^-familienamen^,
JHVHI Vier eenvoudige letters,
ZONDAGSBLAD 7 JULI 1951
)f Specialisi op hei ierrein
der Bijbelvertaling
MEER STEUN IS DRINGEND NODIG!
„Daar werd iets groots verricht!"
Dit gezegde is zeker van toepassing,
wanneer wij de arbeid van het Ned.
Bijbelgenootschap ten aanzien van de
Bijbelvertalingen bezien. En dit geldt
zowel de totstandkoming van de Nieu
we Vertaling, welke nu in haar geheel
is gereed gekomen, als van de vertalin
gen van Bijbelgedeelten in talrijke
Indonesische talen, die het N.B.G. ver
zorgt. Duizenden, ja tienduizenden van
deze Bijbelgedeelten vinden hun weg
naar talrijke gezinnen in Indonesië.
Het N.B.G. doet in dit opzicht buiten
gewoon mooi werkdat eigenlijk in
ons land nog te weinig bekend is en
ook meer belangstelling en steun ver-
Het N.B.G. heeft van meet af aan
grote interesse gehad op het gebied
der Bijbelvertalingen. Zelfs mag ge
zegd worden, dat het van alle Bijbel
genootschappen in de wereld zich het
meest op de Bijbelvertalingen heeft
toegelegd en het staat dan ook als
een specialist op dit terrein in het
buitenland bekend. Het is om deze
reden, dat het N.B.G. de uitgave van
de „Bible Translator", het orgaan
van de Internationale Bond van Bij
belgenootschappen, verzorgt. Dit is in
„Amsterdam" in vertrouwde handen
en wordt van hier uit over alle we
relddelen verspreid.
De samenwerking tussen de Bij
belgenootschappen wordt steeds nau
wer, hetgeen nog onlangs tot uiting
is gekomen op de te Oslo gehouden
conferentie van het uitvoerend comi
té van de Internationale Bond, zo ver
telde de algemeen secretaris van het
N.B.G., mr F. L. S. F. baron van
Tuyll van Serooskerken, ons dezer
dagen, toen wij hem in het Bijbelhuis
te Amsterdam bezochten. Er is op
deze conferentie een rapport bespro
ken van dr. Chirgwin, research-secre-
taris van de Bible Society te Genè-
ve, met betrekking tot de plaats van
de Bijbelproductie en -distributie in
het Evangelisatiewerk, bij welke ar
beid de Bijbel een onmisbare factor
is. In Februari 1952 wordt in India
een wereldconferentie van Bijbelge
nootschappen gehouden en hier zal
Nederland zijn vertegenwoordigd door
baron Van Tuyll, dr Schwellengrebel,
de bekende taalgeleerde van het
N.B.G., en mr Khouw, generaal agent
van het N.B.G. in Indonesië.
Nu het an-alphabetisme in de we
reld sterk achteruit loopt, wordt ook
de behoefte aan Bijbels steeds gro
ter. Er zijn vele gebieden in verscha
lende werelddelen, waar van een toe
nemende belangstelling voor het
Woord Gods sprake is. Een opmerke
lijk voorbeeld daarvan is b v. Nias,
waar de Ryang. Lutherse Kerk uit
Nederland z'ulk prachtig zendingswerk
heeft verricht. Maar ook in andere
gebieden van Indonesië is dit het ge
val.
Indonesië
Dat het N.B.G. zich altijd wat het
vertaalwerk betreft, op Indonesië
heeft gericht, is begrijpelijk. Dank zij
deze arbeid en mede door de mede
werking van de Zending heeft het zeer
veel tot stand gebracht en zo kunnen
duizenden Christen-Indonesiërs ver
scheidene Bijbelboeken in hun eigen
taal lezen. En de vertaalarbeid vindt
nog steeds voortgang. Gelukkig kan
het belangrijke werk, dat ds Bode is
begonnen, en waaraan hij zich met
zoveel ijver en toewijding heeft ge
geven, worden voortgezet, nu dr
Schwellengrebel, de taalgeleerde van
Bali, zich bereid heeft verklaard dit
op zich te nemen. Hij zal zich ver
moedelijk in samenwerking met dr
Eringa, geheel wijden aan de verta
ling van de Bijbel in het Indonesisch.
