Leo Poos speelt de rol van geheim agent
ARCHITECT Ir D. ROOSENBURG
schepper van ruimte
De ^Moedermelkcentrale
3
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1949
Het drama van het Englandspiel
Twee dappere kerels vallen door verraad
in handen van Schreieder
BEHALVE OVER ANTON VAN DER WAALS beschikt Schreieder ook over
Leo Poos, een Haags politieman, om het vuile werk op te knappen. En nu
Londen geseind heeft, dat de agent Taconis (die reeds in Duitse handen is gevallen)
contact moet opnemen met de sigarenwinkelier Martens in Haarlem, nu moet
Poos maar eens laten zien wat hy waard is voor de Duitse meesters, die hij met
slaafse «ver dient. In zyn kamer op het Binnenhof geeft de kleine Beier instructies.
Poos moet zich uitgeven voor een agent van de Nederlandse dienst, die uit Enge
land is gekomen. „Laat je maar Dick noemen dat is in overeenstemming met
de omvang van je hoofd," zegt Schreieder met z(jn befaamde beulenhumor. „En
seg maar, dat Engeland je opdracht gaf om binnen twee dagen een gesprek te
hebben met „Pijl" en dat je er de derde dag een bericht over seinen moet. Kijk
uit Je doppen en haal er uit, wat er uit te halen is!"
Leo Poos, de diepgezo: ken politieman,
gaat nog dezelfde dag naar Haarlem. En
's avonds brengt hij rapport uit aai
wachtende Kriminal-Direktor. Hij heeft
in het huis van Martens inderdaad
geheim agent gesproken! Het is wel niet
de gezochte „Pijl", maar die krijgt hij
ook nog wel. In Haarlem sprak hij met
de agent Leonard Andringa, een Hage
naar, die in Engeland is opgeleid en die
al een paar maanden in Nederland ver
blijft Hij wordt „Akkie" genoemd.
„Prachtig," zegt Schreieder, „maar
waar zit „Pijl"? En weet je zijn werke
lijke naam?"
„Jawohl!" glorieert Poos, „ik heb ei
alle bijzonderheden uitgekregen. „Pijl" is
een zekere De Haas, die op het ogenblik
bij zijn ouders hier in Den Haag is. Ook
hij is geheim agent. Hier is de naam van
de straat en het huisnummer
„Prima. En verder?"
„Verder zult u zeer te/reden zijn, Herr
Schreieder. Ik heb met die agent Akkie
afgesproken, dat ik hem morgen in
Haarlem ga halen. Dan breng ik hem
mee naar Den Haag en samen gaan we
„Pijl" in het huis van zijn ouders op-
Schreieder glimt var genoegen. Ja,
Poos is een prima kracht; Poos zal het
nog ver brengen. Wij, Duitsers, weten
vakbekwaamheid op de juiste waarde te
schatten. Bij ons maken mensen, die
hun werk verstaan snel promotie! Lang
zitten ze samen nog te praten, de
niets en niemand ontziende jager
Schreieder, die de plannen ontwikkelt
voor een dubbele arrestatie en de ge
willige speurhond Leo Poos, die voor
nieuw meubilair en het onteigende huis
van een Jood zijn landgenoten aan de
galg helpt.
De volgende dag neemt Poos op het
Haagse station een retourtje Haarlem.
Op hetzelfde moment draait de auto van
Schreieder het Binnenhof af; de chef zit
in burger naast zijn chauffeur en op
de achterbank zitten een paar beste
schutters met automatische pistolen in
hun colbertjasje. Veilig is veilig en
een mens weet tenslotte nooit, wat er
gebeuren kan.
Twintig minuten vóór Poos bij het
huis van Martens aankomt, staat de
S.D.-auto met het Nederlandse num
mer reeds op de hoek van een zijstraat
te wachten. Spiedend door de voorruit
kan Schreieder precies de deur van de
sigarenwinkel in het oog houden. Zozo.
achter de Consi en de pruimtabak zit
ten daar Nederlanders complotten te
smeden tegen de Abwehr en de S.D.
Nou, ze zullen het wel afleren!
En daar komt Poos. Hij loopt snel, als
een man die heel wat aan zijn hoofd
heeft. Schreieder glimlacht; wat zou de
S.D. beginnen als er geen verraders wa
ren in dit vervloekte land met zijn wil
de illegalen? Zeker, hij minacht de ke
rels, hij walgt van een reptiel als Van
der Waals, hij spuwt op slaven als Poos,
maar hij heeft ze nodig. Nodig voor zijn
eigen, nooit volprezen, grootheid.
