De opperbevelhebber uit de Meidagen '40 thuis Hoe 't verzet in Nederland groeide Roemen in verdrukkingen ?sde das aan dae ?de nfen Wat een Nederlander buiten-af in de oorlog meemaakte Nieuwe LetdscHe Courem» Generaal Winkelman „Geen tijd om bevrijdingsdag te vieren" TJET Is of alles wat militair is, »,K generaal Winkelman, de bevelheb ber uit de Meidagen van 1940, aantrekt. Amper had hij zich gevestigd in een bu tenhuis aan de Amersfoortse straat weg in Soesterberg, tussen dennen, sparren en heide, of aan de overzijde van de weg zette de genie een kazerne neer, waarin het leger van na '40 deel van zijn troepen onder bracht. Militair is de Duitse herder, die over het erf waakt. Een beest, dat zich bij lkans door het gaas heenvreet als de vreemdeling nadert; een dier, dat zich straks, als de generaal zijn bezoeker uitlaat, grommend zal verheffen, maar gerustgesteld en zwijgend zal gaan lig gen als hfl, uit de gewisselde handdruk merkt dat het „goed volk" is. i Militair is de generaal tenslotte zelf, I ondanks eijn burgerpak. Een stevige rechte gestalte met van levenslust en levensdrang schitterende ogen. Hij heeft geen gemakkelijke oude dag De zorg om het vaderland, dat Indië prijsgaf toen het dat meer dan ooit nodig had, is hem van het gezicht tel lezen. En de martelende vraag, waarom al die offers nodig zjjn geweest. De offers van Mei '40 en van de hele be zettingstijd. de offers van de politiële acties in Indië, als het Nederlandse volk toch te zwak blijkt z'n nationaal be staan afdoende te verdedigen tegen ledereen ,„Het Nederlandse volk is schuld aan" zegt de generaal. Het heeft zoveel malen de mogelijkheid gehad om, via de stembus de regering tot een andere koers te dwingen. Het heeft dat niet gewild. Voor generaal Winkelman is er onder deze omstandigheden geen| reden de vijfde Mei met grote uitbun digheid te vieren. Die dag en de tiende Mei zijn voor hem dagen van herinne ring. i Van alles op de hoogte De sprookjes, die destijds verteld zijn, dat de generaal verrast eou zijn door de aanval van de Duitsers* hebben geen enkele grond. Hg zegt: „Onze militaire 1 attaché, de nu overleden generaal Sas, had ons gewaarschuwd, dat op de mor gen van de tiende Mei de aanval zou komen. Ik liet dus alle voorgenomen vernielingen ten Oosten van de Maas en elders in het land uitvoeren. Alle troe-[ ipen lagen in alarmstelling en de 124 vliegtuigen, die we bezaten, hadden reeds lang opdracht, te zorgen, dat bij het aanbreken van de dag in lucht waren. Dat was de les, die wij getrokken hadden uit de overvallen Polen, Noorwegen en Denemarken. De generaal was, na alles zo geregeld te hebben, om half één op negen Mei naar bed gegaan en hij werd, als leder ander Nederlander, wakker door het ge-| luid van vliegtuigen boven zijn woning i in Wassenaar. „Ik kleedde mü toen nenl spreken op het departement van Buiten landse zaken aan het Plein In Den Haag. Daar trof hg evenwel niet Seyss, maar tot zijn verbazing niemand minderl dan Goenng zelf aan. Die begon mct! vriendelijkheden. „Wg zijn immers broc-l dervolken; er wonen zoveel Winkelman en bij ons in Duitsland" en zo meer. Maar toen kwam de vraag om aan de Hembrug munitie te maken ten be hoeve van de Duitse Wehrmacht. ween zei Winkelman. „Jawohl" bries te Goering. „De oorlog is afgelopen. Met Haar vervaardigde machinegeweren t geen Nederlands soldaat meer 3d." at ls een dwaling" meende J i de Cellenbarak-, -Vassenaar. „Ik kleedde mij toen en gaf inmiddels mjjn chauffeur, die mij inwoonde opdracht de auto voor rijden. Terwijl hij die opdracht aan L_ uitvoeren was kwam mijn buurman zijn woning uit en diens wagen stond Hij vroeg „Zal ik U vast naa: bureau brengen?" Dat heb ik toen ge- accept»»*"' -*"-- later i Zo is het praatje in de wereld geko men, dat generaal Winkelman zelfs geen auto gehad zou hebben Den Haag te rijden. Een hopeloze taak Hij stond intussen voor een hopeloze taak. Het leger was onvoldoende ge traind en bewapend. De kanonnen waren van 1880. Tegenover de 124 vliegtuigen, voor alle doeleinden, strate gische verkenning, tactische oorlogs voering en bombardementsvluchten