Enquêtecommissie deed verslag England-Spiel was mogelijk Met verhoren waren twee jaren gemoeid door reeks van rampzalige fouten Ontbreken van voorbereidingen wreekte zich ook hier op geduchte wijze NIEUWE LEIDSCHE COURANT PAGINA A ZATERDAG 15 JULI 1950 het was wel een uitermate korte opdracht die de enquê tecommissie in punt f van het enquêtebesluit kreeg. Heel simpel stond daar, dat een onderzoek ingesteld moest worden naar „de verbindingen met het bezette Nederlandse gebied, in het bijzonder de militaire en civiele inlichtin gendiensten". De vervulling van deze opdracht heeft de commissie voor een zeer omvangrijke taak gesteld. Twee jaar had men nodig om alle verhoren af te nemen, zowel hier te lande als in Engeland en Duitsland. En toen kwam de niet minder moeilijke taak om uit al de verhoren en de talrijke intens met elkaar verweven problemen een dusdanig overzicht samen te stellen, dat het mogelijk was in alle bijzonder heden door te dringen. eerste oorlogsjaren hebben moeten aan vangen en de schier onoverkomelijke moeilijkheden, die zy hadden te overwin- len. De taak, die zy hadden te volvoe- en, het steunen en bevorderen van het •erzet in de bezette gebieden, was onder de toenmaals heersende omstandigheden en met de bijzondere middelen, die aan gewend moesten worden, een geheel nieuwe, waarbij weinig geput kon wor den uit de ervaringen van het verleden. Verklaring van het England-Spiel De gevolgde werkwijze was, zo zegt de commissie in haar inlei ding, niet in de laatste plaats noodzakelijk, omdat het mede tot de taak van de commissie behoorde om in dit verband, zo enigszins mogelijk, een afdoende verklaring te geven van het zg. England-Spiel. Daarvoor moesten verschillende in de loop der jaren geopperde theo rieën onderzocht en getoetst wor den en alle tijdens het onderzoek zich opdoende mogelijkheden nauwkeurig worden bezien. Voorts dienden de organisatie en de werkwijze van de betrokken ge heime diensten met de uiterste zorgvuldigheid bestudeerd te wor den en vergeleken met de organi satie en de werkwijze van de ver wante diensten. Dit onderzoek heeft er toe geleid, dat de commissie inderdaad een afdoende verklaring heeft kunnen geven voor het feit, dat een England-Spiel mogelijk is geweest. Met betrekking tot de oorzaken van het England-Spiel is de commissie al dus tot een oordeel gekomen, waarbij de vele, vaak louter aan de fantasie van de auteurs er van ontsproten, speculatieve theorieën, die meestal uitgingen van de gedachte aan ver raad of andere onoirbare bedoelingen, hetzij bij de Engelse hetzij by de Ne derlandse autoriteiten, worden afge wezen. Het verheugt de commissie, dat zy tot deze conclusie is kunnen komen, niet het minst, omdat zy de vele publicaties op dit gebied met sty- gende zorg zag verschijnen. Vaak op weinig of niets gebaseerd en desniet temin dikwyis de ergste beschuldigin gen inhoudend, dreigden deze publica ties het vertrouwen In de Nederland se en de Engelse overheid op ernstige wyze te ondermijnen en de opvatting gemeengoed te maken, dat ii log by het werk der geheime dien sten alleen de laagste menselijke in stincten, ook bij de overheid, de door slag geven. De commissie hoopt dan ook, dat het resultaat van haar onder zoek er toe zal bydragen, dat aan deze uitwassen der publiciteit, die wellicht ten dele ook op rekening va oorlogse ontwrichting gesteld kunnen worden, thans een einde zal komen. Einstige fouten Met het voorgaande wil niet gezegd zijn, dat de commissie met betrekking tot het verloop van zaken bij het land-Spiel geen critiek heeft. Integenj deel, zy heeft uitvoerig aangetoond, dat zowel bij de Nederlandse