IN TUNIS, WAAR DE BEDELAAR
MET GELD KLETTERT
Corinne F rauzen, echtgenote
moeder en kunstenares
De Bierlialle is onze plaats van
ontmoeting
De trouwtekst
U HEBT
DEZE
WEEK
VRJ w
ZATERDAG 30 APRIL 1949
Pantoffelparade en liandel op de
Avenue de France
Als de oude bedelaar in een winkelportiek van de Avenue de France wakker
wordt, is het nog zeer vroeg in de ochtend. De koude heeft hem gewekt. Immers,
ook een Aprilnacht in Tunis kan koud en vochtig zyn. Blind is deze bedelaar.
Stof en vliegen doofden het licht in zün ogen, zoals dat gebeurt by zovele
Arabieren. En bedelen is een eerzaam beroep. Overdag zit hy honderd passen
verder, op zyn gewone plaats bij de trap van een kerk. Rhythmisch laat hy
een twintig francs-stuk in zyn metalen bedelnap op en neer dansen en verdient
er misschien nog veertig francs by. Rhythmisch dreunen de vier motoren van
een K.L.M.-machine op datzelfde vroege uur, even voordat geland wordt op het
uitstekend ingerichte vliegveld van Tunis-El Aouina, wat in het Nederlands ver
taald „de pruim" betekent. Regelmatig landen drie maal per week vroeg in de
morgen de K.L.M.-machines van de Trans-Sahara-route noordwaarts vliegend in
Tunis. In vier en een half uur is de machine na deze tussenlanding in Amsterdam,
waar het nog voorjaar is.
In deze korte tijd heeft de bedelaar intellectuele Arabieren, die elkaar het
misschien één keer zijn gekletter met
de geldstukken onderbroken om Allah'
zegenwens af te smeken over een milde
gever. Slechts luttele uren vloog
j Franse zakenman, die op El Aouina
stante. van de zomer terug naar het v<
..Vier en een half uur vliegen is 't"
zei liij tegen een vriend, „en dan ben ik
I weer terug" Het einde van een vaeantie
Zij za en op een café-terras in Sidi Bou
Said Een lieflijk plaatsje, enkele kilo
meters ten noorden van Tunis, gelegen
aan de groen-blauwe Golf van Tunis.
Trapsgewijs is het dorpje gebouwd tegen
een heuvel, die steil uit zee oprijst,
slechts een smal strand overlatend Waar
kan men^ beter zijn laatste vacantiedag
doorbrengen dan op een terras, vijfhon
derd meter boven een spiegelgladde zee,
overgaat in een nevelige oneindig
heid en slechts ten dele begrensd is dooi
de. vage contouren van heuvelachtige
kus'en.
Blauw if de hemel en blauw ook is het
traliewerk van de vrouwenvertrekken
van de omliggende huizen. Tropisch-
warm schijnt de April-zon in dit N.W.-
deel van Afrika. Ver beneden haalt een
er zijn netten binnen. Morgen zullen
de visjes netjes in het gelid met hun
kopjes omhoog op de vismarkt van Tunis
verhandeld worden Dan is een van die
e Franse heren al weer terug, zoals
hij dat zelf uitdrukt.
De zomer tegemoet.
Wekelijks, op Maandag, Woensdag en
Zaterdag, tegen het vallen van de sche-
ing, komt er een K.L.M.-DC-6 uit
Amsterdam in Tunis aan. De zomer te
gemoet, is deze machine gevlogen. Licht
jes twinkelen overal rond de Golf van
Tunis. De schaduwen over Sidi Bou Saids
■childeraohtige witte huisjes, over de
rilla-tjes en ruines van Carthago en over
de havenwerken van La Gaulette, de na
tuurlijke haven van Tunis, worden op
dat uur snel dieper.
Op de schaars verlichte asphaltwegen.
die van Tunis naar de plaatsen in de om
trek leiden, haasten in lompen gehulde
Arabieren zich naar de stortplaatsen van
het stadsvuil. Als groepen grauw-grijze
ens, die in het schemerduister niets
menselijks meer hebben, lopen zij in
lukkeldraf langs de berm van de wegen,
vaak zware jutezakken met hun buit van
afval op de rug torsend. Het zijn de al
lerarmsten.' die op deze wijze het dage
lijks brood bijeen trachten te krijgen,
want grote armoede heerst onder een
belangrijk deel van de Arabieren in
Tunis. Daarnaast is er ook grote rijkdom.
