JAN VAN RIEMSDIJK, die de Veluwe
beroemd maakte
Luchtverkeer op Schiphol
gaat door, ook bij slecht weer
3
ZATERDAG 9 APRIL 1949
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
Dicht er-zanger wordt zeventig jaar
(Van een onzer verslaggevers)
Droog en schraal is de zandgrond rond het Veluwse dorp Heerde. De boer gaat
er achter de ploeg, die één paard met gemak door het land trekt. En op dat
stukje land dit^r, is het zelfs een boerenjongen, die de, door vader bestuurde
ploeg, wel is waar met Inspanning maar toch met succes door het land sleept.
De boer hier is als z(jn grond. Karig van woorden. Maar h(J heeft z'n stille"
gedachten over alle dingen. Over het groeien van z(|n oogst, het wassen van
r.yn vee, over de vreemdeling die voorby gaat en met wie hy, of er geen werk
bestaat, genoegeiyk kan staan praten, over het wereldgebeuren ver weg, dat
enige jaren geleden, hier en daar een boerdery wegstreek, maar dat doet een
donderbui in de zomer óók wel eens.
Wat men in Nederland van de Veluwse het avontuur van „Niekes in het bad",
boer weet, dankt men aan de man, die i het zijn maar grepen uit z'n bundel, die
te midden van deze boerenbevolking al de, bij piano en harmonica gezongen
liedjes, langzamerhand geworden zijn-
leefde, een heel mensenleven lang. Jan
van Riemsdijk, de Veluwse dichter-
zanger. Zeventig jaar wordt hij op 23
April a.s. Wie kent Rem niet? Van de
radio b.v waarvoor hij ontelbare malen
is opgetreden met z'n liedjes en grapjes
over die laconieke Veluwse boeren, die
weinig woorden nodig hebben, om veei
te zeggen? Hij heeft de Veluwe beroemd
gemaakt in Nederland.
Zijn huis „De Tippe", als een boerderij
gebouwd, staat midden in dat Veluwse
land. Dennen en heide rondom, wat
„bluumpies" (bloemen) langs de huis
muur. klimop langs de gevel Een huis
als alle boerenhuizen hier. Je valt met
de deur binnen. Het „veurhuus" is Jan's
„mooie kamer" Als elk ordentelijk voor
huis langs de Dellerweg. En wat in de
boederijen de stal is, promoveerde bij
de Van Riemsóijks tot eetkamer. Ter-
tijde staat het „zomerhuusaen" en daarin
dicht Jan en schildert zijn vrouw. Die
daar overigens ndet zo heel veel ge
legenheid voor heeft. Want als zij niet,
met de baas van ,,De Tippe", het boeren
lied zingt, heeft zij wel zóveel te doen
in het Heerdese verenigingsleven, dat ze
het palet er bij neer moet leggen-
Van de stad naar het land.
Hij had een merkwaardige loopbaan,
Jan van Riemsdijk. Geboren in Rotter
dam als zoon van een makelaar in tabak,
belandde hij, op zijn tiende jaar, op de
dorpsschool in Heerde. omdat zijn vader,
door lichamelijke omstandigheden ge
dwongen, de stad voor het land moest
verwisselen. Daar werd de grondslag ge
legd voor zijn loopbaan later Want dat
Veluwse dialect is een taal op zichzelf.
En wie er niet in geboren wordt, leert
het nooit goed spreken! „Maar als je
van je tiende jaar af met de Heerder
jongens en meisjes naar school bent ge
gaan." zegt Jan van Riemsdijk, „dan leer
je het uit de kiek!"
En de zeden en gewoonten van de
streek niet minder. Als men Jan van
Riemsdijk dan ook ziet in zijn boeren
pak. hem hoort praten en zingen, ge
looft U dan maar gerust, dat daar het
prototype van de Veluwse boer voor U
staat. En zijn droge humor is de humor
van het land.
In Wageningen bezocht hij, na zijn
lagere schooltijd, de landbouwschool.
Om de praktijk van het botermaken te
leren, werkte hij in Sleeswijk Holstein.
Heerde zag hem terug als exploitant van
een particuliere boterfabriek. In het be
gin van deze eeuw hadden zij nog een
bestaan, maar, in het Noorden en Oosten
vooral, kregen zij daarna een zware
srtrijd met de Coöperaties te voeren- In
zekere zin kan men zeggen, dat Jan van
Riemsdijk dóór de boeren naar de boeren
gedreven is. Want toen Henri Dekking,
die ook voorzitter van dé Nederlandse
Journalisten Kring geweest is, eens in
Heerde een voordracht hield en bij de
Van Riemsdijks logeerde, las Jan hem
een zelf vervaardigd gedicht voor. „Ik
kan ook wel veurdragen," zei hij toen.
