Enquêtecommissie deed verslag
England-Spiel was mogelijk
Met verhoren waren twee jaren gemoeid
door reeks van rampzalige fouten
Ontbreken van voorbereidingen wreekte
zich ook hier op geduchte wijze
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
PAGINA A
ZATERDAG 15 JULI 1950
het was wel een uitermate korte opdracht die de enquê
tecommissie in punt f van het enquêtebesluit kreeg.
Heel simpel stond daar, dat een onderzoek ingesteld moest
worden naar „de verbindingen met het bezette Nederlandse
gebied, in het bijzonder de militaire en civiele inlichtin
gendiensten".
De vervulling van deze opdracht heeft de commissie voor
een zeer omvangrijke taak gesteld. Twee jaar had men
nodig om alle verhoren af te nemen, zowel hier te lande als
in Engeland en Duitsland. En toen kwam de niet minder
moeilijke taak om uit al de verhoren en de talrijke intens
met elkaar verweven problemen een dusdanig overzicht
samen te stellen, dat het mogelijk was in alle bijzonder
heden door te dringen.
eerste oorlogsjaren hebben moeten aan
vangen en de schier onoverkomelijke
moeilijkheden, die zy hadden te overwin-
len. De taak, die zy hadden te volvoe-
en, het steunen en bevorderen van het
•erzet in de bezette gebieden, was onder
de toenmaals heersende omstandigheden
en met de bijzondere middelen, die aan
gewend moesten worden, een geheel
nieuwe, waarbij weinig geput kon wor
den uit de ervaringen van het verleden.
Verklaring van het
England-Spiel
De gevolgde werkwijze was, zo
zegt de commissie in haar inlei
ding, niet in de laatste plaats
noodzakelijk, omdat het mede tot
de taak van de commissie behoorde
om in dit verband, zo enigszins
mogelijk, een afdoende verklaring
te geven van het zg. England-Spiel.
Daarvoor moesten verschillende in
de loop der jaren geopperde theo
rieën onderzocht en getoetst wor
den en alle tijdens het onderzoek
zich opdoende mogelijkheden
nauwkeurig worden bezien. Voorts
dienden de organisatie en de
werkwijze van de betrokken ge
heime diensten met de uiterste
zorgvuldigheid bestudeerd te wor
den en vergeleken met de organi
satie en de werkwijze van de ver
wante diensten.
Dit onderzoek heeft er toe geleid, dat
de commissie inderdaad een afdoende
verklaring heeft kunnen geven voor het
feit, dat een England-Spiel mogelijk is
geweest.
Met betrekking tot de oorzaken van
het England-Spiel is de commissie al
dus tot een oordeel gekomen, waarbij
de vele, vaak louter aan de fantasie
van de auteurs er van ontsproten,
speculatieve theorieën, die meestal
uitgingen van de gedachte aan ver
raad of andere onoirbare bedoelingen,
hetzij bij de Engelse hetzij by de Ne
derlandse autoriteiten, worden afge
wezen. Het verheugt de commissie,
dat zy tot deze conclusie is kunnen
komen, niet het minst, omdat zy de
vele publicaties op dit gebied met sty-
gende zorg zag verschijnen. Vaak op
weinig of niets gebaseerd en desniet
temin dikwyis de ergste beschuldigin
gen inhoudend, dreigden deze publica
ties het vertrouwen In de Nederland
se en de Engelse overheid op ernstige
wyze te ondermijnen en de opvatting
gemeengoed te maken, dat ii
log by het werk der geheime dien
sten alleen de laagste menselijke in
stincten, ook bij de overheid, de door
slag geven. De commissie hoopt dan
ook, dat het resultaat van haar onder
zoek er toe zal bydragen, dat aan deze
uitwassen der publiciteit, die wellicht
ten dele ook op rekening va
oorlogse ontwrichting gesteld kunnen
worden, thans een einde zal komen.
