Memoires van Keyes maakten een eind aan de twijfel over 's konings beleid in 1940 Geallieerde strijdkrachten lieten onverwacht onze Zuiderburen aan hun lot over VELEN zijn bij het verschijnen van de memoires van Churchill teleurgesteld over het feit, dat hij deze unieke gelegenheid niet heeft benut om het ongunstige oordeel, dat hij op vier Juni 1940 in het Britse Lagerhuis gaf over het militaire beleid van Koning Leopold III van België, te herzien. Wellicht heeft zulks de weduwe van Lord Keyes, die als admiraal bijzonder Brits gezant was bij koning Leopold, beïnvloed om de „Herinneringen" van haar man het licht te doen zien. Dit werk heeft zijn doel bereikt. Op dértien Februari van dit jaar maakte de „New York Times" de oorspronkelijke tekst der voornaamste hierin opgenomen stukken wereldkundig. Deze documen ten zijn op zichzelf voldoende geweest om een eind te maken aan de twijfel omtrent het militaire be leid van koning Leopold en degene, onaer wiens gezag zij zijn verschenen, is een alleszins betrouw baar getuige. Aan de hand van de verklaringen van wijlen admiraal Keyes (die wij destijds uit de „New York Times" hebben overgenomen) is komen vast te staan: dat de beslissing der Belgen om te capituleren, niet is gevolgd op het Britse besluit om tot insche ping te Duinkerken over te gaan, doch dat zij daaraan voorafging: dat de wanhopige situatie, waarin het Belgische leger was komen te verkeren, niet het gevolg was van eigen inzinkingen, maar van de strategische verplaatsingen der Franse en Britse strijdkrachten; dat koning Leopold zijn bondgenoten nauwkeurig op de hoogte heeft gehouden van iedere wijziging in de situatie tot aan zijn besluit, de wapens te strekken; en dat de Britten de Belgen niet op de hoogte heb ben gebracht van hun besluit, zich te Duinkerken in te schepen, hetgeen volgens Keyes neerkwam op „in de steek laten", daar dientengevolge de Belgi sche rechtervleugel ontbloot werd. „Ik geloofde dus aan een onmiddellijke aanval. Maar deze vraag is bij de koning der Belgen niet opgekomen. Deze stelde zich met zijn generale staf tevreden met afwachten, in de hoop, dat alles in het reine zou komen". Zes maanden later. België en Nederland zijn bezet; Frankrijk is neer geworpen en de luchtslag om Londen is nog niet be slist. Seyss Inquart regeert in Den Haag en de diplo maten van niet-oorlogvoerende staten is aangezegd, dat zij half Juni 1940 moeten vertrekken. Deze uittocht bood een laatste gelegenheid om langs officiële weg met het buitenland in contact te komen. Zij gaf de Neder landse illegaliteit aanleiding de vertrekkende Portugese gezant een nota toe te vertrouwen, welke een voor zijn regering bestemde inlichting inhield. Van bevriende Bel gische zijde was nl. een bericht binnengekomen behel zende, dat door een te 's-Gravenhage verblijvende tus senpersoon bemiddeld werd tussen Lord Halifax (Enge land) en Hermann Göring ter verkrijging van een compromis-vrede, waarbij de Belgische Midden-Congo benevens bepaalde Portugese koloniën in Afrika de prijs zouden vormen die Engeland genegen was te betalen! Wil een zodanig bericht historische waarde verwer en, zo behoeft het uiteraard documentaire bevestiging. Na 1945 zijn intussen getuigenissen omtrent deze poging beschikbaar gekomen, die vermelding in dit verband schenen te rechtvaardigen. De lezer moge zelf beoor delen in hoeverre deze vermelding, bezien in het licht der te vermelden feiten, als bewijsmateriaal kan gelden. Noodlanding van een Duits vliegtuig maakte de zaak aan het rollen Admiraal Keyes is de held geweest van de commando-raid op Zeebrugge 1918; hij was de man, die in een beslis send stadium van de eerste wereld oorlog belangrijk werk heeft gedaan. Hieruit ontstonden vriendschappelijke betrekkingen tussen Keyes en de Bel gische koninklijke familie; het was ook