CHRISTENDOM
Een parapsycholoog vertelt
over zijn vreemde werk
.11
ZONDAGSBLAD 17 MAART 1951
Op bezoek bij di W. H. C. Tenhaeil.
privaat-docent aan de Utrechtse Universiteit gearresteerd bleken de door de heer c.
r eeeeven bnzonderheden grotendeels met
DE
H
auwkeurige persoonsbe
schrijving van de dader te geven, daarbij
zelfs vermeldend," dat deze een kleine
misvorming aan het linkeroor had. Ook
de woning van de eigenaar van de ha
mer wist de heer Croiset nauwkeurig te
beschrijven. Toen de dader later werd
gegeven bijzonderheden grotendeels met
de feiten te kloppen.
Toen m Februari 1948 bij Werkspoor
Amsterdam een hoeveelheid platina
(Van een onzer verslaggevers) in de uitkomst verrekenen, blijft er bij
verschijnselen, die men gewoon- hen steeds «en surplus. Dit is alleen ver-
'lijk als „bovennatuurlijk" of supra- klaarbaar, als we aanemen, dat bij deze gestolen
normaal aanduit, zijn in werkelijkheid personen de paragnosie. de buitenzintuig- werkbaas alleen met behulp
algemeen-menselijk. Telepathie, psycho- lijke waarneming een rol heeft gespeeld", lege kistje, dat zij als „inductor"
scopie. er Is in wezen niets geheimzinnigs
aan. hoewel de meeste mensen deze din-
gen gaarne in een geheimzinnig waas
hullen Ook u en uw lezers zijn tele-
Me tdeze woorden ontdoet onze gast
heer de wetenschap aan wier beoefe
ning hij zijn leven heeft gewijd, de para
psychologie. reeds onmiddellijk
sfeer van griezeligheid en bovennatuur-
INTERESSANTE
BEROEPEN
vat is het onderzoek volgens de perceel woont".
de kwalitatieve methode??"
jr" „Hierbij worden proeven genomen met
lijkheid, die het grote publiek daar ge- personen, die blijk gegeven hebben over
meenlijk omheen weeft. Een sfeer, die uitgesproken p>ara-normale gaven te be-
i°T schikken. Zij verichten dan hun pres-
"etatjgg on<jer omstandigheden, die wij ge
heel in onze hand hebben en waarbij wij
allerlei invloeden die ons beletten om
n om nu li en ®®n van de aard van het ge-
eenvoudige Presteerde te krihsen, kunnen buiten- termmproeyen beziü houdt
eenvouoige J° gevallen uit het dage nks 1
zelf ook
gaven op dit terrein?"
„De meeste mensen veronderstellen dit,
parapsychologen, magiërs en illusionis
ten van het toneel. Zij werken bij voor
keur met kunstmatig bijgewerkte „diep
liggende" ogen, doodskoppen, zwarte gor
dijnen en Oosterse gewaden en omhullen
hun goocheltoeren, trucs en eenvoudige
psychologische experimenten met zo veel sluiten
mogelijk poespas en geheimzinnigheid ..Beschikt
om indruk op het publiek te maken.
De parapsychologie heeft een afkeer
van geheimzinnigheid. Zij wil zijn een
wetenschap naast de andere wetenschap
pen, niet meer maar ook niet minder,
Zij maakt studie van de para-normale
verschijnselen, doch zij doet dit op strikt
wetenschappelijke wijze. Het bestaan
van deze verschijnselen valt niet meer
te loochenen, daar het wetenschappelijk
onderzoek in de laatste zestig jaar een
enorme hoeveelheid goed gecontroleerd
studiemateriaal over deze dingen heeft
bijeen gebracht. Zij bewijzen echter
geenszins, dat er geesten en spoken be
staan, doch slechts dat de mens over
krachten en vermogens beschikt, die hij
nog niet kent en beheerst. Een feit. dat
voor de Christen, die weet dat de mens
niet alleen uit stof bestaat, dat tot de
«arde weerkeert, zeker geen verwonde
ring mag wekken.
yO zitten we dan tegenover dr W. H.
