Amphibische operatie ondergang van een Harde „strijd" op het strand en tussen de duinen eindigde met de sterke bunker HET DORP BEESEL (Limburg) millioenenstad Toronto en de 3 ZATERDAG 15 JULI 1958 (Van onze speciale verslaggever) O. was ik maar nooit verslaggever gewordenl Of eigenlijk, was ik maar niet zo stoer geweest om hier in deze vooruitgeschoven positie te gaan liggen. Zo even lag ik nog heerlijk-rustig weggescholen tussen de hoge helm en andere duinbeplanting. En nu op eens die „artillerie beschie ting"! Ja, ik weet het wel, de granaten, die om me heen ontploften, zijn wel geen echte, maar in het zand ingegraven explosieven, die via een draad en een zogenaamde „Hell-box" worden tot ontploffing ge bracht door de „vijand". Maar goed, het dreunt en het knettert en het kraakt om me heen alsof ik, en al de marifiiers, die om me heen liggen om enkele bunkers, welke het doel zijn van de „vijandelijke aanval" te verdedigen, onder zwaar artillerievuur liggen. Ik neem in gedachten mijn petje (had ik maar een helm op) af voor de oorlogsverslaggevers, die zich, net als ik nu, slechts gewapend met potlood, papier en foto toestel in een écht gevecht begaven En zo zitten we dan meteen In het verhaal. Een uur voordat de „artilleri me de stuipen op het lijf begon te jagen, hadden we gezien hoe enkele rubber boten met tot de tanden gewapende ma riniers geluidloos naar de kust warer gepeddeld. We voelden ons rustig achter de hoge duinenrij. Hier en daar vloog een verschrikte vogel plotseling angstig omhoog als één van ons zich een beetje onvoorzichtig bewoog, maar verder er niets te beleven rond onze schuil plaats. De oefening, die we zouden gaan zien betrof een aanval van enkele gi pen mariniers op een versterkt kustge- deelte. Op het strand waren mijnvci sperringen aangebracht. Lichte en iwaï mitrailleurs om ons heen richtten zich dreigend in de richting van de ze« Op volle toeren De rubberboten waren uitgezet door de onderzeeboot O 21, die precies als dat oorlogstijd gebeurt, zo dicht mogelijk naar de kust was gevaren. We hadden van dichtbij, aan boord van een landings vaartuig kunnen zien, hoe spel dat boord-zetten van die rubberboten in werk ging en nu, nauwelijks op schuilplaats aangekomen, zien we rubberboten het strand naderen. De mariniers in die rubberboten had den tot taak een verkenning uit te ren. Dat gebeurt normaal 's nachts, dan kun je niets zien. en daar ging het bij deze demonstratie nu eenmaal orr hadden dus de opdracht om maar te doen alsof we van die mannen uit de rubberboten niets zagen. Op honderd imeter afstand van de kust houden de rubberboten stil. Iedere boot ret één man over boord, die heel richtig naar de kant zwemt. Daar gekomen kruipt de verkenner op knieën en ellebogen heel langzaam over het strand goed er voor zorg dragend, dat hij niet soms op een mijn zou stoten. Zo be landt hij na lange tijd bij de duinen-rij en vandaar geeft hij een teken naar 2" rubberboot, dat het terrein veilig is. boten varen nu tot op het strand en ei later verspreiden ook de andere marin; zich over het zand, dat nu terdege op minering, grondsoort (voor een e tuele landing met tanks!) enzovoorts wordt onderzocht. Het commando heeft in betrekke lijk korte tijd zijn opdracht, die in oorlogstijd natuurlijk levensgevaar lijk is en die de grootste vakman schap van de mannen eist, uitge voerd. Snel trekken de mariniers zioh nu tactisch terug naar de bo ten en zo naar de wachtende onder zeeboot, die dadelijk nadat de rub berboten zijn binnengehaald, onder duikt en wegvaart om de resultaten van de „spionnage-aanval" thuis te Dit soort commando-raids geschieden dikwijls dagenlang vóór dat de eigen lijke aanval wordt ingezet. Het hoofd kwartier kan met de bevindingen van de spionnen rekening houden. Vandaag gaat het natuurlijk wat anders, nu het slechts een demonstratie betreft. De