Poos is nu daarbinnen. Poos zit come-
die te spelen, om die agent mee te krij
gen, die Andringa, die mee zou gaan
naar De Haas in Den Haag. Als het maar
lukt. Als Poos zijn rol maar goed
speelt. Als hij maar prachtig weet te
liegen.
Het duurt lang. Een uur verstrijkt en
de schutters op de achterbank vragen,
of het niet nodig wordt om in te grijpen
Herr Poos kan immers allang vermoord
zijn? Maar Schreieder legt zijn mannen
het zwijgen op. Er is er maar één, die te
denken heeft en dat is hijzelf. Er ls
er maar één, die te bevelen heeft en
dat is wederom hijzelf. Anderhalf uur
gaan voorbij in een enerverend niets
doen. Maar Schreieder kan wachten
Heeft hij bij de grensbewaking soms niet
twaalf uren doodstil langs de weg gele
gen? Heeft hij niet drie maanden lang,
zonder in te grijpen, de gangen gevolgd
van een Russische spionne? Dat was in
de Heimat, in vredestijd; wat beteke
nen dan die paar uren in een vreemd
land in oorlogstijd?
Na twee uren komt plotseling Poos
naar buiten. En hij wordt op de voet
gevolgd döor een zeer jonge man, mei
een bijna kinderlijk aandoend gezicht.
Schreieder zegt zachtjes tegen Bour-
gonje, die aan het stuur zit: „Daar zijn
van het station. De val is al half dicht
geklapt over Leonard Andringa, die
naar Nederland kwam om het vader
land te helpen in zijn nood. „Naar Den
Haag!" commandeert Schreieder en
vol gas stuift de auto langs de met tul
penvelden omzoomde Rijksstraatweg.
Op de middag van diezelfde dag staan
er in de buurt van een Haagse tram
halte drie mannen met elkaar te praten
en die tramhalte ligt schuin over het
huis, waarin de ouders van de geheime
agent De Haas wonen. Prachtige dagen
hebben ze doorleefd, nu hun zoon zo
plotseling uit Engeland is overgekomen.
De gordijnen zijn met grote zorg voor
de ramen geplooid, want niemand, nie
mand in Nederland mag weten dat hun
jongen thuis is. Ieder die het weet. kan
hem aanbrengen en arrestatie zou zijn
dood betekenen.
Wat weten zij van de drie mannen, die
daar heen en weer drentelen bij de
tramhalte? Wat weten zij van de twee
andere, net-geklede heren, die zo druk
staan te praten voor de deuren van eer
garage? Wat weten zij van de bedoelin
gen dier twee als vissers geklede man
nen, die elkaar wijzen op het speelgoed
in een etalage aan de overzijde vai
straat? Zeven gewapende SD-ers staan
er op twintig meter van hun huis, maar
wie weet dat zij leden zijn van de meest
gehate, meest verfoeide bende die ooit
ons land onveilig maakte?
In de woning van De Haas zitten drie
mannen te praten in de achterkamer.
Andringa, Poos en De Haas. En opnieuw
speelt Poos zijn verfoeilijk spel, opnieuw
weet hy vertrouwen in te boezemen.
En na nauwelyks een uur stappen
ze op, om de zender te gaan bekijken,
die Poos hun beloofd heeft. Die zender
staat zo liegt hy hun voor aan
het andere eind van de stad. Ze zullen
doo'dgewoon een tram nemen; hoe ge-
oner je doet, des te minder je opvalt.
Drie minuten later klikken de boeien
Bliksemsnel hebben de jachthonden van
Schreieder zich op de agenten gewor
pen; een auto rijdt naderbij, de mannen
worden er in geduwd en een half
later begint de Kriminal-Direktor
het lange, afmattende verhoor, waarop
de weerstand van de sterkste man moet
breken.
Maar als hy er dan eindelijk de on
gelooflijke waarheid heeft uitgekregen,
dan is hy zo perplex over deze roman
zuivere dapperheid, dat hij koffie en
brood en sigaretten laat brengen. En hy
geeft de striktste orders, deze mensen
uitstekend te behandelen.
Soms heeft ook een SD.-chef eerbied
Dor waarachtig heldendom!
Philippiinen worstelen met grote
interne Droblemen
SCHIJNWELVAART NADERT EINDE
n 11 a
neer om de felle zon
buiten te sluiten. Zware gordijnen in diepe plooien voor de vensters. Een
schrijftafel met een weerspiegelend blad, waarop een opengeslagen agenda ligt.
