Onder mokerslagen der Geallieerden
bezweek „Atlantic-Wall
Een krachtige eis klinkt over
een plein op Cyprus
°Voor HOOFD en HANDEN
Jo "Boer: KRUIS OF MUNT
vy vvyvyyv*
3
Vs
ZATERDAG 4 JUNI 194W
De dag der bevrijding: 6 Juni 1944
Herinnering aan historische dagen
Voorjaar 1944; het vyfde oorlogsjaar is begonnen. Holland hunkert naar de lente.
Men weet, dat de invasie nadert, „Men hoort haar komenChurchill heeft
reeds in Januari zijn belangrijke rede gehouden. Vóór midden Maart zal de
grootste militaire onderneming plaats vinden als ooit in de geschiedenis is ver
meld. Dagboeken van die dagen voeren ons terug in die adembeklemmende sfeer
van spanningen en gevaren. Maar de positieve, op een weerstand biedend doel
gerichte vrees, de actieve stryd, is altyd toch beter te verdragen dan die vage,
passieve angst. De kleine moeilijkheden des levens, geen tabak, thee, koffie, groen
tenworden langzamerhand tot een obsessie.
Als een film gaan de gebeurtenissen
uit die dagen aan ons voorbij. Telkens
weer luchtgevechten en 'bomaanvallen op
Zuid Arnhem, Nijmegen, Enschedé
Churchill heeft 'het gezegd: In het
jaar zal de strijd nog intensiever worden
?evoerd. Februari en Maart zijn voorbij'
gegaan en nog steeds geen invasie, d(
mensen worden sceptisch gestemd. Tel
kens weer alarmerende berichten. In
Leiden wordt aangeplakt om voor tien
dagen voedsel en water in 'huis te 'halen.
In Den Haag worden mannen tot zeven
tig jaar opgecommandeerd, om met werk-
laarzen en schop te gaan werken op de
vliegvelden Ockeniburg en Noordwijk. De
stad wordt opgeschrikt door het bombar
dement bij Kleykamp. In Wassenaar,
Voorburg en Rijswijk, overal, worden
mensen uit de huizen gezet. De spannin
gen nemen in hevigheid toe en zal de
invasie, de bevrijding, dan nooit komen?
Er worden boekjes uitgestrooid, waarin
geadviseerd wordt, 'hoe te handelen als
de invasie er is. Sommige huisvrouwen
tetten alvast teilen met water gereed. Zo
gaat eind Mei, Pinksteren, voorbij en het
is even stralend zomerweer. Het reizen
wordt een uiterst hachelijke onderne
ming, want de spoorwegen worden hevig
gebombardeerd, waarbij vele doden en
gewonden vallen. Zo naderen we Dinsdag
6 Juni 1944. Holland spitst zijn oren. De
lucht gonst van geruchten. Landingen te
Calais, .Duinkerken, Cheijbour'g, Le Havre,
Caën. Fantastische verhalen doen de
ronde over gecamoufleerde parachutisten
die poppen met dynamiet blijken te zijn
Maar uit het werk van Generaal Eisen
hower „Van Invasie tot Victorie" wordt
duidelijk, dat het verhaal op waarheid
berust. Iedereen tapt nu wate\
rodat om 12 uur 's middags geen druppel
de kranen komt. Niemand wist
de invasiedag voor West-Europa
aanbreken en thans is „D."-Day een
feit. In de nacht van 5 op 6 Juni. om-
jstreeks twee uur, werd de eerste bres
geschoten in de Atlantic Wall, waarop de
Duitsers als op Hitier zelf 'hadden ge
bouwd. De 82ste en 101e Amerikaanse en
de 6e Britse luchtlandingsdivisie werden
tussen Cherbourg en Caën neergelaten in
de rug van die muur, bestaande uit lou
ter beton en staal. Een uur later scheen
de 'hel losgebroken door het onheilspel
lende luchtbombardement. Omstreeks zes
longen begonnen de vuur
monden van de Ai-mada, die zich v-ooj
Normandische kust had samengetrok
ken, hun vernietigend wer»k te verrich-
om het strand „stormrijp" te maken
de eerste tanks en infanterie-afdelin-
gen konden uitzwermen. De landing zelf,
welke onder bevel stond van Generaal
Montgomery, werd uitgevoerd over een
breedte van vijftig mijl. Aan de Duitse
grootheidswaan, dat de Atlantic Wall on
neembaar was 'en vijandelijke landings
troepen niet langer dan enige uren aar
wal zouden kunnen blijven, was op slag
einde gemaakt. De wereld hield de
iidem in. want een ieder wist, dat n
eindstrijd begonnen was. „D-Day",
dag der invasie en bevrijding, ontsproten
denkend brein, mogelijk door de
tamenwerking van drie fact-oren: organi
satie, waarbij geen enkel detail verwaai
loosd werd, een onfeilbare psychology
vaste, slechts op één doel gerichte
strategie.
