Is er een christelijke politieke actie in Amerika mogelijk? ff to* -r— f ««efsjsittïasaa TERUG NMR HET VERRE WESTEN Afscheid van Ambon werd een van treffende ernst 1 ZATERDAG 22 JULI 19511 Interessante discussie „Calvinismeleer van een van humor gespeende Fransman" ^ke FEN VIJFTIENTAL vooraanstaande figuren uit verschillende positief J christelijke kringen in Amerika trachtte in het maandblad Calvin lijk Forum het antwoord te geven op de vraag: Is er christelijke politieke actie in Amerika mogelijk? Uit'deze bespreking op hoog peil ontvangt een buiten- staander een sterke indruk van de moeilijkheden, waarmede de christenen aan de andere kant van de Atlantische Oceaan te worstelen hebben, om tot een positieve christelijke actie te komen. Dit geeft ons een kijk op het van' interne leven in de U.S.A., waarvan wij meestal zo weinig weten. Tevens ide"J kunnen wij daardoor met hen. die eens geestes met ons zijn, medeleven. i Slechts enkele flitsen uit de discussie kunnen'hier naar voren komen. be- ïraar Aanleiding tot deze discussie is de ienisl felle oproep, die uitgegaanis van een ten- aantal Calvinistische jongeren, om te Het komen tot meerdere actie op verschil- m te lend gebied. Hij Daarbij mag waarschijnlijk oök g'ere- be- kend worden het herhaalde verzoek, ge- van rieht tot prof. dr Clarence Bouma, eind- raad redacteur van Calvin Forum, om in een In Nederlands maandblad te schrijven ovgr de de houding van de Christenen ten aan- Ar- lien van de politieke situatie in Ame- Het rika- k zal Uitgangspunt voor de gedachtenwisse- van tng werd geboden in twee bijdragen (in het Februari-nummer), geleverd door mr Lewis B. Smedes en prof J. M. van der Kroef. Is de eerste voorstander van [an een meer opzettelijke Calvinistische dan züllen wij ontiwaken. maardan zal hét te laat zijn." De eindredacteur prof. Bouma, tekent hierbij aan, dat dit klaarblijkelijk ge schreven is, voordat het enorme succes werd bereikt in de strijd te Grand Rapids, voor een beter bestuur, waarin Calvinisten van verschillende schake ringen elkaar steun boden. Men kan niet zeggen, dat de deelne mers aan deze belangrijke discussie zich schuldig maken aan Amerikaanse hum bug. van het soort: „bij ons is alles het beste en het mooiste". Integendeel: de critiek snijdt er scherp in. Iemand maakt een opmerking over dé uitdrukking „Calvinistische wereld levensbeschouwing". Deze is. zegt hij, tweede spreekt zich onomwonden daar- tegen uit. De zondige mens de Wil zien bij prof. Van der Kroef de P v doorwerking van de Barthiaanse ideeën Aug! I11 Amerika, gelijk deze met name door hehl Niebuhr vertolkt zijn. Hij betoogt, dat mensen als Kuyper en 7u De Savormn Lohman met alle res in™- peet voor hen! in Nederland alleen maar invloed hebben gekregen, doordat ons volk z'n ontstaan dankt aan de ge- eken loofsworsteling tegen de Spaanse dwin- Kan.l ivln- Daardoor kreeg onze natie een Fro- het testants karakter. Maar de oorsprongen, tien waaruit de Verenigde Staten als Natie zijn voortgekomen, liggen diep verbor- gen in de bodem van een religieuze on verschilligheid, van de gedachte van I volkssouvereiniteit, en vaak ook van e echte zedeloosheid. Aldus prof. Van der Kroef. Daarom past een Christelijke partij niet bij Amerika, en is, historisch ge zien, daar een onmogelijkheid. Bovendien brengt hij als het grootste bezwaar naar voren, dat een Christelijke politiek uitgesloten moet worden geacht. De politiek hoort thuis A~ A waarin niet het geloof, i mens de toon aangeeft. ,p de „De plaats van een Christen is daarom _v^Ji niet in de gelederen van de maatschap- pelijke kruisvaarders, doch slechts daar, pvoei waar deze altijd is geweest: op zijn *ret' knieën in de kerk." Tegen deze uit- Frden spraak zijn vele latere auteurs (in het Maart-, April- en Mei-nummer) in ver zet gekomen. Enkelen vallen hem bij. „Alleen een Barthiaan kan zo spreken", zeggen sommigen. De Bijbel heeft betekenis voor heel g3 9. het leven en voor alle schakeringen ons bestaan. Daarom spreekt God Zijn 1.03.6; Woord ook voor het politieke leven, waar dan ook. 1.3; 2. De Christen moet op z'n knieën, ja maar dan ook in de politieke en maa:- ring schappelijke strijd! het hart drukken, en als shibboleth gebruiken. Maar ondertussen! Hoewel er een veelvoud is van ellen- de zondige Het doet ons goed. deze stemmen uit eulen Amerika te beluisteren. 