King Kong heeft veel op zijn kerfstok, maar niet het verraad van Arnhem Uit concentratiekamp ontsnapt, maar in Britse gevangenis terecht gekomen Over de Zwitserse weg reisden vele berichten naar Londen PAGINA D ZATERDAG 15 JULI 1950 Duitsers hadden generlei bijzondere maatregelen tegen aanval getroffen De Enquêtecommissie heeft zich ook omstandig bezig gehouden met de zaak-King Kong. King Kong is de bijnaam van een naar de Duitsers overgelopen illegale werker Christiaan Lindemans. Omtrent deze man, die later in gevangenschap zelfmoord heeft gepleegd, lopen allerlei verhalen. Zo zou hq de Duitsers op de hoogte hebben ge bracht van het aanstaande offensief der gealliëerden bij Arnhem. De Enquêtecommissie is echter in haar grootst mogelijke meerderheid tot de conclusie gekomen, dat King Kong dit niet heeft gedaan. waren verrast Dat King Kong de geallieerde plan nen met betrekking tot Arnhem niet aan de Duitsers heeft verraden, volgt volgens de Enquêtecommissie zowel uit verklaringen van Giskes als uit het feit, dat hij door een Engelse instantie door de linies was gestuurd met eer opdracht aan de illegaliteit te Eind hoven, inhoudende dat de verzetsgroe pen aldaar zich rustig moesten hou den, dat zij voorlopig geen wapenzen dingen te verwachten hadden en dal zij ook de piloten die daar nog wacht ten op het „terugsluizen" naar gealli eerd gebied, maar zolang moesten vast houden. Bovendien heeft generaal-majoor Van Hilten verklaard, dat hem uit ge sprekken met Duitse generaals is ge bleken, dat de Duitsers door de aan val op Arnhem volkomen verrast wa ren en dat de twee Duitse pantser divisies, die tenslotte bij de verdedi ging van Arnhem een grote rol hebben gespeeld, zich daar geheel toevallig bevonden. Voorts is wel komen vast te staan, dat het hoofdkwartier van de bevel hebber der Nederlandse strijdkrachten, waar Lindemans zijn wijsheid zou heb ben opgedaan, eerst omstreeks 21 of 22 September 1944 in ieder geval na de aanval op Arnhem is verlegd naar de omgeving van Brussel en dat Lindemans eerst toen op dit hoofd kwartier is gekomen en wel naar aan- Vierde rapport (Vervolg hoofdartikel) gedaan? Critiek is heilzaam en goed en nuttig, maar komt zij niet vaak achteraan en is een goed inzicht niet vaak juist vrucht van anderer falen? Het valt in de Enquêtecommissie te prijzen, dat zij niet schroomt de feilen aan te wijzen en als zodanig te laken, 1 hem niet geheel vertrouwde. Uitgesloten Ook zijn er geruchten, dat, Linde mans „uit de weg zou zijn geruimd". De Enquêtecommissie merkt nadruk kelijk op, dat hiervan niets is gebleken. Zijn dood is hoogst waarschijnlijk het gevolg geweest van het innemen van een grote dosis luminal, welke hij zichzelf heeft verschaft of waaraan hij is geholpen door een verpleegster. Doch van deze laatste staat wel vast, dat zij hierbij alleen gedreven is door motieven van persoonlijke aard. Alleen is de commissie van oordeel, dat aan Lindemans wel wat sneller medische hulp kon zijn verleend. Met het England-Spiel had King Kong niets uitstaande. Geruime tijd had hij aan de goede kant gestaan, doch toen een jongere broer van hem door de Duitsers gearresteerd was, bood hij de Duitsers zijn diensten aan, mits zijn broer zou worden vrijgelaten. Dit is ook geschied. Van belang lijken ons de mededelin gen, welke generaal-majoor Van Hil ten aan de Enquêtecommissie heeft gedaan. Deze heeft met verscheidene Duitse generaals gesproken en toen drie merkwaardige feiten aan de com missie kunnen opsommen, die spreken tegen verraad van de operatie-Arnhem. Op 15 September 1944, dus twee da gen voor de overval, werd het hoofd kwartier van de Duitse legergroep B in zijn geheel