Is er een christelijke politieke actie
in Amerika mogelijk?
ff to* -r— f ««efsjsittïasaa
TERUG NMR HET VERRE WESTEN
Afscheid van Ambon werd
een van treffende ernst
1
ZATERDAG 22 JULI 19511
Interessante discussie
„Calvinismeleer van een van humor
gespeende Fransman"
^ke FEN VIJFTIENTAL vooraanstaande figuren uit verschillende positief
J christelijke kringen in Amerika trachtte in het maandblad Calvin
lijk Forum het antwoord te geven op de vraag: Is er christelijke politieke actie
in Amerika mogelijk? Uit'deze bespreking op hoog peil ontvangt een buiten-
staander een sterke indruk van de moeilijkheden, waarmede de christenen
aan de andere kant van de Atlantische Oceaan te worstelen hebben, om
tot een positieve christelijke actie te komen. Dit geeft ons een kijk op het
van' interne leven in de U.S.A., waarvan wij meestal zo weinig weten. Tevens
ide"J kunnen wij daardoor met hen. die eens geestes met ons zijn, medeleven.
i Slechts enkele flitsen uit de discussie kunnen'hier naar voren komen.
be-
ïraar Aanleiding tot deze discussie is de
ienisl felle oproep, die uitgegaanis van een
ten- aantal Calvinistische jongeren, om te
Het komen tot meerdere actie op verschil-
m te lend gebied.
Hij Daarbij mag waarschijnlijk oök g'ere-
be- kend worden het herhaalde verzoek, ge-
van rieht tot prof. dr Clarence Bouma, eind-
raad redacteur van Calvin Forum, om in een
In Nederlands maandblad te schrijven ovgr
de de houding van de Christenen ten aan-
Ar- lien van de politieke situatie in Ame-
Het rika-
k zal Uitgangspunt voor de gedachtenwisse-
van tng werd geboden in twee bijdragen
(in het Februari-nummer), geleverd door
mr Lewis B. Smedes en prof J. M. van
der Kroef. Is de eerste voorstander van
[an een meer opzettelijke Calvinistische
dan züllen wij ontiwaken. maardan
zal hét te laat zijn."
De eindredacteur prof. Bouma, tekent
hierbij aan, dat dit klaarblijkelijk ge
schreven is, voordat het enorme succes
werd bereikt in de strijd te Grand
Rapids, voor een beter bestuur, waarin
Calvinisten van verschillende schake
ringen elkaar steun boden.
Men kan niet zeggen, dat de deelne
mers aan deze belangrijke discussie zich
schuldig maken aan Amerikaanse hum
bug. van het soort: „bij ons is alles het
beste en het mooiste".
Integendeel: de critiek snijdt er scherp
in. Iemand maakt een opmerking over
dé uitdrukking „Calvinistische wereld
levensbeschouwing". Deze is. zegt hij,
tweede spreekt zich onomwonden daar-
tegen uit.
De zondige mens
de Wil zien bij prof. Van der Kroef de
P v doorwerking van de Barthiaanse ideeën
Aug! I11 Amerika, gelijk deze met name door
hehl Niebuhr vertolkt zijn.
Hij betoogt, dat mensen als Kuyper en
7u De Savormn Lohman met alle res
in™- peet voor hen! in Nederland alleen
maar invloed hebben gekregen, doordat
ons volk z'n ontstaan dankt aan de ge-
eken loofsworsteling tegen de Spaanse dwin-
Kan.l
ivln- Daardoor kreeg onze natie een Fro-
het testants karakter. Maar de oorsprongen,
tien waaruit de Verenigde Staten als Natie
zijn voortgekomen, liggen diep verbor-
gen in de bodem van een religieuze on
verschilligheid, van de gedachte van
I volkssouvereiniteit, en vaak ook van
e echte zedeloosheid.
Aldus prof. Van der Kroef.
Daarom past een Christelijke partij
niet bij Amerika, en is, historisch ge
zien, daar een onmogelijkheid.
Bovendien brengt hij als het grootste
bezwaar naar voren, dat een Christelijke
politiek uitgesloten moet worden geacht.
De politiek hoort thuis A~ A
waarin niet het geloof, i
mens de toon aangeeft.
,p de „De plaats van een Christen is daarom
_v^Ji niet in de gelederen van de maatschap-
pelijke kruisvaarders, doch slechts daar,
pvoei waar deze altijd is geweest: op zijn
*ret' knieën in de kerk." Tegen deze uit-
Frden spraak zijn vele latere auteurs (in het
Maart-, April- en Mei-nummer) in ver
zet gekomen. Enkelen vallen hem bij.