vermeerderden de moeilijkheden nu aan
land te komen. Landingsvaartuigen wer
den door de golven op de stranden ge
slingerd en vele van de kleinere liepen
i! water, vóór dat zij konden aanleggen,
il van manschappen werden bij het
waden door de branding van de voeten
geslagen en verdronken, terwijl zij die
het droge haalden, vaak de uitputting
nabij waren. Daarbij kwam, dat het ook
iet op ieder strand mogelijk was te
drijven in de amp'hibie-tanks. Maar on
danks al deze enorme moeilijkheden gin
gen de landingen voort en verliep alles
volgens plan. In de Brits-Canadese sec-
was het voornaamste belang gelegen
de doorstoot naar Caen. Het behoud
Caen was de sleutel der vijandelijke
strategie en ged-urende de worsteling der,
e invasie volgende weken, vochten
d'e Duitsers verwoed om te voorkomen,
dat ook Caen in handen der Geallieerden
vallen. Toch brak óók eens het tijd-
aan, dat aan de „Verordnungen" van
de Feld-kommanda-nt von Heyde-braut,
Oberst te Caen een einde kwam en 'bleef
nog slechts een ruïne over met gapen
gaten. Gedurende de eerste zes dagen
n de operatie werden 326,547 man
schappen, 54.186 voertuigen en 104.428 ton
raden over d'e stranden aan land ge
bracht en deze massale ontscheping ge
schiedde over barre stranden, bezaaid
mijnen en versperringen. Reeds op
11 Juni met de onderlinge venbinding der
strandhoofden, was het stadium aange
broken voor de veldslagen der volgende
twee -maanden, gedurende welke over het
lot van Frankrijk zou worden beslist.
Beschikten de Duitsers aanvankelijk over
sublieme strategie, het bevel van 7
i kortom de su-perie
Aanval op het hart
Frankrijk
J In de illegale bladen
Tj laait de geestdrift ten top,
de grote worsteling begonnen
danks de enorme kosten
ij, toch over de toekomst van mensheid
pï menselijkheid zal beslissen. Immei
grote aanval is rechtstreeks op 'het hart
Frankrijk, op Parijs, gericht. Wat de
Duitsers gedaan hadden voor de verster-
de N-ormandisehe kust -wist
8 nergens beter dan in Nederland,
men keftde hier hun tankgrachten, hun
machtige fortificaties, hun valstrikken te
Generaal Dwight
D. Eisenhower, de opperbevelhebber der
Geallieerde expeditle'legers, die op de
historische ochtend van 6 Juni 1944 de
volgende proclamatie uitvaardigt:
„Troepen van het geallieerde expeditie-
leger zijn hedenmorgen' op de Fr
kust -geland. Deze landing maakt deel uit
het gemeenschappelijk plan der
verenigde volken voor de bevrijding
Europa, in samenwerking met de Russi
sche bondgenoten". Ook minister Ger-
bra-ndy richt zijn waarschuwing tót het
Nederlandse volk. In het reeds genoemde
Werk van Eisenhower wordt er op ge-
hoe het weer 'bij deze militaire
♦xpeditie over het Kanaal een geweidigi
rol speelde, want ofschoon het met Pink-
in in Holland zonnig was, had in Juni
het Kanaal te kampen met krach
winden en ruwe zeeën. Vandaar dat
de bevelhebbers -vanaf 1 Juni dagelijks
confereerden over de weersomst-andig-
:n' heden, want in ieder geval moesten getij
gunstig zijn. Op „D."-Day
de wind, zoals voorspeld, afgenomen, de
't bewolking was goed gebroken en hing
over het algemeen meer dan vierduizend
voet hoog. Dit verschafte omstandig-
«den. die de uitvoering der luchtopi
lies zouden toelaten, vooral met het oog
op het -bombarderen der -kustverdedi-
Jingswerken. De zee
groot aantal der manschappen was ziek
gedurende de overtocht. Maar aangezien
de zeeën zo hoog opliepen, dachten de
it Duitsers niet, dat die nacht de
over het Kan-aal mogelijk zou zijn. Merk-
Vaardig, de zware bommenwerpers kre
ten gelegenheid, om de hun opgelegdi
■d taa-k uit te voeren, zonder enige storing
van vijandelijke gevechtsvliegtuigen
ze ondervinden. De overtocht der geallieer
de eeevloot -naar de Franse kust had iet»
onwezenlijks over zich, omdat feitelijk
leder teken ontbrak, dat de Duitsers be
letten, wat er ging gebeuren. Men
tooette geen onderzeeërs, het Duitse
de radarstelsel was ontwricht tengevolge
de (luchtaanvallen en aldus bereikten
de Geallieerden een graad van tactische
verrassing, waarop zij nauwelijks hadden
hopen. Bij alle voornaamste ha-
n Den Helder tot Brest, hadden
de Duitsers gedurende 1943 zware, fron
tale verdedigingswerken aangelegd. Hoe
moeilijk was hier een landing, vanwege
de versperringen, bestaande uit stalen
iaee-egels", viervlakken, houten palen,
gebogen spoorstaven etc., om gebeurlijk
heden bij hoog en laag tij te verhinderen,
Ifgezien nog van de mijnen en geïmpro
viseerde springladingen. De hoge
Juni dat de Geallieerden weer naar zee
teruggedreven moesten worden, was een
voudig ridicuul
De taak der kleine kustvaarders
Buitengewoon interessant zijn ook de
verhalen van oorlogscorrespondenten uit
die dagen, die zich een dag vóór de in
vasie aan boord bevonden van kleine
Engelse kustvaarders, geladen met am
munitie, -benzine en proviand en slechts
een bemanning van twintig koppen. Zo
waren er honderden kustvaartuigen, die
deze lading moesten brengen aan de
mannen die langs het zeestrand vochten
voor de bevrijding van Europa. Zij maak
ten d-us deel uit van de grote convooien.