naar Oosterbeek ver plaatst. Daar kwam het op 17 Septem ber plotseling midden tussen de para- Op de duo In de tweede plaats is achte-af bleken, dat ook Christiansen dor»- aanval op Arnhem volslagen verrast is geweest. En in de derde plaats i: een andere Duitse commandant. Rein- hard. door de aanval z> verrast ge worden. dat hij zijn auto in de steek moest laten en op de duo bij zijn torordonnans een goed heenkomen moest zoeken. De Duitsers hadden tegen de lucht aanval op Arnhem helemaal geen bij zondere maatregelen genomen. Wel was er juist een pantserkorps in Arn hem aangekomen, bestaande uit twee divisies, maar die waren juist uit Frankrijk teruggetrokken, hadden zeer geleden en moesten in Arnhem op hun verhaal komen. Dat ze er wa rn, is achteraf eigenlijk het behoud in de Duitsers geworden. Er bestond met betrekking tot de operatie te Arnhem zeker verschil van opvatting tussen Montgomery en Eisenhouwer. Montgomery meende, dat de toestand eigenlijk zo gunstig as, dat men met een betrekkelijke kleine macht door kon stoten over de Rijn heen naar Berlijn. Eisenhouwer •ond dat een fantastisch plan en hij vilde er eerst niets van weten. Een en ander heeft tot een compromis ge leid, waarbij Montgomery volmacht kreeg om een operatie uit te voeren an de Veluwerand en, als het mo gelijk bleek, op de Veluwe nog verder door te stoten en bruggehoofden over de IJssel te bezetten. Maar dit defini tieve besluit viel eerst op 10 Septem ber 1944. Brutus Een van de spannendst" ver halen uit het gehele Englandsplel Is het relaas der lotgevallen van de agent Brutus. Onze lezers heb ben dat maanden geleden in de In ons blad gepubliceerde ver halen kunnen lezen. Het rapport brengt precies dez.elfde geschiede nis. Er blijft slechts één ding aan toe te voegen Brutus is de schuilnaam ge weest van Johan Griin, thans oud. dertig jaar en wonende te Bussum. „V erraadtheorieën" niet gefundeerd Zoals men weet, is Van der Waals vrij spoedig te zijner ontlasting komen aandragen met i nt verhaal, Hat hij in contact zou hebben gestaan met een zekere John (Emile Verhagen), in Belevenissen van twee ontvluchte agenten Het leven van een geheim agent ging niet bepaald over rozen. Niet alleen, dat men gevaar liep door de Duitsers te worden gearresteerd (een gevaar waaraan geen der agenten ten tijde van het England-Spiel ontkomen is) maar bovendien liep men nog de kans, eenmaal in Enge land teruggekeerd, als Duits spion te worden gewantrouwd. Heel sterk komt dit naar voren in het verhaal over de ontvluchting van de agen ten Dourlein en Ubbink, dat in het rapport van de commissie uitvoerig wordt weergegeven. Alles zat in Haaren Zowel Dourlein als Ubbink waren bij hun dropping door de ontvangst commissie (allemaal S.D.-ers) opge pakt en na verloop van tijd naar Haa ren gezonden. In de cellen kregen ze contact met elkaar door een gaatje in ïuur. Er zaten daar meer gearres teerde agenten o.a. de K.L.M.-stewar- dess Trix Terwindt, maar allen waren erover eens, dat het waanzin was te pogen om te ontvluchten. Niette min besloten de beide agenten het tóch te wagen. Op een avond, nadat ze als naar gewoonte hun kleren door het bovenluikje in de celdeur hadden afgegeven, zagen ze kans zelf ook op de gang te komen. Ze verborgen zich ;n W.C. die ze afsloten en met be hulp van een lang touw, dat ze ge maakt hadden van stukken matras en touwtjes van voedselpakketten („Doe veel touw om de pakketten". Dit be richt hadden ze van te voren al buiten de gevangenis weten te smokkelen) slaagden ze er in door het raam van de tweede verdieping op de begane grond te komen. Ze vonden onderdak bij een voor malig inspecteur van politie die later werd