Wieg van onder het Philips-concern stond torenspits van Bommel zo klein en eenvoudig lijkt Waar alles Amerikaan van Hollandse afkomst opperbevelhebber in Korea NIEUWE LEID9CHE COURANT WOENSDAG 16 MEI 1951 Van 1891 tot 1951 Nederlands grootste industrie viert jubileum met 80.000 werknemers (Van een onzer verslaggevers) EEN DEFTIG PATRICIËRSHUIS op de markt te Zaltbommel in den jare 1891. Twee mannen zitten aan tafel, een oude en een jonge, gebogen over papieren, die met cijferreeksen zijn bedekt. Aan het eind staat een rond bedrag, een dikke streep er onder: f 75.000. „We zullen het wagen", zegt de vader, Frederik Philips en de zoon bergt verheugd zijn papieren op. De beslissing is gevallen, een beslissing die van veel en veel wijdere betekenis is, dan beide mannen zelfs in hun stoutste fantasieën kunnen vermoeden. De grondslag is gelegd voor het Philips- concern, dat thans, nu Eindhoven waarlijk Lichtstad genoemd mag worden, de wereld omspant. Terecht merkte minister Van den Brink gisteren in zijn rede, tijdens de jubileum-plechtigheden op, dat de ge schiedenis van Philips in vele opzichten kan dienen als prototype voor de verdere industriële ontwikkeling van ons land. de Eindhovense fabrieken, maar de lis brengt een geduch'e slag toe aan de vraag naar radio-toestellen. Tussen - Philips' antwoord op tariefmuren en ivoerbeperkingen is hersteld en ook Nederland maakt de groei van het moederbedrijf het nodig, talrijke sprei- dingsbedrijven te stichten in andere de- n van het land. Nieuwe producten worden aan de markt gebracht: droogscheerapparaten. hoorapparaten, flitscamera's en etectro- nenmicroscopen verlaten de fabriek. En dan niet te vergeten, de jongste en veel belovende spruit: het televisietoestel. wordt dan het zestig-jarig jubileum gevierd in een groeiend en bloeiend be drijf, dat aan 80.000 hoofd- en hand arbeiders over de gehele wereld werk :chaft en dat een bedrijfskapitaal heeft van f 145 000.000. Natuurlijk zijr ■ok moeilijkheden, grote moeilijk heden zelfs. Daar is de economische po litiek, die een zware strijd noodzakelijk aakt, om het bedrijf vrij te houden vreemd kapitaal; daar is het gebrek iruimte en daar zijn de afzetni Frederik Philips, groothandelaar in koffie en tabak, kassier en eigenaar van de ..gasfabriek", was een geziene figuur in Zaltbommel en een ondernemend man. Van deze laatste eigenschap profiteerde zijn zoon Gerard, die in Delft was afge studeerd als werktuigkundig ingenieur, in Vlissingen, Glasgow en Duitsland de electrotechniek in de practijk had be- vaai studeerd e hooj begin i graag r zichzelf wilde Want voor die f 75.000 zou in Eind hoven een leegstaand fabriekje worden gekocht en ingericht voor de fabricage van gloeilampen. Met die fabricage ging het goed, In 1892 maakten de dertig ar beiders van de „stoomgloeifabriek" er al 11.000 en in ihet jaar daarop zelfs 45.000. Maar toch hing het leven van de fabriek aan een zijden draad. Immers, in 1892 was ook de gaskous uit gevonden en het zag er naar uit. dat het gaslicht het winnen zou van het elec- trische. dat nog vele gebreken vertoonde. Bovendien was Gerard Philips wel een uitstekend techn.cus, maar geen koop man en in 1894 werd weer een conferen tie belegd in Zaltbommel, maar nu ging het over de verkoop van het jonge be drijf. Doorvechten Als er toen een goed bedrag voor de fabriek geboden was. zou de naam Phi lips nu in Nederland en daarbuiten on bekend zijn. Maar er kwam geen koper opdagen en vader Philips besloot, dat er doorgevochten zou worden. De 21-jarige Anton moest zijn volontairsbaantje aan de 'Londense bank er maar aan geven en voor f 60 in de maand als verkoper in dienst treden van de lampenfabriek van zijn broer. Dan begint de opgang van het bedrijf, want „mijnheer Ton" is een verkoper, die zijn weerga niet heeft. In 1895 wordt voor het eerst winst gemaakt, maar in 1897 zit Nederland zo" vol met Philips- lampen, dat het haast onmogelijk is er nog meer te verkopen. De electrische