stond één „Luftlandungsdivision" met 1028 vliegtuigen. Bovendien: de Duitsers hadden het meest moderne leger van Europa. Hun officieren hadden recente oorlogserva ring en hun moreel was niet ondermijnd door de „geen man en geen cent"-theo- rie, die nog niet eens goed dood was in ons land, door de „dappere ongehoor zaamheid" predikers, de revolutie op „De Zeven Provinciën" en de onmete lijke schade, die „Kerk en Vrede" de vaderlandse zaak toegebracht had. „De volksvertegenwoordiging te onzent had niets nagelaten ons leger naar de blik sem te helpen", aldus de generaal. „De reserve-officieren waren tot kort voor de tiende Mei 1940 niet meer voor oefe ning opgekomen, maar kregen „schrif-! telijke oefeningen" thuis. Hoop op hulp van buitenaf bleek Qdel. De Fransen avanceerden ln twee dagen vier kilo-i meter, de Engelsen zonden alleen vernielingsdetachement naar Hoek van Holland en bombardeerden Waalhaven. Beloofde aanvallen, bij de Moerdijk b. waar de Fransen ons zouden hei pen. Ik sprak dat met Gamelin af, bleven uit. Tenslotte trokken de Fransen zich or Zeeland terug en daar was de weer stand, ook die van onze eigen troepen. Uiterst zwak." De rest is bekend genoeg. Vier dagen „het viel me erg tegen, dat we het niet langer volhielden" waren genoeg or Nederland te bezetten. Of het bij ee volgende gelegenheid weer zo zal gaan „Als de mogendheden het aan on overlaten de eerste stoot op te vangen gebeurt zeker hetzelfde weer. Daartoe zijn wjj niet in staat. We worden dan weer onder de voet gelopen, met alk- gevolgen daarvan en moeten het weei hebben van een van buiten komende hp- vrijding. Generaal Winkelman. raai Winkelman toen. „Want de oorloi hier is wel afgelopen, maar de regerin; en de Koningin vechten door en dus: geen Nederlands slachtoffer door Ne derlandse munitie." Goering zou het de Filhrer meiden ei hem vragen of zijn „lankmoedigheid' jegens de Nederlanders niet volkomen misplaatst was. Hij was toen bovendien furieus over het feit, dat er duizend Duitse parachutisten naar Engeland waren overgebracht. Een woede, die generaal Winkelman niet begreep want zei hij: „we hadden hier nog geen krijgsgevangenkampen en waar had ik anders met die mensen heengemoeten." „Maar U hebt ze in de gevangenis laten stoppen en ze gevangeniskleren doen aantrekken". „Ze zaten één dag i ken te Scheveningen kreeg, omdat hij in eei komen was een droge Winkelmans bescheid. Na de verjaardag van Prins Bern-, hard lieten de Duitse machthebbers; generaal Winkelman, zoals men weet, oppakken en naar Duitsland brengen. Waarom precies werd eerst duidelijk na de oorlog, toen in Neurenberg een brief van Seyss Inquart aan het licht kwam, die handelde over generaal Win kelman. Daarin heet het: „De toestand bij het In werking treden van het bevel van d< Ftihrer van 29 Mei 1940 wordt gekarak teriseerd door de positie van de opper- bcvëlhebber generaal Winkelman. Deze' oefende, met een beroep op de volmach-1 die hem, met het oog op de bezet-1 tingstoestand, door Koningin en rege ring gegeven waren als „landvoogd" al le macht uit en werd door het volk als een soort onderkoning beschouwd. Hij ontwierp verordeningen, die de Neder landse secretarissen-generaal ten uit voer brachten, en waar Winkelman zich in het openbaar vertoonde, bracnt hem ovaties. Daarom moet, met het op dtze toestand, allereerst de invloedj Winkelman gebroken worden." Al dus Seyss aan Hitier. Vandaar, dat niet Seyss. maar Goe ring de generaal op het Plein ontving en dat hg in Juni 1940 met andere offi-| eieren naar Duitsland werd vervoerd. Donderdag 4 Mei 11^ Het gebeurde in Dordt En dit is in Dordt gebeurd....: ir Juni 1940. Een Jood stond terecht en omdat voor het eerst in Nederland een Jood wegens belediging van de weermacht voor zijn rechters moest verschijnen en omdat dit „ganz korrekt" zou gaan. was de pers bevolen in de raadzaal van het stadhuis te komen om daar de „korrekte und ganz nette" rechtsple ging mee te maken. En sindsdien weet zij hoe deze woorden moeten worden Het gruwelijke van deze vertoning school niet zo zeer in het feit, dat een nkeljuffie, dat met een mof in het