Dit is van enorme betekenis, vooral
omdat het Indonesisch nu op de scho
len verplicht is gesteld. Hoe eenvou
diger de taal wordt, hoe meer verschil
len cr optreden, waarom het niet mo
gelijk is de Bijbel in de dagelijkse
volkstaal te brengen, doch de Indo
nesische Bijbelvertaling zal in vele
streken kunnen worden gebruikt.
Voor de vertaalarbeid van de
Bijbel heeft het N.B.G. negen taal
geleerden in Indonesië in dienst.
Wij noemen b.v. dr L. Onvlee en
dr H. van der Veen, wier namen
ook in ons land bekendheid genie
ten. Zij allen geven zich aan het
mooie werk om de Schrift dichter
bij het Indonesische volk te bren
gen en voor dat millioenenvolk,
waarvan het overgrote deel de Bij
bel nog niet kent, leesbaar te doen
Dienaar van de keiken
Wij gevoelen ons dienaar van de
kerken, zeide baron Van Tuyll, en
zo is het ook in Indonesië, 'waar nau
we samenwerking met de kerken uit
verschillende streken bestaat. Het
werk van het N.B.G. wordt er zeer
gewaardeerd. Er zijn nu de eerste
stappen gezet om te komen tot een
..Indonesisch Bijbelgenootschap in op
richting", dat zich voorlopig voor
namelijk zal bezig houden met de bin
nenlandse organisatie (ledenwerving
en Bijbelvoorziening). De plaatselijke
kerken zijn ingeschakeld bij de dis
tributie, die, nadat het colportage-
werk in de laatste tien jaren heeft
stilgestaan, weer op gang is geko
men. De verkoop van Bijbels en Bij
belgedeelten is weer normaal te noe-
men- ,^e'' 's er door verhoging van
de prijzen, ook in Indonesië, vertra
ging in de afname, doch in samen
werking met de Indonesische ker
ken zijn weer nieuwe plannen op sta
pel gezet, zo b.v. voor scholen voor
evangelisten-colporteurs. Op het ogen
blik worden met medewerking van
de kerken op Midden-Java, Bijbels
uitgereikt aan leerlingen, die de
school verlaten, welke verspreiding
van vérstrekkende invloed zal kun
nen blijken te zijn voor de doorwer
king van het Evangelie onder de in
landse bevolking. Ook wordt de Bij
bel in gevangenissen in Indonesië ver-
Slagen de plannen voor een Indone
sisch Bijbelgenootschap, dan zullen
deze een belangrijke steun voor een
grote uitbreiding van het werk van
het N.B.G. gaan betekenen. Het N.B.G.
blijft zich voorlopig belasten met de
zorg voor de Bijbelvertaling. De uit
gave van de Bijbel daarnaast geschiedt
in nauwe samenwerking tussen het
Britse, Schotse en Ned. Bijbelgenoot
schap, terwijl het N.B.G. bij deze sa
menwerking de verantwoording voor
de uitvoering heeft. Meer dan ooit is
het wel duidelijk, dat op het gebied
der Bijbelvoorziening in Indonesië Pro
testants Nederland een roeping Gods
te vervullen heeft. Zegt het U niets,
dat de productie voor Indonesië in 1950
bijna f 300.000 beliep? Ja toch?
In Nederland
Wanneer U dit leest, zult U het
met ons betreuren, dat de ledenwinst
in 1950 ver beneden het gemiddelde
is gebleven. Dit was altijd ongeveer
doch vorig jaar hebben zich
maar ruim duizend nieuwe leden la
ten inschrijven. De nieuwe film „Geen
grenzen meer" heeft in het afgelo
pen jaar voornamelijk in kleine
plaatsen gedraaid, waar zij gemid
deld 250 bezoekers heeft getrokken,
met als resultaat een ledenwinst van
ongeveer 1517 pet.
De interconfessionele samenwer
king laat gelukkig niets te wensen
over en er doen zich hierbij geen
moeilijkheden voor. Dit mag zeker
als een voorrecht worden be
schouwd, wanneer wij letten op de
verdeeldheid van het Prot. Chr.
volksdeel. Doch het gaat hierbij om
het ene Woord Gods.
Dit Woord zal nu straks in een
nieuwe vertaling verkrijgbaar zijn.
doch dit wil in het geheel niet zeg
gen, dat de Statenvertaling als „af
gedaan" zal worden behandeld. Het
N.B.G. zal ook deze verkrijgbaar
blijven stellen. Maar één ding staat
toch wel vast, nl., dat Protestants
Nederland met verlangen naar de
nieuwe vertaling uitziet. Dat hieraan
veel arbeid ten koste is gelegd, behoe
ven wij nu niet breedvoerig te be
lichten. Wij hopen hierover t.z.t. uit
voerige mededelingen te kunnen doen.