geliquideerd, omdat men hem naar achteraf is gebleken terecht niet vertrouwde. Tijdens hun verblijf in Tilburg werden de agenten gewaar, dat ze gesignaleerd stonden als straat rovers en dat voor hun arrestatie f 500 werd uitgeloofd. Maar een akelig schijntje voor een gedropte en ont vluchte agent, vond Douxlein. maar daarnaast vindt zij toch ook ge-(betrekking hadden op de regeringspoli- legenheid, om de beoordeling van die tiek, naar Nederland, feilen mede te toetsen aan de alge-| De Enquête-commissie blgkt grote mene gesteldheid. Dat moest het oor- waardering te hebben voor de wijze, waarop minister-president Gerbrandy na het aanvankelijk initiatief van dr. Visser 't Hooft heeft gewerkt. Op deze wjjze kon Londen op de hoogte worden ge houden van de verschillende geestelijke en politieke stromingen in Nederland. Dat dr. Visser 't Hooft een zo nai contact met bepaalde personen in Neder land heeft kunnen krijgen, is ook te danken aan de omstandigheid, dat in Juli 1942 mejuffrouw Kohlbrugge Nederland uit te Genève kwam. Zij op eigen gelegenheid naar Genève reisd en reisde ook weer terug i Nederland en bracht op deze wijze verbinding tot stand tussen dr. Visser 't Hooft en een groep in Nederland. Zoals er tijdens de bezetting een verbinding heeft bestaan tussen Neder land en Londen via Zweden, zo is er ook een verbinding geweest via Zwitserland. Ook voor deze verbinding is het initiatief niet van Londen uit gegaan. De Enquêtecommissie brengt in haar verslag over haar onder zoekingen naar de Zwitserse weg bijzondere dank toe aan dr. Visser 't Hooft. Heldring, een groot aantal microfoto's, die afkomstig waren van de agent H. G. de Jonge. De bedoeling was, dat die foto's over de Zwitserse weg verzonden zouden worden. De heer Heldring heeft dit spionnagemateriaal echter voorge legd aan de O.D., waarbij het niet de moeite waard werd geoordeeld het door te zenden De Enquêtecommissie heeft met enige verwondering van dit incident kennis genomen. Immers, de O.D. heeft dit spionnagemateriaal eenvoudig eigen machtig onder zich gehouden. De O.D. achtte zich bij uitstek geroepen om het militaire spionnagemateriaal naar Enge land te verzenden. Maar eén dergelijke taak had de O.D. alleen uit Londen toe bedeeld kunnen krijgen, hetgeen niet is geschied. in 1944 ls naast de eerste Zwitserse weg nog een zgn. Zwitserse weg B ont staan, het werk van de groep-Flat Llbertas. Aan deze weg, die een uit sluitend militair karakter vertoonde, verleende de militaire attaché te Bern zjjn medewerking. Wrijving tussen O.D. en Vrij Nederland Dr. Visser 't Hooft, die in Genève roonde, kwam reeds direct na Mei 1940 In aanraking met een aantal Nederlan ders. die In Zwitserland arriveerden. De berichten welke deze mensen meebrach- heeft hjj verzameld en doorgezonden Londen. Eerst waren het berichten op kerkeljjk gebied, maar later ook be richten welke betrekking hadden op het erzet. In 1942 heeft dr. Visser, 't Hooft in opdracht van minister-président Ger brandy een plan opgesteld om de rege ring te Londen te voorzien van een meer regelmatige berichtgeving uit het be zette gebied. Hoofdzaak zou zijn: het inlichten van de regering over d teljjke stromingen in Nederland doorgeven van berichten uit Londen, die deel hier en daar wel iets milder maken. Het is een belangrijk rapport. Dat is het ook, omdat het een eerlijk rap port is. Het verbloemt niet. Het over tuigt wèl. Het is als zodanig een pleit voor de gezonde kracht van het par lementaire stelsel, dat sterk genoeg is om de critiek aan te durven. BIJ bepaalde onderdelen van de arbeid der Enquêtecommissie kan men zich afvragen, of die arbeid wel voldoende nuttig is, gelet op