bijna vanzelfsprekend, dat het Britse kabinet hem na het uitbreken van de tweede wereldoorlog als bij zonder gezant toevoegde aan koning Leopold. Keyes verkreeg de bevoegd heid te allen tijde, met voorbijgaan van de civiele en militaire heerschappij, onmiddellijk contact zowel met de Britse opperbevelhebber, Lord Gort, als met het Britse kabinet op te nemen. /Tot het laatst heeft hij dit contact, dank zij de onverbroken gebleven tele foonverbinding over De Panne, kunnen handhaven; tot het laatst toe heeft hij JN België staan belangrijke verkie zingen voor de deur, waarvan de uitslag grote gevolgen kan hebben voor het Belgische volk en zijn vorstenhuis. Onze Zuiderburen zullen op 26 dezer hun stem uitbrengen en dan beslissen over de vraag, of koning Leopold lil, wiens beleid als opperbevelhebber van het Belgi sche leger ten tijde van de Duitse opmars zozeer is gewraakt, als re gerend vorst naar zijn land zal terugkeren. In de op deze pagina afgedrukte artikelenreeks trachten wij aan de hand van documenten de lezers een beeld te geven van de juiste toe dracht der gebeurtenissen in en na Januari 1940. Hierin komt duidelijk tot uitdrukking, dat koning Leopold geen blaam treft, doch dat hij is op geofferd voor de geallieerde oorlog voering, op een ogenblik, dat alles bijkans verloren scheen. De gegevens voor onze bijdrage zijn ontleend aan Churchill's Memoi res, de „Herinneringen" van wijlen admiraal Keyes, Duitse geheime documenten, die de Russen in 1947 hebben gepubliceerd en diplomatieke aden, die de regering van Portugal vorig jaar aan de openbaarheid heeft prijsgegeven. de Congo te garanderen. En zoals el ders op deze pagina uitvoerig is uiteen gezet, juist deze voorwaarden van Leopold III waren het, die Engeland niet kon aanvaarden. De koning kreeg uit Londen dan ook een ontwijkend ant- Intussen had echter overleg plaats ge had tussen de Franse en Britse regerin gen. Weldra was men het eens; in de nacht van de veertiende Januari 1940 zouden de Franse troepen, ondanks het slechte weer, vlak tegen de Belgische grens worden samengetrokken; zij zouden binnenrukken, zodra de machtiging van de Belgische regering afkwam. De Franse generaal Gamelin wachtte met ongeduld en berichtte aan zijn minister-president: „De nacht verloopt wonderlijk kalm; de teerling schijnt geworpen en onder gunstige omstandigheden. Wij weten, dat onze troepenbewegingen zijn aan gevangen. Het sneeuwt aldoor; dat is niet vrolijk voor onze troepen, maar wat de operaties betreft kan het met beter. Maar ziet, als de ochtend aan breekt, hebben de Belgen wel de grensversperringen voor ons wegge ruimd, doch zij geven ons nog altijd geen toestemming om hun grondge bied te betreden. Manschappen en paarden worden zo goed mogelijk be- De Belgische koninklijke familie in ballingschap. schut in afwachting van het oprukken. In de nacht heb ik één mijner officie ren naar de Belgische generaal Del- voie gezonden, opdat deze koning Leopold over mijn positie kan inlich ten". De volgende dag viel de beslissing. *i' Morgens liet generaal Gamelin het be zwaarlijke van zyn positie aan zijn r nister-president melden. Hij berichtte: „dat de Franse troepen de gehele nacht voor de sprong gereed hebben gestaan en dat ieder verloren uur stige gevolgen kan hebben. Die hoogste alarmtoestand in de sneeuw, zonder enigszins afdoende kantonnementen kan niet voortduren. Bovendien zal de vijand de operaties gewaar worden, zo al niet door zijn vliegdienst, dan toch door middel van spionnage. Het grote voordeel der verrassing dreigt verlo ren te gaan; de vijandelijke overmacht uit de lucht zal zich bij de geringste weersoplieldering doen gelden. De ochtendmist zou zo gunstig geweest zijn om de opmars tot stand te bren gen". De Britse regering wilde niet aan de voorwaarden van koning Leopold vol doen en zo