Leo Poos speelt de rol van geheim agent ARCHITECT Ir D. ROOSENBURG schepper van ruimte De ^Moedermelkcentrale 3 ZATERDAG 19 NOVEMBER 1949 Het drama van het Englandspiel Twee dappere kerels vallen door verraad in handen van Schreieder BEHALVE OVER ANTON VAN DER WAALS beschikt Schreieder ook over Leo Poos, een Haags politieman, om het vuile werk op te knappen. En nu Londen geseind heeft, dat de agent Taconis (die reeds in Duitse handen is gevallen) contact moet opnemen met de sigarenwinkelier Martens in Haarlem, nu moet Poos maar eens laten zien wat hy waard is voor de Duitse meesters, die hij met slaafse «ver dient. In zyn kamer op het Binnenhof geeft de kleine Beier instructies. Poos moet zich uitgeven voor een agent van de Nederlandse dienst, die uit Enge land is gekomen. „Laat je maar Dick noemen dat is in overeenstemming met de omvang van je hoofd," zegt Schreieder met z(jn befaamde beulenhumor. „En seg maar, dat Engeland je opdracht gaf om binnen twee dagen een gesprek te hebben met „Pijl" en dat je er de derde dag een bericht over seinen moet. Kijk uit Je doppen en haal er uit, wat er uit te halen is!" Leo Poos, de diepgezo: ken politieman, gaat nog dezelfde dag naar Haarlem. En 's avonds brengt hij rapport uit aai wachtende Kriminal-Direktor. Hij heeft in het huis van Martens inderdaad geheim agent gesproken! Het is wel niet de gezochte „Pijl", maar die krijgt hij ook nog wel. In Haarlem sprak hij met de agent Leonard Andringa, een Hage naar, die in Engeland is opgeleid en die al een paar maanden in Nederland ver blijft Hij wordt „Akkie" genoemd. „Prachtig," zegt Schreieder, „maar waar zit „Pijl"? En weet je zijn werke lijke naam?" „Jawohl!" glorieert Poos, „ik heb ei alle bijzonderheden uitgekregen. „Pijl" is een zekere De Haas, die op het ogenblik bij zijn ouders hier in Den Haag is. Ook hij is geheim agent. Hier is de naam van de straat en het huisnummer „Prima. En verder?" „Verder zult u zeer te/reden zijn, Herr Schreieder. Ik heb met die agent Akkie afgesproken, dat ik hem morgen in Haarlem ga halen. Dan breng ik hem mee naar Den Haag en samen gaan we „Pijl" in het huis van zijn ouders op- Schreieder glimt var genoegen. Ja, Poos is een prima kracht; Poos zal het nog ver brengen. Wij, Duitsers, weten vakbekwaamheid op de juiste waarde te schatten. Bij ons maken mensen, die hun werk verstaan snel promotie! Lang zitten ze samen nog te praten, de niets en niemand ontziende jager Schreieder, die de plannen ontwikkelt voor een dubbele arrestatie en de ge willige speurhond Leo Poos, die voor nieuw meubilair en het onteigende huis van een Jood zijn landgenoten aan de galg helpt. De volgende dag neemt Poos op het Haagse station een retourtje Haarlem. Op hetzelfde moment draait de auto van Schreieder het Binnenhof af; de chef zit in burger naast zijn chauffeur en op de achterbank zitten een paar beste schutters met automatische pistolen in hun colbertjasje. Veilig is veilig en een mens weet tenslotte nooit, wat er gebeuren kan. Twintig minuten vóór Poos bij het huis van Martens aankomt, staat de S.D.-auto met het Nederlandse num mer reeds op de hoek van een zijstraat te wachten. Spiedend door de voorruit kan Schreieder precies de deur van de sigarenwinkel in het oog houden. Zozo. achter de Consi en de pruimtabak zit ten daar Nederlanders complotten te smeden tegen de Abwehr en de S.D. Nou, ze zullen het wel afleren! En daar komt Poos. Hij loopt snel, als een man die heel wat aan zijn hoofd heeft. Schreieder glimlacht; wat zou de S.D. beginnen als er geen verraders wa ren in dit vervloekte land met zijn wil de illegalen? Zeker, hij minacht de ke rels, hij walgt van een reptiel als Van der Waals, hij spuwt op slaven als Poos, maar hij heeft ze nodig. Nodig voor zijn eigen, nooit volprezen, grootheid. Poos is nu daarbinnen. Poos zit come- die te