C. Tenhaeff in zijn studeerkamer,
waarvan alle wanden tot aan het pla
fond met boeken zijn bedekt, om hem
te vragen ons iets meer over zijn onder
zoekingen te vertellen, Dr Tenhaeff is
privaat-docent in de parapsychologie aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht en leider
van het parapsychologisch laboratorium
van deze universiteit. Hij heeft een rijke
ervaring op het gebied van het parapsy
chologisch onderzoek en geldt voor een
der meest gezaghebbende figuren op zijn
«tud ie terrein.
„Welke methode gebruikt u nu bij het omdat lk parapsycholoog ben. Deze
wetenschappelijk onderzoek „u.„ ~u—
pra-normale verschijnselen"
wij aan dr Tenhaeff.
„Wij gebruiken twee verschillende n
thoden van onderzoek, de kwalitatieve
Di W. H. C. Tenhaeil in zijn werkkamer
onderstelling is echter geheel onjuist. Ik
vragen *le*) 31 gezegd, dat deze gaven in we
zen algemeen-menselijk zijn en zo heb ik
ook wel eens enkele kleine ervaringen
gehad. Ik blijf echter nog beneden het 1331
de kwantitatieve", is net antwoord, mj gemiddelde en bij de proef met- de Zener-
deze laatste methode worden duizenden kaarten presteerde ik meestal minder
proefpersonen gebruikt voor één onder- dan de slechtste van mijn proefpersonen,
zoek. Ik gebruik hierbij de zgn. Zener- Mijn surplus is dan ook zeer klein".
„Kunt u ons eens wat vertellen over
belevenissen op parapsychologisch
vullen elkaar prachtig aan", zo zegt hij.
„Bij de kwalitatieve methode is natuur
lijk nooit te zeggen, hoeveel op rekening
van het toeval geschreven moet worden,
de bestudering van deze gevallen
waartoe de
met de achterzijde t
gastheer
hij meermalen
boven op ta
fel gelegd en de proefpersoon moet de laatste Jaren, die velen indertijd in
volgorde noemen, waarin de kaarten basing hebben gebracht,
liggen. Hier ga ik dan een uur lang mee
door. Als we deze proef enige honderden
malen nemen, zou de proefpersoon vijf
keer goed moeten raden tegen twin-tig
keer fout. De ervaring leert nu. dat ver-
schillende proefpersonen een veel groter D j LSy
aantal kaarten goed raadt. Ook als we arav
de factor van het toeval volgens de for
mules van de wiskundige kansberekening
optreden op eer
ouderavond in Enschede. Op de mid
dag van dezelfde dag was hij bij de
commissaris van poli-tie in Ede. aan wie S
hy verzocht een willekeurige stoel in de
zaal te Enschede op een plattegrondje
te willen merken. Daarna gaf hij een
gedetailleerde beschrijving van de heer
die 's-avonds in Enschede op deze stoel
ara
De enveloppe werd gesloten en verze
geld ter hand gesteld aan de voorzitter
de ouderavond, die
Invloed kon uitoefenen op de wijze
waarop het publiek zich over de zaal
verspreidde. Toen de enveloppe geopend
beschrijving te beantwoorden en ook de
gegevens uit zyn verleden bleken precies
te kloppen.
