DE JONKERS VAN WILLEMSOORD
in het Roomse ^Brussel
Onjuiste uitspraak
r
III Mei
?5
ZONDAGSBLAD
Mooi werk dreigt te verouderen als
Nederland niet helpt
TVTIJ HERINNEREN ONS nog altijd levendig onze eerste kennismaking
met Brussel. We moesten er heen in verband met een droevig feit in
het gezin van een onzer beste vrienden. Wat ons toen trof in deze grote
hoofdstad van het overwegend-Roomse .België,, was, dat er een opgewekt
Protestants leven was. En vooral, dat de Protestanten er zo hartelijk met
elkaar mee-leefden, waarbij kerkelijke scheidsmuren haast niet telden. We
werden daar onlangs aan herinnerd, toen een dringende uitnodiging ons
nu voor de zoveelste maal in België's hoofdstad bracht. We zouden er het
Protestants Ziekenhuis bezoeken. Dat was een deel van het Protestante
samenleven en werken, waarvan we wel gehoord, doch dat we nooit gezien
hadden.
landen en dat velen daar vandaan daar
na naar Nederland zijn uitgeweken en
daar geestelijk, maar ook maatschappe
lijk veel zegen hebben gebracht.
In België bleven toen alleen kleine,
verborgen groepjes over, die samenwerk
ten met de Franse kerken.
Tijdens de verbinding met Nederland
na de Franse tijd werden deze groepen
bij de Ned. Hervormde Kerk gevoegd.
Maar na de scheuring zijn ze aan hun lot
overgelaten.
Toch kwam er onder de invloed van
bepaalde figuren uit het réveil hun
evangelisatie, met name in Vlaanderen.
Al dit werk, ook het werk van de Ned.
Evangelische Kerk en het Silo-werk,
was sterk piëtistisch getint. En allerlei
arbeid werd aangevat, die men toen zag
als sociaal werk: een tehuis voor Ouden
van Dagen, een weeshuis, een tehuis voor
moeilijke kinderen en één voor gevallen
vrouwen.
Gevaar
Dit gehele werk werd door die
kleine groepjes in stand gehouden. Er
wordt dan ook door de Belgische Pro
testanten veel gegeven, veel meer dan
door die in Nederland. En daarbij
wordt al dat werk dan steeds be
dreigd door het gevaar, dat het ver
ouderen gaat en dus zijn positie en
betekenis verliest als het niet gemo
derniseerd wordt.
Dat gevaar dreigt nu ook voor ons
ziekenhuis.
Zoals het nu is, staat het er 30 jaar.
Bij de oprichting was de bedoeling,
om een ziekenhuis te stichten, dat
beter zou zijn dan de Belgische.
Maar nu is alles erg verouderd en
wij kunnen het niet bijhouden.
Het ziekenhuiswezen hier is sterk ge
specialiseerd. Wij hebben dat. tot ons
verdriet, noodgedwongen ook moeten
doen. Wij hebben ons gespecialiseerd in
de operatieve richting. Maar het is niet
de oorspronkelijke opzet.
Want U moet bedenken: een goed zie
kenhuis hier kweekt „goodwill" voor het
Protestantisme èn bij de R.K. èn bij de
anticlerialen.
En dat is gelukkig bekend: men
vindt hier een voortreffelijke verzorging
en een goede sfeer. Wie hier verpleegd
is, begint te zien, dat het Protestantisme
niet iets vreemds, iets onbelangrijks is.
Er was een tijd, dat ons ziekenhuis
ver boven de Belgische ziekenhuizen
uitstak. Maar er zijn de laatste tijd
veel nieuwe ziekenhuizen gebouwd.
En wij dreigen achterop te raken. We
hebben geen laboratorium, geen rönt-
genafdeling. We hebben alleen een
goede operatieve afdeling. Verder
niet.
Door de vorige generatie is hier
met ontzaglijke energie gewerkt. Ze
zijn hier „opgebruikt", zeg ik, als ik
denk aan één man als ds Ten Kate.
Maar ze waren door Nederland haast
in de steek gelaten.