15 m. Dit wil echter niet zeggen, dat iOm; hi Amerika nu wil of kan komen tot 1 1.60 de oprichting van een Christelijke partij. Onze broeders daar hebben teveel rea- 10 m;, liteitsbesef. dan dat zij tot een derge lijke on-Amerikaanse oplossing zouden 2 m;- komen. !g m. Grote moeilijkheden Dat het ndet eenvoudig is om in Ame rika naast de Democratische en Repu blikeinse partij nog een andere partij te vormen, blijkt wel zonneklaar uit het feit, dat 2elfs de Rooms-Katholieken^ er ginds geen eigen partij op 1 J Wel hebben zij iets van 5 8in-j tie ter beïnvloeding van Stad-1 ieven. tot- En aan de grote macht chip- Spellman 17.22. 44.29 houden, een organisa het politieke kardinaal New York ook in 1 ïdam,! üticis twijfelt niemand. Men Kent ïdam. de U.S.A. immers geen evenredige v Oud-I tegenwoordiging in Congres of Senaat, naar En in tegenstelling met het parlemen- m en taire stelsel, bij ons gehuldigd, berust n de de regering niet op een bepaalde samen- leten, stelling van de volksvertegenwoordiging. iaakt„ maar is onafhankelijk, door de President nendê benoemd. .-eers- Vandaar dat een Presidentsverkiezing terug! ï0 belangrijk is. stem-: Bij dit systeem moet een partij wel deze eens de presidentszetel veroveren, of wat gouverneurschap in een staat winnei il anders kan zo'n partij wel opdoeken 1 Destijds is er in Grand Rapids Calvinistische politieke organisatie ge weest, waarvan prof. Schoolland de mo- dige sociale verhoudingen, die roepen om de Godgewijde aandacht van de Calvinist, mompelen velen van ons als een machtspreuk slechts dit shibboleth, engaan aan de overkant voorbij. Veelzeggend zijn ook de opmerkingen die door prof. Cecil de Boer gemaakt worden over de eventuele naam van de beweging of politieke partij. De titel moet vooral niet zijn „Calvi nistische"Immers de grote meerder heid van de Protestantse leken in ons land, zo zegt hij, weet vrijwel niets van Calvinisme af. De doorsnee Presbyteriaan weet bijv. slechts datgene, wat men, hoe dan ook, van hem veronderstelt, dat hij gelooft. De niet-religieuze mensen weten niets van Calvinisme, behalve dat het ean soort fatalisme is. een noodlotsleer. En anderen, die er iets meer van weten verbinden het met de gedachte aan een van humor gespeende kleine fanatieke Fransman, die instemde met de ver branding van hen, die er andere ge dachten op na hielden. En probeer dat er maar eens uit te krijgen! Er moet iets gebeuren Het is duidelijk, dat de kleine groep van Calvinisten, een verwijnende min derheid tegenover de grote massa's van de Verenigde Staten, voor een heel zware taak staat, wanneer men iets op politiek gebied wil doen. Toch dringt het besef door, dat er iets gedaan moet worden. De Amerikaanse opvatting van volks souvereiniteit is stellig niet Christelijk. De reohten en vrijheden van de mens zijn dan pas gewaarborgd, wanneer eerst de souvereiniteit Gods, ook over het staatsleven, is erkend. Maar hoe zal men nu in Amerika de koe bij de horens pakken? De antwoorden op deze vraag lopen sterk uiteen. Sommigen zeggen, dat men alleen persoonlijk kan optreden, door in elke politieke organisatie, waarvan men lid ls. «Is Christen te getuigen. Anderen betogen met grote nadruk, dat dit niets uitwerkt, omdat de ver schillende organisaties in de grond