In enkele gevallen heeft zelfs de poli
tie van dergelijke supra-normaal be
gaafde personen gebruik gemaakt om
misdaad tot oplossing te brengen.
een man, die haar met een hamer enkele
slagen gaf. Op het hulpgeroep van het
meisje maakte de man zich uit de voe
ten met achterlating van de hamer. Toen werd
het de politie niet gelukte de dader te
een milieu van Rotterdamse zakenmen
sen en zelf ben ik ook nog een paar
jaar in de handel geweest, maar dat
d een groot fiasco. Intussen had ik
autodidactisch verder bekwaamd op
„Haak-in-actie"
in Noorwegen
Niet alleen Nederland kent een
Haak-in-actie ter bestrijding van de
kanker. Heeft het Nederlandse volk
gedurende de laatste twee maanden
een bedrag van ruim f 250.000 bijeen
gebracht, Noorwegen heeft dit bedrag
ruim overschreden.
In drie weken heeft het Noorse
volk (3 millioen nwoners) voor da
uitbreiding van hun bestaande Ra-
diumhospitaal en het daarmede ver
bonden laboratorium een bedrag van
8.800.000 kronen (f 4.400.000) bijeen
gebracht. Men rekent erop dat nog
vóór Pasen een bedrag van 10 mil
lioen kronen (f 5 millioen) bijeen zal
bruikte, de volgende mededelingen aan
de politie te doen: „De dief is een jon
gen van het laboratorium, ongeveer 20
jaar oud, blond en tenger. Hy heeft het
platina te koop aangeboden ergens op
de Keizersgracht, drie hoog, boven een
kleermaker, die naast een afgebroken
i klei»
Deze vrouw zag a.h.w. de hele gang
van zaken voor haar ogen gebeuren,
toen zij in half wakende, half slapende
toestand het kistje vasthield. De gege
vens klopten volkomen en de dief kon
onmiddellijk worden gearresteerd, waar
na ook het platina boven water kwam.
tjIT deze gevallen blijkt wel, dat dr
Tenhaeff zich niet alleen met la bora-
dat ook
gevallen uit het dagelijks leven, mits zij
biizondere b0*1001"^ gecontroleerd en gedocumen-
teerd zijn, hem kostbaar studiemateriaal
opleveren.
„De beide methoden van onderzoek
„Neemt het aantal personen, dat over
deze vermogens beschikt af of neemt
dit toe?"
„Onze Westerse beschaving heeft er
geleid, dat deze krachten steeds
dan 25 van deze kaarten, dus vijf terrein buiten het laboratorium?" Als der tot openbaring komen. Hot roezelige
•tel. en schud die dooreen. Dan warden antwoord op deze vraag verbelt j-
leven in onze gemechaniseerde maat-
enige voorvallen uit de schappij laat de mens geen tijd om naar
eigen ziel te luisteren. Wij verdringen
die dingen".
ervaring met de proefper- ..En hoe staat het met de belangstel-
G. Croiset een ..helderziende" met ynor parapsychologie als weten
schap?"
„O, die is heel groot. Mijn colleges
worden door minstens 100 studenten
bezooht en ik krijg steeds uitnodigingen
voor het houden van lezingen voor de
Volksuniversiteit, voor hot „Nut" en in
politie en justitie. Ook ben
ik ingeschakeld bij het studium generale
aan de Technische Hogeschool te Delft
en de Landbouw Hogeschool te Wage-
ningen".
„Is naar uw mening die grote toeloop
studenten een aanwijzing, dat in de
.syohologie in Neder
land veel beoefenaars zal vinden?"
„Nee, in het geheel niet, want bijna ai
deze jonge mensen volgen de colleges
dat zij hun leven aan de parapsychologie
Hen wijden Er is geen gold, om hun
n bestaan te verschaffen. Daarom zijn
Amerika zo ver vooruit. Ik ben
EEN TRACTATIE MET
PASEN
Als de Paasdagen in zicht komen, krij
gen wij, hoe ook het weer mag zijn, toch
wel sterk het gevoel dat het weer lente
gaat worden. Voorjaar en Pasen zij»
voor ons immers begrippen die bij elkaar
behoren!
Geen wonder, dat wij dan ook een»
denken aan voorjaarsbloemen en katje*
aan nieuw jong leven buiten enaan
de eieren,-die in de oude Paasgebruiken
zo'n voorname rol spelen.