Einstige fouten
Met het voorgaande wil niet gezegd
zijn, dat de commissie met betrekking
tot het verloop van zaken bij het
land-Spiel geen critiek heeft. Integenj
deel, zy heeft uitvoerig aangetoond, dat
zowel bij de Nederlandse dienst (het Bu
reau Voorbereiding Terugkeer, later
vervangen door het bureau Militaire
Voorbereiding Terugkeer) als by de En
gelse dienst (S.O.E.) ernstige fouten
zyn gemaakt. Ook het beleid van de Ne
derlandse Regering op dit punt ontkomt
niet aan haar critiek. Doch het maken
van fouten ligt op een ander niveau dan
het handelen met een misdadige opzet.
In het bijzonder met betrekking tot de
nagedachtenis van de gevallenen
hun nagelaten betrekkingen maakt het
een of het ander een groot verschil. De
slachtoffers keren niet weer tot het le
ven terug, maar de gedachten over hel
offer van hun leven, dat zy voor het va
derland gebracht hebben, kunnen eer
andere en gezuiverde wending nemen
Temeer geldt dit, daar het onderzoek
van de commissie mede heeft uitgewe
zen, dat de gemaakte fouten, hoe erns
tig deze ook mogen zijn, voor een deel
haar oorzaak hebben gevonden in de
bijzondere omstandigheden, waaronder
de diensten, die belast waren met de uit
zending der agenten, hun werk in de
Britse medewerking
In de zomer van 1949, toen enige leden
;r commissie voor het horen van een
aantal Nederlandse, in Engeland woon
achtige, getuigen te Londen vertoefden,
op initiatief van de Britse ambas
sadeur te 's-Gravenhage contact tot
stand gekomen tussen de voorzitter van
de commissie, mr. L. A. Donker, en het
Foreign Office. Dit contact heeft er toe
geleid, dat de Britse Regering in de
overweging, dat- het wenselijk was, dat
over de oorzaken van de débacle van
19421943 zoveel mogelgk licht ver
schaft zou worden er in toestemde,
dat de voorzitter van de commissie be
sprekingen zou hebben met een aantal
gewezen officieren van de Britse gehei
me diensten S.O.E. en S.I.S., die in d«
oorlogsjaren bemoeienis hadden gehad
met de verbindingen met het bezette Ne
derlandse gebied.
Deze besprekingen van de voorzitter
der commissie hebben begin October
1949 te Londen plaats gehad. Alle
pecten van de déb&cle hebben de re
gepasseerd; alle mogelijkheden zijn diep
gaand besproken. Van Engelse zijde is
dit met grote openhartigheid geschied;
geen enkele vraag is ontweken.
De besprekingen, waaruit een aantal
door de voorzitter en de Britse Rei
ring belangryk geoordeelde punten door
de Britse Regering in een „statement"
werden vastgelegd, hadden plaats na
dat de commissie de meeste verhoren
reeds beëindigd had. De gedachtenwis-
seling met de Engelse autoriteiten bleek,
zeer tot biydschap der commissie, haar
aanvahkelijk oordeel in hoofdzaak te
bevestigen, r
Geen kwade tiouw
Het enige belangrijke verschil in in
zicht, dat is overgebleven, aldus de com
missie, is hierin gelegen, dat in het sta
tement van de Britse Regering de te
kortkomingen aan Engelse zyde worden
gekwalificeerd als „errors in judgment",
(verkeerde beoordeling), terwijl de com
missie van oordeel is, dat deze tekort
komingen als fouten, in sommige geval
len zelfs als ernstige fouten, moeten
worden aangemerkt, waarby
te allen overvloede nog eens gezegd
elke gedachte aan opzet of kwade trouw
moet worden uitgeschakeld.
Geiyk hiervoor reeds werd opgemerkt,
is door de commissie ook het aandeel
van de Nederlandse dienst, het B.V.T.
en later het bureau M.V.T., in de dé
bacle van het England-Spiel onderzocht.
Hoewel de Nederlandse dienst in sterke
mate afhankelijk was van de Engelse,
hetgeen zijn verantwoordeiykheid
dezen ongetwijfeld vermindert, moesten
echter ook vele tekortkomingen
deze bureaux worden vastgesteld. Van
opzet of kwade trouw is intussen ook
aan Nederlandse zyde in geen enkel op
zicht sprake.
Ingevolge haar opdracht moest de
commissie het gehele vraagstuk
verbindingen met het be ?tte Neder-'
landse gebied behandelen.