Arm of rijk echter, vrijwel iedere Ara-
"aier handelt.
Alle dagen van de week is er een uit
gebreide markt in het Europese deel van
de stad. Kooplieden, die van heinde en
komen, arriveren er reeds vroeg in
de ochtend om hun koopwaren uit tc
«tallen. Tegen acht uur is het er al stamp
vol. Kleurig als een zomerse tuin zijn de
enorme uitstallingen groenten Crème
witte bloemkolen, goud-gele worteltjes,
-se artisjokken en oranje sinaasappe-
zijn er er te koop, en niet te verge
ten de Hollandse aardappelen. Zo worden
ze tenminste genoemd Iets wat uit Ne
derland komt namelijk, duidt in deze
een eerste kwaliteit aan. Hollandse
sigaretten, Hollandse boter. Hollandse
melk en Hollandse kaas, zijn veel be
geerde producten. En die koopman, die
deze waren verhandelt, verkondigt dit
feit dan ook op luidruchtige wijze, trach
tend het marktrumoer en het geschreeuw
van zijn huurlieden te overstemmen.
De Avenue de France, een van de
brede lanen van Tunis, waar druk gefla
neerd wordt door de Europese bevolking,
wordt door bedelaars en kooplui tot een
grote kermis gemaakt Tegen zes uur
lijkt het wel of de gehele bevolking uit
gelopen is om mede te doen aan de pan
toffel-parade in de grote avenues. Fran-
Italianen, Joden en Arabieren slen
teren langzaam over de trottoirs. In de
bar-tjes, die allen aan de straatkant ge
heel open zijn, is geen plaats onbezet. Er
wordt gedobbeld aan hoge toonbanken
om een rondje. Op de terrassen hetzelf
de beeld. Hier enkele Fransen, die druk
gesticulerend de waardevermindering
Van de franc bespreken, elders een groep
laatste nieuws uit de krant vertellen.
Ook de gesluierde vrouwen doen mee
aan het luchtige en vrolijke straatleven.
Met de hand houden zij de sluier tot
onder de ogen. Het witte overkleed om
hult haar geheel. Doch onder dat over
kleed dragen zij gewone Europese kle
ding. Het elegante, Parijse schoeisel van
de meesten verraadt dat duidelijk.
Soukhs in Medina.
De meeste Arabieren, ook de beter ge
situeerden, wonen in de Medina, de
Arabische wijk van Tunis. Dit stadsdeel
is omgeven door oude, vuil-witte wallen
en kunstig gebouwde poorten. Hier leven
tallozen in krotterige, stinkende wonin
gen en slechts enkelen in koele paleizen
of huizen, die verfraaid zijn met mo
zaïeken en kunstig stucwerk. Tapijten en
lopers dekken de vloeren van deze woon
steden. Grote banken met zijden kussens
noden tot zitten en converseren, terwijl
men zwarte koffie drinkt aan lage ronde
tafels.
In deze Medina liggen de Soukhs, een
complex dat de winkelwijk vormt van
het Arabisch stadsdeel. Een warrelige
opeenhoping van nauwe straatjes, die
Tunis: witte huizen en een
blauwe zee
bijna alle overdekt zijn. Vooral Joden
Arabieren drijven hier in de duizenden
kleine winkeltjes hun handel. Naar ge
lang de aard van de koopwaar zijn deze
Soukhs in verschillende wijken inge
deeld. Zo is er de wijk van de zilversme
den. de koperbewerkers, de wevers, de
sandalenmakers, de parfumverkopers en
nog vele anderen. Vaak wordt men naar
binnen genood om in de schemerige
achterruimte van de winkel een kopje
koffie te drinken. Zonder verplichting
tot kopen overigens. Wordt er echtef
niets gekocht, dan is een lang loven er
bieden het gevolg. Maar de vertrekken
de klant, die na 3 kwartier onderhande
len met een nietig onsje ogenzwart ver
dwijnt, wordt als een vorst uitgeleide ge
daan, alsof hij de hele zaak had leegge-
Kleurig en schilderachtig zijn deze
Soukhs. Het grootste deel is gebouwd ir
de 12e eeuw. het tijdperk van de Hafsi-
des, onder wie Tunis een van de belang
rijkste handels- en industriesteden var
Noord Afrika is geweest.
