tü? flSk Prof. dr E. M. MEIJERS, samensteller van 't burgerlijk wetboek DEZE WEEK s ZATERDAG 26 FEBRUARI 1949 BEKENDE LANDGENOTEN THUIS „Als de landen niet zo verdeeld waren, konden we veel meer doen" (Van een onzer verslaggevers) Door het raam van het huis Rynsburgerweg 13, Leiden, valt het zonlicht in een brede baan binnen. Het glijdt op de boven voorkamer over rijen boeken, die het vertrek daar, van boven tot beneden vullen, die zich tot stapels verheffen op de schrijftafel, op de grond, op de stoelen. Boeken over recht, commentaren, verzamel de tijdschriften, wetboeken van vreemde landen. Dit is de studeerkamer van prof dr E. M Meijers. de Leidse hoogleraar, die het Nederlandse Burgerlijke Wetboek moet vernieuwen. Een grijs man met een vol komen kale schedel, een soherp gezicht, klare ogen en beweeglijke handen. Die een boek omklemmen, dat de hoogleraar' bezig was te lezen, toen we binnen kwamen. Er zijn in de historie der mensheid niet zo heel veel wetgevers geweest. Die er waren: Mozes en Solon b.v.. herdenkt de wereld als groten en wijzen. ..Het i s ook de mooiste en meest eer volle opdracht, die een rasjurist krijgen kan. Je krijgt zo in de loop van je leven vele onderscheidingen: ere-doctoraten. ridderorden, maar dit is het mooiste." zegt prof. Meijers. „Overigens is het met zo'n opdracht om een Burgerlijk Wetboek te maken, net zo, als wanneer men in Zuid-Amerika een vereniging sticht voor een mooi club gebouw Onherroepelijk gaat het malen teniet en eerst de vierde kan het exploitabel maken." Het schijnt een bij uitstek nationale taak, het maken van een Burgerlijk Wet boek voor het Koninkrijk der Nederlan den, maar de Leidse hoogleraar meent, dat, als de landen onderling niet zo ver deeld waren en hingen aan hun eigen wetgeving, een internationale commissie een Burgerlijk Wetboek zou kunnen samenstellen, dat voor meerdere landen zou kunnen gelden De Scandinavische landen doen dat reeds met z'n vieren (Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finlandi „Binnen het Benelux-verband probeert men het heel voorzichtig." „Er zou te meer aanleiding voor zijn, omdat in alle landen behoefte bestaat het Burgerlijk Wetboek op de helling te zetten. De betekenis van het zich ont wikkelende sociale begrip doet zich ge voelen. Dat dient tot uiting te komen bepalingen omtrent pacht, koop en v koop en andere verriahtingen in 1 Dat de wetsontwerper daarbij de w geving over de grenzen raadpleegt, be wijst de stapel wetboeken uit alle landen, tot uit Venezuela toe, naast de schrijf tafel. Daar is veel bij, dat als richtlijn gebruikt kan wordten. De Duitsers maak ten b.v. aan het begin van deze Uiterst wetenschappelijk Burgerlijk Wet boek, maar het is te dogmatisch en het nieuwe van Zwitserland is. met de eisen, die de kantonale indeling daar stelt, te typisch Zwitsers om zo te gebruiken, maar er zitten elementen in, die prof. Meijers nuttig vindt voor zijn arbeid. Wat de vorderingen van het werk be treft: „Met enkele jaren hoop ik het af te leveren- Dat geschiedt in één geheel, omdat er anders het gevaar is, dat ge deelten in behandeling komen, wat de eenheid van het werk niet bevordert." Wat er gebeuren zal, als de Regering de beschikking over het ontwerp zal hebben, of de minister het zal verdedi gen of prof Meijers, als Regeringscom missaris. waartoe de wet de mogelijk heid opent? „Ik weet nog niet hoe het gaan zal Indertijd was er sprake van, dat ik het ontwerp zelf zou verdedigen, met de minister, die dan het politieke gedeelte voor zijn rekening zou nemen. Maar dat zijn dingen van later zorg. Er is overigens op het moment in het parle ment veel minder belangstelling voor burgerlijk recht dan het wel eens ge weest is. Dat heeft z'n voor- en nadelen Ik herinner me, dat in de Gemeenteraad van Amsterdam, waar ik toen lid van was, eindeloos gepraat is over het ontslag van een gemeentewerkman, maar da' een ontwerp tot aankoop van een groo' duincomplex, wat veel belangrijker wai uiteraard, zonder slag of stoot onder dc hamer doorging. Zo gaat het dikwijls. In zeer technische kwesties vertrouwt men dat