niet goed zijn. Daarbij wijst men op enkele organisa ties. die reeds bestaan, zoals de „United Christian Citizens" (de verbonden Chris ten-burgers) in Baltimore, en de Chris tian Labour Association. Doordat de positieve Christenen, die zich houden aan de Bijbel, in Amerika zich samen verbinden, kunnen zij toch in het politieke leven invloed uitoefenen. Al zal er dan van een Christelijke politieke partij eerst geen sprake kun- Welk program? En met welk programma moet men Er gaan stemmen op, om eerst door lit^ebreide studie en analyse te onder wat de toepassing Succesverhaal uit Winnipeg (Van een bijzondere medewerker) De „Number 7 Dominion" van de C.P.R. stoomt elke avond om kwart over acht Montreal Wlndsorstatlon uit, vertrekt om half elf 's avonds weer uit het Union- station in Ottawa, raast ln de donkere nacht voorby Renfrew en Chalk River, Mattawa en North Bay. De reis naar Vancouver aan de Pacific Is van Montreal uit 2881,7 myl. In de vroege ochtend davert de trein reeds voorby het volkomen boom loze gebied van Sudbury (met een ider grootste nlkkelmijnen ter wereld), klimt geleidelUk, een héle dag lang naar de bijna onbewoonde immense bossen noord van Lake Superior, dondert hees-schreeuwend uiterst kleine haltes voorbij m*t namen als Pogomaslng, Metagama, Woman River en Schreiber en andermaal schijnt het grote starende llchtoog van de locomotief een nieuwe nacht ln, stopt ln de grote de Christelijke beginseïen op het" Ame- P'airlegraanhavens van Fort William en Port Arthur aan Lake Superior en dan, rikaanse staatkundige leven. Maar dan de tweede ochtend, klinkt plotseling de schorre klaaglijke brulroep van de locomo- andere Amerikaan hardop tlef langer tussen de hoge, grimmige rotsvlakten, de rimpelloze meren, die duizenden en tienduizenden bomen weerspiegelen en het paarlmoer van de te lachen, woord: hij citeert Bijbel afdelingen van Ruben hadden grote onderzoekingen des harten" (Richt. 5 v. 16). Het advies luidt dan: Begin maar, pak Op grond van de Bijbel weten wij voorlopig genoeg van de wijze, waarop wij moeten handelen. En over de pro blemen, die zich verder voordoen, zullen wij biddend wel nader licht krijgen. Het kon wel eens waar zijn, wat iemand zegt, dat als Christelijk Amerixa niet komt tot het vervullen van z'n po litieke roeping, alle andere Christelijke organisaties daar op den duur ten dode zijn opgeschreven. Voorlopig zal men echter moeten ge tuigen. En hier en daar Christelijke mannen, die hun stem verheffen, naa. voren sohuiven. En daarbij is Christelijke politieke scholing van de mensen door een week of dagblad een dringende noodzakelijk heid. De besprekingen en de daden i.z. de mogelijkheid van Christelijke politieke actie in Amerika verdienen onze volle aandacht, en onze voorbede. Rijswijk. H. J. Spier. De soldaat, die voor het halen en bren gen der beklaagden verantwoordelijk vloekte en duwde Sandor ruw in hok onder de trap, waar al tientallen veroordeelden wachtten. Het was er half donker en er hing een verpestende stank zweet, urine, knoflook en ongewas- kleren. Sandor struikelde over de drempel en zou gevallen zijn, als niet krachtige armen hem hadden op gevangen. „Hola, vadertje, niet zo haastig!" zei ;n goedige stem. „Drommels dat is San dor Tarassow uit Merka-Petrina. Ken je mij niet meer, vadertje?" Michel Werneff uit Moln," riep de oude man verbaasd. „Wat doe jij hier?" „Ook het volk verraden", zei de ander cynisch. „Dat is de laatste tijd aan de orde van de dag." „Dat ligt er maar aan, van welke kant tor woo. De naam van deze organisatie was „Fas et jus". Dit betekent Goddelijk en menselijk recht. De Amerikanen hadden met deze La tijnse titel echter weinig op. Zij verbasterden deze in het Ameri kaans tot „fancet juice", hetgeen zoveel tv.rflt betekent als een tapkraan ™°r SW r dan Deze