VOOR öe VROUW de X knipt BIJ DE POLITIE f onzejeuqó-p&qinó^ ONZE TEKENWEDSTRIJD DE BENGELS 2 ZONDAGSBLAD 21 JANUARI 1950 Het uitgangspunt DANK zij het verbeten ènbiddend strijden van onze moeders en groot moeders, staat de wereld nu ook voor de ongetrouwde vrouw open. Hoeveel mogelijkheden zijn er geschapen, om als vrouw een vrij en onafhankelijk leven te leiden! Oók mogelijkheden, waarbij zij aan de innerlijke drang van haar hart kan voldoen, zich geheel aan anderen te geven. Om zó in het leven te kunnen staan, moet echter het uitgangspunt goed zijn. En bij dat uitgangspunt staan voor 't grootste deel vader en moeder verant woordelijk Als wij, zodra onze dochters van de lagere of van de Mulo-school ko men, vóórop stellen, dat zij nu direct maar zoveel mogelijk moeten verdienen en haar daarom naar dié fabriek of dat kantoor sturen, waar dat „ideaal" ver wezenlijkt kan worden, dan maken wij een grote fout. Wij stellen de geld kwestie primair, terwijl het meisje niet de kans krijgt, zich naar eigen aard en aanleg te ontwikkelen Het lokt haar eerst natuurlijk onweerstaanbaar aan, zo veel geld te verdienen, waarvan zij een deel voor zichzelf mag houden. Toch zal zij vroeg of laat tot de ontdekking ko men. dat zij iets méér nodig heeft, iets waaraan zij zich met haar nele hart kan wijden. Het moet ons niet verwonderen, dat deze meisjes, wier leven in dodende routine of zenuwslopende arbeidsinspan ning ten onder dreigt te gaan. verpozing zoeken in dancing, bar of bioscooop. Wij kunnen hier ach en wee over roepen, het kan ons beklemmen.-als wij zien, hoe deze m „de wereld" ontspanning-zoeken de stroom aanwast, van meisjes, die toch uit degelijke, soms streng-orthodoxe ge zinnen komen. maar.... val haar niet te hard! Dat verkeerde uitgangspunt, dat is het! ]>at is aan ónze èn aan de aandacht van de kerk ontglipt! En dat is heel erg! Als onze kinderen van school komen, dienen we bij de meisjes evengoed als bij de jongens op aard en aanleg te letten. Er zijn ook voor onze meises zoveel po- sitie's, waarvan zij in de toekomst iets „maken" kunnen, waarin zij ook als oudere, ongetrouwde vrouw bevrediging vindt. Gelukkig dié meisjes, wier ouders een studie kunnen bekostigen, die haar voor de toekomst grote mogelijkheden biedt (dokteres, zendelinge. kinderrechter, maatschappelijk werkster, apothekeres, lerares, onderwijzeres enz.). Minder kostbaar zijn de opleidingen tot huis houdkundige, kinderverzorgster, eostu- mière en verpleegster. Vooral dit laatste beroep staat hoog aangeschreven en wat kan hierin een voldoening gesmaakt worden Deze week sprak ik een jonge vrouw, wier man, toen zij twee maanden ge trouwd was, door de Duitsers neerge schoten werd. Toen zij uit de verdoving van deze slag ontwaakte, zag zij als enige levensmogelijkheid, waaruit zij met Gods hulp kracht zou kunnen putten, om vér der te gaan: zichzélf aan anderen te geven. Hard werken. Zij is eerst kraam verzorgster geworden en leert nu voor verpleegster, terwijl zij zich als doel. het beroep van wijk-verpleegster gesteld heeft. Zij vertelde van babys met een minimum aan levensvatbaarheid gebo ren. om wier bestaan zij dag en nacht gevóchten had en de voldoening om de uiteindelijke bekroning van haar ver beten vechten, trilde in haar stem door. Tranen sprongen in haar ogen bij het verhaal van een blind-geboren tweeling en de wanhopig-bedroefde