Iedere man op deze vaartuigen was een
v-rijwilliger en had de speciale „V-arti
kelen getekend, waaronder de invasie-
vloot voer. Deze kleine vaartuigjes kro
pen naar voren onder bescherming van
het vuurgordijn van de zwaarste kanon
nen der marine. Een oorlogscorrespon
dent, die de tochten naar de stranden
van Normandië met Amerikaanse, blanke
en gekleurde troepen op „D.-Day" mee
maakte, gewaagt van de uiterste span
ning, waarin iedereen verkeerde. Kanon
niers stonden bij hun kanonnen, de offi
cier op zijn observatiepost om -het vuur
te leiden en seiners bij de lampen, en in
de verte zijn daar de gloed en de vlam-1
INVASIE
Zal V de zesde Juni niet ontgaan?
miert gij U nog de vreugdekret
de invasie was gelukt bij Cai
hebbei
Doch wat
oelde samenhorigheid
bezetting ons het lever
c maakte, alle leed ten spijt?
gevallen uitgezonderd
Nederlander was één lijn;
ik de soepelheid bewonderd
(Van onze speciale verslaggever Alfred van Sprang)
Onder de witte booglampen van het vredige Metaxasplein i9 een platvorm opge
richt. Er staat een lessenaar op met een Griekse vlag erover en een microfoon.
Aan weerskanten ervan vérryzen grote spandoeken met politieke leuzen. Op de
achtergrond tegen de oude stadswallen zyn enkele luidsprekers bevestigd. In deze
entourage houdt een van de candidaten voor het burgemeesterschap van Nicosia
een verkiezingsrede. Met veel pathos spreekt hy de mensen toe. Nu en dan klin
ken betuigingen van instemming. En als h(j uitgesproken is schalt een veelstem
mig „vereniging met Griekenland" als een krachtige eis over het volle plein.
men te zien van het luchtbombardement
en de kanonnade der zware schepen op
Hitler's Westelijke muur. Wij zien de
manschappen in de landingsboten, de
matrozen die wachten op het sein. de
'hefbomen over te halen en de boten ie
vieren en dan komt het bevel. De lan-
dingsboten worden gevierd en in V-for
matie zetten zij koers naar het -vijande
lijke strand, terwijl overal in het rond de
ietwat mistige schaduwen zijn der altijd
waakzame jagers. De lucht is vervuld
van het geronk der „Spitfires", „Light
nings", „Thunderbolts", maar geen
„Messerschmit-bs". Zo werden de dappere
mannen -vervoerd, die Montgomery in
staat hebben gesteld de overwinning te
behalen en de wereld te - bevrijden van
de machtswellust der Hitleriaanse hor
den.
Weer is het begin Juni. D-Day behoort
cot het verleden, verweven als ook deze
herinnering is in de geschiedenis der-
mensheid, die steeds voortgaat. Op de
velden van Normandië bloeien de bloe
men ook over de graven en met eerbied
denkt men aan hen, die in deze Titanen
strijd hun leven gaven.
Het hele eiland met zijn vierhonderd
en-vijftigduizend mensen spreekt ovei
niets anders. De driehonderd-en-zestig-
duizend Cypriotten van Griekse origine
hebben maar één verlangen: één zijr
Griekenland. De tachtigduizend Turkse
Cypriotten echter voelen daar niets
en evenmin willen ze bij Turkije gevoegd
worden. Ze wensen, dat de toestand blijft
zoals hij is en als zodanig zijn zij de grote
-vrienden van Engeland. Met de dreiging
van een Russische invasie hebben de
Turken in 1878 aan Engeland gevraagd
het eiland onder -zijn bescherming ti
men. Sindsdien zijn ze gebleven ondanks
de vele protesten. De enige verandering
was het uitroepen van Cyprus tot
kroonkolonie in 1925. Dat is het nog
steeds. Enhet ziet er niet naai
dat de status-qcio van het eiland i
naaste toekomst zal veranderen.
