is6i rinl \z aviasoYciNOZ
ZONDAGSBLAD 21 JULI 1951
Correspondentie en oplossingen aan
de heer H. J. J. Slavckoorde, Goud-
reinctstraat 125, 's-Gravenliage.
Boekbespreking
Ü"SV!
de spelers f 15.—
t lang op zich laten wachten. Nauwe
lijks een half jaar is de laatste ronde
achter de rug of het boek ligt reeds
voor ons. Zij, die weten of kunnen be-
oordeden hoeveel moeizame research-
arbeid in het analyseren der partijen
gestoken wordt, zullen met ons van
oordeel zijn, dat hier met betrekking
tot de datum van verschijnen een
eersterangsprestatie geleverd is.
Zowel de auteurs als de uitgever heb
ben zich echter gehoed het devies
.Haastige spoed is zelden goed" tot het
hunne te maken. Integendeel, een vrij
nauwkeurig onderzoek van het boek
brengt ons tot de conclusie, dat de ge
boden waar van uitstekende kwaliteit
is. De rondenverslagen en andere tex-
tuele gedeelten zijn van Prins. De partij
analyses zijn in meerderheid van Euwe
en voor een ander toch altijd nog
belangrijk deel van Prins. Niet alle
partijen zijn volledig geanalyseerd. De
auteurs hebben hierbij een zinvolle be
perking toegepast. Partijen, welke het
waard waren, zijn volledig geanalyseerd.
Partijen, welke onbelangrijk waren of
gemakkelijk te begrijpen, zijn voorzien
van een beknopte „inhoudsopgave",
welke enig inzicht geeft in de proble
men, welke zich in de partij voordoen.
Dat het boek, ondanks deze beperking,
toch nog tot 280 bladzijden uitgroeide,
is mede het gevolg van de omvangrijke
stof (190 partijen), welke moest worden
Afgezien van het feit. dat het boek
werkelijk degelijk bewerkt is, is het
ook aangenaam leesbaar. Trouwens,
Prins verstaat de kunst van het schrij
ven van een boeiend verhaal. In het
algemeen ook passen de geschriften der
beide auteurs die onafhankelijk van
elkaar hebben gewerkt wonderwel in
elkaar. Uitzondering is een overigens
niet onvermakelijk geval in de vijfde
ronde. In zijn rondenoverzicht schrijft
Prins over de partij Resehewsky—Euwe.
dat ,.de Nederlandse schaakkampioen
uit zijn openingenrepertoire een hals
brekende provocatie tevoorschijn
brachtterwijl dr. Euwe enkele
bladzijden later in zijn commentaren op
deze partij schrijftdat alles op zijn
pootjes terecht komt. heeft het vermoe
den doen rijzen, dat we hier te doen
hebben met een voorbereide variant
Ter wille van een juiste documentatie
zij echter vastgesteld, dat dit niet het
geval is, zodat deze partij de schaak
historie kan ingaan als „fortuinlijke af
loop van een misgreep" of „koelbloe
dige verdediging in schier hopeloze
stelling", maar niet als „voorbeeld ener
diepe openingsanalyse".
Het is jammer, dat boeken van deze
allure in Nederland tegenwoordig zo
duur moeten zijn. De prijs zal stellig
menigeen weerhouden het zonder meer
aan te schaffen. Toch zouden wij willen
adviseren: spaar het geld er voor bij
elkaar. Het is een van die klassieke
schaakwerken, welke slechts zelden op
de markt komen. Een dergelijk werk
behoort in de boekenkast van iedere
oprechte schaakliefhebber.
Als voorbeeld van de wijze, waarop
de partijen zijn geanalyseerd, nemen wij
de partij Najdorf-Foltys, i
Wit;
1. d2d4 d7d5; 2. c2—c4 e7—e6;
3- Pgl—£3 Lf8el: 1 g2—g3 I'g8—f6;
5. UIff2 00; 6. 0—0 fti8—d7; 1. Fbl
c3
Een gambiet, dat Najdorf zich onge
veer als volgt moet hebben voorgesteld:
7dxc4; 8. e4—c6; 9. a4—b6; 10
Dc2—La6; 11. b3 enz. Zwart moet óf op
het gambiet ingaan óf d5 ondersteunen,
omdat hij anaers na cxd5 exd5 bloot
zou komen te staan aan de zogenaamde
minderheidsaanval van pionnen op de
damevleugel.
