tegen onrecht en tirannie teling wors Willem Rarelli „IK WIL NOG ZOVEEL SCHRIJVEN", zegt Diet Kramer, „maar dan heeft men rust nodig" De Nederlandse verrader George Ridderhof uitvinder van het „SpieF 3 ZATERDAG 8 OCTOBER 1949 VIJFTIG JAAR GELEDEN Toen in 1652 Jan van Riebeek aan de Kaap een verversingsstation stichtte voor de schepelingen op de reis naar Oost- Indië, kon niemand denken dat eenmaal dit land het toneel van een bloedige wor steling tegen onrecht en tirannie zou worden. In de anderhalve eeuw die op deze ge beurtenis volgde, bleef de Compagnie het land als een bezitting beschouwen, waar om men zich niet al te druk moest ma ken. De opstand der boeren tegen gou verneur W. A. van der Stel in het begin der achttiende eeuw liet iets van de stem ming uitkomen, maar de toestand werd er niet veel beter door. Het was dan ook geen wonder dat de verovering van Kaap land door de Engelsen in 1806 aan de Boeren geen tranen ontlokte. Men was er zelfs blij mee. Het monopolie der Com pagnie, dat zo zwaar had gedrukt, werd door vrijhandel vervangen en dat was voor de Kapenaars een grote stap voor uit. Maar spoedig werd dit anders en ving de tijd aan, die een beroemd gewor den boek betiteld heeft als „Een eeuw van onrecht". De invoering van het Engels als lands taal en als enige taal in de rechtspraak was een harde maatregel. De opheffing der slavernij zonder voldoende schade loosstelling aan de Boeren, was dit even eens. Men vergete niet dat velen onder hen bijna hun gehele kapitaal in slaven hadden belegd. Na deze daad van menslievendheid was het handjevol Kapenaars dan ook plotse ling 2 millioen Pond Sterling armer ge worden, terwijl de onveiligheid van het land sterk was toegenomen. Allerlei kwellingen en onrechtvaardig heden brachten de Kapenaars er toe het ondraaglijke Engelse juk te breken door eenvoudig weg te trekken naar de onher bergzame Noordelijker streken. De „Grote Trek" van 1836 betrof 10.000 Boeren uit de Kaap. Op 16 December 1838 wisten ze de roverkoning Dingaan te be dwingen en lag de Afrikaanse wereld voor hen open. In 1839 stichtten ze Pieter Maritzburg Maar nu herhaalde zich, als eenmaal bij de buffels van Saidjah's va der, dezelfde geschiedenis van onrecht. In 1843 werd het nieuw gestichte rijkje door de Engelsen geannexeerd. Dan trek ken de Boeren weer weg en stichten de Orar.je-Vrystaat. Maar ook hier volgen de Engelsen hen en dit land lijven ze in 1848 in. Als echter na een paar jaar de overweldiger meent dat zijn buit waarde loos is, wordt de Vrijstaat onafhankelijk. Met Transvaal gaat het dezelfde weg op Geheel anders wordt de zaak echter, wan neer in 1867 bjj Kimberly diamanten wor den gevonden. Na een belachelijk proces krijgt de Vrijstaat „genoegdoening" met een fooi van 90.000. In 1877 lijft Enge land Transvaal in. De Boeren leggen zich daarbij niet neer en weten in 1881 hun vrijheid te herkrijgen na een korte, maar hevige oorlog. Bij de conventie van Pre toria erkennen de Engelsen de Zuidafri- kaanse Republiek, zoals Transvaal toen heette en eisen alleen erkenning van En- gelands souvereiniteit. Bij de conventie van Londen in 1884 wordt deze suzereini- teit nog zozeer verzwakt, dat de jonge Republiek alleen moet beloven geen ver dragen met vreemde mogendheden of in- boorlingenstammen te sluiten zonder En- gelands goedkeuring. In alle andere zaken zou ze vrij zijn haar eigen weg te volgen. Maar reeds nu werd dit Gladstone, die daarmee vroeger onrecht erkend had, door de conservatieve partij in Engeland zeer euvel geduid en als een bewijs van zwakheid erkend. Kort daarna, ook nog in 1884 verandert de toestand echter geheel. De goudvelden worden