Nog steeds leeft er iets van die oud»
gebruiken: eieren kleuren en eieren zoe
ken en tikken e.d. Maar daarnaast kun
nen wij deze oude symbolen van vogel
nesten en eieren eens op een nieuw»
manier in de Paasmaaltijden verwerken.
Wat denkt U b.v. van de volgende eier-
gerechten?
Nestjes van aardappelpuree met
spiegelei (5 a 6 st.):
1 Kg aardappelen, (iets melk) zout,
boter of margarine, noobmuscaat, 5 at
6 eieren (kleinste soort)
De aardappelen met weinig water en
zout gaarkoken, afgieten en tot een zeer
fijne purée stampen. De purée afmaken
met zout, nootmuscaat, wat boter of mar
garine en zo nodig iets melk. De purée
moet echter zeer stijf zijn en kan met
een houten lepel luchtig geroerd worden.
Van de purée op een ingevet bakblik
nestjes vormen met een vork of, indien
men een spuitzakje heeft, met een grove
spuit nestjes spuiten. Eerst een bodempje
maken (spiraalvormig spuiten) en dan
een opstaande rand erlangs, zodat bin
nenin een holte overblijft. In ieder nestje
een klein ei breken. De nestjes in een
voor-gewarmde oven in pl.m. 15 minuten
bij onder- en boven-warmte lichtbruin
bakken, zodat het ei gestold is. Dit ge
recht kan a-ls voorgerecht dienen bij d«
koffietafel of bij het warme maal wor
den gegeven Men kan dan wat extra
purée in een dekschaal en sla van rauw»
groente of gekookte spinazie erbij pre
senteren
Roerei met boterhamworst
en peterselie:
3 eieren, 3 eetlepels melk, enige plak
jes kleingesneden boterham worst, ge
hakte peterselie, zout, boter of mar
garine.
De eieren met iets zout loskloppen. D»
melk er door roeren. Een klontje bots»
of margarine in een pannetje smelten, d«
eieren met de melk erbij gieten en het
mengsel op een zacht vuur onder gedurig
roemen verhitten tot het gaat stollen.
Wanneer de massa nog iets vochtig, maar
wel gestold is, de gesneden boterhamworst
en de fijngehakte peterselie toevoegen.
De roereieren bij de boterham of bij d»
warme maaltijd (b.v, spinazie of veld
sla geven.
Gebakken sneetjes met el en
(kervel-) saus:
8 dunne sneetjes brood, boter of mar-
ga-rine 4 (eenden) eieren. Voor de saust
3V4 dl (2 kopjes) bouillon (of water met
bouillonblokjes) en melk, 40 g (4% lepel)
bloem, een klontje boter of margarin*
zout, (peper, aroma), peterselie of kerve-L
De sneetjes brood roosteren of aan
weerszijden insmeren met wat boter of
margarine en in een koekenpan bakken.
De eieren hard koken (eendeneieren
tenminste 10 minuten -koken), pellen, in
nette plakjes snijden en er de sneetje»
brood mee beleggen.
De bouillon aan de -kook brengen. D«
bloem aanmengen met de melk en -hier
mede de bouillon binden. Een klontje,
boter of margarine toevoegen, de saus
afmaken met (aroma, peper), zout en
naar verkiezing óf fijngesneden kervel
óf fijngehakte peterselie. De saus over de
sneetjes gieten en het gerecht warm op
dienen.
de parapsychologie heeft gewijd -
ik weet, hoe moeilijk dit in financiert
opzicht is".
„JJOE bent u eigenlijk tot dat inte
ressante beroep gekomen?", Infor
meerden we tenslotte.
,Ik Interesseerde me al voor deze din-
«toe met dit voorwerp als „inductor" m ben ik gepromoveerd op een proefschrift
over: Paragnosie en „einfühlen". In dat
zelfde jaar werd ik benoemd tot privaat
docent. Sinds die tijd ben ik dc para
psychologie altijd trouw gebleven".