Met Palestina en Egypte verlore
Cyprus het enige Britse steunpunt ii
Oostelijk deel van de Middellandse Zee.
Het is een luchtbasis van grote strategi
sche betekenis. Verkenningsvluchten ovei
de grenzen van Israël zouden van hiei
uit gemaakt worden. Met Nicosia -beschikt
de RAF over een vliegveld, dat speciaal
geschikt is voor bommenwerpers vai
zwaarste tyipe. Elders op het eiland zijn
nog een drietal vliegvelden, welke op
korte termijn in gebruik gesteld kunnen
worden. Op het ogenblik beschikt" de
RAF er over Vampire straaljagex's, Spit
fires en Beaufighters. Maar het beste be
wijs van het belang, dat Engeland aar
Cyprus -hecht blijkt wel uit het feit, dat
de commandant van deze luchtbasis niet
minder dan een air-commodore is!
De Cypriotten zijn eohter weinig inge-
>men -met dit alles. Ze geven toe, dat er
ongetwijfeld ook goede dingen tot stand
gekomen zijn. De malaria is -volledig uit
geroeid. Een groot deel van het eiland
henbebost. De electrische verlichting
de bevloeiing (watergebrek is de grote
plaag i zijn verbeterd. En zo is er mee.
„We hebben genoeg van het kolonial
bestuur", zegt -men overal, „dat is uit de
en we zien niet in waarom dat niet
Cyprus zou gelden!'' De koloniale
sfeer viert echter nog hoogtij op dit
ïendeüjke, dromerige eiland, waar
alles in een kalm tempo doet. Er is
zekere mate van eigen bestuur,
i het tot 'beslissingen komt zijn hetj
W-ie de modeshows der. laatste maanden
gevolgd heef: "zal naast een keur aan
deux-pièces, mantels en japonnen gezien
hebben, hoe de mede-experts alle
aandacht besteedden aan hoed, hand
handschoenen en schoenen.
De tijd van het bloothoofds lopen is
'ooiibij, zelfs het shawltje is verbannen.
Bij ieder toilet 'behoort weer een hoed.
De driekwart mouwen
vestigen de aandacht
op de handschoenen. Ze
zijn dit jaar dan ook
extra lang. van mooi
materiaal vervaardigd
en in vele kleuren uit
gevoerd.
Die kleur kan of
nauwkeurig overeenkomen met het
toilet of juist fel contrasteren. Helaas
de handschoen in het algemeen zo
duur, dat die gemiddelde vrouw zich
heus de luxe van meer paren niet kan
veroorloven. Dan is het het verstandig-
art te kiezen, wanneer we een
blauw, grijs of rood afgestem
de garderobe hebben. Staat bruin of
groen ons beter, dan is bruin natuurlijk
de aangewezen kleur.
Kiezen we onze - schoenen in dezelfde
nlt. dan hébben we een belangrijk on
derdeel van onze verschijning verzorgd.
Niets is lelijker dan een samenraapsel
kleuren, wanneer het de détails van
ons toilet -betreft. Dat de 'hoed ail even-
Veelal zagen we kleine roncle hoedjes
met een smalle rand, die enigszins naar
beneden göbogen is. Heel pract-isoh in
is land met veel wind enfietsen.
De ig-rote hoeden mogen elegant zijn,
•ie altijd met 'haar handen aan haar
hoed moet trekken om die voor weg-
ien te behoeden, redt weinig van
sierljjke houding! Nu het weer volop
ert hebben de veren afgedaan (al
ze voor de komende -herfst-mode al
weer aangekondigd). Een toef bloemen,
glanzend 1-int of een grappige helge
kleurde pompoen rechts van de hoed-
-rand afhangend, flatteert de meeste ge
zichten. Het geeft een schaduw, die te
scherpe trekken wat verzacht en is wat
„achtergrond" voor -het gelaat.
Deze hoedjes vragen echter ook het
nieuwe korte kapsel, dat we steeds meer
zien dragen. Van achter -krult het haar
nog juist even om de hoedrand. Op
zij is het weggeborsteld en springt
er slechts een enkele lok uit, terwij-l op
het voorhoofd soms een zweempje pony
Over 't algemeen flatteert dit kapsel
eer, wat logisch is. daar het gebaseerd
op de natuurlijke val van het haar.
Hoofd, handen en voeten vragen om
orrect te verschijnen onze aandacht,
'e mogen dat niet vergeten.
(A. A. M. Stols, 's-Gravenhage 1949)
Dit boek werd -bekroond met de Haag
se Romanprijs. Daarmee zal er voor som
migen min of -meer een waarborgstempel
op geplaatst zijn. Ik moet er echter rond
voor uitkomen dat dit voor mij niet geldt.