rubberboten zijn nog maar nauwelijks aan boord van de O 21 gebracht of de commandant van de landingsboten, die we reeds voor de kust zien varen, krijgt opdracht tot de aanval over te gaan! Die commandant is de ltz. II H. Knaake. evenals al de ande ren die vandaag aan de oefening mee- ^mmm Grote wolken stof en steen en kruit damp stijgen omhoog als de ..artillerie beschieting" begint. doen. heeft hij in Indië grote ervaring opgedaan. Hij is de enige marine-officie' die op Texel is gedetacheerd bij het Am- phibisoh-oefenkamp van het Korps Ma- Radiografisch krijgt hij de opdracht: „Verlaat het rendez-vous gebied en ga over tot de aanval". Het rendez-vous ge bied is die strook voor de kust waar de landingsboten zich in linie opstellen voor ze op volle snelheid op de kunst aan- Aanval Dan zien we plotseling van uit onze posit&e in de duinen, hoe de LCA's. zoals de kleine landingsboten heten, in een rechte lijn naast elkaar op het strand aanvaren, een hoge golf voor zich uit- jagend. Het is een prachtig gezicht, die boten zo in rechte linie te zien varen, maar in oorlogstijd moet het angstaan jagend zijn. En dan begint op eens het gedaver dan is het pleit beslecht. Met een zware explosie vliegt het betonnen gevaarte de luoht in, de stukken steen springen vlak over me heen en dioht naast slaat m brok beton in de grond Nu komen de vlammenwerpers in ac tie. Lange vuurschichten dringen nu in de openingen, die in de bunker geslagen zijn: nu zal de vermeende vijand, die de bunker had verdedigd, toch wel niet gevaarlijk zijn. Nieuwsgierig ren ik gebukt op de bunker af om te zien of daar nu soms nog mariniers hadden ge vochten. maar als ik door de gapende bressen, die in de bunker geslagen zijn. aar binnen kijk zie ik niemand. Alleen at verschroeid duingras.... De stelling genomen! Geen begroting Zo wordt er geoefend op Texel, waar het Korps Mariniers op de plaats vroeger het Marine vliegkamp Mok" was, met eigen middelen uit het puin een amphibsoh oefenkamp heeft uit de grond gestampt. Dit kamp komt eigenlijk op de begroting van de rege ring niet voor. „Het enige, dat ik heb", zo vertelde ons de commandant, lt. kol. der Mariniers H. Lieftinck. „is toestem ming om hier te zijn. Vorig jaar Maart begonnen we met het gereedmaken van het kamp. Oude stenen loodsen en man schappenverblijven bleken tengevolge van de oorlog, en meer nog tengevolge van plundering van de bewoners van het eiland, verwoest te zijn. Eerst hebben we alles met zeildoek gedicht. Voor de vaste bemanning (136 man) hebben we nu be hoorlijk onderdak. Verder is er een ten tenkamp waar de mannen die een trai ning krijgen, kunnen slapen. De man nen krijgen op dit eiland een nautische en een amphibische training, iets, dat wij in ons kamp te Doorn niet kunnen geven. Vroeger was dit in Den Helder en Rotterdam. Vooral die amphibische opleiding is belangrijk, daar deze een apart vak betreft. Vier weken duurt zo'n opleiding. We hopen hier binnenkort ook kikkermannen te kunnen opleiden. Het kamp is geopend van April tot Novem ber." Tijdens een rondgang door het kamp, waar de kapt. der Mariniers J. H. N. de Graaff de leiding heeft, hebben we de Mariniers bezig gezien met de meest uit eenlopende wapenen en apparaten. We hebben ze zien oefenen met de landings- netten. via welke zij debarkeerden in kleine landingsboten. we hebben ze zien werken met rubberboten en noem maar op. Het Is een hardwerkend kamp, dat daar, met geringe middelen op het Zui den van het eiland Texel is opgericht. Een kamp. dat een voorbeeld is voor veel, dat er op militair gebied In ons land werkzaam is... DE AANVAL OP DE KUST IS BEGONNEN. In spanning wachten de mariniers in de landingsboot, die op het strand van Texel aanstormt, op de dingen, die komen gaan. Hun hel men zijn rood en groen en bla en wit geverfd, al naar gelang t hun functie. TORONTOJUNGLE VAN STEEN