middag dutje
twee zeer belangrijke boeken
-én der slagaders
van het Evangelie
U
4
►3 -Sin ËlelJKS
ZONDAGSBLAD 27 OCTOBER 1951
Ë.S:3.ë2.2t.5Ö'-5,o K
HET VEEL GESMADE
(Van onze medische medewerker)
§1NDS de grijze oudheid heeft men
het bestaan van de mens vergeleken
met een gevecht. De vraag: ..Heeft de
mens niet een strijd op aarde?" is in
duizendvoudige variaties herhaald. Hij
vecht voor bestaan met zijn vuisten,
zijn spieren, zijn hart, zijn longen, zijn
wapens. Via het centrale zenuwstelsel
beschikt hij over een voortreffelijke
inliditingendic ist, die 1618 uur per
dag functionnecrt, alle van buiten ko
mende prikkels registreert, verwerkt
en beantwoordt.
Als het lichaam 's avonds na een in
spannende en vermoeiende dagtaak
rust krijgt in een gemakkelijke stoel,
werken de hersenen steeds door tot het
ogenblik waarin de slaap ons over
mand. Het zenuwstelsel zou niet aan
het hoofd van de strijd om het bestaan
kunnen gesteld worden als het alleen
over een bewust, willekeurig deel zou
beschikken zoals dat een plaats ge
vonden heef* in de schors van de grote
hersenen.
Al naar de ei sen, die de buitenwereld
ons stelt, moeten plotselinge verande
ringen in de functies der organen uan-
gebracht kunnen worden. Als wij het
vege lijf moeten bergen door een haas
tige vlucht zijn het niet alleen de spie
ren, die zich tot het uiterste moeten
inspannen, ook het hart, de longen en
tal van andere organen worden tot een
versterkte werkzaamheid aangezet. I)
voelt dat aan het bonzen van het hart,
de versnelde en verdiepte ademhaling.
De regeling van de orgaanfuncties
geschiedt voor ons gevoel automatisch.
Het deel van het zenuwstelsel, dat zich
hiermee bezig houdt noemen we het
onbewuste of vegetatieve zenuwstelsel.
Het centrum er van bevindt zich in
een betrekkelijk kleine hoeveelheid
zenuwweefsel aan de onderkant van
de hersenen. Deze plaats al doet een
nauw verband vermoeden van het on
bewuste met het bewuste zenuwstelsel.
U weet dit ook uit ervaring. Wanneer
u een ernstig ongeval ziet gebeuren,
worden in een kort tijdsbestek via ogen
en oren diverse indrukken bewust ge
registreerd. maar onbewust trekken
tegelijkertijd de bloedvaten van de
huid zich samen zodat kippenvel ont
staat. de adem stokt in de keel en de
hartslag wijzigt zich.
Het leven in deze emotievolle, haas
tige en jachtende tijd stelt grote eisen
aan het zenuwstelsel. Er is voor dit
deel van de mens maar één volkomen
ontspanning, aat is de slaap' Een flinke
en ongestoorde nachtrust is een eerste
vereiste voor de mens om zijn energie,
werklust en u-erkkracht niet uitgeput
te doen raken. Het naderend seizoen
is bij uitstek geschikt om aan de eisen
van het lichaam te voldoen. De dagen
korten, de avonden en nachten lengen.
Men zou zo denken, dat in deze tijd
van het jaar mets eenvoudiger is, dan
te voldoen aan de normale slaapbe-
hoefte van de volwassene, die in ge
middeld 8 uur nachtrust bestaat. De
moderne mens heeft zich van de natuur
en de regelende loop der zon afgekeerd
tot schade vun zichzelf. Voeg daarbij
het teloor gaan van zulk een groot goed
als de Zondagsrust en men kan zich er
alleen maar over verwonderen, dat
nog niet meer kwalen ontstaan op de
basis van een gestoord evenwicht in
het zenuwstelsel.
Zal de mens ten volle profiteren van
het leven en zal de maatschappij ten
volle profiteren van de mens, dan moe
ten de noodzakelijke rustperioden, in
clusief de rustdag als scheppingsordon
nantie, ten volle in acht genomen wor
den. Het door sommigen gesmade
middagdutje is voor velen een welkome
onderbreking van ae dagtaak, die
daarna met meer lust en vaak efficiën
ter volbracht wordt. De vele moeders
in gezinnen met klachten over moeheid
zonder lichamelijke afwijkingen en met
ogenschijnlijk voldoende nachtrust,
adviseer ik met klem 's middags een
half uur of een uur onder dekens ie
gaan rusten. Ze zullen de zorgen van
het gezin en de duurte van deze tijd
met meer energie tegemoet treden en
de man des huizes, als hij 's avonds
thuis komt. ern vrolijker ontvangst be
reiden. Voldoende slaap is minstens
zo nodig als voldoende voedsel.
