In Australië bloeit nu de „Mimosa SCHRIJVERS en DICHTERS roeien zich leiders van hun rolk Franse auteurs zagen hun illusies inzake het recht vernietigd Nog eens Erich Kastner Revisie stewardessen en Conny's geschiedt onder één dak Het vaderland van de bloem met internationale vermaardheid Mendelssohn s ZATERDAG 8 SEPTEMBER [W! Letterkunde in Frankrijk Als men zegt: „Claudel" of Sartreom twee levende Franse schrijvers te noemen, dan beseft men op hetzelfde ogenblik welk een onoverschrijdbare afstand de auteurs scheidt wier litteraire productie tussen*. 1900 en 1939 haar hoogste bloei bereikt heeft, van hen die tijdens de laatste wereld oorlog „opgekomen" zijn. Dit is ook niet zo verwonderlijk! Geweld, onder drukking, verraad, verzet, martelingen en hongersnood, alles wat vijf jaren lang het menselijk bestaan bedreigd heeft, heeft zijn stempel gezet op de ganse jeugd van West-Europa, en sterker dan wie ook heeft het de jonge schrijvers en dichters getekend: zij immers, de dragers van het woord, beschouwen zich niet alleen als vertolkers van wat er in de geest van hun landgenoten heerst, maar ook als leiders en zij voelen zich zelfs min of meer verantwoordelijk voor de toekomst van hun volk. Vandaar dat hun werken -(dit geldt voornamelijk voor de prozaschrijvers, by de dichters spelen nog veel meer an dere factoren een rol), niet meer de schildering van een bepaald milieu zijn of een karakteranalyse geven (zoals b(j Mauriac, Duhamel of Jules Romains het geval is), maar een ideaal, een innerlijke waarheid naar voren brengen, zoeken naar de plaats, die de mens in het heelal inneemt en de houding trachten te be palen die hij tegenover het leven moet Tegenover, want daarom juist ls de denkwijze van vele der tegenwoordige Franse schrijvers zo tragisch en zo hero- isch tegelijk, omdat zij hun ganse be staan ervaren als een strijd met het le- de drie dingen, die Kastner of het in stand houden van een ideaal! Dr R. Köv?ry te Den Haag schrijft ons: De heer J. H. Schouten heeft in Uw courant, op een overigens heel ver standige manier, leven en werk van de Duitse dichter Erich Kastner besproken. Minder verstandig vond ik echter de op een na laatste zin van zijn critiek, die ik hier wil herhalen om hem zonder ver traging in Uw geheugen op te roepen: „Kastner stelt aan een schrijver drie eisen: oprechtheid van gevoel, helderheid van denken, en eenvoud in woord en zin drie dingen, dievolkomen onduits, althans onpruisisch zijn." Ik weet niet of de heer Schouten een letterkundige wil zijn of een literair cri ticus van beroep is, maar ik hoop van niet, anders moest ik wel aannemen, dat hij zijn lessen niet goed heeft geleerd. Iemand, die de Duitse literatuur kent. weet ook, dat Kastner en dat schrijf ik als een bewust liefhebber van zijn boeken geenszins een uniek verschijn sel in de Duitse poëzie is. Een hele reeks van Duitse schrijvers heeft in de loop eist. nageleefd. Mag ik met Martin Luther beginnen? Zijn zijn woorden „Tritt fest auf, mach's Maul auf, hor" bald auf" niet identiek aan Kastner's formule? Mag ik nog Arthur Schopenhauer noemen en zijn essay „Ueber Schriftsteller und Scbriftstellerei"? En Heinrich Heine, van wiens werken ik niet zo maar iets wil noemen; dat zou zeker onvoldoende zijn, want ik heb twaalf boeken van hem in mijn boekenkast staan, die alle aan deze eisen van Luther, Schopenhauer en Kastner voldoen! Heeft de heer Schou ten nooit van Kurt Tucholsky gehoord en van Heinrich Mann om Thomas niet te noemen, die de heer Schouten wellicht niet eenvoudig genoeg van woord en zin vindt Christian Morgenstern met zijn, aan het Duits sprekende publiek ten minste, bekende figuren, Palmström en v. Korff? En Eugen Roth en M. Sruka: dit zijn auteurs, wier boeken ik zo meer of min toevallig in mijn boekenkast zie staan