Zal het N.B.G. zijn arbeid als „die
naar van de kerken" en ten dienste
van ons gehele volk en van de Indone
sische volken kunnen blijven vervul
len, dan zal Protestants-Christelijk
Nederland niet achter mogen blijven
in zijn gaven en met zijn gebed, want
de omvangrijke en belangrijke arbeid
van het N.B.G., die God zo kennelijk
heeft willen zegenen, blijft van de ze
gen des Heren afhankelijk. Bidden en
werken, d.w.z. steunen met uw gelde
lijke offers, blijft ook hier geboden,
waar het gaat om de verbreiding van
het Evangelie, de Blijde Boodschap.
Hoe
kwamen
Menigeen zal zich wel eens afge
vraagd hebben hoe wij toch aan onze
familienamen zijn gekomen. Daarom
willen wij hier enige namen eens
nader bekijken.
Als er in een familie een kind wordt
geboren, gaat de vader van dat kind
naar het stadhuis om het in de re
gisters van de burgerlijke stand te
laten inschrijven. (Vóór de inlijving
van ons land bij Frankrijk in 1810
werden dergelijke registers slechts
door de kerkgenootschappen gehou
den.) De vader van het kind kan niet
volstaan met het opgeven van een of
meerdere voornamen; het kind moet
ook een „van" of familienaam heb
ben, en het krijgt dan de familienaam
van zijn vader.
De eenvoudigste voorbeelden van
een „van" zijn de namen Pietersen,
Willemsen, Jansen, Hendriksen etc.
Pietersen betekende oorspronkelijk
Pieterszoon. Jan Pietersen was dus
Jan Pieterszoon en Klaas de zoon van
Willem werd Klaas Willemszoon en
Kees de zoon van Hendrik werd Kees
Hendrikszoon. Zo kwamen langzamer
hand de namen Pietersen, Willemsen,
Hendriksen en Jansen tot stand. Toen
nog niet iedereen de schrijfkunst
meester was werden de namen wel
eens verhaspeld, men schrijft b.v.
Jansen, Jansse, Janse en ook Jansens
Weer andere „vannen" duiden aan
van welke plaats de familie oorspron
kelijk afkomstig was; de namen Van
Hattem, van Putten, van Wijngaar
den, van Brummen, van Zoelen en
van Utrecht en nog veel meer zijn
daar een duidelijk voorbeeld van.
Dan zijn er nog de namen waar het
water of de rivier waarbij of waar
aan men woonde een rol speelde, zo
als Maas, van Amstel, van Rijn, van
der Lek, van Vliet, van der Plas, van
der Poel, van de Merwe enz.
Er zijn ook heel veel families die
een dierennaam tot „van" hebben'
Schaap, Bok, de Koe, de Haas, de
Haan, 't Hoen, de Vos, de Wolf, de
Kat, de Hond (ook wel verfraaid tot
Op de drukkerij van H. Veenman te Wageningen wordt een lettertype
uitgekozen voor de druk van de nieuwe Bijbelvertaling.
IN DE WERELD
d'Hondt, de Leeuw, Beer, van den
Hengst, Muys, Mol.
Ook vogelnamen passeren de rij en
wel: Mees, Mus, de Lijster, den Uil,
den Duyf, Valk, van der Valk, Vink,
de Kraai, Nachtegaal, den Arend,
Zwaan, Kievit, Gans.
Niet alleen de vogels, ook vissen
komen voor in familienamen; luister
maar eens naar namen als Snoek,
Baars, Bot, Zalm, van der Zalm,
van der Steur, Spiering, den Haring.
Namen van bomen komen niet zo
veelvuldig voor, toch zijn ze er wel,
getuige de navolgende: van Eik, van
Berk, van de(r) Linde, van Abeelen,
Populier.
De families die een kleur in hun
„van" hebben zijn Groen, de Groen,
Bruin, de Bruin, Bruins, de Wit,
Zwart, de Zwart, den Blauwen.
De seizoenen zijn ook vertegenwoor
digd: Zomer, Herfst en de Winter
zijn bestaande familienamen; de
naam Lente is mij niet bekend maar
kan daarom toch wel bestaan.
