Amphibische operatie
ondergang van een
Harde „strijd" op het strand
en tussen de duinen
eindigde met de
sterke bunker
HET
DORP BEESEL (Limburg)
millioenenstad Toronto
en de
3
ZATERDAG 15 JULI 1958
(Van onze speciale verslaggever)
O. was ik maar nooit verslaggever gewordenl Of eigenlijk, was ik maar
niet zo stoer geweest om hier in deze vooruitgeschoven positie te gaan
liggen. Zo even lag ik nog heerlijk-rustig weggescholen tussen de hoge
helm en andere duinbeplanting. En nu op eens die „artillerie beschie
ting"! Ja, ik weet het wel, de granaten, die om me heen ontploften, zijn
wel geen echte, maar in het zand ingegraven explosieven, die via een
draad en een zogenaamde „Hell-box" worden tot ontploffing ge
bracht door de „vijand". Maar goed, het dreunt en het knettert en het
kraakt om me heen alsof ik, en al de marifiiers, die om me heen liggen
om enkele bunkers, welke het doel zijn van de „vijandelijke aanval" te
verdedigen, onder zwaar artillerievuur liggen. Ik neem in gedachten
mijn petje (had ik maar een helm op) af voor de oorlogsverslaggevers,
die zich, net als ik nu, slechts gewapend met potlood, papier en foto
toestel in een écht gevecht begaven
En zo zitten we dan meteen In het
verhaal. Een uur voordat de „artilleri
me de stuipen op het lijf begon te jagen,
hadden we gezien hoe enkele rubber
boten met tot de tanden gewapende ma
riniers geluidloos naar de kust warer
gepeddeld. We voelden ons rustig achter
de hoge duinenrij. Hier en daar vloog
een verschrikte vogel plotseling angstig
omhoog als één van ons zich een beetje
onvoorzichtig bewoog, maar verder
er niets te beleven rond onze schuil
plaats. De oefening, die we zouden gaan
zien betrof een aanval van enkele gi
pen mariniers op een versterkt kustge-
deelte. Op het strand waren mijnvci
sperringen aangebracht. Lichte en iwaï
mitrailleurs om ons heen richtten zich
dreigend in de richting van de ze«
Op volle toeren
De rubberboten waren uitgezet door de
onderzeeboot O 21, die precies als dat
oorlogstijd gebeurt, zo dicht mogelijk
naar de kust was gevaren. We hadden
van dichtbij, aan boord van een landings
vaartuig kunnen zien, hoe spel dat
boord-zetten van die rubberboten in
werk ging en nu, nauwelijks op
schuilplaats aangekomen, zien we
rubberboten het strand naderen.
De mariniers in die rubberboten had
den tot taak een verkenning uit te
ren. Dat gebeurt normaal 's nachts,
dan kun je niets zien. en daar ging het
bij deze demonstratie nu eenmaal orr
hadden dus de opdracht om maar
te doen alsof we van die mannen uit de
rubberboten niets zagen.
Op honderd imeter afstand van de kust
houden de rubberboten stil. Iedere boot
ret één man over boord, die heel
richtig naar de kant zwemt. Daar
gekomen kruipt de verkenner op knieën
en ellebogen heel langzaam over het
strand goed er voor zorg dragend, dat hij
niet soms op een mijn zou stoten. Zo be
landt hij na lange tijd bij de duinen-rij
en vandaar geeft hij een teken naar 2"
rubberboot, dat het terrein veilig is.
boten varen nu tot op het strand en ei
later verspreiden ook de andere marin;
zich over het zand, dat nu terdege op
minering, grondsoort (voor een e
tuele landing met tanks!) enzovoorts
wordt onderzocht.