Drie crèmekleurige telefoons op een rij. In een hoek de nationale driekleur als
een sprekend symbool. Het is in deze rustige en stijlvolle omgeving, dat de presi
dent van de Phillppijnen dagelijks de vele bezoekers te woord staat, die hem
over grote en kleine problemen komen spreken. In een werkkamer vol sfeer In
het bescheiden paleis Malacanan aan de buitenkant van het drukke Manila.
President Elpidio Quirino ziet er moe
uit Een verkiezingscampagne in de Phi-
lippijnen is nu eenmaal een vermoeiende
bezigheid Het gaat als zoveel 3ndere din
gen hier in zuiiver Amerikaansf stijl: veel
toespraken, sloppen en achterbuurten be
zoeken, boerenmeisjes kussen, deputaties
heeft speciaal opdracht om. in de kringen
van geïnteresseerde naties het idee van
een dergelijk pact tot ontwikkeling te
brengen.
„Er bestaat veel belangstelling voor
zegt de president, achterover leunend in
zyn schommelstoel, „maar we weten nog
President Quirino op bezoek In een ziekenhuis In Manila. Om zijn populariteit
te vergroten, besteedt hy veel tyd aan contact met het volk.
begroeten, overal handen schudden, glim
lachen en de persfotografen hun kans
geven. De dagelijkse bezoekerslyst loopt
in de honderden. Enin verkie
zingstijd is het moeilijker dan ooit om
nee te zeggen. Een weigering kan stern-
kosten en stemimen zijn tenslotte de
basis van het presidentschap.
,Maar met matig leven kom je een heel
eindladht de president, die bekend
staat als een man, die nooit rookt en op
cocktailpartijen meestal een glas sinaas
appel- of tomatensap in de hand heeft,
naar dat zal u minder interesseren
Ik stel mijn eerste vraag.
„Hoe ontwikkelen de plannen voor een
Pacific Pact zioh?" Het is een plan, dat
de president zeer ter harte gaat. Briga
dier-generaal Carlos P. Romulo, de Phi-
lippijnse voorzitter van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties,
SINTERKLAAS VÓÓR 50 JAAR
Toen droomde liet meisje van
een popdie mammiezei
Maar thans een robot, die dansen, spreken,
rekenen, self „denken" kan
zaagsel-buik, ls daar gewoon kinderspel
Een halve eeuw geleden werden de
kinderen met Sinterklaas of Kerstmis
verrast met een houten pop, soms een
•tenen, in een enfcel geval een van
„goed". En zeer luxueus was het ge-
«chenk van een pop in Marker- of Vo
lendammer costuum. Een pop met een
kop, waarop levend haar, net echt, dat
was de wens-droom van menig meisje
in de dagen vóór Sinterklaas.
Wat zouden onze voorouders en de
grote Sint zelf wel gedacht hebben van
een stuk speelgoed, een pop, die...
"denkt"!
Daar is niemand minder dan een spe
cialist van het neurologisch instituut te
Bristol voor nodig geweest. Deze, dr Grey
Walter genaamd, heeft een stuk speel
goed geconstrueerd, dat ongeveer 45
centimeter lang is, en schildvormig van
gedaante. Men kan deze speelgoedpop
eenvoudig trucs leren. Die worden in
een „geheugen-cel" bewaard en later ge
reproduceerd. Het „mammie zeggen" van
een ouderwetse pop by een druk op de
bij.
De pop van dr Walter kan dansen,
lopen, slapen en dingen die zijn verkeer
hinderen, ontwijken. Wanneer deze den
kende pop geïrriteerd is, geeft ie een
electrische schok en een ,.shock"-behan-
deling heeft hy dus niet nodig! Verder
demonstreert de pop een enorme hekel
aan buiig, koud weer.
Voorlopig schijnt ie slecht opgevoed,
want hij is bang en heeft een sterke
voorkeur en afkeer. Zyn gedrag is „be
grijpelijk, maar niet te voorspellen"
Eigenwijs als wy zyn, menen wij, dat
deze speelgoedpop sterk primair reageert
en bijzonder affectief is. Het zal niet lang
duren, of er wordt een robot geprodu
ceerd, die zyn eigen weg zal kunnen vin
den, spreken als een kind, vragen beant
woorden en zonder meester als Bartjes
kan rekenen.
En nu het sensationele nieuws voor
Kerstmis1950: Dit denkend speel
goed wordt dan voor tien pond sterling
op de markt gebracht
helemaal niet wat het worden zaLo!
het een zuiver Aziatisch blok moet wor
den, waaraan alle souvereine staten in
Azië kunnen deelnemenof een Pacific
Pact, wat sommige niet aan de Pacific
liggende naties zou uitsluiten, maar daar-
en we moeten er eens uitvoerig ovi
spreken op een conferentie in Baguio
„En wat is de aard van het pact?"