Bij de N.V. W. J. Thieme Cic tc
Zutphen verschenen twee boeken, waar
op we gaarne de aandacht willen ves-
Het eerste is het bekende werk van
prof. F. A. Stoett ..Nederlandse spreek
woorden en gezegden", 't Is reeds de
zevende druk. die bewerkt werd door
dr. C. Kruyskamp. Niet minder dan
1633 spreekwoorden worden hier „behan
deld". d wz.: er wordt een duidelijke
omschrijving gegeven van de bedoeling
en ook verteld waaraan zo'n gezegde
zijn onstaan te danken heeft en in wel
ke tijd het vermoedelijk ontstond.
Voorts wordt een vergelijking gemaakt
met soortgelijke uitdrukkingen in het
Frans, Duits en Engels, hetwelk aan de
duidelijkheid zeer ten goede komt. Wij
hebben talrijke proeven genomen, die
ons tot de conclusie brachten, dat dit
boek inderdaad zo goed als onze gehele
vij vele gezegden
de juiste betekenis gebruiken zonder
precies te weten waar het betreffende
woord vandaan komt. Als we willen zeg
gen, dat een of ander ding goedkoop is
te verkrijgen, zeggen we: voor een
krats. Zie hier de betekenis: voor een
krats is voor een kleinigheid, voor heel
weinig geld. Naast krassen kende men
voorheen kratsen en in de 17de eeuw
komt voor geen krits voor: geen zier;
het lijkt dus waarschijnlijk dat krats in
Het fotograferen van kleine en grote dieren f
T^ICHTBIJ fotograferen, zo-
als wy een vorige keer
bespraken, is een onderdeel
van de fotografie, dat welis
waar niet met elke camera
beoefend kan worden, maar
wel de moeite van bespreken
.waard is. Met elke camera,
waarbij men op een matglas
scherp kan stellen, is het mo
gelijk, terwijl de cnkelogige
spiegelreflex-camera hiervoor
uitermate geschikt is en ook
de Leica deze mogelijkheid
biedt door middel van hel
tussenstuk dat hiervoor wordt
gemaakt.
Deze tak der fotografie is
er een die U, wanneer U er
eenmaal mee begint, niet
meer loslaat, want elk dier
tje is interessant; men gaat
het bestuderen en vervolgens
fotograferen. Juist voor na
tuurvorsers en knutselaars
ls dit bijzonder de moeite
waard. Zo wilde ik als ver
woed fotograaf van kleine
voorwerpen verschillende
spinnen fotograferen. Na eni
ge speurtochten zaten enkele
onder omgekeerde
ontstond dan een goed resul-
Maar niet alleen kleine
dieren, ook het fotograferen
van grotere dieren brengt
vaak moeilijkheden met zicli
mee en wij moeten hierbij op
erg veel dingen letten. In de
eerste plaats moet er enige
actie in de foto zitten, zoals
bv. in de foto hierbij. Deze
werd gemaakt bij volle zon,
1 100 sec. op F 5,6. Het tegen
licht hierin zorgt er voor dat
de voorwerpen aardig losko
men van de omgeving, waar
door meer diepte ontstaat.
Beide katten zaten rustig te
dommelen in het zonnetje en
vertoonden dus weinig acti
viteit. Hier zat echter een
aardige opname in en alles
werd in gereedheid gebracht,
waarna, door een paar kie
zelsteentjes op de weg te
gooien, geprobeerd werd
even de aandacht van de
katten te trekken. En inder
daad: de nieuwsgierigheid
won het bij de ene, hij komt
overeind; nog een steentje en
hij kijkt aandachtig in de
richting van het geworpen
steentje. Dat was hèt mo
ment. Gelukkig dat maar een
der beide katten reageerde,
want anders had de foto na
tuurlijk een heel ander as
pect gekregen.