7c7c6; 8. b2—b3
Niet dan nadat tegenacties in het
centrum onwaarschijnlijk zijn gemaakt
wordt tijd verloren voor het Descher-
men van c4.
8b7b6; 9. Lel—b2 Lc-8—b7;
10. e2e3 Ta8—c8; 11. Ddl—c2
Een opstelling, die Najdorf zelf met
zwart meermalen heeft moeten verdu-
Zeer juist profiteert hij van het ogen
blik waarop de dame niet naar c4 kan
gaan weger.s Pxe5 en Dxe5. Vergelijk
met dadelijk 14Pxe5; 15. dxe5
Pd7 nu is 15Dxe5 wegens 16.
Pxd5 niet goed 16. f4 dxc4; 17. Dx
c4 eniz.
15. Pe5Xd7
15. bxc4 dan 15Pxe5 gevolgd
door Pff>d7c5.
1 5Td8Xd7; 16. b3xc4
Ja, want tegen 15. Dxc4 zou 15
c6c5 een goed effect hebben.
1 6Tc8d8
In het onderhavige geval zou 16
c5 wegens d4d5 benevens Lh3 niets
hebben uitgehaald.
17. e3e4
Stelling i
i 17. e3e4
1 - "Ér
Iliii
ii A*
- Ar&All-
G A
m Mwum
lijk niet 18. cxb5 cxb5; 19. Pxb5 of
19. Dxbö Lxe4); 18Pe8; 19. Pe4
c6c5, eniz, moet ernstig in twijfel wor
den getrokken. In ieder geval heeft wit
fraai gecombineerd.
18. Tdlxdl Td8xd4; 19. Pc3—d5 c6x
d5
De hoofd variant luidt: 19Txd5;
20. exd5 cxd5; 21. Lxf6 Lxf6; 22 cxd5
Lxd5; 23. Lxd5 exd5; 24. Dg4 De8; 25.
Tc8 Ld8; 26. Da4 b5; 27. Dxb5 Delf; 28.
Dfl.
23Lf8 dan met nóg meer uitwer
king 24. Dd7.
24. Dg4d7 Le7d6; 25. Tel—dl Lb7
a6
Anders Lf6 mitsgaders Dd8 en Le7.
26. Ld4xb6 Db8 xb6
Dat is zonder zin; alleen met conse
quent 26 Ld3 had zwart verzet
kunnen blijven bieden. Niet 26
axb6 wegens 27. Dxd6 Dxd6; 28. Tx
d6 Lc4; 29. a4 Lb3: 30. Td4 f5; 31. Tb4
Lc2; 32. Kfl en wit wint gemakkelijk.
27. Tdlxd6 Db6—bit; 28. Td6—dl
DblXa2; 29. Dcl7—e8t Kg8—ff730. De8
e5f Kg7—h6; 31. De5Xe4 Da2—b3; 32.
Tdl—bl Db3c3; 33. De4—e7 LaG—d3;
34. De7e3| en zwart gaf het op.
Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen van
de opgaven uit onze rubriek van 7 Ju
li j.l.
Probleem van G. Latzel: 1. Pe4 Kc7;
2. Tc3 mat. Of 1b5; 2. Pe7 mat.
Onjuist zijn: 1. Pb3? Kc71; 1. Pd3?
Kd5!; 1. Pa4? Kb5!; 1. Pa6? bxa61; 1.
Pxe6? Kd5!
Probleem van dr. W. Massmann:
Sohijnbaar leidt een willekeurige afwach
tende zet van de witte koning tot het
doel. bijvd4; 2. Pc4; 3. Pf6 en 4.
Pg6. De zwarte pion laat echter niet toe,
dat de witte koning zijn plaats verlaat.
Bijv. 1. Kd2? d4; 2. Pe4 d3; 3. Pf6 pat!
De enige oplossing is derhalve die, waar
bij de paarden eikaars functie overne
men Dus: 1. LhG! d4; 2. Pd5 onversch.;
3. Pf6(1) onversch.; 4. Pf7 mat.
Ter oplossing
In deze zomer- en vacantietijd twee
eenvoudige miniatuurtjes ter oplossing.