Gelukkig Is er, door het feit, dat er
mensen hier gewerkt hebben, die weer
naar Nederland zijn teruggekeerd, ver
andering gekomen. En nu werkt er al
enkele jaren een stichting in Nederland
voor het Protestants ziekenhuis te Brus
sel. Ds Straatsma is er de voorzitter van,
de heer Van Duynen de secretaris en de
heer Wagenaar de actieve penningmees
ter, te wiens huize. Haanplein 18. 's-Gra-
venhage, ook het bureau is gevestigd.
Zij zien de functie van ons ziekenhuis
ols een vooruitgeschoven post. Maar die
moet verbeterd worden.
We hebben hier enkele experts gehad
van het Interkerkelijk Ziekenhuisbureau
te Utrecht en die zagen wel perspectief.
Maar ze hebben gezegd: gooi er geld
tegen aan en sticht een röntgenafdeling,
een laboratorium, breid het aantal bcd-
We waren direct in de Brusselse sfeer.
Een foutieve opgaaf van onze reisroute
bracht ons aan het station Schaerbeek,
terwijl men ons aan de Gare du Nord
stond op te wachten. Maar een telefoon
tje met het huis van de voorzitter, ds P.
Fagcl bij wie we later de avond met
groot genoegen zouden passeren
bracht ons op de goede tram naar Ukkel,
zodat we zelfs een Vlaams meisje uit een
dorpje aan de Brabantse grens met onze
pas verworven kennis konden dienen en
mee de weg naar Ukkel wijzen.
In de tram kregen we een gesprek met
baar. Daarin kwam uit, dat ze met een
Protestant te doen had. „Dus U bidt
nooit!" zei ze geschrokken. We vertelden
baar, dat we dat wèl deden. En dat we
ook in de Bijbel lazen. Dat woord be
greep ze niet. Maar toen we spraken over
„de Evangeliën" werd het haar toch dui
delijk. En dit was een gelovig Rooms
meisje, dat bij haar mevrouw liever
thuis bleef, omdat Brussel „zo gevaarlijk"
is, ja, dat zelfs overwoog non te worden.
Het gesprek was haast symbolisch
voor ons bezoek. Want bezetten de
rond 100.000 Protestanten in België
als het ware een vooruitgeschoven
post, hun ziekenhuis kan men zien als
één hunner versterkte plaatsen, waar
ze zich „verdedigen" en van waaruit
ze ware het mogelijk terrein
pogen te winnen. Zij, die 1 pet van
de gehele Belgische bevolking uitma
ken!
In 1910 nam ds W. Hoek, predikant der
Ncd. Evangelische Kerk te Brussel in
samenwerking met leden der Geref.
Kerk, het initiatief tot stichting van de
„Vereniging voor Protestant-Christelijke
ziekenverpleging". Het doel was in de
eerste plaats verpleging van de geloofs
genoten in eigen omgeving.
Het duurde tot April 1914 ook uit
Nederland was steun ontvangen eer
op bescheiden voet in Schaerbeek een
ziekenhuis kon worden geopend.
De oorlog '14'18 bracht grote moei
lijkheden door de Duitse bezetting van
België. Maar desondanks, misschien juist
wel mee door de druk groeide het werk
en in 1920 kon in Ukkel een groter huis
(aan de Xavier de Buestraat) betrokken
worden, waar tegenover in 1928 nog een
zusterhuis kon worden aangekocht.
En dit ziekenhuis Is vandaag de dag
nog het centrum van de Protestantse zie
kenverpleging in Brussel.
En wij
Hebben wij daar in Nederland iets
mee te makenT
We ncspraken dat met ds Fagel, die in
1949 ds A. G. H. ten Kate (in 1947 over
leden mee ten jevolge van de ontberin
gen in een Duits strafkamp, waarin hy
was opgesloten als straf voor zijn vele
hulp aan Nederlandse onderduikers en
aan plloton-op-doortocht) als voorzitter
is opgevolgd.