en die wel meer te zeggen hebben dan de heer Schouten meent met zijn ge-1 lijkstellen van Duits en Pruisisch en daarmee demagogisch bedoelend totali tair! Of zou de heer Schouten van deze auteurs „überhaupt" niets afweten en I ook niet van een totalitarisme buiten j Duitsland, evenmin als van Duits spre-1 kende mensen, die geen Nazi's waren en zelfs niet eens Duitsers zijn in de zin van in Duitsland thuis behorende sen, die toch Duits denken en daarom op den duur dergelijke hatelijke en redelijke gelijkstellingen zeer onplei: rig vinden? Het gaat mij hier om meer dan de heer Schouten te bewijzen, dat hij in de Duitse letterkunde niet goed thuis is. Ik moet helaas vaker dergelijke hatelijke achterdochtige opmerkingen tegen alle: wat Duits is in Nederlandse kranten lezen. Zo in een critische beschouwing van een Frans boek over de psychologie van de Elzas Daarin gaat het dat een dergelijk goed inzicht in het pro bleem der nationale minderheden var een Duitser, b.v, over de kwestie dei Deense bevolking van Sleeswijk-Holstein. niet te verwachten zou zijn Hoe deze criticus dat? Waarom deze ontlading van emoties, die zich tegen de Nazi': moesten richten maar niet tegen alles wat Duits is. Zo zou ik nog andere voor beelden kunnen noemen en alhoewel ik de emotionele redenen van dergelijke uitlatingen volkomen begrijp, hoop ik toch. dat Nederlandse journalisten, en in het bijzonder experts op het gebied van Duitse aangelegenheden, meer hun lo gisch denkvermogen zullen gaan gebrui ken en hun emoties zullen bedwingen, om geen emotionele reacties bij de niet nazistische Duitsers en andere in Holland vertoevende Duits sprekende mensen op te roepen. Ik hoop, dat U zult willen meehelpen een menselijke verhouding tot de Duits sprekende wereld te bevorderen volgens de deviezen van Uw blad in een goed nationale en Christelijke gezindheid. Tot zover dr Kövary. Dr Schouten tekent hierbij aan: Allereerst een woord van dank aan de Redactie, die me in staat stelt, het boven staande protest direct te beantwoorden. 't Is niet gemakkelijk, uit deze „ont lading van emoties" een bepaalde ge dachte te distilleren. Het komt me voor, dat de schrijver zijn „logisch denkver mogen" voor dit brokkelige artikeltje slecht heeft gebruikt. Het tweede ge deelte richt zich tegen een F rans boek over de Elzas, dat. me onbekend is. Het eerste tegen een bewering van mij, die bestreden wordt met een beroep op Heine, Tucholsky, Heinrich Mann, Eu gen Roth e.a.; schrijvers, die door het nationalistische Duitsland (dat volstrekt liet hetzelfde is als het Nazi-Duitsland!) ven. Zij aanvaarden niet, zij st steeds vooruit, daarbij helaas slechts steunend op eigen (menselijke!) kracht. Men kan begrijpen dat hun werk zo pes simistisch is, zo wrang klinkt en verbe ten: teleurstellingen volgen, onvermijde lijk. Vele schrijvers bijvoorbeeld hebben zich na de oorlog tot het communisme aangetrokken gevoeld, daar zij er een helende kracht in zagen, een mogelijk heid tot vereniging en verbroedering van individuën en volkeren later hebben verscheidenen onder hen er zich weer van afgekeerd. Gelukkig! zult gij zeggen. Maar ziet toch ook niet over het hoofd welk een wond hier opnieuw werd toegebracht! Zij die aan de verzetsbeweging hadden deel genomen zagen na de bevrijding hun il lusies van recht en rechtvaardigheid ver nietigd, hun hoop op verbetering be lachelijk gemaakt: de politieke en eco nomische chaos in hun land was groter dan ooit, de laagheden die bedreven wer den waren diep demoraliserend, de rui nes onherstelbaar. Het leven leek hun onder deze omstandigheden totaal zin loos; „absurde" is de enige term waar mee zij het nog kunnen omschrijven, en de mens zien zij als vreemdeling in eigen wereld (vgl. Camus: L'Etranger). Droom en ideaal De reacties van de schrijvers