organisatie is na een kwyn.na i vol.' bestaan ter ziele gegaan wegens gebrek omen. aan belangstelling. De schrijver, die dit 3 opmerkt, zegt. dat politieke omierschü- ligheid de (grote) vloek is van het Ame- eJ J! rikaanse politieke leven welke onver- *S*, schilligheid zowel bij de kerkelijke men- i sen als bij de niet-kerkelyken woidt ^De^doorsnee Amerikaan heeft veel meer belangstelling voor sport dan i veek- politiek. ~Wel wil men in meerderheid r hoorlijke regering, (Een- te vad' 1450 sig om er iets voor te doen, en wil e: i vooral geen geld in steken. I Vandaar dat de corrupte machten, jiie gewetenloos handelen. •weieiuui» HM- ^eel geld steken, dat zij ruimschoots terugkrij gen, steeds i de winnende hand Dan zal bet te laat zijn Ds Tanis, die dit schrijft, ziet het don ker in. Hij schrijft letterlijk: „Wanneer een totalitair regiem zich in "Washington heeft gevestigd, of de of andere buitenlandse vijand ons o troefd heeft, en met ons doet. wat met Duitsland en Japan gedaan hebben, Op dat ogenblik werd de deur open geworpen: „Allen er uit", schreeuwde de soldaat je de zaak bekijkt", vond de ander wijs gerig. „Toen jij daarstraks voor de rech ter stond, zat de aanklager van jou links van de voorzitter. Dat was duidelijk ge noeg. Maar als je het aan de voorzitter zelf zou hebben gevraagd, had hij je ge zegd dat de aanklager rechts zat. Jij stond er anders voor en wat voo links was, was voor hem rechts. Zo ook met ons. Wij weten, dat wij goede Hongaren zijn, maar de Bolsjeviki te weten, dat wij het niet zijn. Voor hen zijn wij het trouwens ook niet, alleen al omdat wij geen Bolsjeviki zijn." „Maar het is toch onrecht om mij op te sluiten als ik niets heb gedaan! Hoe lang zal het wel duren?" riep de oude ,an wanhopig. „Schreeuw maar niet zo tegen ben de voorzitter van de volksrechtbank niet," antwoordde de ander. „En wat de duur van onze gevangenschap betreft, daarvan weet ik alleen dit: het zal zeker niet lang genoeg duren, om mij van ge dachten te doen veranderen." Op dat ogenblik werd de deur open geworpen. „Allen er uit!" schreeuwde de soldaat. „Haast je wat! Vooruit!" Vloekend en stompend dreef hij hen m lange gang door, die op een binnen plaats uitkwam. Daar wachtte een vracht auto, die al half volgeladen was met gelukkigen uit andere cellen. Allen gisteren opgepakt en vanmorgen dwangarbeid veroordeeld. Sommigen schenen nog niet ten volle te begrijpen, dat ze werkelijk naar een kamp zouden worden gestuurd. Anderen keken angstig om zich heen met de blik van opgejaag de dieren. Enkelen prevelden een gebed. Achter in de wagen vloekte iemand Willoos liet Sandor zich in de auto duwen. Ruw drong de soldaat de men sen samen. Er moesten er nog zoveel mee. Toen de wagen vol was, klommen twee mannen, die met handmitrailleurs bewapend waren, achterop en daama vertrok het transport De rit ging dwars door de stad. waar de voorbijgan gers schuw opkeken. Daarna sloeg de wagen een buitenweg in en spoedig had den ze de stad achter zich. Ze reden ruim een uur door, eerst over de brede autoweg, toen stotend, op on gelijke landwegen. Ze passeerden een dorpje, waar marktdag was. Op het plein voor de kerk rijden zich de grote gele manden met eieren, afgewisseld door tonnetjes romige boter. Verderop werden biggen en geiten verhandeld. Vrouwen in Noord-Hongaarse klederdracht, met rode hoofddoek en rood en wit gestreep te rokken boven de glanzend zwarte knielaarzen, droegen jurken, waaraan acht vleugelslaande kippen hingen, de poten samengebonden aan de dwarslat. Een harmonicaspeler had een kring juichende kinderen om zich heen ver zameld, die met gezichtjes, vuurrood van pret en Inspanning, de vlugge figuren van de Herlotz dansten. Tn een flits passeerden de gevangenen •rolijke tafereel. Toen, achter kromming van de weg, zagen ze kamp