„Natuurlijk heeft Nederland daarmee
te maken. Voor de toekomst; denk maar
aan de Benelux Maar ook om het ver
leden. Toen de scheuring met België in
1830 kwam, lieten we daar feitelijk een
historische schuld achter. En gaan we
Dog dieper terug, dan moeten we er aan
denken, dat de Reformatie het eerst
vaste voet kreeg in de Zuidelijke Neder-
den uit. Dan kan men de Protestanten,
die verpleging behoeven, ook langdurige
verpleging, helpen. Die moeten we nu
afwijzen! Volkomen in strijd met de op
zet! En dan kunnen er ook meer andere
komen.
Kiezen
U moet begrijpen, wat de verpleging
hier betekent. Lichamelijk, maar ook
geestelijk. Hier ligt naast het bed de
Bijbel. Of een Nieuw Testament. En het
merkwaardige is: die gaan als regel mee
Maar al die uitbreidingen kunnen hier
niet plaats hebben. Een oud notarishuis
is op den duur niet geschikt voor zieken-
Het moment komt, dat we zullen moe
ten kiezen: óf nieuwbouw, óf ophouden
De sociale verzekeringskassen stellen
voor de terugbetaling van de verpleeg-
gelden eisen aan de ziekenhuizen. Het
zou kunnen zijn, dat de eis wordt: alleen
verpleging in ziekenhuizen, die voor dat
doel gebouwd zijn. Dan zitten we er
Er is hier een dringende behoefte aan
verpleegsters. Er is een gesubsidieerde
regeling voor de opleiding, ook van hulp
verpleegsters. En dit huis zou feitelijk
een moederhuis moeten zijn, waarvan
verpleegsters en hulpverpleegsters wor
den uitgezonden. Dat zou, ook uit het
oogpunt van evangelisatie van ontzag
lijke betekenis zijn.
Laat men toch bedenken, dat Bel
gië ligt op de grens van de twee cul
turen in West-Europa en dat wij hier
de vooruitgeschoven post zijn van het
Protestantisme!
De Protestanten hier weten het wel.
Daarom is er hier een nauwe samen
werking. In ons bestuur zitten predikan
ten van de Methodistische Kerk. En van
de Gereformeerde Kerk. En van de
Evangelisatie „Silo".
Trouwens er is hier een Federatie
van Kerken, waar ze vrijwel allen in
zitten. De Gereformeerde Kerken niet,
maar er is toch een intensief contact.
Alleen de Belgische Zendingskerk, de
zgn. Nortonkerken, geven weinig samen
werking.
Hier voelt men echter wel, dat nauwe
samenwerking eis is. Na een sterke groei
van het Protestantisme in de tweede
helft van de vorige eeuw, was er in deze
eeuw, tot aan de oorlog, een sterke ach
teruitgang.
Nu is er weer vooruitgang.
Er wordt hier prachtig werk gedaan.
Ik denk bijv. aan de predikanten in de
Borinage, die zelf mijnwerker zijn om
zo de arbeiders beter te kunnen bereiken.
En we zullen meer moeten doen aan
werkelijk sociaal werk. Ook bijv. aan be
sprekingen in beroepsgroepen, over
„Christen zijn in je werk".
Maar we zullen voor dit werk hulp uit
Nederland dringend nodig hebben
Wat te doen
We hadden met een gevoel van be
schaming dit betoog van ds Fagel over
ons heen doen gaan. Wat moesten we
hier tegen zeggen? Wijzen op het vele
werk in Nederland?
Wü beseften: dat kan niet.
Het minste, wat wij konden doen, was:
dit betoog doorgeven.
Het Nederlands Comité voor het Pro
testants Ziekenhuis te Brussel heeft on
langs nog weer een circulaire met vraag
om medewerking gedaan. Wie die ter
zijde gelegd heeft, zocke haar nog eens
op en vrage zich af: wat kan ik tóch
doen? Wij menen, dat wij al zo veel doen,
maar de Protestanten in België offeren
toch nog meer; moeten wij ze dan niet
wat helpen?
Wij zijn door het ziekenhuis heen ge
wandeld. En we hebben vastgesteld: hier
wordt in een gebouw, dat er oorspronke
lijk niet voor bestemd was, met betrek
kelijk primitieve middelen het beste ge
daan. wat mogelijk is.
Dat er belangstelling voor het werk
is, blijkt uit het volgende.
Er werken één directrice en 7 ver
pleegsters.