Het was het verhaal: „Hoe Bert het
varkensfokken leerde". Een pover ver
telseltje van een boer en boerin, die
met het jeugdig kroost in het varkens-
bok op zeker ogenblik geen raad wisten.
„Wie heb toen die zestien biggen, die
d' kinder in bedde 'e leg", zeggen Bart
en zijn vrouw. Het was een pretentie
loos vera, maar het was een nieuw genre,
dat insloeg Bij Dekking eerst, bij vele
anderen later.
„Een boer op 't land hef een leep
verstand," zong hij later, en z'n lied
„Leve de boeren". Een lied, dat de stede
ling aan het verstand brengt, dat de
boer een hoogst belangrijk personage is
in de nationale economie. „Buten eier en
melk kan geen dame of heer, Wie mut
toch de heele stad blieven voeren? Dat
bent de boeren!"
Hij heeft gedichten gemaakt over de
mensen van het land: De lepe Hannes en
Henneman Sir-k, die om de schoorsteen
veger uit te sparen, zelf maar het voor-
jaarskarwei op het dak trachtte te
klaren, maar bij zijn onhandige manipu
laties klem kwam te zitten in z'n eigen
schoorsteen. Hoe zijn die boeren? Toen
de schoorsteenveger hem tenslotte los
gewrikt had zei de man:
„Lach mar, zei hie, 'k zat wel vaste,
'k Ben weer lus en heb mien zin.
De beste bessem ben ik zellens
Er zit geen stukkien roet meer in".
De liefde op het land, de trage reactie
als er brand is, het hoogst gewichtig
levensmoment „de brullofte" (de brui
loft), de Begraffenisse, de boerenvisie op
de „Zommergasten", een zo belangrijk
ding als „De klokke van de toorne",
met z'n bim, bom over dood en leven,
het „Arfhuus" (erfhuis), eeuwige bron
eindigende ruzies,
Een van mijn lezers is nieuwsgierig hoe
hij met de komma's moet omspringen
bij het schrijven van een brief. Daar dit
een vraag is die menigeen belang zal in
boezemen, wil ik hierover graag mijn
mening zeggen.
Ik stel voorop dat er geen enkel lees
teken is, waarbij het zo zeer op het ge
voel aankomt als bij dit. Want men ver-
gete niet dat het gaat over een 1 s-
teken, dus een aanwijzing hoe men
hardop dient te lezen. Men mag dus
niet zomaar willekeurig komma's rond
strooien, maar moet inderdaad aangeven
door zyn teken dat er even moet ge
wacht worden en meestal ook dat de stem
Slaan we nu een spraakkunst op. dan
vinden we daar b.v. de volgende regel:
„Een komma wordt in 't algemeen ge
bruikt om een korte rust aan te geven.
Het plaatsen van komma's staat in nauw
verband met het rhythme van de zin. Als
er tussen de delen van een samengestelde
zin niet gerust wordt, moet er ook geen
komma geplaatst worden. Vaak wordt
dit wel gedaan, vooral voor een betrek
kelijk voornaamwoord, wat aanleiding
geeft tot verkeerd lezen.
Andere spraakkunsten geven een aan
tal regels, die echter alle tot de boven
genoemde zijn terug te brengen.
Uit dit alles volgt dat het zeer goed
mogelijk is door een komma, al of niet
geplaatst, een verschillende betekenis
aan een zin te geven.
Ik geeft een voorbeeld. 1. De jongens
die hun werk af hadden, mochten gaan
spelen. 2. De jongens, die hun werk af
hadden, mochten gaan spelen.
In het tweede geval betekent de zin dat
alle jongens moéhten gaan spelen, o m-
d a t ze met hun werk klaar waren- In het
eerste geval echter was er slechts een
gedeelte van de jongens, die op grond
van het afgemaakte werk mochten gaan
spelen. Men ziet dus dat een komma,
ofschoon als vrij onbeduidend beschouwd,
toch een grote invloed op de betekenis
van een zin kan hebben.
Men vertelt dat op zekere dag de
Tsaar aller Russen op de kant naast een
verzoekschrift om genade, met potlood
had geschreven: „In geen geval, naar
Siberië." Maar zijn gemalin was een
vrouw met een zacht en edel karakter en
toen zij dit verzoekschrift met de aan
tekening op de schrijftafel van haar echt
genoot zag liggen, werd zij met medelij
den vervuld en schrapte de komma.