„En hebt u van deze keuze nooit spijt
gehad?"
Onze gastheer glim lacht en kijkt even
langs de planken, waarop zijn levenswerk
als gekristalliseerd voor hem staat. Een
lange rij boeken van zijn hand: Het dier
lijk magnetisme: Handhoek der Psychi
cal Research: Het Spiritisme: Hoofdstuk
ken uit de Parapsychologie: Parapsycho
logische verschijnselen en Beschouwin
gen en vele andere.
De vroegste sporen van
in Nederland
WAARDEVOLLE
VONDSTEN
TE NIJMEGEN
Bijlage van de „Nieuwe Leidsche Courant" van Zaterdag 17 Maart 1951
Ecce Homo. Naai het schilderij van
Ary Schellet (179S—1858).
VOORAL bij de viering van Christe
lijke feestdagen als Kerstmis en
Pasen komt telkens de vraag op:
Wanneer is het Christendom in Neder
land doorgedrongen? En dan hebben
we 't oog op de tijd lang vóór Wille-
brord en Bonifacius, toen ons land be
zuiden de grote rivieren een deel
vormde van het langzamerhand ge
heel gechristiamseerde Romeinse
Rijk, hoofdzakelijk dus de vierde
eeuw na Christus.
In deze eeuw was het, dat Constan-
tijn de Grote bij het edict van Mi
laan in 313 aan het Christendom de
zelfde rechten gaf, die tot nog toe het
heidendom bezat, en dat Keizer Theo-
dosius uiteindelijk in 381 de heidense
godsdiensten zelfs geheel verbood. De
ze laatste vond men daarna alleen
nog maar buiten de steden, op het
platteland in de „pagi". Daar woon
den nog „pagani", plattelanders, of
heide-bewoners, „heidenen". Zo moet
het ook hier, aan de uiterste grens
van het Rijk, geweest zijn, ook al
had men hier weinig steden.
En inderdaad horen wij, zelfs al
van 180 af, van Christelijke gemeen
ten aan de Rijn en zijn in de oude
stadscentra als Keulen en Trier veel
sporen van het vroegste Christendom
gevonden.
In ons land is echter tot nog toe uit
de tijd vóór Constantijn geen aanwij
zing gevonden, dat ook hier Christe
nen geleefd hebben. Alleen de voor
stelling op één of twee Romeinse
ringstenen ingesneden en gevonden te
Nijmegen, heeft men sinds de 17e
eeuw voor Christelijk gehouden. Op
beide waren twee vissen afgebeeld,
bij de een aan de dwarsbalk van een
kruis hangend, bij de andere ter
weerszijden van een anker. Inderdaad
komen deze elementen als Christelijke
symbolen voor. Maar hun aanwezig
heid in het Romeinse Nijmegen van
de tweede tot de derde eeuw is toch
wel een heel pover spoor van Christe
lijk leven.
Iets beter
In de vierde eeuw wordt het iets
beter. Het is dan in de eerste plaats
Maastricht, dat toen volop deel had
aan de Romeinse stadscultuur, waar
het Christendom zijn aanwezigheid
manifesteert. Daar leefde in die tijd
de bisschop Servatius (plus minus
384), en juist in de naar hem ge
noemde St. Servaaskerk zijn enkele
(tot nog toe vier) grafstenen uit de
vierde en vroege vijfde eeuw gevon
den, waarvan de opschriften duidelijk
getuigenis afleggen van de hoop op een
zalige opstanding in Christus.
Met een lampje uit Wijk bij Duur
stede, voorzien van het Christus-mo
nogram, waren dit tot nog toe in ons
land de enige sporen van dit Christen
don! tijdens de Romeinse bezetting.