alle spanning en energie en op al die half slapeloze nachten, aan dit werk be steed. En de arbeid schijnt eer om vangrijker te worden dan dat hij in omvang afneemt. Wij begrijpen deze vragen. Toch zullen ze bij dit deel wel weinig rijzen, hoe omvangrijk juist dit deel ook ge worden is. Want hier lag een onbe taalde schuld. Hier lagen de proble men, welke om antwoord riepen. Hier lagen de offers van zovele levens. Hier mocht het antwoord niet uitblijven. Nu zullen wij niet zeggen, dat het antwoord, dooq de Enquêtecommissie na lang onderzoek gegeven, zo be vredigend is. Geen enkel antwoord kon hier bevredigend zijn. Maar het antwoord is er en daarom het einde aan veel onzekerheid. Dit vierde rapport is stellig het meest betekenisvol van hetgeen de Enquêtecommissie heeft gepubliceerd en ook wellicht van hetgeen zij nog publiceren gaat- Het kon wel eens zijn, dat de aandacht der toeschouwers nu wat gaat verflauwen, al zal de nauw gezetheid der commissie zeker niet afnemen. Dit deel is het meest betekenisvol. Niet vanwege het falen van wie plot seling tot ambten geroepen werden, welke hun te vreemd waren, hoezeer uit dit falen leerzame lessen te trek ken zijn. Doch omdat het de geschie denis verhaalt en voor de historie vastlegt van al die mannen in de opbloeiende kracht van hun leven, die nog dagelijks gemist worden in de kring der hunnen en bjj wier nage dachtenis het ons allen betaamt, in diepe eerbied het hoofd te neigen. Estaiette Omstreeks October 1943 begon men de verzending over de Zwitserse weg via vaste estafette-dienst, waaraan ver schillende personen hun beste krachten hebben gewijd. De organisatie hiervan berustte hoofdzakelijk bij de heren Weidner en Le Jeune. Uit het Enquêterapport bl(jkt dan, dat de moeilijkheden tussen de O.D. en de groep-Vrij Nederland ook op de Zwit- weg van invloed z(jn geworden. Mejuffrouw Kohlbrugge had behalve met de groep-Vry Nederland ook contact met de O.D. Een en ander heeft ertoe geleld, dat de O.D. over fotocopieën (wam te beschikken van stukken, welke ia de Zwitserse weg verzonden werden. Dit ls op slinkse wijze geschied en de Enquêtecommissie betreurt zulks. Het knam erop neer, dat het ene gedeelte van de Illegaliteit het andere ging be- splonneren. De Enquêtecommissie is van oordeel, dat het wantrouwen van- de groep-O.D. tegen de Zwitserse weg niet gerecht vaardigd is geweest, al z\jn er door die weg wel fouten gemaakt. Deze fouten zijn evenwel niet van grotere omvang geweest dan die welke als normaal g€- volg van elke werkzaamheid optreden. Niet de moeite.... ,Het veerdienstje" van Hazelhoff Roelfzema Weinig groepen in de gezamei lijke strijd tegen de Duitser hebben een activiteit aan de dag gelegd, die zo spreekt tot de verbeelding als de daden van mr. S. E. Hazelhojf Roelfzema, de Leidse student, reldreiziger-lifter, schrijver en latere ambtenaar van de Voorlichting Bui tenland, en zijn vrienden Krediet en Tazelaar. Hazelhoff Roelfzema dar. kwam Augustus 1941 in Londen aan met een vlieger, Van der Stok, en de adel borst Tazelaar, die eigenlijk rondliep met het idee, in een bootje op en neer te gaan tussen Londen en Schevenin- gen. De landingsplaats in Holland wa: n.l. gelegen vlak voor het Kurhaus, waarin de Duitse Marinestaf huisde. Niemand zou op het idee komen, dat Over Delfzijlse arts liep Zweedse weg De Nederlandse inlichtingendienst te Londen is er in de jaren 1940 tot en met 1942 slechts in zeer geringe mate in geslaagd, verbindingen tussen Engeland en het bezette Nederland tot stand te brengen. Echter is er, dank zij de activiteit van Nederlanders bui ten Engeland, omstreeks Juni 1942 eei behoorlijke veibindingsweg via Zwe den tot