Van der Waals als marconist van groep-Vorrink en het Nationale Comité ALBERT SCHWEITZER ZATERDAG 14 JANUARI 1950 Geheimen rond het Englandspiel Fantastisch bedrog begon met een kinderportretje In Febrauarl 1943 wordt de KLM-stewardess Beatrix Terwindt als agente gedropt. Zy wordt door het ontvangstcomité van Schreieder opgewacht en ze kan het de eerste ogenblikken eenvoudig niet geloven, dat ze al gearresteerd is, alvorens ze maar een stap heeft kunnen doen. B(j fouillering blykt, dat ze een bedrag van 20.000 gulden by zich heeft en een opdracht voor de heer Smit van de Bally-schoen- zaak in 's-Gravenhage. Binnen een paar dagen heeft Anton van der Waals zich by de heer Smit ingedrongen; de man wordt op het Buitenhof gearrsteerd. Hy zal niet levend weerkeren. Zestien radio-verbindingen met Londen heeft Schreieder thans. En vóór de maand Februari ten einde loopt zitten er vyftig agenten gevangen. Dat nioet ge vierd worden! vinden de Duitsers. Er wordt een groot avondfeest gehouden in het Casino aan de Scheveningse weg; de ruim zestig deelnemers aan het vreemde „spel" (Duitsers en verraderiyke Nederlanders) zyn er allemaal. De chef van de S.D.. dr Harster, houdt een jubelrede en deelt enveloppen met geld uit. Poos en Slagter en Van der Waals zyn van de partij en drinken op het verdere succes. Zeven jaar later zullen ze alle drie ter dood zyn veroordeeld. Maar in Februari 1943 verdringen ze zich rond de kleine Schreieder, die gnuivend spreekt van het feest der heidemaatschappij! Op dat ogen/blik is er, als gevolg v; het Englandspiel, reeds vier maand; een voorzichtige actie aan de gang tegen het Nationale Comité en de groep-Vor rink. Een actie, waarin Anton van dei Waals onder de naam ,.De Wilde" öe hoofdrol speelt. AI wordt die rol hem dan ook van dag tot dag door Schreie der ingeprent! In het Nationale Comité hebben ta van vooraanstaande Nederlanders zit ting. Mannen als Schouten, oud-ministei Van Dijk. Rutgers, Kranenburg. Joekes Ringers. Verschuur en anderen werken er in samen, teneinde voorbereidingen te treffen tegen het tijdstip, dat Neder land verlost zal zijn van zijn overweldi gers. In de groep-Vorrink werken o.a Karei van Staal. Levinus van Looi. Toornstra en Tiggers. Tezamen voi deze organisaties, zo niet de groepen van het meest actieve verzet, dan toch de groepen waarin de voornaamste poli tieke figuren zijn samengebundeld. Dit alles is in No-vember 1942, als Schreieder met zijn nieuwste sipel begint, voor de Duitsers nog grotendeels geheim. Ze hebben een vermoeden, een vaag besef, r niet. Kinderportretje echter krijgt en portretje Sluiser. Deze „avonturier der liefde75 jaar Onze tijd is waarlijk niet arm. aan herdenkingen en zoveelste-vieringen en We kunnen soms wel eens het gevoel krijgen, dat er „van het goede teveel is". Wanneer we hieraan op deze plaats toch nóg weer een toevoegen, dan is het niet, omdat er een op zichzelf zo belangrijk feit te herdenken valt, maar dan is het, omdat dit feit ons aanleiding geeft even stil te staan bij een figuur, die dit ten volle waard is. Vandaag viert dr Albert Schweitzer eijn 75ste verjaardag. Albert Schweitzer voor de meesten zal het zeker niet de eerste maal zijn, dat zij deze naam horen Maar even zeker zullen velen aan deze naam veel verschillende gedachten binden; sommigen de gedachten aan organist, anderen aan een theoloog filosoof; weer anderen misschien alleen aan een fijnzinnig boekje met jeugdher inneringen. „Uit mijn jeugd"; enkelen herinneren zich wellicht zijn 1 hoord te hebben in verband met de Goethe-herdenking van vorig jaar; ten slotte, de meesten waarschijnlijk weten van hem als een medicus en zendeling, die in Centraal-Afrika werkt. Zo kunnen we deze merkwaardige figuur op heel verschillende gebieden van het leven ontmoeten. Inderdaad, een merkwaar dige figuur. Biografische bijzonderheden léggen dikwijls niet veel over