Er zijn 23, maximaal 25 bedden.
Daarop werden in 1950 verpleegd- 449
patiënten, waarvan 423 R.K., 11 Protes
tant en 15 „geen geloof". Er waren 440
operaties en 3 bevallingen. Deze vroegen
3.728 verpleegdagen.
32 Doctoren behandelden er patiënten,
13 daarvan komen regelmatig in dit zie
kenhuis, 1 wil zijn patiënten nergens an
ders helpen dan daar.
Toen we het ziekenhuis verlieten,
moesten we ons even omdraaien, om het
nog eens te zien.
Daar stond het in de wereldstad Brus
sel, in het Roomse België, aan de rech
terzijde van de deur: „Protestants-Chris
telijk Ziekenhuis"; en links: Clinique
met het eenvoudige Belgische meisje.
Die bon-catholique was. En dacht, dat
Protestanten mensen zijn, die niet bid
den.
Inderdaad: een voorpost, een vcr-voor-
uitgeschoven voorpost.
Maar die dan ook de steun moet heb
ben van de sterkere cn voste stellingen
uit, in dit geval: uit Nederland.
Men schrijft ons van Hervormde zijde:
IiET is wel uitermate verwarrend en
leidt tot allerlei misvatting, wanneer
leidinggevende personen in de Hervorm
de Kerk voorgeven, dat zij bij bepaalde
gelegenheden de „Hervomde visie" ver
tolken zonder dat de Kerk zelve bij
monde van haar generale synode daar
toe opdracht gaf.
Het kan de Hervormde Kerk slechts
schaden en de ontwikkeling, die zij
thans doormaakt, alleen maar remmen en
grote groepen in haar midden kopschuw
maken tegenover het werk der eigen
Kerk, wanneer nu eens wordt beweerd,
dat het merendeel der generale synode
sympathiseren zou met de P v d.A., dan
weer, dat de Hervormde Kerk de bijzon
dere school niet als haar ideaal be
schouwt.
Het eerste is enige tijd geleden reeds
voldoende besproken en weerlegd1; het
laatste blijkt nu weer geschreven te zijn
in verband met de wonderlijke sohool-
affaire in Den Haag. waar Vrijdag 13
Juli ons blad melding van maakte. Wij
bedoelen dat „vreemd compromis" in
zake de vrijzinnig-christelijke bijzondere
school, die ergens in Den Haag gesticht
zou worden, doch die nu toch een open
bare moet worden met dien verstande,
dat de ouders medezeggenschap verkrij
gen bij de benoeming van de leerkrach
ten.
QNS werd dan medegedeeld, dat tij
dens het overleg over deze zaak ds
L. H. Ruitenberg, perspredikant der
Ned. Herv. Kerk (niet in een der kerke
lijke organen, maar in Het Vrije Volk)
geschreven heeft, dat ..gebleken zou zijn*
diat de Hervormde Kerk de bijzonders
school niet als haar ideaal beschouwt".
Het staat ds R. vrij om in genoemd
blad te schrijven, doch het lijkt ons be
slist onjuist, wanneer hij deze uitspraak
doet, die zo licht allerlei misverstanden
kan wekken.
„Volksonderwijs" kan een woord als
dlit gebruiken als propaganda-materiaal:
zie je wel, de Hervormde Kerk is ook
niet voor de christelijke school! (hetgeen
Intussen door ds R. niet gezegd is; hij
sprak over de bijzondere school, die
niet per se orthodox-christelijk behoeft
te zijn. Ook humanistische groepen heb
ben hun bijzondere scholen). Terwijl
vele trouwe Hervormde kerkleden, sinda
de dagen van de schoolstrijd voorstan
ders van christelijk onderwijs, zich go-
kwetst zullen gevoelen, omdat zij voor
hun kinderen een andere dan de tegen
woordige openbare school begeren, ook
al biedt de wet gelegenheid aan de ker
ken om godsdienstonderwijs te geven.
Hervormd© Kerk beschouwt de
bijzondere school niet als haar ideaal.
Wat bedoelt dis R. met deze woorden?