De verbindingen met Nederland
den onder de gegeven omstandigheden
een vraagstuk van uitzonderlijk belang.
Daardoor hadden de organisatie
algemene beleid der geheime diensten in
sterkere mate dan onder normale om
standigheden onderdeel van het Rege
ringsbeleid moeten uitmaken, hetgeen
stellig, zonder de eisen van veiligheid
ook maar enigszins uit het oog te
liezen, mogeiyk was geweest. Een grote
verantwoordeiykheid drukt in dezen dan
ook op het Kabinet en vooral op de Mi
nisters, die meer in het byzonder met
de zorg voor de geheime diensten belast
Het behoeft daarom niet te ver
wonderen, dat de commissie tot de
conclusie is gekomen, dat het be
leid der Nederlandse Regering op
het gehele terrein der geheime
diensten te Londen in de eerste
jaren van de oorlog veel te wensen
heeft overgelaten.
Waarom publicatie
Een moeilijkheid, waai-voor de com-
issie zich voorts nog gesteld zag, is
de volgende. In de verhoren, en dienten
gevolge ook in haar verslag, is uiteraard
veel te lezen over de organisatie en
werkwyze der geheime diensten, alsme-
over de door deze gevolgde metho
en gebezigde middelen. De commis-
heeft de vraag overwogen, of dit
alles gepubliceerd kon worden zonder
daarby schade te doen aan dit werk in
de toekomst. Over deze vraag heeft zy
deskundigen geraadpleegd Mede op
grond van de aldus verkregen adviezen
is zij tot de slotsom gekomen, dat de pu
blicatie zonder schade kan geschieden.
In de eerste plaats, omdat de gevolgde
werkwijze en de gebruikte middelen niet
alleen by de geallieerden bekend waren,
doch over het algemeen ook by de vijand,
;ijnerzijds met zijn geheime dien
sten op ongeveer dezelfde wyze werkte.'
Voorts moet men in ogenschouw nemen,
?en nieuwe oorlog weer onder ge
heel andere omstandigheden en met ge
heel andere middelen gevoerd zal wor
den dan de vorige. De ontwikkeling der
dingen en vooral die van de techniek
staat ook op dit gebied geen ogenblik
stil. Het zyn deze overwegingen geweest
die de commissie tot het besluit hebben
geleid om al het door haar verzamelde
materiaal te publiceren. Voorzover op
een enkel onderdeel daarin misschien
nog een zekere onthulling mocht zijn
gelegen, moest dit nadeel worden afge
wogen tegen het door de commissie als
een van de allereerste orde aangevoeld
belang, dat het Nederlandse volk, dat al
zo lang verefhtrust is door allerlei on
verantwoorde publicaties over de ge
heime dienstén te Londen, de overtui
ging zou krijgen, dat de parlementaire
enquêtecommissie het, zonder iets ach
ter te houden, deelgenoot heeft willen
maken van haar bevindingen.
In verband hiermede moet de com
missie echter wel het volgende opmer
ken. Zy heeft, zoals gezegd, zeer veel
getuigen gehoord. Daaronder zyn er ook
die een eigen visie op verschillende pro
blemen hadden of die mededelingen heb
ben gedaan, welker juistheid naar de
mening van de commissie niet is komen
vast te staan. Het is uiteraard zeer ge
makkelijk om, alleen uitgaande van zul
ke verklaringen, tot andere conclusies
te komen dan de commissie. De waarde
van de arbeid van de commissie is naar
haar mening evenwel hierin gelegen, dat
zy by elk vraagpunt nauwkeurig alle
daarop,betrekking hebbende getuigen
verklaringen tegen elkaar heeft afge
wogen en in onderling verband heeft be
schouwd. Mede door de veelheid der
verklaringen was het op deze manier
mogeiyk tot verantwoorde conclusies te
komen. De commissie meent derhalve
met nadruk te moeten waarschuwen
tegen een gebruik van het geproduceer
de materiaal, waarby het speculatieve
element weer op de voorgrond zou wor
den gebracht. Daarmede kan haars In
ziens het algemeen belang slechfs ge
schaad worden.