op deze nieuwe levensaanschouwing zijn natuur lijk zeer verschillend, maar toch meen ik ze te mogen onderbrengen in twee grote groepen: die welke omvat de auteurs die hun toevlucht zoeken buiten de realiteit: in dromen, fantasieën, ima- •erken vergelijkt met die van het oeuvre van oudere tijdgenoten, zoals Gide, Mauriac, Colette, dan valt op hoe groot het verschil is tussen de laatst genoemde generatie die de mens In de eerste plaats als individu heeft bestu deerd, en de jongeren die zich bezighou den met de problemen van de mens als deel van de maatschappij. Beïnvloed door de Amerikaanse roman, en vaak ook zich baserend op het. film procédé van snel opeenvolgende revele- Jean-Paul Sai rende flitsen, tonen Sartre, Camus en zekere zin ook Saint-Exupéry, ons hun hoofdpersonen in hun daden, in hun ge sprekken, in al wat hun betrekking tot de medemensen karakteriseert. Gide daarentegen ontleedt, als het are vanuit het binnenste van zijn per- nen, de zeer uitzonderlijke natuur van de enkeling en laat ons diens heel eigen, weg gaan naar het realiseren speciale „ik". (Francis de Miomandre, Montherlants instelling is die Audiberti, Michaux), in het geheel op gaan in de natuur (Bosco), in het herbe leven van het geloof of het wederopne- men van oude mythen (de dichters P. J. Jouve, Pierre Emmanuel, La Tour du Pin, Jean Cayrol); en de groep die ge vormd wordt door de schrijvers (onder wie de z.g. existentialisten en personna- listen), die van zichzelf en anderen de in- van hun totale wezen, denkver mogen en capaciteiten, voor het vol brengen van een zichzelf opgelegde taak, Die actief willen deelnemen aan alles wat het aardse bestaan met zich mee brengt niet alleen voor henzelf maar ook voor hun medemensen. Hun werk duidt men vaak aan met de naam „littérature engagée". Hier tussenin staan schrijvers als Mal- raux en Bernanos die ook reeds voor de oorlog zich geroepen voelden te spreken voor een ideaal, auteurs als Green, Giono en Marcel Arland die buiten elke groepe ring vallen en wier werk niet zozeer aan een bepaald tijdperk gebonden schijnt, of als Pierre Emmanuel en de nog heel jonge Youri wier romans van ver-door gevoerde zelfanalyse de traditie volgen van Stendhal (begin 19e eeuw) en Laclos (eind 18e eeuw). Wanneer men nu de inspiratie van vele hoogmoedige drang naar volkomen vrij heid en zijn uit contrasten opgebouwde karakters zijn van een onaantastbare uniciteit; hun strijd is die van persoon lijke gevoelens onderling; van wereld conflicten wordt hier niet gerept. Het werk van Colette is geconcem treerd op een uiterst nauwkeurige met bewonderenswaardige variatie be schreven observatie van de natuur vooral van wat daarin leeft: mens dier. Gevoelig en intelligent, maar een zeer vrouwelijke subjectiviteit, blijft ook dit oeuvre tot een essentie beperkt: de werking van hart en zinnen. Mauriac voert ons langs de verwo tingen, die triomferende hartstochten vergiftigende invloeden in de menselijke ziel aanrichten. Het klimaat handeau, satirisch, diabolisch en tege lijkertijd van een merkwaardige puur heid, is eveneens dat van de enkeling, in zijn val en in zijn strijd tegen de zonde. Claudel richt zich inderdaad tot de hele mensheid met zijn boodschap heil in het (Katholieke) geloof, Romains interesseert zich voor politiek en voor groepsleven en Roger Martin du Gard voor sociale vraagstukken. Zo hun werk nog boeit, dan is dit Innerlijke, onvergankelijke kwaliteiten, want actueel belang bezit het niet Inhoud en vorm Al deze hierboven genoemde werken hebben gemeen de intrige, de karakter analyse, de rondom een bepaald „geval" afgesloten verbeelding en een zeer per soonlijke stijl. Het zijn echter de strijd voor een idee, de angst voor de leegte van een zinloze wereld in het gezamenlijk willen zoeken naar nieuwe