Wantij-bad pleegde te zonnen, haar patroon had aangebracht, en ook niet de omstandigheid, dat betrouwbare I getuigen, die de onwaarheid van de beschuldiging aantoonden, schreeuwe rig met een vervolging wegens mein eed werden bedreigd, maar in het sadistisch sarren van het slachtoffer van Duitse haat en machtswellust. Gebroken, bleek, schuw, zat hij voor een koppel officieren, wie het uni form om de vette buik spande. Tel kens als hem een vraag werd gesteld, moest hij opstaan. Dat ging langzaam, want de man was vermoeid, o zo ver moeid. Op het bonkende rhythme van de sto tende, brullende, schreeuwende stem, die tot ver over het stadhuisplein te horen was, moest het bleke, schrompelde, vermoeide stukje gymnastische oefeningen maken, Op neer; op -neer; op iis zwei; eins.zwei! Dat is m Dordt gebeurdin Juni 1940, toen nog geloofd werd dat de Duitsers nog zo kwaad niet waren. Na deze verschrikkelijke caricatuur in een rechtszitting wilde een mof de pers een verslag dicteren. Zij niet, want het zou beledigend Joden zijn. En toen sprak een der journalisten, de verbolgen mof geruststellend: „Mit den Juden machen wir 's wohl fertig!' e mof gaf hem een hand. De ande- schaamden zich diep. Dordt gebeurdin Vóór alles was 't geestelijk verzet Juni 1940- 111" I d'e wandelende geraamten; de dra- In gevangenissen en concentratiekampen OVER veel ellende, die we in ge- ken en „Andachten" voor me liggen vangenis en concentratiekamp van predikanten uit Dachau van al- hebben gezien en ondergaan, willen lerlei nationaliteiten en allerhande we maar liever zwijgen. Wie 't zelf kerken (of zou ik „Kerken" moeten heeft meegemaakt, begrijpt dat wel, schrijven?). We hadden, daar zijn en wie 't niet aan den lijve heeft on- nu eenmaal theologen voor. onze dervonden, kan zich uit de meest ge- gemakkelijke critiek op eikaars pre- detailleerde beschrijvingen van het ken, maar genoten dat we hebben! Ik - dank God nog voor de zegen op die leven daar, toch geen voorstelling er van maken hoe het nu eigenlijk was. Toch is het goed, dat we in deze dagen weer gedenken, gedenken ook het leed, dat er geleden is, en de offers, die er gebracht zijn voor de vrijheid, gedenken de goedheid van God, die ons weer bevrijdde. Ik schrijf dit op de dag van de be vrijding van Dachau. 29 April 1945. Onvergetelijk voor wie het hebben meegemaakt. Er staat ergens i: psalm, die van terugkeer van gevan genen spreekt, dat ze sen die dromen. Nu, zo ging 't ons eigenlijk ook. Jaren aaneen hadden gebeden, gehoopt, er over gepraat, ns voorgesteld, tenminste, beerden dat, hoe 't zou zijn, en toen het er was. ja, was 't werkelijk als "in droom. En toen dat onvergetelijke woord m die Amerikaanse legerpredikant, dat hoge houten kruis op het ap pèl-plein, en de dankdiensten, en dat je zó maar vrij kon rondlopen, en geen Haftling nummer zoveel meer was, maar mens. Maar die maand na de bevrijding, die duurde voor je gevoel veel langer dan de jaren van gevangenschap. Want toen je eenmaal vrij was, wou naar huis natuurlijk, stel je voor, ar huis! En weer aan je werk, dat dat mocht van God, dat je de kans /eer kreeg. we hadden in de gevangenis en preken en avondmaalsvieringen onze kapel in Dachau. We waren daar één in onze Heiland, dat leefde voor ons, daar was niets geforceerds aan. En wat hebben we vaak fijne gesprek ken gehad, en we deden dan heus niet alsof er geen verschillen tussen room sen, luthersen, gereformeerden, i vische broeders, en noemt U ze op, bestaan. Maar je leerde ii jaren wel wat voorzichtiger omgaan met „beginselen" en met allerlei ge woonten en praktijken, die niet altijd zo stevig op Gods Woord blijken ge grond te zijn, als je in je eigen veilige kerkelijke huisje wel denkt Jc leerde er ook wel de mensen, er naar ik hoop, ook je zelf beter ken nen. Heus, de vernis ging er wel af de loop van de jaren, en de camou flage was daar werkelijk niet afdoende! Wat de bijbel zo van een mens zegt, is ja soms kras genoeg, maar een paar jaar „kamp" heeft God voor menig een gebruikt om onder Zijn vernieti gend vonnis het hoofd te buigen maar we hebben daardoor ook ge leerd wat genade