moeder. Zulke vrouwen krijgen pracht-kansen, om veel voor anderen te zijn. En schenkt dót »ns niet de meeste voldoening? Natuurlijk brengt ieder beroep zijn eigen bezwaren en moeilijkheden mee. In een kleine gemeenschap als een zie kenhuis b.v., wat hoofdzakelijk een vrou wen-gemeenschap is. is het gevaar gróót, tot een bekrompen levenshouding te ko men. die de samenleving verbittert en naargeestig kan maken Voor hóór geldt het In 't bizonder: wees sterk van geest ruim van blik, ruim van hart. bewaar een flinke dosis Jean Desses ontwierp deze ruime mantel van marineblauw en wit pied de poule. De ceintuur houdt de ruimte in de rug bijeen, doch kan ook naar voren sluiten, waardoor de mantel van achteren wijd klokkend vaU. gezonde humor en probeer óók in deze kleine gemeenschap als een kind des Lichts te staan. En denk eens hoeveel tact en wijs paedagogisch en psychologisch inzicht er gevraagd wordt van onze onderwijzeres sen en leraressen, die onze „lieve" jeugd in hun puberteitsjaren moeten onder wijzen! Een beroep dat nog in de kin derschoenen staat, maar mooie perspec tieven opent is dat van kerkelijk werk- Zo zijn de mogelijkheden vele, gelijk ook blijkt uit de rubriek „De vrouw in haar beroep" op deze Vrouwen-pagina. Moeders, laten wij bij het uitgangspunt waken! Het verdienen van veel geld mogen wij als Christenen onze kinde ren niet als ideaal voor ogen houden. Dan grijnst de Mammon! En wij sturen onze kinderen de brede weg op! Juist nu het leven financieel zo zorgelijk is, is dit gevaar zo groot Wie zo hier en daar eens achter de schermen gekeken heeft ,is tot de ontstellende ontdekking gekomen, dat er Christenen zijn, die heel wat in de melk te brokkelen hebben, maar ze stinken naar de Mammon! Zoudt met hen willen ruilen, al ver gaapt u zich misschien aan hun „sleeën" en villa's? Ik niet! We moeten weer terug naar de bede: „Voed mij met het brood van mijn bescheiden deel". Als wij zó gelovig uit Gods Vaderhand leven, zijn we waarachtig gelukkig. En als uw dochtertje geld moet inbren gen en ze houdt veel van kinderen of van huishoudelijk werk, dwing haar dan Een leuke pyama voor onze kinderen is patroon no. 55, dat verkrijgbaar is tot 28 Januari aan onze bureaux tegen betalirug van 0.35 of na ontvangst van 050 wordt toege zonden. De pyamaat- jes zijn gedacht voor kindieren van 3-5-7 jaar. Broer en zus kunnen nu keurig naar bed! Maar la ten* we er dan aan denken, dat de slui ting van de jongens- pyama van links de meisjespyama is het net andersom. No dig drie meter flanel van 80 cm breed voor de grootste maat. Het is het aardigst wanneer de opsla gen van een andere kleur genomen wor- niet om enkele harde guldens méér, in een richting, waar zij zich op den duur tódh niet ten volle ontplooien kan. Er wordt nog steeds geschreeuwd om huis houdelijke hulp! Margaritha geweest voor de vrouw, is dat van de politie. Eerst nadat in 1906 de kinderwet ten tot stand kwamen, ging men beseffen, dat het vrou welijk element niet ongun stig zou werken in het po litiekorps, met name op het gebied van kinder- en zedelijkheidsgevallen. Het karakter van het kinder recht was door de nieuwe wetgeving dermate gewij zigd, dat de politie niet meer uitsluitend als „de sterke arm" optrad en de schrik der „misdadige" jeugd was, doch dat haar apparaat werd aangepast bij de „beschcnmiflg" van gestruikelde jeugd, waar bij ernstig