In de laatste tijd echter komen
langzamerhand enkele aanwijzingen
van zulk een vroeg Christendom voor
de dag in Nijmegen. Daar kende men
reeds de laatste 25 jaar, vooral door
toedoen van de toenmalige stadsar
chivaris Daniëls, het bestaan van een
uitgestrekt grafveld uit de vierde
eeuw, gelegen in het Z.O.-gedeelte van
de oude binnenstad, nader aangeduid:
het terrein tussen Burchtstraat,
Broerstraat en Mariënburg. Na de
verwoestingen van de oorlogsjaren is
hier door het Rijksmuseum van Oud
heden, in samenwerking met het
Rijksbureau voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek, een meer opzette
lijk onderzoek ingesteld, met verras
sende resultaten.
De graven spreken
Zoals bekend is, ging men sinds de
derde eeuw, maar vooral sinds de
vierde, in het Romeinse Rijk, en zelfs
daarbuiten, van lijkverbranding over
tot lijkbegraving. De impuls daartoe
is misschien ten dele door het Chris
tendom gegeven, of ook mede door
de toen zo verspreide Oosterse gods
diensten als het Mithraisme, en zo
vonden wij ook in Nijmegen in deze
begraafplaats, speciaal in het in '49 en
'50 onderzochte gedeelte, bijna uitslui
tend lijkgraven. Het gebeente is, hoe
wel in uiterst fragiele toestand, door
gaans nog voldoende bewaard om te
zien, in welke richting de doden zijn
bijgezet. Wij vonden ze Z.-N. gelegd,
met de schedel in het Zuiden, zodat
de dode op het zonloze Noorden uit
zag, soms ook O.-W., met het hoofd
in het Oosten, uitziende dus naar het
Westen, de plaats van de zonsonder
gang. Andere skeletten hadden een
minder duidelijke, meer willekeurige
oriëntatie. Steeds is een houten kist
aanwezig, al is het slechts als een don
kere grondverkleuringalleen de ijze
ren spijkers, sterk geroest, hebben het
langer uitgehouden. Vele graven be
vatten vaatwerk, waarin aan de dode
spijs en drank werd meegegeven op
zijn lange reis in het hiernamaals, en
dit vaatwerk is behoorlijk dateerbaar.
Met een enkele munt vormt het de
voornaamste grondslag tot het toe
wijzen van deze begraafplaats aan de
vierde eeuw.
Maar tevens blijkt hieruit, dat de
hier begravenen geen Christenen ge
weest zijn: zulk een gebruik strijdt
volkomen tegen hun opvattingen,
al komt het in de overgangstijd toch
voor, zo b.v. bij door Dr. Fremers-
dorf in Keulen vermelde gevallen. Bo
vendien hebben de Christenen van
ouds hun doden in de regel bijgezet
met het hoofd in het Westen, zodat ze
dus uitzagen naar het Oosten, de
plaats, waar men Christus' wederkomst
verwachtte. Nog altijd is dit zinvolle
gebruik op vele plaatsen, vooral op
het platteland, in zwang, al begint het
ook daar te verdwijnen.
Midden tussen de genoemde heiden
se bijzettingen met of zonder meege
geven vaatwerk, troffen wij nu enkele
graven aan, zonder bijgiften, met de
genoemde Christelijke oriëntering. Bij
één er van lagen buiten de kist, ver
spreid, de scherven van een wijn
kruik. Hier was dus aan de dode geen
teerkost meegegeven, maar had men
blijkbaar de bij een lijkmaal gebruik
te kruik stuk geslagen en de scherven
mede in het graf geborgen.
In 1947 hadden wij aan de Oost
grens van deze begraafplaats reeds
een serie Christelijk georiënteerde
skeletgraven gevonden. Een verder
onderzoek was toen onnodig geacht,
immers Christelijke begravingen zijn
in het algemeen niet zeldzaam, en
niets deed toen vermoeden, dat ze zo'
oud waren. Wel werd vastgesteld, dat
ze vóór de 13e eeuw, toen dit areaal
binnen de stadsmuren getrokken
werd, moesten dateren. In het licht
van de latere vondsten kregen ze nu
echter meer belang.