stand gebracht door de uitne mende samenwerking van de consul- generaal te Stockholm, de heer A. M. de Jong, en de groep rondom de Delf zijlse arts A. L. Oosterhuis. De Gro ningse kustvaarders hebben daarbij goed geholpen. De consul-generaal te Stockholm heeft al het mogelijke gedaan om de berichten van de heer Oosterhuis ter beschikking te 6tellen van de gealli eerde oorlogvoering, waarbij hij uit nemend werd gesteund door de heer Schuur, kapitein der kustvaart. Door contact met Zweden heeft de heer Oosterhuis de beschikking kunnen krijgen over een aantal radiozenders. Met één daarvan heeft hij dringende berichten rechtstreeks naar Engeland geseind. Andere berichten bleef hy zee naar de consul-generaal stu- ook de illegale pers werd aldus verzonden. De heer Oosterhuis moest als ama teur werken. Hij voelde zich ook als zodanig en had bijvoorbeeld geen be hoefte de beschikking' te krijgen over en micro-fotograaf, zoals Londen hem oorstelde. Aanvankelijk kwamen de berichten van de consul-generaal niet bij de competente Nederlandse dienst te recht. Toen hij begin 1943 te Londen kwam moest hij vernemen, dat de Ne derlandse regering via hem geen be richten uit het bezette gebied had ont vangen.... Hij heeft bij deze gelegen- heia echter contact gekregen met het op 23 November 1942 opgerichte Bu reau Inlichtingen en dit heeft ertoe geleid, dat hij vertegenwoordiger het B.I. te Stockholm werd. Sindsdien kreeg het B.I. te Londen wel de be richten, welke de heer De Jong naai Londen zond. Ook van Londen uit heeft men gebruik gemaakt van de groep-Oosterhuis. Gearresteerd.... Helaas werd omstreeks 23 Juli 1943 de groep-Oosterhuis grotendeels ge arresteerd. Pogingen van de overgeble venen om het werk voort t? zetten zijn mislukt. Volgens de ene opvatting moet de directe aanleiding tot de ar restatie zijn geweest het oprollen van de groep-Wim, volgens de andere het verraad van Aben. Aben was e> n man, die aanvankelijk door de heer De Jong vertrouwd werd, die aanvankelijk ook waardevolle ge gevens had verstrekt, maar die later een verrader bleek te zijn. De heer De Jong is als vertegen woordiger te Stockholm van het B.I. opgevolgd door ir- Lindenburg. die in de ontmaskering van Aben goed werk heeft gedaan, maar later tegenover Anton van der Waals, toen deze in Stockholm kwam, niet doortastend ge noeg is opgetreden. De heer Linden- burg kreeg weer een opvolger in de heer Knuist. De periode van de heer De Jong is volgens de Enquêtecommissie het meest vruchtbaar geweest. In die tijd er sprake van een Zweedse weg, 'en uitermate belangrijke schakel met Engeland vormde. Dat dit na Sep tember 1943 niet meer biet geval ge weest is, kan niet geheel aan de op volgers van de heer De Jong worden geweten. De omstandigheden, In het hijzonder de uitschakeling van de •n-Oosterhuis en het verminderd" scheepvaartverkeer, hebben daarhij een zeer belangrijke rol gespeeld. de brutaliteit zo ver ging, dat agenten zouden uitstappen op de stoep van 's vijands veste. De Duitsers hebben inderdaad pas door verraad iets in de gaten gekregen. De aankomst in Londen was een te leurstelling. Van der Stok meende, dat hij en zijn vrienden radiografisch contact met Engeland hadden. Er bleek IP" niets van; de Engelsen hadden in het geheel geen contact met ons land. Van der Stok ging later gedesillusionneerd naar de vliegerij, de anderen begonnen met de „stunt". Gerbrandy Minister Gerbrandy, klaarblijkelijk niet wars van een goede opzet, en de heer Van 't Sant bleken te willen me dewerken. Niet alzo de CID, het B.V. T. en de departementen. Een groot bezwaar was, dat Hazelhoff daardoor van deze diensten nooit een bericht uit Nederland