gebeurde het. dat de vorst geen toestemming kon verlenen tot het bin nenrukken van de Franse troepen. In het eerste deel van zijn memoires heeft Churchill hieraan de volgende ver rassende passage gewijd, die de Franse pers enigszins beleefd ,.in strijd met de waarheid" noemde. De passage luidt: Koning Leopold onwetend over de uittocht uit Duinkerken NU we de „Herinneringen" van Lord Keyes kennen, valt hef niet moeilijk, in Churchill's memoires een bevestiging te vinden van de wijze, waarop men koning Leopold onwetend heeft gelaten met betrekking tot de militaire situatie van de Britten en Fransen. Churchill vertelt ons, hoe voor de Britse opperbevelhebber de uittocht uit Duinkerken reeds op de 25ste Mei vaststond. Daags daarna stelde hij de Franse minister-president, Reynaud, daarvan in kennis. Maar koning Leopold, die tengevolge van het Britse besluit in een dode hoek kwam te zitten, mocht hier van nog niets vernemen. Nog ligt er een ban van verzwegenheid over de gestalte van de vorst JN Europa ligt een ban van verzwegenheid over de gestalte van Leopold III. Uiterst rechts en uiterst links geven elkander wat dit betreft de hand. Over de motieven van laatstgenoemde groep behoeven we niets te zeggen. Maar uiterst rechts, gekant tegen het eerherstel van de vorst, is een minder courant geval en is dus onze aandacht wel waard. In de eerste plaats het geval van Engeland. Waarom heeft Churchill nu, na negen jaren, het onrecht niet willen goed maken? De reden, die in 1940 gold, was sedert lang vervluchtigd; er is echter iets anders blijven hangen, een wrevelachtigheid, die zich niet op zij wilde laten zetten. Om de sleutel van dit raadsel te vinden moeten wij aan de reden van 1940 voorbijgaan en dieper speuren in het rijk der gevoeligheden. koning Leopold van kantonnement tot bivak vergezeld; hij maakte aanteke ningen, en kreeg allerlei afschriften in handen; zo hebben zijn „Herinneringen', heet van de naald genoteerd, het bij uitstek directe karakter verworven, dat van zo grote waarde is voor de ge schiedschrijving. Verplaatsen wij ons thans in de dagen van de zenuwen-oorlog. De noodlottige Meimaand is nog niet aangebroken; het is Januari, sneeuw en mist gaan over het land. Een Duits vliegtuig heeft een noodlanding moeten maken op Belgisch grondgebied en tevergeefs hebben de beide inzittende officieren gepoogd, de hun toevertrouwde stukken te vernie tigen. Zij blijken volledige gegevens te bevatten betreffende het Duitse opmars plan door België. Vanzelfsprekend be stond de mogelijkheid, dat deze nood landing geënsceneerd was, als onder deel van de reeds meermalen en niet zonder resultaat toegepaste „Nerven-1 krieg". De militaire autoriteiten waren van de authenticiteit van de gevonden documenten overtuigd. En terecht, want) de sindsdien in Zwitserland verschenen memoires van leidende figuren uit het Duitse verzet hebben aangetoond, dat tengevolge van dit incident de Duitse generale staf zich genoodzaakt heeft gezien, de gehele techniek van het op mars-plan te wijzigen. Eer is teer Wat Churchill van Leopold III niet heeft kunnen verdragen en niet ver dragen kan, is geenszins diens zoge naamde „falen"; de stukken liggen immers op tafel en wie kent ze beter dan de Britse staatsman? Het zit Onvermijdelijk Koning Leopold ontleende aan het vliegtuig-incident de overtuiging, dat oorlog voor België onvermijdelijk was. Hij meende zelfs, dat de beraamde inval nog slechts een kwestie van dagen was, maar hierin bleek hij zich te vergissen. De geschiedenis zal wellicht nimmer vermogen uit te maken, of de inval ten- genoemd incident werd CHURCHILL ders: op een zeer critiek tijdstip Januari 1940, toen aller zenuwen tot het uiterste gespannen waren, heeft Leopold met een enkel woord de ger op een wond gelegd een wonde plek, die bij Churchill schrijndeen die