Heeft de Hervormde Kerk Inzake de
school een ideaal? Dit was ons niet
bekend. Maar wèl weten we. dat heel
veel Hervormde ouders christelijk on
derwijs voor hun kinderen verlangen
en niet tevreden zijn met de openbare
school, ook al wordt vanwege de Kerk
een uur godsdienstonderwijs of bijbel
les gegeven.
Dat dit laatste met grote trouw en
toewijding, vooral in de steden, maar ook
op verscheidene dorpen gegeven wordt,
is allerminst sympathie voor de openbare
school als zodanig, wèl bewijs van ver
antwoordelijkheid te weten ook voor die
kinderen, die deze school bezoeken. Wij
gaan daarmede door. ook al wordt deze
bijbelles soms aangevoerd als een argu
ment, dat de christelijke school feitelijk
overbodig zou zijn.
Heel veel ouders, die hun kinderen
naar een bijzondere (christelijke) school
zenden, geven zich nauwelijks reken
schap van de vraag, welke school ideaal
Is: een christelijke staatsschool (somml-
ger ideaal, hoewel momenteel onbereik
baar) of een school uitgaande van de
Kork of van de ouders (schoolvereni
ging). Als hun kinderen maar christelijk
onderwijs ontvangen op een school met
de Bijbel.
Uitspraken als van ds R. kunnen de
synode der Hervormde kerk alleen maar
in moeilijkheden brengen, omdat die
synode zelf moet beoordelen, wanneer
zij tot bepaalde uitspraken weaist te
komen.
Bijlage van de „Nieuwe LeidSche Courant van Zaterdag 21 Juli 1951
3t uh leven en werken in „het atuut".
IN de loop der eeuwen is ons land in
en op het water groot geworden. In
het water, doordat het, verbeten strij
dend tegen zee, meren en plassen, on
telbare hectaren vruchtbare grond ont
worsteld heeft aan de golven, die ruste
loos aan onze drassige gronden knaag
den. Op het water, doordat wij onze
echepen her en der de wereldzeeën over
stuurden om in vreemde landen onze
vlag te planten en onmisbare handels
relaties aan te knopen. Zo werden wij een
zeevarende natie, waarmee ter dege
rekening diende gehouden te worden.
Onze koopvaardijvloot moest beschermd
worden en de open zeewegen dienden
open te blijven; met het gevolg dat er
naast de koopvaardijvloot een belang
rijke militaire vloot ontstond, die had op
te komen voor onze rechten te land. ter
*ee en in de lucht. En het is het „Ko
ninklijk Instituut voor de Marine" te
De lesuren worden af gei lazen door
deze trompetter. Z'n heldere tonen
hoor je in alle hoeken en gaten van
de gebouwen.
K.I.M. dagtekent uit 1828
Wie kent ze niet. de kwieke adelbor
sten, in hun keurige donkerblauwe uni
formen met rode staande kraag en sier
lijke ponjaard? Menig meisje heeft met
bewonderende blikken gekeken naar
deze sierlijke „jonkers" wanneer zij wit
gehandschoend en met slingerende pen-
jaardketting langs de straat flaneerden.
Wij zijn eens een kijkje wezen nemen
in „het stuut" of „het gesticht", zoals
het K.I.M. vaak door Insiders genoemd
wordt. Wij wilden wel eens weten hoe
zo'n jonker daar leeft, en. rondgeleid
door de le officier, de heer F. v. d. Heu
vel Rijnders, zijn wc heel wat wijzer ge
worden.
In de bloeitijd van onze Zeemacht was
er geen sprake van een geregelde theo
retische opleiding tot zeeofficier. Al va
rende leerde men varen, om zo te zeggen.
En in 1827 klaagde men in marinekrin
gen over het gebrek aan beschaving en
ontwikkeling van de marine-officier. Via
een ..Kweekschool voor Zeevaart", een
„Kadctteninstituut der Bataafse Marine"
en het „Koninklijk Instituut der Marine"
kwam men ln 1828 tot het nog heden ten
dage bestaande „Koninklijk Instituut
voor de Marine". Aanvankelijk werd als
laats van vestiging Medemblik ultge-
ozen, vervolgens werd de opleiding ver
enigd met die van officier van de land
macht op de Koninklijke Militaire Aca
demie te Breda, waarna in 1854 25 adel
borsten geïnstalleerd werden op het fre
gat „De Rijn", dat als wachtschip ln
Willemsoord voor de wal lag.