Probleem van G. THOMA
Probleem van Dr. W- SPECKMANN
b c d e f g b
Wit geeft mat in twee zetten.
17Td7 X d4
Of deze wanhoopsdaad te rechtvaar
digen was vergeleken bij het enige an
dere hulpmiddel waarover zwart be
schikte, t.w. verontrustingstactiek met
17b6b5, bijv. 18. e4e5 (natuur-
Oplossing vorige puzzle
Horizontaal: 1. Stellage; 7. Boete; 9. El;
Beo; 12. Da; 13. Lip. 15. Kleur; 17. Olie;
33. Ara; 35. Te;
dit blad. Ii
adreszijde te ver
Er zijn drie prij:
t 5.—; 2. f 2.50:
Uitverkoop (i)
Uitverkoop (3)
TÏ Uitverkoop (2)
VHl II'
De heer die op dit plaatje staat
is doctorandus Van der Draad
d'e voor het wink'le*1 In da. stad
Ibj'n vrije, daag je over li 3d
Hij deed mee met iedereen
betrapte hier en daar een teen.,
hij graaide pakken van de hoop;
bezong dz 'of der uit ver koop--
Terug weer uit die ixznsenklit
was zelfs zijn pak wat uit de snit.
Maar t ergste was voor Vandzr Draad,
hij vondqeen nieuw pak. van zijn maat..
Stallns dochter getrouwd.
Uncle Sam reikt hem de hand
in ruil voor Daszs 1V1 dat land
fócti zegt franco hierbij goed,
dat wie baas-is 't blijven moet:
De bruiloft kostte een mil Hoen
daar moest men het maar treedoen.
Stalin toonde zich door die daad
zich zelf een waardig democraat..,
De bollebozen van de kaas
waren daar nu eens de baas
Dit k'Cjlcjz in de klurzaal biedt
een beeld, dat ll niaar zeiden ziet!
In.
KLAPP6U
KROHitk VAN EEN WEFK
-jl m, $cwi&£
krabbels#^*
door
De voortvluchtige dief Piet
de Bruin «stuurde een taart
naar zijn werkgever
Dit zijn de twee politiebonden,
die 't overheerlijk vonden
om met kwispelende staart
te moeten ruiken aan die taart I
IS6I HOI 13 OYiaSOYONOZ
ZONDAGSBLAD 21 JULI 1951
f VOOR óe VROUW
Wéten
en Gelóven
2^0ALS ik verwacht had, is er véél
reactie gekomen op mijn stukje
in het Zondagsblad van 30 Juni 1.1.
over: „Waar werkt de Pinkstergeest?"
Het is mij helaas onmogelijk, al deze
brieven persoonlijk te beantwoorden,
hoewel ik dit graag zou doen. Maar,
daar mijn eerste taak als vrouw en
moeder in mijn gezin ligt, ontbreekt
mij de tijd daartoe.
Bij de stapel brieven, die hier voor
mij ligt, zijn er maar drie, die zich
in afkeurende zin over bedoeld stukje
uitlaten. Op deze kom ik straks terug.
De overige brievemhebben mij eens
deels verblijd, maar aan de andere
kant ook zeer ontsteld. Verblijd, om
dat er een honger uit blijkt naar be
leefd, levend geloof.
Een geloof, dat ook heden ten dage
nog wonderen werkt en ons de
heerlijkheid Gods doet zien. Ontsteld
heeft mij de klacht, die ik in alle voor
mij liggende brieven aantref, dat vele
gelovigen uit verschillende kerken en
kringen zich niet meer kunnen vinden
in de tegenwoordige prediking. Allen
schrijven, zich telkens af te vragen, of
dit aan henzelf ligt. Biddend onder
zoeken zij zichzelf en vragen de Here
om licht en om de werking van Zijn
Geest, ook voor hun voorgangers.
UW h&AR
en de vacantia
Vacantie! Een woord vol beloften.
Een woord, dat doet denken aan zee
en strand, bos en hei. Het is heerlijk
om eens even de zorgen van het dage
lijks leven te vergeten, er eens even
helemaal uit te zijn. Wat is heerlijker,
dan aan het strand te liggen zonne
baden of door de bossen te dwalen?
Over dat zonnebaden willen wij het in
dit artikeltje eens even hebben en
speciaal op de maatregelen, die de
vrouw hierbij moet nemen.