het karak teristieke van een persoon; maar som; ikan ook een nuchtere opsomming var feiten een geladenheid in zich dragen, die ons onmiddellijk doet voelen: hier hebben we met iets bijzonders te doen Zo ook in dit geval. Geboren in 1875 in een klein dorpje in de Elzas, als zoon van een predikant, wordt Schweitzer in 1893 student aan de universiteit van Straatsburg. In 1899 promoveert hy voor de eerste maal, in de filosofie, in 1900 (éért jaar later!) ook in de theologie, in 1902 wordt hy benoemd tot hoogleraar in de theologie aan dezelfde universiteit. Intussen heeft hij zioh ook op muzikaal gebied ontwikkeld; reeds op zijn negende jaar speelde hij orgel bij de kerkdien sten, in zijn woonplaats Günsbach, later heeft hij in Parijs les van de beroemde organist Ch.- M, Widor. In 1905 geeft hij een standaardwerk over Joh. Seb. Bach uit. In 1906 een theologisch werk van formidabele omvang over het onderzoek naar de historische Jezus: twee wer ken, die naar prof. Van der Leeuw opmerkt ieder apart het levenswerk van een geleerde zouden kunnen zijn. Opnieuw student. Schweitzer is dan 30 jaar; een ge leerde van groot formaat, musicus van naam, met alle perspectieven van een veelbelovende, succesrijke toekomst Maar da plotseling schuift hij als met één gebaar deze hele toekomst opzij en wordt opnieuw student, nu in de medi cijnen. In 1913 volgt zijn derde promotie als medicus. Kort daarna vertrekt hij naar Lambaréné. in West-Afrika, en Ibouwt daar, grotendeels op eigen kracht, met slechts enkele helpers, een ziekenhuis „aan de zoom van het oerwoud". Daar ligt sindsdien zijn eigenlijke levenswerk Niet in die zin, dat hij muziek en studie1 vanaf dat ogenblik laat schieten: er schijnen in de loop der jaren nog schillende belangrijke werken: ove apostel Paulus, een indrukwekkende studie over „Cultuur en Ethiek"; e kortere of langere perioden, die hij tus sentijds in Europa doorbrengt, zijn vooi een groot deel gevuld met orgelconcer ten en lezingen. Maar zijn eigenlijke „thuis" is en blijft in Afrika, in kleine gemeenschap van blanken zwarten, waarvan hij als arts en predi kant het inspirerend middelpunt vormt. Zo staat zijn beeld voor ons. In een verbijsterende veelzijdigheid: theoloog, filosoof, musious, orgelbouwer, arts; en door de wijze, waarop hij dit alles te gelijk is, een onoplosbaar probleem voor allen, die zijn figuur systematisch in een of ander vakje willen onderbrengen. Een critisch geleerde, scherp wetenschap pelijk denker, maar tegelijk iemand. dit maar bijzaak is, omdat hij de en op onmiddellijke wijze wil die- Een rationalist in hart en niere tegelijk een mysticus én een ri manticus. Een rusteloos zwerver, ma; tegelijk een dromer. Een cultuurdragi einigen, maar tegelijk één. die zich pas thuis voelt in de ongerepte natuur ran zyn Afrikaans oerwoud. Een huma nist naar de geest, maar tegelijk een innig vroom Christen naar het hart. Kunnen wij in dit alles nu toch één gemeenschappelijke trek aanwijzen, die deze tegenstellingen in zich opheft en de kern van zijn - persoonlijkheid uitmaakt? Als iets hem dóór alles heen karakteri seert, dan is het, lijkt me, wel dit: een hartstochtelijke drang -naar het eenvou dige, elementaire, en naar het levende. Wij vinden het in de stijl van al zijn boeken: hij schrijft glashelder, meestal korte zinnen, beeldend, geladen, di- t. We vinden het in de hoofdge dachten van zijn werken: „eerbied voor het leven" is het grote grondbeginsel zijn arbeid. „Goed is, wat leven be vordert; slecht is. wat leven schaadt." eigenlijk iets eenvoudiger en meer elementair dan dit? We vinden het in zijn besluit om naar Afrika te gaan: „Ik wilde de mensheid diredte wijze dienen, en ik had het gevoel, dat Europa een schuld aan de negers had goed te maken." En we vinden het ook in de wijze, waarop hij zich daar in Afrika inricht: midden in de natuur, ver van alle „beschaving" en