„Alleen een Barthiaan kan zo spreken",
zeggen sommigen.
De Bijbel heeft betekenis voor heel
g3 9. het leven en voor alle schakeringen
ons bestaan. Daarom spreekt God Zijn
1.03.6; Woord ook voor het politieke leven,
waar dan ook.
1.3; 2. De Christen moet op z'n knieën, ja
maar dan ook in de politieke en maa:-
ring schappelijke strijd!
het hart drukken, en als shibboleth
gebruiken.
Maar ondertussen!
Hoewel er een veelvoud is van ellen-
de zondige
Het doet ons goed. deze stemmen uit
eulen Amerika te beluisteren.
15 m. Dit wil echter niet zeggen, dat
iOm; hi Amerika nu wil of kan komen tot
1 1.60 de oprichting van een Christelijke partij.
Onze broeders daar hebben teveel rea-
10 m;, liteitsbesef. dan dat zij tot een derge
lijke on-Amerikaanse oplossing zouden
2 m;- komen.
!g m. Grote moeilijkheden
Dat het ndet eenvoudig is om in Ame
rika naast de Democratische en Repu
blikeinse partij nog een andere partij
te vormen, blijkt wel zonneklaar uit het
feit, dat 2elfs de Rooms-Katholieken^ er
ginds geen eigen partij op 1 J
Wel hebben zij iets van
5 8in-j tie ter beïnvloeding van
Stad-1 ieven.
tot- En aan de grote macht
chip- Spellman
17.22.
44.29
houden,
een organisa
het politieke
kardinaal
New York ook in 1
ïdam,! üticis twijfelt niemand. Men Kent
ïdam. de U.S.A. immers geen evenredige v
Oud-I tegenwoordiging in Congres of Senaat,
naar En in tegenstelling met het parlemen-
m en taire stelsel, bij ons gehuldigd, berust
n de de regering niet op een bepaalde samen-
leten, stelling van de volksvertegenwoordiging.
iaakt„ maar is onafhankelijk, door de President
nendê benoemd.
.-eers- Vandaar dat een Presidentsverkiezing
terug! ï0 belangrijk is.
stem-: Bij dit systeem moet een partij wel
deze eens de presidentszetel veroveren, of
wat gouverneurschap in een staat winnei
il anders kan zo'n partij wel opdoeken
1 Destijds is er in Grand Rapids
Calvinistische politieke organisatie ge
weest, waarvan prof. Schoolland de mo-
dige sociale verhoudingen, die roepen
om de Godgewijde aandacht van de
Calvinist, mompelen velen van ons als
een machtspreuk slechts dit shibboleth,
engaan aan de overkant voorbij.
Veelzeggend zijn ook de opmerkingen
die door prof. Cecil de Boer gemaakt
worden over de eventuele naam van de
beweging of politieke partij.
De titel moet vooral niet zijn „Calvi
nistische"Immers de grote meerder
heid van de Protestantse leken in ons
land, zo zegt hij, weet vrijwel niets van
Calvinisme af.
De doorsnee Presbyteriaan weet bijv.
slechts datgene, wat men, hoe dan ook,
van hem veronderstelt, dat hij gelooft.
De niet-religieuze mensen weten niets
van Calvinisme, behalve dat het ean
soort fatalisme is. een noodlotsleer. En
anderen, die er iets meer van weten
verbinden het met de gedachte aan een
van humor gespeende kleine fanatieke
Fransman, die instemde met de ver
branding van hen, die er andere ge
dachten op na hielden.
En probeer dat er maar eens uit te
krijgen!
Er moet iets gebeuren
Het is duidelijk, dat de kleine groep
van Calvinisten, een verwijnende min
derheid tegenover de grote massa's van
de Verenigde Staten, voor een heel zware
taak staat, wanneer men iets op politiek
gebied wil doen.
Toch dringt het besef door, dat er
iets gedaan moet worden.
De Amerikaanse opvatting van volks
souvereiniteit is stellig niet Christelijk.
De reohten en vrijheden van de mens
zijn dan pas gewaarborgd, wanneer
eerst de souvereiniteit Gods, ook over
het staatsleven, is erkend. Maar hoe zal
men nu in Amerika de koe bij de horens
pakken?
De antwoorden op deze vraag lopen
sterk uiteen. Sommigen zeggen, dat men
alleen persoonlijk kan optreden, door in
elke politieke organisatie, waarvan men
lid ls. «Is Christen te getuigen.
Anderen betogen met grote nadruk,
dat dit niets uitwerkt, omdat de ver
schillende organisaties in de grond niet
goed zijn.