Ook bij het fotograferen
van honden doen zich vaak
problemen voor; deze reage
ren dikwijls veel vlugger,
maar zijn dan ook weer snel
ler afgeleid. Toen ik eens
probeerde een hondenkop te
fotograferen kijkend naar
een bakstenen hondje, leek
dit eerst onmogelijk omdat
dat gekke ding hem maar
matig interesseerde: even rus
tig er naar kijken wilde hij
beslist niet. Uiteindelijk werd
hij door alle commando's
nerveus dat er niets
mee te beginnen
als
laatste redmiddel probeerden
wy het met een koekje on
der het beeldje (maar dan
zo dat de camera het niet
zag) en inderdaad: dat lukte!
De hond ging rustig met een
scheve kop naar het koekje
zitten kijken in afwachting
van de toestemming om het
te pakken en er kwam een
zeer geslaagde opname uit de
Voor deze rubriek kan ieder
foto's ter beoordeling inzen
den. Ook kan men de heer
Jacobi vragen stellen en in
lichtingen vragen. Voor ver
goeding van porto- en admi
nistratiekosten sluite men 50
cent aan postzegels in. Men
adressere aan de redactie met
aanduiding „Fotorubriek".
drinkglaz
tijd daar HHP
ren. Dan beginnen echter de
moeilijkheden. Het slachtof-
te fotografe
wezenlijken, want zodr„
glas werd weggenomen wilde
de spin er vandoor en ja, eer
lijk gezegd, ik ben niet erg
op loslopende spinnen ge
steld. want ik vind spinnen
nu eenmaal griezelige dieren.
Door het ronde glas heen
fotograferen ging natuurlijk
ook niet. Wat nu! Uiteinde
lijk bleek de oplossing tc zijn
het glas zover om te schui
ven totdat er een poot van
de spin onderdoor kwam en
dan voorzichtig het uiterste
puntje van de poot met een
postzegelstrookje vast te
plakken, zodat hij er niet
meer vandoor kon. De rest
ging dan prima, alleen de on
dergrond heeft nog enige
puzzles opgeleverd. want
door de schaduwen van de
poten leek het wel een dui
zendpoot. Dit werd opgelost
door hem op een glasplaatje
te plakken, waardoor de
schaduw omlaag viel en zo
Un
ude gevallei
is. De grootste i
x goe-
eite
iet de getallen 13.
hebben velei
17. 18. 22 en 23. Daarc
oplossingen van die nummers op veler
55+5+5 55+5
verzoek. 13 17 5+
22 -
55 55
- 23
5X5 -
5+5
18
onze uitdrukking betekent schrap, als
iets gerings.
Wie een poosje in dit mooi uitgevoer
de boek grasduint, valt 't vanzelf op
hoeveel spreekwoorden en gezegden in
onze taal aan de Bijbel ontleend zijn.
In deze gevallen wordt steeds nauwkeu
rig aangegeven waar de bedoelde uit
drukking in de Schrift is te vinden.
Het andere boek is getiteld: „Woor
den en gedachten" en bevat 11.000 uit
drukkingen, spreekwoorden en citaten
in het Frans, Duits, Engels, Latijn,
Grieks en andere talen. Deze tweede
druk werd verzameld, gerangschikt en
verklaard door A. Huizinga.
Hoe vaak ontmoet men bij 't lezen een
uitdrukking, die men niet aanstonds
verstaat. En hoe dikwijls herinnert ge
u enkele woorden van een citaat in
vreemde taal zonder dat 't u gelukt de
zin geheel te voltooien. In al deze ge
vallen is dit boek van Huizinga een
vraagbaak, die u zo goed als nooit te
leur stelt. Door de alphabetisch-lexico-
grafische samenstelling is 't naslaan al
heel gemakkelijk en telkens treft u de
grote nauwkeurigheid en belezenheid
van de samensteller.
Welk een geweldig stuk werk moest
voor dit boek verricht worden. Gelukkig
dat er knappe mensen zijn, die 't ge
duld, de kennis en het uithoudingsver
mogen hebben zo'n „monnikenwerk"
aan te pakken en te voleindigen
zijn vele oplossingen gegeven. Zelfs meer
dan 10 op één briefkaart, terwijl de juiste
oplossing door slechts weinigen gevonden
werd. De kortste weg gaat via het kwa
draat van 18 of 324. Nu is 325 wel met 5
vijven Ie schrijven n.l. 5 X (55+5+5). Dus
de oplossing wordt: V5X V55+5 5. De
uitkomst hiervan is 18.0277 enz.