Aan de achternamen De Zeeuw, den
Hollander, den Brabander kan men
zien uit welke provincies deze fami
lies oorspronkelijk kwamen.
Verder behoeft men niet te twijfe
len welk vak de voorvaders van de
hierna te noemen families hebben uit
geoefend, dit zijn Molenaar, Bakker,
Kok, Kousemaker, Slotemaker, Tim
merman, Kleerekoper, Koopman, V'S-
ser, Schipper, de Boer, Brouwer, Kui
per, de Knegt. Ook Karreman, Land
man, Zandman, Dijkman, Wegman.
De dijk speelt ook in veel namen een
rol: Bijdendijk, Buitendijk, Binnen
dijk, Dijkmans.
Iemand die den Brave heet moet
natuurlijk altijd trachten zijn naam
eer aan te doen; zo ook degene die
Den Deugd heet. Een gezellige naam
is de Vreugd, Vrolijk.
't Is ook aardig er op te letten hoe
de afmetingen van de mens een rol
gespeeld hebben: de „lange" Dirk,
ter onderscheiding van de „korte" of
de „kleine" Dirk, kregen later hun
bijnaam (of misschien wel scheld
naam) tot „van". Dirk de Lange; de
Korte; de Klein. De Kromme zal zeer
zeker wel een scheldnaam geweest
De Jong, de Jonge, de Jongste,
Oud, den Ouden, den Oudsten, den
Dikken, den Dunnen, Mager, Groot,
de Groot en zelfs Reus zijn in onze
ogen heel gewone familienamen.
Achternamen zijn ook Vader, Zoon,
Almekinders, de Neef.
Sommige streken hebben hun eigen
typische namen: Rijstenbil, Suiker-
buyck, Schietekatte, Naaktgeboren,
Niemantsverdriet, van 't Zelfde,
Vroegindewey, Zilverschoon zijn er
een paar van.
We hebben nu maar een greep ge
daan uit vele bestaande familiena
men en er zijn er nog genoeg waar
van de oorsprong niet zo maar één,
twee, drie na te speuren is. Dat ver
eist weer een bijzondere studie!
Wellicht bekijkt U nu de namen van
Uw medemensen eens van een ander
oogpunt en het is heus wel een ge
zellig tijdverdrijf daar eens bijzonde
re aandacht aan te besteden.
ZONDAGSBLAD 7 JULI 1951
5
die een onuitsprekelijk geheim verbergen
MAAR OOK OPENBAREN ZE EEN ONZEGBARE LIEFDE
VIER eenvoudige letters tegelijk
een onuitsprekelijk geheim. On
uitsprekelijk al terstond in de meest
letterlijke zin, want reeds in Jezus'
dagen wist niemand meer met welke
klinkers deze medeklinkers behoorden
opgevuld te worden om zo samen een
normaal woord te vormen. De oorzaak
daarvan is te zoeken in de diepe eer
bied welke Israël koesterde voor de
naam van God. Een naam is nu een
maal nooit „slechts" een naam. Dat
weten we uit talloze bijbelse verha
len, waarin kinderen vernoemd wor
den of waarin volwassenen met nieu
we namen worden getooid. Gods be
loften maken van Sarai eens door
haar vader bij de geboorte „Prinsesje
mijn" geheten voortaan Sarah,
„Heerseres", en van Abram „Ver
heven Vadér" een Abraham, „Va
der van volkeren". Precies zo krijgt
Johannes de Doper een aparte naam,
die niets te maken heeft met die van
vader of grootvader, maar waar wel
de beloften Gods in tastbaar worden.
Daarom: een naam verraadt het we
zen van de benoemde. En daarom
zulk een diepe, volkomen on-heden-
daagse eerbied voor de naam des He
ren, zodat men zelfs het woord niet
uitspreekt. Dat wil niet zeggen dat
men echter bij deze letters JHVH he
lemaal niets zei. Men gebruikte ver
vangingsnamen „Adonaj" of „Elohim",
wat respectievelijk kan vertaald wor
den als „Heer" en „God". En zo is
op de lange duur dan uit de klinkers
van het tweede en de medeklinkers
van het eerste woord de naam ont
staan, die vooral in de poëzie van
de vorigeeuwse vroomheid, alsmede
in ouderwetse preken zo geliefd
werd: JEHOVA. Een naam, die voor
ouderen nog steeds een eerbiedwek
kende klank heeft. Tegelijk een naam,
die zó nooit bestaan heeft.