is! Ontmoeting met Goering Nadat Seyss Inquart met een rede, waarin hg overeenkomstig de we van generaal Winkelman zweeg ove Koningin en het kletspraatje der Neder landse samenzwering met Engeland en Frankrijk tegen Duitsland, zijn ambt had aanvaard, achtte generaal Winkel man zijn taak voleindigd. H(j had bo vengenoemde eisen gesteld, omdat de secretarissen-generaal hem hadden ge vraagd of zij de inauguratie van Seyss ln de Ridderzaal mochten bijwonen. Het niet spreken over de genoemde onder werpen was generaal Winkelmans voorwaarde. Seyss bleek evenwel de taak van Winkelman nog niet ten einde te achten. Hij duchtte hem als een man. die zijn macht in de weg stond. Dat bleek generaal Winkelman reeds kort na de bezetting, toen hij een verzoek kreeg met Seyss Inquart te komen het kamp nog wel iets kunnen doen, maar 't was vaak wel erg moeilijk om er een gelegenheid voor te vinden. In Amersfoort indertijd, begin '42 was 't streng verboden een Bijbel te heb ben. We hadden er wel een paar onze strozakken verstopt en wat v ren we er zuinig od, en wat was de Biibel je toen lief. Schandelijk eigen lijk, dat je nu al weer er zo aan ge wend bent. dat je best eens een keer kunt overslaan met bijbellezen; wat had je honger naar 't V/oord, dat was toch wel echt je brood.. Of we geen honger hadden naar „gewoon brood" o ja, zó geestelijk waren we niet hoor! En er over praten, lieve mensen, hebben van ons leven niet zo o' eten gepraat als toen, hoe minder kreeg, hoe meer je er aan dacht en over sprak en over droomde! Honger valt ook werkelijk niet mee, •r. een naar gevoel is dat. Maar die andere honger, daarvan moet ik toch nog iets zeggen, want dat was een van de fijne dingen in het kamp. Dat at en dronk je nu werke lijk, als je stiekum ergens in een Hoekje met een bijbel even zitten kon. Woorden in de bijbel, die je vroeger wel wat al te hoog gegrepen vond, durfde je nu in geloof na te spreken. Dat geen honger of gevaar of naakt heid of wat dan ook je kon scheiden van de liefde van God, ja, dat vond je iets uit boeken en uit de tijd van de martelaren maar dat een gewoon (want heus, dat je wat was, dat leerde je in het kamp wel grondig af) 't ook zeggen kon, echt, eerlijk-ge meend, het was een verrassing. We hadden 't wel kunnen weten, 't staat de bijbel, maar ja, we leven er niet zo in ons gewone doen. Toen wel Weet U wat ook fijn was? Dat we Dachau onze kerkdiensten hadden De „leken" (vergeef me deze roomse onderscheiding, die we in het kamp gemakshalve vaak maar overnamen') mochten er niet komen. Wel smokkel den we er een enkele binnen, zo voor en na, maar dat bleven toch uitzonde ringen. Ik heb hier een bundeltje pre- Hoe de stemming er was, wordt me el eens gevraagd. Net als thuis, de ene dag beter dan de andere! Je leefde van „parolen"; er waren natuurlijk wel lekken, waar door radioberichten, ook van de BBC, doorsijpelden. En wat een mens soms niet gelooft 't deed we] eens kwaad, maar meestal bleef het een vrij onschuldig vermaak. Maar U be grijpt wel, dat van onze zenuwen wel 't een en ander gevraagd werd. Toen we in '42 in Dachau kwamen, woon den en sliepen er in twee kamers var ongeveer 10 X 9 een veertig a vijftig beschermelingen van de Führer. Eind 1944 liep dat op tot vier a vijfhonderd, in die zelfde ruimte. Je liep mekaar in letterlijke zin van het woord de hele dag voor de voeten, en ook erg dik wijls er op, en U begrijpt, daar kan niet iedereen even goed tegen! Trouwens al die jaren was er al niet steeds welwillend beroep gedaan op de „Nerven" 'k Zou me hier ook wel anders kunnen uitdrukken, 'k heb dat, eerlijk gezegd, ook wel eens gedaanwant in de loop van de tijd hadden we wel een, wat ik nu maar noemen zal, Dachauer dialect aange leerd, dat ons in staat stelde voor de uitdrukking van onze gedachten die woorden te kiezen, die we thuis niet plachten aan te wenden, 't Viel ons allemaal dan ook hard mee dat we zo gauw al netjes konden spreken, toen we weer in de ons vertrouwde omgeving terug waren. Ja, wij, die er van vertellen kun- ;n, zijn tenminste weer thuis geko men. Eerbiedig gedenken we de dui zenden, die in