het goed is, zoals het wordt voorge steld, en dat het ontwerp in de practijk goed zal werken." Invloed van buiten. Invloed op het werk is er overigens genoeg. Talrijke brieven komen bij prof- Meijers binnen, waarin teleurgestelde mensen vragen, of de kwestie, waarin verwikkeld werden, nu nog wel recht en of hij dat, in het nieuwe wetboek, niet anders kan regelen Dat gebeurt het meest op het gebied van echtscheiding en huwelijksmoeilijkheden. Dat gedeelte van het Burgerlijk Wetboek is dan ook het meest ingrijpende Daarbij komen tegengestelde principes in het volk in het geding en het is prof. Meijers' methode, zich in die gevallen te laten leiden door de gedachten, die over dergelijke onder werpen in het parlement en in het open bare leven omgaan. „In Zwitserland zegt men wel," aldus prof. Meijefs, „wie het wetboek maakt moet leiding geven, maar het is goed, dat men zich laat voorlich ten door vakgroepen, particulieren en door het bedrijfsleven. En daarmee heb ik dan ook voortdurend contact. Volgen de maand komt de regeling van de trust- vorm en de bewindvoering aan de orde en van te voren confereer ik dan met daarbij betrokken instanties, om haar mening te horen Veel samenwerking is er ook met de vaste regeringscommissie voor wijziging van het Burgerlijk Recht, die nog steeds bestaat en waarmee tech nische kwesties worden besproken." Dat alles brengt een omvangrijke arbeid mee en het is geen wonder, dat prof Meijers dus een klein bureau dit werk inrichtte, „waaraan ik extra toewijzing voor kolen dank". Sulgtiele kwesties, zoals b-v. het echt- scheid'ingsvraagstuk, worden tot het laatst bewaard- Bepaalde vraagpunten, die zich daarbij voordoen, komen eerst voor de beide Kamers van de Staten-Generaal, om zeker te zijn van de gevoelens daar omtrent. „Alles bijeengenomen kan ik zeggen, het werk schiet op", aldus prof Meijers. Of er, daarnaast nog ambities zijn? Ja, om een massa dingen kwijt te ra ken, waarmee ik nu nog te maken heb. Volgend jaar, als ik 70 word. treed ik af als hoogleraar en als voorzitter Kon. Academie voor Wetenschappen. Dan komt er dus nog meer tijd voor de eigen lijke taak vrij. En dan heb ik nog zitting in tal var internationale commissies. Daarvoor moet je reizen en daar is tegenwoordig de aar digheid af. Vroeger trok je naar een con ferentie. je werkt er flink en knoopte n een paar weken vacantie aan vast. Maar tgenwoordig gaat dat allemaal iet meer. Het gemoedelijke is weg." Storing in intern, verkeer Die storing in het internationaal ver keer is een van de dingen, die prof Meijers bezig houden en die hij als een groot gevaar ziet. .Voor men op het ogenblik internatio naal werken kan, dienen er zoveel tegen stellingen overwonnen te worden, dat onwilkeurig gaat denken: „Wat doet ïr toe". Er was indertijd eén basis, waarop het denken in de verschillende landen zich baseerde. De wereld, die toen overheerste, was de beschaafde wereld. Nu zijn er zoveel meningen als er landen r is zoveel verschil van mening, dat het moeilijk is, internationaal tot overeenstemming te komen. Hoeveel ver schil van mening is cr al niet tussen man en vrouw? En dan tussen andere mensen. Het gaat er allemaal niet om federaties te stichten of andere verbanden van vol keren. In de eerste plaats", aldus prof Meijers, „moeten de mensen elkaar weer leren begrijpen. Goede wil alléén is daar- voldoende. Wij moeten onze jeugd tot wereldburgers opvoeden. Dat wil zeggen, wij moeten hen van jongs af leren zich te stellen in dienst van het geheel. In Genève, bij de instellingen van de Volkenbond hadden destijds al mensen, die zich in hun denken los konden maken de beperkte belangen van een be paald volk. Het zich te veel laten leiden door natio nale gedachten in internationale aange legenheden doet men niet bewust. Dat afgeleerd worden." „En nu", aldus prof. Meijers. treer ik me maar op het Burgerlijk Wet boek als een paard dat oogkleppen heeft en de omgeving niet zien kan. Om je heen worden de meest primitieve rechtsregelen met voeten getreden; het hele leven is uit elkaar gerukt en verscho ven en de chaos wordt vast en