CHRISTENDOM Een parapsycholoog vertelt over zijn vreemde werk .11 ZONDAGSBLAD 17 MAART 1951 Op bezoek bij di W. H. C. Tenhaeil. privaat-docent aan de Utrechtse Universiteit gearresteerd bleken de door de heer c. r eeeeven bnzonderheden grotendeels met DE H auwkeurige persoonsbe schrijving van de dader te geven, daarbij zelfs vermeldend," dat deze een kleine misvorming aan het linkeroor had. Ook de woning van de eigenaar van de ha mer wist de heer Croiset nauwkeurig te beschrijven. Toen de dader later werd gegeven bijzonderheden grotendeels met de feiten te kloppen. Toen m Februari 1948 bij Werkspoor Amsterdam een hoeveelheid platina (Van een onzer verslaggevers) in de uitkomst verrekenen, blijft er bij verschijnselen, die men gewoon- hen steeds «en surplus. Dit is alleen ver- 'lijk als „bovennatuurlijk" of supra- klaarbaar, als we aanemen, dat bij deze gestolen normaal aanduit, zijn in werkelijkheid personen de paragnosie. de buitenzintuig- werkbaas alleen met behulp algemeen-menselijk. Telepathie, psycho- lijke waarneming een rol heeft gespeeld", lege kistje, dat zij als „inductor" scopie. er Is in wezen niets geheimzinnigs aan. hoewel de meeste mensen deze din- gen gaarne in een geheimzinnig waas hullen Ook u en uw lezers zijn tele- Me tdeze woorden ontdoet onze gast heer de wetenschap aan wier beoefe ning hij zijn leven heeft gewijd, de para psychologie. reeds onmiddellijk sfeer van griezeligheid en bovennatuur- INTERESSANTE BEROEPEN vat is het onderzoek volgens de perceel woont". de kwalitatieve methode??" jr" „Hierbij worden proeven genomen met lijkheid, die het grote publiek daar ge- personen, die blijk gegeven hebben over meenlijk omheen weeft. Een sfeer, die uitgesproken p>ara-normale gaven te be- i°T schikken. Zij verichten dan hun pres- "etatjgg on<jer omstandigheden, die wij ge heel in onze hand hebben en waarbij wij allerlei invloeden die ons beletten om n om nu li en ®®n van de aard van het ge- eenvoudige Presteerde te krihsen, kunnen buiten- termmproeyen beziü houdt eenvouoige J° gevallen uit het dage nks 1 zelf ook gaven op dit terrein?" „De meeste mensen veronderstellen dit, parapsychologen, magiërs en illusionis ten van het toneel. Zij werken bij voor keur met kunstmatig bijgewerkte „diep liggende" ogen, doodskoppen, zwarte gor dijnen en Oosterse gewaden en omhullen hun goocheltoeren, trucs en eenvoudige psychologische experimenten met zo veel sluiten mogelijk poespas en geheimzinnigheid ..Beschikt om indruk op het publiek te maken. De parapsychologie heeft een afkeer van geheimzinnigheid. Zij wil zijn een wetenschap naast de andere wetenschap pen, niet meer maar ook niet minder, Zij maakt studie van de para-normale verschijnselen, doch zij doet dit op strikt wetenschappelijke wijze. Het bestaan van deze verschijnselen valt niet meer te loochenen, daar het wetenschappelijk onderzoek in de laatste zestig jaar een enorme hoeveelheid goed gecontroleerd studiemateriaal over deze dingen heeft bijeen gebracht. Zij bewijzen echter geenszins, dat er geesten en spoken be staan, doch slechts dat de mens over krachten en vermogens beschikt, die hij nog niet kent en beheerst. Een feit. dat voor de Christen, die weet dat de mens niet alleen uit stof bestaat, dat tot de «arde weerkeert, zeker geen verwonde ring mag wekken. yO zitten we dan tegenover dr W. H. C. Tenhaeff in zijn studeerkamer, waarvan alle wanden tot aan het pla fond met boeken zijn bedekt, om hem te vragen ons iets meer over zijn onder zoekingen te vertellen, Dr Tenhaeff is privaat-docent in de parapsychologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht en leider van het parapsychologisch laboratorium van deze universiteit. Hij heeft een rijke ervaring op het gebied van het parapsy chologisch onderzoek en geldt voor een der meest gezaghebbende figuren op zijn «tud ie terrein. „Welke methode gebruikt u nu bij het omdat lk parapsycholoog ben. Deze wetenschappelijk onderzoek „u.