werd gezocht naar de oorzaken van die struikelingen Aan de veld winnende idee van sociale verzorging is het te dan ken. dat in verscheidene plaatsen van ons land spe ciale takken van politie dienst in dit kader werden opgericht. En dit feit stelde de weg open voor de vrouwelijke politie-aiwbtenaar. Het woord „kinderpolitie" leidt echter thans, na bijna een halve eeuw werkzaam heid, nog dikwijls tot mis vatting en daarom is het nodig, dat nog eens de na druk wordt gelegd op haar wezen. De politie heeft thans, en vooral wat de jeugd betreft, ook een op voedende taak. Naast het streng-wettelijk optreden bij misstappen, het rapporteren en „voor geleiden" aan de Officier van Justitie, is nu het ver fijnde onderzoek naar de omgeving, de psyche en de opvoeding van het moei lijke kind gekomen. Uit gaande van het feit, dat de vrouw in haar natuur lijke aanleg bijzonder ge schikte kwaliteiten kan hebben voor dit werk, werd zij daarvoor aan vaard als aanvullende kracht. Al spoedig bleek, dat men hiermede de juiste weg was ingeslagen. Want eerder dan „aanvullende kracht" werd zij de zelf standige persoonlijkheid, onmisbaar bij het precaire werk. dat de kinder- en zedeiijkheidspolitie ver richt. Vanzelfsprekend zijn voor dit zeer aparte beroep geestelijk krachtige vrou wen nodig. Deze vrouwen moeten waakzaam zijn en haar controlerend verstand niet door haar gevoel laten overheersen, maar toch weer de juiste dosis begrip en menselijkheid, ja moe- verscheidene Eerlijkheid tentoonspreiden. Haar werk bestaat naast onderzoek van gevallen en toestanden voor e«n groot deel uit het geven van mo rele steun en daarom moe ten zij respect weten af te dwingen, maar tevens het vertrouwen van ouders en kinderen kunnen winnen. Zij moeten zich altijd tact vol en toegankelijk tonen en het bureau, waar zij de betrokken personen ont vangen, moet naast het zakelijke een stee r van vriendelijkheid en gezel ligheid hebben, opdat de moeilijke gang hierheen wat lichter wordt. Nauwer omschreven is de taak der kinderpolitie, ruim arbeidsterrein vLndt: de bescherming van het kind tegen zichzelf, tegen onbevoegde verzorgers of ENKELE RAADGEVINGEN Kleine stofrpstjes, die bij het maken van een kleurige zomerjapon afvallen, kunnen tot een charmante capuchon ver- indruk van eèn rijk gedrapeerde kraag maakt. Men gebruikt tegenwoordig gaarne oude kant als garnering voor japonnen, als boordjes en kraagjes. Indien deze voor het gebruik gewassen moeten worden, spelt men ze hiertoe zorgvuldig op een doek en strijkt ze in vochtige toestand eveneens op de doek. Dat een weinig azijn in het eerste spoel water bij het wassen van wollen, katoe nen, zijden of kunstzijden stoffen de kleu ren ophaalt en behoudt is algemeen be kend. Doch hoe groot moet de hoeveel heid azijn zijn? Op ongeveer vier liter water rekent men een half kopje keuken- azijn of een kwart kopje wijnazijn. Voor azijnessence zijn 4 h 5 druppels voldoende. Het is zeer belangrijk de azijn aan het spoelwater toe te voegen vóór men de te wassen stoffen erin legt. HOEDJES MET VEREN Veren blijven voor de garnering van hoedjes in de mode. Deze twee model len laten zien hoe geheel verschillend deze tooi kan worden toegepast. Engelse vrouwelijke agenten in uniform ontvangen instructies komt het A&n op wAAkzAAmheiö en ta,ct opvoeders en tegen de maatschappelijke gevaren, welke het bedreigen. De