ontdekt. En van dat ogenblik af Is het lot van Transvaal bezegeld. Schor remorrie uit alle landen stroomt naar de Republiek en het is de regering niet ten kwade te duiden dat ze dit boevenpak niet dadelijk het stemrecht wenste te geven Dit werd de stok, waarmede de Trans alleen een oorlog de oplossing kon bren gen. In de volgende jaren krijgen we een politiek te zien, waarmee Engeland ten volle zijn bijnaam van „perfide Albion" rechtvaardigde. Daar men in het Britse Rijk nog niet klaar was voor de oorlog, werden de onderhandelingen gerekt, ter wijl men al de tijd vast van plan was niet tot een vergelijk te komen. Nog op 8 Sept. 1899 meldde Chamber lain aan de Republiek dat men de zaken nog nader zou overwegen en dan voor stellen zou doen. Op 30 Sept. vraagt de staatssecretaris Reitz aan Milner of er al een beslissing was genomen. Maar hij kreeg geen voldoènd antwoord. Intussen stroomden de Engelse troepen de Kaap binnen. Men begreep in Transvaal dat Engeland oorlog wilde. Op 2 Oct. werd er een zitting van de beide afdelingen •van de Volksraad ge/houden. Hier bleek uit de redevoeringen dat men al driemaal 'had toegegeven in de kwestie van het stemrecht. Telkens waren er meer con cessies gedaan. Maar niets had geholpen. Een der sprekers wees er op dat nog in (dus vóór de ontdekking der goud velden!) de Engelse inwoners van Trans vaal de gelegenheid hadden gekregen on middellijk burger- en stemrecht in de 11 October 1899 Vooral de ouderen onder ons herin neren zich nog goed, hoe vijftig jaar geleden de ongelijke strijd begon tus sen de Zuidafrikaanse Boeren en het machtige Engeland, dat om commer ciële redenen zijn handen uitstrekte naar het rijke land van goud en dia mant. Op 11 October a s. zal het een halve eeuw geleden zijn, dat de feite lijke oorlogstoestand ontstond. In dit artikel wordt iets verteld van de oor zaken. die tot dit bloedbad hebben geleid. Ook nemen wij een gedicht op van de grote Zuidafrikaanse dichter Totius (dr J D. du Toit), waarin deze in een zinnebeeld het onrecht voor ogen stelt, dat Engeland Zuid-Afrika heeft aangedaan en dat wel vergeven, maar nooit geheel vergeten kan wor- vaalse hond moest geslagen worden. Ce cil Rhodes, de gouverneur van Kaapstad, droomde van een groot Brits-Afrikaans rijk, waarin voor afzonderlijke Republie ken geen plaats zou zijn. In 1896 deed zijn vriend Dr Jameson «en onberaden inval in Transvaal, die een jammerlijk fiasco werd. Er werden 3 Boeren ged'ood, terwijl de Engelse roverbende 100 doden en gewonden had. "Wilhelm II zond een telegram om met deze uitslag geluk te wensen, niet uit sympathie voor de Boeren, maar omdat hij toen reeds duidelijk wilde maken, dat Afrikaanse zaken niet zonder Duitslands tussenkomst mochten geregeld worden. Ongelukkigerwijze was in 1897 Sir Al fred Milner gouverneur van de Kaap kolonie. Hij was volledig overtuigd dat Republiek te krijgen, mits ze hielpen bij het dempen van een kafferopstand. Nie mand had daarvan gebruik gemaakt. Op 9 October 1899 zendt Transvaal dan een ultimatum, waarin ten eerste wordt voor gesteld de gehele zaak aan een scheids gerecht te onderwerpen, ten tweede wordt geëist de Engelse troepen van de Transvaalse grens terug te trekken; ten derde dat alle troepen die sedert 1 Juni 1899 in Zuid-Afrika zijn geland, zullen worden teruggetrokken en ten vierde dat de troepen die nog op zee waren, nergens in Zuid-Afrika aan land zouden komen. Op dit ultimatum, dat alleszins redelijk mocht genoemd worden, vroeg de Rege ring antwoord: Woensdag 11 October 1899, 'savonds 5 uur op zijn laatst. Daarop had Engeland gewacht. Want nu kon het de wereld laten zrien dat de Boeren de oorlog