eentrales zijn dan nog dun gezaaid en de lindhovense fabriek is boven de binnen landse markt uitgegroeid. Dus trekt Anton Philips de grenzen over. naar Duitsland, naar Rusland en hfj stort zich overal midden in de con currentiestrijd. Maar als de anderen nog •an het vechten zijn, levert hij in Eind hoven al weer zijn orders in. de jaren '30 en '40 herstelt deze vraag zich echter. De primitieve toestellen met ele hulp-apparaten veranderen langzamerhand in het moderne apparaat, at voor zijn bezitter de wereld opent. Ook op talloze andere terreinen richt dr. Anton zijn activiteit. Geluidsverster kers, electronenbuizen, projectoren geluidsfilm en fluorescentielampen gaan de fabriek verlaten. En als in 1940, oor bezetting het bedrijf volkomen ontwrichten, is de naam Philips al lang bekend in Timboektoe en Tokio, in Francisco en Kaapstad. Opbouw Het oorlogsgeweld verandert een de der fabrieken in een puinhoop, i als de bevrijding daar is. wordt met tomeloze energie de wederopbouw het bedrijf aangepakt. In December 1946 is het productiepeil van 1939 al bereikt. Het contact fnet de talloze doch terondernemingen over de gehele wereld lijkheden, die soms aan de producten in de weg worden gelegd. Maar deze zestig jarige heeft nog vitaliteit genoeg en Hlijkheden zijn er om overwonnen te den. Onder leiding van dr. Anton Philips, nog steeds voorzitter en gedele geerd commissaris van de N.V., viert het oude bedrijf met jeugdige energie zijn eeuwfeest. Op de plek schuin tegenover het station an Eindhoven is gisteren het door prof. A. F. Wenckebach ontworpen standbeeld dr A. F. Philips onthuld. Het stelt dr j A. F. Philips staande voor, de hoed in dc hand en kijkende in de verte, over de groeiende nieuwe stad. De ministers Van den Brink. Joekes en Wemmers waren, zoals reeds in een deel edities werd gemeld, getuige van de openstelling van het nieuwe demonstratie laboratorium. Minister Van den Brink deelde mede. dat de Koningin o.a. de vol gende onderscheidingen heeft toegekend: tot ridder in de ord? van de Ned. Leeuw, .mevr. Philips-de Jongh; tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau is benoemd ir P. F. S. Otten, voorzitter van het pre sidium van de raad van bestuur der N.V. Philips' gloeilampenfabrieken; tot officier in de orde van Oranje-Nassau: A. J. Deenen, technisch directeur van de hoofd- industriegroep licht en A. Noordzü, direc teur van de concern-inkoop; tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: A. J. Luysterburg, oud-directeur, thans advi- der N.V. verstomde toren van Bezoek aan de het stadhuis De Leidenaars hebben gelegenheid genoeg om het in figuurlijke 'zin „ho gerop" te zoeken. Zij zitten zo dicht als maar mogelijk is bij de oudste academie van ons land. Willen zij het echter in letterlijke zin hogerop zoeken, dan zijn de hun geboden kansen beperkt. Met zijn prachtige ka thedralen, zoals de Hooglandse kerk en de Pieterskerk heeft Leiden nog geen imposante toren, die de stad kenmerkt, zoals bijv. de 98-meter hoge Jacobstoren, die het visitekaartje van 's-Gravenhage vormt. Leiden moet het met een 53 meter hoge toren van het stadhuis doen. Deze ranke spits is toch wel een van de mooiste bouwwerken van onze stad, al is haar voor een deel het zwijgen opgelegd. „Eigenaardig", denkt men daar .alles ziet er zo aardig uit onder jna in het mathematische midden de stad staat het stadhuis met zijn toren als een symbool. En wat is het goed, om eens van dit 'hoge punt af de huizenzee te bezien. We hebben de moei te genomen en een half uurtje vertoefd in en op de toren. Het lijkt wel een tempeltje daar bovenop, door de zuilen die de spits dragen. Alleen de felle wind veegt de gedachte aan een Griekse tem pel snel weg. Neem die echter voor lief en geniet, van wat men ziet. Daar ligt dan Leiden: op het eerste gezicht een verzameling rode daken. De donkerrode, wat uit het lood geslagen daken van oude huizen, die Leidens be leg en ontzet hebben meegemaakt; de misschien wel