spelen, om die agent mee te krij gen, die Andringa, die mee zou gaan naar De Haas in Den Haag. Als het maar lukt. Als Poos zijn rol maar goed speelt. Als hij maar prachtig weet te liegen. Het duurt lang. Een uur verstrijkt en de schutters op de achterbank vragen, of het niet nodig wordt om in te grijpen Herr Poos kan immers allang vermoord zijn? Maar Schreieder legt zijn mannen het zwijgen op. Er is er maar één, die te denken heeft en dat is hijzelf. Er ls er maar één, die te bevelen heeft en dat is wederom hijzelf. Anderhalf uur gaan voorbij in een enerverend niets doen. Maar Schreieder kan wachten Heeft hij bij de grensbewaking soms niet twaalf uren doodstil langs de weg gele gen? Heeft hij niet drie maanden lang, zonder in te grijpen, de gangen gevolgd van een Russische spionne? Dat was in de Heimat, in vredestijd; wat beteke nen dan die paar uren in een vreemd land in oorlogstijd? Na twee uren komt plotseling Poos naar buiten. En hij wordt op de voet gevolgd döor een zeer jonge man, mei een bijna kinderlijk aandoend gezicht. Schreieder zegt zachtjes tegen Bour- gonje, die aan het stuur zit: „Daar zijn van het station. De val is al half dicht geklapt over Leonard Andringa, die naar Nederland kwam om het vader land te helpen in zijn nood. „Naar Den Haag!" commandeert Schreieder en vol gas stuift de auto langs de met tul penvelden omzoomde Rijksstraatweg. Op de middag van diezelfde dag staan er in de buurt van een Haagse tram halte drie mannen met elkaar te praten en die tramhalte ligt schuin over het huis, waarin de ouders van de geheime agent De Haas wonen. Prachtige dagen hebben ze doorleefd, nu hun zoon zo plotseling uit Engeland is overgekomen. De gordijnen zijn met grote zorg voor de ramen geplooid, want niemand, nie mand in Nederland mag weten dat hun jongen thuis is. Ieder die het weet. kan hem aanbrengen en arrestatie zou zijn dood betekenen. Wat weten zij van de drie mannen, die daar heen en weer drentelen bij de tramhalte? Wat weten zij van de twee andere, net-geklede heren, die zo druk staan te praten voor de deuren van eer garage? Wat weten zij van de bedoelin gen dier twee als vissers geklede man nen, die elkaar wijzen op het speelgoed in een etalage aan de overzijde vai straat? Zeven gewapende SD-ers staan er op twintig meter van hun huis, maar wie weet dat zij leden zijn van de meest gehate, meest verfoeide bende die ooit ons land onveilig maakte? In de woning van De Haas zitten drie mannen te praten in de achterkamer. Andringa, Poos en De Haas. En opnieuw speelt Poos zijn verfoeilijk spel, opnieuw weet hy vertrouwen in te boezemen. En na nauwelyks een uur stappen ze op, om de zender te gaan bekijken, die Poos hun beloofd heeft. Die zender staat zo liegt hy hun voor aan het andere eind van de stad. Ze zullen doo'dgewoon een tram nemen; hoe ge- oner je doet, des te minder je opvalt. Drie minuten later klikken de boeien Bliksemsnel hebben de jachthonden van Schreieder zich op de agenten gewor pen; een auto rijdt naderbij, de mannen worden er in geduwd en een half later begint de Kriminal-Direktor het lange, afmattende verhoor, waarop de weerstand van de sterkste man moet breken. Maar als hy er dan eindelijk de on gelooflijke waarheid heeft uitgekregen, dan is hy zo perplex over deze roman zuivere dapperheid, dat hij koffie en brood en sigaretten laat brengen. En hy geeft de striktste orders, deze mensen uitstekend te behandelen. Soms heeft ook een SD.