Daardoor was het lot van de gevangene,
althans gedeeltelijk, verzacht. En de
czaar liet, naar men zegt, deze trek van
medelijden zijner gade. ook al merkte
hij die op. toch voor zijn mening door
gaan.
Ook heb ik eens ergens een grafschrift
gelezen dat aldus luidde:
Hier ligt begraven mijn vrouw Griet
In den hemel is zij niet
In de hel dat weet ik wel.
Nu mag men toch wel aannemen dat
degene die de moeite neemt een graf
schrift voor zijn overleden echtgenote te
laten beitelen, dit niet doet om haar na
haar dood te bespotten. Daaruit volgt
dan ook dat de steenhouwer stellig een
paar komma's had weggelaten, die de be
droefde weduwnaar zeker had geschre
ven: achter „zij", en achter „hel".
Het plaatsen van leestekens is in 't
algemeen van veel belang. Ik geef aan
„Koninginnefees", de verkiezingen en de lezers die wat slordig met leestekens
Hij heeft z'n versjes gezongen
„boeren, burgers en buitenlui" zegt Jan
zelf. „Veur domenees en notarissen; in
Amerika en in Indië".
Die twee tournees, dat waren wel
hoogtepunten in z'n vijf en dertig-jarig
artistenleven Amerika viel achteraf niet
mee. De belangstelling was er te ver
deeld, er zat de mensen daar kennelijk
niet genoeg nieuws in die Hollandse
boeren. Maar Indië was een gebeurtenis.
Met een Hudson trok hij, met z'n kleine
gezelschap, voor twaalf cent per kilo
meter heel Java en Sumatra over. Dat
kon nl- in die dagen van „koloniale
onderdrukking", zonder dat iemand er
het leven bij liet.
Twee keer is hy op het Loo voor
Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik
opgetreden. Dat was een unicum en hij
is er ook geweldig trots op. Prins Hen
drik was zeer gecharmeerd van één van
Jan's gedichten, dat gebaseerd was op
een gebeurtenis met een van de, door de
Prins geïmporteerde, wilde zwijnen- Eén
van die dieren was uitgebroken. Het was
een beer. Een boer in Wijihe had nader
hand een heel toom vreemde biggen in
het hok De hele buurtschap stond er
om heen en kon het raadsel niet ver
klaren. Zelfs Wageningen kwam er aan
te pas en het slot was, dat de boer een
flinke winst maakte uit die kruising van
wild en tam. In „De vremde biggen"
heeft Jan van Riemsdijk dit feit bezon
gen en hij heeft het voor Prins Hendrik
vele malen moeten herhalen, want die
vond het prachtig.
En nu kan men vragen: „Zijn de
boeren nog zo, als Jan van Riemsdijk ze
tekende?" Hij zelf zegt: „Nee, ze ver
anderen snel. Landbouwscholen, cursus
sen. het zelfbestuur in de Coöperaties,
hebben van de Veluwse boeren meer
exploitanten van hun bodem gemaakt
dan grondbewerkers als hun vaders en
moeders waren- Met de klederdracht
verdwijnen veel zeden en gewoonten en
ook veel argeloosheid, zoals die nog uit
Jan's verzen spreekt. Het boerenpak, dat
hij bij zijn optreden draagt, hebben
alleen de heel oude boeren nog en Jan
van Riemsdijk heeft het zijne in Olóe-.
broek moeten laten maken. Dat is aan"
de andere kant van de Veluwe. De
boerenbevolking ondergaat de nivelle
ring van de tijd, ook door de sport
beoefening, die maakt, dat een boeren
jongen niet meer van een stedeling ie
onderscheiden is-
Maar tóch zit er nog iets van dat
laconieke in. Vlak voor de oorlog, toen
de eieren zo weinig opbrachten en er
op een prijs van 1 cent per ei nog be
knibbeld werd. vertelde een Heerdese
boer Jan van Riemsdijk, dat hij het de
moeite niet meer waard vond, de eieren
te verkopen. „Wij eten ze zelf op," zei
hij- „Dan moe'j d'r nogal wat opmaken
iedere dag," meende Jan. „Och", zei de
boer. „ik heb et met verder kunnen
brengen dan tot zeuven per dag. maar
onze Gait hier eet er wel zeuvent i e n e
op een dag!"