practisohe maar voor een torenbeklimmer koud-aandoende platte daken, met grint en waterplassen; de keurig-rechte van de nieuwere huizen. En dan diér, aan de rand der stad, de belofte voor jong-gehuwden: fel ge kleurde, gloed-nieuwe pannendaken, die uit de toon vallen in het schilderij van. de warme, oude en eerbiedwaardige kleuren van de binnenstad. Aan de Mors blinkt een enorm geel vlak: nieuwbouw, nog zonder dakbedekking. Met een ge heel schone lei kunnen deze huizen be ginnen met hun taakhet herbergen van Telegraaf in ongelijk gesteld Op aanklacht van Commissaris der Koningin De uitgeefster van het dagblad De Te legraaf, de hoofdredacteuren J. M. Goe- demans en J. J. F. Stokvis, alsmede Joh. Luger (verantwoordelijk voor de rubriek van Pasquino), zijn gisteren door de pre sident van de Amsterdamse rechtbank in het ongelijk gesteld, in het kort geding, dat de Commissaris der Koningin in Noord-Holland, dr J. E. Baron de Vos van Steenwljk, tegen hen had aanhangig gemaakt. De uitgeefster en elk der drie andere gedaagden werd bevolen zich te onthou den „van enige publicatie in het blad, waarin i.v.m. de zaak-Menten eer en goede naam van Baron de Vos van Steen- wijk werden aangetast of in gevaar ge bracht, door betichting of suggestie, dat hij de goederen (bedoeld worden de ta pijten Red.) op onoirbare wijze zou hebben verkregen". Als zij dit verbod overtreden, moeten zij ieder f 25.000 aan Baron De Vos van Steenwijk betalen (die dit bedrag beloofd heeft te zullen over dragen aan de Stichting 19401945). De president acht afdoende aangetoond, dat er van diefstal van de tapijten geen sprake is en dat ieder kon begrijpen op wie de critiek van Pasquino van toepas- Dr Anton F. Philips, de koopman van het wereldconcern, thans voor zitter en gedelegeerd commissaris van de N.V. Dan wordt in 1907 de lamp met de gespoten kooldraad verdrongen door de nieuwe vinding van de wolframdraad en met één slag is de kostbare apparatuur waardeloos. Een zenuwslopende volgt, zowel voor de fabrikant Gerc.rd als voor de verkoper Anton. Ook Philips .maakt de nieuwe lamp, maar aanvanke lijk regent het klachten. Maar dank de taaie doorzettingskracht en het tech nisch inzicht van Gerard komt ook het nieuwe product de kinderziekten geluk kig te boven. Als tenslotte de gasgevulde lamp zijn intrede heeft gedaan, is de tijd experiment definitief voorbij. Nu kan Gerard zich rustig wijlden aan de per- fectionnering van zijn product. Als de firma in 1916 het zilveren jubileum v werken 3700 arbeiders in de Eindhov- fabrieken en worden al weer nieuwe reinen ontgonnen: ook radiolampen röntgenbuizen zullen na de oorlog de Oaam Philips gaan dragen. Radio Na de oorlogsjaren groeit de radio- omroep op ongekende wijze en Philips voorziet de liefhebbers van luidsprekers, plaatspanningsapparatcn, lijkrichters. En als voor de radio het experimentele stadium voorbij is, als de knutselaars de vele technische verbete ringen niet meer bij kunnen houden, worden ook complete toestellen gemaakt Het eerste wordt in 1927 afgeleverd. Ir Gerard Philips maakte dit niet meer mee. Hij verliet de actieve dienst in 1922, maar tot zijn' overlijden in 1942 heef! hij toch met grote interesse de gang van zaken in het bedrijf, onder energieki leiding van zijn broer Anton Anton, na de ere-promotie a nomische Hogeschool te Rotterdam j sproken rede het voorzitterschap. Vice-1 van nabij gevolgd. voorzitter is de Spaanse gezant in Den Omstreeks 1930 werken al 20.000 maul Haag. markies de Santa Cruz. Prins Bernhard geïnstalleerd als voorz. Spaans Instituut Gistermiddag is te Utrecht het bestuur geïnstalleerd van het S paans Instituut, dat zich zal bezig houden met de weten schappelijke beoefening van de Spaanse later dr. taal en litteratuur. Prins Bernhard aan- de Eco-1 vaardde met een in het Spaans uitge- de stralende zon. Net stukken grote bouwdoos, die met speelse hand geformeerd zijn tot een woonplaats voor dwergjes. Maar och! Wat men daar beneden zich