Ziehier in zeer snelle vogelvlucht de
voorgeschiedenis.
J-
"V
Aan hun opleiding tot
heer" wordt grote
zorg besteed.
schillende kanten uit. Men kan zee-offi
cier, officier-vlieger, officier van de
technische dienst, officier van de electro-
technische dienst en officier van admini
stratie worden.
Het spreekt vanzelf, dat de toekom
stige marine-officier niet alleen allerlei
wijsheden ingestampt krijgt, die hij nodig
heeft voor zijn beroep. Hij wordt daar
naast klaargemaakt tot een waardig lid
van de officiersstand. Artikel 5 van het
Dicnstboekje zegt dan ook: „De adel
borsten dienen in houding, uiterlijk,
voorkomen, nakoming, opvolging en uit
voering van orders, dienstvoorschriften
en huishoudelijke bepalingen een voor
beeld te zijn voor ieder ander militair.
Slenteren, hangen of iedere andere voor
een militair onwaardige houding is voor
hem in cn buiten het gebouw en in het
openbaar te allen tyde ten strengste ver
boden".
Wie een dag tussen hen verkeerd heeft,
mei kt dan ook al gauw dat er aan de
opleiding tot „heer" veel gedaan wordt.
Hun gedrag is buitengewoon correct en
onder elkaar uiten ze geen onvertogen
woord. Geschreeuw hoort men niet, net
zo min als men ziet hollen. In het Insti
tuut voelt de burger zich als een gast,
die met alle respect wordt behandeld.
Dit wetend, kan men begrijpen, dat
er streng gelet wordt op kleding en li-
ohaamsreinheid, op omgangsvormen en
sportbeoefening. En niet minder op de
plaatsen, waar de adelborst zich in z'n
vrije tijd ophoudt.
Keihard, maar ook correct
Menige adelborst zal met jaloerse
blikken kijken naar de rij van groten,
wier portretten de wanden langs de
trap-opgang sieren: beroemde admiraals
en marinemannen, die van zich deden
spreken. Een hoge rang en roem, ach,
deze beide idealen zal elke jonker wel
in zijn binnenste koesteren, wanneer hij
voor 't eerst met kloppend hart langs
de grote mast middenvoor het gebouw
naarbinneu loopt. Een hoge rang, als hij
de gouden strepen van zijn superieuren
ziet. Roem, als hij naar de mast kijkt,
die eenmaal stond op de kanonneerboot
van Van Speyk, die liever de lucht in
vloog, dan zijn schip over te geven.
En aan de opleiding zal het niet lig
gen. Hier gaan strenge tucht en een
grote mate van vrijheid hand in hand.
Tucjit, tot verkrijging van plichtsbesef,
vrijheid om verantwoordelijkheidsge
voel aan te kweken.
Als schooljongens zitten ze in de ban
ken en als doodgewone militairen wor
den ze gedrild. Maar in de recreatiezaal
zijn ze volkomen vrij en op straat zijn
ze grands seigneurs. Deze combinatie,
dunkt ons, fokt deze jongemannen op
tot het speciale slag, dat „zee-officier"
heet: keihard, trouw, moedig, correct,
aangenaam. Door de enge sleuf van sol
daat en student klimmen ze omhoog
naar de kaste, de mooie maar verant
woordelijke kaste van marineman. Zich
overdag thuisvoelend in hun smerige
overall op en onder een dieselmotor,
maar zich 's avonds gemakkelijk bewe
gend in de deftigste salons, als het dons
van de kin geschoren is en de witte
handschoei.cn losjes in hun hand rus
ten, om een paar uur later op de slaap
zaal zich behaaglijk te nestelen in de
hangmat, waarvoor zij het bed in de
ouderlijke woning verwisseld hebben.