Het gebruik van haken reken ik goed.
omdat ik dat als verkorte schrijfmethode
beschouw, maar hel kan zonder. Degenen,
die mij wezen op mijn vergissing, doordat
ik eenmaal van het getal 5 gewag maak
te inplaats van van het cijfer 5. bedank
ik voor hun oplettendheid, 't Is maar
goed. dat u het schaamrood mijner ka
ken niet kunt zien. Wie weet echter, wat
de televisie nog tot stand brengt. Na het
inzenden van de vorige rubriek vond ik
toch een derde manier ook voor het getal
8. 'k Ben benieuwd, wie deze inzenden en
een extra punt verdienen. Niet te spoedig
op gezag geloven blijft de boodschap.
De nieuwe hersenlaaker zal vermoede
lijk zeer lastig gevonden worden. Hij is
gemaakt met behulp van het periodiek
systeem der elementen, dat velen vermoe
delijk wel kennen uit de scheikundeles.
Elk element heeft daar een eigen symbool
en rangnummer. Voor degenen, die het
niet zelf bezitten volgt het hier, eerst
symbool, dan nummer.
Al. 13; Sb, 51; Ar. 18; As. 33; Ba. 56;
Be. 4; Bi. 83; B. 5; Br. 35; Cd. 48; Cs. 55;
Ca. 20; Ce. 58 Cl. 17; Cr. 24; Dy. 66; Er.
68; Eu. 63; F. 9; Gd 64; Ga. 31; Ge. 32;
Au. 79; Hf. 72; He. 2; Ho. 67; In. 49; Ir. 77;
J, 53; K. 19; Co. 27; C. 6; Cu. 29; Kr. 36;
Hg. 80 La. 57; Li. 3; Pb. 82; Lu. 71; Mg. 12;
Mn. 25; Mo. 42; Na. 11; Nd. 60; Ne. 10; Ni.
28; Nb. 41; Os. 76; Pd. 46; P, 15; Pt, 78; Pr.
59; Pa, 91; Ra. 88; Rn. 86; Re. 75; Rh 45;
Rb. 37 Ru. 44; Sa, 62; Sc, 21; Se, 34; Si. 14;
N. 7; Sr. 38; Ta. 73; Te. 52; Tb, 65; Tl. 81;
Th. 90; Tm. 69 Sn. 50; Ti, 22; U, 92; V, 23;
H. 1; W, 74; X, 54; Y. 39; Yb. 70; Fe. 26;
Ag. 47 Zn.. 30; Zr. 40; O, 8; S. 16. Verder
gebruik ik nog D, 1. Y, 39 wordt ook ge
bruikt
tzle bestaat uit een briefje in-te
legramstijl. dat een meisje haar vriendin
stuurt en waarin ze haar meedeelt door
omstandigheden die avond niet met haar
mee te kunnen gaan. Omdat ze niet wil,
dat haar broer, die het brengen zal. het
leest, schrijft ze het in geheimschrift.
Broer studeerde gelukkig geen chemie.
Aan U de taak het wel te ontraadselen.
Van ieder woord worden de letters ver
vangen door de er bij behorende rang
nummers, die opgeteld zijn. Aangegeven
wordt de som der rangnummers, het aan
tal letters van ieder woord door punten
en het aantal symbolen door het getal
tussen haakjes. Hier volgt een voorbeeld.
Gaarne bevat 6 letters, dus 6 punten,
wordt gesplitst in Ga. 31; Ar. 18 en Ne,
10. dus (3) en geeft als som 31+18+10
59. Tantalus wordt :240;(5) U
vindt 73+7+73+71 16 240. Het best
kan men beginnen met de woordjes met
1 symbool en de andere kleine woorden.
Na deze inleiding volgt de puzzle.
72 (3)81 (3).
19 (1) 7 (2) 100 (2)
194 (5). 11 (2) 109 (3)
211(7)86(3). .2
(1) I 19 (1) 31 (1) ..99 (2) 11 (1)
23 (3) 49 (3) 13 (1)
29 (2) 5 (2)91 (3)
11 (1)270 (6)
237 (8)233 (5)
304 (8) 23 (3).
90 (3) 11 (1) 96 (3)
354 (7)
278 (5) 161 (3)94 (3) 52
(1) 18 (4)163 (2)
58 (5)"39 (4)Ill (3)
51 (2)32 (4) 23 (2)
197 (3)131 (3)133
(2). 31 (1) 29 (2)
369 (7). I 35 (1)
77 (2)
32 (2)
Totaal zijn er 52 woorden. Ter contröle
volgt nu het aantal letters van alle woor
den: 5. 5. 1. 3. 4. 7. 3. 3. 10; 4. 2; 1, 2. 2. 2.