Toen begon hij ineens te huilen (Van een bijzondere medewerker) Het vreemdste in Toronto waren de wolkenkrabbers. Het was niet zozeei hun hoogte, de steil-opgaande, rechte, gladde wanden van steen, waar- in de vensterogen in de schemer alle het doffe vlies van blinde staar kregen, noch was het de grijze roetigheid van hun contouren, wanneer diep beneden de nauwe straatgeulen (sommige anderhalf uur met de tram, huisnummers boven de 3000 niets bijzonders) later op de avond een gloeiend hete stroom van lichtreclames werden. Nee, het was de eenzaamheid van deze wolkenkrabbers: verspreid neergeplant stonden ze zo alleen in een,-metropool van normale, grauwe, vuile stadsgebou- wen: hoge reuzen-monolieten. En zij waren hoger dan de kerktorens in die metropool. Ja, dat was de vreemste ervaring: deze stenen kolossen waren hoger dan kerk torens. De horizon van vele Amerikaans- en Canadese steden wordt niet langer geaccentueerd door de ranke spitsen Het was in deze stomende jungle steen, dat ik Frans Groothuis ontmoette. Toen ik in Toronto zijn adres controleer de, vertelde men mij, dat hij niet bij zijn broer was. Hij had er op dokters advies het farmen aan moeten geven; was overigens van afkomst ook helemaal geen boer. Op mijn vraag waar ik hem vinden kon, haalde iedereen de schou ders op: „Werk zoeken waarschijnlijk". „Maar hij moet toch een adres heb- Waarschijnlijk waar-ie 's avonds hoed neerhangt. Toevallig troffen we elkaar toch; ik moest hem de groeten brengen var verloofde in Nederland en we hebben van de „scheepsartlllerle". zoals we dat aan het begin van het verhaal schreven. Overal om ons heen schie ten vuurstralen omhoog, de explo sies maken me doof. Ik zie de ma riniers, die met hun wapens in aan slag naast mü lagen, zich plotseling terugtrekken van die plaatsen, waar de meeste ontploffingen plaats vin den. Deze nagebootste artillerie-aaii val wordt wel zeer realistisch uit gevoerd! De „inslaande granaten" moeten ervoor zorgen, dat de aan vallers geen verdedigers tegenover zich zullen vinden als zü uit hun landingsboten het strand opstormen. Daar rennen reeds de eerste marinier uit de boten. Ze zoeken dadelijk dex- king als er geschoten wordt van achter de duinen en met hun handmitrailleurs 1 zij in de richting van waaruit zij werden bestookt. Het gehele strand is op- bedekt met hollende mariniers, die één doel hebben: zo snel mogelijk de duinen binnen te dringen om daar de grote bunker te veroveren. mariniers naast mij moeten zich der de hevige aanvallen al spoedig tei trekken. Ik blijf maar liggen, misschien wordt ik nu wel gevangen genomei met mijn perspenning gewapend mag ik dan wellicht mee oprukken naar de bun ker. Ik voel me een beetje een verrader, aar toch voel ik onwillekeurig meer )or de aanvallers (invasiemannen!) dan >or de verdedigers. Er springt een marinier naast me in de kuil. waarin ik me schuil hield. Het is sergeant. Hij kijkt nauwelijks naar die journalist, zo is hij verdiept in zijn werk. Eerst kijkt hij landwaarts of hij door kan trekken en dan wenkt hij naar lannen die achter hem aankwamen. Zo stormen zij voort in de richting van de bunker en ik ga maar kruipend en vallend en dekking zoekend achter hen Er hangt een kruitdamp boven de dui- ;n, fosforgranaten ontploffen bij de bunker, maar nog steeds houdt de ver dediger stand. Dan komt de „besooka"- ploeg in actie. Sergeant Tellinga geeft bevel op de bunker te richten. En even later knalt het eerste sohot. Uit de meter-lange besóoka-buis schiet een gra naat naar voren die rechtstreeks (je kunt hem zien in de lucht) op de bun ker afvliegt. Achter uit de buis van da besooka schiet een bijna twintig meter lange vuurstraal weg: de raket, die het projectief voortbeweegt. zeven schoten op de bunker en Olgina was in de keuken en zette juist de borden klaar voor het avondmaal, ze haar vader hoorde