dienst (het Bu reau Voorbereiding Terugkeer, later vervangen door het bureau Militaire Voorbereiding Terugkeer) als by de En gelse dienst (S.O.E.) ernstige fouten zyn gemaakt. Ook het beleid van de Ne derlandse Regering op dit punt ontkomt niet aan haar critiek. Doch het maken van fouten ligt op een ander niveau dan het handelen met een misdadige opzet. In het bijzonder met betrekking tot de nagedachtenis van de gevallenen hun nagelaten betrekkingen maakt het een of het ander een groot verschil. De slachtoffers keren niet weer tot het le ven terug, maar de gedachten over hel offer van hun leven, dat zy voor het va derland gebracht hebben, kunnen eer andere en gezuiverde wending nemen Temeer geldt dit, daar het onderzoek van de commissie mede heeft uitgewe zen, dat de gemaakte fouten, hoe erns tig deze ook mogen zijn, voor een deel haar oorzaak hebben gevonden in de bijzondere omstandigheden, waaronder de diensten, die belast waren met de uit zending der agenten, hun werk in de Britse medewerking In de zomer van 1949, toen enige leden ;r commissie voor het horen van een aantal Nederlandse, in Engeland woon achtige, getuigen te Londen vertoefden, op initiatief van de Britse ambas sadeur te 's-Gravenhage contact tot stand gekomen tussen de voorzitter van de commissie, mr. L. A. Donker, en het Foreign Office. Dit contact heeft er toe geleid, dat de Britse Regering in de overweging, dat- het wenselijk was, dat over de oorzaken van de débacle van 19421943 zoveel mogelgk licht ver schaft zou worden er in toestemde, dat de voorzitter van de commissie be sprekingen zou hebben met een aantal gewezen officieren van de Britse gehei me diensten S.O.E. en S.I.S., die in d« oorlogsjaren bemoeienis hadden gehad met de verbindingen met het bezette Ne derlandse gebied. Deze besprekingen van de voorzitter der commissie hebben begin October 1949 te Londen plaats gehad. Alle pecten van de déb&cle hebben de re gepasseerd; alle mogelijkheden zijn diep gaand besproken. Van Engelse zijde is dit met grote openhartigheid geschied; geen enkele vraag is ontweken. De besprekingen, waaruit een aantal door de voorzitter en de Britse Rei ring belangryk geoordeelde punten door de Britse Regering in een „statement" werden vastgelegd, hadden plaats na dat de commissie de meeste verhoren reeds beëindigd had. De gedachtenwis- seling met de Engelse autoriteiten bleek, zeer tot biydschap der commissie, haar aanvahkelijk oordeel in hoofdzaak te bevestigen, r Geen kwade tiouw Het enige belangrijke verschil in in zicht, dat is overgebleven, aldus de com missie, is hierin gelegen, dat in het sta tement van de Britse Regering de te kortkomingen aan Engelse zyde worden gekwalificeerd als „errors in judgment", (verkeerde beoordeling), terwijl de com missie van oordeel is, dat deze tekort komingen als fouten, in sommige geval len zelfs als ernstige fouten, moeten worden aangemerkt, waarby te allen overvloede nog eens gezegd elke gedachte aan opzet of kwade trouw moet worden uitgeschakeld. Geiyk hiervoor reeds werd opgemerkt, is door de commissie ook het aandeel van de Nederlandse dienst, het B.V.T. en later het bureau M.V.T., in de dé bacle van het England-Spiel onderzocht. Hoewel de Nederlandse dienst in sterke mate afhankelijk was van de Engelse, hetgeen zijn verantwoordeiykheid dezen ongetwijfeld vermindert, moesten echter ook vele tekortkomingen deze bureaux worden vastgesteld. Van opzet of kwade trouw is intussen ook aan Nederlandse zyde in geen enkel op zicht sprake. Ingevolge haar opdracht moest de commissie het gehele vraagstuk verbindingen met het be ?tte Neder-' landse gebied behandelen. De