levenswaarden en bestaans mogelijkheden, die voor allen kunnen gelden en de meeste na-oorlogse auteurs tot schrijven dwingen. Typerend voo hun werk is dan ook niet zelden hun on verschilligheid jegens de uiterlijke vor men van de schrijfkunst: perfecte con structie, originele beeldspraak, verzorgdi aan de intrige aangepaste stijl voo: hen geldt de kunstwaarde minder dan de inhoud, waar het erom gaat een aan klacht of een getuigenis de wereld in t< sli-ngeren, onomwonden een „waarheid1 te verkondigen die uit het diepst van eer ontredderde ziel is voortgesproten, of uiting te geven aan wat in het geweten omwoelt. En dat alles zo oprecht direct als maar mogelijk is. Een ander gevolg van deze verschillen de opvattingen is, dat vaak de personen uit de oudere werken ons nader staan dan die uit de latere. Een Thérèse Desquéroux (Mauriac), een Alissa (Gide Porte Etroite), leven vóór on: misschien wel In ons; wij nemen deel aan de strijd tussen Alvaro en Mariana, de hoofdpersonen van Montherlants grijpende toneelstuk L e M a i t r e g o; wij kunnen ons vereenzel vigen met de figuren uit Colette' De karakters die Sartre en Camus scheppen boelen ons, zeker, maar minder dan de ideeën waarvan zij de voorvech ters of aanklagers zijn, lezen wij dan ook de jongere schrijvers als wij willen doordringen tot wat op het ogenblik de Franse geest be roert. Naar de oudere grijpen wij terug als wij ons vertrouwen willen herwinnen allesbeheersende kracht vai loof, intellect, of persoonlijkheid. Of wjj willen genieten van een in zijn meest volmaakte vorm gegoten gefin geerde geschiedenis. Elisabeth Lugt. (Van een onzer verslaggevers) Grote maatschappijen, die belangrijke taken uitvoeren, kunnen niets aan de omstandigheden overlaten. Wie service wil bieden aan mensen van allerlei landaard en levenskring, moet zorgen dat z'n spullen voor elkaar zijn en z'n personeel de taak aan kan. Wat voor de motoren en het inte rieur van een Constellation geldt na een belangrijke reis, gaat ook op voo het personeel. De vliegers, de telegrafisten en mecano's gaan thuis en in hun afdelingen in retraite, voor de nieuwe reis aanvangt. De steward'ess wordt na een trip door de hofkapster van de K.L.M. op Schiphol onder handen genomen voor een grondige schoonheidsbehandeling. Het merkwaardige feit doet zich voor, dat de revisie van de vliegtuigen en die het uiterlijk der stewardessen onder één dak geschied.... Want in de grote hangar Orville Wilbur Wright De stewardess of i hun politieke over tuiging op felle wijze werden verworpen. het kader van dit na schrift vallen, op elk van deze auteurs apart in te gaan. Belangstellenden wijs op de dissertaties van twee Hollan ders, dr G. Ras en dr P. Kieft, die Heine politiek dichter behandelen, voor Heinrich Mann op dr P. E. Boonstra: II. Mann als polilischer Schriftsteller voor Tucholsky op: „Gruss nach vorn" en „Na-und?", die juist door Kastner zijn uitgegeven. De kwestie, waar de auteur op doelt, is besproken in W. Kosch „Pruisen voor den rechterstoel der ge schiedenis". Mij persoonlijk doet het genoegen, dat me volgens de inzender gelukt is, op :n „overigens heel verstandige manier" astner te behandelen, hoewel ik „in de Duitse letterkunde niet goed thuis ben" lessen niet goed heb geleerd". Een blinde kip vindt blijkbaar ook nog vel eens korreltje. Gaarne ivil ik er aan neew'erken, „een menselijke verhouding :ot de Duits sprekende wereld te bevor deren". (daarvoor moeten juist deze ar tikelen dienen!) Dit zal zéér vergemak kelijkt worden, als de Duits sprekende wereld ditzelfde doel nastreeft. Mocht die wereld behoren, dan zal hij de toon van zijn polemiek zéér moeten wijzigen. 