-chef eerbied Dor waarachtig heldendom! Philippiinen worstelen met grote interne Droblemen SCHIJNWELVAART NADERT EINDE n 11 a neer om de felle zon buiten te sluiten. Zware gordijnen in diepe plooien voor de vensters. Een schrijftafel met een weerspiegelend blad, waarop een opengeslagen agenda ligt. Drie crèmekleurige telefoons op een rij. In een hoek de nationale driekleur als een sprekend symbool. Het is in deze rustige en stijlvolle omgeving, dat de presi dent van de Phillppijnen dagelijks de vele bezoekers te woord staat, die hem over grote en kleine problemen komen spreken. In een werkkamer vol sfeer In het bescheiden paleis Malacanan aan de buitenkant van het drukke Manila. President Elpidio Quirino ziet er moe uit Een verkiezingscampagne in de Phi- lippijnen is nu eenmaal een vermoeiende bezigheid Het gaat als zoveel 3ndere din gen hier in zuiiver Amerikaansf stijl: veel toespraken, sloppen en achterbuurten be zoeken, boerenmeisjes kussen, deputaties heeft speciaal opdracht om. in de kringen van geïnteresseerde naties het idee van een dergelijk pact tot ontwikkeling te brengen. „Er bestaat veel belangstelling voor zegt de president, achterover leunend in zyn schommelstoel, „maar we weten nog President Quirino op bezoek In een ziekenhuis In Manila. Om zijn populariteit te vergroten, besteedt hy veel tyd aan contact met het volk. begroeten, overal handen schudden, glim lachen en de persfotografen hun kans geven. De dagelijkse bezoekerslyst loopt in de honderden. Enin verkie zingstijd is het moeilijker dan ooit om nee te zeggen. Een weigering kan stern- kosten en stemimen zijn tenslotte de basis van het presidentschap. ,Maar met matig leven kom je een heel eindladht de president, die bekend staat als een man, die nooit rookt en op cocktailpartijen meestal een glas sinaas appel- of tomatensap in de hand heeft, naar dat zal u minder interesseren Ik stel mijn eerste vraag. „Hoe ontwikkelen de plannen voor een Pacific Pact zioh?" Het is een plan, dat de president zeer ter harte gaat. Briga dier-generaal Carlos P. Romulo, de Phi- lippijnse voorzitter van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, SINTERKLAAS VÓÓR 50 JAAR Toen droomde liet meisje van een popdie mammiezei Maar thans een robot, die dansen, spreken, rekenen, self „denken" kan zaagsel-buik, ls daar gewoon kinderspel Een halve eeuw geleden werden de kinderen met Sinterklaas of Kerstmis verrast met een houten pop, soms een •tenen, in een enfcel geval een van „goed". En zeer luxueus was het ge- «chenk van een pop in Marker- of Vo lendammer costuum. Een pop met een kop, waarop levend haar, net echt, dat was de wens-droom van menig meisje in de dagen vóór Sinterklaas. Wat zouden onze voorouders en de grote Sint zelf wel gedacht hebben van een stuk speelgoed, een pop, die... "denkt"! Daar is niemand minder dan een spe cialist van het neurologisch instituut te Bristol voor nodig geweest. Deze, dr Grey Walter genaamd, heeft een stuk speel goed geconstrueerd, dat ongeveer 45 centimeter lang is, en schildvormig van gedaante. Men kan deze speelgoedpop eenvoudig trucs leren. Die worden in een „geheugen-cel" bewaard en later ge reproduceerd. Het „mammie zeggen" van een ouderwetse pop by een druk op de bij. De pop van dr Walter kan dansen, lopen, slapen en dingen die zijn verkeer hinderen, ontwijken. Wanneer deze den kende pop geïrriteerd is, geeft ie een electrische schok en een ,.shock"-behan- deling heeft hy dus niet nodig! Verder demonstreert de pop een enorme hekel aan buiig, koud weer. Voorlopig schijnt ie slecht opgevoed, want hij is bang en heeft een sterke voorkeur en afkeer. Zyn gedrag is „be grijpelijk, maar niet te voorspellen" Eigenwijs als wy zyn, menen wij, dat deze speelgoedpop sterk primair reageert en bijzonder affectief is. Het zal niet lang duren, of er wordt een robot geprodu ceerd, die zyn eigen weg zal kunnen vin den, spreken als een kind, vragen beant woorden en zonder meester als Bartjes kan rekenen. En nu het sensationele nieuws voor Kerstmis1950: Dit denkend speel goed wordt dan voor tien pond sterling op de markt gebracht helemaal niet wat het worden zaLo! het een zuiver Aziatisch blok moet wor den, waaraan alle souvereine staten in Azië