verbindingen met Nederland den onder de gegeven omstandigheden een vraagstuk van uitzonderlijk belang. Daardoor hadden de organisatie algemene beleid der geheime diensten in sterkere mate dan onder normale om standigheden onderdeel van het Rege ringsbeleid moeten uitmaken, hetgeen stellig, zonder de eisen van veiligheid ook maar enigszins uit het oog te liezen, mogeiyk was geweest. Een grote verantwoordeiykheid drukt in dezen dan ook op het Kabinet en vooral op de Mi nisters, die meer in het byzonder met de zorg voor de geheime diensten belast Het behoeft daarom niet te ver wonderen, dat de commissie tot de conclusie is gekomen, dat het be leid der Nederlandse Regering op het gehele terrein der geheime diensten te Londen in de eerste jaren van de oorlog veel te wensen heeft overgelaten. Waarom publicatie Een moeilijkheid, waai-voor de com- issie zich voorts nog gesteld zag, is de volgende. In de verhoren, en dienten gevolge ook in haar verslag, is uiteraard veel te lezen over de organisatie en werkwyze der geheime diensten, alsme- over de door deze gevolgde metho en gebezigde middelen. De commis- heeft de vraag overwogen, of dit alles gepubliceerd kon worden zonder daarby schade te doen aan dit werk in de toekomst. Over deze vraag heeft zy deskundigen geraadpleegd Mede op grond van de aldus verkregen adviezen is zij tot de slotsom gekomen, dat de pu blicatie zonder schade kan geschieden. In de eerste plaats, omdat de gevolgde werkwijze en de gebruikte middelen niet alleen by de geallieerden bekend waren, doch over het algemeen ook by de vijand, ;ijnerzijds met zijn geheime dien sten op ongeveer dezelfde wyze werkte.' Voorts moet men in ogenschouw nemen, ?en nieuwe oorlog weer onder ge heel andere omstandigheden en met ge heel andere middelen gevoerd zal wor den dan de vorige. De ontwikkeling der dingen en vooral die van de techniek staat ook op dit gebied geen ogenblik stil. Het zyn deze overwegingen geweest die de commissie tot het besluit hebben geleid om al het door haar verzamelde materiaal te publiceren. Voorzover op een enkel onderdeel daarin misschien nog een zekere onthulling mocht zijn gelegen, moest dit nadeel worden afge wogen tegen het door de commissie als een van de allereerste orde aangevoeld belang, dat het Nederlandse volk, dat al zo lang verefhtrust is door allerlei on verantwoorde publicaties over de ge heime dienstén te Londen, de overtui ging zou krijgen, dat de parlementaire enquêtecommissie het, zonder iets ach ter te houden, deelgenoot heeft willen maken van haar bevindingen. In verband hiermede moet de com missie echter wel het volgende opmer ken. Zy heeft, zoals gezegd, zeer veel getuigen gehoord. Daaronder zyn er ook die een eigen visie op verschillende pro blemen hadden of die mededelingen heb ben gedaan, welker juistheid naar de mening van de commissie niet is komen vast te staan. Het is uiteraard zeer ge makkelijk om, alleen uitgaande van zul ke verklaringen, tot andere conclusies te komen dan de commissie. De waarde van de arbeid van de commissie is naar haar mening evenwel hierin gelegen, dat zy by elk vraagpunt nauwkeurig alle daarop,betrekking hebbende getuigen verklaringen tegen elkaar heeft afge wogen en in onderling verband heeft be schouwd. Mede door de veelheid der verklaringen was het op deze manier mogeiyk tot verantwoorde conclusies te komen. De commissie meent derhalve met nadruk te moeten waarschuwen tegen een gebruik van het geproduceer de materiaal, waarby het speculatieve element weer op de voorgrond zou wor den gebracht. Daarmede kan haars In ziens het algemeen belang slechfs ge schaad worden. Agenten, wapens