Ondertussen is daarnaast langza
merhand een nieuwe spelling in ge
bruik genomen en men begon van
„Jahwèh" en „Jahvéh" te spreken.
Men begrijpt: er moeten zekere oor
zaken bestaan voor zó'n poging. We
vinden die in Exodus 3 vers 14, waar
kennelijk verband wordt gelegd tus
sen het vreemde viertal letters JHVH
en het Hebreeuwse werkwoord „ha-
ja", dat „zyn" bekent. „Ik zal zijn
die IK zijn zal", zo maakt de Here
Zijn wezen kenbaar. Daar komt nog
iets bij: de Samaritanen plachten de
naam des Heren wel uit te spreken,
en blijkens oude geschriften werd hun
woordgebruik in het Grieks weerge
geven met „Jabé" of „Javé". Een ver
taling behoeft evenwel niet volledig
recht te doen aan het oorspronkelijk
gebruikte woord; vroeger evenmin als
thans, en ieder weet wel hoeveel
moeite Nederlanders met buitenland
se namen hebben, en omgekeerd hoe
veel last ónze stads- en eigennamen
aan vreemdelingen berokkenen. We
kunnen dus hoogstens de veronder
stelling opperen dat dit nieuwerwet-
ser „Jahwèh" de oeroude naam iets
dichter benadert. Maar het blijft daar
bij mogelijk dat iemand, die al te par
mantig met zijn tijd mee wil gaan, op
een gegeven ogenblik zal ontdekken
dat ook deze uitspraak op griezelige
misverstanden berust.
VIER eenvoudige letters tegelijk
een onuitsprekelijk geheim. Want
we moeten niet denken dat we klaar
zijn, wanneer we zo bij vage benade
ring weten, hoe de letters behoren
uitgesproken te worden. Dan begint
de eigenlijke moeilijkheid pas, want
wat wil deze uitdrukking van God
zeggen? Ook hier zijn de nodige mis
verstanden gerezen. Het eerste en
grootste is wel dit dat de naam Gods
feitelijk betekent dat God de altijd
Gelijke en altijd Onveranderlijke is.
Zo op de manier waarmee de kerke
lijke gedichten van een voorbij tijd
perk spreken over het „Goddelijk We
zen" of „Opperwezen". Mogelijk zal
hier en daar een lezer zich plotseling
herinneren dat zelfs thans nog over
„Het Wezen" of met dat gruwelijke
verkleinwoord „Het Wezentje"
wordt gesproken. Maar om zó aan den
Zijnde te denken, is onschriftuurlijk.
Nader bepaald: het is heidens, Grieks-
filosofisch en volkomen vreemd aan
de Bijbelse boodschap. Niet dat God
ook niet de Onveranderlijke genoemd
mag worden, bij Wien geen schaduw
van ommekeer is. Maar God is de
zelfde in een voortdurende trouw, in
een onaflaatbare bewogenheid, in een
onophoudelijk ingrijpen in de ge
schiedenis. Hij is maar niet alleen de
Zijnde, doch Hij is de „met ons Zijn
de", de Levende, de Genadige van
Wien wij alles verwachten mogen.
Men voelt toch het onmetelijke ver
schil tussen die beide begrippen? Zou
God enkel in Zyn naam Zyn onbe
wogen onveranderlijkheid onthullen,
dan konden we daaraan een heel stel
sel ontlenen en we konden het zelfs
zo ver brengen dat we geweldige in
gewikkelde godsbeschouwingen voort
brachten. Alleen, je had daar geen
houvast aan. Er zat niet de minste
troost in. Maar de openbaring dat
God de onveranderlijk bewogene en
meelevende is, maakt een mensenhart
blij. In deze vreemde naam fluistert
God ons toe: „Je zult duizend dingen
ncoit van Mij verstaan: je zult op tal
loze raadselen stuiten, maar van één
ding kun je altijd en onder alle om
standigheden zeker wezen hiervan
dat Ik er ben voor jou, en dat Ik er
zyn zal, en dat Ik je dus nooit aan
je eigen lot overlaat
„Ik zal zijn die Ik zijn zal" de
naam houdt een program in. En dan
geen verborgen program waarover we
in het onzekere gelaten worden, maar
een duidelijk geopenbaard. Immers,
na het noemen van Zijn naam, gaat
God aan Israël bewijzen wat die naam
betekent. Feitelijk kan men gerust
zeggen dat heel het Oude Testament
niet anders is dan de onthulling van
Gods Wezen in Zijn handelen met Is
raël, en dat het Nieuwe Testament de
hoogste kroon op dit handelen zicht
baar doet worden. „Ik zal zijn die Ik
zijn zal" het lege begrip wordt ge
vuld in de verlossing uit Egyptische
slavernij; in de doorleiding door
zeeën en woestijnen; in de huisves
ting in het beloofde land; in de ein
deloze vergeving en het onpeilbare
geduld van God voor en met Zijn
volk. Zo wordt deze naam voortdurend
rijker, dieper en schoner. Totdat ein
delijk Johannes de eenvoudigste en
tegelijk onbegrijpelykste woorden
vindt als hij zegt: „God isLief
de". Pas die beJijdenis doet ten volle
recht aan het vreemde woord. Pas die
uitspraak vult de vermiste klinkers
volledig aan.