kunnen deelnemenof een Pacific Pact, wat sommige niet aan de Pacific liggende naties zou uitsluiten, maar daar- en we moeten er eens uitvoerig ovi spreken op een conferentie in Baguio „En wat is de aard van het pact?" „Dat is eveneens nog een open vraag., geeft president Quirino toe, „het uitein delijke doel, dat we willen bereiken is een verbond te vormen van de vrye staten van Zuid-Oost-Azië met het oogmerk de gemeenschappelijke belangen op politiek, economisch en cultureel gebied vooral te bevorderen." „En militair „Het valt te betwyfelen of een militair verbond voorlopig mogelijk is. Bovendien is het mijn overtuiging, dat op de lange duur het sterkste wapen tegen totalitaire overheersing het opvoeren van de levens standaard van de betreffende volken zal Ook Indonesië. Het is het wondermiddel tegen het munisme, waarmee men overal schermt, maar dat in het Verre Oosten nog gens tot bevredigende resultaten heeft geleid. „Hoe staat het communisme in de Phi- lippynen ervoor De president strijkt over zyn voorhoofd. „Het is natuurlijk een gevaar voor isgeeft ihy toe, „zoals het voor elke democratische staat een gevaar is. Maar zeggen, dat het in de Philippyiwn eerder afneemt dan toeneemt. U moet daarbij wel bedenken, dat lang niet alle opstandige Huks ook communisten zyn. Maar het blijft een ernstige zorg De kleine Philippynen met negentien millioen inwoners verkeren zeker niet in een prettige situatie met in het Noorden tachtig millioen Japanners, in het Westen vierhonderd-en-vijftig millioen Chinezen het Zuiden zeventig millioen Indo nesiërs. Enmet een zeer onzekere toekomst. „Heeft men ook gedacht aan opneming an Japan en Indonesië en Korea bij voorbeeld in een dergelijk pact?" i.We weten nog helemaal niet &e willen doen. Maar als Indonesië straks souverein is bestaat er geen enkel bezwaar. Integendeel zelfs. Het is een bekend feit, dat de Philip pynen grote sympathie koesteren voor Verenigde Staten van Indonesië. Dat nauwelijks te verwonderen. Maar wel verwondert men vieh onbeschofte toon waarop de Philippynse pers de Nederlandse gezant aanvalt. De kranten schrijven bijvoorbeeld openlijk dingen als only good for a firing squad als afscheidsgroet by een vertrek goodbye for ever, thank you for nothing. Maar dergelijke uitbarstingen horen by de kinderziekten van een jonge staat. „Wanneer verwacht u, dat het Pacific Pact een realiteit zal zyn?" stel ik mijn laatste vraag. „We hebben in het Westen gezien welk >n langdurig proces het is", antwoordt de president, „we moeten geduld hebben. De hoofdzaak is, dat er een begin wordt gemaaktEn dan opstaand besluit hy het interview met een poëtische verge lijking: „het zaad is in de aarde gelegd. Het belangrijkste is niet of wy er by zul len zijn als het eenmaal een boom gewor- dat die boom schaduw en bescherming zal bieden aan degenen, die Economische zorgen. President Quirino heeft echter ernsti ger problemen. Problemen van interne aard. Er heerst een misleidende schyn- welvaart. Sinds de oorlog hebber) de Verenigde Staten kolossale bedragen ge schonken onder'namen als oorlogsvetera- uitkering, oorlogsschade-vergoeding, bijdrage in d T, wederopbouw en o dracht surplus-voorraden. Het einde die steun is in zicht. Tegelijkertijd worstelt men met een economische crisis. De dollarreserves slinken angstwekkend. Het algemene dollartekort in de wereld vindt ook zijn terugslag op de Philip pynse handel. Er moet gestreefd worden naar opvoering van eigen landbouw en industrie. De productiekosten van veel artikelen moeten omlaag. Het it nodig tot ruilovereenkomsten met dollar- arme landen te komen. En zo zyn er vele problemen. De Phi-lippynen maken zorgenloze en weelderige indruk. Met een kinderlijke luchthartigheid geniet men het leven. Maar in het binnenste van het staatsbestel kraakt het. Er is echter één troost De