of munitie droppen was niet zo eenvoudig. Men moest een wat vlak terrein hebben voor de droppings en bovendien de mogelijkheid om de dropping al te wachten en zo mogelijk een en ander voorlopig te bergen Op onze foto had men vlak naast hel droppingterrein een prachtige onder grondse schuilplaats Bij het uitzenden van agenten naar Ne derland ten dienste van de sabotage en ter stimulering van het verzet is een aantal fouten gemaakt. Dit is wel de beslissende conclusie, waartoe de Parlementaire En quêtecommissie gekomen is bij haar bestu dering van het England-Spiel. Aan die fou ten is het feit niet vreemd, dat de Engelse organisatie der S.O.E. (Special Operations Executive) in 1940 uit de grond gestampt moest worden en dat het toen uitermate moeilijk was, een bezetting van de secties voor de vele landen, waar gewerkt moest worden, te creëren, die zowel deskundig was op het gebied van het te verrichten werk als op dat van de bijzondere omstan digheden van elk land. Ongetwijfeld zijn er ook toevallige omstandigheden geweest, die er toe geleid hebben, dat de cata strophe in Nederland een omvang heeft aangenomen als nergens elders in West- Europa. Dit neemt naar het oordeel van de commissie echter niet weg, dat een aantal der gemaakte tekortkomingen niet gekwali ficeerd kan worden als „errors in judgment" („vergissingen in de beoordeling"), zoals de Britse regering dit noemt, doch als fouten en in sommige gevallen zelfs als ernstige fou ten, waarbij de commissie intussen elke ge dachte aan opzet of kwade trouw uit schakelt. Op 1 April 1944 dankten de Duitsers voor de „succesvolle medewerking" Een van de belangrijkste ongunstige factoren ten tijde van het England-Spiel, waarvoor de verantwoordelijkheid mede voor rekening van de Nederlandse regering komt, is, dat er in de tijd, waarin het England-Spiel werd gespeeld, nagenoeg geen inlichtingen-agenten meer in Nederland waren. Het beleid, dat de Nederlandse regering tot aan November 1942 te dien opzichte heeft gevoerd, was zodanig, dat er van Mei 1942 tot November van dat jaar in feite geen Nederlandse inlichtingendienst meer functionneerde en dat deze van Juli 1940 tot Mei 1942 slecht had gefunctionneerd, waardoor de zaak in Mei 1942 geheel vastliep. De Nederlandse regering is vóór Mei 1940 in gebreke gebleven, ook maar enige voorbereiding op dit gebied te treffen voor het geval zij genoodzaakt zou zijn, naar een ander land uit te wijken. Tengevolge van dit gehele beleid was het eerst in het voorjaar van 1943, toen het Bureau Inlichtingen zijn activiteit kon beginnen te ontplooien, mogelijk weer op behoorlijke wijze met het inlichtingenwerk een aanvang te maken. Via dit bureau bereikten dan ook sinds Mei 1943 Londen berichten, welke het duidelijk maakten," dat er iets niet in orde was met de verbindingen van S.O.E. Indien de Neder landse inlichtingendienst gedurende de periode van het England-Spiel be hoorlijk had gefunctionneerd, hadden zulke waarschuwingen Londen zeker eerder bereikt. spel, dat werd gespeeld door de Duit se Abwehr als „Fall Nordpol". De technische uitvoering van het sein- spel berustte by de peilgroep van de Ordnungspolizei. De verschillende Duitse instanties hebben in dit alles zo goed samengewerkt, dat het Eng- landspiel voor hen een succes is ge worden. Echter hebben de Duitsers het hoofddoel niet bereikt, dat zij met dit spel voorhadden. Het hoofddoel was namelijk de beantwoording van de vraag: „Wat zijn de militaire plannen van de geallieerden ten aanzien van de invasie in West-Europa en met na me in Nederland?" Voordat het Engeland-Spiel begon, hadden de Duitsers reeds een