4. 5. 2. 4. 3; 4. 2. 9. 12. 8. 12. 4; 4. 2. 5. 11.
9. 4. 5. 2. 6; 4. 5. 4. 5. 4; 4. 2. 4. 6. 4; 2.
4. 13; 2; 4; 4.
oorkoi
i al
les dubbel gecontroleerd. Op
enige puzzelaars wordt de termijn iets
verlengd. Reeds tweemaal ontving ik een
oplossing zonder de naam van de afzen
der. Dan is veel moeite vergeefs gedaan.
Beantwoording van brieven volgt in de
rubriek van 3 November.
Oplossingen worden uiterlijk Woensdag
7 November 9 uur voormiddag ingewacht
bij het bureau van dit blad onder het
motto ..Hersenkrakertjes".
ANTON VAN MEED EN.
ZONDAGSBLAD 27 OCTOBER 1951
5
RRECHT
\X7E1NIG dingen hebben óc Kerk zo'n
"^schade toegebracht, als wel dit dat
zij telkens vergat het Recht het juiste
accent te geven. Het is allemaal goed
en best wat de Kerk doet: ze kan pre
ken, ze kan evangeliseren, ze kan scha
mele bedelinkjes houden zodat ze op
straat een spotliedje zingen van ,Heb
jij je hoedje op van de bedeling? Ben
jij er kwaad om, dat ik het weet?'
-ze kan desnoods indrukwekkende
massabetogingen organiseren, of zich
vertillen aan een overweldigende diaco
nale aanpak van allerlei werk, maar dat
alles samen helpt geen zier, zolang die
zelfde Kerk het Recht vergeet. Hoog
stens kunnen bij al die andere activitei
ten de kerkmensen zelf onder de indruk
komen. De ontkerstende wereld daaren
tegen wendt zich smadelijk van die
Kerk af. Zij eist dat er Recht geschie
den zal; Recht gesproken zal worden;
Recht gedaan zal zijn. En met een spot
lach veegt ze preek en huisbezoek en
bedeling op de ene hoop van de „ver
lakkerij en volksverdomming."
Zeg nu niet direct dat in die afweer
houding enkel maar de haat der we
reld tegen het Evangelie openbaar
wordt. Dat is een al te gemakkelijke
manier om allerlei critiek 't zwijgen op
te leggen. Scherm ook niet te hevig met
het begrip „Genade", alsof daarmee elk
beroep op het Recht voor eeuwig van de
baan zou zijn. Door dat te doen berooft
men dit begrip van zijn waarde en zich
zelf van zekerheid. Bovendien: men
moet er dan wel toe overgaan om een
belangrijk deel van de Bijbel, en daar
mee de gehele Bijbelse verkondiging
ter zijde te schuiven. Neem nu bijvoor
beeld maar dat éne verhaal: de gelijke
nis van de onrechtvaardige rechter uit
Lucas 18, en men bemerkt terstoni
dat men juist in de prediking van Chris
tus geconfronteerd wordt met het Recht.
TTKT is een echt Joods verhaal. Ergens
in een dorpje woont een weduwe en
baar is onrecht gedaan. We horen geen
bijzonderheden, maar het is niet moei
lijk om aan de hand van èndere Bijbel
se geschiedenissen een reconstructie van
het gebeurde te geven. Het kan de his-
de aangewezen helper laat verstek
gaan en zorgt niet dat zij weer het be
zat krijgt over haar erfdeel. Het kan ook
de vrouw betreffen, die buiten haar
schuld tot totale verarming geraakte,
zodat men haar kinderen als slaaf wil
de verkopen. Hoe dan ook, haar wordt
geen recht gedaan. Zij berust daar-even
wel niet in. Zij kent de wet Gods en
weet dat zij recht heeft om geholpen te
worden. En dus kiest zij de enig moge
lijke weg om daarin uitkomst
ï>oort te vinden is. Daarbij doet zich
één moeilijkheid voor: deze Kadi neemt
het zo nauw niet met mijn en dijn. Hij
heeft waarschijnlijk slechts één stelre
gel: „Hoe word ik er zelf beter van."