Daarbij wijst men op enkele organisa
ties. die reeds bestaan, zoals de „United
Christian Citizens" (de verbonden Chris
ten-burgers) in Baltimore, en de Chris
tian Labour Association.
Doordat de positieve Christenen, die
zich houden aan de Bijbel, in Amerika
zich samen verbinden, kunnen zij toch
in het politieke leven invloed uitoefenen.
Al zal er dan van een Christelijke
politieke partij eerst geen sprake kun-
Welk program?
En met welk programma moet men
Er gaan stemmen op, om eerst door
lit^ebreide studie en analyse te onder
wat de toepassing
Succesverhaal uit Winnipeg
(Van een bijzondere medewerker)
De „Number 7 Dominion" van de C.P.R. stoomt elke avond om kwart over acht
Montreal Wlndsorstatlon uit, vertrekt om half elf 's avonds weer uit het Union-
station in Ottawa, raast ln de donkere nacht voorby Renfrew en Chalk River,
Mattawa en North Bay. De reis naar Vancouver aan de Pacific Is van Montreal uit
2881,7 myl. In de vroege ochtend davert de trein reeds voorby het volkomen boom
loze gebied van Sudbury (met een ider grootste nlkkelmijnen ter wereld), klimt
geleidelUk, een héle dag lang naar de bijna onbewoonde immense bossen noord van
Lake Superior, dondert hees-schreeuwend uiterst kleine haltes voorbij m*t namen
als Pogomaslng, Metagama, Woman River en Schreiber en andermaal schijnt het
grote starende llchtoog van de locomotief een nieuwe nacht ln, stopt ln de grote
de Christelijke beginseïen op het" Ame- P'airlegraanhavens van Fort William en Port Arthur aan Lake Superior en dan,
rikaanse staatkundige leven. Maar dan de tweede ochtend, klinkt plotseling de schorre klaaglijke brulroep van de locomo-
andere Amerikaan hardop tlef langer tussen de hoge, grimmige rotsvlakten, de rimpelloze meren, die
duizenden en tienduizenden bomen weerspiegelen en het paarlmoer van de
te lachen,
woord:
hij citeert
Bijbel
afdelingen van Ruben hadden
grote onderzoekingen des harten"
(Richt. 5 v. 16).
Het advies luidt dan: Begin maar, pak
Op grond van de Bijbel weten wij
voorlopig genoeg van de wijze, waarop
wij moeten handelen. En over de pro
blemen, die zich verder voordoen, zullen
wij biddend wel nader licht krijgen.
Het kon wel eens waar zijn, wat
iemand zegt, dat als Christelijk Amerixa
niet komt tot het vervullen van z'n po
litieke roeping, alle andere Christelijke
organisaties daar op den duur ten dode
zijn opgeschreven.
Voorlopig zal men echter moeten ge
tuigen. En hier en daar Christelijke
mannen, die hun stem verheffen, naa.
voren sohuiven.
En daarbij is Christelijke politieke
scholing van de mensen door een week
of dagblad een dringende noodzakelijk
heid.
De besprekingen en de daden i.z. de
mogelijkheid van Christelijke politieke
actie in Amerika verdienen onze volle
aandacht, en onze voorbede.
Rijswijk.
H. J. Spier.
De soldaat, die voor het halen en bren
gen der beklaagden verantwoordelijk
vloekte en duwde Sandor ruw in
hok onder de trap, waar al tientallen
veroordeelden wachtten. Het was er half
donker en er hing een verpestende stank
zweet, urine, knoflook en ongewas-
kleren. Sandor struikelde over de
drempel en zou gevallen zijn, als niet
krachtige armen hem hadden op
gevangen.
„Hola, vadertje, niet zo haastig!" zei
;n goedige stem. „Drommels dat is San
dor Tarassow uit Merka-Petrina. Ken je
mij niet meer, vadertje?"
Michel Werneff uit Moln," riep de
oude man verbaasd. „Wat doe jij hier?"
„Ook het volk verraden", zei de ander
cynisch. „Dat is de laatste tijd aan de
orde van de dag."
„Dat ligt er maar aan, van welke kant
tor woo.
De naam van deze organisatie was
„Fas et jus". Dit betekent Goddelijk en
menselijk recht.
De Amerikanen hadden met deze La
tijnse titel echter weinig op.
