Onder mokerslagen der Geallieerden bezweek „Atlantic-Wall Een krachtige eis klinkt over een plein op Cyprus °Voor HOOFD en HANDEN Jo "Boer: KRUIS OF MUNT vy vvyvyyv* 3 Vs ZATERDAG 4 JUNI 194W De dag der bevrijding: 6 Juni 1944 Herinnering aan historische dagen Voorjaar 1944; het vyfde oorlogsjaar is begonnen. Holland hunkert naar de lente. Men weet, dat de invasie nadert, „Men hoort haar komenChurchill heeft reeds in Januari zijn belangrijke rede gehouden. Vóór midden Maart zal de grootste militaire onderneming plaats vinden als ooit in de geschiedenis is ver meld. Dagboeken van die dagen voeren ons terug in die adembeklemmende sfeer van spanningen en gevaren. Maar de positieve, op een weerstand biedend doel gerichte vrees, de actieve stryd, is altyd toch beter te verdragen dan die vage, passieve angst. De kleine moeilijkheden des levens, geen tabak, thee, koffie, groen tenworden langzamerhand tot een obsessie. Als een film gaan de gebeurtenissen uit die dagen aan ons voorbij. Telkens weer luchtgevechten en 'bomaanvallen op Zuid Arnhem, Nijmegen, Enschedé Churchill heeft 'het gezegd: In het jaar zal de strijd nog intensiever worden ?evoerd. Februari en Maart zijn voorbij' gegaan en nog steeds geen invasie, d( mensen worden sceptisch gestemd. Tel kens weer alarmerende berichten. In Leiden wordt aangeplakt om voor tien dagen voedsel en water in 'huis te 'halen. In Den Haag worden mannen tot zeven tig jaar opgecommandeerd, om met werk- laarzen en schop te gaan werken op de vliegvelden Ockeniburg en Noordwijk. De stad wordt opgeschrikt door het bombar dement bij Kleykamp. In Wassenaar, Voorburg en Rijswijk, overal, worden mensen uit de huizen gezet. De spannin gen nemen in hevigheid toe en zal de invasie, de bevrijding, dan nooit komen? Er worden boekjes uitgestrooid, waarin geadviseerd wordt, 'hoe te handelen als de invasie er is. Sommige huisvrouwen tetten alvast teilen met water gereed. Zo gaat eind Mei, Pinksteren, voorbij en het is even stralend zomerweer. Het reizen wordt een uiterst hachelijke onderne ming, want de spoorwegen worden hevig gebombardeerd, waarbij vele doden en gewonden vallen. Zo naderen we Dinsdag 6 Juni 1944. Holland spitst zijn oren. De lucht gonst van geruchten. Landingen te Calais, .Duinkerken, Cheijbour'g, Le Havre, Caën. Fantastische verhalen doen de ronde over gecamoufleerde parachutisten die poppen met dynamiet blijken te zijn Maar uit het werk van Generaal Eisen hower „Van Invasie tot Victorie" wordt duidelijk, dat het verhaal op waarheid berust. Iedereen tapt nu wate\ rodat om 12 uur 's middags geen druppel de kranen komt. Niemand wist de invasiedag voor West-Europa aanbreken en thans is „D."-Day een feit. In de nacht van 5 op 6 Juni. om- jstreeks twee uur, werd de eerste bres geschoten in de Atlantic Wall, waarop de Duitsers als op Hitier zelf 'hadden ge bouwd. De 82ste en 101e Amerikaanse en de 6e Britse luchtlandingsdivisie werden tussen Cherbourg en Caën neergelaten in de rug van die muur, bestaande uit lou ter beton en staal. Een uur later scheen de 'hel losgebroken door het onheilspel lende luchtbombardement. Omstreeks zes longen begonnen de vuur monden van de Ai-mada, die zich v-ooj Normandische kust had samengetrok ken, hun vernietigend wer»k te verrich- om het strand „stormrijp" te maken de eerste tanks en infanterie-afdelin- gen konden uitzwermen. De landing zelf, welke onder bevel stond van Generaal Montgomery, werd uitgevoerd over een breedte van vijftig mijl. Aan de Duitse grootheidswaan, dat de Atlantic Wall on neembaar was 'en vijandelijke landings troepen niet langer dan enige uren aar wal zouden kunnen blijven, was op slag einde gemaakt. De wereld hield de iidem in. want een ieder wist, dat n eindstrijd begonnen was. „D-Day", dag der invasie en bevrijding, ontsproten denkend brein, mogelijk door de tamenwerking van drie fact-oren: organi satie, waarbij geen enkel detail verwaai loosd werd, een onfeilbare psychology vaste, slechts op één doel gerichte strategie. vermeerderden de moeilijkheden nu aan land