Dat is een kwaad geval wanneer de be
nadeelde een arme weduwvrouw is ter
wijl haar belagers allicht beter gesitu
eerd zijn: van een kikker kun je moei
lijk veren plukken, terwijl de tegenpartij
graag wat af wil schuiven. Hetgeen
samen betekent dat de rechter haar wel
aanhoort, maar slechts om haar vervol
gens met een kluitje in het riet te stu-
De weduwe gaat onverrichterzake
naar huis. Maar de volgende dag komt
ze er weer aanwandelen. En als het
dan opnieuw geen resultaat heeft, keert
ze overmorgen opnieuw terug. Dat her
haalt zieh dag op dag, week na week.
Het kan zijn dat meneer de rechter het
ene moment spottend doet. het andere
geérgerd, het derde vaag-belovend.
Maar het refrein is: de weduwe komt
er weer aan. En dan gaat er langzaam
aan iets in dat stadje veranderen. Eerst
heeft geen buitenstaander erop gelet,
hoe die weduwe daar naar de poort
trok: haar kleine, zwarte gestalte valt
niet op temidden van zoveel meer in
drukwekkende mensen. Maar iemand,
die aanhoudt, wordt langzamerhand tot
een begrip: je kunt er de klok op ge
lijk z.ettton; ie gaat je afvragen wat ze
daar toch geregeld te maken heeft;
men kiest haar tot een onderwerp van
gesprek en debat. In die besprekingen
begint de reputatie van de rechter te
wankelen. Misschien haalt men eerst
nog de schouders op over zoveel vast
houdendheid, maar tegelijk krijgen min
der doorzettende benadeelden er respect
voor. De blikken welke de rechter krijgt
toegeworpen, worden dreigend. In dat
ene vrouwtje klopt het stadsgeweten op
zijn poort en het veroordeelt hem;
méér. het maakt zijn positie onzeker.
tenslotte immers nog andere
rechter tot ontwikkeling komen; we we
ten alleen dat hij op een moment bij
zichzelf zegt: „Alles goed en wel, van
God en mensen trek ik me geen zier
aan, maar die verschrikkelijke weduwe
zal nog de oorzaak zijn dat ik alles ver
lies: mijn baan, mijn naam en mijn
geld.. Er zit niets anders voor me op
dan dat ik haar recht doe.."
rVAT is het \erhaal en de Heiland hecht
er twee kanttekeningen aan vast. De
ene gaat voorop; Jezus vertelde de ge
lijkenis om te leren dat men altijd moet
bidden en niet verslappen. De andere
volgt aan het slot: zal God dan Zijn uit
verkorenen geen recht doen, die dag en
nacht tot Hem roepen en zal Hij hen
laten wachten?
Nu lopen wij één gevaar: dit. dat we
deze gelijkenis al te gemakkelijk zullen
verstaan en daarbij alles zullen betrekken
op dat „niet verslappen in het gebed."
Maar gelijkenissen zijn in al hun een
voudigheid nooit gemakkelijke stof. Je
zus sprak hen naar Zijn eigen zeg
gen zelfs opdat men horende niet zou
verstaan. Wanneer Hij dan zo duidelijk
verwijst naar de rechtszaak, dan mogen
we met volstaan met een opmerking
over de zegen en de waarde van het ge
bed, net alsof het ook hier zou gaan om
de gunsten van een in wezen toch on
rechtvaardige Rechter, die het al beslist.
Neen. het gaat ook hier wezenlijk om
Recht doen. En het mag dan duizend
maal juist zijn dat dit Recht rust op de
bodem van een ondoorgrondelijke Gena
dedaad Gods, het is daar niet minder
Recht om; Recht dat God zeer gaarne
doen wil aan allen, die het Hem vra
gen.
Het is benauwend dat ontelbare chris
tenen aan dit Recht voorbijgaan. Hun
leven is één wissel op de eeuwigheid:
het is één afwachten of het wel goed
zal aflopen, als bij het lezen van een
vervolgroman waarvan het slotgedeelte
nog niet gepubliceerd werd; het is fei
telijk een speculeren op een Goedertie
renheid, die ondertussen best een tota
le Toorn kan zijn. Maar dit is heidens
geredeneerd, want het miskent de
Rechtsgrond welke God ons in Christus
schenkt. Zo goed als de arme weduwe
op grond der landswetten welke dan
in Israël de geboden des Heren waren
recht mocht eisen, zo goed mag de
gemeente recht verlangen op grond van
Gods genadewet, waarbij Jezus Christus
al de schuld betaald heeft, alle gerech
tigheid vervuld heeft, alle straf geleden
heeft, alle verzoening tof stand gebracht
de Hervormde Kerk te Maastricht.
heeft. Waar alle voorwaarden tot vrij
spraak aanwezig zijn. daar moet de
vrijspraak ook geschonken worden.