Het commando heeft in betrekke
lijk korte tijd zijn opdracht, die in
oorlogstijd natuurlijk levensgevaar
lijk is en die de grootste vakman
schap van de mannen eist, uitge
voerd. Snel trekken de mariniers
zioh nu tactisch terug naar de bo
ten en zo naar de wachtende onder
zeeboot, die dadelijk nadat de rub
berboten zijn binnengehaald, onder
duikt en wegvaart om de resultaten
van de „spionnage-aanval" thuis te
Dit soort commando-raids geschieden
dikwijls dagenlang vóór dat de eigen
lijke aanval wordt ingezet. Het hoofd
kwartier kan met de bevindingen van de
spionnen rekening houden. Vandaag gaat
het natuurlijk wat anders, nu het slechts
een demonstratie betreft. De rubberboten
zijn nog maar nauwelijks aan boord van
de O 21 gebracht of de commandant van
de landingsboten, die we reeds voor de
kust zien varen, krijgt opdracht tot de
aanval over te gaan! Die commandant is
de ltz. II H. Knaake. evenals al de ande
ren die vandaag aan de oefening mee-
^mmm
Grote wolken stof en steen en kruit
damp stijgen omhoog als de ..artillerie
beschieting" begint.
doen. heeft hij in Indië grote ervaring
opgedaan. Hij is de enige marine-officie'
die op Texel is gedetacheerd bij het Am-
phibisoh-oefenkamp van het Korps Ma-
Radiografisch krijgt hij de opdracht:
„Verlaat het rendez-vous gebied en ga
over tot de aanval". Het rendez-vous ge
bied is die strook voor de kust waar de
landingsboten zich in linie opstellen voor
ze op volle snelheid op de kunst aan-
Aanval
Dan zien we plotseling van uit onze
posit&e in de duinen, hoe de LCA's. zoals
de kleine landingsboten heten, in een
rechte lijn naast elkaar op het strand
aanvaren, een hoge golf voor zich uit-
jagend. Het is een prachtig gezicht, die
boten zo in rechte linie te zien varen,
maar in oorlogstijd moet het angstaan
jagend zijn.
En dan begint op eens het gedaver
dan is het pleit beslecht. Met een zware
explosie vliegt het betonnen gevaarte
de luoht in, de stukken steen springen
vlak over me heen en dioht naast slaat
m brok beton in de grond
Nu komen de vlammenwerpers in ac
tie. Lange vuurschichten dringen nu in
de openingen, die in de bunker geslagen
zijn: nu zal de vermeende vijand, die de
bunker had verdedigd, toch wel niet
gevaarlijk zijn. Nieuwsgierig ren
ik gebukt op de bunker af om te zien of
daar nu soms nog mariniers hadden ge
vochten. maar als ik door de gapende
bressen, die in de bunker geslagen zijn.
aar binnen kijk zie ik niemand. Alleen
at verschroeid duingras.... De stelling
genomen!
Geen begroting
Zo wordt er geoefend op Texel, waar
het Korps Mariniers op de plaats
vroeger het Marine vliegkamp
Mok" was, met eigen middelen uit het
puin een amphibsoh oefenkamp heeft
uit de grond gestampt. Dit kamp komt
eigenlijk op de begroting van de rege
ring niet voor. „Het enige, dat ik heb",
zo vertelde ons de commandant, lt. kol.
der Mariniers H. Lieftinck. „is toestem
ming om hier te zijn. Vorig jaar Maart
begonnen we met het gereedmaken van
het kamp. Oude stenen loodsen en man
schappenverblijven bleken tengevolge
van de oorlog, en meer nog tengevolge
van plundering van de bewoners van het
eiland, verwoest te zijn. Eerst hebben we
alles met zeildoek gedicht. Voor de vaste
bemanning (136 man) hebben we nu be
hoorlijk onderdak. Verder is er een ten
tenkamp waar de mannen die een trai
ning krijgen, kunnen slapen. De man
nen krijgen op dit eiland een nautische
en een amphibische training, iets, dat
wij in ons kamp te Doorn niet kunnen
geven. Vroeger was dit in Den Helder
en Rotterdam. Vooral die amphibische
opleiding is belangrijk, daar deze een
apart vak betreft. Vier weken duurt zo'n
opleiding. We hopen hier binnenkort ook
kikkermannen te kunnen opleiden. Het
kamp is geopend van April tot Novem
ber."