Zij verbasterden deze in het Ameri
kaans tot „fancet juice", hetgeen zoveel
tv.rflt betekent als een tapkraan ™°r SW
r dan Deze organisatie is na een kwyn.na
i vol.' bestaan ter ziele gegaan wegens gebrek
omen. aan belangstelling. De schrijver, die dit
3 opmerkt, zegt. dat politieke omierschü-
ligheid de (grote) vloek is van het Ame-
eJ J! rikaanse politieke leven welke onver-
*S*, schilligheid zowel bij de kerkelijke men-
i sen als bij de niet-kerkelyken woidt
^De^doorsnee Amerikaan heeft veel
meer belangstelling voor sport dan i
veek- politiek.
~Wel wil men in meerderheid r
hoorlijke regering,
(Een-
te vad'
1450 sig om er iets voor te doen, en wil e:
i vooral geen geld in steken.
I Vandaar dat de corrupte machten, jiie
gewetenloos handelen.
•weieiuui» HM- ^eel geld
steken, dat zij ruimschoots terugkrij
gen, steeds
i de winnende hand
Dan zal bet te laat zijn
Ds Tanis, die dit schrijft, ziet het don
ker in. Hij schrijft letterlijk:
„Wanneer een totalitair regiem zich
in "Washington heeft gevestigd, of de
of andere buitenlandse vijand ons o
troefd heeft, en met ons doet. wat
met Duitsland en Japan gedaan hebben,
Op dat ogenblik werd de deur open
geworpen: „Allen er uit", schreeuwde
de soldaat
je de zaak bekijkt", vond de ander wijs
gerig. „Toen jij daarstraks voor de rech
ter stond, zat de aanklager van jou links
van de voorzitter. Dat was duidelijk ge
noeg. Maar als je het aan de voorzitter
zelf zou hebben gevraagd, had hij je ge
zegd dat de aanklager rechts zat. Jij
stond er anders voor en wat voo
links was, was voor hem rechts. Zo
ook met ons. Wij weten, dat wij goede
Hongaren zijn, maar de Bolsjeviki
te weten, dat wij het niet zijn. Voor hen
zijn wij het trouwens ook niet, alleen al
omdat wij geen Bolsjeviki zijn."
„Maar het is toch onrecht om mij op
te sluiten als ik niets heb gedaan! Hoe
lang zal het wel duren?" riep de oude
,an wanhopig.
„Schreeuw maar niet zo tegen
ben de voorzitter van de volksrechtbank
niet," antwoordde de ander. „En wat de
duur van onze gevangenschap betreft,
daarvan weet ik alleen dit: het zal zeker
niet lang genoeg duren, om mij van ge
dachten te doen veranderen."
Op dat ogenblik werd de deur open
geworpen. „Allen er uit!" schreeuwde de
soldaat. „Haast je wat! Vooruit!"
Vloekend en stompend dreef hij hen
m lange gang door, die op een binnen
plaats uitkwam. Daar wachtte een vracht
auto, die al half volgeladen was met
gelukkigen uit andere cellen. Allen
gisteren opgepakt en vanmorgen
dwangarbeid veroordeeld. Sommigen
schenen nog niet ten volle te begrijpen,
dat ze werkelijk naar een kamp zouden
worden gestuurd. Anderen keken angstig
om zich heen met de blik van opgejaag
de dieren. Enkelen prevelden een gebed.
Achter in de wagen vloekte iemand
Willoos liet Sandor zich in de auto
duwen. Ruw drong de soldaat de men
sen samen. Er moesten er nog zoveel
mee. Toen de wagen vol was, klommen
twee mannen, die met handmitrailleurs
bewapend waren, achterop en daama
vertrok het transport De rit ging
dwars door de stad. waar de voorbijgan
gers schuw opkeken. Daarna sloeg de
wagen een buitenweg in en spoedig had
den ze de stad achter zich.
Ze reden ruim een uur door, eerst over
de brede autoweg, toen stotend, op on
gelijke landwegen. Ze passeerden een
dorpje, waar marktdag was. Op het plein
voor de kerk rijden zich de grote gele
manden met eieren, afgewisseld door
tonnetjes romige boter. Verderop werden
biggen en geiten verhandeld. Vrouwen
in Noord-Hongaarse klederdracht, met
rode hoofddoek en rood en wit gestreep
te rokken boven de glanzend zwarte
knielaarzen, droegen jurken, waaraan
acht vleugelslaande kippen hingen, de
poten samengebonden aan de dwarslat.
Een harmonicaspeler had een kring
juichende kinderen om zich heen ver
zameld, die met gezichtjes, vuurrood van
pret en Inspanning, de vlugge figuren
van de Herlotz dansten.