Agenten, wapens of munitie droppen was niet zo eenvoudig. Men moest een
wat vlak terrein hebben voor de droppings en bovendien de mogelijkheid om
de dropping al te wachten en zo mogelijk een en ander voorlopig te bergen
Op onze foto had men vlak naast hel droppingterrein een prachtige onder
grondse schuilplaats
Bij het uitzenden van agenten naar Ne
derland ten dienste van de sabotage en ter
stimulering van het verzet is een aantal
fouten gemaakt. Dit is wel de beslissende
conclusie, waartoe de Parlementaire En
quêtecommissie gekomen is bij haar bestu
dering van het England-Spiel. Aan die fou
ten is het feit niet vreemd, dat de Engelse
organisatie der S.O.E. (Special Operations
Executive) in 1940 uit de grond gestampt
moest worden en dat het toen uitermate
moeilijk was, een bezetting van de secties
voor de vele landen, waar gewerkt moest
worden, te creëren, die zowel deskundig
was op het gebied van het te verrichten
werk als op dat van de bijzondere omstan
digheden van elk land. Ongetwijfeld zijn er
ook toevallige omstandigheden geweest,
die er toe geleid hebben, dat de cata
strophe in Nederland een omvang heeft
aangenomen als nergens elders in West-
Europa. Dit neemt naar het oordeel van de
commissie echter niet weg, dat een aantal
der gemaakte tekortkomingen niet gekwali
ficeerd kan worden als „errors in judgment"
(„vergissingen in de beoordeling"), zoals de
Britse regering dit noemt, doch als fouten en
in sommige gevallen zelfs als ernstige fou
ten, waarbij de commissie intussen elke ge
dachte aan opzet of kwade trouw uit
schakelt.
Op 1 April 1944 dankten de Duitsers
voor de „succesvolle medewerking"
Een van de belangrijkste ongunstige factoren ten tijde van het
England-Spiel, waarvoor de verantwoordelijkheid mede voor rekening
van de Nederlandse regering komt, is, dat er in de tijd, waarin het
England-Spiel werd gespeeld, nagenoeg geen inlichtingen-agenten
meer in Nederland waren.
Het beleid, dat de Nederlandse regering tot aan November 1942
te dien opzichte heeft gevoerd, was zodanig, dat er van Mei 1942 tot
November van dat jaar in feite geen Nederlandse inlichtingendienst
meer functionneerde en dat deze van Juli 1940 tot Mei 1942 slecht
had gefunctionneerd, waardoor de zaak in Mei 1942 geheel vastliep.
De Nederlandse regering is vóór Mei 1940 in gebreke gebleven, ook maar
enige voorbereiding op dit gebied te treffen voor het geval zij genoodzaakt
zou zijn, naar een ander land uit te wijken. Tengevolge van dit gehele
beleid was het eerst in het voorjaar van 1943, toen het Bureau Inlichtingen
zijn activiteit kon beginnen te ontplooien, mogelijk weer op behoorlijke wijze
met het inlichtingenwerk een aanvang te maken. Via dit bureau bereikten
dan ook sinds Mei 1943 Londen berichten, welke het duidelijk maakten," dat
er iets niet in orde was met de verbindingen van S.O.E. Indien de Neder
landse inlichtingendienst gedurende de periode van het England-Spiel be
hoorlijk had gefunctionneerd, hadden zulke waarschuwingen Londen zeker
eerder bereikt.
spel, dat werd gespeeld door de Duit
se Abwehr als „Fall Nordpol". De
technische uitvoering van het sein-
spel berustte by de peilgroep van de
Ordnungspolizei. De verschillende
Duitse instanties hebben in dit alles
zo goed samengewerkt, dat het Eng-
landspiel voor hen een succes is ge
worden. Echter hebben de Duitsers het
hoofddoel niet bereikt, dat zij met dit
spel voorhadden. Het hoofddoel was
namelijk de beantwoording van de
vraag: „Wat zijn de militaire plannen
van de geallieerden ten aanzien van
de invasie in West-Europa en met na
me in Nederland?"
Voordat het Engeland-Spiel begon,
hadden de Duitsers reeds een aantal
uit Engeland overgekomen agenten
gearresteerd. Onder hen bevond zich
Van der Reyden, die op 13 Februari
1942 gevangen werd genomen. Van
hem hebben de Duitsers veel inlich
tingen gekregen over het codesysteem
der Engelsen.