ontving. Zo wist hij b.v. niet op tijd iets van verandering van zilver op zink, van Sperrtijden en der gelijke. Maar zijn dienst was zo ef ficiënt, dat het coniact tussen de re gering en dr. Wiardi Beekman, die was gevraagd om minister in Londen te worden, over Hazelhoff en zijn dienst liep. Dit mag toch wel iets te denken geven. De heren kregen een- Engelse mo tortorpedoboot en voeren naar Hol land. In een klein bootje werd Taze laar naar de wal geroeid. Krediet zat met een stengun in het bootje te wach- in uniform, naar de boulevard ge- ten en Tazelaar werd door Roelfzema, bracht IBij een volgende reis liep de boot vast, maar bij daglicht kwamen ze weer los en voeren lustig door. Tazelaar benaderde Wiardi Beek man en de kapitein Tielens van de Inlichtingendienst. Die wilde niet mee, omdat hij de Duitsers zijn ere woord had gegeven, noncombattant te Engelsen hebben niet met de Duitsers onder één hoedje gespeeld Hoe is het England-Spiel mogelijk geweest? Was hier, zoals wel is beweerd, sprake van verraad in die zin, dat de Engelsen met de Duitsers onder één hoedje hebben gespeeld? De Parlementaire Enquêtecommissie is na een uitvoerig onderzoek van oordeel, dat haar geen enkel feit is gebleken, Hat verraad aannemelijk maakt. Zij acht het begrijpelijk, dat die gedachte bij velen, die de zeer ingewikkelde materie van het England-Spiel niet beheersen, is opgekomen, maar moet toch een oplossing van het England-Spiel, die gebaseerd is op verraad, als niet gefundeerd verwerpen. wiens opdracht hij voor de Engelsen zou hebben gewerkt. Voor het Bijzon der Gerechtshof kwam hij bovendien met het verhaal, dat Schreieder even eens in Engelse dienst zou hebben ge- Al deze verklaringen heeft Van der Waals echter op 25 Januari 1950, de dag vóór zijn executie, ingetrokken, waarby hij tevens heeft erkend, dat de beschuldiging, dat hij, voor de Duitsers werkende, in zeer vele geval len mensen verraden en in handen van de Duitsers heeft gespeeld, maar al te juist was. Zelf had Van der Waals nimmer radiografisch of op an dere wijze in contact met Engelandl gestaan. Door deze erkenningen van Van der Waals is tevens de enige feitelijke grondslag ontnomen aan de specula tieve beschouwingen van mr. Van der Starp. Volgens deze zou de Engelse geheime dienst er naar hebben ge streefd, in Nederland de bona fide ille galiteit uit te roeien. De Enquêtecom missie begrijpt niet, waarom dit spe ciaal in Nederland zou moeten ge schieden. Alleen in Nederland immers heeft een zo grote catastrophe plaats gehad als het England-Spiel. Hetzelfde merkt de Enquêtecommis- e op met betrekking tot de beschou wingen van dr. Feuilletau de Bruyn. Volgens deze zou men- in Engeland speciaal op de communistische illega liteit hebben gespeeld en zou men het England-Spiel in dit licht moeten Meineed Voor de Enquêtecommissie is nog iemand gekomen met verhalen waar van hij later moest toegeven, dat hij ze alleen maar gefantaseerd had. De stukken, op deze zaak betrekking heb bende, heeft de commissie in handen van de justitie gesteld, opdat een ver volging wegens meineed kon worden ingesteld. De Britse officieren zelf. die tijdens de oorlog een leidende positie hebben gehad bij de geheime diensten, heb ben de suggpstie. als zouden de Engel sen van bet England-Spiel oo de hoog te zijn geweest en opzettelijk aan het voortduren daarvan hebben medege werkt om andere belangen t" dienen, met kracht en verontwaardiging afge- Geen hulp Het eerste wat ze deden was Enge land op de hoogte stellen, dat ze ont vlucht waren en terug zouden komen. Na enkele weken kregen ze als ant woord dat ze niet op hulp konden re kenen. Een grote teleurstelling. Maar de