de gevangenissen, en vooral in de kampen, gestorven zijn, van honger, kou, door martelingen. De laatste tijd was het in Dachau héél erg, in een paar maanden stierven er meer dan tienduizend, vooral aan vlektyphus. De zaak was volkomen, hopeloos verluisd Er werd niets ir tegen gedaan eigenlijk. Wat er nog gedaan werd leek meer op peste rij (pardon!) dan op 'n serieuze poging om tenminste nog enigszins de ver vuiling tegen te gaan Ellendige maan den waren dat, die laatste, toen je tussen de lijken leefde. Duizenden lagen er nog onbegraven toen de Amerikanen kwamen. Vergeten we ook niet de levensmid delenpakketten' Die hebben duizenden levens gered. Hartelijk dank aan allen, "e er aan meegewerkt hebben! Maar in de herfst honger weer te komen, lijken op te halen, zonder enige piëteit. Hoevelen zijn er vol strekt eenzaam gestorven alleen God weet, wat in al die harten is omgegaan. Wat ze gedacht, gezucht, geschreeuwd hebben en of het een vloek was of een gebed. Ja, gevloekt is er in de gevangenis sen en de kampen, 't Was ook erg moeilijk soms. Dat volharden in het geloof alleen maar genade is, heb ben we in die jaren wel geleerd. Bij zó onbeschrijflijk veel leed en ellende, bij het zien doorvoeren meedogen loos consequent van een zó God- en mensonterend systeem, te kunnen blij ven geloven, dat de Heer recht is in al Zijn weg en werk, dat Zijn goed heid in 't gans heelal (ook in de kam pen) geen perk kent, het is een won der van God. Maar 't is geen droom. Zo hebben velen het mogen erva- en door het geloof, 't Is dan toch vaar wat er staat in de Bijbel van .roemen in de verdrukkingen". S. R. SMILDE. T7IJF jaar na de bevrijding van de Duitse bezetting bestaan er in ons land nog opvattingen omtrent het in de bezettingsjaren gepleegde ver zet, die aan alle werkelijkheid ge speend zijn. Het is daarom goed aan de vooravond van de herdenkingsplechtigheden eens in 't kort van de juiste ontwikke ling van de gebeurtenissen dier dagen melding te maken. Al te veel wordt het verzet vereen zelvigd met gewapend verzet, dat bij zonder de laatste 1 i]d van de bezet ting van zich spreken deed. Het sprak ook het meest tot de ver beelding. Hoewel men van het Nederlandse volk moeilijk als van een romantisch volk spreken kan, heeft toch iedere Nederlander in z'n hart een plaatsje, waarin hij de herinnering aan dappert gedragingen van landgenoten in vroe gere bewogen periodes van ons volks bestaan. bewaart. En door dat gewapend verzet wer den deze herinneringen wederom le vend, men was er trots op, dat er nog lieden gevonden werden, die aoor list en geweld de vijand dorsten te weder- staan Maar 't verzet in z'n algemeenheid is in Nederland geen gewapend verzet geweest, 't Verzet in Nederland was vóór alles een geestelijk verzet. De bezetter toch trachtte door bestuursmaatregelen ons volkseigen, weg te nemen, en alle^ volksuitingen te dwingen in het keurslijf der Duitse opvattingen. Van de belofte van de Rijkscom missaris, dat het volkskarakter geen geweld zou worden aangedaan, is niets terechtgekomen. Nederland kende en kent z'n gees telijke stromingen, zich uitend in een zeer gevarieerd verenigingsleven. Dat verenigingsleven was het eerste aanvalspunt. Politieke partijen werden verboden, gelijk-doel-beogende ver-1 OPDAT WIJ NIET VERGETEN" Fraai verzetsboek der Geref. Kerken - enigingen doch met verschillende grondslagen moesten een gelijke basis, in dit geval een nat.-socialxstische ba sis krijgen. En hier ontstond nu het verzet. Tegen de by verordening voorge schreven maatregelen viel weinig te doen, doch wel kon men op stille wijze de opgeheven of verboden partij of vereniging in stand houden. Veel is er door allerlei prominente figuren uit ons voor-oorlogse christe lijke verenigingsleven gedaan, om zijn doel. beoordelingen van maatregelen en verhoudingen uit eigen gezichtshoek, te blijven volvoeren. Men denke b.v. aan onze schoolorga nisaties. De aan te nemen houding tegenover maatregelen van de bezettende macht ten opzichte van het onderwijs, werd in kleine geheime vergaderingen paald en daarna van mond tot mond doorgegeven. Men denke ook