Thans, na een lange inzinking, bloeit
de buitenlandse handel van Tunesië weer
op Sinaasappelen, olijfolie, dadels en
fosfaten zijn de belangrijkste export
producten. Het verkeer met het buiten
land groeit gestadig Vooral het lucht-
De voerman, die op zijn primitieve
tweewielige wagen, bespannen met
paardje voortrijdt, kijkt naar boven, zijn
ogen met de hand tegen het zonlicht be
schuttend. Dan gooit hij de slip van zijr
overkleed over zijn linkerschouder er
vuurt het paardje aan.
Twee middelen van vervoer, var
origine overigens door duizenden jaren
van elkaar gescheiden, ontmoeten elkaar.
De koopman-is over vier en een half üur
met zijn kisten sinaasappelen in de ha
venwijk. het vliegtuig wordt in diezelfde
tijd in Amsterdam, Parijs of Londen aan
de grond gezet, terug van een reis over
werelddelen en zeeën.
BEELDHOUWENDE VROUWEN
Maakte grootste verzetsmonument in Nederland
Op de bank tegenover my zit een nog jonge vrouw. Ze is vlot en sportief gekleed,
zonder echter het karakter van het vrouw-zyn te hebben verloren. In haar don-
kpre ogen ligt een onweerstaanbare lach en de prachtige, zwart-glanzende lokken
geven fijnbesneden gelaat een bijzonder relief. In de lichte kamer prijken overal
bloemen. Een grote bos rode tulpen siert het blankeiken bureau en boven de
bank hangt een geschilderd bloemstuk. Bloemen horen by deze vrouw, wier naam
plotseling zo'n bekendheid kreeg.
Het is Corinne Franzen-Heslenfeld, de
Haagse beeldhouwster, die thans het
grootste verzetsmonument in Nederland
heeft voltooid. In de schaduw van de
Domkerk te Utrecht heeft het een plaats
gevonden en daar zal het, na een dienst
de kerk, op 4 Mei om 15.30 uur worden
onthuld door Prins Bernhard.
„Twee jaar lang hebben mijn gedachten
mijn handen zich met dit werk bezig
gehouden en toen ik in 1946 de opdracht
aanvaardde, realiseerde ik me niet direct
de moeilijkheden die me bij het maken
dit 6% meter hoge beeld boven het
hoofd hingen". En dat is begrijpelijk voor
ieder die iets van de gevaren bij het
beeldhouwen afweet. Als het model op
grootte in klei is geboet
seerd, kan de indruk heel anders zijn, dan
het beeld zelf op een 6 meter
hoog voetstuk in da ruimte staat. Omdat
het dan van onderaf zien, komen de
verhoudingen heel anders te liggen en
recht spreekt Corinne Franzen dan ook
in een experiment.
Terwijl ze mij een sigaret aanbiedt heb
ik de gelegenheid even haar handen te
bekijken, een speciale hobby van me, daar
de handen vaak zoveel van de persoon
kunnen zeggen. Door het voor veler be
grippen wat onvrouwelijk werk met ha-
beitel zijn Corinne's handen wat
breed geworden, maar de lange, slank-
toelopende vingers duiden op een grote
beweeglijkheid en gevoeligheid, maar ge-
ook de indruk van een sterke zelfbe
wustheid. „Toen ik als schilderleerlinge
prof. Jurres aan de Rijksacademie te
A'dam omzwaaide naar de beeldhouwers
klasse, waarschuwde prof. Bronner me,
dat je van beeldhouwen lelijke handen en
dikke benen kreeg", is haar reactie op een
voorzichtig, maar gemeend compliment
mijnerzijds en ik heb hier het zichtbaar
bewijs voor; dat de theorieën van de
grote paedagoog in dit opzicht faalden.
Reeds in 1930 won Corinne Franzen de
Prix de Rome en haar verblijf in Italië
bezorgde haar een marmergroep voor'het
Holl. Instituut te Rome. Daarna woonde
zij enige tijd in Frankrijk, zwierf vervol
gens de wereld rond en woont nu enkele
jaren in Den Haag, met haar echtgenoot.
Deens zakenman en haar 2^-jarig
dochtertje Suzetje.