hadden verklaard. Reeds op 10 October kwam het Engelse antwoord. Dit was een volledige weige ring. Daarmee was de oorlog begonnen. Onmiddellijk sloten de Vrijstaters zich bij de Transvalere aan, vooral ook, naar het woord van president Steyn, omdat er geen sprake van neutraliteit kon zijn, daar de Vrijstaatse Boeren uit eigen be weging hun Noordelijke broeders zouden gaan helpen. Dan zou Engeland daarover klagen en hierin een casus belli vinden. En zo begon de heldenstrijd van één tegen zes. want er waren ten slotte een kwart millioen Britse soldaten (ook uit 35 JAAR ZANGER Geliefd en bekwaam kunstenaar jubileert Wie zich als Nederlander even realiseert wat het betekent 35 jaar lang zanger te zijn, zal tot de overtuiging komen, dat deze periode in ons kleine land niet zonder zorg is voorbij gegaan. Het arbeidsterrein voor de Nederlandse musicus is vrij klein, de concurrentie ook van de „goed kope middelmatigheid" is vrij groot en de kosten om iets op het con certpodium te bereiken zijn vrij hoog. En dan is er nog het ongeluk, dat het Nederlandse publiek vrij tam is, niet gauw enthousiast of spontaan, maar altijd behept met talrijke voor-oordelen. We zijn eigenlijk weinig chauvinistisch ten opzichte van onze eigen kunstenaars. bereikt door de glans, de zuiverheid de warmte van zijn stem èn door zijn grote en eerlijke muzikaliteit. Vooral dit laatste is de kracht van de kunstenaar, speciaal van de zanger, daar deze eigen schap niet aan alle zangers of zangeres sen kan worden toegeschreven Er zijn er meerderen (laat ik het woord velen niet gebruiken), die eigenlijk muzikale analfabeten zijn, doch wier stemmidde- len van nature schoon zijn- Zij berei ken wat, zij overtroeven misschien Een buitenlands kunstenaar wordt hier bijna steeds tamelijk goed ontvan gen in de concertzaal (niet in de pers), maar zodra er een Nederlander met een echte Hollandse naam op het podium staat, dan is men veel eerder tot lauw heid geneigd en die Nederlander moet al heel goed zijn, wil hij zich kunnen handhaven. Gelukkig zijn, er zulke Nederlandse kunstenaars en tot hen behoort z niet in de laatste plaats de bas-bariton Willem Ravelli, die volgende week zijn 35-jarig zangersjubileum hoopt te vie ren Willem Ravelli is een van hen. die een vaste plaats hebben in de harten van de muziekliefhebbers En deze plaats heeft hij reeds na zijn eerste optreden op het podium veroverd. Niet zonder re den overigens. De musici behoeven dan niet altjjd af te gaan op het oordeel van de massa (excusez le mot), een zekere maatstaf is in dit oordeel toch niet steeds te ontkennen. De massa is toegankelijker voor werkelijke schoonheid, dan men over het algemeen pleegt aan te nemen. En een duidelijk bewijs hiervoor is weer Willem Ravelli, reeds terstond geliefd bij het publiek, maar ook bij de musici onder dat publiek. Hoe heeft Ravelli dit bereikt? Door zakelijke reclame? Door opdringerig heid? Door coquetterie? Niets van dit alles. Ravelli heeft dit na harde studie Spionkop: een begrip uit de Boerenoorlog VERGEWE EN VERGEET Dat gij niet vergeet de dingen die Uwe ogen gezien hebben. Deut. 49. Daar het 'n doringboompie vlak by die pad gestaan, waar swaargelaaide waens met lang spanne osse gaan. En eendag kom daarlanges wat met 'n skok en skudding dwars-oor die boompie ry. ,Jy het mos doringstruikie my anderdag gekrap; en daarom het my wiele jou kroontjie plat getrap". Die ossewa verdwijn weer agter 'n heuweltop, en langsaam buig die boompie sy stammetjie weer op. Sy skoonheid was verlore; sy bassies was geskeur op een plek was die stammetjie so amper middeldeur. Maar tog het daardie boompie weer stadig reggekom want oor