Ja, ja, er zit nog wel stof in Heerde
voor Jan van Riemsdijk. Vorig jaar is
hij flink ziek geweest. Maar hij knapt
op. En ondanks de zeven kruisjes gaat
hij binnenkort weer voor de radio
„En misschien nog es naar Amerika,"
zegt hij. Daar woont z'n zoon. mr Rom-
bout van Riemsdijk. In Californdë. Maar
ja. Jan heeft het al eens eerder gezegd:
„Ie kunt er wel kommen, maar d'r is
een bult water veur"-
En sindsdien is daar nog niet veel in
veranderd!
Schiphol heeft slecht weer. Laaghangende wolken worden door een gure zeewind
over de hangars en gebouwen gejaagd en ran tyd tot tyd doet een motregenvlaag
de enkele personen, die zich op het platform bevinden, huiverend in de kraag van
hun overjas wegduiken. Maar op de houten tijdelijke verkeerstoren aan de rand
van het platform heerst nu volop activiteit; het luchtverkeer gaat door en nu het
weer zo slecht is, moeten de aankomende machines stuk voor stuk worden bin-
nengeloost.
Huize ,,De Tippe", waar Jan van Riemsdijk woont
vV/U fieTX
Ergens boven de wolken klinkt moto
rengeronk; een K L M.-vogel vliegt daar
op zoek naar de thuishaven. Op de toren
zit de verkeersleider met zijn staf en
luistert in zijn microfoon; hij hoort de
stem van de gezagvoerder die zich aan
hem meldt: „Hallo Schiphol, hier KL.M.
Baker Peter, over".
De verkeersleider antwoordt hierop:
„Hallo K L.M. Baker Peter, hier Schip
hol. over!"
Het wachtbaken
De gezagvoerder geeft nu aan de ver
keersleider zijn positie, hoogte en snel
heid op. waarna deze hem de nodige ge
gevens betreffende de windrichting,
grondzicht, te gebruiken landingsbaan,
wolken-hoogte, e.d meedeelt-
De PH-TBP is echter niet de enige
machine, die zich op dit moment in de
lucht bevindt; er cirkelen in de wolken
boven Schiphol nog enige vliegtuigen
rond. die allemaal willen landen. Daar
om geeft de verkeersleider aan iedere
machine een landingsbeurt; nummer één
mag landen, terwyl nummer twee wordt
gedirigeerd naar het z.g. wachtbaken.
dat ten Noorden van Amsterdam, in
Pas op voor die gevaarlijke
„radio-onderdelen"
Monteur werd er blind van
De electrotechnische adviseur bii de
Arbeidsinspectie wijst er op, dat enkele
recente ongevallen de aandacht hebben
gevestigd op de aanwezigheid in ons land
van „radio-onderdelen", die levensge
vaarlijk blijken te zijn en bedrieglijk
veel lijken op onschuldige toestellen. Een
22-j. monteur zou onlangs in een Bra
bants dorpje zulk een onderdeel doorme
ten, waarbij een ontploffing gesohiedde
De monteur zal vermoedelijk voor de ver
dere duur van zijn leven blind zijn. Ook
in de oorlogsjaren hebben zich dergelijke
I ONZE SCHILDERIJEN-GALERIJ^
JACHT XN ROMANTIEK
Hij had door de bossen
den gejaagd, op zijn paard Dat was toch
wel heerlijk zo in de vrije natuur te
kunnen leven en achter het wild aan te
zitten. Zijn hart was vol vreugde over
dit voorrecht en onderwijl zocht zijn oog
nauwkeurig de omtrek af. Een behoor
lijke buit moest hij meebrengen; dat
moest, want hij had het beloofd. Aan
wie? Aan zijn Marike, of beter, aar.
- u„c haar. die spoedig zijn Marike zou zijn
gevallen voorgedaan. De voorwerpen be- Straks J(m bifhaar binnenkomen, mei
buit en dan zouden
de vel- lukkig: Hendrik
goede keus.
staan uit met bruin papier gewikkelde
pakketjes van 5 a 6 cm lengte. 2 a 2Vz
cm breedte en 6 a 7 mm dikte, voorzien
van twee samen aan één contactpen ver
bonden rode draden en van twee witte
draden, eveneens samen aan één contact
pen. Ze zijn met springstof gevuld en
werden in de oorlog vermoedelijk ge
bruikt voor het vernietigen van radio
toestellen van neergeschoten vliegtuigen
door de bemanning, om de constructie
geheim te houden.
Mem is tha-ns met de restauratie begon
nen van het Carlton hotel in Amsterdam,
waar in 1943 een brandend Brits vlieg
tuig op viel, Koopt een Amerikaansn
groep dit pand voor 1 Mei dan zal he'
opnieuw als hotel w-ord-en ingericht. An
ders wordt, het voorlopig als flatgebouw
benut met 100 zg. service-flats.