Verenigde Staten zullen de Philip pynen niet loslaten. Amerika voelt zich nog steeds min of meer verantwoordelijk voor het welzijn van de nieuwe staat. Met het schenken van de onafhankelijkheid acht het haar geweten van koloniale mogendheid niet geheel en al schoonge wassen. Daar profiteren de Philippynen dankbaar van. En bovendien14.000 man Amerikaanse troepen (meest lucht macht) hebben nog steeds in de strate gisch gelegen Philippynen hun bases! Alfred van Sprang. (Nadruk verboden). BEKENDE LANDGENOTEN THUIS Idealen: hoge huizen en kerken (Van een onzer verslaggevers) I overtuigd aanhanger Een architect is schepper van ruimte. I systeem „hoogbouw" Dat zegt U de omgeving, waarin bouw- bouwen, om de kinderen meester ir D. Roosenburg in Den Haag gelegenheid Je geven woont. Van de Kerkhoflaan af ziet U niet blijkt we moeten hoog dit land te spelen") zal Roosenburgse kerk dus een machtig voor hen werkelijk ook tijd voor henzelf betekent. Al aeze mogelijkheden, idealen, denk beelden en gedachten zyn geboren in een leven van veel en intensief werken. De Roosenburgs. wier portretten in de werkkamer hangen, zijn allen dokters ge weest. „Eén van m'n broers werd al dok ter". zegt architect Roosenburg, „daarom 'oen ik in de techniek gegaan." Aanlei ding? De aanleg voor tekenen, die op de H.B.S. tot uiting kwam en een sterk ge voel voor stereometrie en beschrijvende meetkunde. „Dat zag ik voor me. het nam. in m'n gedachten, zichtbare vormen aan." Eerst studeerde hy in Delft een jaar voor civiel ingenieur. Vandaar de belangstel de architectonische kant van wateröouwwerken. Maar in de bouw kunde boeide hem het tekenwerk en zo werd hy architect Hy werkte om onder Berlage en hy bouwt sinds 1916 in Den Haag. En buiten het werk? Dan is er de jacht, „waarvan het ver rukkelijke is, dat je de natuur ingaat met een doel" en de historie, die hy in vrye ogenblikken bestudeert omdat de wen- aingen die er zich in voordeden vooral de jaren 1500 en 1600 machtig Ir Roosenburg: bouwer van het KX.M.-paleis. blinde muur, met twee deuren deur voert U zó in de tuin die omsloten wordt door het grote atelier rechts, het woonhuis langs de straatkant links een afzonderlijk huis van de derde zoon, beeldhouwer. Dat zyn met elkaar drie flinke gebou- en en tóch heeft het alle schijn, of er nog het een en ander meer in die tuin >u kunnen staan. Diezelfde indruk van wijdheid bieden mensen, die hier wonen. De zelf ontworpen meubels, de schilderijen, de oranje-rode geglazuurde bakstenen van de schouw in de woonkamer eigenlijk oorspronkelijk bestemd voor het jachtslot St. Hubertus en de figuur van de bouw meester zelf. S'n pijp stoppend zit hy, op de bank de eetkamer, te vertellen van z'n werk, i liefhebberijen, z'n denkbeelden. .Het leven van een arohatect is zó" zegt hy, „je bouwt een ding, maar je neemt je jor het later beter te zullen doen. Elk ieuw gebouw is een nieuw vraagstuk, .et nieuwe mogelijkheden." Er zyn in het leven van deze bouwer vele vraagstukken geweest. Hy heeft fabrieken gebouiwd voor Phi lips („voor millioenen aan bouwwerken mij is daar stukgegooid"), hy heeft, ziedaar opnieuw de ruimte om deze i, gemalen langs de Noord-Oostpolder, de Wieringermeer en de Afsluitdijk als mede sluisgebouwen langs alle grote ka nalen, uiterlijke vorm helpen geven, hij ontwierp het uiterlijk van tientallen bruggen („een van de grootste attracties by de constructie van een wegennet is. dat de dingen zo eerlijk gemaakt zyn, dat zien kan hoe het in elkaar zit"), hy heeft de Elta gebouwd in 1919, waar- een eerste bouwkundig contact met de heer Plesman en latex met de K.L.M. kreeg en hy heeft het grote ge ar de Rijksverzekeringsbank in Amsterdam gebouwd „Dat was iets In dat gebouw wilde ik het grote sociale werk, dat erin gedaan wordt, tot uitdrukking brengen". Het resultaat is wijd en ruim, blank en massief geworden. In Den Haag heeft hy grote woningen gebouwd aan de Laan van Meerdervoort, de Sportlaan, de Waalsdorperweg en de Bronovolaan, verder de Stedelijke Hypo theekbank aan het Noordeinde en het gebouw voor de Indische pensioenfond- de Neuhuyskade. En na tuur tijk: het K.L.M.