ziet, is geen spel. Wel klinkt een vrolijk getingel van de tram, een tevreden ge- tuf van een bromfiets, gelach van meisjes, die in een Jan Plezier rond rijdenDe zuchten, die onder al die rode dakjes geslaakt worden, komen niet tot die aardse hoogte, waarop wij ons bevinden. In de zacht-golvende dakenzee vallen als golfbrekers twee gebouwen op: de stoere Hooglandse kerk. grijs en massief, en de zware Pieterskerk. De molen De Valk, die zo fier troont op zijn 'heuveltje, is niet méér opvallend dan een peperbus tussen ander tafelgerei. Van uit de hoogte smelten de Hartebrugkerk en de Marekerk samen tot een moeilijk te ontrafelen geheel, zoals het polderland de duinenrij in de verre verte, waar toren van Rijnsburg en de watertoren Katwijk hun koppen boven rood- aohtige vlekjes uitsteken. De vroeger zo machtige Burcht vormt thans slechts een schilderachtige afwisseling tussen de huizengroepen en als men even de his torie uit het oog verliest, moet men sohalks aan een knikkerpotje denken. De meelfabriek uit industrie-oog- punt eo belangrijk is uit de hoogte in het gelaat van Lelden als een opvallend puistje op een vrouwengezicht. De 21 fabrieksschoorstenen, die we zo in de gauwte tellen, weerspiegelen de arbeid, waarmee het onzichtbare volk daar be neden zijn dagelijks brood verdient, dat daar in de Breestraat juist bezorgd wordt door een mannetje met een keurig wit jasje aan. Door die Breestraat gaan mensen als bedrijvige mieren huns weegs. Een man duwt met een stok een mestschuit onder de Korenbeursbrug door. En op een platje zont een oude meneer... We gaan weer omlaag langs de wen teltrap en passeren het hokje van de beiaardier. Stof ligt op de bank, waarop, sinds de klokken zijn weggegvoerd, nie mand meer zat. Verwrongen staaldraden kringelen doeiloos omlaag, want de toren kan niet meer zingen. Alleen kele klokken, die te groot waren vervoerd te kunnen worden, hangen nog aan de zware balken. Op een .staat „Hoop en Vrede" Bij de koning der zangers op een mooie lente-avond Een ommetje na het eten door de Leidse Hout 's Avonds blijft het al weer zo lang licht dat we na het eten eens een om metje kunnen gaan maken. Omstreeks de derde week van April hoorden r, ondanks het nog koude weer, enkele strophen van de nachtegaal in de Leidse Hout. Hij was de eerste en spoedig zouden er meer volgen. Want elk jaar kunnen we daar, :evenals bij Endegeest en langs de Rijnsburger- weg, de nachtegalen beluisteren. Zij blijven hun broedgebied trouw zo lang het biotoop waarin zij leven en hun jongen grootbrengen niet verandert. Maar op deze rustige voorjaarsavond, hoopten we er meer te horen. maar tot vroeg in de morgen, evengoed de namiddag zijn de zeer lage Langs de bloeiende Ikrentenboompjes, die hun beste dagen er al haast op heb ben zitten, en de weelderig in bloemen getooide vogelkersstruiken kwamen we, n een oase voor vogels, tussen een groot vogelkoor. Hel. malse groen zag er helder en fris uit. Onder: het opgaand hout, de snel uit de grond geschoten sehermbloemigen, die hier en daar al bloemen vertonen, en de bloeiende paar- tn witte dovenetel, hondsdraf, koe koeksbloemen en het sterk riekende daslook. En daartussen op deze wind stille avond elke vogel zingend die maar zingen kon. Merels en zanglijsters, die het al druk beginnen te krijgen met de jongen van hun eerste legsel. zingen zelfs af en toe nog, maar de grasmus, spotvogel, tuinfluiter. zwartkop, fitis er. nachtegaal zingen alsof hun leven er van afhangt. Aan de buitenkant van de Hout horen we de gekraagde roodstaarten, tjiftjafs en het gekras en gekek van de roeken en blauwe reigers in 'het bos van Oud-Poelgeest. Zelfs het drukke roepen de weidevogels dringt in de sche mering hier tot ons door. Wie over een goed gehoor beschikt en at kennis van nachtegalen heeft, zal i enkele bezoeken aan hun broed- territoria tot de conclusie komen dat de zangprestaties vaak verschillen. Oude vogels zingen over het algemeen beter dan de. jonge dieren. Tenslotte