Wanneer moet men toch
een komma zetten?
omspringen de volgende zinnen tot hun
lering. 1. De burgemeester zegt: „De com
missaris is een ezel." En daarnaast de
zelfde zin, maar met andere leestekens:
2. „De burgemeester", zegt de commis
saris. „is een ezel." Het verschil tussen
deze twee is wel zeer groot.
Bekend is ook het raadselrijmpje:
De boeren van het Noorderland
Hebben tien vingers aan elke hand
Vijf en twintig aan handen en voeten
Wie zou ooit zo'n boer ontmoeten?
Ik laat het aan de scherpzinnigheid van
de lezers over de tekens zó te plaatsen
dat er geen leugens in het rijmpje voor
komen.
En ik eindig met een zin, waarin ik
opzettelijk de komma's op de verkeerde
plaats heb gezet, waardoor deze onzinnig
wordt. Ik laat weer aan u over hem te
verbeteren.
Plotseling kwam baron Van Crayen-
donck binnen op zijn hoofd, de glim
mende hoge zijden aan de voeten, lak
schoenen in de hand. de stok met gouden
knop in het rechteroog, het spiegelende
oogglas lachtte luid en daverend en riep:
„Goeden dag, vrienden!"
Den Haag. Dr F. C. Dominicus.
hij, Hendrik, en zijn Marike. Nog een
schot en als een blok viel de wilde eend
omlaag. Victor, de hond. vloog er reeds
op af om de vogel bij zijn baas te bren-
Vooruit, Victor, nu naar 't vrouw-
Steeds sneller ging het, als een
paard dat de stal ruikt. Daar. daar stond
het huis. Zijn sporen behoefde haar
paard niet meer aan te zetten, het dier
het reeds. Meerdere malen al had
het buiten gewacht tot de baas terug
kwam. Geduldig wachtte het. soms erg
lang ook. Victor rende vooruit en was
reeds in de poort, toen Hendrik nog van
het paard moest komen. De hond was
Marike altijd de heraut en dan ging
haar hart sneller kloppen.
„Hendrik„Marijkede be
groeting was hartelijk en het verdere
verblijf bleef intiem. Verliefden hebben
elkaar altijd zoveel te vertellen en ook
al zeggen ze niets, dan nog is er dat on
hoorbare gesprek
van de beide har
ten. „Marike, zou je
moeder er nu wer
kelijk geen bezwaar
tegen hebben?" Ma
rike schudde het
hoofd, legde ge
ruststellend haar
hand op zijn schou
der en fluisterde
hem zoiets van:
„Heus niet. Hen
drik. ze is trots op
Dit romantische tafereeltje zag ook onze
op 27 Sept. 1812 in Dordrecht geboren
schilder Ary Johannes Lamme, die van
18521870 directeur was van het Museum
Boymans te Rotterdam. Hij kwam uit
een echte kunstschildersfamilie- Zijn op
leiding kreeg hij van zijn vader Arnoldus
Lamme, zowel schilder als vendu- en
lingmeester te R'dam, en van zijn beide
neven Ary en Henri Scheffer, die vooral
in Parijs bekendheid kregen. Ary Jo
hannes Lamme was een der ras-echte
vertegenwoordigers van die richting in
de kunst, die men romantiek noemt en
in welke periode het gevoel de vrije teu
gel werd gelaten. De emotie moest de
schilderendel. hand stuwen en dan kreeg
men kunstwerken, die hun waarde ook
nu nog hebben behouden, ook nu In een
tijd. waarin de emotie zo vaak verdron
gen wordt door het verstandelijke. Lam
me wist deze emotie op schone en kleur
rijke wijze uit te beelden, technisch knap
en met veel gevoel voor lichteffecten.
En daarom mag hij, die op 25 Febr. 1900
te Berg en Dal overleed, niet vergeten
worden. Evenmin als de romantische
schilderkunst in haar geheel en dank
zij de nasporingen van de Haagse kunst
kenner op dit gebied, Pieter A. Scheen,
is er veel- over deze periode uit de Ned,
kunstgeschiedenis bekend geworden. B.