Voor mij liggen op de ronde tafel ver
schillende detail-foto's van het monument
vol trots laat Suzetje me een foto zien,
waarop ook mamma staat. Het is moeilijk
het werk van Corinne Franzen een be
paalde invloed te bespeuren. Van de aca
demici staat haar kunst wel het verst ver-
wijderd. Er is veel beweging in haar werk
en daardoor een prachtige uitdrukking
van het gebaar. De vrouw die de fakkel
der vrijheid draagt (één der in het voet
stuk gebeitelde versregels van Jan Engel
man is: „Draag voort die vlamis
niet statisch, maar van een grote dyna
mische beweeglijkheid, hetgeen ook in
„CONTROVERSEN"
(Vervolg van Pag. 1)
Nu weten wij natuurlijk ook wel, dat
bij de aanpak van een vraagstuk met ver
schillende factoren dient rekening te
worden gehouden. De een heeft meer
moeite om mee te komen dan de ander.
Vooral in de gevallen, waarin het in het
verleden heeft ontbroken aan de juiste
voorlichting, of waarin zelfs beginselen
op verkeerde wijze in het vuur zijn ge
bracht, kan men die moeilijke meeko-
mers kwalijk ernstige verwijten maken.
Hier dient op rustige manier te worden
overtuigd. Maar overtuigen is al een
Wij achten het onjuist en niet gelukkig
en bovendien getuigend van weinig
psychologische tact. wanneer men een
behandeling van zulk een onderwerp
reeds in eerste instantie gaat bemoeilij
ken door het te plaatsen in het kader
van de controversen, die bij voorkeur
niet mogen worden opgeworpen. Waarom
niet liever het volle accent gelegd op de
positieve en overtuigende aanpak, die nu
reeds al te lang is achterwege gebleven?
Of er ten aanzien van de positie der
vrouw in het politieke leven dan geen
enkele controverse is? Inderdaad, zij is
er. al zal men goed doen. hier in genen
dele te overdrijven. Maar die controverse
bestond reeds en wordt niet thans eerst
opgeworpen. Zij bestond reeds van het
ogenblik af. waarop in een gelukkig
reeds tamelijk ver verleden d°ze zaak
is aangepakt geworden en door de wijze,
waarop dit toen is geschied. Daardoor
heeft men zichzelf en anderen toen aan
zekere risico's gewaagd en die risico's
moeten nu langs de weg van actieve be
zinning en liefderijke overtuiging uit de
weg worden geruimd.
Het gaat hier niet om het opwerpen
van een controverse met alle al dan niet
daaraan verbonden risico's, maar juist om
het wegwerken van een controverse, die
reeds lang genoeg haar leven heeft ge
rekt met alle daaraan verbon
den risico's.
We meenden goed te doen, dit vraag
stuk van de controversen eens op deze
wijze te moeten stellen. Dat we dit de
den naar aanleiding van de positie dei-
vrouwen in het politieke leven, is in dit
verband slechts een hoffelijke illustratie
en een geringe genoegdoening voor de in
feite onheuse behandeling, welke haar
reeds zolang wedervoer.
Laat ons dit niet vergeten: Vrees om
een vraagstuk aan te roeren leidt tot in
zinking in het leven. Stilstand is in feite
achteruitgang.
Wat had het politieke leven niet reeds
een winst kunnen doen met belangstel
ling van de zijde der vrouwen. In plaats
daarvan hebben we geriskeerd, dat
we het wel zonder konden, daarbij krach
ten, door de Schepper in ons midden
neergelegd, op ondankbare wijze ver
waarlozend.
Van mensen, die het met het beginsel
ernstig nemen, mag men anders en
beter verwachten.
Volgens i
?t vervullen v
•sneuveld C.
24 jaar oud.
n familiebericht is bij
i zyn plicht in Indonesië
d. Zee uit Herwijnen,
Ik was geheim agent in oorlogstijd (34)
Ziekenbarak van kamp Lahde werd uitgemoord
(Van een bijzondere medewerker)
Als in trance loop ik langzaam weg van de gevangenis. Ik kan niet gelov
dat ik vry ben* 't Z&1 wel een val zyn. Ik wacht op iets, dat weer plotseling e
eind aan myn vrijheid zal maken. Dan hoor ik van de overkant van de straat
een fluitje. Ik kyk op en zie myn vriend Wim rustig en bezadigd ln de bleke lente
zon op een laag muurtje zitten. Hy beduidt me, dat ik naar hem toe moet komen.
„Ik heb op je zitten wachten", zegt hy, alsof er geen oorlog en geen Duitsland is
en alsof er nooit een gevangenis geweest is. „Kom naast me zitten, dan wachten
we op Hoeben. Hy zal over een minuut of tien wel komen". Ik voel me w«
loos. Gebeurt dit allemaal werkelijk?