kinderpolitie werkt daar om sterk samen met de in stellingen voor kinderbe scherming. In het kader van de algemene reorgani satie van dit landelijk in stituut met zijn vele ver takkingen legt ook zij de nadruk op de preventieve kracht in dit werk. Een kind kan hechts wettelijk onder toezicht worden gesteld of uit het verkeerde milieu wegge nomen, wanneer dit langs officiële weg gaat, dus via politie en justitie. Slechts goede samenwer king hierbij kan het mo gelijk maken, dat een kind niet eerst tot een daad be hoeft te komen, waan het zijn leven lang de sleep voelt. Zo kan een ingegooide ruit of een ge stolen appel aanleiding zijn, dat de surveillerende agent een kleine man in de kraag neemt en het kind daardoor tijdelijk of blijvend kan worden ver wijderd uit het milieu, waarvan verkeerde invloed uitgaat. Aan de vrouwelijke po- litie-beambte dan de taak, dit alles uit te zoeken, met ouders of opvoeders te praten en te trachten, te redden of te verbeteren waar dat mogélijk is. Neen, al loopt de Neder landse politie-vrouw niet in uniform te surveilleren langs de straat al ziet het grote publiek haar niet af nauwelijks in haar arbeid, wil zouden haar werk kracht en haar invloed niet meer kunnen missen! Phé Wijnbeek. ALBATROS, een ontwerp van Maud Roser, met een fijn witte aigrette uit waaierend over de bol, die van otto man, zeer zware geribde zijde is ge maakt. SHANGO, ontwerp van de Franse modekunstenaars Maud en Nano, een toef haneveren aan de rechterzijde. Ditmaal hangen de veren eens niet naar beneden, doch steken fier omhoog. ZONDAGSBLAD 21 JANUARI 1950 7 Josje geeft Liesje een badje Josje staat op haar teentjes bij de was tafel. De kraón moet open, maar het mag niet van mammie. Dat. weet Josje wel en ze heeft daarom een ogenblik uitge kozen, dat mammie naar beneden moest om de bakker te helpen. Met neergesla gen wimpers heeft ze mammie's verma ning, toch vooral zoet te zijn, aangehoord. Het is maar goed, dat mammie haast had. anders had ze er vast wel even de tijd voor genomen, om in Josje's ogen te kijken, om te zien, of Josje haar wel goed begrepen heeft. Nu dansen er pret- chtjes in Josje's ogen en met vlugge stapjes is ze naar de wastafel gerend. Josje's Liesje is zó zwart. Liesje moet nodig in badje. En mammie, die anders altijd wast, heeft nü verboden, om pik zwarte Liesje te wassen. Josje snapt hier Op haar teen-spitsen staat ze bij de wastafel. Maar de kraandie is zu ver weg. Josje kan er niet bij. Zoekend ziet ze de kamer rond. Een stoel! Bij de wastafel een stoel zetten, dan kan ze Liesje helemaal écht wassen, met echte zeep en een washandje en dan lekker afspoelen. Dat doet mammie óók. als Josje ingezeept is en in haar badje zit. Dat is zó fijn. Dat vindt Liesje vast óók heerlijk. Och, en Liesje is zo zwart. Josje kan het heus niet langer aanzien. Ze laat de wasbak vollopen en glijdt de stoel af. Eerst moet Liesje uitgekleed worden. En vlugmammie is altijd gauw klaar met de bakker. Josje hoopt, dat de melk boer ook gauw komt.... Met haastige vingertjes peutert Josje aan Liesje's kleertjes, gooit de kleertjes om zich heen en klimt dan met blote Liesje op de stoel. Ze zet Liesje even op de zitting neer. Nu het washandje en de zeep. Met het puntje van haar tong even buiten haar mondje zwoegt Josje om het was handje zo schuimend mogelijk te krij gen. Dan pakt ze Liesje en bekijkt nog