het
Victor? De hond
voelde instinctief
de intimiteit van
dit moment en
wendde zijn kop af
naar de trap. Dit
afwenden had trou-
reden. Hoorde het
dier Wist niet. dat
trap. iets. dat de
geliefden op dat
moment niet hoor
den? Toch wist
Victor niet precies
wat het was. Het
dier wist niet .dat
boven, achter een
grote pot met bloe
men, Marike's moe
der heel voorzich
tig naar haar kin
deren gluurde. En
2Ü
blij
Het is al weer jaren geleden dat het
gebeurde. Een samenloop van omstan
digheden bracht me in het huis waar
ze woonde, ergens in de oude binnen
stad, en op mijn zwerftocht
dieping tot verdieping hoorde ik daar
ineens achter één vi
i wat schelle
De vreemde vrouw
Ik bekende wie ik was en waarom
ik had aangebeld. En daar beginnen
me die ogen te lachen, te lachen mei u
de talloze deu- gewoon te schaterlachen en haar hoge Maar
aar in elk geval stem zingt: „Ben jij heus een dominee? En nc
enthousiaste meisjesstem plus de klank En kom je nou bij mij op bezoek? dit orgeltje gekocht omdat ik altijd
van een amechtig harmonium. En nog Maar weet jij dan wel wie en wat ik graag zingen wil. Meid, heeft hij ge-
getroffen hebben als geweest ben? Ik ben geen net meissie
QQre kun^. inet mij de gQOt opduiei-
heen moest heb ik mijn man ontmoet".
„Ja", schatert ze ineens, „ja, want ik
ben heus getrouwd hoor, al zou je
vast niet zeggen, dat het mijn man
i, want hij kan mijn overgrootvader
n; hij is al haast zestig jaar.
goed als hij voor me zorgt,
heeft hij me de vorige maand
de wijs niet zo overbekend
„Daar ruist langs de wolken le)l> 'daar word ik nog T
Nou wil je zeker r
„Nee", zei ik. „Nee, nu blijf ik lie
ver hier op de overloop met je staan
praten, maar als het jou hetzelfde is
een lieflijke naamDat lied in dit
huls verraste me e» gevolg gevend ïl„n',nkomën. welV
aan een plotselinge opwelling klopte
ik aan. Ze scheen het niet direct te
horen, want de stem jubelde onver
vaard verder, maar toen mijn kloppen
in bonzen was overgegaan, brak de
lofzang af en vlugge voeten naderden.
'n Moment later ging de deur open en
stonden we tegenover elkaar. Ik weet
niet wie het meest verbaasd was: zij,
omdat er ineens zo'n vreemde meneer
voor haar opgedoken was of ik,
omdat ik zo heel iemand anders zag
dan ik verwachtte. Want ik had ge- 0aa». anders moeten we eerst
meend een jong meisje te ontmoeten, Paar stoelen naar toe slepen i
zo'n zeldzaam kind, dat midden in de °°k weer zo'n bedoening."
achterbuurt aan „God en Godsdienst En zo zat ik even later aan
vasthoudt" gelijk zulks in ouder- rige tafeltje voor het raam et
wel pleegt haar levensgeschiedenis. Ik vertel die klap
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
dan toch i
egd, als jij hou van die Heiland
je wil zingen, doe dat dan en speel d'r
slech- dan meteen dat wijsje bij: je kan
mindere muziek maken
,Is uw man niet thuis?", wilde ik
weten. „Nee", schudde ze, „nee, hij
past een paar ouwe zieke mensen op,
hierboven achter. Hij zit er overdag
bij en ik ga er 's nachts naar toe. Je
kunt die stumperds niet alleen laten,
want dan rollen ze direct hun bed uit.
Nou en wij hebben toch niets om
handen, want mijn man loopt al jaren
in de steun en toen zijn wij maar be
gonnen met hen op te passen. Toen ik
ziek was, hebben die zusters toch ook
dag en nacht voor me klaar gestaan.
binnen
1 gebeuren. Maar dit vrouwtje
e was niet bepaald een jong meisje
eer. Niet dat ze een bejaarde opoe
i dat. Misschien
enkel maar de afloop. „En
n ben ik erg ziek geweest", zei ze,
i ik dacht dat het met me gedaan
Ik heb maanden tussen leven en
:n dat 's „Ga je wel eens naar de kerk?" in
formeer ik verder. Ze knikt enthou-
het keu- siast van ja. „Natuurlijk wat zin-
hoorde gen ze daar fijn hè? Ik snap er geen
it ze allemaal beweren,
maar dat zingen en dat orgel, daar
kun je nooit genoeg van krijgen."