Waarschijnlijk omdat ik mij op een ander
standpunt stel dan de overigens volkomen
bevoegde juryleden (mr F Bordewijk, dr
J. Hulsker en mr M. Nijhoff). Zij hebben
klaarblijkelijk énkel en alleen'gelet op
enige letterkundige kwaliteiten, welke
dit boek ongetwijfeld bezit. Neemt men
verdér in aanmerking dat voor onze
hedendaagse roman-literatuur stellig
geldt: in het land der blinden is éénoog
koning, dan is de bekroning misschien te
verklaren. Ik -ben het echter niet eens
met het oordeel van mr Bordewijk, wan
neer hij zegt: „De roman van Jo Boer is
een werkstuk van een gehalte als men
maar zelden in de galerij der kunst zal
ontmoeten, niet al'lees in ons land waar
het gemiddelde peil van het proza -niet
bijster hoog staat, maar tevens elders
waar dat wel het geval is
Dit betekent dat het 'boek op een Euro
pees niveau, wordt geplaatst. Dat lijkt me
zeer overdreven. Ik hoop dit hieronder
nader aan te tonen.
In korte woorden komt de inhoud op
het volgende neer. Een tyranniek echt
genoot dwarsboomt een aanstaand huwe
lijk van een dochter, zodat ze krankzin
nig wordt. Hij dwingt een andere dochter
tot een huwelijk dat deze niet wil, maar
dat hij toch doorzet. Dit brengt niets dan
ellende. De echtgenoot loopt met een
andere vrouw weg, voor de geboorte van
zijn kind. En dan is de verlaten echt
genote zo verbitterd dat ze sadiste wordt
tegenover -haar omgeving, inzonderheid
tegenover haar dochtertje dat voor haar
het evenbeeld is van haar ontrouwe man.
Ze krijgt dan bovendien ook nog een
hevige harstocht voor geldelijk bezit.
Het boek eindigt met de zelfmoord van
het 15-jarige dochtertje.
ziet, het is een allertrieste geschiede-
En als ik mij nu op het standpunt
mag stellen (en ik doe dit zeer ibewusf"
dat een goede roman ook voedsel voc
de geest moet geven, dan vraag ik me a
„Wat heeft het Nederlandse volk nu aa
zo'n geschiedenis?'' Het is van het begi
tot het einde een en al ellende en narij_
heid. We 'bevinden ons op elke bladzijde
een geestelijke modderpoel. Het boek
sterk suggestief geschreven en het zou
niet verbazen, als -het vele herinne
ringen 'bevat uit de naaste omgeving var
de schrijfster. Een -bonte -rij van harte
loze en gewetenloze mensen trekt aar
ons voorbij. Er hangt een sfeer van haat
in 'het gehele boek. Ons medelijden wordt
gewekt met het arme onschuldige kind,
het slachtoffer van de fouten der ouders,
maar ook dit kind is een en al haat, waar
het haar moeder betreft. En deze vrouw
is een duivelin op elk gebied, tegenover
haar dochter en tegenover haar moeder,
ja ze ontziet zich niet grof bedrog te ple
gen om een grote erfenis te veroveren.
Wat kan nu het gevolg van dit alles
zijn? Een walging voor het menselijk gi
slacht, of ten minste een terugschrikken
voor de laagheid van dit groepje
wordenen. Het moet mij van het hart dat
ik, óók al bezit een boek letterkundige
kwaliteiten, over zulk een roman niet
verheugd mag zijn. Ik moet nog meer
denken aan de vergelijking van Fred,
van Eeden in zijn beoordeling van Lod.
van D^yssels „Een Liefde". We weten
wel dat aan de schone, blanke waterlelie,
die haar gouden hart op de blinkende
watervlakte ontplooit, een smerige bruine
steei en een modderklont vastzitten, m
worden -we nu zoveel gelukkiger, als
die modderklont naar boven halen
deze gaan beschouwen in plaats van
reine lelie? Laat men nu van mijn wc
den geen caricatuur maken. Bordewijk
zegt in bovengenoemde beoordeling: „Hoe
ver zijn we met Kiruis of Munt af va
Britse ambtenaren, die uitmaken wat er
gebeuren moet. Een Britse gouverneur is
de almachtige heerser. En terwijl men
elders in de wereld het woord koloniaal
uit de woordenboeken schrapt wordt het
hier nog gebruikt of er niets veranderd
is Het is alles Engels wat de klok slaat.