Voortgezet onderzoek
Dit jaar is dan ook het onderzoek
voortgezet. Ook nu werd een kleine
serie overeenkomstige graven aange
troffen, zonder grafgiften, en dus op
zichzelf niet dateerbgar. In het ge
heel kennen wij daar nu 17 stuks. En
kele kleine aardewerkscherven, die
toevallig tijdens de begraving in het
graf geraakt waren, blijken Romeins,
uiterlijk 4e eeuws; het oppervlak van
de 13e eeuw met scherven uit die tijd
loopt er over heen: de graven zijn
De lijdende Koning
Is dat een Koning, die zijn hand
Niet opheft in den rossen brand
Van wilde vijandschap en nijd,
Maar als een machteloze lijdt?
Is dat een Koning, die zijn bloed
Verzetteloos vergieten doet
En onder 's vijands wrede haat
Stil als een lam ter slachting gaat?
Is deze fel-geplaagde mens
Een Koning naar mijn zielewens?
En moet ik knielen voor een vorst
Die zulk een leed geduldig torst?
Is dato ja. Gij zijt het, Heer'l
Een Koning, Dien ik knielend eer,
Omdat Gij, Heiland, als een vorst
Des Satans macht bekampen dorst.
Welk aardse Koning is gelijk
Aan U, Die uit Uw hemelrijk
Ter aarde kwaamt, en met Uw dood
Uw volk het eeuwig leven bood?
Heerneem mij op Uw kruisweg mee.
Met mijn ellendigheid en wee.
En doe mij door gena verstaan,
Dat Gij voor mij aan 't kruis
[woudt gaan.
Dat Gij, o Koning, hebt geleên.
Opdat Uw volk, op zijn gebeèn.
Verlost word' uit het zondeslijk,
En plaats krijg' Uw Koninkrijk,
dus in de 4e eeuw of later, maar vóór
de 13e eeuw gedolven.
De verleiding is groot om ook hierin
de reeds lang verwachte graven t»
zien van de Christenen uit de tijd van
het ten ondergang neigende Romein
se Rijk. Het definitieve bewijs, in de
vorm van een Christelijk grafschrift
als in Maastricht, of van een enkel
voorwerp met Christelijke voorstellin
gen of emblemen, is echter nog niet
gevonden. Het is mogelijk dat zulke
vondsten in de toekomst nog gedaan
worden.
In dit verband is het belangrijk,
dat midden op het grote 4e eeuwse
grafveld een middeleeuwse kerk staat.
Het is de Broerkerk, die in de oorlog
sterk beschadigd werd en die nu, na
veel wikken en wegen en veel pogin
gen tot behoud, toch gesloopt zal wor
den. Het tegenwoordige gebouw werd
in 1375 begonnen en behoorde bij het
daarmede verbonden Dominicaner
klooster, waarvan de uitgebrande res
ten thans eveneens op de sloper wach
ten. Toen de Dominicanen zich hier
in 1292 vestigden, bestond hier reeds
een kapel, die zij van Thilman, de
heer van Ubbergcn, ten geschenke
hadden gekregen, en die door hen tot
1375 als kloosterkapel gebruikt werd.
Had deze in 1292 reeds bestaande ka
pel misschien iets te doen met het
grote grafveld uit de 4e eeuw, waarop
ze stond? Voor 1951 is hier, na de
afbraak van de kerk, een onderzoek
geprojecteerd, waarvan wij misschien
een antwoord op deze en andere vra
gen mogen verwachten.
H. BRUNSTIN»
De bewening van Christus. Naai hel schilderij van Cornells Cornells*.
Buys de jonge (1546).