te komen. Landingsvaartuigen wer den door de golven op de stranden ge slingerd en vele van de kleinere liepen i! water, vóór dat zij konden aanleggen, il van manschappen werden bij het waden door de branding van de voeten geslagen en verdronken, terwijl zij die het droge haalden, vaak de uitputting nabij waren. Daarbij kwam, dat het ook iet op ieder strand mogelijk was te drijven in de amp'hibie-tanks. Maar on danks al deze enorme moeilijkheden gin gen de landingen voort en verliep alles volgens plan. In de Brits-Canadese sec- was het voornaamste belang gelegen de doorstoot naar Caen. Het behoud Caen was de sleutel der vijandelijke strategie en ged-urende de worsteling der, e invasie volgende weken, vochten d'e Duitsers verwoed om te voorkomen, dat ook Caen in handen der Geallieerden vallen. Toch brak óók eens het tijd- aan, dat aan de „Verordnungen" van de Feld-kommanda-nt von Heyde-braut, Oberst te Caen een einde kwam en 'bleef nog slechts een ruïne over met gapen gaten. Gedurende de eerste zes dagen n de operatie werden 326,547 man schappen, 54.186 voertuigen en 104.428 ton raden over d'e stranden aan land ge bracht en deze massale ontscheping ge schiedde over barre stranden, bezaaid mijnen en versperringen. Reeds op 11 Juni met de onderlinge venbinding der strandhoofden, was het stadium aange broken voor de veldslagen der volgende twee -maanden, gedurende welke over het lot van Frankrijk zou worden beslist. Beschikten de Duitsers aanvankelijk over sublieme strategie, het bevel van 7 i kortom de su-perie Aanval op het hart Frankrijk J In de illegale bladen Tj laait de geestdrift ten top, de grote worsteling begonnen danks de enorme kosten ij, toch over de toekomst van mensheid pï menselijkheid zal beslissen. Immei grote aanval is rechtstreeks op 'het hart Frankrijk, op Parijs, gericht. Wat de Duitsers gedaan hadden voor de verster- de N-ormandisehe kust -wist 8 nergens beter dan in Nederland, men keftde hier hun tankgrachten, hun machtige fortificaties, hun valstrikken te Generaal Dwight D. Eisenhower, de opperbevelhebber der Geallieerde expeditle'legers, die op de historische ochtend van 6 Juni 1944 de volgende proclamatie uitvaardigt: „Troepen van het geallieerde expeditie- leger zijn hedenmorgen' op de Fr kust -geland. Deze landing maakt deel uit het gemeenschappelijk plan der verenigde volken voor de bevrijding Europa, in samenwerking met de Russi sche bondgenoten". Ook minister Ger- bra-ndy richt zijn waarschuwing tót het Nederlandse volk. In het reeds genoemde Werk van Eisenhower wordt er op ge- hoe het weer 'bij deze militaire ♦xpeditie over het Kanaal een geweidigi rol speelde, want ofschoon het met Pink- in in Holland zonnig was, had in Juni het Kanaal te kampen met krach winden en ruwe zeeën. Vandaar dat de bevelhebbers -vanaf 1 Juni dagelijks confereerden over de weersomst-andig- :n' heden, want in ieder geval moesten getij gunstig zijn. Op „D."-Day de wind, zoals voorspeld, afgenomen, de 't bewolking was goed gebroken en hing over het algemeen meer dan vierduizend voet hoog. Dit verschafte omstandig- «den. die de uitvoering der luchtopi lies zouden toelaten, vooral met het oog op het -bombarderen der -kustverdedi- Jingswerken. De zee groot aantal der manschappen was ziek gedurende de overtocht. Maar aangezien de zeeën zo hoog opliepen, dachten de it Duitsers niet, dat die nacht de over het Kan-aal mogelijk zou zijn. Merk- Vaardig, de zware bommenwerpers kre ten gelegenheid, om de hun opgelegdi ■d taa-k uit te voeren, zonder enige storing van vijandelijke gevechtsvliegtuigen ze ondervinden. De overtocht der geallieer de eeevloot -naar de Franse kust had iet» onwezenlijks over zich, omdat feitelijk leder teken ontbrak, dat de Duitsers be letten, wat er ging gebeuren. Men tooette geen onderzeeërs, het Duitse de radarstelsel was ontwricht tengevolge de (luchtaanvallen en aldus bereikten de Geallieerden een graad van tactische verrassing, waarop zij nauwelijks hadden hopen. Bij alle voornaamste ha- n Den Helder tot Brest, hadden de Duitsers