1. H. Schouten. En de passagiers ook! de Constellation wordt binnengereden In zijn dok om daar op de helling te gaan en zijn uiterlijke verschijning te laten verfrissen, in diezelfde hangar komt ook de stewardess terecht. Aan de zijkant van die hangar namelijk zijn enige kantoren. Eén daarvan is ingericht tot schoonheids salon. Midden in dit technische dorp waar de man het terrein beheerst met zijn vakkennis en kracht, is een kleine afdeling, waar zelden of nooit een man komt. Waar apparaten staan, waarvan het doel en de werking voor een man een zoet geheim zijn. De schoonheidssalon voor de stewar dessen en de grondstewardessen is thans drie jaar in bedrijf. In Augustus 1948 werden de eerste gegadigden geholpen. Nu staan er een kapster en een schoon heidsspecialiste, een duo, dat heel wat werk moet verzetten, gezien het fe.t, dat er 160 stewardessen zijn en 25 grond stewardessen. Op gezette tijden komen deze meisjes in de salon. Per maand gaan er 150 meisjes de deur uit met een be handeling wassen en watergolven van het haar, 60 ontvangen een massage en 10 een permanent wave. Een berekening leert, dat er bijna 6000 behandelingen zijn ondergaan, dienende om de schoon heid van dit gedeelte van het K.L.M.- personeel te accentueren. De K.L.M. heeft deze „beauty parlour" op Schiphol ingericht, omdat de lucht vaartmaatschappij vrouwen in dienst heeft, die behalve door hun talenkennis, vakkennis, tact en natuurlijke charme, ook niet te kort mogen schieten in i lijke verzorging, zónder dat de luchtvaart maatschappij er nu een corps „glamour girls" op na wenst te houden, werken aan boord van een vliegtuig veel van de vrouw; geeft haar bij zonder veel zorgen op het gebied vè lichaamsverzorging, stelt haar na enkele uren vliegen bloot aan een geheel ander klimaat, waar 'n onbarmhartige zon haar stralen uitzendt op een huid, die daar niet op ingesteld is, op haar, dat gewend is aan de vochtige atmosfeer van de landen. Maar tóch moet zij er behoorlijk uitzien. Het is daarom niet te ver deren, dat de K.L.M. dames in dienst heeft genomen die speciaal oog hebben voor het behandelen van deze meisjes, die precies weten, wat de huid en het haar tekort zijn gekomen en daarvoor allerlei speciale lotions, emulsies, crèmes e.d. ter beschikking hebben. Wie de benamingen van de verschil lende behandelingen hoort, die de slacht offers hier noeten ondergaan, komt tol de overtuiging, dat er geen betere plaats gevonden kon worden voor deze salon, dan deze hangar, waarin ook d* >'lieg- Waar Stewardessen dii grote vlucht een poosje „onder de kap" zijn. tuigen een beurt krijgen. Zó tec-mlsch wordt het uiterlijk behandeld. Gaat U na: tot de behandelingen, die wor den toegepast behoren: epileren, mas sage met voor de huid geschikte crème, electrische massage met een apparaat met hoge frequentie, fumigation (waarbij Oe huid met een lotiondauw wordt be sproeid), hormonenmasker, kleimasker, electrisch ontharen. De haarbehandeling: wassen en watergolven, om de 3 4 maanden permanent wave, knippen. En n slotte de hoogtezon. Soms moet de behandeling onderbro ken worden. Dan is het slachtoffer onder kap of een masker in slaap gevUlen. En dat is een revisie waartegen de beste schoonheidsspecialiste niet op kan! y> (Van onze Australië-correspondent Leo 't Hart) De wind, die uit het dal komt brengt de geuren mee van de mimosa, die achter sinaasappel- en citroenbomen met rijke bloemtrossen te bloeien staan. Het is een kleurenspel, dat je telkens weer de ogen op die geweldige bomen doet richten. Als rijkaards steken zij boven al hetgeen beneden hen in alle bescheidenheid bloeit of vruchten draagt, uit. Het feest van de Australië begonnen. De negers maakten van de wattle-boom eertijds een dankbaar gebruik om hun mulgas en schilden te vervaardigen; de moderne mens weet er het fraaiste en duurste meuoilair van te fabriceren. De bast levert prima looistof aan de indus trie. Vanuit haar bakermat