„Waar zyn de anderen?" vraag ik en ga op de grond zitten met mjjn rug
tegen de muur.
„Ze wachten op ons in de Bierhalle. We zyn ongeveer een uur geleden uit de
gevangenis gegooid. De Bierhalle is onze ontmoetingsplaats. Maar lk wou
hier op je wachten".
Tien minuten later wordt ook Hoebeii
uit de gevangenis gegooid. Men zou
verwachten, dat hij in de grootste op
winding naar buiten zou komen rer
Maar nee hij strompelt op ons toe.
verdwaasd als ik was en zijn gezicht
drukt de hoogste verbazing uit.
En dan gaan we met z'n drieën op
niet of het zijn onverstoor
bare stem is of de vreemde bh'k var
voorbijganger, die me tot bezin
ning roept.
,Wat denk jij er van?" zeg ik en
Wim met
.Waarvan?" vraagt
klank van verbazing in zijn stem.
„Van die invrijheidsstelbng!"
„Niets! Wat moet ik er van .denken'
Het werd 'hoog tijd, dat is alles. Ik heb
het nooit erg leuk gevonden Hij zwijg'
ogenblik. „Waarom vraag je dat'
Wat bedoel je daarmee?"
„Ik kan het nog ndet goed geloven.
Ik ben bang, dat ze er een beroerde be
doeling mee hebben. Maar ik kan die
gevangenis niet meer zien! Laten wr
een stuk verderop gaan. En laten w«
proberen er gewoon uit te zien. We val-
n zo te veel op."
Ik heb zo'n idee, dat het niet raad-
lam is. dat men in ons een Auslander
f een gevangene herkent. Ons voor
komen broek in onze sokken gestopt,
oude vuile kapotte overjassen, ons boord
vastgemaakt met een veiligheidsspeld of
een stuk touw, onze kale koppen
dat alles is nogal opvallend. We doen
mogelijk is, al blijft dót beperkt tot
het ophalen van onze broeken en het
neerslaan vam onze boordjes.
Kort daarop komt Hoeben met een
troepje gevangenen de straat door mar
cheren. Zijm gezicht is goud waard, wan-
ftij ons daar op een bank in het
plantsoen ziet zitten. Hij is zó verbaasd,
dat hij vergeet bij zijn troep te blijven
achterop raakt. Met open mond gaapt
hij dit onbegrijpelijke wonder aan.
zoeken zijn ogen het plantsoen af i
begeleider eh wanneer hij die
ontdekken kan, vraagt hij met wilde
baren om een verklaring. We steken als
enig antwoord onze duimen omhoog
laten hem koelbloedig vdorbijgaan
door de gevangenispoort verdwijnen.
Naast het door haar vervaardigde portret
houwster Corinne FranzenHeslenfeld ei
Maar se veei
i haar moeder poseert de hceld-
i voor de 'fotograaf Dick van
het andere werk van Corinne Franzen is
en: in haar kopstudies, in het ren-
paardje m Marlot, in de gevelstenen van
het Leids stadhuis en in de versiering
an de Maastunnel te R'dam.
In het bezit van Koningin Juliana is
og een portret, dat Corinne Franzen ver
vaardigde van wijlen de Koningin-
Moeder.
Nog lang praten we verder op die ene
middag, dat Corinne Franzen in de laatste
tijd vrij heeft om zich aan haar gezin te
wijden. En haar man en dochtertje
men ondanks haar druk en veeleisend
werk als kunstenares de belangrijkste
plaats in haar leven in.
Als ik weg ga regent het buiten
het koud. maar in het huis aan de Timor-
straat in Den Haag is er de warme sfeer
van het gezin, waar de vrouw achtge-
note, moeder en kunstenares is.
Corn. Basoski.