gedurende 1943 zware, fron tale verdedigingswerken aangelegd. Hoe moeilijk was hier een landing, vanwege de versperringen, bestaande uit stalen iaee-egels", viervlakken, houten palen, gebogen spoorstaven etc., om gebeurlijk heden bij hoog en laag tij te verhinderen, Ifgezien nog van de mijnen en geïmpro viseerde springladingen. De hoge Juni dat de Geallieerden weer naar zee teruggedreven moesten worden, was een voudig ridicuul De taak der kleine kustvaarders Buitengewoon interessant zijn ook de verhalen van oorlogscorrespondenten uit die dagen, die zich een dag vóór de in vasie aan boord bevonden van kleine Engelse kustvaarders, geladen met am munitie, -benzine en proviand en slechts een bemanning van twintig koppen. Zo waren er honderden kustvaartuigen, die deze lading moesten brengen aan de mannen die langs het zeestrand vochten voor de bevrijding van Europa. Zij maak ten d-us deel uit van de grote convooien. Iedere man op deze vaartuigen was een v-rijwilliger en had de speciale „V-arti kelen getekend, waaronder de invasie- vloot voer. Deze kleine vaartuigjes kro pen naar voren onder bescherming van het vuurgordijn van de zwaarste kanon nen der marine. Een oorlogscorrespon dent, die de tochten naar de stranden van Normandië met Amerikaanse, blanke en gekleurde troepen op „D.-Day" mee maakte, gewaagt van de uiterste span ning, waarin iedereen verkeerde. Kanon niers stonden bij hun kanonnen, de offi cier op zijn observatiepost om -het vuur te leiden en seiners bij de lampen, en in de verte zijn daar de gloed en de vlam-1 INVASIE Zal V de zesde Juni niet ontgaan? miert gij U nog de vreugdekret de invasie was gelukt bij Cai hebbei Doch wat oelde samenhorigheid bezetting ons het lever c maakte, alle leed ten spijt? gevallen uitgezonderd Nederlander was één lijn; ik de soepelheid bewonderd (Van onze speciale verslaggever Alfred van Sprang) Onder de witte booglampen van het vredige Metaxasplein i9 een platvorm opge richt. Er staat een lessenaar op met een Griekse vlag erover en een microfoon. Aan weerskanten ervan vérryzen grote spandoeken met politieke leuzen. Op de achtergrond tegen de oude stadswallen zyn enkele luidsprekers bevestigd. In deze entourage houdt een van de candidaten voor het burgemeesterschap van Nicosia een verkiezingsrede. Met veel pathos spreekt hy de mensen toe. Nu en dan klin ken betuigingen van instemming. En als h(j uitgesproken is schalt een veelstem mig „vereniging met Griekenland" als een krachtige eis over het volle plein. men te zien van het luchtbombardement en de kanonnade der zware schepen op Hitler's Westelijke muur. Wij zien de manschappen in de landingsboten, de matrozen die wachten op het sein. de 'hefbomen over te halen en de boten ie vieren en dan komt het bevel. De lan- dingsboten worden gevierd en in V-for matie zetten zij koers naar het -vijande lijke strand, terwijl overal in het rond de ietwat mistige schaduwen zijn der altijd waakzame jagers. De lucht is vervuld van het geronk der „Spitfires", „Light nings", „Thunderbolts", maar geen „Messerschmit-bs". Zo werden de dappere mannen -vervoerd, die Montgomery in staat hebben gesteld de overwinning te behalen en de wereld te - bevrijden van de machtswellust der Hitleriaanse hor den. Weer is het begin Juni. D-Day behoort cot het verleden, verweven als ook deze herinnering is in de geschiedenis der- mensheid, die steeds voortgaat. Op de velden van Normandië bloeien de bloe men ook over de graven en met eerbied denkt men aan hen, die in deze Titanen strijd hun leven gaven. Het hele eiland met zijn vierhonderd en-vijftigduizend mensen spreekt ovei niets anders. De driehonderd-en-zestig- duizend Cypriotten van Griekse origine hebben maar één verlangen: één zijr Griekenland. De tachtigduizend Turkse Cypriotten echter voelen daar niets en evenmin willen ze bij Turkije gevoegd worden. Ze wensen, dat de toestand blijft zoals hij is en als zodanig zijn zij de grote -vrienden van Engeland. Met de dreiging van een Russische invasie hebben de Turken in 1878 aan Engeland