Tijdens een rondgang door het kamp,
waar de kapt. der Mariniers J. H. N. de
Graaff de leiding heeft, hebben we de
Mariniers bezig gezien met de meest uit
eenlopende wapenen en apparaten. We
hebben ze zien oefenen met de landings-
netten. via welke zij debarkeerden in
kleine landingsboten. we hebben ze zien
werken met rubberboten en noem maar
op.
Het Is een hardwerkend kamp, dat
daar, met geringe middelen op het Zui
den van het eiland Texel is opgericht.
Een kamp. dat een voorbeeld is voor
veel, dat er op militair gebied In ons
land werkzaam is...
DE AANVAL OP DE KUST
IS BEGONNEN.
In spanning wachten de mariniers
in de landingsboot, die op het
strand van Texel aanstormt, op de
dingen, die komen gaan. Hun hel
men zijn rood en groen en bla
en wit geverfd, al naar gelang t
hun functie.
TORONTOJUNGLE VAN STEEN
Toen begon hij ineens te
huilen
(Van een bijzondere medewerker)
Het vreemdste in Toronto waren de wolkenkrabbers. Het was niet zozeei
hun hoogte, de steil-opgaande, rechte, gladde wanden van steen, waar-
in de vensterogen in de schemer alle het doffe vlies van blinde staar
kregen, noch was het de grijze roetigheid van hun contouren, wanneer
diep beneden de nauwe straatgeulen (sommige anderhalf uur met de
tram, huisnummers boven de 3000 niets bijzonders) later op de avond
een gloeiend hete stroom van lichtreclames werden. Nee, het was de
eenzaamheid van deze wolkenkrabbers: verspreid neergeplant stonden
ze zo alleen in een,-metropool van normale, grauwe, vuile stadsgebou-
wen: hoge reuzen-monolieten. En zij waren hoger dan de kerktorens
in die metropool.
Ja, dat was de vreemste ervaring: deze
stenen kolossen waren hoger dan kerk
torens. De horizon van vele Amerikaans-
en Canadese steden wordt niet langer
geaccentueerd door de ranke spitsen
Het was in deze stomende jungle
steen, dat ik Frans Groothuis ontmoette.
Toen ik in Toronto zijn adres controleer
de, vertelde men mij, dat hij niet
bij zijn broer was. Hij had er op dokters
advies het farmen aan moeten geven;
was overigens van afkomst ook helemaal
geen boer. Op mijn vraag waar ik hem
vinden kon, haalde iedereen de schou
ders op: „Werk zoeken waarschijnlijk".
„Maar hij moet toch een adres heb-
Waarschijnlijk waar-ie 's avonds
hoed neerhangt.
Toevallig troffen we elkaar toch; ik
moest hem de groeten brengen var
verloofde in Nederland en we hebben
van de „scheepsartlllerle". zoals we
dat aan het begin van het verhaal
schreven. Overal om ons heen schie
ten vuurstralen omhoog, de explo
sies maken me doof. Ik zie de ma
riniers, die met hun wapens in aan
slag naast mü lagen, zich plotseling
terugtrekken van die plaatsen, waar
de meeste ontploffingen plaats vin
den. Deze nagebootste artillerie-aaii
val wordt wel zeer realistisch uit
gevoerd! De „inslaande granaten"
moeten ervoor zorgen, dat de aan
vallers geen verdedigers tegenover
zich zullen vinden als zü uit hun
landingsboten het strand opstormen.