Het werkterrein van een predikant
is nu eenmaal wijder dan zijn wijk,
ook al zal hij aan zijnafgebakend
aantal straten de meeste aandacht be
steden. Maar aan de andere kant kan gebied
hij i
open hemel; als een kwetsbaar ge
schenk. „Wat God samengevoegd
heeft, scheide de mens niet" had tot
achtergrond de uiteengerukte gezin-
diet hem leïdelijke tegenprestaties te eisen. Die gen dwr^Jezts' Christdie* mj
niet van er wei kerkelijk overtrouwen, zijh kracht geeftwas een geloof sbelijde-
n kan hy meestal hertrouwde weduwen en we- njs van jonge mensen, die dagelijks
x nan, te duwnaars, die in veel vroeger jaren voor ogen zagen hoeveel gevaren ook
maakten. het huwelijk omringden. Men tuist
trouw diende te zijn,
hun leraar bevordei
zijn deur wijzen en even
weigeren om degenen bij
hem als herder om hulp
gen. Deze situatie blijft voor- en na
delen bieden: bekend is het geval van
die héél oude predikant uit een der
grootste steden des lands, die in de
twintiger jaren afscheid preekte na
dat hij zijn gemeente langer dan een
kwart eeuw gediend had, en die zelfs
toen niet met zekerheid kon zeggen
waar precies zijn wijk lag: gemeente
leden uit alle windstreken hadden zi
Maar dat t
royale i
i verhaal apart dat ik dat
volgende maal bewaar. Ge-
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
gelegenheid had gevonden
zelfs maar een oppervlakkige ver
kenning van zijn eigen zaaiveld. Maar
tegelijk bewaart hel contact met niet-
wijkbewoners voor een al te grote
eenzijdigheid en opent dit de pasto
rale ogen voor andere moe
en levensvragen dan die
Pappenheimers. Vooral in
heeft elke wijk meestal een heel et gei
merkteken en de gemeente van Chris-
lus is groter, wijder en gevarieerder :e'< Ju" trouwtekst tc kies
dan de kapitalistenbuurt, de arbei- tebePale,l_ welke
dersstraten of de kantoorbedienden
gemeente.
Eén van die escapades buiten de
wijk vormen de huwelijksbevestigiil-
Laat ik meteen zeggen dat, wc
weer enkel mijn volkswijk me a
„trouwtjes" moest helpen, ik wel zi
sporadisch deze ambtstaak zou vt
vullen. Want slechts weinigen bege- de
ren hier deze dienst. Mogelijk omdat beden
zovelen pas trouwen tegen de tijd dal
de eersteling verwacht mag worden.
Mogelijk ook omdat
ook dat deze trouw zware offers kon
eisen: „Laat ons met lijdzaamheid
lopen de loopbaan, die ons voorge
steld is". Maar tegelijk juichte men:
„Als God voor ons is, wie zal dan
tegen ons zijn?" Of men bad: „Laat
Uw trouw mij gedurigljjk behoeden."
Met de bevrijding kwam ook een
andere tekstkeus. „God is groot en wij
begrijpen het niet": „De rechterhand
veel beslag op zijn tijd gelegd dat hij
aeen aeleaenheid hnH L„nnw„„ lukklf: c.r -Un ook nog jonge
sen, die tn de kerk komen om Gods des Heren doet krachtige daden"
zegen te vragen en het is me een „Mijn ziel is stil tot God, van Hem
voorrecht als ze mij verzoeken om in is mijn heil." Dat waren de jubelende
die dienst voor te gaan. klanken van die eerste na-oorlogse
-ge,.. „e "aar daarbij is me één ding opZe hebben moor kort geduurd:
andere moeilijkheden Bevallen: de wijze waarop genoemde de wereld bleek alweer geen paradijs
paartjes het huwelijk bezien. Ik kan en de zorgen waren nog niet over-
d daar ongetwijfeld een oordeel over wonnen. Er waren allerlei moeilijk-
vellen want jaar na jaar vraag ik heden: de huisvesting voorop. Een
altijd weer aan de trouwlustigen om paartje vond na lang zoeken een bn-
n en zelf derdak: „Zelfs vindt de mus een huis
gezongen bV Uwe altaren". Anderen gingen een
zullen worden. En nu moet het mij woonschuit betrekken. „En zij gingen
van het hart dat er een verblijdende 'Tl de ark". Nog een ander ging sa-
ernst en bezinning achter deze keuze tnenwonen met de ouders. „De wo-
blijkt te staan. Een bezinning, die 'lillB der rechtvaardigen zal God ze-
thans veel dieper is dan by voorbeeld genen" En naast deze woorden over
in de jaren vóór de oorlog. Destijds concrete moeilijkheden andere, die
koos men geijkte teksten, die als van- a"e noden onder ogen zien. „Dat de
zelf op een bruiloft betrekking sche- goedertierenheid en de trouw my niet
nen te hebben: „En Jezus was ook verlaten"; „Welgelukzalig is de mens,
genood tot de bruiloft„De lief- die wijsheid vindt, die verstandigheid
ergaat nimmermeer"; de zegen- voortbrengt": ,£ij lacht over de toe
psalm 121, of ook de school- komende dag": „Draagt elkanders
se navolging van de koninklijke tekst lasten"; „Verdragende elkander en
bij het huwelijk van de Prins en de vergevende elkander". Maar mij ver-
Prinses. Maar daarin is in de oorlogs- heugt mateloos hoe reëel, gelovig
t met de kerk verloren jaren
neejt oj oang is om grote kosten te men. 1
maken ook al geeft de kerk op dit welijk
volledige wijziging geko- schriftuurlijk zoveel jonge gezin
Men ging steeds meer het hu- de toekomst tegen gaan.