wond schrijnt nog. Churchill was oud genoeg om zich Engeland's diplomatieke spel te herinne ren ten tijde van de annexatie van Trans, vaal; deze dingen hadden een akelige na smaak bij hem achtergelaten. In datzelf de beeld heeft zich de tragedie der An- glo-Duitse toenadering van 19121914 Twee weken voordat Churchill deze aarschuwing tot Parijs richtte, had Sir Neville Henderson aan Hitler de wereld getoond; de wereld van over zee, heel Midden-Afrika: neem het,het •an U; doe in Europa wat ge wilt laten we ons dan verder buiten Europa, daar waar het geld verdiend wordt, verstaan. Wat daar precies ge zegd is, zal Churchill ook niet geweten hebben, doch hij was voldoende op de hoogte om te begrijpeh, welke pot te Berlijn in het diepste geheim op het was gezet. En ook ditmaal ging het als in 1914: een nieuwe afgrond opende zich, dieper dan die van de eerste wereldoorlog. Het vertrouwen van Churchill in het Franse weerstandsvermogen was er i eerste stille oorlogsmaanden niet sterker op geworden. Toch heeft hij zijn zaak op Frankrijk gezet. Maar Churchill hield er van, een troef achter de hand te houden. Alles overzee was volgens hem Brits be- <1 in zoverre anderen het in handen hielden, was het slechts bij de genade van Engeland, dat over de golven heers te Indien het Imperium in nood mocht komen, welaan, dan moest zo nodig het gepachte goed worden ingezet; die bal last moest dan kunnen worden uitgegooid Schapen voor de wolven gooien en bond genoten opofferen is altijd een smerig werk; slechts in het allerdiepste geheim, eigen trots zeer hoog opvoerend, viel er n te denken. Het sneeuwde in Vlaanderen en het ir scheen gunstig. De koning der Belgen was bereid, het zwaard te trekken, om toe te slaan als het nodig was. Hij heeft toen echter die vraag gesteld, die nimmer gesteld mag worden: hij vroeg naar Engeland's eer. Eer is teer en wel het meest, waar zij op het piint staat, geschonden te worden. Churchill, heeft het hem nim mer kunnen vergeven. dat ogenblik evenmin als Noorwegen en Nederland in de oorlog betrokken. Aan de hand van de bemachtigde stuk ken en zich herinnerend dat zijn land 1914 had het getoond door zijn lig ging het eerst aan bod zou komen, scheen het Leopold III beter, het initia tief te nemen in plaats van lijdzaam het tijdstip af te wachten, waarop de vijand zou toeslaan. De koning verklaarde zich bereid, de hulp van Frankrijk en Engeland in te roepen, hetgeen zou neerkomen op een oorlogsverklaring aan Duitsland Hij zou gewaars"chuwd~ tegen de parlementai echter willen weten, of Frankrijk en onmacht van de Franse democratie, d Hngeland bereid waren, bij het sluiten een gevaar opleverde voor het leven van de vrede de grenzen van België en vrije democratieën. dere glorie van Engeland. Toen ech ter in Juli 1914 net getij verlopen bleek, met welk een diepe vreugde heeft hij dan de Br.itse vloot gemobiliseerd.... Nu ging het weer dezelfde kant op; in 1933 had Engeland's afzijdigheid Frank rijk belet, de herbezetting van het Rijn land te voorkomen; wij weten nu, dal met één resoluut woord volstaan had kunnen worden. In 1935 verbrak -Enge land het verdrag van Stresa (gesloten met Italië en Frankrijk), door geheel on verwacht een vloot-accoord met Hitler af te sluiten, voornamelijk door het stij gende wantrouwen in Frankrijk's krach'. Churchill, die altijd een groot vriend van Frankrijk is geweest, heeft de Fransei Over ontvluchten is niet gedacht In de dcor Churchill gereproduceerde instructie aan de Britse opperbevelheb ber Lord Gort van 27 Mei 1940 wordt onder punt 2 gezegd: „Het is nu noodzakelijk, het de Belgen te vertellen. Wij vragen hen thans, zich voor ons op te offeren. Ik zend een telegram aan Keyes, maar Uw persoonlijk contact met de koning is wenselijk. Keyes zal helpen." België was echter gedwongen tot het sluiten van