Het verkeer is links, de winkels hebben
practisch uitsluitend Britse goederen, de
straatnamen worden behalve in Grieks
en Turks ook in -het Engels vermeld, de
nieuwsberichten komen van de BBC
zovoorts. Maar wat de Griekse Cypriot
ten het meest dwars zit is het feit, dat
als Britse onderdanen een Brits paspoort
hebben. Derhalve kunnen zij geen dienst
nemen in* het Griekse leger. Velen doen
het echter toch. De vaderlandsliefde
de Grieken is zeer groot. Velen dragen
aluminium trouwringen. De gouden heb
ben ze al lang naar Athene gestuurd als
een bijdrage in de oorlogvoering. Ze
zenden hun kinderen naar particuli
scholen, waar ze een Griekse opvoeding
krijgen, alhoewel er geen leerplicht op
het eiland bestaat. Ze lezen uitsluitend
Griekse kranten. En- er is geen woning,
waar geen Griekse vlag is en een of an
dere afbeelding van Griekenland.
Iedereen weet, dat men er niet op
vooruit zal gaan als het eiland bij Grie
kenland zou behoren. Het betekent een
verlaging van de levensstandaard en een
vergroting van allerlei moeilijkheden
Maar dat legt -geen gewioht in de schaal
,Wij zijn Grieken en daarom willen we
één zijn met Griekenland", is de algemene
opvatting en met het typische sentiment
de patriot voegt men er dan aan
een moeder armoede lijdt willen
kinderen toch bij haar zijn en
'haar armoede lijdenliever dan ir
ris van een rijke vreemdeling in weelde
leven!"
En men zit er niet 'bij stil.
Geen gelegenheid wordt gemist om op
dit aambeeld te hameren. Soms zijn het
stakingen, relletjes en demonstraties. Er
echter nog steeds als nasleep van een
oude opstand een vergaderverbod van
kracht, dat bijeenkomsten van meer dan
personen zonder voorafgaande toe
stemming van hét Britse bestiuur ver
biedt. Maar deze verkiezingscampagne
is een prachtige gelegenheid om de eisen
weer voor te brengen. Het opvallende is
echter, dat zowel de nationalisten als de
communisten (die zeer actief zijn) het
zelfde programma hebben, namelijk ver
eniging met Griekenland. Dat is ten
slotte de beste belofte om stemmen te
Maar de communisten bedoelen
ander communistisch) Grieken
land mee dan de nationalisten.
In de lobby van het nieuwe Atlanta
Hotel valt mijn oog op een recent num-
Picture Post. Onder het op
schrift Struggle for Indonesia schrijft
een Brits parlementslid daarin: „De Ne
derlanders weigeren het volk onafhan
kelijkheid". Uit de luidsprekers op het
Metexasplein dringt tegelijkertijd de
veelstemmige kreet: Vereniging met
Griekenland, door. Misschien dringt het
zelfs wel door tot het paleis van de gou-
Er zal echter geen antwoord
op komen, want de laatste gouverneur
heeft, ontstemd over het weinige enthou-
n de Cypriotten voor zijn kolo
niale plannen, zijn post verlaten
r~
Ik houd van trains. Van de hyper
moderne trams met gestroomlijnde
wagens en zoevende remmen; van de
minder opzichtige vooroorlogse trams
en zelfs van die altijd volle, ouder
wetse sardineblikjes waar je noch in
noch uit kunt komen. Natuurlijk om
cirkelt juist dat oudmodische
en opbotsen pal tegen de kerk, i
over de Ontevredene zich zo
kwaad, nijdig maakt.
stand tussen zich en de kletsmeiers
nog niet heeft weten te scheppen. En
misschien is de Ontevredene wel zijn
buurman of zijn schoonvader. Hoe
moet dat dan? Moet hij bokkig zijn
nd dicht houden e
Want die kerk zit de Ontevredene tevredenheid nog aanwakkert
dwars. Vanwege de verleden Koni
hij alles blijmoedig beam
Of
r omdat het ginnedag en vanwege de dito Nationale daardoor hetzelfde effect s
buurten rondtoert, mag niemand daai
iets achter zoeken, al is het voor dt
oude wijfjes, die toch ook wel
willen
t ideale vervoermiddel. Maar deze
i kapitalistische Herdenking. Hij zet
t hij s
tjes de nodige puntjes op de i. Dat het boven zijn hoofd wijzen en vern
in ons land nog zo'n bende is. Dat dit -Vader, stop je waffel, als ji
niet deugt en dat niet te pas mag
;n én voor de arbeiders, die komen. Dat alles veel te duur is,
huis komen, nu niet het het bloed van onze jongens ii
Oosten al te goedkoop. Dat zi
r je je met moeite inwringt je dwingen jonge kaas te eten
om er later platgemangeld weer uit- dan nog het por
geperst te worden, hebben toch één
voordeel: met wat geluk en beleid be
land je op het voorbalcon, waar j<
een wijd uitzicht hebt en waar je men
sen kunt leren kennen.
