzoeken trachten op te lossen daar entegen vereist een full- s als Marietje de trap af en de deur uit gaat is dat een paar uur na haar kennismaking met Merie- 5 tje, maar ze is onderwijl dat de kosten met 'n een heel stuk wijzer ge- tje om' worden. Vaag begint zich helpen 't beeld van dit gezinnetje af te tekenen en ook hier ligt alles weer anders en dieper dan men eerst denkt te geloven. Dat is nu juist hét probleem van de Volks- tvyk, waarvan buiten- staanders zo goed als niets snappen; daarom vergt de arbeid er zoveel tijd en geld en krachten; daarom dreigen er zoveel misluk- kingen. Het lijkt zo bar t eenvoudig; een gezinnetje dat even op 'n ondiepte te- recht kwam en dat aanloopt om hxllp: of je het eventjes T gauw weer vlot kunt bren- T gen en dan verder ajuus, T we varen weer! Maar b'-j nadere beschouwing ligt het volkomen anders: het scheepje liep niet vast om dat de vaargeul vol zand banken zat maar omdat het zelf lek gestoten is. Wie daar gauw, gauw wat geld aan spendeert mag een verlekkerd gevoel van noeste behulpzaamheid koesteren, maar hij heeft volstrekt geen oplossing de hand gedaan. Het time kracht met een salaris laatst een stevige order en dan achterna nog een misliep, feitelijk om geen tientje, en je kunt blij zijn andere reden dan omdat als het dan geen honderdje zijn vrouw zoveel noten op haar zang had of om dat zijn dochter zo ernstig „Ik heb ziek was. Geen mens met zorgen levert ooit een maximum aan presta- wordt.... Marietje staat op straat. „Kom", denkt nog net wat tijd over, laat ik maar eens naar die baas van Sjaak gaanEn wat later zit een bedrijf, ze met de personeel- zelfs zonder nog met recht chef te praten. Ze heeft en barmhartigheid aan te geluk, de alleen, r Sjaak ook een beetje, dat zegt heel wat, want is er niet komen dragen, om te zor- kent gen dat dat bedrijf mar cheert. Maar goed, de personeel- loonzakje kent. Feitelijk zeilen, vindt hij; dom, j», schuitje vaart hoogstens sociaal geschoolde krach- dat Sjaak op de nominatie één bocht verder om dan ten, die heel het personeel opnieuw en nog veel hope- van haver tot gort beke rt lozer aan de grond te zit- ken. Helaas, menig onder- ten. Daarom is het diaco- nemer ziet daar het nut nale werk in het verleden zo vast gelopen, de beste broeders spanden zich zo hartelijk in, maar zij kre- gen stank voor dank en ze begrepen maar niet hoe dat kwam, werden sjagrij- rug en bars van de weer- omstuit, en stootten daar- door de mensen nóg meer moest het anders liggen: eigenwijs, met twee linker Wagens inladen, die trek- feitelijk moest ieder zich- handen en een onbetame- zelf respecterend bedrijf lijk grote mond. Juffrouw beschikken over voldoende Marietje mag best weten Brussel, Gent en Parijs, naar Duxseldorf en naar Milaan. En bij elke wagen moet er diep in Sjaaks hart iets denken aan zesdaag sen en wegritten en crite ria: Paradise lostZit 'm hier soms de kneep? Is Sjaak een trekvogel in een kooi: hoog over zijn hoofd gaan de wilde ganzen? Het is maar een vraag, maar het is van belang dat de vraag gesteld wordt WIJKPREDIKANT. nog niet 1 hij spaart omdat hij liever dat extra-loon uit en beseft niet dat hy op werkt, heerst die manier zichzelf op vijf- stemming, voudige kosten jaagt. Hij merkt wel dat zijn nieuwe schaftlokaal Marietje knikt begrij pend. Natuurlijk, dat moet wel. Als je je levensbegin lum van tijd gemold in louter watten hebt door- ordthij stuit wel op gebracht word je er niet en dan heb ik me nog wel ver beeld, dat een kindermeisje nooit slaapt!" oude boerengeslachten uit de Alblasser- waard, die in godsvrucht en soberheid onder dit dak hebben gewoond. Daarom is het goed, dat „De koperen knop" bij Monumentenzorg op het lijstje staat. Wat de naam betreft, deze is nog af te leiden