Australië heeft de wattle haar weg gevonden naar vele landen; Californië, Italië, Zuid- Frankrijk, Zuid-Afrika. De legende wil, dat Australië geen geu rende bloemen kent. De wattle vertelt het U anders. En ook de „glory pea", de bloem in rood of zwart, of de prachtige „waratah", de bloem in toorts-vor"- met U, die straks voor veel geld Uw be scheiden tuiltje van deze geurige bloemp jes koopt, moge weten, dat wij die hier ij armen vol plukken van de bomen. En de schooljeugd grijpt die bloemen an de laag hangende takken der nog jonge bomen. Op de wegen vindt nonchalant de, in Holland zo waarde volle, gele bolletjes overal verspreid. Waarom „mimosa" hier „wattle" heet In Europa noemt men deze bloem osa. Volgens de botanicus heet zij a", maar hier, in het vaderland vai imosa, is haar naam „wattle". En de attle is een nationale bloem. Komt zij et voor in het wapen van het Australi sche Gemenebest? Het zijn de Austraalnegers, die aan de wattle haar naam hebben gegeven. Zij gebruikten nl. de wattle (Engels woord Dor „twijg") om hun hutten te bouwen. Dat de wattle een nationale betekenis heeft mag ook worden afgeleid uit het! feit, dat men een speciale „Wattle-day" heeft. Hoewel deze niet van grote bete kenis is, wordt op de scholen door de on derwijzers dan bijzondere aandacht aan deze bloem besteed. Omdat de bloeitijd in dit uitgestrekte land verschillen, is in New South Wales bijv. de Wattle-day op 1 Aug. gehouden, terwijl West-Australië op 1 Sept. deze bijzondere dag heeft. Lente in de winter! Weet U, het is hier nog volop „winter". Ja, ik schrijf dit „winter" tussen aanha lingstekens. Want hetgeen men hier als zodanig aanmerkt, doet ons Nederlanders drie maandse Mei-maand den- Wanneer zich des nachts bescheidenlijk ;n heel licht laagje rijp over het gras heeft gelegd, zeggen de Australiërs, dal et immers „winter" is. Maar overdag •ordt het me in mijn huis te benauwd n een kistje als „schrijftafel" gebrui kend, kan ik me koesteren in de zon, die dit land recht boven ons staat en ook daarom des winters een milde natuur schenkt. Behalve de enkele regendagen (weken kunnen dat soms zijn) kan men in Aus tralië genieten van een royaalheid van Nederlanders het schrik beeld van verregende vacanties spoedig doet vergeten. „Mimosa" als medicijn De mimosa, ónze wattle, heeft méér betekenen dan een lieflijke versiering n de hunskamer. De wattle-boom le- rt nl. een waardevol medicijn tegen dysenterie en buikloop. Niet alle wattle- kunnen daarvoor echter worden gebruikt. Wist U, dat er minstens een zes honderd wattle-soorten zijn? Daar zijn de kleine struikjes en bomen met crème- de baluwe- en Ze zijn te v tralische e hellingen de talloze karmozijn rode bloempjes. We hebben hier de verwilderde Oost-Indi sche kers en de elf soorten van de Kan- ga ro-paw. De Australische flora brengt U telkens verrassingen bij een wandeling door de wildernis. Daar vindt men de vele soorten varens, vanaf het „maiden hair" tot de boomvarens van wel twintig weter hoog; de talrijke palmen waaron der de prachtige Illawarra. Dezer dagen zag ik hier in de bioscopen in het wereldjournaal, een reportage van het bollenfestijn dit voorjaar in de Hol landse bollenstreek rond Lisse en Hil- legom gehouden. Straks staan ook in Australië de vroege narcissen, de hyacinten, tulpen en IJs landse papavers te bloeien. In Holland gaat de zomer aan scheiden denken, hier is over een maand onze lentetijd. Over enkele maanden koopt gij voor goed geld Uw bosje mimosa bij de koop man aan de ingang van de Haagse Pas sage of bü Uw bloemist. Dan hebt U iets van de weelde, welke wij thans in de natuur bezitten en in overvloed langs de wegen te vinden is. Want in Australië bloeien altijd da Zelfs in het hartje van de winter. Onze correspondent in Australië, Leo 't Hart, is