Vandaag is daarbij mijn volle aan
dacht gevallen op één bepaald soor
het opstandige
n de Koni
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
de krant staat. En dat die Kerk
vredene, dat overal lak aan heeft. Het S(aat te zemelen
demonstreert dat terstond door
gesprek aan te knopen met de wagen
bestuurder. Weliswaar staat in duide- dat hij
lijke letters boven diens hoofd het be- wees
vel „De aandacht van het persóneel lang van school
niet afleiden" en is dit bevel een goede te hebben aan e
en wijze wet vol naastenliefde, maar hana van
daaraan stoort de Ontevredene zich
niet. Dat één verkeerde manoeuvre
de onheilzaamste gevolgen kan heb
ben; dat één moment van onoplettend
heid mensenlevens kan kosten het
laat hem klaarblijkelijk koud. Hij
heeft immers overal lak aan? Hij praat
en praat; hij verleidt de man aan het val feitelijk doen?
stuur tot ivoord en tegenwoord; hij Ik weet wel, dat
zweept hem op als een volleerd volks-
al zou hij waarschijnlijk
lieve Heer
indien nog mogelijk stomverbaasd op kletspraatjes stellen
kijken wanneer de bestuurder zich
zo liet opwinden dat hij plotseling
zijn tram uit de rails deed springen
wilt dat er dadelijk nog veel meel
eden tot ontevredenheid komt". Ik
het weet het niet en de belaagde leids
man van het rijdende schapenhok
weet het blijkbaar al evenmin, want
nu eens kwebbelt hij mee en dan weer
zwijgt hij, maar tot een schone vol
einding raakt hij niet. En die ligt
toch zo voor de hand: Ontevredenen,
die zich zelfs aan de wet van hel
tramleven niet storen, kunnen het
nooit bij het rechte eind hebben. Al
hun wereldhervormende plannen die
ze op het voorbalcon ontwikkelen a-jjn
samen te vatten onder één enkel
woord: „Zelfzucht".
Dat blijkt even later. Er komt een
jongetje naar voren gehold. Hét is een
leuk, lief jongetje en hij vraagt erg
beleefd of hij asjeblieft op het plaats
je mag staan waar de Ontevredene
zijn leutertenten heeft opgeslagen.
.aal graag pal
de wagenbestuurder; ze verbeel
den zich dan dat ze 't zelf zijn, die
Ti naar zijn eindpunt loodsen,
lien benemen jongetjes niet zo
.zicht als Ontevredenen. Maar
de Ontevredene zegt alleen maar
„Waarvoor, hè? Ik sta hier te praten,
hè?" en trekt zich verder niets
meer aan van de teleurgestelde jon-
ien dat ze geen prijs ganssnuit. Ach neen, hij is enkel maar
hoe ze alle theoreticus zonder liefde, zonder ge-
l. Maar hoe kan dat ook anders
danken en alles goed praat. Waar-
Ontevredene overigens bewijst,
zeker niet in de kerk ge-
voorts dat hij al veel te
.00 behoefte
gedachten. Maar dat mag
niet deren; hij betoogt verder, hetzij Jongetjes
wij rijden, hetzij wij stil staan, hetzij
wij voorwaarts vliegen, hetzij wij rem
men. Hij doet me denken aan de zand- de
strooier onder de wagen: het knerst B°v
en knarst even plezierig.
de bestuurder
voorop s
indacht wensen te besteden
n wissels. Maar in dit geval
en jong bestuurdertje, dat die af-
rails
het als je de kerk voorbijtramt?
WIJKPREDIKANT.
-J
knusse familieroman." Zeer zeker, maar
ik vraag me af, of tussen dit boek en „de
knusse familieroman" niets inligt.
Ik kan dan ook, ondanks de bekroning,
dit boek niet aanbevelen, al was het al
leen maar om de strekking en de bittere
levenshaat, die er uit spreekt. Maar dit
slechts één kant van de zaak en mijn
;ning berust natuurlijk op een zeer
persoonlijke instelling ten opzichte van
de bedoeling van een roman in 't alge-
Ik ga het boek echter nu nog wat
nuchterder bekijken. En dan heb ik in
rste plaats het bezwaar dat de titel
et de haren is bijgesleept. Het
kruis of munt in het boek. Het
alleen maar kruis. Er is geen sprake v_...
gelijke kans tussen de partijen, zoals
bij het opgooien van een geldstuk de
kansen voor beide zijden gelijk staan.
reclame-titel, meer niet. zelfs
al tracht de schrijfster op één bladzijde
nogal onbeduidend voorval ons
het tegengestelde te suggereren.
Maar bovendien is de taal verre van
onberispelijk. Ik tekende als voorbeelden
slordige wijze van uitdrukking er,
Germanismen het volgende aan:
handgebreide sok-ken; handgeknoopte
gordijnen; weerstand inboeten; 'kleur in
boeten; een winddoorjaagde vlakte; zij
iisden af; zonaerlingerwijze; een kind]
daarom zo kwetsbaar, omdat
ereld zo beperkt is; wilde planten, d'ie
in zo maar kwamen; het beramen
misdaad is altijd veel ingewik
kelder
vermoeden.