zeker nog groter. We hangen nu nog ten dele aar goede oude banden, maar dat wordt ge leidelijk aan minder en we zullen nog dieper zakken, want we zijn nog lang niet over het diepste punt heen. Misschien zegt U dan wel: de ouder dom moppert altijd over de nieuwe tijc en vindt alles beter, zoals het vroeger was. Maar ik kan het niet anders zien dan dat het hele leven nog heel wat moei lijker worden zal". Beheersing van talen primair En prof. Meijers sprak over de inter nationale verbindingen, die vroeger veel beter waren dan nu. „Men had toen geen vliegtuigen, er was veel meer contact tussen de men sen. Men reisde gemakkelijker. De intel- lectuelen spraken allemaal één taal. En de beschaving lag op één niveau. Van nationaliteiten merkte men, op het ge bied der wetenschap, weinig. En nog tij de Napoleontische oorlogen ging Fransman in Engeland een lezing houden over een wetenschappelijk on derwerp. Kom daar nu eens om. Nu groeit overal en in alles het nationale type meer en meer; ieder heeft z'n eigen beschouwing en wij als Neder landers. die altijd een sterk internationale inslag hadden, kunnen alleen maar onze plaats in de internationale wereld be houden, als we er voor zorgen, dat onze talenkennis niet verloren gaat. Beheersing van talen en onderwerp is iog steeds het geheim om, internationaal ooruit te komen. Daarop moet de oplei ding in Nederland meer en meer gericht zyn. Want het is momenteel zo. dat er, Vori-typer, een machine met 600 lettertypen In R'dam is een demonstratie gegeve met de vari-typer. een nieuw soo schrijf-zetmachine. Dit apparaat is ie groter dan een normale schrijfmachine, doch heeft het voordeel dat 600 verschil lende soorten letters gebruikt kunnen worden. Men kan dus practisch in al >n in mathematische formules op deze machine tikken. Door een kleine wijzi ging kan men allerlei soorten kapitalen ursieven wisselen. Van import voorlopig echter nog geen sprake. GROTE BEDRIJFSPANDEN. FINANCIERINGSREGELING HERBOUW Bij het dep. van Wederopbouw is eer regeling in voorbereiding, welke de mo gelijkheid schept, dat het Rijk de finan ciering op zich neemt van de herbouw bedrijfspanden, die een grotere om vang hebben dan 500 m3. Men heeft nl. de bezwaren ingezien van de huidigs situatie, waarbij voor deze financiering de steun van de Herstelbank moet den ingeroepen. De nieuwe regeling zal nog enige maanden op zich laten wach- de ouderen in internationale es, geen jongere opvolgers zyn. En Is. vooral voor ons land merkv dig, omdat de Nederlandse jeugd ei imd „op uit wil". En mogelükhe- om zich te bekwamen, zyn er noeg. In Leiden is byv. het Vissersfonds, dat, speciaal voor dit doel. studiebeur- ;n geeft. Maar de belangstelling ervoor maar heel gering. We hebben nog een voorsprong, omdat is taalonderwijs beter is dan elders, aar we moeten die voorsprong nu wel gebruiken." Zo denkt deze ontwerper van ons na tionale Burgerlijk Wetboek internatio naal. Door het onderdeel heen ziet hij het grote geheel van de menselijke samenle ving. En is dat niet kenmerkend voor de wetgevers van 3lle tijden? Voor Solon? Voor Mozes? Hoe de Lutherse Kerk in Hongarije tot concordaat met regering kwam Leiding na arrestatie van bisschop Ordass murw gemaakt In het Evang.-Luthers Weekblad geeft prof. dr W. J Kooiman de tekst vai concordaat, dat, zoals wij reeds meldden, tussen de Lutherse kerk van Hongarije de regering van dat land is gesloten op 14 December, dus na de veroordeling in bisschop Ordass en^vóór de arresta- ;s van kardinaal Mindszenty: 1. De Synode van de Ev.