binnenkomei greep de tabaksdoos van de schou' riep opgewekt: „Rook eerst nog pijpje voor het eten, vader. Buurman Mo- korsky heeft verse tabak voor gebracht uit Moln. Hij zegt.... Ze zweeg plotseling, toen ze naast haar vader de beide mannen zag, terwijl ach ter hen de onbekende in de donkere uniform binnentrad. Haar blik trof die van haar vader, angstig, als om hulp smekend. Een ogenblik bleef ze in de deuropening staan, de ogen wijd openge sperd in een plotselinge schrik. Toen ver trok haar mond als in een geluidloz* schreeuw en zakte het bloed weg uil haar gezicht. Door z'n tranen heen zag Sandor haar wankelen. Hij wilde haai grijpen, maar voelde de boeien aan zijr polsen rukken. Toen stootte iemand de mannen bij de deur opeen en sloeg zijn arm om de be zwijmende vrouw. Het was Matias Mo- korsky en zijn stem trilde vai waardiging, toep hij vroeg: „Kan iemand even een kroes water halen, of durven jullie een geboeide oude man niet met minder dan vier man te bewaken?" De burgemeester ging gehoorzaam naar de keuken en de militair wendde zich nors tot de beide jongelieden: „Maak de boeien los en laat hij zich aan kleden." Terwijl Sandor zijn Zondagse pak uit de kast haalde en zich haastig begon te 'erkleden, trachtte Matias Mokorsky de ichreiende Olgina moed in te spreken. ,Wij zullen alles doen om je vader spoe dig vrij te krijgen. Vertrouw op mij," zei hij. „En maak nu een pakje boterham- nen klaar voor onderweg, want de reis ïaar Boedapest is lang." Toen Sandor werd weggeleid, stonden iok Alexow Szerda en zijn dochters bij dé deur om hem op de schouder te klop- en te beloven, dat zij voor Olgina en zorgen, zo lang hij weg was. Het bericht van Sandor Tarassows arrestatie was als een lopend vuurtje door het dorp gegaan, maar voor een oproer behoefde Ivor Bartok niet te vrezen. Want Mati Mokorsky en Alexow Czerda waren enigen ,die hun vriend tot de auto be geleidden. die aan de grote weg wac Verder bewogen alleen de gordijnen het trieste groepje voorbij kwam en toen Sandor met een stomme blik de post bode groette, zag die hem niet Toen Sandor de volgende dag in Boeda pest moest worden verhoord, was rustiger, dan hij zelf voor mogelijk had In het volle bewustzijn van zijn schuld, was hij er van overtuigd, dat hem vrij zou laten, als hij had bew dat hij nooit iets kwaads had gedaan. Hij was met een aantal andere gevange nen in een tauwe donkere cel opgesloten en elke drie minuten werd een na afgeroepen. Sandor was een der laatsten, die v de volksrechtbank moesten verschijr Toen zijn naam werd afgeroepen, ble nog slechts een vróuw en een jongen een jaar of vijftien achter. Langs smalle stenen trap werd Sandor n boven gebracht. Hij moest achter 1 deur blijven wachten en plotseling w de deur geopend en duwde men hem n binnen. Het scherpe zonlicht, dat door de hoge ramen naar binnen scheen, verblindde hem en hij hoorde een haastige st« in een moeilijk te verstaan dialect ii oplezen. Toen hij, met de ogen knippe rend, kon onderscheiden waar hij was zag hij een tafel voor zich, waarachtei drie mannen zaten. De linkse hield juist op met voorlezen en de middelste vroeg Sandor, of hij de beschuldiging erkende. „De officier, die mij haalde, zei, dat ik spionnage had gepleegd, maar dat vergissing zijn," antwoordde Sandor haastig. De man achter de tafel keek hem boos „Wat die officier zei, kan me niets ichelenC lk vraag, of je de beschuldiging erkent, die zojuist is voorgelezen." Sandor schrok op. „Ik heb het verstaanhet was zo vlugik ben maar een eenvoudige boer." stamelde hy. De middelste man vloekte. „De be schuldiging zegt, dat je regelmatig brie ven heeft ontvangen op papier van buitenlands staatsdepartement. Erken Je dat?" „Ja mijnheer, van mijn zoon uit Ame rika." En in de laatste brief stond, dat de oogst daar de grootste was, die men in twintig jaar had gehad. Die propaganda heb jij