eons met- afgrijzen Liesjes vuile ge zichtje, haar handjes en voetjes. En vlug begint Josje Liesje in te zepen. „Lekkerrr schoon worden, hé?", babbelt ze. „Lekkerrr schoon kleertjes aan en dan is Liesje weer helemaal schoon". Ze kijkt naar Liesje's roze stenen gezichtje, dat onder de zeep-vlokken zit. Ze vindt het welletjes zó en stopt Liesje in de wasbak. Met spanning ziet ze, hoe Liesje stuurloos in het water dobbert. En als Liesje kopje-onder gaat juicht ze hard: Lekkerrr afgespoeld. Liesje helemaal Ze pakt Liesje's handje, dat nog boven om het aan Vader te vragen. Vader vindt altijd alles goed. Ze zijn ook nooit ondeugend. Dat weet Vader wel. Kijk, daar komt Turn met drie poppen aansjouwen, en Annemarietje met haar armen vol zomerjurken, die te klein tyn of erg verschoten. Snoeck- sie ruimt oude kleren nooit op, laat alles maar in de kasten hangen. Het wordt een grote rommel xsr ngi nu van anes. ui>s schoenen. Turn wil met alle geweld haar nieuwe bruine schoentjes geven. Does weet niet goed, of het mag of niet. Ze laat de schoen tjes maar staan. Nu is alles klaar, maar er is geen arm meisje. kindje voorbij." zegt Turn, en ze kijkt door het open raam naar buiten Natuurlijk loopt er geen kindje. „We gaan er een opzoeken", zegt Does beslist. Met hun drieën roffelen ze de trap af. Turn vindt het eigenlijk wel een beetje griezelig, maar ze gaat met de anderen mee Snoecksie wuift hen na door het raam van Vaders kantoor tje. Snoecksie vraagt nooi^ waar de bengels heengaan, en Vader is nooit thuis. Moeder» vragen dat wél, maar dc ben gels hebben geen Moeder meer Daarom doen ze domme dingen, ook al bedoelen ze het o. zo goed. Ze weten het niet, dat je eerst alles vragen moet aan Moeder of aan vader. De bengels zijn alleen en mogen alles wel van Snoecksie. Ze lopen regelrecht naar de Paardensteeg. Dat is een smal straatje, waar arme mensen wonen. Does weet het weL Met hun drieën komen ze In de Paardensteeg. en dan zijn. ze opeens een beetje verlegen. „Durft jy?" smoest Anne marietje. (Wordt vervolgd) komt en sleept het poppe-kind hardhan dig heen en weer. Liesje vindt het heer lijk. dat ziet Josje weL Nu is Liesje wel schoon. Het feest mag niet te lang du ren, want mammie kan zo naar boven komen en dan moet Liesje weer aange kleed zijn. Dan kan Josje tegen mammie zeggen: „Ikk^heb tóch Liesje gewassen. Lekkerrr afgespoeld. Liesje helemaal Liesje druipt als Josje haar uit het water tilt. Liesje rilt, ziet Josje en vlug laat ze zich van de stoel glijden met Liesje stevig tegen zich aangeklemd. Haar stemmetje praat sussend: „Stil maar hoor, Josje zal je lekkerrr warmpjes afdrogen". Ze neemt de handdoek van het rekje en begint Liesje's gezichtje af te drogen. Niet zachtjes, maar hórd. Dat doet mam mie Josje ook, daar word je zo lekken- warm van. Ze rost met de handdoek over Liesje's buikje maar, ooo, wat raar, Dat bewééglv Met een klein beetje angst in haar stemmetje vraagt Josje: „Heeft Liesje pijn in buikje gekregen?" Hoor. het rómmelt in Liesje's buikje, het klotst. Josje's ogen worden groot van angst. Liesje's lichaam beweegt al maar meer en als Josje met de handdoek heel voorzichtig over haar buikje strijkt, ooo, verschrikkelijk, daar gaat Liesje's buikje zo maar open. En daar komt water ui^ dat met kleine borrel-geluidjes over Jos je's schortje loopt Ooo, en dan zakt Liesje's buikje helemaal in elkaar, als