gevraagd het eiland onder -zijn bescherming ti men. Sindsdien zijn ze gebleven ondanks de vele protesten. De enige verandering was het uitroepen van Cyprus tot kroonkolonie in 1925. Dat is het nog steeds. Enhet ziet er niet naai dat de status-qcio van het eiland i naaste toekomst zal veranderen. Met Palestina en Egypte verlore Cyprus het enige Britse steunpunt ii Oostelijk deel van de Middellandse Zee. Het is een luchtbasis van grote strategi sche betekenis. Verkenningsvluchten ovei de grenzen van Israël zouden van hiei uit gemaakt worden. Met Nicosia -beschikt de RAF over een vliegveld, dat speciaal geschikt is voor bommenwerpers vai zwaarste tyipe. Elders op het eiland zijn nog een drietal vliegvelden, welke op korte termijn in gebruik gesteld kunnen worden. Op het ogenblik beschikt" de RAF er over Vampire straaljagex's, Spit fires en Beaufighters. Maar het beste be wijs van het belang, dat Engeland aar Cyprus -hecht blijkt wel uit het feit, dat de commandant van deze luchtbasis niet minder dan een air-commodore is! De Cypriotten zijn eohter weinig inge- >men -met dit alles. Ze geven toe, dat er ongetwijfeld ook goede dingen tot stand gekomen zijn. De malaria is -volledig uit geroeid. Een groot deel van het eiland henbebost. De electrische verlichting de bevloeiing (watergebrek is de grote plaag i zijn verbeterd. En zo is er mee. „We hebben genoeg van het kolonial bestuur", zegt -men overal, „dat is uit de en we zien niet in waarom dat niet Cyprus zou gelden!'' De koloniale sfeer viert echter nog hoogtij op dit ïendeüjke, dromerige eiland, waar alles in een kalm tempo doet. Er is zekere mate van eigen bestuur, i het tot 'beslissingen komt zijn hetj W-ie de modeshows der. laatste maanden gevolgd heef: "zal naast een keur aan deux-pièces, mantels en japonnen gezien hebben, hoe de mede-experts alle aandacht besteedden aan hoed, hand handschoenen en schoenen. De tijd van het bloothoofds lopen is 'ooiibij, zelfs het shawltje is verbannen. Bij ieder toilet 'behoort weer een hoed. De driekwart mouwen vestigen de aandacht op de handschoenen. Ze zijn dit jaar dan ook extra lang. van mooi materiaal vervaardigd en in vele kleuren uit gevoerd. Die kleur kan of nauwkeurig overeenkomen met het toilet of juist fel contrasteren. Helaas de handschoen in het algemeen zo duur, dat die gemiddelde vrouw zich heus de luxe van meer paren niet kan veroorloven. Dan is het het verstandig- art te kiezen, wanneer we een blauw, grijs of rood afgestem de garderobe hebben. Staat bruin of groen ons beter, dan is bruin natuurlijk de aangewezen kleur. Kiezen we onze - schoenen in dezelfde nlt. dan hébben we een belangrijk on derdeel van onze verschijning verzorgd. Niets is lelijker dan een samenraapsel kleuren, wanneer het de détails van ons toilet -betreft. Dat de 'hoed ail even- Veelal zagen we kleine roncle hoedjes met een smalle rand, die enigszins naar beneden göbogen is. Heel pract-isoh in is land met veel wind enfietsen. De ig-rote hoeden mogen elegant zijn, •ie altijd met 'haar handen aan haar hoed moet trekken om die voor weg- ien te behoeden, redt weinig van sierljjke houding! Nu het weer volop ert hebben de veren afgedaan (al ze voor de komende -herfst-mode al weer aangekondigd). Een toef bloemen, glanzend 1-int of een grappige helge kleurde pompoen rechts van de hoed- -rand afhangend, flatteert de meeste ge zichten. Het geeft een schaduw, die te scherpe trekken wat verzacht en is wat „achtergrond" voor -het gelaat. Deze hoedjes vragen echter ook het nieuwe korte kapsel, dat we steeds meer zien dragen. Van achter -krult het haar nog juist even om de hoedrand. Op zij is het weggeborsteld en springt er slechts een enkele lok uit, terwij-l op het voorhoofd soms een zweempje pony Over 't algemeen flatteert dit kapsel eer, wat logisch is. daar het gebaseerd op de natuurlijke val van het haar. Hoofd, handen en voeten vragen om orrect te verschijnen onze aandacht, 'e mogen dat niet vergeten. (A. A. M. Stols, 's-Gravenhage 1949) Dit boek werd -bekroond met de Haag se Romanprijs. Daarmee