verder verteld aan allerlei men- in uit je dorp. Erken je dat?" „Ja mijnheer, ik heb dat verteld „Juist. En dat deed je, terwijl je wist, it onze oogst dit jaar heel slecht was. et verraad jegens de volksdemocratie du9 bewezen. Ten slotte werd in de brief gevraagd, hoe groot de tarweoogst er was. Maar daarop heb je natuurlijk et schriftelijk geantwoord, hé?" Sandor schudde het hoofd. „Nee, ik heb daar niet op geantwoord, omdat .Juist. Je hebt er niet schriftelijk op geantwoord. Je wist namelijk, dat je van landverraad werd verdacht en dat je brieven onder censuur stonden. Wij heb- ien een brief van je burgemeester. Hij :egt, dat jij hem hebt verteld, dat De Barowska de brief had geopend. Erken je dat?" Sandor knikte. „JUist. En ten slotte heb je naar Ame- de hele middag zitten praten: door het raam zagen we een gedeelte van de stenen kolos aan de overkant van de straat: „het grootste hotel in het Britse Empire". Aan de onvermijdelijke coun ter van een soda-fountain dronken we een paar milkshakes en koffie en hin gen een hele middag op de barkruk je wakker; het beste Is om Europa maar zo gauw mogelijk helemaal te vergeten. Toen ik met verlof was, heb ik dat pas goed doorgekregen; je zat 's avonds thuia of ergens andersman. ik zat te ge* nieten. Weet je, er zaten een paar men sen in de huiskamer, de een las de kran^ de ander zat naar de radio te luisteren, een derde had een boek. en zo nu en dan zei iemand wat. Het was misschien niet eens zo „oergezellig" voor Hollandse be* grippen. maar ik genoot ervantoen wist ik pas wat ik hier gemist had.... Zoiets kennen ze hier niet.... krijgt ga je hier naar de is bij jullie zoveel rustiger, niet zo druk. niet zooch, alles is anders: dollars, dollars, dollars en zolang ik in Holland ben geweest, heb ik niemand over centen horen praten Hij praatte en praatte, een ogenblik verdween die «harde, haastige omgeving, en vergat hij zijn eenzaamheid. Ik vroeg hoe een paar andere vrijgezellen het maakten. We noemden namen. Op drilt in een Continent deze counter, terwyl de haastige, jachten de, transpirerende bevolking van eer hete. groezelige metropool aan weerszij den sandwiches at of icecream, hot dogs en hamburgers, en de" onontkoombare juke-box muziek eindeloos „The old Piano Roll Blues" bralde (zoals alle juke boxen over heel Canada en Amerika, want dit was een van de „hits"). En daar praatten wy over een klein Noord-Limburgs dorp: Beesel aai Maas. Koeien en Towngossip .Ik heb eindelijk een nieuwe baan ge vonden. by een rozenkwekeroh, ik heb overal gezeten eerst m de States daarna wat rondgereisd in Ontario „Hoe doe je dat nou. werkzoeken?" „Gewoon: overal waar het je aanstaat, ga je maar vragensoms loop je eens een arbeidsbureau binnen of iemand weet wat oh. ik zal het nou wel naai m'n zin krijgen: 's Zaterdagsmiddags er 's Zondags vrij: S 32 in de week en in d< herfst $36. Maar er gaat nu $12 af vooi onkosten, en die had ik bij mijn boei natuurlijk niet; daar verdiende ik $8; in de maand, één dag vry in de maand en voor mezelf had ik toen maar nodig; ook in de maand". „Wat deed je in je vrije tijd op die boerderij?" „Oh, over koeien praten met die boer, alsmaar over koeien en nog eens koeien en dan wat „towngossip" (dorpspraat) die me niet interesseerde, en brieven schrijven naar Holland, en als er goeie muziek was, luisteren naar de radio. Ik kocht wat werkkleren, wat postzegels, en hield dan $75 over. Daar moest je je heel veel voor ontzeggen, iemand die onverschillig is. heeft het hier makkelijk: eten. slapen en werken en dollars verdienen, als maar dollars verdienenalles gaat hier om de ten. Nederlandse huiskamer „Weet je, ik had vorig jaar niet r Holland moeten gaan. als je hier komt, zie je alleen maar het mooie Canada, dan zie je alles wat voor dollars te koop is. een hoop kansen voor je zelf, voor je gezin later.maar daarna wordt