een wapenstilstand, omdat zijn strijdmacht volledig geïsoleerd was van de Britten: bovendien waren dc troepen lichamelijk en moreel volko men uitgeput en alle reserves waren uitgeput. De troepen konden niet lan ger beschermd worden tegen voortdu rende luchtbombardementen en ver keerden reeds in wanorde, toen tie Duitse aanvallen begonnen. Op 28 Mei, de dag waarop admiraal Keyes afscheid nam van de koning, be gaf de admiraal zich per vliegtuig naai Londen. Zijn eerste bezoek gold Chur chill en het doel van dit bezoek was eer nadrukkelijk protest tegen de laster campagne, van het Franse kabinet- Reynaud tegen Leopold III, die de „verraderlijke koning" werd genoemd. Wetende, hoe de vork in de steel zat, zal Churchill's rede vai) vier Juni admiraal Keyes een onzegbare ergernis geweest zijn en wij begrijpen zijn tiek op Churchill, welke tevens zekere rechtvaardiging van de door deze aangenomen houding inhoudt, waa in zy'n „Herinneringen" schrijft: me laat ons zien, hoe de Bel- pen er kort voor de overgave ■en. Als ivanhopigen vluchtten ontkomen aan de meedogen- se bombardementen en be- Op deze foto ziet men koning Leopold met zijn minister van Oorlog, generaal Denys, kort na de ondertekening van de capitulat ie-vooncaarden. Duinkerken plaats had en de in- valsgolf over Frankrijk sloeg, heeft hij (Churchill) het belang van natie in oorlog en van de geest der geallieerde bevolkingen hoger ge steld dan het wezen der zaak, welke tenslotte slechts een leger en een koning betrof, die hadden opgehou den, nuttig te zijn". Churchill heeft kennelijk het voor nemen gehad, met deze tegenwerpingen van Keyes rekening te houden. Ter wijl de Franse regering tegen de koning tekeer ging en hem vervallen verklaar de van het Grootkruis van het Franse Legioen van eer, dekte hij Leopold het Lagerhuis met de woorden: „Het ligt niet in mijn bedoeling, de Kamer er toe te bewegen, dat wij op dit ogenblik zouden pogen, een oordeel uit te spreken over het optreden van de Belgische koning in zijn functie opperbevelhebber van het leger. Zijn leger heeft zeer dapper gestreden en heeft zware verliezen geleden en be rokkend". Aanstonds gaf de Belgische ambassa deur te Londen zich dan ook reken schap van het feit, dat iemand had in gegrepen, want hij telegrafeerde aan de naar Limoges (Frankrijk) uitgeweken Belgische regering: „Verlaat u niet teveel op de felheid van de Franse reactie, want de Britse opinie is veel meer gereserveerd". Doch enkele dagen later verander den de décors: Churchill liet zich het Lagerhuis weer geheel anders uit over koning Leopold: „H\j en zijn dap per leger, bijna een half millioen sterk, dekten onze linkerflank en den zodoende onze terugtochtsweg zee open. Plotseling, zonder vooraf gaand beraad, met de minst mogelijke kennisgeving, zond hij een gevolmach tigde naar de Duitse bevelhebber, gaf zijn leger over en stelde onze gehele flank en terugtochtsweg bloot". Wat was hier gebeurd? Tijdens zijn leven heeft admiraal Keyes over bepaal de zaken, die hij ambtelijk-geheim achtte, niet willen spreken, hoezeer dan ook de waarheid hem op de lippen heeft gebrand. Eerst thans, na zijn t lijden, is het geheim ontsluierd: dezelfde dag waarop na de Belgische capitulatie Keyes zijn onderhoud i Churchill ter verdediging van de van Leopold HI had, deed de Britse ambassadeur te Parijs. Sir R. Campbell, i een spoedmemorandum uitgaan, stemd voor het Britse kabinet, zulka op nadrukkelijk verzoek van de Franse i minister van Voorlichting. Froissart. De beide laatste punten van dit stuk, v van een foto-copie in Keyes' mem werd opgenomen, brengen ons afdoende i op de hoogte. Deze luiden: I Jdinister Froissart vreestdat de „lijn", door admiraal Keyes aangege ven, tot een verontschuldiging van defaitisme zal worden en dientenge volge defaitisme in de hand zou wer