sy wonde druppel die salf van eie gom. Ook het die loop der jare die wonde weggewis net een plek blij 'n teken, wat onuitwisbaar is. Die wonde word gesond weer as jare kom en gaan, maar daardie merk word groter en groei maar aldeur aan. Australië, Nieuw-Zeeland en Canada) in het veld. Slechts door de strijd tegen vrouwen en kinderen in de concentratie kampen heeft Engeland de oorlog kunnen en. De Boeren gaven toe om uit roeiing van hun gehele volk te voor komen. Een onverdacht Engels getuige, M'ethuen, schrijft: „Het is duidelijk dat de oorlog de Boeren werd opgedrongen en de verantwoordelijkheid alleen op de Engelse Ministers rust." De gebeurtenissen der volgende jaren in van verzoenende aard. Maar wie heden ten dage in de Vrijstaat reist, kan nog duidelijk de gervolgen van deze oor log ontdekken. De anti-Engelse stemming is er nog zeer levendig. Zo lang werkt de vloek der boze daad na. Den Haag. Dr F. C. Dominicus. BEKENDE LANDGENOTEN THUIS (Van verslaggevers) ,Jk vind een interview verschrikkelijk," zegt de blonde vrouw tegenover geneer me altyd als het in de krant komt. Een keer schreven ze ovi aggressieve figuur", terwijl ik me juist zo dood-verlegen had gevoeld." Wi niet hoe Diet Kramer tijdens dat interview was, maar nu ze tegenover ons zit, achter het brede glanzende keurig opgeruimde bureau, is mevrouw Diet Muller Kramer geenszins een aggressieve figuur. Een slanke blondine met lichte blauw grijze ogen, een regelmatig prettig gezicht, waarover, ondanks de open blik, een waas van geslotenheid ligt, zoals mensen kunnen hebben, wanneer ze met' grote zelf-discipline hun leven stap voor stap de steile weg langs moeten voeren. Er zijn dan zo dikwijls heerlijke ver-1 moed gezichten, schaduwrijke plekjes of paden, dde gemakkelijker schijnen, die we voorbij moeten omdat het doel verder en hoger ligt. Zo heeft ook Diet Kramer haar verlangens, die nu niet verwezen lijkt kunnnen worden. Ze wil weer schrijven, er is nog zo veel wat ze le zeggen heeft, juist nu nog na haar „Thuisvaart". Want haar boeken zijn geen toevallige verhalen over de levens van toevallige mensen. Na de meisjesboeken, verscheen in 1931 haar eerste roman „Begin" „Vooruit", zei haar uitgever, „met 1500 exemplaren kan ik er nooit zo'n erge strop aan hebben." Binnen de drie maan den was de eerste herdruk er eai in totaal kwamen er elf! „Ik stelde in dat boek de problemen, die er toen bij de jongemensen leefden, al zag ik geen kans er ook maar één op te lossen," glimlacht mevrouw Muller. Dan volgt de Bikkel en in 1939 „Onrustig is ons hart", nog steeds is er geen antwoord op de vragen En danwordt een gelukkig leven, een leven met twee kinderen en een man, die in haar een steun en kameraad vindt bij zijn werk: hij is directeur van de H B S. in Djocja.dan wordt dat leven gebeukt en geslagen, geteisterd en be roofd. Bittere, zware jaren in de kampen der Jappen breken aan. De strijd om de kinderen te beschermen, om „mens" te blijven, om niet te vervuilen, om niet de op te geven en zich te ver liezen in de zware typheuze koortsen, die alle levensmoed wegzuigen. Maar er zijn twee kindergezichtjes, die achter de tralies van het ziekenzaaltje naar haar komen kijken en die kinderogen houden Het drama van het Englandspiel Gesprek in een eel werd oorzaak van de belangrijkste arrestatie E MAN, DIE HET EERST OP DE GEDACHTE KWAM om door middel van de geheime zenders van gearresteerde agenten contact op te nemen met Engeland en aldus de diensten in Londen een rad voor de ogen t« draaien, was Duitser. Het was niet Schreieder, het was niet Giskes. Het was de mis dadiger George Ridderhof, die in dienst van de Duitsers spionnagewerk