Hoewel de houding van Van der
Reyden niet de beslissende factor is
geweest, die het Engeland-Spiel moge
lijk heeft gemaakt, heeft zijn arresta
tie er wel toe meegewerkt, dat de
Duitsers het spel met succes hebben
kunnen opzetten.
Verder is voor het England-Spiel
van groot belang geweest de arrestatie
op 6 Maart 1942 van de op 7 Novem
ber 1941 neergelaten agent Lauwers.
Het was niet in strijd met zijn in Lon
den ontvangen instructies, dat hij bij
zijn arrestatie zijn code aan de Duit
sers af gaf en zich berejjl verklaarde,
Deskundigheid
was er niet
Ook dient, naar het oordeel, der
Enquêtecommissie, de Nederlandse re
gering veranfwoordelijk te worden ge
steld voor het aanwijzen van kolonel
De Bruyne tot hoofd van het B.V.T.
(Bureau Voorbereiding Terugkeer),
welk büreau de samenwerking met
S.O-E. toebedeeld kreeg. De heer De
Bruvne was, gezien zijn gemis aan
ervaring op dit gebied, niet de eerst
aangewezen man voor deze taak.
Bovendien heeft de regering en met
name minister Furstner de heer De
Bruyne niet voldoende gesteund
zijn streven om medezeggenschap te
krijgen in de verbindings- en trans
portdienst, nog geheel afgezien van de
vraag, of dit zou zijn gelukt, indien
de Nederlandse regering deze aange
legenheid met klem aan de Engelse
regering had voorgelegd.
Hierbij komt, dat de heer De Bruyne
voor het uitvoerende werk een offi
cier, de heer Lieftmck, had aangewe
zen, die naar de indruk der commis
sie de deskundigheid miste, welke voor
dit werk nodig was.
Hoofddoel mislukt
Beslissende voorwaarde voor
England-Spiel, zoals het door de Duit
sers werd „gespeeld", was het 6ein-
voor de Duitsers te gaan seinen,
overeenstemming echter rnet zijn
structies gaf hy zijn security check
niet af.
Maart '42: het begin
Op 12 Maart 1942 vond de eerste
uitzending van Lauwers onder Duitse
controle plaats, waarmede het Eng-
land-Spiel een aanvang nam. Het sei
nen over de verbinding van Lauwers
werd midden October 1942 door een
marconist van de Ordnangspolizei
overgenomen, zonder dat dit enige
invloed, in voor de Duitsers ongunstige
zin, op de loop van het seinspel had.
In de nacht van 27/23 Maart 1942
werd als eerste de agent Baatsen
middellijk bij de dropping gevangen
genomen. Daarna volgden de neer
latingen van enkele agenten buiten
het England-piel. Doch dank zij het
England-Spiel waren na 9 Mei '42 alle
in Nederland verblijvende agenten
van S.O-E. in Duitse handen, behalve
Dessing, die geen enkel contact met
de gearresteerde agenten had gehad
en niet over eep zend verbinding met
Engeland beschikte. Een der ^arres
teerden, Andringa. heeft toen tegen
de Duitsers gezegd, bereid te zijn Des
sing onder Duitse controle in een café
te ontmoeten. Daar heeft hy Dessing
terloops kunnen waarschuwen. In de
eerstkomende weken zijn daarop nog
vijf agenten neergelaten, die terstond
zyn gearresteerd.
Een hunner bracht een opdracht
mee om de zender Kootwijk te ver
nielen. De Duitsers ensceneerden een
aanval op de zender, zonden een ver
slag over de zgn mislukte operatie
naar Engeland en publiceerden een
dienovereenkomstig verhaal in de
persOok hebben de Duitsers eens
in de Maas te Rotterdam een schip in
de lucht laten vliegen ten aanschouwe
van het publiek, welk feit via het ra-
dioseinspel als sabotagedaad naar En
geland werd doorgeseind.