ken; zulks op het ogenblik, waarop de Franse openbare mening tot veront waardiging geprikkeld werd (met een verbetering van de sfeer als gevolg) door de afschuw van schijnbaar ver raad. In Franse kringen is men meer en meer overtuigd van het verraad van de koning; geheel los van het wezen der zaak reken ik er op, dat gij alles zult doen om minister Froissart ter- wille te zijn. De pers-attaché stelt zich onmiddellijk telefonisch in verbinding met het departement van Inlichtingen te Londen". De eigenlijke voldoening echter, die admiraal Keyes zocht, zou hem niet bij zijn leven worden geschonken. Want wat hij wenste, was niet alleen koning Leopold van blaam gezuiverd te zien, maar ook de erkenning van diens ver dienste. Hij liet niet na, voor de zaak des konings te ijveren en het maakte hem kregel, dat juist zijn eigen eer gevoel hem verbood, die stukken open baar te maken, welke het eerherstel van de koning het best zouden kunnen dienen. In het bijzonder zal hij boven geciteerde nota van Sir R. Campbell op het oog hebben gehad, maar helaas ambtelijk geheim! Hij werd „een man een grief", die men gezien zijn rang stand wel ontvangen moest als hij r de zoveelste maal kwam aanklop pen, maar die eigenlijk toch tot een lastpost was gewordeh. Admiraal Keyes kwam te sterven, voordat zijn geheim kon worden ge openbaard; aan de eer was dus vol daan. Toen heeft Lady Keyes, weten de wat haar overleden echtgenoot de laatste jaren van zijn leven het naast aan het hart heeft gelegen, het ma nuscript uit zijn schuilhoek gehaald en de Herinneringenuitgegeven. Van dit gebaar gaat een zeldzame bekoring uit. Het doet ons aan als de laatste en diepste zin ener levenshouding, die Laatste dagorder y OORD AT koning Leopold zijn hoofdkwartier verliet en van Zijn mannen scheidde, gaf hij nog een laatste dagorder uit, luidende: Officierenonder-officieren en manschappen: Plotseling verwikkeld in een oorlog van buitengewone fel heid. hebt u dapper gevochten ten einde elke duim grond van uw vaderland te verdedigen. Uitgeput door een ononderbroken strijd tegen een vijand, die zotcel in aantal als uilrusting verre in de meerderheid was. zien jcij ons thans gedwongen tot overgave. De geschie denis zal bewijzen, dat het leger zijn plicht deed. Onze eer is gered. Deze zware gevechten, die ons ook ver volgden tijdens slapeloze nachten, kunnen niet tevergeefs geleverd zijn. Ik beveel u niet te wanhopen en u zelf met waardigheid te gedragen. Laat me houding en discipline tonen, dat gij waard zijt de achting van een vreemdeling te ontvangen. Ik blijf bij u in het ongeluk, dat t kom i die vil he, land uit de puinhopen". de betekenis der conventie zo hoog weet te schatten, en bij voorkeur aj- wijst datgene, wat opvalt. Welk een pover figuur slaat hierbij Churchill... Wij weten nu aan de hand van andere stukken van Keyes, dat het niet de Belgen geweest zijD, die de flank der Britten ontbloot hebben, maar dat pre cies het tegenovergestelde is gebeurd. Is het louter de tegenzin van een oud geworden en in de grond moede man, weer te gaan roeren in wat zich nu eenmaal gezet heeft? België, de Bene lux, Spaak, Europa's plausibele man na 1944 dat alles waren even zovele lichtpunten aan een betrokken en onrus tig wereldzwerk. Het kan van invloed zijn, maar, het beslissende punt is iet» anders geweest. En daarover vindt de lezer elders op deze pagina een uitvoe rige beschrijving. Wilde Engeland de Congo aan O O Duitsland verkwanselen TOEN Leopold III in de avond van 15 Januari 1940 aan Lord Halifax zijn beslissing deed overbrengen heeft hij uiteraard niet kunnen vermoeden welke rol zes maanden later de Congo in diens verbeelding zou gaan spelen. Evenmin zal hij geweten hebben de Belgische inlichtingendienst had dan inderdaad phenomenaal moeten zijn dat deze zelfde Lord Halifax in het tijdvak 