een man, die zich overal in weet te schikken. En dat moet daar ook wel. Hier tokkelt hij op z'n schrijf machine, met een kist als bureau. En rondom hem bloeit de mimosa Door de grote orkesten worden jaar lijks talrijke pianoconcerten gegeven met medewerking van verschillende pianisten Heel zelden hoort men echter het Pia noconcert in g.kl.t. van Mendelssohn en lgemeen wordt door de diri genten ook weinig waardering voor dit werk opgebracht. Toch is dat ..iet geheel juist, want er in'bijzonder schone fragmenten in dit Pianoconcert, dat zo vlot en even on onderbroken doorstroomt als een water- -1. Zeker. Mendelssohn heeft in zijn leven niet de grote geestelijke span- gekend van mensen als Beet- n Brahms en dit is vanzelfspre kend ook merkbaar in zijn muziek, maar ;ft ook dit feit aan zijn kunst niet di ZIJN MUZIEK IS ALS EEN SPEU Molto Allegro ae goua-geie, ae wuie, aeaa" <-'J" anje-kleurige, de grijze- de bijzondere charme, die aparte vreugde de groen-gekleurde bladeren, •ind.en temidden van de Aus- ucalyptuswouden, tegen de in de bergen, in de voortuin- de huizen, maar ook in de droog ste streken van het land en in dq woes tijn-gebieden In deze laatste gebieden heeft zij de glanzende bladen verwisseld )or grauwe stekels. Wel, ik heb menig land va-n Europa mo gen doorkruisen, doch nergens zulk een weelderige berg-natuur gevonden als in Australië. En onze wattle heeft daarin •dige plaats. Zien we de muziek als een verrukkelijk 1 dan is Mendelssohn daarvan een heel belangrijk vertegenwoordiger. Dit getuigt zijn Pianoconcert, dat elke pia- ni.t een dankbaar object zal vinden, zo r'tstekend ""'an +isch als het is geschre ven Een stralend Allegro met een ly- r's^h zangthema wordt gevolgd door een langzaam deel met een volksliedachtig karakter. Dit deel zal in ons land direct herkend worden als de melodie van het oude populaire liedje: „Aan de oever va. de Rotte Tussen Delf' en Overschie" Een oud-student over Misstanden bij het ontqroenen van toekomstige studenten Vooral jongerejaars kunnen veel kwaad stichten (Van verslag- is, op iemand maakt. Zelfs lichamelijke mishandeling laat men zich welgevallen om niet in een slecht blaadje te komen staan Zelfs in de sociëteit gevers). ,Op je krent!" Hoe dik wijls hebben wij, toen wt liepen aan der Ne derlandse universiteiten deze uitroep, of, beter: be- de V.U. te Amsterdam is vel, niet gehoord. „Krent" bet voorgekomen. da' betekent hier overigens door het optreden 'et een gedroogde zuid ■■lijk gaat zitten... ouder het lichaams- de hoge, stenen trappen een mens ge- kwamen te vallen, of dat zij gezamenlijk in een veel Dit brengt ons midden te kleine ruimte werden obleem, dat de opgesloten. Evenzo is het hier en op of studenten lid dentencorps of vaar ont.qro wang is. Wat deze ont groening aangaat. ■geleken n niet het minste ^.j zicht werd uitgeoefend, tend staaltje van mindei ijfeld veel ver be- waardigheid is. Vóór d terd. Maar dit neemt niet inauguratie in Utrecht lat weg dat er nog talrijke men de groenen lijder isstanden z(?n. j,pt 7n „,„r Toen wij zelf als groen fje" „aankwamen", en dit is ren" nog geen twintig jaar ge- dingsverm -den, gebeurde het dat {s. jvn de m onzer werd gedwongen >n ladder te beklimmen aar hij aftuimelde, wat »n hersenschudding ten gevolge had. Een ander slagen, op leende zich er toe. in zijn onderkleren door de dak goot van het huis van een ouderejaars te kuieren. Nu kan men zeggen: riog stèeds niet tot de uit dergelijke gevaarlijke of zonderingen. Het eniging koosde bezigheid in ouderen, de pas-aangeko te laten „kikke- v.z. op de hurken vroeger, te laten rondspringen, wal zelfs langer „kikke- dan voor hun uithou- vermogen wenselijk log is het aan deze universiteit ook voorgekomen, dat een ion- pen, die juist uit een Duits ■atiekamp Was ont groend, dat