Waar door Goddelijk ingrijpen het on
recht is .teniet gedaan, daar mag. vrij
moedig, „geëist" worden dat het Recht
aan ons geschiedt. Dat is een der slag
aders van het Evangelie: dat wij he-
melrechten hebben ontvangen.
J K zie twee consequenties daarvan.
Enerzijds deze voor ons geloofs
leven: geloven is God vragen om dit
geschonken Recht te schenken. Geloven
is nooit alleen maar een wetenschappe
lijke zaak. Geloven is nooit gemengd met
onzekere speculaties. Geloven is staan op
een vaste grond door God Zelf gelegd.
En geloof zonder heilszekerheid is bij
geloof of ongeloof.
De andere zijde is deze: de Kerk
mag zich nooit verliezen in romantische
bedelingspractijken, maar heeft het
Recht voor te staan. Die zaak moet ik
geheel overlaten aan onze Christen-poli
tici: er zijn hier zoveel sociale en eco
nomische vragen in het geding dat een
preekheer bescheiden moet terugwijken.
Iets anders is dat elk Christen voortdu-'
rend met rechtsvragen te maken heeft.
Ik herinner me een brief van een onzer
lezers, die herinneringen uit het verle
den ophaalde: hoe in een bepaalde ge
meente de diaconie een gunst-karakter
schonk aan bepaalde uitkeringen, die in
wezen een zuivere rechtszaak vormden.
Ik herinner me andere brieven het
is opvallend hoe ons blad juist ook in
niet-christelijke kringen verslonden
wordt die hartstochtelijk het Kerke-
werk in twijfel trokken, omdat de kerk
leden zo weinig de juichtoon kenden
over het „heilig recht der strenge
Godsgedingen." Daar ligt voor ieder on
zer een taak, want het is ondenkbaar
dat wij onze rust zouden vinden in Gods
Recht in Christus, en toch maar vrolijk
onrechtvaardige rechters zouden spelen.
Sion wordt door Recht verlost. En daar
om begeert Sion het Recht voort te bren
gen in elke handeling.
ic -0--»
BEDORVEN KIND
machten:
s ergens
i hoger beroep
niet
DE voorwaarde tot een
gelukkig huwelijk is
dut men de ander trouwt
om zichzelve, niet om bij
komstigheden. De mede
mens in zijn geheel moet
men willen liefhebben,
helpen, steunen en dienen.
Niet maar enkel een be
paald zeer geestelijk of
zeer lichamelijk deel
van die medemens; nog
minder zijn of haar
bezit, mogelijkheden of
kansen. Wie het daarom te
doen is, komt immer be
drogen uit.
Sjaaks Moeder is in die
val gelopen. Het stralende
leven dat ze zich gedroomd
had was voor haar niet in
vervulling gegaan, nu zag
ze enkel uit naar een man,
die door zijn werk althans
het pad van haar kind zou
effenen. Ze meende hem te
vinden in een straatbewo
ner, ouder dan zijzelve,
vrijgezel en geschoold vak
man, degelijk maar wat
saai: 'n man, die om welke
reden ook niet het lef ge
had had om zelf een meisje
te vragen. Hem ving ze in
haar netten men kan het
niet anders zeggen. Och, en
hij wou ook wel graag ge
vangen worden: een flinke
huisvrouw is zóveel tvaard.
Je kunt een net gezin op
zetten; er komt week aan
weck voldoende geld bin
nen om behoorlijk van te
leven, en alleen is toch
maar alleen. De vrijage
was kort niet hevig: hij
bleef een wat geremd mens
en zij had haar grote liefde
achter de rug. Het kind
nam hy best op de koop
toe; er lopen zoveel vader
loze dreumesen door de
volkswijk. Het rechte wist
hij er niet van; wel dat de
Moeder geen slet was, en
dat de Vader haar nooit
had kunnen
getwijfeld had hij beter
gedaan door dit alles goed
te overwegen; 't uit te pra
ten noemt men dat in
andere kring. Maar hij was
een man van weinig woor
den en aan gesprekken
kwam hy zo niet toe; best
tevreden met de stilte ra:t
'n krantje, 'n knutselarijtje
en 'n sigaar.
Het huwelijk werd ge
sloten. Niet in de kerk, al
wilden haar ouders dat
graag. Maar de bruid wil
de niet: een Kerk had te
maken met vroegere dro
men, en een Kerk daar
gingen die eerste aanstaan
de schoon
ouders altijd
heen en je
had r
r ge-
wat dat
uitwerkte.