zal er voor som migen min of -meer een waarborgstempel op geplaatst zijn. Ik moet er echter rond voor uitkomen dat dit voor mij niet geldt. Waarschijnlijk omdat ik mij op een ander standpunt stel dan de overigens volkomen bevoegde juryleden (mr F Bordewijk, dr J. Hulsker en mr M. Nijhoff). Zij hebben klaarblijkelijk énkel en alleen'gelet op enige letterkundige kwaliteiten, welke dit boek ongetwijfeld bezit. Neemt men verdér in aanmerking dat voor onze hedendaagse roman-literatuur stellig geldt: in het land der blinden is éénoog koning, dan is de bekroning misschien te verklaren. Ik -ben het echter niet eens met het oordeel van mr Bordewijk, wan neer hij zegt: „De roman van Jo Boer is een werkstuk van een gehalte als men maar zelden in de galerij der kunst zal ontmoeten, niet al'lees in ons land waar het gemiddelde peil van het proza -niet bijster hoog staat, maar tevens elders waar dat wel het geval is Dit betekent dat het 'boek op een Euro pees niveau, wordt geplaatst. Dat lijkt me zeer overdreven. Ik hoop dit hieronder nader aan te tonen. In korte woorden komt de inhoud op het volgende neer. Een tyranniek echt genoot dwarsboomt een aanstaand huwe lijk van een dochter, zodat ze krankzin nig wordt. Hij dwingt een andere dochter tot een huwelijk dat deze niet wil, maar dat hij toch doorzet. Dit brengt niets dan ellende. De echtgenoot loopt met een andere vrouw weg, voor de geboorte van zijn kind. En dan is de verlaten echt genote zo verbitterd dat ze sadiste wordt tegenover -haar omgeving, inzonderheid tegenover haar dochtertje dat voor haar het evenbeeld is van haar ontrouwe man. Ze krijgt dan bovendien ook nog een hevige harstocht voor geldelijk bezit. Het boek eindigt met de zelfmoord van het 15-jarige dochtertje. ziet, het is een allertrieste geschiede- En als ik mij nu op het standpunt mag stellen (en ik doe dit zeer ibewusf" dat een goede roman ook voedsel voc de geest moet geven, dan vraag ik me a „Wat heeft het Nederlandse volk nu aa zo'n geschiedenis?'' Het is van het begi tot het einde een en al ellende en narij_ heid. We 'bevinden ons op elke bladzijde een geestelijke modderpoel. Het boek sterk suggestief geschreven en het zou niet verbazen, als -het vele herinne ringen 'bevat uit de naaste omgeving var de schrijfster. Een -bonte -rij van harte loze en gewetenloze mensen trekt aar ons voorbij. Er hangt een sfeer van haat in 'het gehele boek. Ons medelijden wordt gewekt met het arme onschuldige kind, het slachtoffer van de fouten der ouders, maar ook dit kind is een en al haat, waar het haar moeder betreft. En deze vrouw is een duivelin op elk gebied, tegenover haar dochter en tegenover haar moeder, ja ze ontziet zich niet grof bedrog te ple gen om een grote erfenis te veroveren. Wat kan nu het gevolg van dit alles zijn? Een walging voor het menselijk gi slacht, of ten minste een terugschrikken voor de laagheid van dit groepje wordenen. Het moet mij van het hart dat ik, óók al bezit een boek letterkundige kwaliteiten, over zulk een roman niet verheugd mag zijn. Ik moet nog meer denken aan de vergelijking van Fred, van Eeden in zijn beoordeling van Lod. van D^yssels „Een Liefde". We weten wel dat aan de schone, blanke waterlelie, die haar gouden hart op de blinkende watervlakte ontplooit, een smerige bruine steei en een modderklont vastzitten, m worden -we nu zoveel gelukkiger, als die modderklont naar boven halen deze gaan beschouwen in plaats van reine lelie? Laat men nu van mijn wc den geen caricatuur maken. Bordewijk zegt in bovengenoemde beoordeling: „Hoe ver zijn we met Kiruis of Munt af va Britse ambtenaren, die uitmaken wat er gebeuren moet. Een Britse gouverneur is de almachtige heerser. En terwijl men elders in de wereld het woord koloniaal uit de woordenboeken schrapt wordt het hier nog gebruikt of er niets veranderd is Het is alles Engels wat de klok slaat. Het verkeer is links, de winkels hebben practisch uitsluitend Britse goederen, de straatnamen worden behalve in Grieks en Turks ook in -het Engels vermeld, de