aar de geheime bij eenkomsten van de leiders der poli tieke partijen. Met name denk ik hier aan de activi teit van wijlen Dr. H. Colijn die, het schrijven van zijn befaamde bro chure ,.Op de grens van twee tv den" tot de ontdekking gekomen dat Christelijke politiek onmogelijk was geworden, zelf de stoot gaf tot kaderbijeenkomsten der eigen partij en leiding gaf in de veelszins moeilijke vraagstukken van de dag. Dit op geheime wijze instandhouden van ons Christelijk verenigingsleven, bracht met zich mede, dat ons volk op de hoogte moest worden gebracht van de aan te nemen houding en zie daar de geboorte van de „Ondergrondse pers". 't Waren gestencilde mededelingen en kleine gedrukte blaadjes, die eerst moesten worden vervaardigd en daar- verspreid. We gedenken met eerbied hen, die daarvoor hun leven hebben gegeven. Een bepaalde overeengekomen hou ding bracht echter meestal consequen ties met zich mee. Ik denk hier b.v. aan de houding tegenover de „arbeidsinzet" Vaststond dat iedere Nederlandse arbeider, die naar Duitsland werd overgebracht, daar een man vrijmaakte voor de oor- actief deel aan de oorlogsvoering en nog wel aan de zijde van onze vijan den. Dat moest telkens weer aan onze mensen worden voorgehouden. Maar dan kwam ook de vraag: „Wat dan?" En ziedaar de geboorte van het on- derduikerswerk. Dat onderduiken was aanvankelijk vrij eenvoudig, speciaal wanneer het jonge en ongehuwde mannen betrof. Men kon zich gemakkelijk van de ene stad naar de andere stad, van de ene provincie naar de andere provin cie verplaatsen. Doch toen dit tot de „arbeidsinzet leiders" doordrong, paste men al spoe dig twee maatregelen toe, nl. die van blokkering van distributicstamkaart, waarop men z'n levensmiddelen krij gen moest, en die van het persoons bewijs. Deze beide maatregelen zijn de aan leiding geworden tot de oprichting van onderduik-organisatie's, samengebracht later in wat we nu nog noemen de „L.O." de landelijke organisatie tot huln aan onderduikers, en van de L.K.P., de organisatie der „Knok ploegen". De L.O. hield zich bezig met het verzamelen van onderduik-adressen, en de verzorging der ondergedokenen met bonkaarten, levensmiadelen en falsificaties, de „Knokploegen" zorg den voor het ter beschikking komen der levensmiddelenkaarten, onder het motto: „Als we ze niet meer krijgen, gaan we ze wel halen". De bouw dezer organisaties en de co-ordinatie van allerlei groepen en groepjes in den lande, die hetzelfde beoogden, heeft veel tijd en moeite gekost. De taak der L.O. Js verlicht bij de formatie van het N.S.F., het Nationaal Steunfonds, dat door de wettige Rege ring te Londen gemachtigd was gel den te lenen om het verzet te finan cieren, en van de L O. de gezinsver goedingen overnam. Van formatie van gewapend verzet kan eigenlijk eerst na de ..Dolle Dinsdag" worden ge sproken. De N.B.S., de NeJerlandse Binnen landse Strijdkrachten, zijn op bevel van prins Bernhard in September- October 1944 geformeerd. bundeling van „knok ploegen", ploegen uit de Raad van Verzet, en de O.D., de ordedienst hoofdzakelijk bestaande uit oud-mili tairen, en geformeerd voor handha ving van de orde, by een eventuele be ëindiging der oorlogshandelingen, doch die zich ook onledig hield met het ver zamelen van voor de oorlogvoering belangrijke militaire inlichtingen. De formatie dezer N B S- bracht dus ongelijk gerichte groepen bij elkaar wat al spoedig tot gevolg had, dat een scheiding tot stand kwam, nl. jen „strijdend" en een „bewakend" gedeelte dezer N.B.S. Beide zijn in het geheim van mo derne wapenen voorzien en deswege door uit Engeland gedropte of „ge- crosste" instructeurs geoefend. Na de bevrijding is het overgrote gedeelte der „strijdende" B.S.