Niet bijster
veel, als je het haar vroeg:
allemaal schijn, 'n loze boel.
De bruidegom stemde
blanco: een Kerk was goed,
maar geen Kerk was ook
goed het liet hem zo
koud als een steen. Zo zijn
ze met vier-en-zestig an
dere paren op het Raadhuis
in de echtelijke staat ver
bonden. Zo kreeg Sjaak
een officiële Vader.
Het had alles nog goed
kunnen gaan. Het had dat
als ze iets begrepen hadden
van de .zin van een
huwelijksformulier, welks
woorden abacadabra zijn
en blijven zullen: dat de
man zijn vrouw verstandig
heeft te leiden. Maar juist
op dat punt schoot hij vol
ledig te kort. Zo begon de
verwijdering reeds, aleer
de toenadering gegroeid
was. Dat h\j nummer drie
in het gezin was, kon hy
nog wel verkroppen het
leven had hem niet met
Uit de
VOLKSWIJK
liefkozingen en vooraanzit-
tingen verwend. Dat die
derde plaats zo oneindig
ver beneden de ereplaats
van Sjaak je en de ijzige
troon van diens Moeder
lag, stak hem. Niet op de
manier, die slaande ruzies
tengevolge heeft. Meer op
de wijze, die langzaam aan
groeit tot een nooit onder
woorden gebracht harte-
leed. Het huwelijk maakte
hem enkel eenzamer en die
eenzaamheid woog altijd
zwaarder. Dat was het
enige, dat er op hun ver
houding viel aan te mer
ken, want overigens was
alles prima: nooit vond hij
thuis gee-i
geen stevige
boterham,
geen opge
ruimde ka
mers. Maar
dit was tegelijk het enige,
dat er niet ontbreken
mocht.
Sjaak je, Sjaak je, altijd
Sjaakje. Sjaakje met een
nieuw pakje de Moeder
was handig en naaide zelf
toverprinskledij voor haar
jongetje. Sjaakje met een
nieuw stuk speelgoed.
Sjaakje met ijsjes en snoep
en pretjes. Altijd zonder
ophouden Sjaakje, met zijn
dienstwillige dienaresse, de
Moeder, en aan de verste
rand van zijn kleine ge
zichtskring de zogenaamde
Veder. Een gezin met één
middelpunt: een kleine
donkere hummel, verwend,
bedorven vóór men het be
seft.
Het had alles nog goed
kunnen gaan. Broertjes en
zusjes had Sjaak nodig om
hem mee op te voeden, te
leren delen en tevreden te
zyn en niet te hoog van
zichzelf te denken. Maar
er kwamen verder geen
kinderen in dit huis waar
elke centimeter ruimte
voor Sjaakje teas gereser
veerd. En dl hoger ging
Sjaak van zichzelf denken.
Te hoger nog naarmate
Moeder hem inlichtte over
de minderwaardigheid van
ieder ander kind in het
pand, in de straat, in de
buurt. Te hoger nog altijd
by Moeders beklag als een
andere jongen hem te na
gekomen was: by Moeders
schelle scheldwoorden te
genover andere Moeders,
die beter op hun kroost
hadden moeten letten, dat
Sjaakje plaagde en belaag
de
Sjaakje werd Sjaak
een mispunt, vonden ze op
school: juffrouwen, mees
ters, kinderen. Een stukje
verbeelding, tuk op aan
bidding en toejuiching,
heel de wereld aan zijn
kleine voeten dwingend
zonder enige contrapresta
tie zijnerzijds. Ten diepste
overtuigd van eigen voor-
tnjfehjkheid, volledig
waardeloos in elke gemeen
schep. Querulant, aanstel
ler. eigenwijs en dom. En
ongezeggelijk. Te lui om te
leren, te stom om wat op
te steken. Een facade, waar
niets achter steekt. Maar
dan ook helemaal niets
Acht schooljaren een hope
loos geval, hoogstens door
een juffrouw en wat meis
jes aanbeden om zijn lok
kende onkinderlijke kin
derogen Daarna op
zoek naar de roem en de
eer, die hem gratis toe te
komen schenen. En zo
adspirant amateur wereld
kampioen tot de pech
een spaak in het wiel
steekt. Dat en niet meer
valt er te zeggen
WIJKPRED1KANT.
dachten in het mistige brein