waagstuk onder Wijkpredikat
de Bierhalle. Drie vrije i
weg i
Sinds deze dag heb ik Hannover ta<
melyk goed leren kennen, doch de sira
ten en pleinen hebben er nooit zo uit
gezien als op deze eerste wandeling n;
onze imvrijheidssteHing. We kunnen
hoeken omslaan, straten oversteken
gaan en staan waar we willen. De kleur
der huizen is anders dan anders, de
lucht, de hemel, de étalages, alles
vreemd en bedwelmend nieuw.
Bij de ingang van de Bierhalle wordt
ons de weg versperd door een dikke
Duitser, blijkbaar de eigenaar. Hij treedt
ons met uitgespreide armen tegemoet.
„Geen buitenlanders!" schreeuwt hij.
„Verboten für Auslander".
Ik ken nu langzamerhand de mentali
teit van het super-ras, loop recht op de
kerel af en zeg met een stalen, solda
teske stem: „Hoe komt U er bij om mij
op die mamier de weg te versperren,
was!?"
Zijn armen vallen slap langs zijn
lichaam, zijn gezicht wordt lang
stem sterft weg tot een niet overtuigend
gefluister. „Geen buitenlanders,
Herr!"
„Natuurlijk niet, maaren ik richt
me zo groot mogelijk op, „houdt U mij
voor een buitenlander!? Dat is eem be
lediging mein Herr. Dat is wel summum!"
„Nee. nee, natuurlijk niet, mem Herr.
Verzeihung!"
„Dan is het goed!" snuif ik en met een
wenk naar Wim en Hoebem: „Kom mee
let niet op hem!"
We lopen rakelings langs de overdon
derende eigenaar het restaurant binnen,
waar we de anderen vimden, elk
glas bier voor zich! Ze zijn in een opge
wonden gesprek gewikkeld met twee
mannen, die we vroeger in het moord
kamp van Lahde ontmoet hebben.
Vreselyk!
Hun verhaal is verschrikkelijk. Een
paar dagen geleden hadden de autoritei
ten besloten het kamp te liquideren De
geïnterneerden zouden naar Hannover
marcheren en daar in vrijheid gesteld
•orden. De mensen in het hospitaal en
de ziekenhut waren op rapport geroepen
voor medisch onderzoek. Hun was ge
vraagd. of zij konden lopen. Was dit
niet mogelijk dan zouden ze met wa
gens gaan. De meeste ongelukkigen ga-
de wagens de voorkeur en wer-
afwachting van verdere orders
aar bed gestuurd. Toen het on
derzoek geëindigd was werden de deu
ren van het hospitaal gesloten en was
de Peiitschman, de jonge Poolse beul,
met zijn machine-pistool de verschil
lende kamers rondgegaan en had van
(de deuropening uit de zieken in hun bed
"doodgeschoten. Daarna was de hut in
brand gestoken. Er waren ongeveer ne
gentig manuien in het hospitaal geweest,
di'. gebeurde. De andere gevange-
werden in colonne's ingedeeld en
marcheerden het kamp uit. Zodra de
laatste man het hek door was. ging het
hele kamp in vlammen op. Ieder, die
de marcherende colonne niet bij kon
houden, werd er uit gehaald en moes*
langs de weg een kuil graven. Staande
de rand van zijn eigen graf kreeg
hy een nekschot, waarna de aarde weer
in de kuil geschept werd en de mars
verder ging
We vragen ons af. waaraan wij het
geluk da-raken, dat we juist op tijd uit
die hel ontslagen zyn. De neerslachtige
stemming duurt niet lang. We zijn te
zeer in beslag genomen door de moei
lijkheden van het ogenblik om eten en
m slaapplaats te vinden.