„Dat is eveneens nog een open vraag.,
geeft president Quirino toe, „het uitein
delijke doel, dat we willen bereiken is
een verbond te vormen van de vrye staten
van Zuid-Oost-Azië met het oogmerk de
gemeenschappelijke belangen op politiek,
economisch en cultureel gebied vooral te
bevorderen."
„En militair
„Het valt te betwyfelen of een militair
verbond voorlopig mogelijk is. Bovendien
is het mijn overtuiging, dat op de lange
duur het sterkste wapen tegen totalitaire
overheersing het opvoeren van de levens
standaard van de betreffende volken zal
Ook Indonesië.
Het is het wondermiddel tegen het
munisme, waarmee men overal schermt,
maar dat in het Verre Oosten nog
gens tot bevredigende resultaten heeft
geleid.
„Hoe staat het communisme in de Phi-
lippynen ervoor
De president strijkt over zyn voorhoofd.
„Het is natuurlijk een gevaar voor
isgeeft ihy toe, „zoals het voor elke
democratische staat een gevaar is. Maar
zeggen, dat het in de Philippyiwn
eerder afneemt dan toeneemt. U moet
daarbij wel bedenken, dat lang niet alle
opstandige Huks ook communisten zyn.
Maar het blijft een ernstige zorg
De kleine Philippynen met negentien
millioen inwoners verkeren zeker niet in
een prettige situatie met in het Noorden
tachtig millioen Japanners, in het Westen
vierhonderd-en-vijftig millioen Chinezen
het Zuiden zeventig millioen Indo
nesiërs. Enmet een zeer onzekere
toekomst.
„Heeft men ook gedacht aan opneming
an Japan en Indonesië en Korea bij
voorbeeld in een dergelijk pact?"
i.We weten nog helemaal niet
&e willen doen. Maar als Indonesië
straks souverein is bestaat er geen enkel
bezwaar. Integendeel zelfs.
Het is een bekend feit, dat de Philip
pynen grote sympathie koesteren voor
Verenigde Staten van Indonesië. Dat
nauwelijks te verwonderen. Maar wel
verwondert men vieh
onbeschofte toon waarop de Philippynse
pers de Nederlandse gezant aanvalt. De
kranten schrijven bijvoorbeeld openlijk
dingen als only good for a firing squad
als afscheidsgroet by een vertrek
goodbye for ever, thank you for nothing.
Maar dergelijke uitbarstingen horen by
de kinderziekten van een jonge staat.
„Wanneer verwacht u, dat het Pacific
Pact een realiteit zal zyn?" stel ik mijn
laatste vraag.
„We hebben in het Westen gezien welk
>n langdurig proces het is", antwoordt
de president, „we moeten geduld hebben.
De hoofdzaak is, dat er een begin wordt
gemaaktEn dan opstaand besluit hy
het interview met een poëtische verge
lijking: „het zaad is in de aarde gelegd.
Het belangrijkste is niet of wy er by zul
len zijn als het eenmaal een boom gewor-
dat die boom schaduw en
bescherming zal bieden aan degenen, die
Economische zorgen.
President Quirino heeft echter ernsti
ger problemen. Problemen van interne
aard. Er heerst een misleidende schyn-
welvaart. Sinds de oorlog hebber) de
Verenigde Staten kolossale bedragen ge
schonken onder'namen als oorlogsvetera-
uitkering, oorlogsschade-vergoeding,
bijdrage in d T, wederopbouw en o
dracht surplus-voorraden. Het einde
die steun is in zicht. Tegelijkertijd
worstelt men met een economische crisis.
De dollarreserves slinken angstwekkend.
Het algemene dollartekort in de wereld
vindt ook zijn terugslag op de Philip
pynse handel. Er moet gestreefd worden
naar opvoering van eigen landbouw en
industrie. De productiekosten van veel
artikelen moeten omlaag. Het it nodig
tot ruilovereenkomsten met dollar-
arme landen te komen. En zo zyn er vele
problemen. De Phi-lippynen maken
zorgenloze en weelderige indruk. Met een
kinderlijke luchthartigheid geniet men
het leven. Maar in het binnenste van
het staatsbestel kraakt het.
Er is echter één troost
De Verenigde Staten zullen de Philip
pynen niet loslaten. Amerika voelt zich
nog steeds min of meer verantwoordelijk
voor het welzijn van de nieuwe staat. Met
het schenken van de onafhankelijkheid
acht het haar geweten van koloniale
mogendheid niet geheel en al schoonge
wassen. Daar profiteren de Philippynen
dankbaar van. En bovendien14.000
man Amerikaanse troepen (meest lucht
macht) hebben nog steeds in de strate
gisch gelegen Philippynen hun bases!