-ers in geallieerde dienst getreden, terwijl het „bewakend" gedeeite politiediensten heeft verricht. Wanneer men nu bedenkt, dat de opbouw dezer organisaties alle in het geheim moest plaats vinden, onder het argwanend en spiedend oog der de Duitse Veiligheidsdienst, dan past ongetwijfeld een woord van waar dering en lof voor hen, die de formatie ervan hebben ter hand genomen, of hebben voortgezet en voltooid. Een woord van hulde en eerbiedige nagedachtenis voor lien, die door dit werk, dat zij uit overtuiging en voor logsvoering. of aan de productie voor de oorlogsvoering onmisbare het Nederlandse volk hebben gedaan, machines, goederen of producten hun leven hebben gelaten, werd tewerkgesteld. otxt/- a Wie naar Duitsland ging, nam dus T. ELSINGA Hij werd 45 maanden gevangen gezet Wij hebben een Nederlander, die ge durende de oorlogsjaren in het buiten land verbleef, gevraagd enkele van zijn indrukken te vertellen over zijn be- i Ds. Boodt over Matth. 24 t hieronder besproken boek) Naast het fraaie verzetsboek van de Ned. Hervormde Kerk is thans ook verschenen het verzetsboek der Geref. Kerken. Men heeft het de mooie titel gegeven „Opdat wij niet vergeten" en het draagt als ondertitel „De bijdrage van de Geref. Kerken, van haar voorgangers en leden in het verzet legen het nationaal-socialisme en de Duitse tyrannie". te. Wat er toen geleden is. Je ziet nog I is, een boek Ook wij betreuren het, dat het vaak gemeen schappelijk verzet der; onderscheidene kerken niet in één gemeenschap pelijk verzetsboek is beschreven. Hoe juist zou het geweest zijn, zo de eenheid van het ker kelijk verzet, belichaamd in het Inter-Kerkelijk Overleg, haar vervolg, misschien haar afsluiting, gevonden had »n een gemeenschappelijke ge schiedschrijving. Zeker, soms hadden de afzonderlijke kerken afzonderlijk aandeel in de strijd. Maar hoeveel deed men niet tezamen had meer lijn gelegen dan dat men van dat gemeenschappe lijk verzet ook gemeen schappelijk verantwoor ding had afgelegd. Intussen, dat is niet ee beurd. Er verscheen een R.K. verzetsboek, een Herv. verzetsboek, en thans verscheen ook het verzetsboek der Geref. I Kerken. Wjj mogen ter stond zeggen, dat het een prachtig boek geworden waarin men van bladzijde tot blad zijde wonderlijk gestemd zal worden over de grote daden Gods. Groot was reeds in de oorlogsjaren ons aller dankbaarheid voor het geen de kerken deden in het verzet tegen de overweldiger. Daarnaast vroegen sommigen zich toch ook af. of de kerken niet nog meer zouden kunnen doen. Maar wan neer men dit boek leest, dan kan het niet anders, of men wordt van ver bazing vervuld over al datgene wat werd onder nomen. Veel van die arbeid is openbsar ge worden, maar veel ook bleef in het verborgen en moest in het ver borgen blijven, zolang de druk van de bezetter aanhield. Aan dit boek heeft een keur van bekwame mede werkers haar krachten gegeven. Wij noemen dr J Dnnner. dr J. J. C van Dijk, de hoogleraren Brillenbure Wurth. Dijk. Van der Molen, Nauta. dr. Bruins Slot, ds. J. C. J. Kuiper, dr. H. van, Riessen, dr. A. A. L. Rut gers. Zij hebben geput uit hun herinneringen, die inderdaad wel zeer ryk waren. Maar een bijzonder woord van lof en waardering komt toch wel toe aan ds. Th. Del- lcman, die het boek in opdracht van de Gene-; rale Synode der Geref. Kerken heeft samenge steld en aan wiens ijver en speurzin het wel slagen van dit boek toch wei heel speciaal te danken is. Behoeft hot nog betoog, dat dit boek, dat bij J. H. Kok N V. te Kampen het licht zaf op uitnemende wyze oo! technisch werd verzorgd? Men leze dit boek. Men leze wat er verteld wordt van het kerkelijk verzet in het algemeen, men leze het hoofdstuk het Jodendom en de Kerk. men leze het tref fende hoofdstuk over de predikant in gevangen schap, in het bijzonder de woorden ter nage dachtenis van hen die hun leven gaven, het hoofdstuk over de diaco nale zorgen en dat over de bijdragen van Gere formeerden in het verzet. En men worde vervuld van bewondering over de uitvoerige documen tatie Dit boek verdient in veler handen te komen. ..opdat wij niet vergeten". bied. Zodra de gelegenheid daarvoor open stona. sloot ik me aan bij de bur gerwacht in mijn woonplaats Het ging lers allemaal tegen de Duitsers i de val van Frankrijk kwamen er ïwel Vichy-ambtenaren en een Duit- n Italiaanse wapenstilstandscommis- Zij ontnamen mij niet alleen alle bewegingsvrijheid, maar de leden en de Vichy-mensen bleken goed op de hoogte van mijn pro-geallieerde gevoelens Er bestonden dan