-gebouw. „En nu zou ik graag eens een kerk bouwen" zegt de heer Roosenburg. Hy verklaart zich nader: „een kerk is een volmaakt ideëel ding en in onze tyd drukt zij zióh, in de verschillende kerkgebou wen. die er zyn, als zodanig niet sterk genoeg uit. Een kerkgebouw stond vroeger bóven de andere gebouwen. Het beheerste de steden. Dat aoen nu de kantoren e woonhuizen. Aangezien de heer Roosenburg gebouw in het stadsbeeld moeten worden, "let K.L.M.-gebouw heeft genoegzaam langetoond, dat hy voor grote bouwwer ken niet teruggaat. Van dat gebouw zegt ny, dat het jammer is, dat het niét nog vryer staat. Dan zou het nog meer op rijzen voor de beschouwer, die het van jrre nadert. Ruimte! Een moderne stad is, volgens de be grippen van de heer Roosenburg een stad met hoge gebouwen, die in veel groen, nhythmisohe schermen vormen. De men- moeten voorts in prettige woningen, dicht by .hun werk zitten, zodat vrye tyd ZE ZIJN ER BIJ TIENTALLEN, grote sterke mannen en flinke gezonde vrouwen, die in de eerste weken van hun bestaan tere, schijnbaar niet levenskrachtige Ja, nu ik Toontjes leven nog eens overzie, althans voorzover een mens dat doen kan en voorzover ik er de bijzonderheden van ken maar dat zijn juist heel veel bijzonderheden en nu ik zo, juist op Allerheiligen, mVn bureau ztt om over hem te „nmaal Zohies rTt/~v/^vTVTrpTf7 TT A "T\ trekken: ze werd zo slecht ter been en I I II I Ml I I Fj n r\ I I haar gehoor werd zo zwak. Weer volg- i W WX 1 i de een lnnae Hid nan. vernlenen en ver. EEN DAS... gaan schrijven, kijk, nu zou ik er toch wel erg voor voelen om hem plaatsje in te ruimen in een protes tantse heiligen-galerij, al doen we daar Zondag twee keer in de kerk. Moge lijk had hij beter in 2\jn geboortege hucht kunnen blijven, maar dan zou hij niet in de stadskerk Elsje hebben oestrafd pi^terder bedeesde vrijage getrouwd is. Wat by de pinken dan verdient het toch; mogelijk zelfs dan menig gemijterd en ges kerkprelaat, ook al was hij dan maar '^oontje een klein mensje uit de volkswijk; alleg 3meg ge2egd ci> u con vOTVOten mono)c. dat „ekend noch eemakkem. nochton, BcmlcU,. Ge vraaat wat dan ml to wopa,wekt „r0„„ye. lange tyd van verplegen t troetelen. Gekscherend had Elsje hel over haar „vierde kindje" en gek scherend zei Toontje: „Al die kinders eten mijn hele spaarpot op..." Maar dat laatste sprak van zelf; evengoed als het vanzelf sprak, dat er elke week in de morgencollecte een papiertje met wat stuivertjes en centen zat, waarop met stuntelige letters geschre ven stond: „Voor de dejakenie". Op een morgen is Elsje's moeder 'daar'isdan ook plotseling dood gebleven toen «iel dat kon ook bijzondere van zijn leven mag zijn geweest? Ik antwoord dat het bijzon dere ervan juist lag in het doodgewo ne; dat hij enkel maar mét God en met ere geleefd heeft en is dat niet onzegbaar veel? Zijn leven... Geen biograaf zal het lot stof van een verhandeling kiezen en andere auteurs zo prikkelen tot averechtse beschouwingen. Ons res ten geen authentieke stukken van zyn hand en graphologen kunnen hem dus gemis, Hun huwelijk is één rimpelloze vij ver van stil geluk geweest. Kinderen kwamen er niet dat was een groot INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK hebben zich niet uiteenrafelen. Zijn geboortehuis schikt. Toen hebben bevat geen gedenksteen de oorlog neefje verzorgd heeft het met de grond gelijk gemaakt, dat Zijn sterfhuis kunt ge evenmin foto graferen; het is er nog wel, i 't raam hangt tegenwoordig i vend vrouwspersoon dat met t jPBPI niemand meer te verzorgen. En