Het spreekt vanzelf, dat bijna ieder
een er aan denkt zich tegen te felle
zonnestralen te beschermen met een
goede crème of olie, maar heeft U er
wel eens aan gedacht, dat Uw haar
ook bescherming nodig heeft? Het is
vaak om er zich zelf aan te ergeren
hoe hopeloos het haar er na de vacan
tie uitziet.
Het is natuurlijk het prettigst om
een gemakkelijk kapsel te hebben.
In deze tijd, waarin een korte coiffure
zeer gewild is, stuit dit op niet al te
grote moeilijkheden. Het is bekend,
dat een goede kapper, die smaak en
distinctie bezit, bij bijna ieder gezicht
een kort, gemakkelijk kapsel kan cre-
eren, een kapsel, dat het meest na
tuurlijk is, dat vlug is op te maken
endat U behoorlijk onder Uw
badmuts kunt stoppen. Vaak wordt
het haar toch nat. Dan mag men eigen
lijk nooit gaan zonnebaden, zonder
een doek of een shawl om het haar te
knopen, daar er anders een verbran
dingsproces ontstaat, dat zeer nadelig
voor het haar is. Bovendien kristalli
seert het zout, waardoor de kwaliteit
van het haar zeer te lijden heeft. Is
het haar eenmaal droog, dan kunt U
het gerust aan de zon blootstellen.
Voor degenen, die in bosrijke stre
ken last hebben van droog haar, is het
aan te raden een goede brillantine in
de koffer te pakken, waardoor men
het haar soepel kan houden.
Deze tips, die een bekende kapper
ons gaf, kunnen er misschien toe bij
dragen, dat U na Uw vacantie niet
„met de handen in het haar zit".
Een charmant kapsel, waarbij geen
spelden, kammen of andere attributen
nodig zijn om het in zijn model te
houden.
Dit is m.i. ook het enige, wat ons te
doen staat, als onder de prediking ons
hart niet geraakt wordt. Maar dan
moeten ook zij, die geroepen zijn het
Woord Gods te bedienen, zich wel
steeds afvragen, niet alleen, of zij
theologisch wel zuiver op de graat
zijn, maar of zij bezield zijn van het
echte Geestes-vuur, of hun gezichts
veld zo wijd is als de wereld en of zij
dat kostbaar Woord van God daar
middenin plaatsen. Een lezer schrijft:
„Ik mis zo de bewogenheid in
de prediking, alsof wat de prediker
zegt, niet door hemzelf is heengegaan,
alsof hijzelf niet gelooft, wat hij ge
looft", en een ander: „Alles is piekfijn
georganiseerd bij ons, maar er is wei
nig geestelijk leven", weer een ander:
„Wij weten alles zo goed, maar gelo
ven? Waar zijn dan de stromen van
levend water, die uit ons binnenste
zullen vloeien? Geloven we in de Bij
bel, maar maken we ons tegelijkertijd
op een goedkope manier van Jacobus
5:14 en 15 en van 1 Cor. 12 af, met de
bewering, dat het allemaal voor vroe
ger was?
Alsof Christus gisteren, heden en
tot in alle eeuwigheid niet Dezelfde
Laten we dan maar liever eerlijk
zeggen, dat we niet meer geloven,
wat we zo goed roeten!"
Met deze briefschrijvers en -schrijf
sters weet ik maar een weg, waarlangs
wij alle doodsheid, verstarring en ver-'
stening kunnen ontkomen: die naar
Gods Vaderhart. Persoonlijk en geza
menlijk smeken om de krachtige wer
king van de Heilige Geest. Dan zal die
zeker komen, zoals Die ook op de puin
hopen van Duitsland is gekomen, op
het gebed, dat aanvankelijk door v ij f
mensen opgezonden werd.
De heer L. A. te D. schrijft: „Dat
daar de Geest van God triumfeert, kan
ons klein maken voor Hem, die het ons
doet zien, dat Hij daar aanv angt,
waar wij einde zouden schrijven en
daarom meen ik, dat er geen reden is
tot wanhoop voor de kerk van Neder
land, mits zij zich de toestand ernstig
realiseert en ik wenste wel van God,
dat er een Synode samenkwam, waar
men letterlijk op de knieën ging en
desnoods een ouderwetse echte vasten
uitschreef, want God laat Zich ver
bidden. Dat garandeert ons Zijn
Woord."