Stammtisch
Het blijkt, dat „Stammtisch" het enige
dat we zonder Marken kunnen krij
gen. Het is een gerecht bestaande uit
knolraap, een paar worteltjes, af en toe
een aardappel en verder water. Maar
het vult de maag en dat is al heel wat,
Gelukkig krijgen we even later van een
paar hulpvaardige landgenoten wat geld
twee Hollandse meisjes doen er wat
vetbonnen en een broodbon bij. Het is
natuurlijk zeer edelmoedig, maar er zijn
uitgehongerde mannen, die moe-
>n en dan betekent twintig gram
honderd gram brood niet veel.
Dit is een probleem, dat om een onmid
dellijke oplossing vraagt. We tracteren
onszelf op een glas bier en beginnen een
breedivoerige discussie. Paters en ik spe-
dictatoriale rol en ver
ordenen. dat elk lid van de groep moet
proberen zoveel mogelijk eten te be
machtigen. dat allemaal bijeengebracht
op de etensuren eerlijk verdeeld zal
worden. De ontmoetingsplaats is de Bier
halle, tenzij we intussen iets beters vin
den.
Dan moeten we verder een plaats zoeken,
waar we kunnen slapen. We ontdekken
weldra, dat de Bunker onder het grote
station de enige mogelijkheid biedt. We
ertrek-ken in optocht om de plaats in
ogensohouw te nemen. Hel blijkt, dat
grote schuilkelders zijn. diep on
der he; station, elk voot* ongeveer vier
honderd man. Bunker nummer zes is
de Auslander, wie het ten streng
ste verboden is hu-n gezdcht in één van
de andere kelders te laten zien. Maar
bunker nummer zes stinkt zo ontzettend
onbeschrijfelijk smerig, dat we
besluiten ieder in een van de andere kel
ders te kruipen en de volgende ochtend
bij elkaar te komen in bunker nummer
drie, waar de hoofdingang is. Daar Wim
>ns zeer tot elkaar aangetrokken
voelen, besluiten we bij elkaar te blijven
tevergeefs naar een zitplaats ge
zocht te hebben (de kelder is stampvol
Duitsers), nemen we onze oei-lucht tot
de enig overblijvende mogelijkheid: de
vloer. Daar mijn jas de dikste is. spreid
de deze op het beton uit. gebruiken
jasjes als hoofdkussens en Wims
regenjas als deken en leggen ons ter
ruste.
in de k wwit
.VENEN LEZEN.'
dat_de aards een langzaam jan.
actie begonnen is.
-Het tempo rond de aardas
wordt vertraagd. Zelfs tot 4?
dagen voor een omwenteling zog
gen de geleerden.
Dit geslof-slof rond de aardas
zou een protest kunnen zijn te
gen onze meer dan gekkehaast.
Waarom moetan de blanke Wes
terlingen 20 hard uit China ren
nen voor de rode Oosterlingen?
Kan dat niet wat kalmer, zyn 92-
matigde mensen als wij geneigd
tc vragen.
Maar dat gooit maar bommen op
Amethisten en maakt amok in
de slaapkamer van da Amerikaan
se ambassadeur te Nanking.
£n het ergste isdat niemand
hier en gunter dé courage kan
opbrengen om er wat tegen te
Integendeelvoor het eerst na
honderd jaar kunnen blank ge
schuurde schepen de gele Tang:
tse kiang niet meer bevn—w.
Dat moet .voor die drie hendere/.
jarigen in Dordrecht (cfo nooit
anders geweten hebben of het
zat goed met die jjangtse) wel
een verdrietig verjaarscadeau
zijn geweest.
Toch heeft de wcnzld blijkbaar
behoefte aan vrede. Anders zdu
die Tsjechische minister niet in
de mynen gekropen zijn om, ten
bate van de vrede, te delven voor
het Phaags congres dat hen ven.
enigde.aie qecn visum voorts,
rijs hadden kunnen krijgen
(Van vrede ga-
■"sprokzn)
Dan had
men zich
voorts in Ryssen niet zo druk.
gemaakt over twee wilde zwij
nen die er het sanatorium verg
kozenbóven de bossen.
Zaals dia Assisscha bruid
daae waak da bruidegom in
r<aoa-wagan varkoos boven dia
met Haar ten sUdbutoz v*as ven.
sehanen.
Zo hooft ladarcan watmaar
wy hebban aan extra spcK-
rfSntsoan cn wacr 45 textiel-,
puntan.
Werd ar ook aan bon voor ex
tra salaris gegevanvoor spek
en bonen zouden niet moe aba*
karei Links tzn +tondrikGreven,'