Daar rennen reeds de eerste marinier
uit de boten. Ze zoeken dadelijk dex-
king als er geschoten wordt van achter
de duinen en met hun handmitrailleurs
1 zij in de richting van waaruit zij
werden bestookt. Het gehele strand is op-
bedekt met hollende mariniers, die
één doel hebben: zo snel mogelijk
de duinen binnen te dringen om daar de
grote bunker te veroveren.
mariniers naast mij moeten zich
der de hevige aanvallen al spoedig tei
trekken. Ik blijf maar liggen, misschien
wordt ik nu wel gevangen genomei
met mijn perspenning gewapend mag ik
dan wellicht mee oprukken naar de bun
ker. Ik voel me een beetje een verrader,
aar toch voel ik onwillekeurig meer
)or de aanvallers (invasiemannen!) dan
>or de verdedigers.
Er springt een marinier naast me in de
kuil. waarin ik me schuil hield. Het is
sergeant. Hij kijkt nauwelijks naar
die journalist, zo is hij verdiept in zijn
werk. Eerst kijkt hij landwaarts of hij
door kan trekken en dan wenkt hij naar
lannen die achter hem aankwamen.
Zo stormen zij voort in de richting van
de bunker en ik ga maar kruipend en
vallend en dekking zoekend achter hen
Er hangt een kruitdamp boven de dui-
;n, fosforgranaten ontploffen bij de
bunker, maar nog steeds houdt de ver
dediger stand. Dan komt de „besooka"-
ploeg in actie. Sergeant Tellinga geeft
bevel op de bunker te richten. En even
later knalt het eerste sohot. Uit de
meter-lange besóoka-buis schiet een gra
naat naar voren die rechtstreeks (je
kunt hem zien in de lucht) op de bun
ker afvliegt. Achter uit de buis van da
besooka schiet een bijna twintig meter
lange vuurstraal weg: de raket, die het
projectief voortbeweegt.
zeven schoten op de bunker en
Olgina was in de keuken en zette juist
de borden klaar voor het avondmaal,
ze haar vader hoorde binnenkomei
greep de tabaksdoos van de schou'
riep opgewekt: „Rook eerst nog
pijpje voor het eten, vader. Buurman Mo-
korsky heeft verse tabak voor
gebracht uit Moln. Hij zegt....
Ze zweeg plotseling, toen ze naast haar
vader de beide mannen zag, terwijl ach
ter hen de onbekende in de donkere
uniform binnentrad. Haar blik trof die
van haar vader, angstig, als om hulp
smekend. Een ogenblik bleef ze in de
deuropening staan, de ogen wijd openge
sperd in een plotselinge schrik. Toen ver
trok haar mond als in een geluidloz*
schreeuw en zakte het bloed weg uil
haar gezicht. Door z'n tranen heen zag
Sandor haar wankelen. Hij wilde haai
grijpen, maar voelde de boeien aan zijr
polsen rukken.
Toen stootte iemand de mannen bij de
deur opeen en sloeg zijn arm om de be
zwijmende vrouw. Het was Matias Mo-
korsky en zijn stem trilde vai
waardiging, toep hij vroeg: „Kan iemand
even een kroes water halen, of durven
jullie een geboeide oude man niet met
minder dan vier man te bewaken?"
De burgemeester ging gehoorzaam
naar de keuken en de militair wendde
zich nors tot de beide jongelieden:
„Maak de boeien los en laat hij zich aan
kleden."
Terwijl Sandor zijn Zondagse pak uit
de kast haalde en zich haastig begon te
'erkleden, trachtte Matias Mokorsky de
ichreiende Olgina moed in te spreken.
,Wij zullen alles doen om je vader spoe
dig vrij te krijgen. Vertrouw op mij," zei
hij. „En maak nu een pakje boterham-
nen klaar voor onderweg, want de reis
ïaar Boedapest is lang."