in illegale kringen verrichtte en die daarvoor, toen de bevrijding er eindelijk was, ter dood veroordeeld en terecht gesteld Is. Ridderhof stond In dienst van de militaire contra-spionnage, de dusgnaamde Abwehr, welker chef Hermann Giskes was. In die „kwaliteit" werd hij van tjjd tot tijd bij gevangen genomen ondergrondse werkers In de cel gesloten. Hy deed zich dan voor als een goed Nederlander, hoorde zyn „makkers in de nood" uit zover het maar mogelijk was, werd weer uit de cel gehaald en briefde alles over aan zyn Duitse chef Willy Kup. Dit reptiel is de geestelijke vader geweest van het England-Splel. In de wintermaanden van 1941 zit George Ridderhof als celspion bij een dapper Nederlander, die met de revolver de vuist door een overval-commando i de S.D. is gearresteerd. De verrader speelt zyn lage spel. Hy acteert als medestrijder voor de vrijheid, hy vertelt grote verhalen. Enhij wint het ver trouwen van zyn „lotgenoot". De ge- angene vertelt hem, dat er binnen weinige dagen by Hooghalen (by Assen) een geallieerd vliegtuig zal verschijnen, waaruit twee geheime agenten zullen worden gedropt, die hun opleiding in Engeland hebben gehad en die naar Ne derland komen om met geheime zenders contact op te nemen, ten einde Londen in te lichten over de toestanden in Ne derland. Zij zullen in samenwerking met illegale groep in Den Haag sabotage daden voorbereiden en de daarvoor be nodigde springstoffen zullen tegelijk met hen uit het vliegtuig worden gedropt. George Ridderhof hoort het nieuws aanen wordt des avonds uit de cel gehaald voor een „verhoor". Als hy in de cel terug komt, zegt hy: „Ik word de massa, maar uiteindelijk vallen zy af. omdat de muzikaal-ingewijden het gebrek aan muzikale vorming maar al te gauw onderkennen. Willem Ravelli weet wat zingen bete kent. weet dat dit niets te maken heef' met het goochelen met stemtrucjes of het epateren met effectjes. Hij weet dat zingen is: muziek maken, of beter: mu ziek herscheppen. En hy weet ook de in houd van de muziek te peilen Jaarlijks brengt hij talrijke malen de Christus partij uit de Matthaus Passion en steeds weer is er die zeldzame ontroering bij hem, een ontroering, die hij projecteert op zijn toehoorders. Zo is het altijd als Ravelli zingt en nog onderga ik de hui vering als ik denk aan het moment, waarop Ravelli zingt: „Nehmet, esset, das ist mein Leib". Een huivering, die alleen' maar gewekt kan worden door iemand, die de ernst van deze woorden volkomen begrijpt. Zo is Ravelli geworden de zanger bij de gratie Gods. Corn. Basoski. r~ kerkelijke blader teid geplooid i eshonderdzesendertlg isatiewerk feitelijk voor de zuiverheid ir heeft de beschut- De „leer" kan er wel tegen op 1 igen tussen belde stadsdelen ver ook als dag en nacht, al kan erzijds gerust zeggen dat ze toch Ifde neerkomen. Maar dit be- iet dat het Evangelie naar zijn t hij zijn I Inhoud verandert met de omgeving en dat kerkelijke en buitenkerkelijke zon daren langs andere wegen zalig worden. Ach, ik heb feite lijk zo het gevoel dat alle pessimisten-ten-aanzien-van-evange- llsatiegevaren niet weten waar ze feite lijk over spreken. Ik vrees dat die zwartgalligen uit dat bovengenoemde on genoemde kerkblad er zelf te weinig op uit getrokken zijn. Want waar leert men beter dat alleen aan Christus ons rekkende icht i kerkewerk onder WanI ïrbü het mgt; i indt i t Evangelie den in het geding als bovengenoemde kwestie uitwijst di men at evangeliserend hit EvangelI een bedreiging voor de kerk, o/schooi beid i nders dat dit INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK God dan jui lakt staat en over Gods ge- zij zouden snel tot i komen In