een hoopje kleertjes, waar niets inzit Dan gilt Josje „mammie!" en als mam mie naar boven komt rennen zit Josje luid jammerend met Liesje op haar schoot Want Liesje. het eens zo mooie, gave poppekind, heeft de water-proef niet kunnen doorstaan' TONNY WESTVEER. Leuk, dat de stroom tekeningen niet ophoudt! Oom Karei heeft er nu al bijna 500 en iedere dag komt de post weer met nieuwe stapels. Voor deze week heb ik er weer vier uitgezocht, maar het gaat me aan het hart, dat er nog zoveel andere mooie tekeningen moeten blijven liggen. Maar ja, ook al staat je tekening niet in het Zondagsblad, het is tóch al spannend, om méé te doen, vindt je niet? De vier „kunstenaartjes" van de vorige week hebben van mij boekjes ontvangen. Was dat zo naar jullie zin? En nu gaan we nog even praten over de tekeningen van deze week. Han Blaauw is nog maar zes jaar, maar zijn tekening is prachtig. Kijk er maar eens goed naar. „De wijzen uit het Oosten". Zij gaan naar het stalletje van Bethlehem, om het Kindeke Jezus te aanbidden. Kobie Kuijpers krijgt ook een dikke pluim. Wat kan jij keurig en precies tekenen! En Sjani Bezemer, jij ziet zeker graag de wereld van boven? Je hebt het heel netjes gedaan, hoor! Anja van der Velde schreef onder haar tekening „klaar voor de wandeling". En het meisje, dat zij tekende, ziet er zó lief uit, dat oom Karei graag met haar méé zou wandelen. Han, Kobie, Sjani en An- Peter is trots op zijn aardige Tante. Meneer vindt het ook heel mooi Peter mag er alles van vertellen. Alle kinderen kijken naar hem. Peter krijgt er een „En hij mocht ook nog naar de kapper Meneer, daar kreeg hij twee kwartjes voor, en 's avonds toen kwam z'n moe der nog even." „Dat was lief van je tante. Peter. Ja jongens, zó wil de Heere Jezus, dat wij aan arme mensen en kinderen mee geven, wat we zelf hebben. Wij mogen niet alles alleen hóu- Does moet er aldoor aan denken, onder de rekenles, onder de moeilijke Franse les. Wat zal die jongen blij ge weest zijn! Peter schept er nu nog over op, hoewel Meneer gezegd heeft, dat het niet mag. Om twaalf uur wacht Does niet op de andere twee. ze kijkt niet om naar haar vrien dinnetjes. Ze vliegt naar huis en holt naar boven. Onder de koffietafel is ze heel stil. Het is Woensdag, dus heb ben ze vrij. Vader niet. Die heeft Donderdags vrij. Vader heeft haast, en eet vlug af. Het is jammer, dat Vader altijd haast heeft en bijna nooit thuis is. Ze hebben niet veel huis werk Woensdagsmiddags mo gen ze spelen. Turn wil naar Mop, om verder te werken in de tuin^ die erg mooi wordt. Er bloeien al viooltjes aan de pas-gezette plantjes en het zaad komt al een beetje op. Maar er groeit ook onkruid, en daar moet je goed op pas dat wJ3 nooit dragen, allemaal oud geworden. En we hebben zoveel schoenen. Zullen wij een meisje opzoeken, een arm kind?" „Kan dat dan?" Turn be grijpt er nog niet veel Kobie Kuijpers, 13 jaar als jij. anders passen de kleren niet." Annemarietje springt rond. „Fijn! Fijn!" Turn is de tuin, vergeten. Een vreemd meisje opzoeken is wel griezelig, maar als Boes er bij is. gaat alles wel. „Zullen we dan gaan?* „Nee, eerst de kleren opzoe ken." Dat wordt een hele drukte. Does' hartje is heel blij. Geen ogenblik denkt ze er aan, dat je dat zó maar niet doen kan. En er is niemand, die het haar uitlegt Ze denkt er niet aan,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 8