Alfred van Sprang.
(Nadruk verboden).
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
Idealen: hoge huizen en kerken
(Van een onzer verslaggevers) I overtuigd aanhanger
Een architect is schepper van ruimte. I systeem „hoogbouw"
Dat zegt U de omgeving, waarin bouw- bouwen, om de kinderen
meester ir D. Roosenburg in Den Haag gelegenheid Je geven
woont. Van de Kerkhoflaan af ziet U niet
blijkt
we moeten hoog
dit land
te spelen") zal
Roosenburgse kerk dus een machtig
voor hen werkelijk ook tijd voor henzelf
betekent.
Al aeze mogelijkheden, idealen, denk
beelden en gedachten zyn geboren in een
leven van veel en intensief werken.
De Roosenburgs. wier portretten in de
werkkamer hangen, zijn allen dokters ge
weest. „Eén van m'n broers werd al dok
ter". zegt architect Roosenburg, „daarom
'oen ik in de techniek gegaan." Aanlei
ding? De aanleg voor tekenen, die op de
H.B.S. tot uiting kwam en een sterk ge
voel voor stereometrie en beschrijvende
meetkunde. „Dat zag ik voor me. het nam.
in m'n gedachten, zichtbare vormen aan."
Eerst studeerde hy in Delft een jaar voor
civiel ingenieur. Vandaar de belangstel
de architectonische kant van
wateröouwwerken. Maar in de bouw
kunde boeide hem het tekenwerk en zo
werd hy architect Hy werkte om onder
Berlage en hy bouwt sinds 1916 in Den
Haag.
En buiten het werk?
Dan is er de jacht, „waarvan het ver
rukkelijke is, dat je de natuur ingaat met
een doel" en de historie, die hy in vrye
ogenblikken bestudeert omdat de wen-
aingen die er zich in voordeden vooral
de jaren 1500 en 1600 machtig
Ir Roosenburg: bouwer van het KX.M.-paleis.
blinde muur, met twee deuren
deur voert U zó in de tuin die
omsloten wordt door het grote atelier
rechts, het woonhuis langs de straatkant
links een afzonderlijk huis van de
derde zoon, beeldhouwer.
Dat zyn met elkaar drie flinke gebou-
en en tóch heeft het alle schijn, of er
nog het een en ander meer in die tuin
>u kunnen staan.
Diezelfde indruk van wijdheid bieden
mensen, die hier wonen. De zelf
ontworpen meubels, de schilderijen, de
oranje-rode geglazuurde bakstenen van
de schouw in de woonkamer eigenlijk
oorspronkelijk bestemd voor het jachtslot
St. Hubertus en de figuur van de bouw
meester zelf.
S'n pijp stoppend zit hy, op de bank
de eetkamer, te vertellen van z'n werk,
i liefhebberijen, z'n denkbeelden.
.Het leven van een arohatect is zó" zegt
hy, „je bouwt een ding, maar je neemt je
jor het later beter te zullen doen. Elk
ieuw gebouw is een nieuw vraagstuk,
.et nieuwe mogelijkheden."
Er zyn in het leven van deze bouwer
vele vraagstukken geweest.
Hy heeft fabrieken gebouiwd voor Phi
lips („voor millioenen aan bouwwerken
mij is daar stukgegooid"), hy heeft,
ziedaar opnieuw de ruimte om deze
i, gemalen langs de Noord-Oostpolder,
de Wieringermeer en de Afsluitdijk als
mede sluisgebouwen langs alle grote ka
nalen, uiterlijke vorm helpen geven, hij
ontwierp het uiterlijk van tientallen
bruggen („een van de grootste attracties
by de constructie van een wegennet is.
dat de dingen zo eerlijk gemaakt zyn, dat
zien kan hoe het in elkaar zit"),
hy heeft de Elta gebouwd in 1919, waar-
een eerste bouwkundig contact
met de heer Plesman en latex met de
K.L.M. kreeg en hy heeft het grote ge
ar de Rijksverzekeringsbank in
Amsterdam gebouwd „Dat was iets
In dat gebouw wilde ik het grote
sociale werk, dat erin gedaan wordt, tot
uitdrukking brengen". Het resultaat is
wijd en ruim, blank en massief geworden.
In Den Haag heeft hy grote woningen
gebouwd aan de Laan van Meerdervoort,
de Sportlaan, de Waalsdorperweg en de
Bronovolaan, verder de Stedelijke Hypo
theekbank aan het Noordeinde en het
gebouw voor de Indische pensioenfond-
de Neuhuyskade. En na tuur tijk:
het K.L.M.-gebouw.