aantal uit Engeland overgekomen agenten gearresteerd. Onder hen bevond zich Van der Reyden, die op 13 Februari 1942 gevangen werd genomen. Van hem hebben de Duitsers veel inlich tingen gekregen over het codesysteem der Engelsen. Hoewel de houding van Van der Reyden niet de beslissende factor is geweest, die het Engeland-Spiel moge lijk heeft gemaakt, heeft zijn arresta tie er wel toe meegewerkt, dat de Duitsers het spel met succes hebben kunnen opzetten. Verder is voor het England-Spiel van groot belang geweest de arrestatie op 6 Maart 1942 van de op 7 Novem ber 1941 neergelaten agent Lauwers. Het was niet in strijd met zijn in Lon den ontvangen instructies, dat hij bij zijn arrestatie zijn code aan de Duit sers af gaf en zich berejjl verklaarde, Deskundigheid was er niet Ook dient, naar het oordeel, der Enquêtecommissie, de Nederlandse re gering veranfwoordelijk te worden ge steld voor het aanwijzen van kolonel De Bruyne tot hoofd van het B.V.T. (Bureau Voorbereiding Terugkeer), welk büreau de samenwerking met S.O-E. toebedeeld kreeg. De heer De Bruvne was, gezien zijn gemis aan ervaring op dit gebied, niet de eerst aangewezen man voor deze taak. Bovendien heeft de regering en met name minister Furstner de heer De Bruyne niet voldoende gesteund zijn streven om medezeggenschap te krijgen in de verbindings- en trans portdienst, nog geheel afgezien van de vraag, of dit zou zijn gelukt, indien de Nederlandse regering deze aange legenheid met klem aan de Engelse regering had voorgelegd. Hierbij komt, dat de heer De Bruyne voor het uitvoerende werk een offi cier, de heer Lieftmck, had aangewe zen, die naar de indruk der commis sie de deskundigheid miste, welke voor dit werk nodig was. Hoofddoel mislukt Beslissende voorwaarde voor England-Spiel, zoals het door de Duit sers werd „gespeeld", was het 6ein- voor de Duitsers te gaan seinen, overeenstemming echter rnet zijn structies gaf hy zijn security check niet af. Maart '42: het begin Op 12 Maart 1942 vond de eerste uitzending van Lauwers onder Duitse controle plaats, waarmede het Eng- land-Spiel een aanvang nam. Het sei nen over de verbinding van Lauwers werd midden October 1942 door een marconist van de Ordnangspolizei overgenomen, zonder dat dit enige invloed, in voor de Duitsers ongunstige zin, op de loop van het seinspel had. In de nacht van 27/23 Maart 1942 werd als eerste de agent Baatsen middellijk bij de dropping gevangen genomen. Daarna volgden de neer latingen van enkele agenten buiten het England-piel. Doch dank zij het England-Spiel waren na 9 Mei '42 alle in Nederland verblijvende agenten van S.O-E. in Duitse handen, behalve Dessing, die geen enkel contact met de gearresteerde agenten had gehad en niet over eep zend verbinding met Engeland beschikte. Een der ^arres teerden, Andringa. heeft toen tegen de Duitsers gezegd, bereid te zijn Des sing onder Duitse controle in een café te ontmoeten. Daar heeft hy Dessing terloops kunnen waarschuwen. In de eerstkomende weken zijn daarop nog vijf agenten neergelaten, die terstond zyn gearresteerd. Een hunner bracht een opdracht mee om de zender Kootwijk te ver nielen. De Duitsers ensceneerden een aanval op de zender, zonden een ver slag over de zgn mislukte operatie naar Engeland en publiceerden een dienovereenkomstig verhaal in de persOok hebben de Duitsers eens in de Maas te Rotterdam een schip in de lucht laten vliegen ten aanschouwe van het publiek, welk feit via het ra- dioseinspel als sabotagedaad naar En geland werd doorgeseind. Plan-Holland In Juni 1942 werden uitgezonden de agent Jambroes met de marconist Buk- kens. Zij moesten een organisatie op