heel het ingewikkeld mechanisme het moderne leven, niet in een grote organisatie, maar in een kleine gemeenschap van een zuiverheid en na tuurlijkheid, waar de hele beschaafde wereld jaloers op kan zijn. We vinden' het, tenslotte en bovenal, terug in zijn persoon zelf. Wie het recht had hem te ontmoeten, zal dit waarschijnlijk niet licht vergeten. Er in zijn eenvoudige vriendelijkheid, zyn directe, warme manier van spreken en niet in de laatste plaats in zijn humor, iets, dat onmiddellijk overtuigt, en waardoor men op een of andere wijze onmiddellijk wéét (ook al had men ver der nooit van hem gehoord): Hier wordt op een heel bijzondere manier geleefd. Ik geloof, dat dit het ook is, waardoor hij' in de eerste plaats op onze aandacht en meer dan dat aanspraak maakt: niet ddbr zijn geleerdheid of veelzijdig heid, geleerden zijn er tenslotte vele en veelzijdigheid kan ook een versplin tering zijn maar door zijn eenvoud leven, de eenvoud van iemand, die het i zeer diep en zeer intens doorlééft et in die diepte verstaat als een ont zaglijke gave en een ontzaglijke op dracht; die tegen die gave en opdracht eenvoudig en elementair „ja" zegt en dit ook waar maakt in de practijk var zijn leven en die juist op grond daar tegen zoveel in het leven „neen' heeft kunnen zeggen. Dr Schweitzer viert-zijn 75ste verjaar- November 19' Schreieder in handen de kinderen van Mej man vertoeft in Londen op dat ogenblik; hij was vroeger redacteur van de Ar beiderpers. Hoe Schreieder aan dat por tretje gekomen is, kan hy zich tot op de dag van vandaag niet herinneren Al thans :dat beweert hij. Gelove. wie het geloven wil! Toen ik hem op de vol strekte ongeloofwaardigheid van zijn be wering wees, daar hij zich immers de kleinste bijzonderheden kan herinneren en daar dit portretje juist zulk een enorme rol heeft gespeeld, zodat hij de 'herkomst wel weten moet, kreeg ik het vage antwoord: dat een der gevangen genomen agenten het wel bij zich gehad zal hebben. Dit nu kan niet het geval zijn ge weest. Want dit portretje was het legi- timatiemiddel. waarmede de agent George Dessing zich moest melden bij de groep-Vorrink in het voorjaar van 1942. Dessing hééft dat ook gedaan. Maar Dessing had geen marconist, had dus geen verbinding met Londen en lummel de maar wat rond in Amsterdam, waar hy zijn aanloopadres had bij Levinus van Looi, die óók redacteur (en zelfs Berlijns correspondent) van de Arbei derspers was geweest. Men weet, hoe Dessing tenslotte door Andringa („Ak- kie") in een Amsterdams restaurant werd gewaarschuwd, en daarop naar Engeland terug ging. Zijn reis via Frankrijk en Spanje duyrde een/ jaar! In October 1942 verliet Dessing Am sterdam. En in November 1942 kwam Anton van der Waals, met precies zulk een portretje als Dessing had gehad, naar Amsterdam en kreeg Levinus van Looi, die hem met grote omzichtigheid behandelde- Van Looi tot „De Wilde": Als het waar is, dat u uit Engeland gekomen agent bent. zult u wel voor een legitimatie radio-Oranje kunnen zorgen Laat dan omroepen de ondertekening mijn tweede brief aan Meyer Sluiser, die hem via illegale wegen in Londen heeft bereikt. Enige dagen later vroeg Schreieder op ;n lijn van het Englandspiel radioboodschap, zoals Van Looi wilde hebben en op de tweede avond na die dag zei radio-Oranje („de Stem van Strijdend Nederland") de woorden: Koert en Via -hebt vertrouwen. In orde. dacht Van Looi- Want zijn tweede brief aan Meyer Sluiser was on dertekend geweest met de namen Koert en Via. Hij kon dus inderdaad vertrou wen hebben. En binnen weinige dagen introduceerde hij Anton van der Waals bij Koos Vorrink. Vorrink bedrogen. Vorrink is blij. dat er eindelijk een mogelijkheid- van snelle verbinding met Londen is gekomen Agent De Wilde er voor zorgen. Agent De Wilde speelt zijn rol van verrader weer uitnemend Hoe voorzichtig Vorrink ook steeds is. hij vertrouwt Van der