■ir IER eenvoudige letters tegelijk
een onuitsprekelijk geheim.
Maar...., zal iemand opmerken,....
maar als nu toch eens later blijkt dat
we die naam helemaal verkeerd uit
spreken, en dat het hele woord nog
van een totaal-ander werkwoord af-
Op de Boerenwagendag, vorige week Zaterdag te Gorinchem gehouden, kreeg
deze wagen, eigendom van boer Willemsen, die aan de Zouwendijk woont, de
z.g. Meerkerk-prijs, de extra-vermelding voor de mooiste wagen uit deze streek.
Wij zien hier het fraai bewerkte achterschamel van deze wagen en de eigenaar,
die de mooiste fragmenten aanwijst. De wagen dateert van 1877.
komstig is, zullen we dan niet ijlings
moeten omschakelen en er andere ge-
daohtenreeksen aan moeten verbin
den? Me dunkt van niet. Hoogstens
zouden we ontdekken dat we bij alle
rijkdom toch nog niet wisten hoe rijk
we wel waren. Het zou ons slechts
kunnen vergaan ais de Grieken, die
eenmaal lang geleden het Oude
Testament vertaalden, en daarbij het
hele moeilijke woord gemakshalve
weergaven door de uitdrukking voor
Adonaj: kyrios, wat wil zeggen
„Heer". En het zou ons vergaan als
de Statenvertalers, die zich eveneens
van het probleem afmaakten door
het gebruik van het dubbele „Here
Here". Zij zijn daardoor weliswaar be
trekkelijk armer geworden, maar het
is aan beiden toch niet ontgaan dat
Hij, die Zich verhulde achter de let
ters JHVH, in Jezus Christus op aar
de verschenen is en Zich heeft ont
huld als een Liefde boven elk ver
stand. Uiteindelijk straalt in deze
vreemde letters dus slechts een peil
loze Liefde.
Het is goed om dat nadrukkelijk
vast te stellen. Van meer dan één zij
de wordt altyd opnieuw geprobeerd
om Jehova en Christus van elkaar te
splijten. Het nationaal socialisme
heeft dat trachten te doen, en dat is
werkeilijk nog niet zo morsdood als
men wel wensen zou. Natuurlijk, men
erkent wel dat ook het Oude Testa
ment nieuw testamentische aderen
heeft, maar men acht deze diep ver
borgen beneden het oppervlak. En ook
de Jehovagetuigen maken zich aan dit
misverstand schuldig. Hun „Jehova
god" is nog altijd de vóór alles-(zo al
niet enkel)-Eisende God. Menigeen
laat zich door dergelijke redenaties
vangen, en verliest daarmee alle grond
onder de voeten. En daarom blijft het
van het hoogste gewicht om elkaar
telkens eraan te herinneren, dat de
vier eenvoudige letters met hun on
uitsprekelijk geheim per slot van re
kening Gouden Letters zijn, getuigen
de van een even onbegrijpelijke als
onzegbare Liefde jegens zondaren.