dragen de omgertng, de' gemoedstoestand de sfeer er ook toe bij dat de zang door de aandachtige luisteraar wordt gewaardeerd. Niet alleen in de avondschemering hoge tonen van de luide, klankvolle zang te beluisteren. In een streek met olop nachtegalen werd ik er wel ee i-akker van. Een andere maal kon lk en zoele voorjaarsnacht een zingende nachtegaal aan de duinrand bö Noord- wijk al van de brug over het kanaal bij Rijnsburg duidelijk horen. Vooral annetjes pas zijn gearriveerd ertrekkende wijfjes naar hun milieu lokken, klinkt de jubelende voordracht tot diep in de nacht. Het is dan altijd de moeite waard er eens naar te luiste- het bijzonder als des avonds de menselijke geluiden van de alledaagse bedrijvigheid verstomd zijn en ook de andere zangers hun „snavel houden". Om de voordracht in alle details te kunnen horen, benaderen zingende vogel zo dicht mogelijk. Dan horen we ook, behalve de lange thril lers en het harde voortdurende en Ziekenwagentjes staan op 39 stations gereed In het nieuwe spoorboekje dat morgen verkrijgbaar zal zijn is aangegeven, dat er op 39 stations zieken- wagentjes van het Rode Kruis ter be schikking zijn voor zieke of invalide reizigers, om. op de stations Den Haag H.S., Den Haag S S. en Leiden. Deze wagentjes kunnen gebruikt wor den bij het overstappen en voor het vervoer van de trein naar een buiten het station wachtend voertuig. Ze kun nen bediend worden door een helper van de invalide passagier of desnoods door een kruier. Een klein deel van de moderne I gebouwencomplexen van het grote Philipsbedrijf in onze Lichtstad, f doordringende „tuu-tuu-tuu-tuu" de zachte bijgeluiden, die op enige af stand niet meer zijn op te vangen en waardoor het schijnt dat de vogel met grotere onderbreking zingt dan werkelijk het geval is. Begrijpt U hoe er nog mensen zijn die deze koning der zangers heimelijk met lijmstokken of klapkooitjes van het twijgje waar hü gewoonlijk z'n lied pleegt te laten horen, proberen te van gen en in een klein kooitje zetten? Hoort U hem niet duizendmaal liever buiten tussen het jonge groen? Spoedig komt e-r nu ergens tussen het dichte struweel en de ondergroei van kruiden een nest met 4 tot 5 groenachtig, glanzende eieren van deze slanke roestbruine vogel met lichte borst ter grootte van een huismus. Horen we de zang, dan zouden we niet zeggen met zo'n kleine zanger te doen te hebben. Velen stellen zich de nachtegaal dan ook groter voor dan hij is. Langs de vijver, waar een meerkoet van z'n korfje met eieren afglipt en een waterhoentje staartwippend wegzwemt zodat de witte onderstaartdekveren dui delijk zichtbaar zijn, verlaten we het domein van deze nachtelijke zanger. En terwijl ik mijn metgezel nog eens het verschil tussen meerkoet en waterhoen uitleg, gaan we weer naar de bebouwde kom van Leiden. Als we even stilstaan, horen we de nachtegalen in de Leidse Hout nog duidelijk hun iied zingen. Jaap Taapken Wie is generaal James Alward Van Fleet Een vechtersbaas die aan de Grieken hun vrijheid terug gaf De Buicht. groene oase in iode-pannenzee Foto N. van der Horst. Met generaal James Alward Van Fleet hebben de verbonden strijdkrachten te velde een opperbevelhebber gekregen, die niet hoeft onder te doen voor zijn •oorgangers. Van Fleet, van Hollandse afkomst, is de man. die het heeft moge lijk gemaakt dat een eind kwam aan de guerillastrijd in Griekenland, welke ten slotte de vorm van een complete oorlog had aangenomen. Toen Van Fleet in Griekenland arriveerde, als leider van Amerikaanse militaire missie, leek een schier onbegonnen taak om de strijd tegen de rebellen, die zich reeds in grote delen van het land hadden ge nesteld, te verslaan. Het ls echter mede dank zij de politieke ommezwaai Joegoslavië gelukt, al moesten veel moeilijkheden worden overwonnen- In Griekenland commandeerde Van Fleet geen troepen; hij gaf „slechts" ad viezen en hield een wakend oogje over de stroom van Amerikaanse wapens en uitrustingen, die voor het