„ ~u— pra-normale verschijnselen" wij aan dr Tenhaeff. „Wij gebruiken twee verschillende n thoden van onderzoek, de kwalitatieve Di W. H. C. Tenhaeil in zijn werkkamer onderstelling is echter geheel onjuist. Ik vragen *le*) 31 gezegd, dat deze gaven in we zen algemeen-menselijk zijn en zo heb ik ook wel eens enkele kleine ervaringen gehad. Ik blijf echter nog beneden het 1331 de kwantitatieve", is net antwoord, mj gemiddelde en bij de proef met- de Zener- deze laatste methode worden duizenden kaarten presteerde ik meestal minder proefpersonen gebruikt voor één onder- dan de slechtste van mijn proefpersonen, zoek. Ik gebruik hierbij de zgn. Zener- Mijn surplus is dan ook zeer klein". „Kunt u ons eens wat vertellen over belevenissen op parapsychologisch vullen elkaar prachtig aan", zo zegt hij. „Bij de kwalitatieve methode is natuur lijk nooit te zeggen, hoeveel op rekening van het toeval geschreven moet worden, de bestudering van deze gevallen waartoe de met de achterzijde t gastheer hij meermalen boven op ta fel gelegd en de proefpersoon moet de laatste Jaren, die velen indertijd in volgorde noemen, waarin de kaarten basing hebben gebracht, liggen. Hier ga ik dan een uur lang mee door. Als we deze proef enige honderden malen nemen, zou de proefpersoon vijf keer goed moeten raden tegen twin-tig keer fout. De ervaring leert nu. dat ver- schillende proefpersonen een veel groter D j LSy aantal kaarten goed raadt. Ook als we arav de factor van het toeval volgens de for mules van de wiskundige kansberekening optreden op eer ouderavond in Enschede. Op de mid dag van dezelfde dag was hij bij de commissaris van poli-tie in Ede. aan wie S hy verzocht een willekeurige stoel in de zaal te Enschede op een plattegrondje te willen merken. Daarna gaf hij een gedetailleerde beschrijving van de heer die 's-avonds in Enschede op deze stoel ara De enveloppe werd gesloten en verze geld ter hand gesteld aan de voorzitter de ouderavond, die Invloed kon uitoefenen op de wijze waarop het publiek zich over de zaal verspreidde. Toen de enveloppe geopend beschrijving te beantwoorden en ook de gegevens uit zyn verleden bleken precies te kloppen. In enkele gevallen heeft zelfs de poli tie van dergelijke supra-normaal be gaafde personen gebruik gemaakt om misdaad tot oplossing te brengen. een man, die haar met een hamer enkele slagen gaf. Op het hulpgeroep van het meisje maakte de man zich uit de voe ten met achterlating van de hamer. Toen werd het de politie niet gelukte de dader te een milieu van Rotterdamse zakenmen sen en zelf ben ik ook nog een paar jaar in de handel geweest, maar dat d een groot fiasco. Intussen had ik autodidactisch verder bekwaamd op „Haak-in-actie" in Noorwegen Niet alleen Nederland kent een Haak-in-actie ter bestrijding van de kanker. Heeft het Nederlandse volk gedurende de laatste twee maanden een bedrag van ruim f 250.000 bijeen gebracht, Noorwegen heeft dit bedrag ruim overschreden. In drie weken heeft het Noorse volk (3 millioen nwoners) voor da uitbreiding van hun bestaande Ra- diumhospitaal en het daarmede ver bonden laboratorium een bedrag van 8.800.000 kronen (f 4.400.000) bijeen gebracht. Men rekent erop dat nog vóór Pasen een bedrag van 10 mil lioen kronen (f 5 millioen) bijeen zal bruikte, de volgende mededelingen aan de politie te doen: „De dief is een jon gen van het laboratorium, ongeveer 20 jaar oud, blond en tenger. Hy heeft het platina te koop aangeboden ergens op de Keizersgracht, drie hoog, boven een kleermaker, die naast een afgebroken i klei» Deze