nieuwsberichten komen van de BBC zovoorts. Maar wat de Griekse Cypriot ten het meest dwars zit is het feit, dat als Britse onderdanen een Brits paspoort hebben. Derhalve kunnen zij geen dienst nemen in* het Griekse leger. Velen doen het echter toch. De vaderlandsliefde de Grieken is zeer groot. Velen dragen aluminium trouwringen. De gouden heb ben ze al lang naar Athene gestuurd als een bijdrage in de oorlogvoering. Ze zenden hun kinderen naar particuli scholen, waar ze een Griekse opvoeding krijgen, alhoewel er geen leerplicht op het eiland bestaat. Ze lezen uitsluitend Griekse kranten. En- er is geen woning, waar geen Griekse vlag is en een of an dere afbeelding van Griekenland. Iedereen weet, dat men er niet op vooruit zal gaan als het eiland bij Grie kenland zou behoren. Het betekent een verlaging van de levensstandaard en een vergroting van allerlei moeilijkheden Maar dat legt -geen gewioht in de schaal ,Wij zijn Grieken en daarom willen we één zijn met Griekenland", is de algemene opvatting en met het typische sentiment de patriot voegt men er dan aan een moeder armoede lijdt willen kinderen toch bij haar zijn en 'haar armoede lijdenliever dan ir ris van een rijke vreemdeling in weelde leven!" En men zit er niet 'bij stil. Geen gelegenheid wordt gemist om op dit aambeeld te hameren. Soms zijn het stakingen, relletjes en demonstraties. Er echter nog steeds als nasleep van een oude opstand een vergaderverbod van kracht, dat bijeenkomsten van meer dan personen zonder voorafgaande toe stemming van hét Britse bestiuur ver biedt. Maar deze verkiezingscampagne is een prachtige gelegenheid om de eisen weer voor te brengen. Het opvallende is echter, dat zowel de nationalisten als de communisten (die zeer actief zijn) het zelfde programma hebben, namelijk ver eniging met Griekenland. Dat is ten slotte de beste belofte om stemmen te Maar de communisten bedoelen ander communistisch) Grieken land mee dan de nationalisten. In de lobby van het nieuwe Atlanta Hotel valt mijn oog op een recent num- Picture Post. Onder het op schrift Struggle for Indonesia schrijft een Brits parlementslid daarin: „De Ne derlanders weigeren het volk onafhan kelijkheid". Uit de luidsprekers op het Metexasplein dringt tegelijkertijd de veelstemmige kreet: Vereniging met Griekenland, door. Misschien dringt het zelfs wel door tot het paleis van de gou- Er zal echter geen antwoord op komen, want de laatste gouverneur heeft, ontstemd over het weinige enthou- n de Cypriotten voor zijn kolo niale plannen, zijn post verlaten r~ Ik houd van trains. Van de hyper moderne trams met gestroomlijnde wagens en zoevende remmen; van de minder opzichtige vooroorlogse trams en zelfs van die altijd volle, ouder wetse sardineblikjes waar je noch in noch uit kunt komen. Natuurlijk om cirkelt juist dat oudmodische en opbotsen pal tegen de kerk, i over de Ontevredene zich zo kwaad, nijdig maakt. stand tussen zich en de kletsmeiers nog niet heeft weten te scheppen. En misschien is de Ontevredene wel zijn buurman of zijn schoonvader. Hoe moet dat dan? Moet hij bokkig zijn nd dicht houden e Want die kerk zit de Ontevredene tevredenheid nog aanwakkert dwars. Vanwege de verleden Koni hij alles blijmoedig beam Of r omdat het ginnedag en vanwege de dito Nationale daardoor hetzelfde effect s buurten rondtoert, mag niemand daai iets achter zoeken, al is het voor dt oude wijfjes, die toch ook wel willen t ideale vervoermiddel. Maar deze i kapitalistische Herdenking. Hij zet t hij s tjes de nodige puntjes op de i. Dat het boven zijn hoofd wijzen en vern in ons land nog zo'n bende is. Dat dit -Vader, stop je waffel, als ji niet deugt en dat niet te pas mag ;n én voor de arbeiders, die komen. Dat alles veel te duur is, huis komen, nu niet het het bloed van onze jongens ii Oosten al te goedkoop. Dat zi r je je met moeite inwringt je dwingen jonge kaas te eten om er later platgemangeld weer uit- dan nog het por geperst te worden, hebben toch één voordeel: met wat geluk en beleid be land je op het voorbalcon, waar j< een