de volks- t hij verkondigt, wijk gaat bespaard hebben, als hy dit had De t i op t N._ de Jode; het Oude Testament; hij v typisch joodse betoogtrant; hi op de eigensoortige verzoekingi Jood: wetsijver en eigeng vroomheid. Terwijl hij daare Grieken aanspreekt met citatei i gekruisigd. En ook t >11 ectueel, een midden- is arbeid er hebben nu eigen levensstijl. Men en in de deftige viita- veelste dienstmeisje je de volkswijk, waar de penstaat en je je zelf >n. En de zonden en istus aangewezen zijn beuiaart vo gevaar van een formele gelykvc beid. Een gevaar, dat we zeker ni en onderschatten. Er z(jn gelovig volkswijk ingegaan en ze hebben >el zonden aanschouwd, dat ze z< staande gebleven zijn: ik denk a gelisatie-Christer Gods wonderen. i zich verheuger WIJKPREDIKANT. morgen vrijgelaten. Ze kunnen me niets bewyzen en denken, dat er een ver gissing in het spel is." Tot diep in de nacht praten de beide de illegale werker en de spion de Duitsers. George Ridderhof krijgt opdracht: als hy morgen buiten de gevangenis is gezet, zal hy direct naar Den Haag gaan en zich in verbinding stellen met kapitein Van den Berg van de O.D. Hem moet hy alles vertellen de dropping en zijn verdere bevelen zal hy hebben op te volgen. Maar als de volgende dag de deuren in de gevangenis zich openen, gaat George Ridderhof samen met Willy Kup de Abwehr-chef Giskes en vertelt erradersverhaal. En méér dan dat. Want in het brein van deze dikke, altijd etende onderwereldfiguur, is het idee gerypt, om de zenders der agenten in handen te krygen en berichten naar Londen te seinen, alsof ze van die agen ten kwamen. Met al de overredings kracht, waarover dit padachtige wezen beschikte, zet hij de schrandere, altyd koei-beheerste Giskes zijn denkbeelden uiteen. Giskes haalt de schouders op. Natuur lijk moet Ridderhof zich indringen bij kapitein Van den Berg en diens mede werkers, om na te gaan of zy inderdaad samenwerken met geheime agenten uit Engeland. Maar dat plan om zélf te gaan zendenWat een waanzin! Die dikke kerel is wat al te fantastisch. Zie hem daar met zyn rood aangelopen gezicht zitten oreren. Alsof er geen codes be stonden, geen security-checks, geen iden tity-checks, geen seintljden en ontvangst- tijdenDuizend kansen om te con stateren wie er zendt. Duizend kansen vast te stellen of alles aan de an dere kant in orde is. En by de Britse geheime dienst zitten geen kinderen, geen suffers, geen fantastische idioten, zoals deze landverrader Ridderhof. De Abwehr-chef schudt het hoofd en speelt een superieur lachje om zijn smalle lippen. „Verstehen Sie wohl, Herr Giskes, ik mein dat moessen we so machen," leutert Ridderhof. En dan walgt Giskes opeens dermate tn die zwetende dikkop, dat hy abrupt een einde maakt aan het gesprek. „Pe netreer in die organisatie, rapporteer nauwkeurig en snelen wat dat plan met die zenders betreft: loop daarmee mij betreft naar de Noordpool. Auf wiedersehen und Heil Hitier!" George Ridderhof heeft goed de adres- n onthouden, die zyn illegale celgenoot ?m heeft toegefluisterd. Een er van is zyn eigen woonplaats, Arnhem. An dere zyn er in Den Haag. Hy gaat ei "leen, brengt de groeten ,en het wacht woord van de gevangene. En wint het ertrouwen. Men praat met Ridderhof. Jawel, er zyn agenten aan het werk in Nederland. De groep heeft contact met e van hen. De ene werkt in Den g met een zendapparaat, het is de officier van het Nederlandse leger Lau- I. De andere is de sabotage-agent Thys Taconis. Iiy verblijft in Arnhem. Lauwers heeft op gezette tijden binding met Engeland, jawel. Hij werkt met een code. Nee,~ hoe die samenge steld is weten zyn contactmensen niet. Maar alle berichten