enige niet blijven. Ze wer den over de grens gebracht en via Ant werpen, Zwitserland, de Pyreneën be landden ze in Spanje. Van Zwitserland uit seinden ze naar Londen dat alles verraden moest zijn daar ze direct bij aankomst waren opgepakt en dat vrij wel alle agenten in Haaren zaten op gesloten. In Spanje schreef Dourlein een uit voerig rapport waarin hij alles ver telde wat hem overkomen was. Maar voor hij dat kon schrijven moest hij ook daar eerst weer vrij zijn. De Span jaarden hadden nl. de vriendelijke ge woonte om al wat beneden de vei jaar was maar direct in de gevange nis te gooien. Dat was hun tweede gevangenschap dus, maar de Neder landers zagen toch kans hen vrij krijgen. Prettige ontvangst Na veel wederwaardigheden kwa. men ze dus in Engeland aan. Och er we hadden allerminst fanfares en veel drukte verwacht, schrijft Dourlein la ter, maar de ontvangst was toch heel erg koel. Er was nl. alleen sergeant van de Engelse Security die hen meenam en feitelijk bij een fami lie opborg. Ze werden steeds bewaakt toen Dourlein na een paar weken on op te spelen en de kolonel De B yne wou zien werden de Engelsen ongeduldigen stopten ze hen ii gevangenis. De kolonel, die ze later toch spraken kon niets voor hen doen. De hele zaak was in handen van de Engelsen. Wat was het geval? Schreieder, de man van het England-Spiel, was door het ontsnappen van de twee agenten in een moeilijk parket geraakt. Kwa men de twee in Engeland, dan was het „Spiel" volledig uit. Rauter was als des duivels. Schreieder moest voor het S. S. und Polizeigericht komen. Maar de sluwe vos redde er zich uit. Hij speelde een troef uit door via de England-lijn mee te delen dat Dour lein en Ubbink in Duitse dienst waren overgegaan. Mochten ze in Engeland komen dan was men dus gewaar schuwd. Men trapte er aan de t kant prompt in en daardoor werden de twee agenten het kind van de reke ning. Enkele maanden waren ze gevange nen. Ze werden in hun rang terugge steld. Kolonel De Bruyne deelde het hun mee terwijl ze een grote sigaar te roken kregen. Het was een administra tieve maatregel waaraan niet te ont komen was. Iets wat Dourlein niet be liefde te geloven, want, zo zegt hij. werd met rangen en promoties ge smeten. Ongelofelijk Hun chef. kolonel De Bruyne, werd naar Amerika overgeplaatst en zc moesten anderen de zaak verder be- blijven. Om de vrije plaats is toen he- handelen wat mee door ziekte van Ub- vig gevochten, veel meer, dan in de stukken staat. Zo zou eerst de later overleden journalist Smit met Beek man meegaan, later is dat Goedhart ge worden, terwijl ook de adelborst Dog ger, het „slapie" van Tazelaar kwam aanzetten. Deze is later met Tazelaar via de landweg in Londen gearriveerd, nadat de reis van Beekman helaas mislukt was. De volgende operatie was het af zetten van de agent Van der Reyden die ook netjes werd afgeleverd op het Scheveningse Gevers Deynootplein. Bij die gelegenheid miste Tazelaar de boot mee terug. Bij een volgende gelegen heid heeft Roelfzema terwijl al die tijd Krediet met de Engelse officier Goodfellow in het bootje zat tracht, in uniform te telefoneren een cel voor het Kurhaus. Hij liep langs de Duitse posten, die juist be zig waren Beekman, Goedhart en kere Pasdeloup op te brengen. Hij dus wel op tijd, maar men heeft el kaar op een haar gemist. Mis Bij een andere poging is de zaak uitgekomen. Terzelfder tijd opereer de n.l. wat Zuidelijker een andere boot. uitgezonden door kolonel De Bruyne. die door verraad ontdekt werd. Toen was het spelletje uit. Een wrange slotgeschiedenis: Als reserve-officier men gaf hem niet de kans, hem de beroepsadelborst, be roepsofficier te worden heeft