ENGELAND EEN VROUWENBRIEF IN ZEVEN FOTO'S WAAR 'T POLITIEKE HART VAN klopt Bijlage van de „Nieuwe Leidsche Courant" van Zaterdag 27 October 1951 -K Bolwerk van traditie Wat er ook gebeurt hef Parlement werkf door DE „Slag om Whitehall", zoals de Engelsen vaak hun parlementsver kiezingen noemen, is weer voorbij. De bladen van gisteren en vandaag brach ten de uitslagen en uitvoerige beschou wingen en heel de wereld leeft met deze politieke worsteling mede. Over die uitslag spreken we hier niet, maar wel vragen we de aandacht van onze lezers voor Whitehall, de zetel der nog de zetel der Britse regering, het hoofdkwartier van het Britse Gemene best van Naties en een bolwerk van traditie zoals de wereld er weinige kent. Bovendien was Westminster in vervlo gen eeuwen de bakermat van de Brit se democratische opvattingen en be stuursvormen, de wieg dér Britse volksvertegenwoordiging en ook daar door thans een nationale bedevaarts plaats voor de Britten en een „staat kundig museumstuk" voor vreemdelin gen. Knoet nabij de Hi de Theems het eerste paleis van West minster bouwde, maar niettemin is Westminster nu, als toen, het hart der Britse wetgeving en bestuursorganen, ja, het levende middelpunt van tal van over de gehele wereld verspreide gebie- dn, die Engeland na 1600 geleidelijk binnen zijn invloedsspheer wist te trek ken. Koning Knoet kon zelfs niet dro men, hoe belangrijk Westminster eens zou worden. Westminster was ook de plaats, waar de stem van het Britse volk steeds luider begon te klinken naarmate in de loop der jaren en door menige strubbeling heen de parlemcn- Als een stille waardige getuige van de vooruitgang dezer democratische opvattingen is Westminster Abbey te be schouwen, Engeland's meest vereerd „nationaal heiligdom". Niet ver van Westminster Abbey bevinden zich nog enige overblijfsels van het Westmin- ster-Paleis, die de stormen en rampen der eeuwen overleefd hebben. De weg door Westminster is betreden door alle vorsten, die de laatste 1000 jaar dc Engelse,koningskroon hebben gedragen. Het plechtige, strenge gelaat van Oli- •vier Cromwell staart de bezoeker aan, als een in brons gegoten herinnering aan de dagen omstreeks het midden der 17e eeuw, toen de continuïteit der Britse regeringstradities verbroken dreig de te worden. jen der drukste doodlopende straten ter wereld de ambtswoning annex bu- rau van Engeland's Eerste Minister, het vermaarde huis „Downing Street Number Ten", waar zo tal van hoogst belangrijke beslissingen zijn genomen en waar nog dagelijks het lot van het Britse Rijk en dat van vele andere staten onder de loupe wordt genomen. Het bestuur over een land is goed deels gebaseerd op routine en routine pleegt wel eens saai en eentonig te zijn. In Westminster evenwel wordt die eentonigheid voortdurend gebroken door kleurrijke schouwspelen voornamelijk van militaire aard. Militair vertoon is een der meest karakteristieke aspecten van Whitehall en boeit de bezoekers zowel als de geboren en getogen Lon- denaars steeds. Dag in dag uit trekken martiale, stille schildwachten-gardisten veel belangstelling en bekijks. Bij plechtige gebeurtenissen de opening van het Parlement, een kroningsfeest, een koninklijk huwelijk zijn de stra ten tjokvol met mensen, die komen om de eeuwenoude plechtigheden gade te slaan en zich te vergapen aan dc prach tige parades der in pompeuze, kleurige uniformen gestoken garderegimenten. Op zulke dagen leert Whitehall de bezoeker, dat democratische instellin- „Rechten van onderdanen. Uwe Majesteit, zijn moeilijk te verwerven, en, eenmaal ver loren. niet dan na veel strijd terug te winnen," ent Sergeant-instructeur R. 1. S. Tijacke, reeds 18 jaar belast niet de opleiding en het drillen der soldaten van „Gold- streams", de koninklijke lijfwacht. Engelse regering. Het gedeelte van Londen, dat om en ten westen van de Westminster Abbey en de parlementsge bouwen ligt, wordt Westminster ge noemd; het politieke centrum daarvan heet Whitehall. Middelpunt der regeringsgebouwen is de massieve toren van de Big Ben, die van alle markten en pleinen in de wijde omgeving te zien ls. Aan de voet van deze toren, die over heel