Waals volkomen. Hy geeft hem een lang telegram mee. een uiteenzetting van de huidige poli tieke situatie en plannen voor de toe komst. Het is een zeer lange verhande ling. die eigenlijk volkomen ongeschikt is om per geheime zender naar Engeland te worden geseind. Maar Schreieder zijn mannen weten er raad op! Ze lezen het stuk aandachtig en laten het dan twaalf delen de aether in sturen. De Duitse Peiltrup doet er drie dagen oi Radio-Oranje bevestigt de ontvangst Koos Vorrink is volkomen gerust en Verschillende keren bezoekt Van der Waals daarna de heer Vorrink. Hi stalleert zioh zelfs in het huis van heer Van Looi en verlooft zich met diens dochter Men geeft hem belangrijk spion- nagemateriaal, om het naar Londen te zenden. Hij weet overal raad op, hij kan overal voor zorgen. Maar Vorrink zijn mannen weten niet. dat alles terecht komt op de tafel van Schreieder! Om alles nog geloofwaardiger te ken komt Van der Waals in het huis van Van Looi opduiken met een zend apparaat en een code. De code heeft Ernst May voor hem samengesteld en de zender staat in verbinding met de Peil trup van de Duitse contra-spionnage. Van der Waals zend,t telegrammen uit en de Duitsers van-gen ze op en geven antwoord. Maar Van Looi leeft in de stellige verzekerdheid, dat die antwoor den uit Londen komen. Het is een fan tastisch bedrog. Maar door dit lugubere bedrog komt TROEBELE TOESTAND Komt tegenstribbelend Somaliland onder Italiaans beheer? Ook Engeland en de Negus houden een linger in de pap (Van onze Romeinse correspondent) Een DEZER DAGEN BESLOOT DE POLITIEKE COMMISSIE van de Verenigde Naties met 48 tegen 7 stemmen, om de Algemene Vergadering aan te bevelen aan Italië het beheer over de voormalige Italiaanse kolonie, Somaliland, op te dragen. Waarom? Omdat Italië zo bemind is in Somalieland? Omdat Italië dit land ais kolonie zo goed beheerden? Omdat Somaliland nog niet op eigen benen kan staan? Omdat Somaliland voor sommige landen van minder belang dan andere voormalige koloniën? Wy weten het niet. Misschien is dit nu politiek! dag temidden van zijn werk in Lamba- (hy keerde daar weer terug in tober van het vorig jaar, na een door Amerika en Európa). Wanneer we hiervoor een ogenblik aandacht vroegen, dan ging het inder- daar om méér dan aandacht: om eerbied dankbaarheid voor het rijke en sterke leven van deze „Avonturier Liefde." Aan het stille water. Somaliland zal dus naar alle waar schijnlijkheid aan een Italiaans mandaat ;oevertrouwd worden tot het na tien laren de volledige souvereiniteit heeft /erkregen. Hiermede heeft men in Italië eeds geruime tijd rekening gehouden en daarvoor voorbereidingen getroffen. In nalige Marine-academie Caserta staan 4000 man politiestrijdkrachten klaar, die zorgvuldig geselecteerd en op geleid zijn en ieder ogenblik naar Oost- Afrika ingescheept kunnen worden. Belangrijker echter dan het vraagstuk an de beveiliging door de politie, zijn de economische en politieke problemen, voor Italië in Somaliland geplaatst orden, wanneer het daar na zoveel jaren zal zijn teruggekeerd. De conces- aan de staatspachters gegeven die betrekking hebben op suiker, katoen, bananen en rijst zijn volkomen aarloosd. De pachters hebben hun productie tot het uiterste beperkt en staan diep in de schuld bij de Engelse Barclay's Bank. De bananenoogst bij beeld, die voor de oorlog 350 ton per jaar bedroeg, is gedaald tot 18 ton. In de loop van het laatste jaar is hij enigszins gestegen, doordat weer begonnen werd met de export naar Italië een transactie waartoe men in Italië met het oog op de komende zorgen om Somaliland besloot, ofschoon het voor Italië voordeliger zou zyn de minder prijzige Kanarische ba- anen te importeren. Wat deden de Engelsen? De politieke toestand in Somaliland is uiterst troebel. Het Britse bestuur heeft de inboorlingen op één lijn gesteld met de Italianen. De inboorlingen hebben