En nu de drie andere brieven:
Mijnheer W. B. te Sch. Het is daar
in Duitsland absoluut geen massa
suggestie. Er is daar alleen zonder
enige reclame! levende verkondi
ging yan het Woord en b e leving van
het zien van Gods heerlijkheid in de
genezing van zieken, blinden, doven,
lammen enz. op het gebed. Het
heeft ook mij verwonderd, dat er uit
ons land zo weinigen heengegaan zijn
(uit onze kerken b.v.) om zich te over
tuigen, zoals dit vanuit Italië, Ameri
ka, Denemarken, Frankrijk, Zweden
en Zwitserland wel gebeurd is. Wilt
u meer van deze opwekkingsbeweging
in West-Duitsland weten, stel u dan
in verbinding met de heer F. A.
Stroethoff, directeur van „Tot Heil des
Volks" te Amsterdam of probeert u
het weekblad „Timothëus"nr van
6 Juli eens in handen te krijgen.
Go de zij dank, gebeuren er nog da
gelijks wonderen als door u beschre
ven, in het leven der gelovigen! Een
mevrouw uit Rotterdam, die haar
brief niet ondertekent, veroordeelt
Ö33B22®
Openbaring 2:2a
Het is helemaal niet onnatuurlijk
wanneer in deze tijden onze gedachten
telkens naar het Boek der Openbaring
van Johannes getrokken worden. Het
laatste Bijbelboek, de Openbaring van
Johannes, is een zeer actueel geschrift
en onze gedachten kunnen daar inder
daad sterkend voedsel vinden. In dit
vurige boek, de Openbaring, is (let
wel!) het geslachte Lam de Leeuw,
die overwint aan het einde van de ge
schiedenis. En met een kracht, ge
ëvenaard aan die van de profeten,
wordt Gods heilige en liefdevolle wil
uitgeroepen als liet enige, dat blijvend
en zeker is in de wisselvallige en
raadselachtige geschiedenis der mens
heid. Hierbij moet worden opgemerkt
dat dit uitroepen gebeurt in een tijd,
waarin de toestand van de christelijke
gemeenten uitzichtlozer schijnt dan
ooit. Dit zijn wel de kenmerkende
trekken van het Boek der Openbaring.
Het verkeer met dit Boek der Open
baring van Johannes is een stalend
bad! Maar het is tevens een aanleiding
tot diepe verootmoediging, omdat dit
boek ons het besef bijbrengt, dat één
van de voornaamste kenmerken van
het Christenzijn is: een waarlijk reik
halzend en hunkerend uitzien naar de
deze opwekkings-beweging in Duits
land tot de valse Christussen en pro
feten uit het laatst der dagen. Weet u,
dat u zich hiermee verschrikkelijk be
zondigt, mevrouw? U mag zo'n ontzet
tend oordeel niet vellen over mensen,
die u niet kent, van wie u niet alles
weet. De door u zo hard veroordeelden
prediken de triomf van Christus' kruis
en opstanding, deze mensen gaven
aan de heer Stroethoff de boodschap
mee: „Neem uw eigen Hollandse bijbel
en zeg aan uw volk, dat zij niet half,
maar onvoorwaardelijk in Jezus Chris
tus moeten geloven." Laten we toch
oppassen, voor dit onverhoord oor
delen! U ook mej. C. T. te Rotterdam!
U schrijft, dat u niet begrijpt, dat
zo'n fijne krant als de onze, zo'n akelig
mens als ik ben, daar wekelijks in
laat schrijven. (Nee, dat begrijp ik
zelf ook niet!)
Voorts heet u mij „volkomen te lie
gen", dat er voor en na het uitvoeren
van een concert gebeden werd. U ver
denkt mij ervan dat Thijs Booy, „die
zot, die gek", zeker een intiem vriendje
van mij is! U kunt hierop gerust zijn,
want ik heb de man nog nooit gezien!
Voorts moet Thijs Booy naar uw
mening kolendrager worden en met
paardebloemen op zijn pet. achter een
man met een kaarsje aanlopen! Geen
onaardig gezicht zou dat zijn!