degelijk geen week later hoorden we, dat Elsje zelf ziek was. Het was alsof de veer binnenin haar, stuk gebroken was op het moment dat ze niet nuttig meer kon wezen. Geen half jaar la ter zat Toontje alleen in twee kamer tjes met een keukentje. En toen is zijn lijdensweg begonnen, want een we duwnaar mét een huisje dat is een ramp. Vrouwen genoeg, die op hem azen maar die moest hij niet. De enige, die hem had kunnen bijstaan, die Elsje had kunnen vervangen, is in ge- niet gekomen. Toontje's eigen schuld: achter- hij was zo eerlijk om direct over groot gebracht trouwplannen te beginnen. Toen hun leven, schrok ze en bloosde en zei: „Engerd, wie ik kom niet..." Want ze wist niet wat uit God het ouderschap onthield, kunnen Toontje onder trouwen verstond. stoere neef ge- Daarna is hy alleen gebleven in een eens aan kwam huisje, dat stilaan vervuilde, omdat Amerika trok. zijn handen verkeerd stonden. gedachten wisselt omtrent haar waaien en later echtgenoot, die al te kwistig zijn te- Een nichtje heeft zijn plaats inge- klaagd heeft daarover nooit; zonder derheden rond strooit. En dat alles is nomen; een armetierig moederloos bitterheid droeg hij het. Alleen één Toontje vreemd geweest en gebleven, peutertje twintig jaar later trouw- keer heeft hy zyn hart Ik denk: hij heeft deze dingen nim- de ze by hen uit huis en één van haar gestort i vele kinderen heet Toontje en een ken en u>yd van hier. gaan begrepen. Zijn leven... Een dorpsjongen trok ander Elsje. Ze naar de stad. Henriette Roland Holst Na die huwelijksdag is Toontje'i zegt in een van haar lekenspelen: der gaan sukkelen, die „Daar kun je goed verdienen; en je leven genieten na je werk; je kunt naar de dancing gaan, naar de bi o- plcegd en haar scoopze kijken je daar niet altijd op venop geholpen al e« oud besje was en ze hebben hat de stad gehaald en haar ve helemaal er b kwamen t die vervangster gespro- dat toen niet doorge- Een beetje triest zei hij toen: Toontje had de das..." Dat is alles. Dat is meteen zijn hele leven, want een paar maanden later kreeg i ongeluk op weg naar z\Jn een huis. Als „onbekend mansper- is hij in een ziekenhuis binnen- je vingers; je hoeft niet elke Zondag gingen jaren voorbij. Toen zij eindelijk gebracht. Hy is pas later herkend. tweemaal naar de kerk..." Al die mo- gestorven was hebben tieven zijn op Toontje niet van toe- nig en vreemd in hun kleine huisje gemist, passing geweest; hij heeft nooit veel gezeten en ze waren blij, toen Elsje's verdiend; in de bioscoop ls hij niet moeder vroeg of ze niet b(j hen in kon Ach, niemand heeft hem gekend, noch WIJKPREDIKANT. Vandaar dat hy spreekt i t Europese koningshuizen, over minis- rs en veldheren, of hij hen persoonlijk gekend heeft. is dat eigenlijk niet zo? Hebben al nensen zich niet uitgesproken in de bouwwerken, die hun tijd achterliet? En oordelen die bouwwerken hen niet? „Hoe subliem is de burgerlijke autori teit uitgedrukt in een juweel als het oude gedeelte van het Haagse stadhuis op de Groenmarkt", zegt de heer Roosenburg. it is de taak van de architect, zoals ieder kunstenaar: zeggen wat de tijd, rin hij leeft, denkt en wiL Vandaar: het K.L.M.-gebouw in Den Haag en het Rijksverzekeringskantoor in Amsterdam. Maar daarnaast: zich sterk binden aan de traditie die een bouwwerk vertegenwoor digt. Dat zullen de Raadhuizen in Vtis- Roosenburgs Rijksverzekeringsgebouw ln Amsterdam. Het sociale vraagstuk In glas en steen singen en West-Capelle, die in „baas" Roosenburg's werkplaats in tekening staan, uitdrukken. Muren, vensters en deuren tonen al die tekeningen. Het wezen van het huis vor men zij niet. Dat doet, naar Laotse's woord uit de zesde eeuw voor onze jaar telling, de ruimte, die daartussen ligt. Bij architect Roosenburg ervaart men dat opnieuw. WAAR NIET MET KANNEN, MAAR MET MAATJES GEREKEND WORDT i