vrouw zag a.h.w. de hele gang van zaken voor haar ogen gebeuren, toen zij in half wakende, half slapende toestand het kistje vasthield. De gege vens klopten volkomen en de dief kon onmiddellijk worden gearresteerd, waar na ook het platina boven water kwam. tjIT deze gevallen blijkt wel, dat dr Tenhaeff zich niet alleen met la bora- dat ook gevallen uit het dagelijks leven, mits zij biizondere b0*1001"^ gecontroleerd en gedocumen- teerd zijn, hem kostbaar studiemateriaal opleveren. „De beide methoden van onderzoek „Neemt het aantal personen, dat over deze vermogens beschikt af of neemt dit toe?" „Onze Westerse beschaving heeft er geleid, dat deze krachten steeds dan 25 van deze kaarten, dus vijf terrein buiten het laboratorium?" Als der tot openbaring komen. Hot roezelige •tel. en schud die dooreen. Dan warden antwoord op deze vraag verbelt j- leven in onze gemechaniseerde maat- enige voorvallen uit de schappij laat de mens geen tijd om naar eigen ziel te luisteren. Wij verdringen die dingen". ervaring met de proefper- ..En hoe staat het met de belangstel- G. Croiset een ..helderziende" met ynor parapsychologie als weten schap?" „O, die is heel groot. Mijn colleges worden door minstens 100 studenten bezooht en ik krijg steeds uitnodigingen voor het houden van lezingen voor de Volksuniversiteit, voor hot „Nut" en in politie en justitie. Ook ben ik ingeschakeld bij het studium generale aan de Technische Hogeschool te Delft en de Landbouw Hogeschool te Wage- ningen". „Is naar uw mening die grote toeloop studenten een aanwijzing, dat in de .syohologie in Neder land veel beoefenaars zal vinden?" „Nee, in het geheel niet, want bijna ai deze jonge mensen volgen de colleges dat zij hun leven aan de parapsychologie Hen wijden Er is geen gold, om hun n bestaan te verschaffen. Daarom zijn Amerika zo ver vooruit. Ik ben EEN TRACTATIE MET PASEN Als de Paasdagen in zicht komen, krij gen wij, hoe ook het weer mag zijn, toch wel sterk het gevoel dat het weer lente gaat worden. Voorjaar en Pasen zij» voor ons immers begrippen die bij elkaar behoren! Geen wonder, dat wij dan ook een» denken aan voorjaarsbloemen en katje* aan nieuw jong leven buiten enaan de eieren,-die in de oude Paasgebruiken zo'n voorname rol spelen. Nog steeds leeft er iets van die oud» gebruiken: eieren kleuren en eieren zoe ken en tikken e.d. Maar daarnaast kun nen wij deze oude symbolen van vogel nesten en eieren eens op een nieuw» manier in de Paasmaaltijden verwerken. Wat denkt U b.v. van de volgende eier- gerechten? Nestjes van aardappelpuree met spiegelei (5 a 6 st.): 1 Kg aardappelen, (iets melk) zout, boter of margarine, noobmuscaat, 5 at 6 eieren (kleinste soort) De aardappelen met weinig water en zout gaarkoken, afgieten en tot een zeer fijne purée stampen. De purée afmaken met zout, nootmuscaat, wat boter of mar garine en zo nodig iets melk. De purée moet echter zeer stijf zijn en kan met een houten lepel luchtig geroerd worden. Van de purée op een ingevet bakblik nestjes vormen met een vork of, indien men een spuitzakje heeft, met een grove spuit nestjes spuiten. Eerst een bodempje maken (spiraalvormig spuiten) en dan een opstaande rand erlangs, zodat bin nenin een holte overblijft. In ieder nestje een klein ei breken. De nestjes in een voor-gewarmde oven in pl.m. 15 minuten bij onder- en boven-warmte lichtbruin bakken, zodat het ei gestold is. Dit ge recht kan a-ls voorgerecht dienen bij d« koffietafel of bij het warme maal wor den gegeven Men kan dan wat extra purée in een dekschaal en sla van rauw» groente of gekookte spinazie erbij pre senteren Roerei met boterhamworst en peterselie: 3 eieren, 3 eetlepels melk, enige plak jes kleingesneden boterham worst, ge hakte peterselie, zout, boter of