wijd uitzicht hebt en waar je men sen kunt leren kennen. Vandaag is daarbij mijn volle aan dacht gevallen op één bepaald soor het opstandige n de Koni INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK de krant staat. En dat die Kerk vredene, dat overal lak aan heeft. Het S(aat te zemelen demonstreert dat terstond door gesprek aan te knopen met de wagen bestuurder. Weliswaar staat in duide- dat hij lijke letters boven diens hoofd het be- wees vel „De aandacht van het persóneel lang van school niet afleiden" en is dit bevel een goede te hebben aan e en wijze wet vol naastenliefde, maar hana van daaraan stoort de Ontevredene zich niet. Dat één verkeerde manoeuvre de onheilzaamste gevolgen kan heb ben; dat één moment van onoplettend heid mensenlevens kan kosten het laat hem klaarblijkelijk koud. Hij heeft immers overal lak aan? Hij praat en praat; hij verleidt de man aan het val feitelijk doen? stuur tot ivoord en tegenwoord; hij Ik weet wel, dat zweept hem op als een volleerd volks- al zou hij waarschijnlijk lieve Heer indien nog mogelijk stomverbaasd op kletspraatjes stellen kijken wanneer de bestuurder zich zo liet opwinden dat hij plotseling zijn tram uit de rails deed springen wilt dat er dadelijk nog veel meel eden tot ontevredenheid komt". Ik het weet het niet en de belaagde leids man van het rijdende schapenhok weet het blijkbaar al evenmin, want nu eens kwebbelt hij mee en dan weer zwijgt hij, maar tot een schone vol einding raakt hij niet. En die ligt toch zo voor de hand: Ontevredenen, die zich zelfs aan de wet van hel tramleven niet storen, kunnen het nooit bij het rechte eind hebben. Al hun wereldhervormende plannen die ze op het voorbalcon ontwikkelen a-jjn samen te vatten onder één enkel woord: „Zelfzucht". Dat blijkt even later. Er komt een jongetje naar voren gehold. Hét is een leuk, lief jongetje en hij vraagt erg beleefd of hij asjeblieft op het plaats je mag staan waar de Ontevredene zijn leutertenten heeft opgeslagen. .aal graag pal de wagenbestuurder; ze verbeel den zich dan dat ze 't zelf zijn, die Ti naar zijn eindpunt loodsen, lien benemen jongetjes niet zo .zicht als Ontevredenen. Maar de Ontevredene zegt alleen maar „Waarvoor, hè? Ik sta hier te praten, hè?" en trekt zich verder niets meer aan van de teleurgestelde jon- ien dat ze geen prijs ganssnuit. Ach neen, hij is enkel maar hoe ze alle theoreticus zonder liefde, zonder ge- l. Maar hoe kan dat ook anders danken en alles goed praat. Waar- Ontevredene overigens bewijst, zeker niet in de kerk ge- voorts dat hij al veel te .00 behoefte gedachten. Maar dat mag niet deren; hij betoogt verder, hetzij Jongetjes wij rijden, hetzij wij stil staan, hetzij wij voorwaarts vliegen, hetzij wij rem men. Hij doet me denken aan de zand- de strooier onder de wagen: het knerst B°v en knarst even plezierig. de bestuurder voorop s indacht wensen te besteden n wissels. Maar in dit geval en jong bestuurdertje, dat die af- rails het als je de kerk voorbijtramt? WIJKPREDIKANT. -J knusse familieroman." Zeer zeker, maar ik vraag me af, of tussen dit boek en „de knusse familieroman" niets inligt. Ik kan dan ook, ondanks de bekroning, dit boek niet aanbevelen, al was het al leen maar om de strekking en de bittere levenshaat, die er uit spreekt. Maar dit slechts één kant van de zaak en mijn ;ning berust natuurlijk op een zeer persoonlijke instelling ten opzichte van de bedoeling van een roman in 't alge- Ik ga het boek echter nu nog wat nuchterder bekijken. En dan heb ik in rste plaats het bezwaar dat de titel et de haren is bijgesleept. Het kruis of munt in het boek. Het alleen maar kruis. Er is geen sprake v_... gelijke kans tussen de partijen, zoals bij het opgooien van een geldstuk de kansen voor beide zijden gelijk staan. reclame-titel, meer niet. zelfs al tracht de schrijfster op één bladzijde nogal onbeduidend voorval ons het tegengestelde te suggereren. Maar bovendien is de taal verre van onberispelijk. Ik tekende als voorbeelden slordige wijze van uitdrukking er, Germanismen het volgende