rika laten weten, dat je Hongarije wilde verlaten. Wij hebben de brief, waarin j. dochter dit schrijft. Erken je. dat di% brief op jouw verzoek is geschreven?" „Ja mijnheer, maar De man achter de tafel wendde zich tot zijp linker buurman, die geduren het verhoor een krant had zitten lezi ameraad Kommissaris. U hebt ge hoord, dat de beklaagde alle puntei besthuldiging heeft erkend. Het is duide lijk. dat hy naar Amerika wilde om zelf de berichten over onze voedselpositie door te geven, toen dit per post te ge lijk bleek. Omdat hy alles heeft be kend, is de behandeling van deze zaak onze overbelaste volkstribunalen meer nodig. Ik stel voor, hem naar werkkamp te sturen, tot hij heeft geleerd, wat zijn plichten zijn tegenover de Hongaarse volksrepubliek." De zwijgende man legde zijn krant neer i knikte. „Volgende beklaagde," riep de man. die de beschuldigingen voorlas. „Maar laat :e wat opschieten, want als elke zaak :es minuten duurt, komen we niet klaar ■andaag." geloof dat-ie ergens anders meer kon maken". „En die?" „Oh, die heeft een car op 't ogenblik; nee. geen cent op zak, maar een car". „En die?" „Ja. waar zit die ook weerhy heeft het vrij lang bij ons in de buurt uitge houden, maar die is ineens verdwenen., weet ik veel. Och. ze redden zich alle maal wel". „Het zal wel beter worden als je vrouw hier is", zei ik tenslotte. Hij lachte. „Ik heb behoorlijk wat op de bank., als ik dat eerste jaar niet bij familie ge werkt had hier, was ik nog veel verder geweest. Misschien ontmoette ik de verkeerde vrijgezel". Hij was geen boerenjongen, had wellicht méér interesses dan de doorsnee plattelander. Het ongeluk is, dat men meestal alleen verhalen hoort over degenen, die hun jaarcontract ver breken. mislukken, ruzie krijgen of op drift slaan Van de harde, stille werkers, die al hun behoeften met uitzondering van de primaire practisch negeren, dis zwoegen en sparen en sparen en zwoe gen, hoort men maar één keer de dag, dat ze plotseling een eigen farm star ten. hun families laten overkomen, trou- En tóch kreeg ik de indruk, dat in het totaalbeeld de vrijgezellen-immigranten het 't zwaarst hadden De minst sta biele groep, niet gebonden door fami lie. huisraad, hoge verhuiskosten. „So long" tegen de boer. koffers pakken en weg Elders is ook wel weer een onder dak, zijn ook dollars te verdienen. Misschien was het beter (ook voor plaatsing), wanneer een groot gezin met emigratieplannen vast enkele leden voor uit stuurde: een paar broers, desnoods een groter meisje, dat dan gemakkelyk een plaats ergens in de huishouding kon krijgen om voorlopig mee te verdienen Voor meisjes, die willen immigreren als hulp in de huishouding of verpleegster, zijn er bovendien nog pas een aantal regelingen getroffen, die hun komst ten zeerste vergemakkelijken. Frans bracht me naar de trein. „Do» de groeten aan Bea en allemaal in Hol land en zeg maar dat ik 't goed maak" Hij lachte. De skyline van wolkenkrabbers, de hotels en bankgebouwen, maar meestal bankgebouwen, begon langzaam te glij den langs het coupé-raam. Hy liep terug de stad in; het was een grote drukke stad een stad die ademde in de uitlaat gassen van stromen auto's, bumper aan bumper. De baard brandde Het was anders dan Beesel. De vraag was alleen of Beesel in de romantisca radicale jeugdherinnering niet mooier was dan in de dagelijkse werkelijkheid; de vraag was verder, of dit uiterlyk cul tuurbeeld van Canada niet zger eenzydig (Wordt vervolgd). tyd was. n de anderen, die hier zaten Ik I een van de jongens thuis geweest ik vertelde "m dat zo Ik moest al les precies vertellen; hoe zyn vader in de huiskamer gezeten had. en hoe het allemaal uitzag en dat de *haard dde. en op welke stoel ik gezeten en wat ze allemaal gezegd hadden 0Toen begon-ie ineens te huilenzo groot als-ie anders ai»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 3