van de grote koperen knop op de voordeur die, keurig gepoetst en glim mend als goud, ieders aandacht trekt. De naam en de knop moeten nog een bepaalde achtergrond hebben, maar over die geschiedenis is weinig bekend. Korenmolen-peperbus Er zijn in Giessendam nog wel an dere boerderijen met stemmige inte rieurs, maar over het algemeen is deze gemeente schaars met historisch schoon bedeeld. Er staat nog een korenmolen, waarvoor de eerste steen werd gelegd, toen Napoleon nog maar een broeke mannetje was. Dat gebeurde door een kleine Giessendamse jongen, in het jaar 1775. De oude, verweerde gevelsteen bo ven de dubbele deur herinnert daar nog aan. Deze vermeldt: „Den 30 Augustus 1775 den eersten steen gelegd aen de koremolen op Giessendam, door Willem van Rees, ouwd 10 iaeren". Deze kleine Willem, die even zijl» knikkers in de steek liet voor die plech tige gebeurtenis, heeft niet kunnen ver moeden, dat in 1951 zijn molen als een lelijke bouwval, ontluisterd en scheef gezakt zou treuren om de nutteloosheid van zijn bestaan Zo staan de zaken namelijk op het ogenblik. Meer dan 175 jaar staat de molen aan het einde van de steeg, die tegenwoordig „Molen straat" heet en uitloopt op de nieuwe straat langs de spoorbaan waar de nieu we o.l. school, het mooie wijkgebouw voor „Het Groene Kruis", het gemeen tehuis en acht nieuwe woningen staan. In deze omgeving valt de verweerde steenklomp zeer uit de toon. Sinds 1935 overal de zachte behande ling, het ontzien worden en het ontzag en zó zit de wereld nu eenmaal niet in elkaar. Wat of Sjaak eigenlijk precies voor een taak heeft, wil ze dan weten. Het is geen imposante taak: Sjaak is momenteel b.i de afdeling expeditie. Welbezien is dat in zijn geval met meer dan het dichtspijkeren van kisten en het opladen van de vrachtauto's. Noteer daar- bij dat hamerslagen niet altijd op de gewenste na- gels terecht komen, en dat 2 men voorts in voortdurend 2 contact staat met een bui- 2 hef is tenwereld welke men zelf 2 de taak van niet mag opzoeken: auto na 2 auto gaat de grote fabneks- 2 poort uit op reis naar dicht- 2 bye en verre dorpen, ste- rt den en landen maar zelf rt blijf je achter in de stank X van olie en benzine welke rt de vertrekkende wagen je rt minachtend in je gezicht blaast. Weer gaat Marietje X even een lichtje op: dat moet nu juist het aller- rt waarste voor Sjaak zijn. rt lijkt de molen namelijk op een enorme peperbus. In dat jaar werden omloop en wieken gesloopt en het inwendige ge lijkvloers verhuurd als bergruimte voor een paar kolenkarren. Het pand is thans eigendom van de familie Brou wer en onlangs waren onderhandelingen gaande met de gemeente over de ver koop. Het gemeentebestuur zou ongetwij feld spoedig de bouwval laten slopen, want aan restauratie kan thans niet meer gedacht worden. Jammer is het, dat in 1935 geen pogingen zyn aange wend, om de korenmolen, de enige in de omtrek, in zijn oorspronkelijke staat te behouden. Dan zou hij nu misschien een sierraad ajn geweest voor het zo matig met historisch schoon bedeelde Giessendam. Verschillende Giessendamse families bewaren goede herinneringen aan de tijd, dat de molenstenen nog graankor rels vergruizelden en de zeilen klapper den aan de lange wieken. De padvin ders van Giessendam-Hardinxveld heb ben er lange tijd een romantisch tehuis gevonden. Zij kwamen er vaak tezamen en hesen de vlag op hun merkwaardige clubhuis ter ere van Sint Joris, die de draak versloeg. Maar ook Sint Joris heeft de molen niet kunnen redden en zo zal spoedig de tijd aanbreken dat hij valt onder de slopershamers of ver moeid neerzijgt, stokoud en wrevelig over zoveel ondankbaarheid na zulk een lange staat van dienst L. J. LEEUW18.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 12