bouwen en het zgn. plan-Holland ten uitvoer leggen. De strekking van het plan was het organiseren van een ver zetsbeweging met inschakeling van de O.D. Het zwakke punt was, dat heel de uitvoering werd gelegd in Duitse handen, waarna de Duitsers op papier een organisatie-Jambroes gingen op zetten In September 1942 werd Jongelie geparachuteerd, wiens houding dien aard was, dat de Duitsers niets uit hem konden krijgen. Zij hebben hem toen in het seinspel zogenaamd aan een hersenschudding laten over lijden. In het kader van de Jambroes- organisatie werden 37 agenten gepa rachuteerd, die allen onmiddellijk in vijandelijke handen terechtkwamen. Onderwijl begon men van Engeland uit over de zendlijn van Jambroes aan te dringen op diens terugkeer. Maar telkens lieten de Duitsers voor wendsels overseinen, waarom hij nog niet kwam. Tenslotte lieten zy seinen, dat Jambroes bij een poging om Er land te bereiken, was verongeli Ook met anderen handelden zij zo Om tenslotte gehoor te geven aan de aandrang uit Londen, iemand ver slag van de werkzaamheden in Neder land te doen uitorengen, zonden de Duitsers Knoppers. Knoppers was een illegale werker en hy was te goeder trouw; hij werd door de Duitsers be naderd door middel van de penetra tie-agent Ridderhof. Knoppers kwam inderdaad in Engeland aan, maar bleek niet veel te kunnen vertellen. Hoewel overwogen is. hem naar Nederland terug te zenden om opnieuw contact op te nemen met de illegale organisa ties aldaar hij is zelfs met een vliegtuig boven Nederland geweest, doch moest wegens weersomstandig heden terugkeren is de uitzending Knoppers toch niet doorgegaan, nadat de Engelsen gemerkt hadden, dat hij via een gepenetreerde verbin ding in Engeland was gekomen. Vierde rapport ZO is dan nu het vierde rapport ge publiceerd van de Parlementaire Enquêtecommissie. Het behandelt da geheime diensten in Londen en de verbindingen met het bezette vader land. Het wijdt hoe kan het an ders? zeer in het byzonder aan dacht aan het beruchte England-SpieL Dit vierde rapport der Enquête- immissie is stellig het rapport, waar- lar met de grootste spanning is uit gezien. De kwesties, welke in dit deel behandeld moesten worden, spraken het me^st tot de verbeelding. Het m ook kwesties, waarby de levens velen onzer dapperste mannen en jongens betrokken waren. Er was over al deze aangelegenheden reeds heel veel gepubliceerd. Maar hoe meer publicaties, hoe groter de on zekerheid scheen te worden. Vandaar, dat de schaarse berichten over de vorderingen der Enquêtecommissie vol aandacht werden gespeld en gelezen. Tot welke conclusie zou zij komen? Het rapport is er nu. Het is er ge komen, na maanden, ja na jaren ,van zeer zware en zeer ingespannen ar beid. Het is er gekomen als vrucht van grote doorzettingskracht en als blijk van byzonder prestatievermogen bij allen, die aan zijn samenstelling een werkzaam aandeel hebben gehad. Het rapport is er nu en het spreekt zijn woord. Naar onze overtuiging is dit woord er een van gezag. Er is over de onderwerpen welke de En quêtecommissie ditmaal had te be studeren. veel gezegd en veel geschre ven. Men heeft met name over het England-Spiel verschillende theorieën ontworpen. Daar scheen aafnleiding toe. De zaak scheen dermate onwaar schijnlijk, dat het wel begrijpelijk was, wanneer sommigen de mogelijk heid van verraad in hun beschouwin gen betrokken. De Enquêtecommissie heeft geen enkele theorie, welke haar onder ogen kwam, zonder meer opzij gelegd. Zy is er op in gegaan, doch het moest voor haar steeds duidelijker komen vast te staan, dat al die theo rieën onvoldoende waren gefundeerd en dat tenslotte als