mar garine. De eieren met iets zout loskloppen. D» melk er door roeren. Een klontje bots» of margarine in een pannetje smelten, d« eieren met de melk erbij gieten en het mengsel op een zacht vuur onder gedurig roemen verhitten tot het gaat stollen. Wanneer de massa nog iets vochtig, maar wel gestold is, de gesneden boterhamworst en de fijngehakte peterselie toevoegen. De roereieren bij de boterham of bij d» warme maaltijd (b.v, spinazie of veld sla geven. Gebakken sneetjes met el en (kervel-) saus: 8 dunne sneetjes brood, boter of mar- ga-rine 4 (eenden) eieren. Voor de saust 3V4 dl (2 kopjes) bouillon (of water met bouillonblokjes) en melk, 40 g (4% lepel) bloem, een klontje boter of margarin* zout, (peper, aroma), peterselie of kerve-L De sneetjes brood roosteren of aan weerszijden insmeren met wat boter of margarine en in een koekenpan bakken. De eieren hard koken (eendeneieren tenminste 10 minuten -koken), pellen, in nette plakjes snijden en er de sneetje» brood mee beleggen. De bouillon aan de -kook brengen. D« bloem aanmengen met de melk en -hier mede de bouillon binden. Een klontje, boter of margarine toevoegen, de saus afmaken met (aroma, peper), zout en naar verkiezing óf fijngesneden kervel óf fijngehakte peterselie. De saus over de sneetjes gieten en het gerecht warm op dienen. de parapsychologie heeft gewijd - ik weet, hoe moeilijk dit in financiert opzicht is". „JJOE bent u eigenlijk tot dat inte ressante beroep gekomen?", Infor meerden we tenslotte. ,Ik Interesseerde me al voor deze din- «toe met dit voorwerp als „inductor" m ben ik gepromoveerd op een proefschrift over: Paragnosie en „einfühlen". In dat zelfde jaar werd ik benoemd tot privaat docent. Sinds die tijd ben ik dc para psychologie altijd trouw gebleven". „En hebt u van deze keuze nooit spijt gehad?" Onze gastheer glim lacht en kijkt even langs de planken, waarop zijn levenswerk als gekristalliseerd voor hem staat. Een lange rij boeken van zijn hand: Het dier lijk magnetisme: Handhoek der Psychi cal Research: Het Spiritisme: Hoofdstuk ken uit de Parapsychologie: Parapsycho logische verschijnselen en Beschouwin gen en vele andere. De vroegste sporen van in Nederland WAARDEVOLLE VONDSTEN TE NIJMEGEN Bijlage van de „Nieuwe Leidsche Courant" van Zaterdag 17 Maart 1951 Ecce Homo. Naai het schilderij van Ary Schellet (179S—1858). VOORAL bij de viering van Christe lijke feestdagen als Kerstmis en Pasen komt telkens de vraag op: Wanneer is het Christendom in Neder land doorgedrongen? En dan hebben we 't oog op de tijd lang vóór Wille- brord en Bonifacius, toen ons land be zuiden de grote rivieren een deel vormde van het langzamerhand ge heel gechristiamseerde Romeinse Rijk, hoofdzakelijk dus de vierde eeuw na Christus. In deze eeuw was het, dat Constan- tijn de Grote bij het edict van Mi laan in 313 aan het Christendom de zelfde rechten gaf, die tot nog toe het heidendom bezat, en dat Keizer Theo- dosius uiteindelijk in 381 de heidense godsdiensten zelfs geheel verbood. De ze laatste vond men daarna alleen nog maar buiten de steden, op het platteland in de „pagi". Daar woon den nog „pagani", plattelanders, of heide-bewoners, „heidenen". Zo moet het ook hier, aan de uiterste grens van het Rijk, geweest zijn, ook al had men hier weinig steden. En inderdaad horen wij, zelfs al van 180 af, van Christelijke gemeen ten aan de Rijn en zijn in de oude stadscentra als Keulen en Trier veel sporen van het vroegste Christendom gevonden. In ons land is echter tot nog toe uit de tijd vóór Constantijn geen aanwij zing gevonden, dat ook hier Christe nen geleefd hebben. Alleen de voor stelling op één of twee Romeinse ringstenen ingesneden en gevonden te Nijmegen, heeft men sinds de 17e eeuw voor Christelijk