Plan-Holland
In Juni 1942 werden uitgezonden de
agent Jambroes met de marconist Buk-
kens. Zij moesten een organisatie op
bouwen en het zgn. plan-Holland ten
uitvoer leggen. De strekking van het
plan was het organiseren van een ver
zetsbeweging met inschakeling van de
O.D. Het zwakke punt was, dat heel
de uitvoering werd gelegd in Duitse
handen, waarna de Duitsers op papier
een organisatie-Jambroes gingen op
zetten
In September 1942 werd Jongelie
geparachuteerd, wiens houding
dien aard was, dat de Duitsers niets
uit hem konden krijgen. Zij hebben
hem toen in het seinspel zogenaamd
aan een hersenschudding laten over
lijden. In het kader van de Jambroes-
organisatie werden 37 agenten gepa
rachuteerd, die allen onmiddellijk in
vijandelijke handen terechtkwamen.
Onderwijl begon men van Engeland
uit over de zendlijn van Jambroes
aan te dringen op diens terugkeer.
Maar telkens lieten de Duitsers voor
wendsels overseinen, waarom hij nog
niet kwam. Tenslotte lieten zy seinen,
dat Jambroes bij een poging om Er
land te bereiken, was verongeli
Ook met anderen handelden zij zo
Om tenslotte gehoor te geven aan
de aandrang uit Londen, iemand ver
slag van de werkzaamheden in Neder
land te doen uitorengen, zonden de
Duitsers Knoppers. Knoppers was een
illegale werker en hy was te goeder
trouw; hij werd door de Duitsers be
naderd door middel van de penetra
tie-agent Ridderhof. Knoppers kwam
inderdaad in Engeland aan, maar bleek
niet veel te kunnen vertellen. Hoewel
overwogen is. hem naar Nederland
terug te zenden om opnieuw contact
op te nemen met de illegale organisa
ties aldaar hij is zelfs met een
vliegtuig boven Nederland geweest,
doch moest wegens weersomstandig
heden terugkeren is de uitzending
Knoppers toch niet doorgegaan,
nadat de Engelsen gemerkt hadden,
dat hij via een gepenetreerde verbin
ding in Engeland was gekomen.
Vierde rapport
ZO is dan nu het vierde rapport ge
publiceerd van de Parlementaire
Enquêtecommissie. Het behandelt da
geheime diensten in Londen en de
verbindingen met het bezette vader
land. Het wijdt hoe kan het an
ders? zeer in het byzonder aan
dacht aan het beruchte England-SpieL
Dit vierde rapport der Enquête-
immissie is stellig het rapport, waar-
lar met de grootste spanning is uit
gezien. De kwesties, welke in dit deel
behandeld moesten worden, spraken
het me^st tot de verbeelding. Het
m ook kwesties, waarby de levens
velen onzer dapperste mannen en
jongens betrokken waren. Er was
over al deze aangelegenheden reeds
heel veel gepubliceerd. Maar hoe
meer publicaties, hoe groter de on
zekerheid scheen te worden. Vandaar,
dat de schaarse berichten over de
vorderingen der Enquêtecommissie vol
aandacht werden gespeld en gelezen.
Tot welke conclusie zou zij komen?
Het rapport is er nu. Het is er ge
komen, na maanden, ja na jaren ,van
zeer zware en zeer ingespannen ar
beid. Het is er gekomen als vrucht
van grote doorzettingskracht en als
blijk van byzonder prestatievermogen
bij allen, die aan zijn samenstelling
een werkzaam aandeel hebben gehad.
Het rapport is er nu en het spreekt
zijn woord. Naar onze overtuiging is
dit woord er een van gezag. Er is
over de onderwerpen welke de En
quêtecommissie ditmaal had te be
studeren. veel gezegd en veel geschre
ven. Men heeft met name over het
England-Spiel verschillende theorieën
ontworpen. Daar scheen aafnleiding
toe. De zaak scheen dermate onwaar
schijnlijk, dat het wel begrijpelijk
was, wanneer sommigen de mogelijk
heid van verraad in hun beschouwin
gen betrokken. De Enquêtecommissie
heeft geen enkele theorie, welke haar
onder ogen kwam, zonder meer opzij
gelegd. Zy is er op in gegaan, doch het
moest voor haar steeds duidelijker
komen vast te staan, dat al die theo
rieën onvoldoende waren gefundeerd
en dat tenslotte als enige mogelijkheid
overbleef: Dat het England-Spiel mo
gelijk was, is alleen en uitsluitend te
verklaren door een reeks, te Londen
gemaakte, zeer ernstige fouten.