toe gang in alle café's, bioscopen en ver keersmiddelen. Alleen van de „tennis club", die door de Engelsen in beslag is genomen, worden zij verre gehouden. Deze, in strijd met de Engelse traditil gevoerde inboorlingenpolitiek, beschou- de Italianen als de oorzaak bekende bloedbad in het begin ge jaar, waarbij in de hoofdstad Mogadiscio 45 Italiaanse mannen, vrou- kinderen door de Somali's wer den vermoord. Aan het hoofd van het Britse bestuur, majoor Allan O. Smith, werd verweten, dat hy te laat ingreep de Italianen te beschermen. Naar Italiaanse opvatting hadden de Engelsen aangezet tot het. bloedbad, om de wereld bewijzen hoe onbemind de Italianen als kolonisten waren. Volgens de Engelse lezing was het de wil tot vrijheid i rondzwervende Nomadenstammen onmetelijke land. De Somali Youth Club streeft onafhankelijkheid, óf naar vereniging met Brits-Somaliland, óf naar vereniging met het Keizerrijk Ethiopië. Haar leuze is: „Somaliland voor dt Somali's", en in haar kantoren hangen dt portretten van Stalin. Koning George Engeland en de Negus van Ethiopië broederlijk naast elkaar! Om een tegen wicht te hebben tegen de 50.000 leden de Somali Youth Club, zal het Italiaanse mandaatbestuur moeten steu- öp de Somali Patriotic Beneficence Union, die niet uitgesproken politiek, doch eerdet economisch en sociaal-poli tiek geïnteresseerd en geenszins anti- Italiaans is. Zij heeft ongeveer 70.000 leden en staat sterk onder de invloed Sultan Mohemmed. Hij is het hoofd de Abgalla, de grootste Nomaden stam in Somaliland, en pleegt zijn poli tieke inzichten te omschrijven met de uitspraak, dat zijn Union in verhouding stond met de Somali Youth Club als water en vuur. Men ziet dus. dat het Engelse bestuur het Italiaanse mandaat bestuur geen gemakkelijke erfenis na laat. Llbye Geheel anders staan de zaken in Libyë. Naar Noord-Afrika zullen de Italianen, ook als mandaatbestuur, niet terugkeren Het gaat er hier nog slechts om in een half-zelfstandig staatswezen de economi sche belangen te bewaren. Met dit doel Februari 1948 door niet-fascistische Italianen de „Politieke vereniging vooi ontwikkeling van Libyë" gesticht. In het Westen van Libyë. in Tripolitaniè, peelt het Italiaanse element, dat voor de oorlog 100.000 personen telde, nog steeds een grote rol. Nóg gelden hier de Italiaanse wetten, nóg zitten Italianen in het stadsbestuur van Tripolis. Zij zijn bij de inboorlingen niet on bemind, en hun wensen worden, wan neer zij die van de door de Engelsen in gestelde Senussi-regering en van de Fransen ten minste niet doorkruisen, stipt ingewilligd. Op grond hiervan bepleit de Italiaanse vereniging in een memoran dum, dat zij op 18 September van dr. jaar aan de Verenigde Naties heeft voor gelegd, de federalisatie van Libyë voor het geval de U.N.O. zich mocht uitspre ken voor de oprichting van een uniforme staat in dit voormalige Italiaanse ge west. Overigens stelt zij voor, dat on middellijk na de eventuele onafhanke- heidsverklaring verkiezingen voor een wetgevende vergadering zullen worden gehouden. De rechten van de in Libyë woonachtige Italianen het gaat prac- tisch alleen om Tripolitanië, aangezien bijna alle Italianen door de Senussi ver dreven zijn uit Cyrenaïca en in Fezzan geen nederzettingen zijn zullen zowel politiek als in economisch opzicht daardoor gewaarborgd blijven, dat de Italianen het staatsburgerschap van Libyë verkrijgen. ARBEID Klein broertjelief. dat schattekind, lipt in zyn wieg raak uren met beide handjes in de lucht, terwijl h(j van verbazing zucht, zijn vingers te begluren. Hij spreidt en buigt ze één voor één naar boven en naar onder; hy lacht verrukt, de kleine guit, O. als hij kon dan riep hy luid: „Die handen zijn een wonder!" Och kindje, jij beseft nog niets van-goed' of slechte tijden: die handjes, nu zo teer en fijn, ze zullen ééns je helpers zijn om voor 't bestaan te strijden. Beschouw