Griekse leger waren bestemd. Hij gaf de Grieken ech ter meer aan adviezen en wapens: hij schonk hun hoop. De strijd in Grieken land beschouwde hij als een formele oor log tegen het int. communisme. Reeds spoedig ontdek'.e Van Fleet, dat het Griekse leger gebrek had aan ge trainde jonge officieren. Hij stichtte oefenscholen, maar vond weinig begrip bij de Griekse militairen. Een Griekse generaal kwam hem uitleggen, w," er zo weinig belangstelling was vo oefeningen. Hij had geen kans gezien, zijn divisie-commandanten er var overtuigen, dat hun manschappen dere training behoefden. Van Fleet is niet de geschikte man voor de combinatie soldaat-staatsman, zoals b.v. MacArthur en Eisenhower. Hij is in de eerste plaats een vechtgeneraal, die goed geleerd heeft, hoe hij moet op treden. In de tweede wereldoorlog leer de hij de waarde kennen van snelheid, verrassing en vermetelheid. James Alward Van Fleet werd ii geboren in Coxtesville (New Jersey); hij is van Hollandse afkomst. Toen hij nog een baby was, verhuisde z'n familie Florida, waar zijn vader actief was op het gebied van de spoorwegen. Hij had een gezonde en onbezorgde jeugd speelde in West Point voetbal als half back. In de eerste wereldoorlog ging Van Fleet als majoor der infanterie Frankrijk en tussen de beide oorlogen onderwees hij op Fort Benning in de, infanterie-tactiek. Hij had toen in tegenstelling tot verschillende van zijn klasgenoten nog geen sterren. De tweede wereldoorlog was al voor twee derden achter de rug, voordat v. Fleet er aan deelnam. Zijn regiment was het eerste van de 4e Inf. divisie, dat de aan val opende aan de „Utah Beach" op „D"-day; het moest de gehele weg naar Cherbourg harde gevechten- leveren. Van Fleet werd gewond, verliet het zieken huis om naar zijn mannen terug te keren, terwijl generaal Bradley, thans chef van de verenigde Amerikaanse staven, op weg was om hem te onderscheiden. Brad ley ving hem op, overhandigde hem de medaille en de goede raad: „Blijf voort aan bij gevechten op de commandopost en begeef je niet meer in de voorste linies". Daarna ging het snel met d« carrière, Van Fleet In enkele maanden tijd had hij twee sterren. Hij nam de 9« divisie over en maakte er een van de beste strijdmachten aan het Westerse front van. Zijn troepen vormden de speerpunt van het Amerikaanse offensief bij Remagen, waar de Rijn voor het eerst werd „genomen". Toen Duitsland capituleerde, bevond Van Fleet zich met zijn troepen reeds btf de Oostenrijkse grens. In Griekenland bracht hij ongeveer de helft van zijn tijd aan het front door. De Grieken zijn hem erg dankbaar en op ,3arba" (oom) Harry Truman na, die hun, 't eerst vertelde dat zij hun eigen zaken moesten opknappen, is Van Fleet de meest populaire Amerikaan bij de Grieken, die zijn naam als Van Flit uitspreken. Van Fleet kreeg zijn deel van de critiek, waaraan mensen als generaals nu eenmaal niet ontkomen. Zelfs werd hij er van beschuldigd, naïef, bazig en op publiciteit gesteld te zijn. Zijn relaties met de Amerikaanse ambassadeur te Athene. Grady, waren koel, maar met generalissimus Papagos, de opperbevel hebber van het Griekse leger, kon hij goed opschieten. En koning Paul nam hem meestal mee op inspectiereizen naar het front De Grieken noemden hem wel eens ernstig „als een kind" (san Voor het Griekse volk verpersoon lijkte Van Fleet de grote en ietwat on begrijpelijke kracht van Amerika. Op zekere dag stond bij Van Fleet's hoofd kwartier een oud vrouwtje, dat aan een der wachten vroeg, of hot generaal Van Fleet was, die daar de trap van het hoofdkwartier afkwam. Toen de ver baasde officier knikte, maakte de vrouw een kruis en mompelde: „God zegene U". Daarop haastte zij zich weg.... Weer honderden Ambonnezen aangekomen Gisteren is te Amsterdam het troe pentransportschip Somersetshire aange komen met 550 Ambonese militairen en hun gezinnen (270 kinderen). Tijdens d« reis werden aan boord i baby's g

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 3