liggen: grauwe, smerig uitziende houten barakken; hoge wachttorens met machinegeweren en schijnwerpers. Ach ter de prikkeldraadversperringen liepen magere, hongerig-uitziende mannen in afgedragen, rafelige uniformen: het leger de arbeid. De auto reed het hek binnen en de gevangenen moesten één Dor één uitstappen om geteld te worden. Voorzichtig, om zijn Zondagse pak niet vuil te maken, klom Sandor op zijn beurt uit de wagen. Voor de deur van soort kantoortje stond een officier nieuw aangekomen dwangarbeiders ontvangst te nemen en naast hem Sandor kon zijn eigen ogen niet geloven stond Matias Mokorsky! Mokorsky, die beloofd had hem te helpen, was hier, op nog geen vijf meter hem af. Hij praatte met de officier, alsof hij diens gelijke was en hij wees in Sandors richting. „Dat is de man, majoor", hoorde San dor hem zeggen. „Hij is het, van wie de Volkscommissaris1 zei dat hij u ir de grootste moeilijkheden zou brengen als hy er in slaagde, hier binnen te ko- Hij staat in verbinding met het Rode Kruis en de Amerikaanse regering, ie inlichtingen wil verkrijgen over onze erkkampen. De officier keek Sandor aan. Er was ;n mengeling van haat en vrees in die blik en Sandor keek hulpeloos naar zijn buurman, die veinsde hem niet aan te „Maar hoe weet ik, dat u de waarheid spreekt? U toont mij een brief met het zegel van de volkscommissaris, maar hoe kan ik weten, of die brief echt is? U hebt ook geen lidmaatschapskaart van de partij. U beweert, dat ik in moeilijk heden kom door deze man aan te nemen, r wie garandeert mij, dat ik niet juist last krijg als ik hem terugstuur?" Matias Mokorsky klopte hem welwil lend op de schouder. „U bent een voor zichtig man. majoor en dat waardeer ik. Ik zal het ook de volkscommis saris zeggen, want voorzichtige en scherp zinnige mannen hebben wij dringend nodig, ook op nog hogere posten dan die, welke u thans bekleedt. Ik ben er van overtuigd, dat u het ver zult brengen. Maar wat deze man betreft, ben ik er zeker van, dat hij wel papieren zal heb ben van de Amerikaanse regering, die hem bescherming heeft toegezegd". Hij wendde zich tot Sandor en zei stig: „Wij willen niemand in moeilijk heden brengen, die zich niet aan misda den heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de commandant u hier niet toelaten. U ziet, dat onze administratie haar werk zorgvuldigjlQgtwVoor een onschuldige is het niet eens mogelijk om hier binnen te komen. Mag ik nu uw papieren Sandor bleef besluiteloos staan, i maakte onwillekeurig een gebaar zyn borstzak, waar hij de brieven zijn zoon bewaarde. „Ja, die brieven bedoel ik", zei korsky snel. „Ik zal ze de commandant moeten tonen, omdat het officiële bevel van de volkscommissaris nog niet is aa gekomen". Hij nam de brieven aan en hield ze militair voor. „Alstublieft. Hier ziet het. Brieven op papier van de Ameri kaanse regering. Het staat er in het En gels op. Kunt u Engels lezen? Ameri kaans Staats Departement. En hier is ei nog één en nog één!" „Wordt vervolgd) Bijenzwerm belaagde K.L.M.toestel Dezer dagen nestelde een bijenzwerm zich op de uitlaatpijp van een der mo- n de K.L.M.-Constellatlon Til burg, die op Schiphol gereed stond voor vertrek naar Curasao. Een platformbeambte wist de bijen koningin echter over te halen zich elders te vestigen. De Tilburg kon zonder ver traging vertrekken. witte wolken. De tweede morgen brengt de verrassing an het wijde land: men nadert het midden-Westen en iets voorbij Kenora de Devils Gap verlaat men tegen uur 's morgens de provincie Ontario. Iedere inwoner van Saskatchewan, Al berta en British Columbia zal de schou ders ophalen over de man in de provin- Manitoba, die beweert, dat ook zijn provincie tot het Westen behoort, maar vertel dit liever niet aan de-mensen uit Manitoba's hoofdstad. Winnipeg, want dat is een (van de