ze als een gave Gods, onnoemelijk van waarde; wees nooit hovaardig lieve kind, wie arbeid minderwaardig vindt miskent zijn plaats op aarde. Gré Kempen-Sterkenburg Van der Waals beetje voor beetje alle geheimen te weten van de groep-Vor rink en van het Nationale Comité, waar in Vorrink zitting heeft. Namen, adres sen. feiten.... in steeds groter massa kan hij ze Schreieder mededelen. En op het bureau van de Kriminal-Direktor groeit het kaartsysteem, dat straks de handleiding zal vormen voor massale ar- Intussen komt het Nationale Comité er van op de hoogte, dat Vorrink zulk een eminente verbinding heeft via een Eeheime agent. Het Comité vindt het wel mooi, mbar zou toch een extra-garantie willen hebben. Men wil een afgevaar digde naar Londen zenden, ora*alles te controleren Er is zoveel verrlad. men kan niet voorzichtig genoeg zijn. Welnu, ir Van Tyen, de directeur van de Fok kerfabrieken. verklaart zich bereid om naar Engeland te gaan Kapitale font. Maar dón wordt er een kapitale fout gemaakt. Want dan geeft men van dit plan kennis aan Van der Waals die men jui9t wil controleren! En Van der Waals rent naar Schreieder. en Schreie der weet er wel raad op. Luister maar eens goed. lieber Anton. Dat doen we zo en zo. Begrepen? En de agent „De Wilde" vertelt met opgetogen stem in Amsterdam, dat hij de zaak al voor elkaar heeft. Op 12 Maart 1943 zullen de Engelsen een wa tervliegtuig laten dalen op het IJssel- meer bij Hoorn. „De Wilde' zal met de heer Van Tijen naar Hoorn gaan en hem daar aan boord van het vliegtuig bren gen. Dan is hy dezelfde dag nog in Lon den! Het kan niet beter! Op de twaalfde Maart gaan ir Van Tijen en „De Wilde" per trein naar Hoorn. Van Tijen draagt een koffer bij zich, die volgepropt zit met allerlei spion- nagemateriaal. Materiaal, dat de mili taire medewerkers van het Nationale Comité met levensgevaar hebben verza meld Ha, men zal in Londen ogen op- Maar op het station in Zaandam wach ten een paar SD-ers en arrsteren Van Tijen. Hij wordt opgesloten in Haren en het spionnagemateriaal komt bij Herman Giskes terecht. Schreieder staat dan nog voor een moeilijkheid. Want het Nationale Comité heeft geëist, dat de goede aankomst van Van Tijen door radio-Oranje zal wor den bevestigd. Er moet geseind worden .Nummer twaalf is goed aangekomen". Maar „nummer twaalf" zit in een cel te Haren en Londen weet van niets. Schreieder denkt zich suf maar hij vindt er wat op. Hij laat over een van de lijnen een vernuftig telegram zenden, Londen trapt er weer in en 's avonds horen de leden van het Nationale Co mité de boodschap van radio-Oranje: Nummer twaalf is goed aangekomen". Het vertrouwen in Anton van der Waals is groter dan ooit tevoren Maar het drie weken verder is Tasmanië roept buitenlandse werkers Er zijn grote mogelijkheden voor boeren, tuinders en vaklieden Tasmanië is even groot als Ierland. Niettemin telt het eiland slechts een bevolking van 280.000 zielen. De Tasmaniërs leven in voorspoed en welstand op een zeer hoge levensstandaard. Ze weten evenwel, dat ze hun land onvoldoende tot ont wikkeling kunnen brengen, aangezien zij daartoe niet over de nodige arbeids krachten beschikken. Vandaar dat Tasmanië buitenlandse werkers oproept. Hier liggen kansen voor Nederlanders, nilts onze officiële instanties ook deze maal niet te laat zyn. Nu is ginds het yzer heet genoodzaakt was de grenzen ver open te zetten voor buitenlandse werknemers. Geen luilekkerland. Op 24 November van het jaar 1642 ont dekte Abel Tasman, een Nederlander, het grote eiland, dat hij bescheiden als hij was Van Diemensland noemde, naar de toenmalige gouverneur van Oost-Indië. Zonder erg hadden we het gekregen en... zonder erg geraakten we het weer kwijt. Aanvankelijk zaten we er mee en wisten niet wat we met Tasmanië zouden be ginnen. In vergelijking met het vlakbij liggende Australië was het immers slechts