enige mogelijkheid overbleef: Dat het England-Spiel mo gelijk was, is alleen en uitsluitend te verklaren door een reeks, te Londen gemaakte, zeer ernstige fouten. „So long 1" Eindelijk, in het najaar van 1943, was het Engelandspiel van weinig be tekenis meer voor de Duitsers. In En geland had men omstreeks Mei dat jaar argwaan gekregen, al werd tot 1 April 1944 over bepaalde lijnen nog een weinig betekenend verkeer onderhouden. Op 1 April 1944 zonden de Duitsers een laatste telegram naar Londen, waarin dank werd gebracht voor de „long and successful! coopera tion". Het telegram eindigde met: „So long" Een van de oorzaken, dat het Eng- landspiel ten einde liep, was een arschuwing, die Engeland op 23 Juni 1943 had bereikt, hoewel reeds eerder een gevoel van onbehagen be stond. Deze waarschuwing was af komstig van Dourlein en Boogaert uit de gevangenis te Haaren. Dourlein is toen eind Augustus 1943 uit deze ge vangenis ontvlucht, maar de Duitsers hebben hem in een telegram aan Engeland pogep voor te stellen als een agent, die naar de Duitsers was over gelopen. Dourlein is (met Ubbink) naar Spanje gereisd, waar hy een rapport heeft opgemaakt. In Engeland heeft hij samen met Ubbink geruime tijd in de gevangenis gezeten en eerst ia de invasie werd hij vrijgelaten Dourlein werd teruggesteld naar zyn oorspronkelijke rang van korporaal konstabel. Geen wonder, dat de En- Vervolg op volgende pagina). rT deze conclusie, die een heel pijnlijke conclusie is, is de En quêtecommissie gekomen na uiterst diepgaande onderzoekingen. Wij we ten niet, of voor een ieder hiermede het laatste woord is gesproken. Mis schien zullen er nog wel publicaties verschijnen, waarin toch nog andere theorieën worden opgeworpen. Wat betreft, heeft de commissie het laatste en in elk geval het beslissen de gezegd, dat er gezegd kon worden. Voor onszelf is er de povere vol doening by, dat de conclusies, waar toe de Enquêtecommissie na haar door wrochte bestudering gekomen is. in grote trekken corresponderen met de beschouwingen, welke ons blad in de loop dezer laatste jaren over deze in gewikkelde materie heeft geleverd. Wij hebben het onze plicht geacht, aan het England-Spiel, dat zozeer de volksziel moest beroeren, ruime be langstelling te geven- Ons blad deed dat door enkele series artikelen. Uit diezelfde overweging wenst ons blad in zyn nummer van vandaag aan deze en andere aangelegenheden ruime plaats te schenken. Wy hopen, dat bij het lezen van dit uittreksel uit het rapport der Enquêtecommissie de ge dachten van velen vol eerbied en wee moed zullen uitgaan naar al diegenen, die bereid waren, voor de zaak van het vaderland hun leven op het spel te zetten, en die hun leven inderdaad onder wel uitermate moeilijke omstan digheden hebben moeten geven. Hun nagedachtenis blyve onder ons in grote ere. J*^E indruk, welke dit vierde rapport ■L/ bij het lezen maken moet, is. hoe zeer dieper getint, toch geen andere dan die welke de drie reeds versche nen rapporten poesten maken. Het is de inuruk van menselijke zwakheid, van onvoorbereidheid op de geweldige problemen waarin men door het oorlogsgeweld werd geslin gerd, van onderling geharrewar in de kleine Londense gemeenschap, en van een gebrek aan ervaring en inzicht, dat zich ditmaal wel byzonder scherp en hard moest wreken. Het zyn geen gulden bladzijden, welke dit vierde rapport hierover aan ons voorlegt. Er is hier inderdaad alleen maar aanleiding tot schaamte. Zouden wy allen echter, voor zover wy in die tijd niet in Londen waren, het misschien anders en beter hebben (Vervolg -p pagina D)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 7