„En nu zou ik graag eens een kerk
bouwen" zegt de heer Roosenburg. Hy
verklaart zich nader: „een kerk is een
volmaakt ideëel ding en in onze tyd drukt
zij zióh, in de verschillende kerkgebou
wen. die er zyn, als zodanig niet sterk
genoeg uit.
Een kerkgebouw stond vroeger bóven
de andere gebouwen. Het beheerste de
steden. Dat aoen nu de kantoren e
woonhuizen.
Aangezien de heer Roosenburg
gebouw in het stadsbeeld moeten worden,
"let K.L.M.-gebouw heeft genoegzaam
langetoond, dat hy voor grote bouwwer
ken niet teruggaat. Van dat gebouw zegt
ny, dat het jammer is, dat het niét nog
vryer staat. Dan zou het nog meer op
rijzen voor de beschouwer, die het van
jrre nadert. Ruimte!
Een moderne stad is, volgens de be
grippen van de heer Roosenburg een stad
met hoge gebouwen, die in veel groen,
nhythmisohe schermen vormen. De men-
moeten voorts in prettige woningen,
dicht by .hun werk zitten, zodat vrye tyd
ZE ZIJN ER BIJ TIENTALLEN, grote sterke mannen en flinke gezonde vrouwen,
die in de eerste weken van hun bestaan tere, schijnbaar niet levenskrachtige
Ja, nu ik Toontjes leven nog eens
overzie, althans voorzover een mens
dat doen kan en voorzover ik er de
bijzonderheden van ken maar dat
zijn juist heel veel bijzonderheden
en nu ik zo, juist op Allerheiligen,
mVn bureau ztt om over hem te „nmaal Zohies
rTt/~v/^vTVTrpTf7 TT A "T\ trekken: ze werd zo slecht ter been en
I I II I Ml I I Fj n r\ I I haar gehoor werd zo zwak. Weer volg-
i W WX 1 i de een lnnae Hid nan. vernlenen en ver.
EEN DAS...
gaan schrijven, kijk, nu zou ik er toch
wel erg voor voelen om hem
plaatsje in te ruimen in een protes
tantse heiligen-galerij, al doen we daar
Zondag twee keer in de kerk. Moge
lijk had hij beter in 2\jn geboortege
hucht kunnen blijven, maar dan zou
hij niet in de stadskerk Elsje hebben
oestrafd pi^terder
bedeesde vrijage getrouwd is. Wat
by de pinken dan
verdient het toch; mogelijk zelfs
dan menig gemijterd en ges
kerkprelaat, ook al was hij dan maar '^oontje
een klein mensje uit de volkswijk; alleg 3meg ge2egd ci> u
con vOTVOten mono)c. dat „ekend noch eemakkem. nochton,
BcmlcU,. Ge vraaat wat dan ml to wopa,wekt „r0„„ye.
lange tyd van verplegen t
troetelen. Gekscherend had Elsje hel
over haar „vierde kindje" en gek
scherend zei Toontje: „Al die kinders
eten mijn hele spaarpot op..." Maar
dat laatste sprak van zelf; evengoed
als het vanzelf sprak, dat er elke week
in de morgencollecte een papiertje
met wat stuivertjes en centen zat,
waarop met stuntelige letters geschre
ven stond: „Voor de dejakenie".
Op een morgen is Elsje's moeder
'daar'isdan ook plotseling dood gebleven toen «iel
dat kon ook
bijzondere van zijn leven mag zijn
geweest? Ik antwoord dat het bijzon
dere ervan juist lag in het doodgewo
ne; dat hij enkel maar mét God en
met ere geleefd heeft en is dat niet
onzegbaar veel?