aan: handgebreide sok-ken; handgeknoopte gordijnen; weerstand inboeten; 'kleur in boeten; een winddoorjaagde vlakte; zij iisden af; zonaerlingerwijze; een kind] daarom zo kwetsbaar, omdat ereld zo beperkt is; wilde planten, d'ie in zo maar kwamen; het beramen misdaad is altijd veel ingewik kelder vermoeden. Dan -komen i kunstenarijen" Anno 1949 wel te tamelijk vaak „woord voor. Wat zegt mer .n het volgende: „Is de schorpioen verantwoordelijk voor het gif zijn staart? Ja en neen. Niet de schor pioen als eindresultaat is verantwoorde de afzichtelijke dood, die hij verspreidt, maar de lange rij van schor- ioenen. die langzaam van wezen isselend tot aan het protoplasma der allervroegste aardedagen, dit vergif zich hebben verzameld en vermeerderd als middel om tot hun eigen vormgeving te gerakèn. Voor het vergif van Aletta'i dromen waren Johanna en Bruno" mede verantwoordelijk, en vóór hen reeds zij, ekt hadden, een eindeloze vermenigvuldiging van een oningeboete schuld." Hebt u wel eens „In dagen van stryd" an Adèle Opzoomer (pseudoniem: Wal- s) gelezen. Het boek is van 1878. Maar ten ik de bovenstaande zinnen las, moest onwillekeurig aan deze schrijfster den ken. Zulke- ontboezemingen vindt men sar om de haverklap. Ik dacht dat we aaraan ontgroeid waren. Op blz. 289 vindt men weer zo'n mooi doenerij, waar Wallis en mevr. Bosboom- Toussaint trots op hadden kunnen zijn. aangetoond te hebben dat niet alleen de strekking van het boek het voor mij onaantrekkelijk maakt. Er is ook buiten deze heel wat op het boek MÉ merken en het had dan ook mijns stellig niet voor een bekroning in aanmerking mogen komen. Was er niets beter dan dit, goed, dan geen bekroning. Maar een boek als Kruis of Munt, dat ook wel vertaald zal worden (dit volgt meestal automatisch na zulk een open bare. waardering i, is. naar ïk meen, geen Nederlandse letterkunde nooh voor ons volk. Den Haag. Dr F. C. Dominlcus, dat ar aantal Duitsers de Pax Gcrmsnica in praktijk brengt' op een (uiteraard onbewoond) eiland in de Stille Zuidzee. Met hun U-boot zyn zy daan ondergedokenUn geen ver langen Jnaar de "HeimatDie Heimat natuurlijk wel naar dat onbewoonde eiland. Las U; dat Duitsers, die van Vfest naar Oost willen, a Heen maar een trouwring-, horloge en wat oor ringen mogen omhangen? En het is in BeHijn stilnoch ecn_„ Zuidzee Nog maar kort gele den groeide men daar op in het bewustzyndat kanonnen beter waren dan boter, \ferbaast het U, dat politieaoenten nu, in een be toging boterhampapiertjes voor bommen aanzagen By dezethaj- rige begrips verwarring voegen wu onzer zyds weereen aan. tal valse van Goghs. £en schok voor cfe kunst- critiek en onze kamerwanden Tn wie,o,wie schilderde deze valsheid nu weer Een vraageven prangena als die het eenzame hert zich stelt, datep Schiermonnikoog opdook.. Na de zeeslang,het zeehert, Zeldzaam als de goud haantjes, dó. in Delden broeden. €r zyn er in tussen al tien. V 5n als die schuld- <2-'scr>' Li en ons zo' maar4o miI- ^\y°'ü^yo^ Ifoen kedcogaf. „Praten we niet meer over zei die gulle man.' Dé naam van de weldoener is Canada. Wij voelen ons,persoon* luk., opgelucht. Temeer, waar we noq f85965,- te betalen nebben voor de ple- TflKW ziertjes van de Com - missie van Goede diensten iru^ Batavia. Zonde-geld. Maar nu we- 'ten we ten- minste,'waar. om Ba(ta)- viancn tegen pas uitgekomen^ ambtenares jes'zeggen„Took U" maar een rijke vriend Juffrouw; wy kunnen U niet meer betalen* ,f£g§N Op die manier raken be, \\KsP^Ct£2amen \f]-\<zreni- gioqop driftAls de 1 J it§- ballon van de -Haqenaarj Boesman in Nymcgen. €h daar. bij bedreigt Amerika ons noq met een elcctrisch brein I Dat rekent en spreekt vreem de talenArme kantoor bed ienden J daar gaan de prak- tykdiploma's En die van ons natuurlyll óók.wantt zo'n brein staattheoretischvoor niets. yQ Wat een qeluk, dat, tegelijker- tydin Ctenkerl#) (Fr.) een paar 2ooo jaar oude schaatsan gevonden zijn. Nu kunnen zy zich tenminste op dit gladde ys begeven: -Hendrik Grevor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3