weinige) manieren hen kwaad te krijgen: Yes Sir, you right out in the Middle West", en de Winnipeggers zijn „real Westerners". t was dwaasheid om in de korte tijd, die mij nog restte, die Westbound- trein te nemen; het werd een race te gen de kalender maar het was nu een maal een feit, dat ik in' Oakville (ruim anderhalf uur sporens West vanWin nipeg) de grond van het Westen onder mijn voeten had gehad: een oude, ge looide farmer daar had me verteld: „Wie eenmaal de goede „soil" van de Middle West aan z'n schoenzolen heeft gehad, komt hier èltijd terug...." Hij had overschot van gelijk. Hollandse knipoog De ontzaglijke wijdheid van het land fascineerde me en voor ik het goed en el besefte, stond ik weer in Mr. W. C McCullooh's Office (de supervisor van de Settlement Service) in Winnipeg, keek opnieuw naar de kaart, waarop hij als was dit een hoofdkwartier al de namen van de Nederlandse settlers had neergeprikt. Het wordt eentonig, ik heb de opmerking reeds in vele verhalen ge maakt, maar elke keer opnieuw verbaast men zich over de geweldige uitgestrekt heid van dit land. De meeste vlaggetjes met-namen waren in groepjes rondom be paalde centra geprikt, wat in de practijk overigens nog slechts hierop neerkwam, dat de ene Nederlander een vaag groothandel in aardappelen er groenten had gehad, naar Canada. Tus sen Mei en October van dat jaar maakte hij met zijn vrouw en de drie oudste kinderen (16. 14. 13 jaar) 2 000.— in de suikerbieten: dit bedrag kregen ze eigen lijk innegen weken stukwerk bij el kaar: boereniwerk-aan-'het-uur zorgde bovendien dat ze deze 2.000.niet brachten, maar van m'n suikerbieten haalde ik goed 400 ton (1 ton 900 kg).. Maar vraag niet wat ons dat gekost heeft. Toen we de helft uithadden begon het te regenen, twee dagen lang. Daar na was het twee dagen droog, maar toen kwam er bij de regen nog sneeuw; de eerste weken van November vroor t al een beetje en toen moest ik maar extra hulp nemen, wat natuurlijk ook extra kostte; alles bij elkaar had ik 1 200.extra kosten". De tweede winter, de vlasfabriek te ver weg. helemaal in Portage la Prairie, vond Dieleman ander werk: met zijn truck ging hijkolen rijden. Ze koch ten een gedetailleerde plattegrond van Winnipeg tplm- 300.000 inrw.), bestudeer den die avond aan avond, kenden na een dag of vier elk gaatje en straatje van deze stad- Dit voorjaar kocht hij een 7.100 farm ($3.200 hypotheek), huis en alles inbegrepen. Er hoorde 93*4 acre grond bij: bovendien pachtte hij nog 100 andere acres (5 jaar pacht). Op die grond vond ik Dieleman be zig, mèt de hele familie; im zijn eigen bieten. Het was vuil; het was een vuile boerderij, en de bieten waren practisch niet te vinden tussen de wilde klaver terwijl de grashoppers (sprinkhanen) ook nog him aandeel opeisten in het eerlijke zweet van die taaie boer. Bietenzaaimachine in het eindeloze bietenland. hoefden aan te spreken, terwijl Dieleman ook de winter productief kon maken door aan de vlasfabriek te werken 130 in de maand). Het oudste meisje ver diende toen 45-in een ziekenhuis, een ander meisje hetzelfde als hulp in de huishouding Met de 500.die ze nog van de reis over hadden, kon Diele man het eerste jaar afluiten met - 2.500. Een duidelijk overzicht van het woeste en som-s ontoegankelijke bergland van Korea. Vliegtuigen zijn hier bij de oorlogvoering on misbaar. Operaties op grote schaal zijn in een dergelijk terrein niet mogelijk, maar kleine troepen onderdelen kunnen markante pun ten met succes verdedigen. moeden had, wlkr zijn buurman ergens zat; sommigen zaten, dichter, bij elkaar, maar er waren ook uitzonderingen naar de andere kant: ergens ver in het Noor den, met niets dan „naakte" (onbevlagde) kaart er omheen, was een eenzaam vlag getje geprikt: D. B- Miedema, die in Grandview zat, hélemaal alleen tussen