„Wel eens gedacht over belijdenis
'n goede dertig jaar oud, dood gezweefd. Maar t
veel in dat kor
leven hebben meegemaakt om er zo
volslagen verslonsd, vernield, uit te
n. Haar ganse wezen deed je den-
l de „vreemde vrouw" uit het had geleerd,
dingen gebeurd. Er is met Pasen
kinderzangclub op onze zaal gekomen dat
en die heeft gezongen. .41 die versjes je voor lere
■oeger op de christelijke school Nee, ik doe
Spreukenboek: het scheen wel
alles vervallen, ontluisterd aan
was. Behalve dan twee dingen: haar wist ik dat Jezzis toch nog c
stem, die me gelokt had en haar ogen. Natuurlijk hè, want anders
die me vrolijk stonden aan te staren, kinderen niet net naar mijt
„En wat mot u?" informeerde ze met gestuurd. En toen ik uit h
die heldere stem. huis kwam en ik niet wis
doen?" Mijn
het weet, en haar antwoord is weer
zo'n schaterlach: „Belijdenis? Ach man,
toch niets voor mij: daar moet
:o, en dan mijn leven,
liever hier belydenis
ijn huisje
En zo geschiedde het dat met Pasen
ergens in de volkswijk het
de opgestane Heiland klonk,
die Een wonder is dat, want niet veel
belijders qpan het daar mee-
gaf.
ik
Wijkpredikant.
Buiksloot, is opgesteld. Hier moet ie
machine op 300 meter blijven cirkelen.
Een volgende moet op 600 meter rondjes
maken, terwijl elk volgend vliegtuig
hier bovenop „gestapeld" wordt, met 300
r tussenruimte. Ook de PH-TBP
krijgt dus van de verkeersleider een be
paalde hoogte aangewezen, waarop hij
voorlopig moet blijven cirkelen.
Natuurlijk wordt dit systeem niet
altijd straf gehandhaafd; een toestel, dat
veinig benzine over heeft of waarvan
de bemanning al een lange reis achter
de rug heeft, of dat om een andere
reden snel moet landen, krijgt op ver
zoek voorrang- Wanneer vliegtuig no. 1
geland is, laat de verkeersleider vlieg-
no- 2 driehonderd meter lager
komen en vervolgens de hele „stapel"
voor een 300 meter zakken De
onderste machine kan dan gaan landen.
Signalen, ivijzers en lampjes
Schiphol is uitgerust met verschillende
blindlandingsinstallaties en de me
moderne verkeersvliegtuigen kunnen
al deze installaties gebruik maken. In
de regel berusten deze systemen op het
uitzenden van radiogolven, die aan boord
in het vliegtuig worden ontvangen.
Op het instrumentenbord van
PH-TBP bevindt zich een klein, rond
instrument met twee wijzers er op,
horizontale en een verticale. Deze
wijzers reageren op de ontvangst
horizontaal en een verticaal veld. die
door de zender op de grond worden uit
gezonden. Wanneer beide wijzers lood
recht op elkaar staan, volgt de machine
de juiste dalingsbaan, maar wanneer eer
beide wijzers uitslaat, moet de ge
zagvoerder bijsturen. Dit landingssysteem
heet in de vliegwereld ILS (Instrument
Landing System).
De vlieger in de PH-TBP heeft nog
;n ander middel om zijn landing zo
zicht op Schiphol uit te voeren. Hy zet
koptelefoon op en hoort daarin
onafgebroken fluittoon; dat is voor hem
het bewijs, dat hij op de juiste koers
de landingsbaan zit. Wanneer hij
hiervan afwijkt, hoort hy aan de
kant een reeks punten en aan de andere
kant een reeks strepen; de vlieger kan
aan deze signalen horen naar welke
kant hij moet sturen om weer op de
goede koers te komen- Om zijn afstand
het begin van de landingsbaan
weten te komen, behoeft hy alleen m-
en paar lampjes op het instrumi
ten-bord te letten; op 3 km van de lan
dingsbaan staat het z g- voormerkbaken,
n de koptelefoon een z.g. floeptoon
geeft en op het instrumentenbord een
rood lichtje doet branden. Op 300 meter
de landingsbaan staat het
hoofdmerkbaken, dat hetzelfde effect
de koptelefoon veroorzaakt en een groen
lampje doet branden. De vliegers kennen
dit laatste systeem als SBA (Standard
Beam Approach1).