MERIETJE NEEMT DE LEIDING aaBBBBaa
aaaaaaaa
leerde in die weken een
i de stadsverlichting les-voor-het-leven: dat je
weten toch allemaal dat tieel veel krijgen kunt, als
rietje, vergeet asjeblieft nen. Het is een gevaar, dat daar gevaren dreigen? Ze je maar handig bent en je
niet dat er ook een Marie- elk kleutertje bedreigt, ook kunnen er toch maatregc- mond houdt. Dat laatste
tje bestaat. Die dat zouden al hangt hier wel iets af len tegen nemen? Maar als heeft ze gedaan; ook toen
doen, missen de realiteit. van de ouders. Niet altijd, ik dat vraag, voel ik j
Was ik een middeleeuws begrijp me niet verkeerd:
schilder, dan zou ik gedu
rig Marietje ergens op de
achtergrond schetsen: een beschuldiging. Een kina
de dag kwam da. de jon-
betoverd koningskind
weet niet hoe slecht grotere Zijn we niet tevreden i
lustwarande; een mensen kunnen zijn. „Het ons eigen Marietje veilig
schoon slaapstertje in het hart van een kind
bos, wachtend op haar warm
Prins, die haar wekken zal. wereld
Voor Merietje evenwel
geen prinsen
wel in haar bedje ligt? loopt zoals het loopt
liten we niet allemaal, maar dat is va
2maalde luiken voor Voor Met
infantium, libera het duister, dat buiten prinsen. Wel t
bidt:
Het begon met een jon- maak
gen. Geen prettige jongen, vaT]
al was hij dan veel hoof
den groter en veel jare.i
ouder dan Merietje, die
toen zelf nog maar een
ukje was. Hij kwam plot
seling in haar speelse le
ventje, terwijl
tjes plukte in de buurt
de Speeltuin, feitelijk al
op een te laat uur. Dat
mocht ze niet doen; van
thuis niet, van school niet
en van de politic niet. Moor jm-
vrij, verlos ons is één. En Moeder zag niets ueej later
Uit de
VOLKSWIJK
merkte niets Een
dat is leerde
twee. En stei-
opnieuw
kwaad
Hoe kan een
kind dan
weerstand
bieden aan
hhZmr' alle beloften
oioem-- waaTmee het mensbeest dat ze dus onverantwoorde- rapportcijfers uitdrukken,
hen aan boord komt? lijke ouders waren. Want ook al gaan die bedenke-
ze waren enkel maar moe,
doodmoe. En misschien,
ergens in dat huis
dat zeker niet was. Je moet
ger niet op- alleen niet vragen hoe zo'n
ieuu> op uw kinderleven onder dit alles
stokpaard, lijdt. Dat kun je
beneden. Merie
tje zit tenminste in de klas
te suffen en de andei
verboden gaan soms het
ene oortje in, het andere
weer uit en dus deed ze |pj MUM PPÜÜPIIIIHP..»
het toch en opeens was er ^lQn, loen ze begreep merachtige kamer,
rustig kinderkamertje f
t- mL«chicn rtii ónderen lachen haar ui!.
Op school althans; op
begrepen had. straat zullen ze dat niet
enkel in de sche- wagen. Want Merietje
weet van zich af te bijten
geweest; misschien dat
padden- Moeder het dan toch nog
it, dat is toch gezien
geen vréémde Nu
haaT'haiil dat hiï het wel was' toen nog gecn licht brandde ais een katje in het
■n bont en kleurtg verhaal - tegem,
opdiste. Van een eigen turn d ,e( moed
d,e hv beaat met nofl veel s!aa, m£ dood als ze he
meer bloemetjes er in, en
ook van paddenstoelen, rode
met gouden stipjes. „Heus
waar?" „Heus waar!" Me
rietje moest maar met hem
Ja, men moet over dit
alles wel nadenken. Waar
om kwam ze zo laat van
meegaan om te kijken. Dat de Speeltuin naar huis?
heeft ze toen gedaan en die Goed, omdat je i
avond is ze veel te laat
thuis gekomen. Ze zag er toch
witjes uit: rode
huis met zoveel mensen Soms t
omdat er anders allemaal
muggen binnenzweefden
en dan kon je helemaal
niet slapen: „Meid, in je
bed
De jongen kon dus te
rugkomen. De jongen heeft
dat gedaan ook. De jongen
had altijd wel een belofte.
wat ze dan zegt is niet
mooi meer. Al de haat van
een volkswijk schreeuwt
daarin los. En ergens op
een andere school in een
ander stadsdeel staat Ma
rietje die dag in de hoek.
Ze heeft ,£chelege-
dan zegd tegen een jongetje
bril op. Dat mag
kwartje. En hij hield niet. Je mag niemand met
het ravijn van het verderf, en de leiding en de politie welkom. Maar Merietje
W1JKPREDIKANT.
ft##»»»#-»-»»-»-» iHH» -B-B" iHHHHHHF»