Tn een flits passeerden de gevangenen
•rolijke tafereel. Toen, achter
kromming van de weg, zagen ze
kamp liggen: grauwe, smerig uitziende
houten barakken; hoge wachttorens met
machinegeweren en schijnwerpers. Ach
ter de prikkeldraadversperringen liepen
magere, hongerig-uitziende mannen in
afgedragen, rafelige uniformen: het leger
de arbeid. De auto reed het hek
binnen en de gevangenen moesten één
Dor één uitstappen om geteld te worden.
Voorzichtig, om zijn Zondagse pak niet
vuil te maken, klom Sandor op zijn beurt
uit de wagen. Voor de deur van
soort kantoortje stond een officier
nieuw aangekomen dwangarbeiders
ontvangst te nemen en naast hem
Sandor kon zijn eigen ogen niet geloven
stond Matias Mokorsky!
Mokorsky, die beloofd had hem te
helpen, was hier, op nog geen vijf meter
hem af. Hij praatte met de officier,
alsof hij diens gelijke was en hij wees in
Sandors richting.
„Dat is de man, majoor", hoorde San
dor hem zeggen. „Hij is het, van wie
de Volkscommissaris1 zei dat hij u ir
de grootste moeilijkheden zou brengen
als hy er in slaagde, hier binnen te ko-
Hij staat in verbinding met het
Rode Kruis en de Amerikaanse regering,
ie inlichtingen wil verkrijgen over onze
erkkampen.
De officier keek Sandor aan. Er was
;n mengeling van haat en vrees in die
blik en Sandor keek hulpeloos naar zijn
buurman, die veinsde hem niet aan te
„Maar hoe weet ik, dat u de waarheid
spreekt? U toont mij een brief met het
zegel van de volkscommissaris, maar hoe
kan ik weten, of die brief echt is? U
hebt ook geen lidmaatschapskaart van de
partij. U beweert, dat ik in moeilijk
heden kom door deze man aan te nemen,
r wie garandeert mij, dat ik niet juist
last krijg als ik hem terugstuur?"
Matias Mokorsky klopte hem welwil
lend op de schouder. „U bent een voor
zichtig man. majoor en dat waardeer
ik. Ik zal het ook de volkscommis
saris zeggen, want voorzichtige en scherp
zinnige mannen hebben wij dringend
nodig, ook op nog hogere posten dan die,
welke u thans bekleedt. Ik ben er van
overtuigd, dat u het ver zult brengen.
Maar wat deze man betreft, ben ik er
zeker van, dat hij wel papieren zal heb
ben van de Amerikaanse regering, die
hem bescherming heeft toegezegd".
Hij wendde zich tot Sandor en zei
stig: „Wij willen niemand in moeilijk
heden brengen, die zich niet aan misda
den heeft schuldig gemaakt. Daarom zal
de commandant u hier niet toelaten. U
ziet, dat onze administratie haar werk
zorgvuldigjlQgtwVoor een onschuldige is
het niet eens mogelijk om hier binnen
te komen. Mag ik nu uw papieren
Sandor bleef besluiteloos staan, i
maakte onwillekeurig een gebaar
zyn borstzak, waar hij de brieven
zijn zoon bewaarde.
„Ja, die brieven bedoel ik", zei
korsky snel. „Ik zal ze de commandant
moeten tonen, omdat het officiële bevel
van de volkscommissaris nog niet is aa
gekomen".
Hij nam de brieven aan en hield ze
militair voor. „Alstublieft. Hier ziet
het. Brieven op papier van de Ameri
kaanse regering. Het staat er in het En
gels op. Kunt u Engels lezen? Ameri
kaans Staats Departement. En hier is ei
nog één en nog één!"
„Wordt vervolgd)
Bijenzwerm belaagde K.L.M.toestel
Dezer dagen nestelde een bijenzwerm
zich op de uitlaatpijp van een der mo-
n de K.L.M.-Constellatlon Til
burg, die op Schiphol gereed stond voor
vertrek naar Curasao.
Een platformbeambte wist de bijen
koningin echter over te halen zich elders
te vestigen. De Tilburg kon zonder ver
traging vertrekken.
witte wolken.
De tweede morgen brengt de verrassing
an het wijde land: men nadert het
midden-Westen en iets voorbij Kenora
de Devils Gap verlaat men tegen
uur 's morgens de provincie Ontario.