gehouden. Op beide waren twee vissen afgebeeld, bij de een aan de dwarsbalk van een kruis hangend, bij de andere ter weerszijden van een anker. Inderdaad komen deze elementen als Christelijke symbolen voor. Maar hun aanwezig heid in het Romeinse Nijmegen van de tweede tot de derde eeuw is toch wel een heel pover spoor van Christe lijk leven. Iets beter In de vierde eeuw wordt het iets beter. Het is dan in de eerste plaats Maastricht, dat toen volop deel had aan de Romeinse stadscultuur, waar het Christendom zijn aanwezigheid manifesteert. Daar leefde in die tijd de bisschop Servatius (plus minus 384), en juist in de naar hem ge noemde St. Servaaskerk zijn enkele (tot nog toe vier) grafstenen uit de vierde en vroege vijfde eeuw gevon den, waarvan de opschriften duidelijk getuigenis afleggen van de hoop op een zalige opstanding in Christus. Met een lampje uit Wijk bij Duur stede, voorzien van het Christus-mo nogram, waren dit tot nog toe in ons land de enige sporen van dit Christen don! tijdens de Romeinse bezetting. In de laatste tijd echter komen langzamerhand enkele aanwijzingen van zulk een vroeg Christendom voor de dag in Nijmegen. Daar kende men reeds de laatste 25 jaar, vooral door toedoen van de toenmalige stadsar chivaris Daniëls, het bestaan van een uitgestrekt grafveld uit de vierde eeuw, gelegen in het Z.O.-gedeelte van de oude binnenstad, nader aangeduid: het terrein tussen Burchtstraat, Broerstraat en Mariënburg. Na de verwoestingen van de oorlogsjaren is hier door het Rijksmuseum van Oud heden, in samenwerking met het Rijksbureau voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, een meer opzette lijk onderzoek ingesteld, met verras sende resultaten. De graven spreken Zoals bekend is, ging men sinds de derde eeuw, maar vooral sinds de vierde, in het Romeinse Rijk, en zelfs daarbuiten, van lijkverbranding over tot lijkbegraving. De impuls daartoe is misschien ten dele door het Chris tendom gegeven, of ook mede door de toen zo verspreide Oosterse gods diensten als het Mithraisme, en zo vonden wij ook in Nijmegen in deze begraafplaats, speciaal in het in '49 en '50 onderzochte gedeelte, bijna uitslui tend lijkgraven. Het gebeente is, hoe wel in uiterst fragiele toestand, door gaans nog voldoende bewaard om te zien, in welke richting de doden zijn bijgezet. Wij vonden ze Z.-N. gelegd, met de schedel in het Zuiden, zodat de dode op het zonloze Noorden uit zag, soms ook O.-W., met het hoofd in het Oosten, uitziende dus naar het Westen, de plaats van de zonsonder gang. Andere skeletten hadden een minder duidelijke, meer willekeurige oriëntatie. Steeds is een houten kist aanwezig, al is het slechts als een don kere grondverkleuringalleen de ijze ren spijkers, sterk geroest, hebben het langer uitgehouden. Vele graven be vatten vaatwerk, waarin aan de dode spijs en drank werd meegegeven op zijn lange reis in het hiernamaals, en dit vaatwerk is behoorlijk dateerbaar. Met een enkele munt vormt het de voornaamste grondslag tot het toe wijzen van deze begraafplaats aan de vierde eeuw. Maar tevens blijkt hieruit, dat de hier begravenen geen Christenen ge weest zijn: zulk een gebruik strijdt volkomen tegen hun opvattingen, al komt het in de overgangstijd toch voor, zo b.v. bij door Dr. Fremers- dorf in Keulen vermelde gevallen. Bo vendien hebben de Christenen van ouds hun doden in de regel bijgezet met het hoofd in het Westen, zodat ze dus uitzagen naar het Oosten, de plaats, waar men Christus' wederkomst verwachtte. Nog altijd is dit zinvolle gebruik op vele plaatsen, vooral op het platteland, in zwang, al begint het ook daar te verdwijnen. Midden tussen de genoemde heiden se bijzettingen met of zonder meege geven vaatwerk, troffen wij nu enkele graven