Zijn leven... Geen biograaf zal het
lot stof van een verhandeling kiezen
en andere auteurs zo prikkelen tot
averechtse beschouwingen. Ons res
ten geen authentieke stukken van zyn
hand en graphologen kunnen hem dus gemis,
Hun huwelijk is één rimpelloze vij
ver van stil geluk geweest. Kinderen
kwamen er niet dat was een groot
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
hebben zich
niet uiteenrafelen. Zijn geboortehuis schikt. Toen hebben
bevat geen gedenksteen de oorlog neefje verzorgd
heeft het met de grond gelijk gemaakt, dat
Zijn sterfhuis kunt ge evenmin foto
graferen; het is er nog wel, i
't raam hangt tegenwoordig i
vend vrouwspersoon dat met t
jPBPI niemand meer te verzorgen. En
degelijk geen week later hoorden we, dat
Elsje zelf ziek was. Het was alsof de
veer binnenin haar, stuk gebroken
was op het moment dat ze niet nuttig
meer kon wezen. Geen half jaar la
ter zat Toontje alleen in twee kamer
tjes met een keukentje. En toen is zijn
lijdensweg begonnen, want een we
duwnaar mét een huisje dat is een
ramp. Vrouwen genoeg, die op hem
azen maar die moest hij niet. De
enige, die hem had kunnen bijstaan,
die Elsje had kunnen vervangen, is
in ge- niet gekomen. Toontje's eigen schuld:
achter- hij was zo eerlijk om direct over
groot gebracht trouwplannen te beginnen. Toen
hun leven, schrok ze en bloosde en zei: „Engerd,
wie ik kom niet..." Want ze wist niet wat
uit God het ouderschap onthield, kunnen Toontje onder trouwen verstond.
stoere neef ge- Daarna is hy alleen gebleven in een
eens aan kwam huisje, dat stilaan vervuilde, omdat
Amerika trok. zijn handen verkeerd stonden.
gedachten wisselt omtrent haar waaien en later
echtgenoot, die al te kwistig zijn te- Een nichtje heeft zijn plaats inge- klaagd heeft daarover nooit; zonder
derheden rond strooit. En dat alles is nomen; een armetierig moederloos bitterheid droeg hij het. Alleen één
Toontje vreemd geweest en gebleven, peutertje twintig jaar later trouw- keer heeft hy zyn hart
Ik denk: hij heeft deze dingen nim- de ze by hen uit huis en één van haar gestort i
vele kinderen heet Toontje en een ken en
u>yd van hier. gaan
begrepen.
Zijn leven... Een dorpsjongen trok ander Elsje. Ze
naar de stad. Henriette Roland Holst Na die huwelijksdag is Toontje'i
zegt in een van haar lekenspelen: der gaan sukkelen, die
„Daar kun je goed verdienen; en je
leven genieten na je werk; je kunt
naar de dancing gaan, naar de bi o- plcegd en haar
scoopze kijken je daar niet altijd op venop geholpen
al e«
oud besje was en ze hebben hat
de stad gehaald en haar ve
helemaal er b
kwamen t
die vervangster gespro-
dat toen niet doorge-
Een beetje triest zei hij
toen: Toontje had de das..." Dat is
alles. Dat is meteen zijn hele leven,
want een paar maanden later kreeg
i ongeluk op weg naar z\Jn een
huis. Als „onbekend mansper-
is hij in een ziekenhuis binnen-
je vingers; je hoeft niet elke Zondag gingen jaren voorbij. Toen zij eindelijk gebracht. Hy is pas later herkend.
tweemaal naar de kerk..." Al die mo- gestorven was hebben
tieven zijn op Toontje niet van toe- nig en vreemd in hun kleine huisje gemist,
passing geweest; hij heeft nooit veel gezeten en ze waren blij, toen Elsje's
verdiend; in de bioscoop ls hij niet moeder vroeg of ze niet b(j hen in kon
Ach, niemand heeft hem gekend, noch
WIJKPREDIKANT.
Vandaar dat hy spreekt i
t Europese koningshuizen, over minis-
rs en veldheren, of hij hen persoonlijk
gekend heeft.
is dat eigenlijk niet zo? Hebben al
nensen zich niet uitgesproken in de
bouwwerken, die hun tijd achterliet? En
oordelen die bouwwerken hen niet?
„Hoe subliem is de burgerlijke autori
teit uitgedrukt in een juweel als het oude
gedeelte van het Haagse stadhuis op de
Groenmarkt", zegt de heer Roosenburg.
it is de taak van de architect, zoals
ieder kunstenaar: zeggen wat de tijd,
rin hij leeft, denkt en wiL Vandaar:
het K.L.M.-gebouw in Den Haag en het
Rijksverzekeringskantoor in Amsterdam.
Maar daarnaast: zich sterk binden aan de
traditie die een bouwwerk vertegenwoor
digt. Dat zullen de Raadhuizen in Vtis-
Roosenburgs Rijksverzekeringsgebouw ln Amsterdam. Het sociale vraagstuk
In glas en steen
singen en West-Capelle, die in „baas"
Roosenburg's werkplaats in tekening
staan, uitdrukken.
Muren, vensters en deuren tonen al die
tekeningen. Het wezen van het huis vor
men zij niet. Dat doet, naar Laotse's
woord uit de zesde eeuw voor onze jaar
telling, de ruimte, die daartussen ligt.
Bij architect Roosenburg ervaart men
dat opnieuw.