1937 1938, namens het Britse kabinet, geheime besprekingen ter verze kering van de vrede met Hitler had aangesneden, waarbij even eens de overdracht van het ganse Congo-bekken aan Duitsland ter sprake was gekomen. De desbetreffende stukken werden nl. door de Sovjet-autoriteiten in de Berlijnse archieven aangetroffen en pas in 1948 openbaar gemaakt. Anglo-Duitse besprekingen te Berlija voortgezet, thans was het de Britse am bassadeur, Sir Neville Henderson, dis zich met Hitler en von Ribbentron aan tafel zette. De ambassadeur vestigde de aandacht op het vertrouwelijk karakter der te voeren besprekingen en las eea korte nota voor. waarin er aan herin nerd werd, dat Lord Halifax volko men had erkend, dat in Europa ver anderingen onder de ogen konden worden gezien, mits deze veranderin gen niet door geweld maar door ver stand werden ingegeven. Toen kwam hy ter zake en opende de doos van Pandora. Hy preciseerde ds opvattingen volgens welke Engeland een koloniaal accoord bereikbaar achtte. „Een oplossing, die, volgens de Britse regering vele voordelen zou bie den ware het instellen van een nieuwe koloniale administratie in een deel van Afrika; dat plan ware toe te pas sen op een grondgebied, dót ongeveer met het bekken van de Conga zou overeenstemmen en dit nieuw régime zou dp or alle belanghebbende mogend heden toegepast moeten worden". Licht laat zich thans indenken, dat toen in Januari 1940 Leopold III zich aan de zijde der geallieerden wilde scharen, hij er tevens op uit is ge weest om van te voren misverstand op een voor zyn land zozeer essentieel punt uit te schakelen. Wij moeten het rustig inzicht bewon deren. dat hem in dit, voor Europa zo critisch tijdsgewricht, van ijdele discus sie deed afzien. De koning wist. dat in het Zuiden de door hem aan zyn gren zen geroepen Franse troepen vol onge duld wachtten: dat de Franse regering zonder meer bereid was de door haar als volkomen normaal beschouwde ver zekering te geven. Maar hij gaf zich ook rekenschap, dat Engeland het hem on mogelijk maakte de sprong te wagen. Hoe zou de kleinzoon niet beschermd^ wat eens de grootvader schonk? Britse conferenties met Hitier Laten wij nagaan in welke sfeer deze stukken spelen. Aanvang 1936 had Hit- Ier zijn verlangen kenbaar gemaakt, dat de voormalige Duitse koloniën, voor namelijk in Afrika gelegen, aan Duits land zouden worden teruggegeven. Op 5 Februari nam hierop Lloyd George in het Lagerhuis het woord, sprak zijn leédwezen uit over het onrecht, des tijds bij de verdeling der mandaten, aan de toenmalige Italiaanse bondge noot aangedaan, en vestigde er voorts de aandacht op. dat België. Nederland en Portugal over zeer belangrijke kolo niale gebieden beschikten. Vermelden wij thans eerst enige data om ons de internationale situatie van die dagen weer voor de geest te roe pen. Op 29 Februari 1937 had Lord Halfax de portefeuille van minister Eden overgenomen: op 5 October sprak president Roosevelt zijn bekende rede voering uit. die als een waarschuwing aan de dictaturen bedoeld was; op 6 November sloot Italië zich aan bij het anti-Komintern-pact. Kort hierop begaf Lord Halifax zich naar Duitsland, waar hy op 19 Novem ber door Hitler, in tegenwoordigheid van de Duitse minister van Buiten landse Zaken, Von Neurath, te Ober- Salzburg ontvangen werd. Na deze eerste, informatorische be spreking. die met een diner besloten werd. schreed de noodlottige ontwikke ling verder. Hitier verscherpte zijn methode: de gematigde Von Neurath werd afgezet en aan Von Ribbentrop werd de portefeuille van Buitenlandse Zaken toevertrouwd. Op 12 Februari dwong Hitier de Oostenrijkse Kanselier Von Schussnigg, om Seyss Inquart in het bezit te stellen van de sleutelpositie Binnenlandse Zaken. Op 3 Maart 1938 werden hierop de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 5