Toen Sandor werd weggeleid, stonden
iok Alexow Szerda en zijn dochters bij
dé deur om hem op de schouder te klop-
en te beloven, dat zij voor Olgina
en zorgen, zo lang hij weg was. Het
bericht van Sandor Tarassows arrestatie
was als een lopend vuurtje door het dorp
gegaan, maar voor een oproer behoefde
Ivor Bartok niet te vrezen. Want Mati
Mokorsky en Alexow Czerda waren
enigen ,die hun vriend tot de auto be
geleidden. die aan de grote weg wac
Verder bewogen alleen de gordijnen
het trieste groepje voorbij kwam en toen
Sandor met een stomme blik de post
bode groette, zag die hem niet
Toen Sandor de volgende dag in Boeda
pest moest worden verhoord, was
rustiger, dan hij zelf voor mogelijk had
In het volle bewustzijn van zijn
schuld, was hij er van overtuigd, dat
hem vrij zou laten, als hij had bew
dat hij nooit iets kwaads had gedaan.
Hij was met een aantal andere gevange
nen in een tauwe donkere cel opgesloten
en elke drie minuten werd een na
afgeroepen.
Sandor was een der laatsten, die v
de volksrechtbank moesten verschijr
Toen zijn naam werd afgeroepen, ble
nog slechts een vróuw en een jongen
een jaar of vijftien achter. Langs
smalle stenen trap werd Sandor n
boven gebracht. Hij moest achter 1
deur blijven wachten en plotseling w
de deur geopend en duwde men hem n
binnen.
Het scherpe zonlicht, dat door de hoge
ramen naar binnen scheen, verblindde
hem en hij hoorde een haastige st«
in een moeilijk te verstaan dialect ii
oplezen. Toen hij, met de ogen knippe
rend, kon onderscheiden waar hij was
zag hij een tafel voor zich, waarachtei
drie mannen zaten. De linkse hield juist
op met voorlezen en de middelste vroeg
Sandor, of hij de beschuldiging erkende.
„De officier, die mij haalde, zei, dat ik
spionnage had gepleegd, maar dat
vergissing zijn," antwoordde Sandor
haastig.
De man achter de tafel keek hem boos
„Wat die officier zei, kan me niets
ichelenC lk vraag, of je de beschuldiging
erkent, die zojuist is voorgelezen."
Sandor schrok op. „Ik heb het
verstaanhet was zo vlugik ben
maar een eenvoudige boer." stamelde hy.
De middelste man vloekte. „De be
schuldiging zegt, dat je regelmatig brie
ven heeft ontvangen op papier van
buitenlands staatsdepartement. Erken
Je dat?"
„Ja mijnheer, van mijn zoon uit Ame
rika."
En in de laatste brief stond, dat de
oogst daar de grootste was, die men in
twintig jaar had gehad. Die propaganda
heb jij verder verteld aan allerlei men-
in uit je dorp. Erken je dat?"
„Ja mijnheer, ik heb dat verteld
„Juist. En dat deed je, terwijl je wist,
it onze oogst dit jaar heel slecht was.
et verraad jegens de volksdemocratie
du9 bewezen. Ten slotte werd in de
brief gevraagd, hoe groot de tarweoogst
er was. Maar daarop heb je natuurlijk
et schriftelijk geantwoord, hé?"
Sandor schudde het hoofd. „Nee, ik heb
daar niet op geantwoord, omdat
.Juist. Je hebt er niet schriftelijk op
geantwoord. Je wist namelijk, dat je van
landverraad werd verdacht en dat je
brieven onder censuur stonden. Wij heb-
ien een brief van je burgemeester. Hij
:egt, dat jij hem hebt verteld, dat De
Barowska de brief had geopend. Erken
je dat?"
Sandor knikte.
„JUist. En ten slotte heb je naar Ame-
de hele middag zitten praten: door het
raam zagen we een gedeelte van de
stenen kolos aan de overkant van de
straat: „het grootste hotel in het Britse
Empire". Aan de onvermijdelijke coun
ter van een soda-fountain dronken we
een paar milkshakes en koffie en hin
gen een hele middag op de barkruk
je wakker; het beste Is om Europa maar
zo gauw mogelijk helemaal te vergeten.