Het derde op Schiphol gebruikte
systeem werkt met een z.g. dwarspeiler,
die aan de hand van door de telegrafist
het vliegtuig uitgezonden signalen
positie van het toestel ten opzichte
de landingsbaan bepaalt en
langs radiotelefonische weg aan de vlie
ger doorgeeft; daardoor weet deze hoe
veel hij van zijn koers afwijkt en hoeveel
"J dus moet bijsturen- Dit laatste
systeem heet QDM-QGE systeem-
Zonder zicht geland
De gezagvoerder van de PH-TBP kiest
ai een van deze drie blindlandings-
systemen uit. welke hij voor zyn landing
wil gebruiken; dan richt hij zich tot de
verkeerstoren om te vragen of dit
systeem in gebruik is- Als de verkeers
leider hem dit bevestigd heeft, kan de
landing beginnen. Op de aanwijzingen
van de instrumenten en op de fluittonen
in de koptelefoon glydt de KX.M -
vogel door de wolkenmassa naar ba:
op Schiphol; de rode en groene lampjes
flitsen aan en uit; de ogen van de ge
zagvoerder zijn onafgebroken op
instrumenten gericht. Het hoofdmerk
baken laat zijn floeptoon horen; de baan
is dus bijna bereikt. Nu nog even door
zakken. Een paar laaghangende wolken
flarden schieten langs het cockpitraam,
dan ziet de vlieger vlak voor zich een
glinsterende betonvlakte: baan 23 van
Sohiphol.
Een paar tellen later taxiet de PH-TBP
naar het platform; de instrumenten
landingsbakens hebben de zilveren vogel
behouden op het nest binnengeloodst.
OOK BREDA TROK VERVOLGING
TEGEN JEHOVA'S GETUIGEN IN
Ook de vei-volg-kig tegen de getuigen
van Jehova, die in Breda met het tijd
schrift „De Wachttoren" ventten, is in-
getrokken, evenals dat indertijd te Zand-
voort is geschied. Per vergissing was
oproeping niet ingetrokken, zodat deze
zaak voor de kan-tonrechter aan de orde
kwam, doch later werd aangehouden to*
20 Mei
LIEVER EEN LEGE DOP
Een oud gezegde luidt aldus:
„Je erg'ren moet je niet;
Toon hoogstens je verwondering
Bij wat er ook geschiedt".
De grenscorrecties hebben dus
„Verwondering gewekt,
Daar Duitsland, als ik goed begrijp,
Aan het langste eindje trekt.
't Spreekwoordelijke halve ei
Is tot een kwart verkleind;
Misschien dat zelfs dit kwart nog wel
Tot op een achtste kwijnt.
De veel gevreesde lege dop
Was liever mij geweest;
Een aalmoes kan geen balsem zijn
Die d'oude wond geneest.
Wanneer in d'Eerste Kamer straks
Dit wetsontwerp passeert.
Grijp ik mij aan de strohalm vast
Dat men het daar negeert.
Gechicaneer met plicht en recht
Ligt niet in onze lijn;
Wannéér men grenzen corrigeert
Moet 't ook afdoende zijn.
Gré Kempen-Sterkenburg.
DEZE WEEK
irt de jüiant jflmnnen tewn
over de voorspoedige groei var»
de Marshall-baby. VLf milliard dol
lar in één jaar bedroeg de vreug
de, die Hy zyn ouders en naaste
familieleden bereidde.
Intussen werd
een nieuwe
spruit in.
Washington
ten doop ge
houden: Atlantisch pact qp-iaamd.
ten flinke kerel van twaalf pond.
£r was ketelmuziek
rond de geboorte.
£rzyn aftyd men
sen die op een meisr
je hópenals het een jongen is.
Hun misnoegen uitte zich in rot
eieren en tomaten voor "BevinWE
echter geen beving be-ving.
-Het gaat er nu
maar om#, of die twaalf-ponder
die vetófcien mannen onder de
duim k loudendie, volgens
Churchill van het Kremlin uit. de
wereld onder hun duim trachten
te krijgen.
De eerste klap kregen
die veertien deze weektoen Kr*av-
chenko zyn proces won. pje klap
was löo.ooo francs waard.
Genocq oven politiek,.
Is het niet geweJdfq, dat Visser
kuiper by de. Afsluitdijk, een zalm
van 10 kg. ving
':)h
Voeg daarbij de spek-vlood waarin,
da Haagse slagers dreigen te ver-»
zinkenen U begrypt,dat het
by Ons tenminste botertje tot de
boom is.
Daarom kunnen w'y de
winige mortiergrana-
ten.die er noa zyn ge
rust in de vuilnisbakken
deponeren
De springstoffen
huis-aan huiscol
lectes van de po
litie hebben nu
toch genoog opge
leverd.
En toch is er, bij al deze vreugde,
iets mis in dit vette land.
De stadsfantere van Muldeh wei
gert te blazen voor de thuiskcrende
oorlogsvrywilligcrsEen valse noot
in'tfenfaanlyk leven, zeggzn karei
Links en -Hendrik Grcven.