Dog- verdei; gediend. Adelborst Taze laar is adjundant geworden bij HM de Koningin, hij heeft dp Militaire Willemsorde. Maar zijn dienst daar heeft niet lang geduurd. Hij heeft een tijdlang in zijn onderhoud moeten voorzien als nachtwaker bij de Londense brandweer. Roelfzema is ook adjudant van H.M. .geworden en heeft eveneens de MWO. Maar ook hij is later gewoon burger geworden, i bink geruime tijd duurde. Wie nu echter menen zou dat thans, nu de hele zaak bekend is, volledige rehabilitatie zou hebben plaats gehad, vergist zich en de commissie zegt daar over dan ook enkele scherpe woorden. Dourlein werd zelfs door zijn chef onder bedreiging van straf geprest zichzelf voor te dragen voor de Mili taire Willemsorde. Militaire onder scheidingen werden hun onthouden en Dourlein, thans sergeant-vliegtuig- schutter, wacht nog altijd op uitbeta ling van gelden die hem destijds ten onrechte zijn onthouden. Inderdaad, het pad van een geheim agent gaat niet over Ook voor de theorie van de heer K. de Graaf is naar de overtuiging der Enquêtecommissie geen grond aanwe zig. Volgens deze zijn er bepaalde aan wijzingen tegen de heer Bingham, sinds Maart 1943 chef van de Neder landse sectie van de S.O.E. Volgens de commissie is het duidelijk, dat de Duitsers zelf de indruk gewekt heb ben, dat zij met een verrader in En geland samenwerkten, om zodoende van de agenten de weinige gegevens, welke 1 un pMp^onbekend waren, te weten te koi.'-n. Volgens De Graaf zou iemand met de naam Bingham bij de Sicherheits- polizei in Nederland werkzaam zijn geweest. Hiervan is echter niets af doende gebleken. De Enquêtecommis sie wijst deze theorie dan ook af. Ook verder is haar niets gebleken van eni ge verbinding tussen de Diiitre dien den. die het England-Spiel SDeelden, i»n Engeland. Bovendien is dit spel aangevangen en gespeeld op een wijze, die het wel zeer onwaarschijnlijk maakt, dat er een verbinding tussen de Duitse diensten en Engeland zou hebben bestaan. Dikwijls is ook beweerd, dat de heer Van 't Sant verraad zou hebben ge- oleegd. De Enciuêtpcnmmissie heeft geen enkel bewijs of zelf maar een aanwijzing eevonden, dat in deze rich ting zou wijzen. Rauter Uit het gesprek, dat de procureur- generaal bij het Gerechtshof te Leeu warden, mr. De Zaaijer. met Rauter heeft gehad vóór diens executie blijkt, dat er naar dc mening van Rauter geen sprake van is, dat er van Engelse kant verraad in het spel was. Aange nomen mag worden, dat iemand in de positie van Rauter ervan op de hoogte zou zijn geweest, indien van Duitse zijde een verbinding met Engeland had bestaan, welke verband hield met het England-Sniel. Men zou zich nog kun nen indenken, hoewel reeds dit zeer onwaarschijnlijk isi, dat mensen als Schreieder en Giskes, die oo een lager niveau stonden, dit niet wisten, doch het moet wel zeer onwaarschijnlijk geacht worden, dat iemand als Rauter, die in rechtstreeks contact met Ber lijn stond, er niets van zou hebben ge weten, indien van Duitse ziide verbin dingen met Engeland werden onder houden. die invloed konden uitoefenen op het verloop van het England-Spiel. Agenten werden gedropt, maar ook per boot aan land gezet. Degenen, die van het bezette gebied uit naar Engeland gingen, werden meestal atgehaald per onderzeeer. later per motortorpedoboot. De verbinding tussen de wal en het ■chip werd tot stand gebracht via een rubberboot. Alles moest vlot en geruisloos geschieden en automatisch, want al deze operaties gebeurden natuurlijk 's nachts. Het helst nog in maanloze nachten. Oe/ening was daarom een eerste vereiste. Op de toto wordt de boot door de bemanning overboord gezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 10