Toen ik met verlof was, heb ik dat pas
goed doorgekregen; je zat 's avonds thuia
of ergens andersman. ik zat te ge*
nieten. Weet je, er zaten een paar men
sen in de huiskamer, de een las de kran^
de ander zat naar de radio te luisteren,
een derde had een boek. en zo nu en dan
zei iemand wat. Het was misschien niet
eens zo „oergezellig" voor Hollandse be*
grippen. maar ik genoot ervantoen
wist ik pas wat ik hier gemist had....
Zoiets kennen ze hier niet....
krijgt ga je hier naar de
is bij jullie zoveel rustiger, niet zo druk.
niet zooch, alles is anders: dollars,
dollars, dollars en zolang ik in Holland
ben geweest, heb ik niemand over centen
horen praten
Hij praatte en praatte, een ogenblik
verdween die «harde, haastige omgeving,
en vergat hij zijn eenzaamheid. Ik vroeg
hoe een paar andere vrijgezellen het
maakten. We noemden namen.
Op drilt in een Continent
deze counter, terwyl de haastige, jachten
de, transpirerende bevolking van eer
hete. groezelige metropool aan weerszij
den sandwiches at of icecream, hot dogs
en hamburgers, en de" onontkoombare
juke-box muziek eindeloos „The old
Piano Roll Blues" bralde (zoals alle juke
boxen over heel Canada en Amerika,
want dit was een van de „hits").
En daar praatten wy over een klein
Noord-Limburgs dorp: Beesel aai
Maas.
Koeien en Towngossip
.Ik heb eindelijk een nieuwe baan ge
vonden. by een rozenkwekeroh, ik
heb overal gezeten eerst m de States
daarna wat rondgereisd in Ontario
„Hoe doe je dat nou. werkzoeken?"
„Gewoon: overal waar het je aanstaat,
ga je maar vragensoms loop je eens
een arbeidsbureau binnen of iemand
weet wat oh. ik zal het nou wel naai
m'n zin krijgen: 's Zaterdagsmiddags er
's Zondags vrij: S 32 in de week en in d<
herfst $36. Maar er gaat nu $12 af vooi
onkosten, en die had ik bij mijn boei
natuurlijk niet; daar verdiende ik $8;
in de maand, één dag vry in de maand
en voor mezelf had ik toen maar
nodig; ook in de maand".
„Wat deed je in je vrije tijd op die
boerderij?"
„Oh, over koeien praten met die boer,
alsmaar over koeien en nog eens koeien
en dan wat „towngossip" (dorpspraat)
die me niet interesseerde, en brieven
schrijven naar Holland, en als er goeie
muziek was, luisteren naar de radio. Ik
kocht wat werkkleren, wat postzegels,
en hield dan $75 over. Daar moest
je je heel veel voor ontzeggen,
iemand die onverschillig is. heeft het hier
makkelijk: eten. slapen en werken
en dollars verdienen, als maar dollars
verdienenalles gaat hier om de
ten.
Nederlandse huiskamer
„Weet je, ik had vorig jaar niet r
Holland moeten gaan. als je hier
komt, zie je alleen maar het mooie
Canada, dan zie je alles wat voor dollars
te koop is. een hoop kansen voor je zelf,
voor je gezin later.maar daarna wordt
rika laten weten, dat je Hongarije wilde
verlaten. Wij hebben de brief, waarin j.
dochter dit schrijft. Erken je. dat di%
brief op jouw verzoek is geschreven?"
„Ja mijnheer, maar
De man achter de tafel wendde zich
tot zijp linker buurman, die geduren
het verhoor een krant had zitten lezi
ameraad Kommissaris. U hebt ge
hoord, dat de beklaagde alle puntei
besthuldiging heeft erkend. Het is duide
lijk. dat hy naar Amerika wilde om zelf
de berichten over onze voedselpositie
door te geven, toen dit per post te ge
lijk bleek. Omdat hy alles heeft be
kend, is de behandeling van deze zaak
onze overbelaste volkstribunalen
meer nodig. Ik stel voor, hem naar
werkkamp te sturen, tot hij heeft
geleerd, wat zijn plichten zijn tegenover
de Hongaarse volksrepubliek."