de Canadezen. „Hoe maakt Miedema het?" vroeg ik McCullooh. „Nooit bericht van 'm gehad, sinds-ie daarheen ging...." Geen be richt was goed bericht. Ik was graag die familie op gaan zoe ken, maar dat had me ook weer dagen gekost, al lag Grandview dan aan een van de Canadian National lijnen; het enige wat ik doen kon was tegen die naam en dat kleine vlaggetje even in het Hollands „knipogenik deed hetzelfde voor F. Huygen en A. C. Boogerd, die in de buurt van Paulson zaten en voor A. BrienenDe kleine vlaggetjes in dat grote land van Midden-Manitoba had den bijna iets pathetisch dappers tot ik., op een „gewone" Canadese kaart ont dekte dat het daar in Midden-Manitabo nog vrij druk was met plaatsjes en treinhaltes- Bovendien waren er andere Nederlan ders veel Noordelijker: ik ontmoette in Winnipeg mr L. B. McEaohern, de puur ste Scotsman die je je maar denken kon; hij zorgde in Grande Prairie (Alberta) voor de immigranten; vanaf Edmonton moest men nog negentien volle Noord-West sporen om dat gebied. Zuid van het Peace Riverdistrict te bereiken. Een van de beste verhalen over voor spoed (welke overigens lang niet alleen tot Ontario beperkt blijven) hoorde ik in Winnipeg. In Mei 1948 kwam Willem Dieleman. die zowel in Terneuzen als Brabant geboerd had, later in Eindhoven Hij pachtte dat voorjaar 50 acrei „Summerfallow" (land dat een jaar ge rust heeft, maar wel bewerkt is) vooi 20.de acre. Hij huurde een huis voor 30.in de maand, kocht een trac tor en ander equipment- Wanneer Ca nadezen zoveel in de suikerbieten ver dienden, dat zelfs hun arbeiders er ir één jaar „rijk" van werden, dan kon een Nederlandse boer dat ook redeneerde Dieleman. „Ik moet u zowel het goeie als het slechte vertellent" zei Dieleman. „Mijn suikerbieten waren nog maar net top toen ze half uit-blowden (weg woeien), veertig acres moest ik zaaienIk had zes acres bonen (die niet wilden groeien), had 3 acres wor telen, die ik klein hield, net als in Holland, zodat ze me óók geen cent op- Ergens in de verte reed, heel ver weg en heel klein, een tractor. „Wie is je buurman"? vroeg Ik hem, wijzend op die heel kleine tractor, ver weg tegen de horizon- „Dat? dat is nog altijd mijn land" zei Dieleman, „en mijn tractor". Het bietenland was een.myl lansDe hele lengte van de boerderij was 2M km. „Het is vuil", zei Dieleman, „maar dal krijgen we er dit jaar onder". Iedereen was op het land bezig om de bieten te verdedigen tegen het onkruid; ook de kleintjes en ook nog een zwager met zijn vrouw en een vrijgezel die met mij op de boot gezeten had. Er zou een epos te schrijven zyn over deze Dieleman; over Dieleman op eea bietenveld, dat meer dan anderhalve kilometer lang was; over de twee trac toren die hy had; over dagen, die ein deloos wareix van. de, ochiendscheiner tot de avondschemer, en over Dieleman, die het zeker winnen zou. Mei héél hard werken. „Is he a going concern?" lachte Mc Culloch, „Quite agressive people" („Die zitten er achter, zeg!"). McCulloch was van oordeel, dat 95 pet van alle immi granten uit Nederland in Canada slaag den; een iets voorzichtiger schatting van een Nederlander in Winnipeg noem de 85 pet en tien procent „zo half en half". Alleen zou Wim Dieleman, een van de jongste spruiten (met 93 van de 100 punten op zijn schoolrapport voor En gels) veel liever op de schoolbanken hebben gezeten, dan deze „vacantit" door te maken. Een mijl bieten is veel en Wim had nog maar korte beentjes Ook daar zijn de tijden in de hand van God Ons bereikte de tekst van het aangrijpend woord, dat ds C. Mataheru van Ambon op 11 Mei sprak in de Grote Kerk van Ambon-Kotta in de dienst welke gehouden werd by het afscheid van verschillende leden der kerkelijke gemeente. De vertroos ting, welke hij ontleende aan het Psalmwoord: „Myne tyden zyn ln Uwe hand", zowel voor hen