Iedere inwoner van Saskatchewan, Al
berta en British Columbia zal de schou
ders ophalen over de man in de provin-
Manitoba, die beweert, dat ook zijn
provincie tot het Westen behoort, maar
vertel dit liever niet aan de-mensen uit
Manitoba's hoofdstad. Winnipeg, want
dat is een (van de weinige) manieren
hen kwaad te krijgen: Yes Sir, you
right out in the Middle West", en
de Winnipeggers zijn „real Westerners".
t was dwaasheid om in de korte
tijd, die mij nog restte, die Westbound-
trein te nemen; het werd een race te
gen de kalender maar het was nu een
maal een feit, dat ik in' Oakville (ruim
anderhalf uur sporens West vanWin
nipeg) de grond van het Westen onder
mijn voeten had gehad: een oude, ge
looide farmer daar had me verteld:
„Wie eenmaal de goede „soil" van de
Middle West aan z'n schoenzolen heeft
gehad, komt hier èltijd terug...."
Hij had overschot van gelijk.
Hollandse knipoog
De ontzaglijke wijdheid van het land
fascineerde me en voor ik het goed en
el besefte, stond ik weer in Mr. W. C
McCullooh's Office (de supervisor van
de Settlement Service) in Winnipeg,
keek opnieuw naar de kaart, waarop hij
als was dit een hoofdkwartier al de
namen van de Nederlandse settlers had
neergeprikt. Het wordt eentonig, ik heb
de opmerking reeds in vele verhalen ge
maakt, maar elke keer opnieuw verbaast
men zich over de geweldige uitgestrekt
heid van dit land. De meeste vlaggetjes
met-namen waren in groepjes rondom be
paalde centra geprikt, wat in de practijk
overigens nog slechts hierop neerkwam,
dat de ene Nederlander een vaag
groothandel in aardappelen er
groenten had gehad, naar Canada. Tus
sen Mei en October van dat jaar maakte
hij met zijn vrouw en de drie oudste
kinderen (16. 14. 13 jaar) 2 000.— in de
suikerbieten: dit bedrag kregen ze eigen
lijk innegen weken stukwerk bij el
kaar: boereniwerk-aan-'het-uur zorgde
bovendien dat ze deze 2.000.niet
brachten, maar van m'n suikerbieten
haalde ik goed 400 ton (1 ton 900 kg)..
Maar vraag niet wat ons dat gekost
heeft. Toen we de helft uithadden begon
het te regenen, twee dagen lang. Daar
na was het twee dagen droog, maar
toen kwam er bij de regen nog sneeuw;
de eerste weken van November vroor t
al een beetje en toen moest ik maar
extra hulp nemen, wat natuurlijk ook
extra kostte; alles bij elkaar had ik
1 200.extra kosten".
De tweede winter, de vlasfabriek te
ver weg. helemaal in Portage la Prairie,
vond Dieleman ander werk: met zijn
truck ging hijkolen rijden. Ze koch
ten een gedetailleerde plattegrond van
Winnipeg tplm- 300.000 inrw.), bestudeer
den die avond aan avond, kenden na een
dag of vier elk gaatje en straatje van
deze stad- Dit voorjaar kocht hij een
7.100 farm ($3.200 hypotheek), huis en
alles inbegrepen. Er hoorde 93*4 acre
grond bij: bovendien pachtte hij nog 100
andere acres (5 jaar pacht).
Op die grond vond ik Dieleman be
zig, mèt de hele familie; im zijn eigen
bieten. Het was vuil; het was een vuile
boerderij, en de bieten waren practisch
niet te vinden tussen de wilde klaver
terwijl de grashoppers (sprinkhanen)
ook nog him aandeel opeisten in het
eerlijke zweet van die taaie boer.
Bietenzaaimachine in het eindeloze bietenland.
hoefden aan te spreken, terwijl Dieleman
ook de winter productief kon maken
door aan de vlasfabriek te werken 130
in de maand). Het oudste meisje ver
diende toen 45-in een ziekenhuis,
een ander meisje hetzelfde als hulp in
de huishouding Met de 500.die ze
nog van de reis over hadden, kon Diele
man het eerste jaar afluiten met
- 2.500.
Een duidelijk overzicht van het
woeste en som-s ontoegankelijke
bergland van Korea. Vliegtuigen
zijn hier bij de oorlogvoering on
misbaar. Operaties op grote schaal
zijn in een dergelijk terrein niet
mogelijk, maar kleine troepen
onderdelen kunnen markante pun
ten met succes verdedigen.
moeden had, wlkr zijn buurman ergens
zat; sommigen zaten, dichter, bij elkaar,
maar er waren ook uitzonderingen naar
de andere kant: ergens ver in het Noor
den, met niets dan „naakte" (onbevlagde)
kaart er omheen, was een eenzaam vlag
getje geprikt: D. B- Miedema, die in
Grandview zat, hélemaal alleen tussen de
Canadezen.
„Hoe maakt Miedema het?" vroeg ik
McCullooh. „Nooit bericht van 'm gehad,
sinds-ie daarheen ging...." Geen be
richt was goed bericht.