WAAR NIET MET KANNEN, MAAR
MET MAATJES GEREKEND WORDT
i moeders gevochten is. En in
herhaald zijn tot de moeders:
babies waren en voor wier behoud door doktoren
hoeveel kraamkamers zal diezelfde zin herhaald t
„Als het kind maar kunt blyven voeden."
Maar hoe dikwijls ook zal het gebeurd sprekend door de verpleegster geïn-
Alle melk gaat naar het Rode
Voor de
VROUW
zijn, dat noch goede wil noch dokters
hulp konden baten, omdat er
dig geen moedermelk was. In een ge
lukkig geval was er dan soms een
te vinden, die deze taak van de moeder
>n overnemen, maar ook naar die hulp
dikwijls vergeefs uitgezien.
Gelukkig is dit alles verleden, of lie
ver kan dit alles verleden zijn. Want er
bestaat nu een „Moedermelkcentrale"
sectie van de medische afdeling va
het Hoofdbestuur van het Nederlandse
Rode Kruis. Een instituut, dat enig
de gehele wereld is, en weliswaar geleid
door medici en chemici, zijn voortbe
staan dankt aan vele onbekende
ders, die deciliter, voor deciliter de kos
telijke melk leverden.
kort en eenvou
dig te vertellen.
In 1944 reeds kwam
drs G. G. A. Masten
broek, chemicus bij de
bloedtransfusiedienst
ran het Nederlandse Rode Kruis op de
gedachte om het droogproces, toegepast
bij het bloedplasma. ook bij het
moedermelk te gebruiken. Het
resultaat was, dat zijn onderzoekingen in
derdaad succes hadden en het mogelijk
bleek om de moedermelk via bevriezing
te drogen. Door toevoeging van water
wordt het product weer vloeibaar,
niemand verbazen zal, want we kennen
immers het gebruik van melkpoeder? Het
bleek, dat aldus verkregen moedermelk
de directe borstvoeding bijna volkomen
terwijl het grote voordeel
is, dat de ingedroogde poeder onbeperkt
houdbaar is en dus voor noodgevallen in
de ziekenhuizen voorradig kan zijn.
Voor noodgevallen, want het is geens
zins de bedoeling om nu maar aan wi«
het betalen wil of kan. voortaan de moe
dermelk te leveren. Slechts op medisch
voorschrift wordt het gedroogde zog be
schikbaar gesteld voor babies beneden de
Het zou tamelijk onbillijk zijn.
schaarse, onvervangbare en door andere
moeders toch met extra zorg vergaarde
zog kwistig rond te delen, wanneet
door gemakzucht een moeder zich
haar eerste en mooiste plicht tegenover
haar kind zou willen onttrekken.
De Moedermelkcentrale wordt van haar
grondstof voorzien, door moeders, dii
naast de voeding voor haar eigen kindji
in staat zijn meer te produceren Via huis
arts of wijkverpleegster kan zij zich op
geven bij de plaatselijke ophaaldienst
de Moedermelkcentrale. welke voor
Haag gevestigd is in het Pageshuis
het Lange Voorhout 6 Dagelijks wordt
dan de melk opgehaald en een schone
fles gebracht Het kolven wordt vanzelf-
Kruisziekenhuis. waar ze gecontroleerd
wordt Niet alleen gaat het dan om even
tuele ziektekiemen, maar er is wel eens
ijdel moedertje geweest, die haar
portie wilde vergroten en het .flesje zo
eventjes eens onder de kraan hield!
In de diepvrieskast wordt dan de melk
bewaard, totdat op geregelde tijden de
voorraad naar de eigenlijke moedermelk
centrale. gevestigd in het laboratorium bij
het Binnengasthuis te Amsterdam, ver
voerd wordt. Daar wordt de melk ge
droogd en het zeer droge, zeer poreuze
poeder gemaakt, dat later weer opgelost
zijn diensten zal bewijzen.
Steeds groter wordt de vraag in de
medische wereld naar deze gedroogde
moedermelk en de centrale moet werke
lijk alle zeilen bij zetten om aan de vraag
te voldoen; terwijl vorming van een voor
raadje voor tijden van nood, al evenzeer
geboden is. Door de kleine hoeveelheden
het product nu eenmaal geleverd
kan worden en de grote voorzorgen, die
bewaring en vervoer eisen, ruller, voorlo
pig de stadsmoeders zich met de leveran
tie van de grondstof moeten belasten.
Inderdaad, ze worden du6 met eer»
plicht belast, maar eer. eervolle plicht,
die elke moeder, als zij kan. gaarne zal
aanvaarden.