ook al spoedig in terneringsplannen. Alleen door reeas van te voren genomen maatregelen in werking te doen treden gelukte het mij, met behulp van een Spaans visum naar Tanger in Noord-Afrika uit te wijken. Slechts wat lijfgoed, enige waardevolle landbouwproducten die in de historie later een belangrijke rol zouden gaan spelen en een bedrag van vijf duizend francs kon hij meenemen Die franken vertegenwoongden drag in Nederlands geld van J 200 Het behoeft geen betoog, dat mijn vroi ik daarvan met geen mogelijkheid •konden. Ik moest weg Niet alleen uit finan ciële noodzaak, maar ik wilde iok mp vaderland op meer effectieve wijze die nen. Alleen tegen betaling van hoge pas sageprijzen was het mogelijk naa-, Zuid-| Amerika te ontkomen. Die weg was voor ons dus afgesloten. In de tussenlijd zat ik niet stil. Ik ging ------ de Engelse geheime dienst werken ik meende daarmee de vaderlands» zaak het best te dienen Eenmaal maakte fout. Ik nam een Nederlandse vertegenwoordiger in vertrouwen er telde hem van mijn illegale actie Ik meende, dat alle Nederlandse enaren in de vreemde te vertro .aren, doch dat vertrouwen bleek ■laatst. De man verried mij aan paanse en Duitse geheime diensten Het 'as toen natuurlijk uit met de diensten oor Engeland in Tanger Het merkwaardige is. dat. ondanks herhaalde aanklacht naar dit verraad nooit een onderzoek is ingesteld. Integendeel de man, die het pleeg de, is later bevorderd Ik wendde me tot het regeringscom- issariaat voor vluchtelingen in Lissa bon en dat hielp me naar de Portugese hoofdstad ontkomen ging het uit Vichy-Frankrhk belangrijke. met dat zaad in Suriname heel wat op het gebied der voedselvoorziening voor Nederland in druk cn in vrijheid le be reiken zou zijn. Het kostte blijkbaar heel wat moeite mij naar Suriname te zen den, maar eindelijk lukte het dank zij de medewerking van het Rode Kruis. Tijdens het korte oponthoud in Amerika wist ik Amerikanen voor de landbouw- plannen te interesseren, maar de men taliteit van de regeerders in Paramaruo was voor een enthousiast man geen aan sporing. Ik voelae. dat er iets niet zui ver was. Dat heb ik in een officieel rap port aan H M de Koningin trachten mte te delen Er ging een uitvoerige brief naar Londen, doch hy werd om advies en raad waarschijnlijk, in handen ge steld van niemand minder dan de gou verneur van Suriname en toen was de boot op een hevige manier aan. De gouverneur van dit gebied was in oorlogstijd volgens oude wetten opper machtig en hy wist gedaan te krijgen, dat ik gevangen genomen en geïnter neerd werd In dit enig overgebleven stukje vrij Nederland heeft men het be staan mij op te sluiten m een „anti nazi-kamp". Vijf cn veertig maanden zat ik daar, voor niets Onschuldig, zonder gelegen heid me te verdedigen, beroofd zelfs v^n mijn bijbal Met aile Duitse vervolging ■ee. zat ik 3 jaren, 9 maanden en 1 week i de gevangenis Zo kwam de bevrijding Enerzijds een ig van vreugde aan de andere kant een gebed om bevrijding van het ge- vangenisjuk. Dank zij de tussenkomst van de gou- erneur van Curacao werd ik op 23 Juni 1945 in vrijheid gesteld. De bevryding '"as toen zes weken oud. Voor levensonderhoud kreeg ik ten bedrag per maand toegekend. Maar laat er nu een Nederlands ambtenaar zijn, die zyn yver zó ver doordreef, dat hij mij een verklaring liet tekenen, dat ik het geld terug zou betalen. Thans. n,. 45 maanden, klopt „Binnenlandse zaken" aan mijn deur om de centen terug te vorderen Dat wil zeggen nadat ik 45 maanden in gevangenschap doorb „cht ik had werd vernie'd dnor de Duitsers. Ik had gedacht aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding. nel te zeggen, wat men vJelt. u,'eer bevrydingsdag is. Naast blijdschap over die dag overheerst bij gedachte, zo zei hij. Deze name lijk, dat God aan het licht zal brengen wat in die oorlogsjaren op vrij Neder lands grondgebied gebeurd is en tevens, dat men dan in Nederland eirue- lijk beseffen zal. dat er tegenover derge lijke ^oede Nederlanders, die door ma chinaties van het toneel gedreven wer den, recht gedaan zal worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 6