Ik was graag die familie op gaan zoe
ken, maar dat had me ook weer dagen
gekost, al lag Grandview dan aan een
van de Canadian National lijnen; het
enige wat ik doen kon was tegen die
naam en dat kleine vlaggetje even in het
Hollands „knipogenik deed hetzelfde
voor F. Huygen en A. C. Boogerd, die in
de buurt van Paulson zaten en voor A.
BrienenDe kleine vlaggetjes in dat
grote land van Midden-Manitoba had
den bijna iets pathetisch dappers tot ik.,
op een „gewone" Canadese kaart ont
dekte dat het daar in Midden-Manitabo
nog vrij druk was met plaatsjes en
treinhaltes-
Bovendien waren er andere Nederlan
ders veel Noordelijker: ik ontmoette in
Winnipeg mr L. B. McEaohern, de puur
ste Scotsman die je je maar denken kon;
hij zorgde in Grande Prairie (Alberta)
voor de immigranten; vanaf Edmonton
moest men nog negentien volle
Noord-West sporen om dat gebied. Zuid
van het Peace Riverdistrict te bereiken.
Een van de beste verhalen over voor
spoed (welke overigens lang niet alleen
tot Ontario beperkt blijven) hoorde ik
in Winnipeg. In Mei 1948 kwam Willem
Dieleman. die zowel in Terneuzen als
Brabant geboerd had, later in Eindhoven
Hij pachtte dat voorjaar 50 acrei
„Summerfallow" (land dat een jaar ge
rust heeft, maar wel bewerkt is) vooi
20.de acre. Hij huurde een huis
voor 30.in de maand, kocht een trac
tor en ander equipment- Wanneer Ca
nadezen zoveel in de suikerbieten ver
dienden, dat zelfs hun arbeiders er ir
één jaar „rijk" van werden, dan kon
een Nederlandse boer dat ook redeneerde
Dieleman.
„Ik moet u zowel het goeie als het
slechte vertellent" zei Dieleman. „Mijn
suikerbieten waren nog maar net
top toen ze half uit-blowden (weg
woeien), veertig acres moest ik
zaaienIk had zes acres bonen (die
niet wilden groeien), had 3 acres wor
telen, die ik klein hield, net als in
Holland, zodat ze me óók geen cent op-
Ergens in de verte reed, heel ver weg
en heel klein, een tractor.
„Wie is je buurman"? vroeg Ik hem,
wijzend op die heel kleine tractor, ver
weg tegen de horizon- „Dat? dat is nog
altijd mijn land" zei Dieleman, „en mijn
tractor". Het bietenland was een.myl
lansDe hele lengte van de boerderij
was 2M km.
„Het is vuil", zei Dieleman, „maar dal
krijgen we er dit jaar onder".
Iedereen was op het land bezig om de
bieten te verdedigen tegen het onkruid;
ook de kleintjes en ook nog een zwager
met zijn vrouw en een vrijgezel die met
mij op de boot gezeten had.
Er zou een epos te schrijven zyn over
deze Dieleman; over Dieleman op eea
bietenveld, dat meer dan anderhalve
kilometer lang was; over de twee trac
toren die hy had; over dagen, die ein
deloos wareix van. de, ochiendscheiner tot
de avondschemer, en over Dieleman, die
het zeker winnen zou. Mei héél hard
werken.
„Is he a going concern?" lachte Mc
Culloch, „Quite agressive people" („Die
zitten er achter, zeg!"). McCulloch was
van oordeel, dat 95 pet van alle immi
granten uit Nederland in Canada slaag
den; een iets voorzichtiger schatting
van een Nederlander in Winnipeg noem
de 85 pet en tien procent „zo half en
half".
Alleen zou Wim Dieleman, een van de
jongste spruiten (met 93 van de 100
punten op zijn schoolrapport voor En
gels) veel liever op de schoolbanken
hebben gezeten, dan deze „vacantit"
door te maken.
Een mijl bieten is veel en Wim had nog
maar korte beentjes
Ook daar zijn de tijden in de hand van God
Ons bereikte de tekst van het aangrijpend woord, dat ds C. Mataheru van Ambon
op 11 Mei sprak in de Grote Kerk van Ambon-Kotta in de dienst welke gehouden
werd by het afscheid van verschillende leden der kerkelijke gemeente. De vertroos
ting, welke hij ontleende aan het Psalmwoord: „Myne tyden zyn ln Uwe hand",
zowel voor hen die heengingen als voor hen die achterbleven, van diepe ernst.
i tyd
Er is, zo sprak ds Mataheru,
van komen en een tyd van gaan. Er is
een tyd, waarop wy tot elkander zeggen:
„Welkom, welkom", en er is een tyd,
waarop wy tot elkander zeggen moeten:
„Adieu, vaartwel!" Dit laatste moment
is thans aangebroken.