„So long 1"
Eindelijk, in het najaar van 1943,
was het Engelandspiel van weinig be
tekenis meer voor de Duitsers. In En
geland had men omstreeks Mei
dat jaar argwaan gekregen, al werd
tot 1 April 1944 over bepaalde lijnen
nog een weinig betekenend verkeer
onderhouden. Op 1 April 1944 zonden
de Duitsers een laatste telegram naar
Londen, waarin dank werd gebracht
voor de „long and successful! coopera
tion". Het telegram eindigde met: „So
long"
Een van de oorzaken, dat het Eng-
landspiel ten einde liep, was een
arschuwing, die Engeland op 23
Juni 1943 had bereikt, hoewel reeds
eerder een gevoel van onbehagen be
stond. Deze waarschuwing was af
komstig van Dourlein en Boogaert uit
de gevangenis te Haaren. Dourlein is
toen eind Augustus 1943 uit deze ge
vangenis ontvlucht, maar de Duitsers
hebben hem in een telegram aan
Engeland pogep voor te stellen als een
agent, die naar de Duitsers was over
gelopen. Dourlein is (met Ubbink)
naar Spanje gereisd, waar hy een
rapport heeft opgemaakt. In Engeland
heeft hij samen met Ubbink geruime
tijd in de gevangenis gezeten en eerst
ia de invasie werd hij vrijgelaten
Dourlein werd teruggesteld naar zyn
oorspronkelijke rang van korporaal
konstabel. Geen wonder, dat de En-
Vervolg op volgende pagina).
rT deze conclusie, die een heel
pijnlijke conclusie is, is de En
quêtecommissie gekomen na uiterst
diepgaande onderzoekingen. Wij we
ten niet, of voor een ieder hiermede
het laatste woord is gesproken. Mis
schien zullen er nog wel publicaties
verschijnen, waarin toch nog andere
theorieën worden opgeworpen. Wat
betreft, heeft de commissie het
laatste en in elk geval het beslissen
de gezegd, dat er gezegd kon worden.
Voor onszelf is er de povere vol
doening by, dat de conclusies, waar
toe de Enquêtecommissie na haar door
wrochte bestudering gekomen is. in
grote trekken corresponderen met de
beschouwingen, welke ons blad in de
loop dezer laatste jaren over deze in
gewikkelde materie heeft geleverd.
Wij hebben het onze plicht geacht,
aan het England-Spiel, dat zozeer de
volksziel moest beroeren, ruime be
langstelling te geven- Ons blad deed
dat door enkele series artikelen. Uit
diezelfde overweging wenst ons blad
in zyn nummer van vandaag aan deze
en andere aangelegenheden ruime
plaats te schenken. Wy hopen, dat bij
het lezen van dit uittreksel uit het
rapport der Enquêtecommissie de ge
dachten van velen vol eerbied en wee
moed zullen uitgaan naar al diegenen,
die bereid waren, voor de zaak van
het vaderland hun leven op het spel
te zetten, en die hun leven inderdaad
onder wel uitermate moeilijke omstan
digheden hebben moeten geven. Hun
nagedachtenis blyve onder ons in
grote ere.
J*^E indruk, welke dit vierde rapport
■L/ bij het lezen maken moet, is. hoe
zeer dieper getint, toch geen andere
dan die welke de drie reeds versche
nen rapporten poesten maken.
Het is de inuruk van menselijke
zwakheid, van onvoorbereidheid op
de geweldige problemen waarin men
door het oorlogsgeweld werd geslin
gerd, van onderling geharrewar in de
kleine Londense gemeenschap, en van
een gebrek aan ervaring en inzicht,
dat zich ditmaal wel byzonder scherp
en hard moest wreken.
Het zyn geen gulden bladzijden,
welke dit vierde rapport hierover aan
ons voorlegt. Er is hier inderdaad
alleen maar aanleiding tot schaamte.
Zouden wy allen echter, voor zover
wy in die tijd niet in Londen waren,
het misschien anders en beter hebben
(Vervolg -p pagina D)