Dan -komen i
kunstenarijen"
Anno 1949 wel
te
tamelijk vaak „woord
voor. Wat zegt mer
.n het volgende: „Is de
schorpioen verantwoordelijk voor het gif
zijn staart? Ja en neen. Niet de schor
pioen als eindresultaat is verantwoorde
de afzichtelijke dood, die hij
verspreidt, maar de lange rij van schor-
ioenen. die langzaam van wezen
isselend tot aan het protoplasma der
allervroegste aardedagen, dit vergif
zich hebben verzameld en vermeerderd
als middel om tot hun eigen vormgeving
te gerakèn. Voor het vergif van Aletta'i
dromen waren Johanna en Bruno" mede
verantwoordelijk, en vóór hen reeds zij,
ekt hadden, een eindeloze
vermenigvuldiging van een oningeboete
schuld."
Hebt u wel eens „In dagen van stryd"
an Adèle Opzoomer (pseudoniem: Wal-
s) gelezen. Het boek is van 1878. Maar
ten ik de bovenstaande zinnen las, moest
onwillekeurig aan deze schrijfster den
ken. Zulke- ontboezemingen vindt men
sar om de haverklap. Ik dacht dat we
aaraan ontgroeid waren.
Op blz. 289 vindt men weer zo'n mooi
doenerij, waar Wallis en mevr. Bosboom-
Toussaint trots op hadden kunnen zijn.
aangetoond te hebben dat niet
alleen de strekking van het boek het
voor mij onaantrekkelijk maakt. Er is
ook buiten deze heel wat op het boek
MÉ merken en het had dan ook mijns
stellig niet voor een bekroning in
aanmerking mogen komen. Was er niets
beter dan dit, goed, dan geen bekroning.
Maar een boek als Kruis of Munt, dat
ook wel vertaald zal worden (dit volgt
meestal automatisch na zulk een open
bare. waardering i, is. naar ïk meen, geen
Nederlandse letterkunde
nooh voor ons volk.
Den Haag. Dr F. C. Dominlcus,
dat ar aantal Duitsers de
Pax Gcrmsnica in praktijk brengt'
op een (uiteraard onbewoond)
eiland in de Stille Zuidzee.
Met hun U-boot zyn zy daan
ondergedokenUn geen ver
langen Jnaar de "HeimatDie
Heimat natuurlijk wel naar dat
onbewoonde eiland.
Las U; dat Duitsers,
die van Vfest naar
Oost willen, a Heen
maar een trouwring-,
horloge en wat oor
ringen mogen omhangen? En
het is in BeHijn stilnoch ecn_„
Zuidzee
Nog maar kort gele
den groeide men daar op in het
bewustzyndat kanonnen beter
waren dan boter, \ferbaast het U,
dat politieaoenten nu, in een be
toging boterhampapiertjes voor
bommen aanzagen
By dezethaj-
rige begrips
verwarring
voegen wu
onzer zyds
weereen aan.
tal valse van
Goghs. £en schok voor cfe kunst-
critiek en onze kamerwanden
Tn wie,o,wie schilderde deze
valsheid nu weer
Een vraageven
prangena als die
het eenzame hert
zich stelt, datep
Schiermonnikoog
opdook.. Na de zeeslang,het zeehert,
Zeldzaam als de goud haantjes, dó.
in Delden broeden. €r zyn er in
tussen al tien.
V 5n als die schuld-
<2-'scr>' Li en ons
zo' maar4o miI-
^\y°'ü^yo^ Ifoen kedcogaf.
„Praten we niet
meer over zei die gulle man.'
Dé naam van de weldoener is
Canada. Wij voelen ons,persoon*
luk., opgelucht.
Temeer, waar we noq
f85965,- te betalen
nebben voor de ple- TflKW
ziertjes van de Com -
missie van Goede diensten iru^
Batavia. Zonde-geld.
Maar nu we-
'ten we ten-
minste,'waar.
om Ba(ta)-
viancn tegen pas uitgekomen^
ambtenares jes'zeggen„Took U"
maar een rijke vriend Juffrouw;
wy kunnen U niet meer betalen*
,f£g§N Op die manier raken be,
\\KsP^Ct£2amen \f]-\<zreni-
gioqop driftAls de 1
J it§- ballon van de -Haqenaarj
Boesman in Nymcgen. €h daar.
bij bedreigt Amerika ons noq met
een elcctrisch brein I
Dat rekent en
spreekt vreem
de talenArme
kantoor bed ienden J
daar gaan de prak-
tykdiploma's
En die van ons natuurlyll óók.wantt
zo'n brein staattheoretischvoor
niets. yQ
Wat een qeluk,
dat, tegelijker-
tydin Ctenkerl#)
(Fr.) een paar 2ooo jaar oude
schaatsan gevonden zijn.
Nu kunnen zy zich tenminste op
dit gladde ys begeven:
-Hendrik Grevor