Wie bang is om zich vuil te maken
of in de hoogste kringen te verkeren,
wie geen studiekop heeft en niet in 't
topje van de mast durft klimmen, wie
zich niet kan schikken onder strenge
wetten en zijn vrijheid niet op verant
woorde wijze weet te genieten, hij ga
niet naar Willemsoord, raden wij aan.
ALEID VAN RHIJN.
De Jonker is klaar om uit te gaan.
Ook nu weet h\j wat mag en niet mag.
Naast hem de mast van Van Speyk't
kanonneerboot.
met
(Van onze medische medewerker)
f-JET was kort na de bevrijding, de
tijd waarin er zwart nogal het een
en ander te verdienen viel. Mannen
van de B.S. hadden hem gevonden aan
de kant van de weg. Hg had gebraakt,
gaf op vragen geen antwoord, voelde
klam aan en was erg slap. Zweette die
man zo door het zoete weer of was hij
nat door het buitje, dat er zo juist ge
weest was? Omstanders wisten te ver
tellen, dat ze hem niet lang geleden
hadden zien lopen. Op een kar werd
de patiënt vervoerd naar de dichts-
bijgelegen politiepost. Zijn natte kle
ren had men al uit gedaan toen ik
deze man voor het eerst zag. Hij rea
geerde nauwelijks op aanspreken en
pijnprikkels, de pols was slap en klein.
De huid vertoonde geen verwondingen
en het verhaal over de wijze en de
plaats waar men de patiënt aangetrof
fen had, maakten een ongeval of mis
daad onwaarschijnlijk.
De opleiding
Wanneer men adelborst wordt i
do 5-Jarige H B S. of het gymnasium a
gelopen te hebben kan men nog ve
In gedachten liet ik verschillende
vormen van bewusteloosheid de revue
passeren suikerziekte, nierziekte,
beroerte, zonnesteek doch kon geen
hokje vinden, waarin dit beeld paste.
Ik vertelde de commandant, dat mij
een vergiftiging, van welke aard dan
ook, het meest waarschijnlijk leek. Als
curiositeit liet hij mij een zwarte gor
del zien met een aantal zakjes, waarin
zich tabak bevond. Deze gordel had
men op het blote lichaam van het
slachtoffer aangetroffen toen men hem
uitkleedde.
Toen ging mij plotseling het licht
op! Dit was een nicotinevcrgiftigingt
Zoel weer, verwijde huidvaten, zwe
ten. onweersbui, natte kleren, ze had
den alle hun aandeel gehad in het
vervaardigen van een nicotinehoudend
tabaksextract, waarvan een gedeelte
door het lichaam opgenomen was.
Deze man heeft, genezen, doch zonder
tabak, de thuisreis aanvaard.
Het is bekend, dat een sterke nico-
tine-oplossing, die met een klein ge
deelte van de huid, door morsen bij
voorbeeld, in aanraking komt, ook al
wordt ze onmiddellijk weggeveegd,
ernstige vergiftigingsverschijnselen
kan veroorzaken.
Zo zij men ook voorzichtig met
sproeimiddelen, waarin nicotine ver
werkt is. Ik herinner me een man van
achter in de twintig, die zich uitslui
tend met de verzorging van boomgaar
den bezig hield en al enige tijd last
had van hoofdpijn, vermoeidheid, al
gemeen onwel zijn, gebrek aan eetlust,
diarrhee ten gevolge van een nico
tinehoudend sproeimiddel. Ik kan u
ook vertellen van een kleine midden
stander, die gewoonlijk twee of drie
sigaren per dag rookte, maar door
drukke bezigheden er vier of vijf was
gaan gebruiken. Hij kwam bij mij met
klachten over hoofdpijn, duizeligheid,
rusteloosheid en onevenwichtigheid,
die ik aanvankelijk miskende en toe
schreef aan zijn ingespannen arbeid
van de laatste tijd. Een kalmerende
drank en een slaapmiddeltje hadden
geen succes, terwijl een rookverbod
prompt alle verschijnselen deed ver
dwijnen. Enige jaren later deed zich
hetzelfde symptomencomplex bij deze
man voor, dat toen prompt met een
rookverbod behandeld werd en snel
genas. Dit ziektegeval toont duidelijk
de individuele gevoeligheid aan, want
(Voor vervolg pag. 2)