-Luth. Kerk Hongarije verklaart, dat zij bereid it het contact tussen Staat en Kerk in eer verzoenende geest te onderhouden, in ge hoorzaamheid aan wat geschreven staa' Romeinen 13. Kerk en Staat zullen een gemeen schappelijke commissie benoemen om ve wetten betreffende de religie en aal de religieuze opvoeding der kinderen voor te bereiden. De regering verklaart, dat zij ieder opzicht de volle vrijheid van gc dienst garandeert. De Kerk van haar kant erkent, dat de Staat deze vrijheid tot toe heeft gehandhaafd en verdedigd ;elfs het werk van de Kerk heeft be gunstigd. De regering garandeert aan Kerk vrijheid van eredienst in kerken openbare gebouwen, in huizen en DUITS PUIN VOOR WALCHERENS VERWOESTE WEGEN Trieste ladingen besparen ons deviezen (Van een onzer verslaggevers) Midden op het wijde water bjj Dordrecht-staan wjj aan boord van de rijnaak Damco 7, een forse boot van de Rotterdamse Scheepvaartmaatschappij van dezelfde naam. De helder blauwe lucht doet aan voorjaar denken. Op het voor schip klappert de groen-witte maatsehappijvlag in de wind en alles om ons heen, het golvende water, het prachtige Hollandse landschap, stemt de mens blij en gelukkig. Maar dan gaat de jonge schipper Jo Figge ons voor over het dek. Hy al ons zjjn vreemde lading tonen, want het zjjn ditmaal geen kolen, die zjjn schip uilen. Puin is het. Puin uit het land, dat Nederland in 1940 overrompelde. Dat op zjjn wrede weg door Europa een breed en bloedig spoor van verwoesting naliet. Nu, negen jaar later, ligt hier op doortocht naar Zeeland het eerste schip met puin uit het verpletterde Duitsland. En dit puin, cynische bijzonderheid, zal ge bruikt worden voor de opbouw van ons vaderland Het klinkt vreemd, maar Nederland I binnenhaven van Europa. Het is bij el- heeft behoefte aan puin. Hoorden wij kaar slechts 635 ton en in heel Duisburg ligt nog ongeveer 6 millioen ton! In Keu len moet 14 millioen ton puin worden ge ruimd. In Duseldorp vijf millioen. Nu is de Damco op weg naar Walche ren. Men heeft daar dringend behoefte aan verharding voor de wegen van dit destijds geïnundeerde gebied Ook voor de herverkaveling heeft de Rijkswater staat grote hoeveelheden puin nodig. dezer dagen niet op een kantoor van de wederopbouwdienst voor Rotterdam iemand de verzuchting slaken, dat zelfs havenstad tekort heeft aan puin voor de te verrich ten werkzaamheden? Er is jaarlijks 120.000 ton puin nodig, zo vertelde om /an de aannemers, die bij de enigs- plechtige ontvangst van het eerste „puinschip" te Dordrecht aanwezig .U weet niet half hoe belangrijk puin :ei hij Zonder puin kan men geen erwerken maken, geen glooiingen, geen :inkstukken. Ook voor het aanleggen verstevigen van wegen is het materiaal onmisbaar. de grote behoefte te kunnen heeft de Rotterdamse firma Struyck's Aannemings en Transportbe drijf op eigen initiatief besprekingen ge opend met de gemeentebesturen zwaarst getroffen Duitse steden. De Duit sers zelf wisten geen raad met de mil- lioenen kubieke meters puin. kwam na maandenlange onderhandelin gen een accoord tot stand, waarbij be paald werd, dat de steden Duisburg, Keulen en Dusseldorf, grote hoeveelhe den puin zullen leveren aan de Firma Struyck, zonder dat dit ons deviezen kost! „Het is prachtig puin" zegt de fir mant Struyck, als hij vertelt hoe het laden in zijn werk ging. Onder toezicht van de heer Rademaker, een Hollander, had vorige week in Duisburg het laden van de Damco 7 plaats. Duitse arbeiders voerden op kosten van het stadsbestuur het werk uit. Vóór het puin ingeladen wordt, gaat het over een soort zeefma- chine, die het „vuil" tussen de brokken steen verwijderd. Dat vuil is voorna lijk gruis, dat van weinig waarde voor het doel. waarvoor de firma Struyck het materiaal invoert Maar sen dit gruis doet men dikwijls de n lugubere vondsten. Het gebeurde niet zelden, dat er doodsbeenderen of soms ei hele schedel onder vandaan kwam. Wat weten wij in ons land van de ellende, die er in de zwaarst getroffen Duitse steden geleden wordt. Men beseft iets van als men hoort vertellen hoe onder het puin. dat de arbeiders bezig zijn te ruimen, nog mensen huizen n kelders In de Damco 7 ligt voor een deel het puin van de Rathausmarkt eni de Schwanentorstrasze. bekende gedeel- van DuisburgRuhrort, de grootste pleinen, vrijheid voor de kerkelijke pers. vrijheid om bijbels te verspreiden en an dere religieuze literatuur, om conferen ties te houden en verplicht godsdienstig onderricht te geven. 5. De regering erkent de autonomie van de Kerk in zoverre deze in de wet op de Kerk is vastgelegd De regering respecteert het kerkelijk werk van barm hartigheid cn garandeert daarom de Kerk het redht om sociale inrichtingen in stand te houden. 