hij er na e: kele daaen de brui aan gc Dit alles behoort, helar. uit de toon vallende han delingen behoeven niet worden verricht Maar dan onderschat men de geweldige indruk, die het feit dat men „groen" hiervap. en ook van de omstandigheid dat zelfs d eerstejaars niet in tel zijn en vóór de aankomst der duchtig onderhanden wor den genomen, heeft tol volg dat zij het niet houden en als „obscui verstoken van wat het universiteitsleven hun bieden, hun studietijd doorbrengen. Evenwel: het probleer heeft ook een andêre zijdi Vooral degenen, die reeds enkele jaren als student hebben doorgebracht, be ijveren zich om de groe nen, van wie een deel donr delbare school naar uni sifeit of hoaeschool zich inderdaad dient aan te passen, door gesprekken het nodige „savoir vivre" bij te brengen. Deze ge sprekken gaan meestal over algemene ontwikke ling en het komt dikwijls voor, dat juist de oude1 j aars hieraan een lesje kunnen nemen. Hetg< over het algemeen goed wordt opgenomen Wet de groentijd be treft zou het dan ook aan beveling verdienen dat d iongereiaars. die ondanks de uitgeoefende contróie met de ar oenen doorgaans veel ..kolder" weten te be drijven, er van worden uitgesloten en dat de oude ren. die meer verantwoor delijkheid bezitten, hen alleen op geestelijk terrein attaqueren. Op deze wijze geschiedt het doorgaans ook bij de vrouwelijke studentenverenigingen en het zou de gehele studen tenmaatschappij en wat daarop volgt ten goede Tot slot is er Op enkele platen heeft DECCA er een uitstekende opname van gemaakt (AK 1687/1688) met brillant pianospel van Eileen Joyce er een goed verzorgde be geleiding door het London Symphony Orchestra o.l.v. Anatole Fistoulari. Voor de liefhebbers van het Bel Canto en dat zijn er heel wat kan nog een opname genoemd worden van de Ita liaanse tenor Ferruccio Tagliavini door Hij Master's Voice (DB 21134). Hij zingt de populaire aria's uit Tosca: „Recon- it armoiiia" en „E luce van le stelle" wat Tagliavini hier bereikt heeft is onderlijk van techniek en uitdrukking, 'el moeten we er even op wijzen, dat Tagliavini eisenljjk niet de man is voor dtze aria's. Hij is een lyrische tenor en voor deze dramatische aria's kan hij hoe meesterlijk hij ook de zaak oploste niet altijd de nodige kracht opbrengen. Dc begeleiding is van het Orchestra Sin- fonica Dell'Eiar uit Turijn o.l.v. Ugo Tansini. Voor zangers en zangliefheb- Lers is deze plaat ongetwijfeld een waar devol bezit, maar het is goed hiernaast ook een plaat te hebben van deze aria's, gezongen door een dramatische tenor. Er worden op zanggebied nog wel eens 'outen gemaakt 1 j het uitzoeken van de solisten voor bepaalde werken. Ook in ons land kan men dit vaak constateren 'n het schiint dat er heel wat dirigen ten. zelfs ook opera-regisseurs, niet het iuiste inzicht hebben in de mogelijk heden van een bepaaldstem. Nog afge zien van hel artistieke resultaat kan die keuze voor de zanger of zangeres fatale tevolgen hebben, daar de stem dan ge forceerd wordt. Vanzelfsprekend zullen de vocalisten zelf ook hun beperkingen moeten weten en niet alles willen zingen wat hun gevraagd wordt. Corn. Basoskl Vele overdekte zwembaden op punt van sluiten? De financiële positie van de overdekte bad- en zweminrichtingen is zo ongunstig dat voor een sluiting van vele Inrichtin gen moet worden gevreesd. De badtarie- ven zijn nog dezelfde als voor de oor log. of maar weinig hoger terwijl kolen veel duurder zijn geworden en ook de lonen en sociale lasten zijn gestegen. Een poging om goedkoper kolen te krij gen, leverde geen resultaat op. Dit heeft de Ned Bond van overdekte zweminrichtingen de gemeentebesturen en raden van gemeenten waar overdekte bad- en zweminrichtingen gevestigd zijn, doen weten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 3