gaan door en den antwoordt. Alles klopt. En Ridderhof rapporteert. En Giskes peinst en beraamt plannen. Tegelijkertijd luistert de Peilgrup de S.D. dag en nacht naar de fluittonen van het illegale zendverkeer tussen Ne derland en Engeland. Er moeten min stens vijf zenders werken in bezet ge bied. De Peilwagens gaan rijden, d< Duitsers jagen als honden achter eer vos. Maar die ellendige geheime agen ten verplaatsen zich ieder ogenblik. Ze hebben natuurlijk overal hulp en steun. Want er schllnen heel wat Nederlanders te zijn, die de woorden van vriendschap en Germaanse lotsverbondenheid, die Seyss-Inquart bij zyn installatie als roof ridder heeft gesproken, niet op prijs stellen, zy zijn de vogelvrijen, op wie de jacht is geopend. Óp hen en op de geheime agenten. Op 13 Februari 1942 worden de agenten Van der Reüden en Ter Laak gearresteerd. Dat ls het begin. Maar dan is er nog geen England- Splel George Ridderhof trekt zwetend en zuchtend door het land en hy weet. dat Giskes en de S.D. ook andere verraders aan het werk hebben gezet. Dat spoort haar levenswil vast Het einde van d; kamptijd komt. Nog kort voor de bevrij ding ontvangt ze een clandestiene bood schap van haar man. die vlak bij in een kamp zit ..Hij maakt het goed. doet wat hij kan om de jongeren in zijn kamp op te beuren, hij houdt zijn dagboek by", xielijk gaat de kamppoort open. dat langverbeide ogenblik brengt n smart, want de eerste, die weet dat zij weduwe is geworden, is mevrouw Muller-Kramer. In de weken die volgen, komen de doodstijdingen ook voor de anderen binnen. In het mannenkamp is alles verdwenen, geen papier, geen foto. bleef over. Dan komen de ijltransporten, de extremisten bestoken de kampen, de vrouwen kunnen geen ogeniblik hun aandacht laten verslappen. - is altijd het lawaai van te veel mensen een te kleine ruimte. Maar toch kan Diet Kramer dan haar laatste roman schrijven, ze moét hem schrijven, het kan et wachtenThuisvaart". „Het is misschien wat zwaar op de hand," verontschuldigt de schrijfster zich, at is eigenlijk een ooggetuigeverslag." „En nu, uitgeschreven?" vragen we. En dan blijft Diet Kramer even staan beziet het heerlijke vergezicht, dat haar voor ogen staat. zou zo graag weer willen schrijven. ik vry moeten kunnen maken werk en men moet nu eenmaal de kost. Ik zou stil willen zitten in kamer, een eigen werkkamer en stilte, rust. vooral rust." werkt te hard," zeggen haar vrien den. „U moet rustig aan doen." zegt haar dokter. Maar Diet Kramer heeft een doel dat zal ze bereiken, omdat de twee paar kinderogen, die haar eens door de tralies van het ziekenzaaltje aankeken, nog iedere dag haar aanzien. Didi en Lex, die ieder naar eigen aanleg en aard, hun weg zullen moeten zoeken door het leven en waarvoor hun moeder het hare doet. „Thuisvaart." Dat woord' geeft lets van blijdschap, veiligheid en rust. Innerlijk is zo de thuisvaart van Diet Kramer geworden, doch in het dagelijkse leven is geenszins rust, noch werden de teleurstellingen haar bespaard. ,Ik houd van Indië." zegt ze. „Ik heb gelukkige jaren beleefd en als het kon ging ik terug. De werkkring van mijn n deed me meeleven met de jongelui van 12 tot 18, en het huishouden is er anders, zo veel lichter dan hier. De bedienden waren goede maatjes met ons. Men moet zich daar geen wonderlijke voorstellingen van maken, alsof er ook nog maar de geringste koloniale verhou ding bestaat. Er was de zelfde band als hier in Holland kan hebben met personeel, dat lang in dezelfde dienst is- Het heeft moeite gekost om hier in Nederland me weer te oriënteren. Ik n juist toen de eerste bevlieging van eenheid voorbij was en de strijd van groepen en