de wereld bekend is, staan de parlementsgebou wen: „the House of Lords", te verge lijken met onze Eerste Kamer, en op de voorgrond van nevenstaande foto ziet men het nieuwe gebouw, waar „the House of Commons" (onze Tweede Kamer) vergadert. Aan de linkerzijde snijdt de verkeersweg van Whitehall het complex van de voornaamste rege ringsgebouwen. Ongeacht alle politieke woelingen blijft Whitehall voortbestaan en func- volk. Meer dan 1000 jaar London's aanzicht is in dc loop der eeuwen meer dan eens sterk gewijzigd. Menige wijk der Britse hoofdstad wis selde van functie maar één kwartier is er, dat zijn rol en betekenis geduren de meer dan 1000 jaren behield: Westminster, ook héden tcu dage Downingstreet 10 In de historische, met traditie gela den omgeving van Westminster Abbey wordt ook in onze tijd het Britse Rijk bestuurd. In het drukke Whitehall ziet men een mengeling van toeristen en pelgrims", afgewisseld door officieel geklede of geüniformeerde autoriteiten. De regeringsbureaux, die voor een be langrijk deel in Whitehall zijn gelegen, drukken hun stempel op het geheel. In tegenstelling tot de strenge, indruk wekkende ambtelijke gebouwen in Whi tehall ligt min of meer verscholen in gen en militair vertoon in Engeland samengaan. Dan ziet men ook hoog waardigheidsbekleders gestoken in cos- tuums, die eeuwen her gebruikelijk waren. Dan ziet men hellebaardiers en andere uit de tijd zijnde figuren weer opduiken bij het hoofdkwartier van het Britse Gemenebest. Kortom, dan kan men voorbije eeuwen en oude gebruiken als het ware op heterdaad betrappen. Sir Allied Men weet 't: Engeland houdt kramp achtig aan zijn eeuwenoude tradities vast e'n ze zijn er in hoge ere. Een welsprekend bewijs daarvan is ook de kamerbode van het Lagerhuis, briga- Sir Charles Alfred Howard met zijn scepter. Hu: den nageleefd. Sinds 1935 gaat Sir Alfred met zijn scepter de „Speaker" voor wanneer deze zich in het Huis naar de voorzit- terszctel begeeft Ook behoort t tot zijn taak om als de ceremoniemeester van het Hogerhuis een bezoek aan 't Lager huis brengt, vlak voor diens neus de deur met een smak dicht te smijten. Als hij dat gedaan heeft, gluurt hij door een kijkgat in de deur om te zien of er zich geen soldaten in het gezelschap van de ceremoniemeester bevinden. En eerst als hij daarvan overtuigd i^ opent hij de deur en kan de ceremonie meester binnen treden. Deze voor buitenstaanders wonderlij ke ceremonie herinnert aan de dagen van Karei I, toen deze het Lagerhuis de wet wilde voorschrijven. Het parlement dat is in Engeland een door traditie bijna geheiligde instel ling waarin de rechten en vrijheden des volks verankerd liggen. Churchill's tranen Op 10 Mei 1941 werd de oude zittings zaal van het Lagerhuis door Duitse bommen vernield. Een van de eersten, die de ruïne in ogenschouw kwam ne men. was Winston Churchill, Engeland's grote oorlogsleider. Van dit trieste be zoek vertelde de journalist Guy Eden: „Ik zag de tranen over zijn gezicht lopen. Hij trachtte ze niet tegen te hou ten of ze zelfs af te wissen. Met zijn stok boorde hh in de ruïnes, zijn blik dwaalde over de plaats, die hem nu zo vreemd geworden was en het scheen of hij deze oude zittingszaal een vaar wel toeriep. Een tijdlang zweeg hij. Toen draaide hij zich abrupt om, zeg gend „Deze kamer moet precies zo worden herbouwd, als zij geweest is. In de tussentijd zullen wij geen dag verliezen door wat er nu gebeurd is". Het Parlement verloor inderdaad geen enkele dag. Zijn werk werd niet onderbroken door de slag, die de Luft waffe aan zijn zittingszaal had tocge- Statig rijst boven Westminster de massieve toren Brand, oorlog, revoluties, bombarde menten en V-wapens heeft Whitehall In de loop van zijn bestaan moeten trotseren en overleven. Maar sedert In October van 't vorig Jaar het nieuwe Lagerhuisgebouw plech tig kon worden geopend, is Whitehall weer Intact. Daar, aan de voeten van de circa 100 meter hoge Big Ben, klopt het hart van het Britse gemenebest weer als vóór de laatste oorlog en on danks alle benauwde spanningen, waar aan de wereld in deze tijd ten prooi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 9