nietig lapje grond. Het duurde tot toen er de eerste blanke nederzet tingen werden gevestigd. Van toen aan ging het vlug. In 1825 kreeg het zijn ei-gen status, nadat het voordien onder het bewind van Nieuw-Zuid-Wales had gestaan. Een goede kwart eeuw later her doopte men Van Diemensland in Tas- En thans is het een moderne staat, het juweel van de Commonwealth. In heerlijk klimaat, dat veel gelijkt op het milde Riviera-klimaat, leven de Tasma- rustig en in voorspoed- De arbeiders verdienen een goed loon, de sociale zekeringen zijn voorbeelden voor vele andere staten en dank zij uitnemend onderwijs is ook de toekomst der jeugd erzekerd. Deze jonge, gezonde en wel arende staat heeft zijn grenzen open gegooid voor buitenlandse werkers, ook Nederlanders. We zullen deze kan- moeten aangrijpen. Reeds te veel mogelijkheden hebben we gemist Vóór de tweede wereldoorlog was Tas- anië nog eep staat, waarin vrijwel uit sluitend landbouw en veeteelt werd be oefend. Ook de tuinbouw was van belang. een industrie was in grote trekken nog geen sprake. Het aantal jongeren, dat zich groepeerde in de steden van Tas- en Australië, waar men dacht da', het leven beter en prettiger zou zijn dan op het land, werd met de dag groter. De trek naar de stad dreigde de landbouw af te romen, hetgeen t.z.t. tot allerlei economische spanningen kon gaan leiden. De regering ontwierp een industrialisatie- schema. dat door het ontstaan van de reldoorlog in versneld tempo werd uit gevoerd. Tasmanië kreeg een industrie, welke gebaseerd was op de natuurlijke rijkdom van het land en die zodoende gezond mag worden genoemd. De bevolkingsmoeilijkheden werden hierdoor tvel niet opgelost. Nu vroeg de in dustrie om arbeidskrachten en de land bouw eveneens. Vandaar dat men wel Men verdient in Tasmanië een goed stulc brood met boter en ham. doch het is er geen luilekkerland. Nieuwkomers zullen terdege moeten aanpakken, doch genieten, indien ze een heldere kop hebben, werk- grage handen plus uit het goede hout zijn gesneden, voldoende inkomsten uit arbeid om goed te kunnen leven en nog wat over te leggen. Ook de gezondheidszorg staat op zeer hoog peil. Deze begint reeds bij de aan staande moeder, die onder voortdurende zorg staat. Het schoolkind wordt gecon troleerd in de leslokalen en de volwasse nen genieten, ongeacht hun inkomen, on geacht hun nationaliteit volledige genees kundige hulp, inclusief ziekenhuisligging, operatie enz. op kosten van de staat. Het sterftecijfer is dan ook zeer laag. waar aan ongetwijfeld ook het klimaat, alsmede de economische voorspoed zullen hebben meegewerkt. In'de Daily Mail schreef de premier van Tasmanië Robert Cocgrove dezer dagen o m.: „Vele mensen, die dit artikel lezen, zullen naar Tasmanië willen emigreren. Schrijvende als premier van dit land kan ik u mede namens het volk zeggen, dat u hier een warm welkom wacht. Wij heb ben fnietrw bloed nodig, nieuwe ideeën, meer handen om te helpen in de trotse taak de Australische Commonwealth uit te bouwen tot een grote en machtige natie. Eens zal Australië het machtige on zijn van 6e democratie in de Pacific en ik voorzie, dat het het nieuwe ■um zal worden van de Britse Com monwealth. Daarin zal Tasmanië plaat* kunnen bieden aan twee tot drie millioen inwoners. Degenen, die nu komen zullen hard moeten werken en misschien met tijdelijke moeilijkheden te kampen heb- voor ze hun eigen dak boven hun hoofd hebben. Maar wij zullen blijmoedig plaats maken voor mannen en vrouwen .-oernemens zyn hun deel te dragen de verantwoordelijkheid in deze groeiende gemeenschap. Ik nodig ieder. meer inlichtingen wil hebben, uit om schrijven naar The Tasmanlan-Agent- General. 475, Strand, Charing Cross, Lon den. WC. 2". Nederlanders kunnen zich beter In ver binding stellen met het Immigration- e van de Australische Legatie te Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 3