aan, zonder bijgiften, met de genoemde Christelijke oriëntering. Bij één er van lagen buiten de kist, ver spreid, de scherven van een wijn kruik. Hier was dus aan de dode geen teerkost meegegeven, maar had men blijkbaar de bij een lijkmaal gebruik te kruik stuk geslagen en de scherven mede in het graf geborgen. In 1947 hadden wij aan de Oost grens van deze begraafplaats reeds een serie Christelijk georiënteerde skeletgraven gevonden. Een verder onderzoek was toen onnodig geacht, immers Christelijke begravingen zijn in het algemeen niet zeldzaam, en niets deed toen vermoeden, dat ze zo' oud waren. Wel werd vastgesteld, dat ze vóór de 13e eeuw, toen dit areaal binnen de stadsmuren getrokken werd, moesten dateren. In het licht van de latere vondsten kregen ze nu echter meer belang. Voortgezet onderzoek Dit jaar is dan ook het onderzoek voortgezet. Ook nu werd een kleine serie overeenkomstige graven aange troffen, zonder grafgiften, en dus op zichzelf niet dateerbgar. In het ge heel kennen wij daar nu 17 stuks. En kele kleine aardewerkscherven, die toevallig tijdens de begraving in het graf geraakt waren, blijken Romeins, uiterlijk 4e eeuws; het oppervlak van de 13e eeuw met scherven uit die tijd loopt er over heen: de graven zijn De lijdende Koning Is dat een Koning, die zijn hand Niet opheft in den rossen brand Van wilde vijandschap en nijd, Maar als een machteloze lijdt? Is dat een Koning, die zijn bloed Verzetteloos vergieten doet En onder 's vijands wrede haat Stil als een lam ter slachting gaat? Is deze fel-geplaagde mens Een Koning naar mijn zielewens? En moet ik knielen voor een vorst Die zulk een leed geduldig torst? Is dato ja. Gij zijt het, Heer'l Een Koning, Dien ik knielend eer, Omdat Gij, Heiland, als een vorst Des Satans macht bekampen dorst. Welk aardse Koning is gelijk Aan U, Die uit Uw hemelrijk Ter aarde kwaamt, en met Uw dood Uw volk het eeuwig leven bood? Heerneem mij op Uw kruisweg mee. Met mijn ellendigheid en wee. En doe mij door gena verstaan, Dat Gij voor mij aan 't kruis [woudt gaan. Dat Gij, o Koning, hebt geleên. Opdat Uw volk, op zijn gebeèn. Verlost word' uit het zondeslijk, En plaats krijg' Uw Koninkrijk, dus in de 4e eeuw of later, maar vóór de 13e eeuw gedolven. De verleiding is groot om ook hierin de reeds lang verwachte graven t» zien van de Christenen uit de tijd van het ten ondergang neigende Romein se Rijk. Het definitieve bewijs, in de vorm van een Christelijk grafschrift als in Maastricht, of van een enkel voorwerp met Christelijke voorstellin gen of emblemen, is echter nog niet gevonden. Het is mogelijk dat zulke vondsten in de toekomst nog gedaan worden. In dit verband is het belangrijk, dat midden op het grote 4e eeuwse grafveld een middeleeuwse kerk staat. Het is de Broerkerk, die in de oorlog sterk beschadigd werd en die nu, na veel wikken en wegen en veel pogin gen tot behoud, toch gesloopt zal wor den. Het tegenwoordige gebouw werd in 1375 begonnen en behoorde bij het daarmede verbonden Dominicaner klooster, waarvan de uitgebrande res ten thans eveneens op de sloper wach ten. Toen de Dominicanen zich hier in 1292 vestigden, bestond hier reeds een kapel, die zij van Thilman, de heer van Ubbergcn, ten geschenke hadden gekregen, en die door hen tot 1375 als kloosterkapel gebruikt werd. Had deze in 1292 reeds bestaande ka pel misschien iets te doen met het grote grafveld uit de 4e eeuw, waarop ze stond? Voor 1951 is hier, na de afbraak van de kerk, een onderzoek geprojecteerd, waarvan wij misschien een antwoord op deze en andere vra gen mogen verwachten. H. BRUNSTIN» De bewening van Christus. Naai hel schilderij van Cornells Cornells*. Buys de jonge (1546).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1951 | | pagina 9