Afscheid, vervolgde ds Mataheru, is
altijd een geweldig moeilijk ding, maar
ditmaal is het wel zéér moeilijk, omdat
de omstandigheden zo verwarrend moei
lijk zijn. In normale omstandigheden
zouden er allerlei feesten en feestjes ten
afscheid zyn gegeven, maar nu hebben
de vaart en de tuimeling der gebeurte
nissen het onmogelijk gemaakt, alles
naar de gewone orde te doen geschieden.
In deze omstandigheden, waarin men
senwoorden hun kleur en hun kracht
schynen te verliezen, is alleen Góds
Woord in staat om vastheid, om richting
te geven aan onze gedachten en niet
minder aan onze levens.
Daarom, aldus ds Mataheru, heeft de
kerkeraad van onze gemeente deze sa
menkomst in Gods Huls belegd, om te
vragen naar hèt Woord, het Woord
Gods, waaronder wy allen ons buigen
kunnen en dat heilzaam is voor de mens
in élle omstandigheden. Dat Woord richt
zich tot allen, vertrekkenden en aehter-
blij venden.
Wat zich in deze afgelopen dagen heeft
afgespeeld in de huizen en harten der
mensen, is in diepste wezen niet te pei
len. Er zijn vele gesprekken geweest, er
hebben vele geruchten de ronde gedaan.
en zü doen het nog steeds: er leven in Kerk hebt gy l'
een tyd van welkom heten en er ls een
tyd van afscheid nemen. En deze tyden
zyn alle goed, want: „myne tyden zyn
in Uw© hand, o God, en Gy zyt Liefde."
„Wat de toekomst brengen moge, my
geleidt des Heren hand; moedig sla ik
dus de ogen naar het onbekende land."
Ziet, nu wordt het afscheid niet moei
lijk meer. Het verliest zyn scherpte en
bitterheid, al blyft de weemoed. Wy
kunnen nu tot elkander zeggen: Het was
goed, dat wij elkander hier op Ambon
mochten ontmoeten. Hebt dank voor
alles, wat wy elkander in de Ambonse
gemeenschap mochten geven. De tyd die
wy met elkander doormaakten in Ambon
was lang of kort en ging door diepten
of hoogten. Maar het is een gezegende
tyd geweest; lag deze immers niet in de
handen van God?
Tot zyn scheidende gemeenteleden
sprak ds Mataheru nog: Gy laat ook
achter: dit kerkgebouw, met zyn houten
deuren, die kleine vensters, het kleine
orgel, die houten harde banken-zonder-
leuning, die lampjes welke vaak uitgin
gen, en de benauwde warmte die hier
ook vaak heerst. Kortom, gy laat achter
deze na-oorlogse, echt Ambonse kerke-
ïyke ruimte, maar niettemin de ruimte,
waarin wy samen Gods aangezicht heb
ben gezocht, waarin wy samen hebben
geloofd en geprezen de grote Naam en
harten nog onnoemeiyk veel
gen; er zijn vele slapeloze nachten ge- Dit is de'ruimte,
weest en er zyn (in verborgenheid) ook gemeenschap
tranen geschreid. En tenslotte wezen de leefd, die onder
openbare verkopingen en lege huizen er
op, dat de beslissing gevallen was.
Natuuriyk is de keuze niet voor éllen
zwaar geweest. Maar velen hebben er
onder gezucht en hebben soms diep- die henengaat.
d© grote daden Gods.
Déze ruimte der Kerk hebt gy geeocht,
gevonden en gewild. In deze ruimte hebt
gij U thuis gevoeld. In deze ruimte der
gebeden, gedachten,
gezangen, orgelspel opgezonden tot God.
aarin wjj de diepste
elkander hebben he-
iensen op dexe aarde
mogelyk ls, namelijk de gemeenschap
de Tafel des Heren.
Neemt, so besloot ds Mataheru. dit
beeld der gemeenschap met U mede. Gy.
henengaat, en wy, die acbterbiyven.
de stryd uitgevochten van het wy danken elkaar want ook deze tiid
gaan" of „blyven". Van het antwoord der kerkelyke gemeenïhap 1,
hing ook veel af. Wjj daziken elkander, omdat ook déze
Er is, «ei ds Mataheru, een tyd- -
komen en er la een tyd van gaan;