moeders gevochten is. En in herhaald zijn tot de moeders: babies waren en voor wier behoud door doktoren hoeveel kraamkamers zal diezelfde zin herhaald t „Als het kind maar kunt blyven voeden." Maar hoe dikwijls ook zal het gebeurd sprekend door de verpleegster geïn- Alle melk gaat naar het Rode Voor de VROUW zijn, dat noch goede wil noch dokters hulp konden baten, omdat er dig geen moedermelk was. In een ge lukkig geval was er dan soms een te vinden, die deze taak van de moeder >n overnemen, maar ook naar die hulp dikwijls vergeefs uitgezien. Gelukkig is dit alles verleden, of lie ver kan dit alles verleden zijn. Want er bestaat nu een „Moedermelkcentrale" sectie van de medische afdeling va het Hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis. Een instituut, dat enig de gehele wereld is, en weliswaar geleid door medici en chemici, zijn voortbe staan dankt aan vele onbekende ders, die deciliter, voor deciliter de kos telijke melk leverden. kort en eenvou dig te vertellen. In 1944 reeds kwam drs G. G. A. Masten broek, chemicus bij de bloedtransfusiedienst ran het Nederlandse Rode Kruis op de gedachte om het droogproces, toegepast bij het bloedplasma. ook bij het moedermelk te gebruiken. Het resultaat was, dat zijn onderzoekingen in derdaad succes hadden en het mogelijk bleek om de moedermelk via bevriezing te drogen. Door toevoeging van water wordt het product weer vloeibaar, niemand verbazen zal, want we kennen immers het gebruik van melkpoeder? Het bleek, dat aldus verkregen moedermelk de directe borstvoeding bijna volkomen terwijl het grote voordeel is, dat de ingedroogde poeder onbeperkt houdbaar is en dus voor noodgevallen in de ziekenhuizen voorradig kan zijn. Voor noodgevallen, want het is geens zins de bedoeling om nu maar aan wi« het betalen wil of kan. voortaan de moe dermelk te leveren. Slechts op medisch voorschrift wordt het gedroogde zog be schikbaar gesteld voor babies beneden de Het zou tamelijk onbillijk zijn. schaarse, onvervangbare en door andere moeders toch met extra zorg vergaarde zog kwistig rond te delen, wanneet door gemakzucht een moeder zich haar eerste en mooiste plicht tegenover haar kind zou willen onttrekken. De Moedermelkcentrale wordt van haar grondstof voorzien, door moeders, dii naast de voeding voor haar eigen kindji in staat zijn meer te produceren Via huis arts of wijkverpleegster kan zij zich op geven bij de plaatselijke ophaaldienst de Moedermelkcentrale. welke voor Haag gevestigd is in het Pageshuis het Lange Voorhout 6 Dagelijks wordt dan de melk opgehaald en een schone fles gebracht Het kolven wordt vanzelf- Kruisziekenhuis. waar ze gecontroleerd wordt Niet alleen gaat het dan om even tuele ziektekiemen, maar er is wel eens ijdel moedertje geweest, die haar portie wilde vergroten en het .flesje zo eventjes eens onder de kraan hield! In de diepvrieskast wordt dan de melk bewaard, totdat op geregelde tijden de voorraad naar de eigenlijke moedermelk centrale. gevestigd in het laboratorium bij het Binnengasthuis te Amsterdam, ver voerd wordt. Daar wordt de melk ge droogd en het zeer droge, zeer poreuze poeder gemaakt, dat later weer opgelost zijn diensten zal bewijzen. Steeds groter wordt de vraag in de medische wereld naar deze gedroogde moedermelk en de centrale moet werke lijk alle zeilen bij zetten om aan de vraag te voldoen; terwijl vorming van een voor raadje voor tijden van nood, al evenzeer geboden is. Door de kleine hoeveelheden het product nu eenmaal geleverd kan worden en de grote voorzorgen, die bewaring en vervoer eisen, ruller, voorlo pig de stadsmoeders zich met de leveran tie van de grondstof moeten belasten. Inderdaad, ze worden du6 met eer» plicht belast, maar eer. eervolle plicht, die elke moeder, als zij kan. gaarne zal aanvaarden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3