Ik heb hier eerst hartelijk om ge
lachen, maar die lach bestierf, omdat
uw schrijven een symptoom is van een
diep treurige innerlijke gesteldheid. U
schrijft, dat u nog niet bereid bent.
omdat u de wereld met al haar ellende
nog liefhebt. Maar dat i s niet zo! Nie
mand heeft ellende lief. U hebt
uzelf lief! U acht uzelf oneindig
beter dan „die gek van 'n Thijs Booy"!
Dit is uw grote zonde en dan noem ik
nog niet eens de dingen, waar u mij
van beticht! Over Thijs Booy ga ik met
u niet in discussie. Laat het u genoeg
zijn, dat ik hem als mijn „broeder in
Christus" beschouw. U mag mij gerust
een akelig mens vinden, maar vindt
nu eens een keertje e cht -w aar
uzelf ook een akelig mens voor God,
een die met mij biddend moet strijden
om Christus' groot gebod van de Lief
de te volbrengen!
MARGARITHA
verwerkelijking van Gods volle
dige heerschappij over het willen en
streven der mensen, de verwachting
van het Koninkrijk.
Deze profetische verwachting is vol
gens de Openbaring van Johannes (en
ook volgens de Evangeliën en de Brie
ven) één van de karakteristieke ken
tekenen van de Christen. Het is werke
lijk verootmoedigend en beschamend,
als wij dit op ons laten inwerken, want
wij weten allemaal wel, dat dit ken
teken, het uitzien naar de komst van
het Koninkrijk, nu niet bepaald op
vallend is in onze hedendaagse christe
lijke uitrusting. Dikwijls ontbreekt
deze verwachting. Wij kennen soms
wel berusting of vertrouwen, maar
reikhalzende verwachting van en uit
zien naar de verwerkelijking van Gods
heerschappij, en hartelijke vreugde er
over, dat dit nu het zekere einde
van de geschiedenis is, waarvan de
„tijden" en „gelegenheden" alleen in
Gods hand zijn, dat komt nog niet in
sterke mate voor. En toch kan alleen
die verwachting ons in deze tijden
troosten en sterken. In de ontstellende
nood van onze tijd geeft die verwach
ting ons een blij uitzicht.
Tot de bekende gedeelten uit het
Boek der Openbaring van Johannes
behoren de zendbrieven aan de zeven
Ejh de. X knipt
Een nachtjaponnetje voor meisjes van
zes. acht of tien jaar. Het patroon, no. 94,
is in deze drie maten tot en met 28 Juli
aan onze bureaux verkrijgbaar tegen be
taling van f 0,35. Na ontvangst van f 0,50
volgt toezending.
Het modelletje heeft een klokkende
gemeenten. In deze zeven gemeenten
wordt de gehele Christelijke Kerk toe
gesproken. want zeven is het getal van
de volheid. Deze brieven zijn rijk van
inhoud, daar zij ons een blik erin
geven, hoe een profetische en aposto
lische geest als de ziener van Potmos
de Christelijke Kerk ziet. Voor mij is
één van de opvallende trekken aan
deze brieven, dat alle- zeven, n.l. de
brieven aan Efeze, aan Smyrna, aan
Pergamus, aan Thyatira, aan Sardes,
aan Filadelfia en aan Laodicea begin
nen met de korte, betekenisvolle woor
den: „Ik weet uw werken." Voor de
éne gemeente blijkt deze goddelijke
wetenschap een uiting van lof te be
vatten; voor de andere een aankondi
ging van gericht. Christus kent en
doorgrondt alle mensen.
„Ik weet uw werken!" Zo spreekt
de Here op dit ogenblik ook tot de ge
hele Christe\ijke Kerk. Laten wij,
vooral in deze tijd, nu de Christelijke
Kerk in haar woorden en daden moet
tonen, dat zij uit een andere, een god
delijke levensorde leeft, diep beseffen,
dat wij staan onder het gezag van die
God, Wiens belangstelling ook uitgaat
naar „onze werken", uiant de „wer
ken" zijn een reuk des doods of des
levens. En laten wij ootmoedig bidden:
Leer mij, o God van zaligheden, mijn
leven in Uw dienst besteden! Gij zijt
mijn God, vat G\j mijn hand! Uw
goede Geest bestiere mijn schreden,
en leide mij In een effen land.
Dubbeldam. Ds. L. EMMERZAAL.
Ik weet uw werken