die heengingen als voor hen die achterbleven, van diepe ernst. i tyd Er is, zo sprak ds Mataheru, van komen en een tyd van gaan. Er is een tyd, waarop wy tot elkander zeggen: „Welkom, welkom", en er is een tyd, waarop wy tot elkander zeggen moeten: „Adieu, vaartwel!" Dit laatste moment is thans aangebroken. Afscheid, vervolgde ds Mataheru, is altijd een geweldig moeilijk ding, maar ditmaal is het wel zéér moeilijk, omdat de omstandigheden zo verwarrend moei lijk zijn. In normale omstandigheden zouden er allerlei feesten en feestjes ten afscheid zyn gegeven, maar nu hebben de vaart en de tuimeling der gebeurte nissen het onmogelijk gemaakt, alles naar de gewone orde te doen geschieden. In deze omstandigheden, waarin men senwoorden hun kleur en hun kracht schynen te verliezen, is alleen Góds Woord in staat om vastheid, om richting te geven aan onze gedachten en niet minder aan onze levens. Daarom, aldus ds Mataheru, heeft de kerkeraad van onze gemeente deze sa menkomst in Gods Huls belegd, om te vragen naar hèt Woord, het Woord Gods, waaronder wy allen ons buigen kunnen en dat heilzaam is voor de mens in élle omstandigheden. Dat Woord richt zich tot allen, vertrekkenden en aehter- blij venden. Wat zich in deze afgelopen dagen heeft afgespeeld in de huizen en harten der mensen, is in diepste wezen niet te pei len. Er zijn vele gesprekken geweest, er hebben vele geruchten de ronde gedaan. en zü doen het nog steeds: er leven in Kerk hebt gy l' een tyd van welkom heten en er ls een tyd van afscheid nemen. En deze tyden zyn alle goed, want: „myne tyden zyn in Uw© hand, o God, en Gy zyt Liefde." „Wat de toekomst brengen moge, my geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land." Ziet, nu wordt het afscheid niet moei lijk meer. Het verliest zyn scherpte en bitterheid, al blyft de weemoed. Wy kunnen nu tot elkander zeggen: Het was goed, dat wij elkander hier op Ambon mochten ontmoeten. Hebt dank voor alles, wat wy elkander in de Ambonse gemeenschap mochten geven. De tyd die wy met elkander doormaakten in Ambon was lang of kort en ging door diepten of hoogten. Maar het is een gezegende tyd geweest; lag deze immers niet in de handen van God? Tot zyn scheidende gemeenteleden sprak ds Mataheru nog: Gy laat ook achter: dit kerkgebouw, met zyn houten deuren, die kleine vensters, het kleine orgel, die houten harde banken-zonder- leuning, die lampjes welke vaak uitgin gen, en de benauwde warmte die hier ook vaak heerst. Kortom, gy laat achter deze na-oorlogse, echt Ambonse kerke- ïyke ruimte, maar niettemin de ruimte, waarin wy samen Gods aangezicht heb ben gezocht, waarin wy samen hebben geloofd en geprezen de grote Naam en harten nog onnoemeiyk veel gen; er zijn vele slapeloze nachten ge- Dit is de'ruimte, weest en er zyn (in verborgenheid) ook gemeenschap tranen geschreid. En tenslotte wezen de leefd, die onder openbare verkopingen en lege huizen er op, dat de beslissing gevallen was. Natuuriyk is de keuze niet voor éllen zwaar geweest. Maar velen hebben er onder gezucht en hebben soms diep- die henengaat. d© grote daden Gods. Déze ruimte der Kerk hebt gy geeocht, gevonden en gewild. In deze ruimte hebt gij U thuis gevoeld. In deze ruimte der gebeden, gedachten, gezangen, orgelspel opgezonden tot God. aarin wjj de diepste elkander hebben he- iensen op dexe aarde mogelyk ls, namelijk de gemeenschap de Tafel des Heren. Neemt, so besloot ds Mataheru. dit beeld der gemeenschap met U mede. Gy. henengaat, en wy, die acbterbiyven. de stryd uitgevochten van het wy danken elkaar want ook deze tiid gaan" of „blyven". Van het antwoord der kerkelyke gemeenïhap 1, hing ook veel af. Wjj daziken elkander, omdat ook déze Er is, «ei ds Mataheru, een tyd- - komen en er la een tyd van gaan;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 3