De zwijgende man legde zijn krant neer
i knikte.
„Volgende beklaagde," riep de man. die
de beschuldigingen voorlas. „Maar laat
:e wat opschieten, want als elke zaak
:es minuten duurt, komen we niet klaar
■andaag."
geloof dat-ie ergens anders meer kon
maken". „En die?"
„Oh, die heeft een car op 't ogenblik;
nee. geen cent op zak, maar een car".
„En die?"
„Ja. waar zit die ook weerhy heeft
het vrij lang bij ons in de buurt uitge
houden, maar die is ineens verdwenen.,
weet ik veel. Och. ze redden zich alle
maal wel".
„Het zal wel beter worden als je vrouw
hier is", zei ik tenslotte. Hij lachte.
„Ik heb behoorlijk wat op de bank.,
als ik dat eerste jaar niet bij familie ge
werkt had hier, was ik nog veel verder
geweest.
Misschien ontmoette ik de verkeerde
vrijgezel". Hij was geen boerenjongen,
had wellicht méér interesses dan de
doorsnee plattelander. Het ongeluk is,
dat men meestal alleen verhalen hoort
over degenen, die hun jaarcontract ver
breken. mislukken, ruzie krijgen of op
drift slaan Van de harde, stille werkers,
die al hun behoeften met uitzondering
van de primaire practisch negeren, dis
zwoegen en sparen en sparen en zwoe
gen, hoort men maar één keer de dag,
dat ze plotseling een eigen farm star
ten. hun families laten overkomen, trou-
En tóch kreeg ik de indruk, dat in het
totaalbeeld de vrijgezellen-immigranten
het 't zwaarst hadden De minst sta
biele groep, niet gebonden door fami
lie. huisraad, hoge verhuiskosten. „So
long" tegen de boer. koffers pakken en
weg Elders is ook wel weer een onder
dak, zijn ook dollars te verdienen.
Misschien was het beter (ook voor
plaatsing), wanneer een groot gezin met
emigratieplannen vast enkele leden voor
uit stuurde: een paar broers, desnoods
een groter meisje, dat dan gemakkelyk
een plaats ergens in de huishouding kon
krijgen om voorlopig mee te verdienen
Voor meisjes, die willen immigreren als
hulp in de huishouding of verpleegster,
zijn er bovendien nog pas een aantal
regelingen getroffen, die hun komst ten
zeerste vergemakkelijken.
Frans bracht me naar de trein. „Do»
de groeten aan Bea en allemaal in Hol
land en zeg maar dat ik 't goed maak"
Hij lachte.
De skyline van wolkenkrabbers, de
hotels en bankgebouwen, maar meestal
bankgebouwen, begon langzaam te glij
den langs het coupé-raam. Hy liep terug
de stad in; het was een grote drukke
stad een stad die ademde in de uitlaat
gassen van stromen auto's, bumper aan
bumper.
De baard brandde
Het was anders dan Beesel. De vraag
was alleen of Beesel in de romantisca
radicale jeugdherinnering niet mooier
was dan in de dagelijkse werkelijkheid;
de vraag was verder, of dit uiterlyk cul
tuurbeeld van Canada niet zger eenzydig
(Wordt vervolgd). tyd was.
n de anderen, die hier zaten Ik
I een van de jongens thuis geweest
ik vertelde "m dat zo Ik moest al
les precies vertellen; hoe zyn vader in
de huiskamer gezeten had. en hoe het
allemaal uitzag en dat de *haard
dde. en op welke stoel ik gezeten
en wat ze allemaal gezegd hadden
0Toen begon-ie ineens te
huilenzo groot als-ie anders ai»