groepjes om alle mogelijke dingen weer begon. Veel gelezen heb ik toen." Dat kunnen we begrijpen. wanneer we de boeken in het bureau zien, prof. Huizinga, Kohnstamm, God en Menschen, De stem van Europa, de werken van Shakespeare, maar ook Godfried Boman-s staan er op een rij. ,Ja, ik zou weer graag gaan schrijven, peinst Diet Kramer. „Ik bedoel, een roman. Want schrijven doe ik genoeg. Vertaalwerk, artikelen, en in November komt er een meisjesboek van me uit. dat ik echt alleen voor myn dochtertje schreef, dat had ik haar altijd beloofd- Het heet „Zes plus een is zeven". De rest moet ik maar in mijn hoofd bewa- Er zal tooh nog wel eens een tija komen, dat het wat kalmer gaan kan. rust.... rust, dat heb ik nodig pas goed te kunnen gaan werken!" hem aan tot nog grotere IJver. En ein delijk is het dan zover. Op 6 Maart 1942 stelt de Peilgrup van de S.D. vast, dat en geheime zender werkt in een huis het Haagse Bezuidenhout. De inlich tingen van Ridderhof zijn goed! Rondom het pand wordt een cordon van S.D.-ers getrokken; drie staan er bij een tram halte, twee voor een sigarenwinkel, een groepje van vier praat geanimeerd op een andere hoek van de straat. Allemaal onopvallende mannen in winterjassen. Want het is bitter-koud; de sneeuw ligt centimeters dik op de straten en de daken. Ze staan daar te huiveren, ze lopen wat heen en weer, zo gewoon mogelijk. Wachten duurt lang in de win terse kou. Maar tegen half vier gaat de deur open, die al die kleumende man- scherp in het oog hebben gehouden; nog jonge man komt naar buiten, kijkt even om zich heen en stapt dan met vlugge, veerkrachtige pas in de richting van de binnenstad.-De mannen bij de tramhalte halen de handen uit de zakken. Daar komt hy! Nog tien, nog zes, nog twee stappen „Halt! Polizei! Ruhig bleiben!" Han den strekken zich uit, grijpen de jonge n beet, boeien klikken met de scherpe van staal op staal en eer hy goed beseft wat er gebeurt, zit luitenant Lauwers, geheim agent en strijder voor zijn vaderland, In een auto van de S.D„ die snel naar het Binnenhof rijdt. De natte sneeuw spat weg, fietsers op de Herengracht mompelen een verwensing, met een korte draai zwenkt de auto het Plein en op do eerste étage een der gebouwen op het Binnenhof wrijft Joseph Schreieder zich even later de welverzorgde handen. Binnen een kwartier schuift hy Lau wers een pakje sigaretten toe. Steek eens op, wy zyn allemaal kameraden in hetzelfde werk. En wees verstandig en vertel wat je weet. Want Je bent ver kocht en verraden en er ls niets dat je ons zoudt kunnen vertellen de Engelse geheime dienst dat we niet allang weten. Hoe gaat het met mr Derksema en zit Blunt altyd nog die hoekkamer? Ja. Lauwers. die double-transposition code is een aardig ding, maar we kennen het kunstje. Die let ter groepering in rijtjes van vyf en die vulletters aan het eind en die verwer king van je identlty-check, och, beste kerel, draai er toch niet om heen. Pra ten! Praten! Verspeel je kop, verspeel je jonge leven toch niet voor iets, dat geen offer waard is. Geloof me, Herr Lauwers, wy weten alles. Letterlijk alles. Bluf van Schreieder? Handigheid om wat te weten te komen? Helaas, geen bluf, geen handigheid. Alleen maar de verschrikkeiyke waarheid. Want Schreieder kende de gehele Engelse en Nederlandse geheime dienst in Londen, hjj kende de rode, hy kende de checks. Hy wist alles. Letterlijk alles. Sinds de nacht van 13 op 14 Februari 194?. (drie weken vóór de arrestatie «mi Lauwers) hestonden er voor Schreieder geen geheimen meer. En hoe dat mogeiyk «vas, cal u uit het volgende artikel duidelyk worden. blad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3