6. De Kerk verklaart, dat zij in econo misch opzicht staat op de basis van de wetgeving van 1948. De Staat verklaart zich daarentegen bereid de financiële on dersteuning der Kerk niet ineens te be ëindigen maar naar een aflopende schaal Iedere 5 jaar zal de ondersteuning met 25 pet verminderen, zodat 31 Dec 1968 alle staatssubsidie beëindigd zal zijn. 7 De Kerk legt zich neer bij de na tionalisatie der kerkelijke scholen. Alle schoolgebouwen met inrichting en fond sen en bezit aan landerijen worden eigen dom van de Staat. De theologische i naries en faculteiten, diakonessenoplei- dingen en scholen voor vrijwillige krach ten in de Kerk vallen hier buiten. 8. De Kerk belooft ook in de toekomst fe bidden voor de Hongaarse republiek, haar president en regering. Omtrent de totstandkoming van concordaat deelt prof Kooiman o.a olgende mede. „Wat de Lutherse Kerk betreft, de gang an zaken is duidelijk. Nadat bisschop Ordass en de algemeen-secretaris vai Kerk, Vargha, onschadelijk waren maakt, is de tijdelijke leiding onder sterke druk gezet dat geen ontkomen leer mogelijk was. Het door de regering in Mei 1948 a geslagen concordaat, dat toen door Kerk werd afgewezen vooral op grond van de annexatie der scholen, is thans met een enkele kleine wijziging aanvaard De vertegenwoordigers der Kerk bij de onderhandelingen waren bisschop Turoczy generaal-superintendent dr Mady Vooral de eerste moet als leider genoemd worden. Hij werd twee dagen na deze eenkomst met de Staat geïnstalleerd als bisschop van Gyor. Turoczy heeft onder het Russische bewind ook reeds gevangen gezeten en schijnt daardoor v gemaakt te zijn. Men moet deze mannen vooral niet als een soort verra ders zien Zij hebben geen andere weg. Zij zijn heilig overtuigd, dat Ordass door zijn starre houding het martelaarschap gezocht heeft Zij zijn minder na tionalistisch en meer socialistisch inge steld dan hij. Bovenal zijn zij overtuigd, dat het onmogelijk is voor de Hongaren onder het Russisch juk uit te komen dat men er dus het beste van moet maken." van koksjongen tot beeldhouwer In een van de straten van Steenwyk stond een bakkery, die een zeer goede naam had. Bakker Krop kende zijn vak uitstekend en de Steemvjjkenaren wisten dat maar al te goed te waarderen. Krop's zoon, Hildo, die in 1884 geboren was, moest met z'n 14e jaar van school om by zjjn vader het vak te leren. Hjj was vaders trots en zou de traditie van de zaak moeten voortzetten. Na de eerste beginselen van het vak in de bakkery te hebben geleerd, werd Hildo na een paar jaren de wereld ingezonden. Er volgde een leven van trekken en reizen, van veel moeiten en zorgen. Bjj particulieren zowel als in hotels deed Hildo dienst als kok, maar diep in zic^ voelde hjj andere aspiraties. deeg kneden, niet langer zijn plastisch gevoel botvieren op de gewillige massa, waaruit later het brood te voorschijn zou komen, maar de harde steenklomp zou zich gaan vormen volgens zijn wil. Uit die klomp zouden te voorschijn komen prachtige plastiekjes, trotse monumen ten en realistische portretten. Het kneden zou hem echter in 't bloed blijven zitten, want ook de klei werd tussen zijn han den en door zijn geest gemodelleerd. Nu Hildo Krop deze week ©5 jaar werd, is het zeker niet zonder zin zijn kunst even van dichterbij te bezien. En d-an zij vooropgesteld, dat deze kunst voor velen nog moei lijk te begrijpen wezen toch zeer bovenal menselijk is. Krop coquet- teert niet met allerlei quasi-1 aesthetische be-1 grippen. hjj wil1 niet de super kunstenaar uit hangen en zal zich niet bezono.- Het leven van de arbeiders om hem ik van hem hij werkte ook nog als loopjongen en havenarbeider fasci neerde hem, zij het op een geheel eigen wijze. Dit leven in zijn veelvormigheid, ruigheid en zijn strijd had voor hem bepaalde facetten, die hem bijzonder aan trokken, niet als arbeider, maar als ont luikend kunstenaar Reizen door België, Frankrijk, Italië en Engeland brachten hem in nauw contact met het arbeiders- óv <h khaint KUNNEN IIZEN! dat Goedhartigheid ondai» be- paaide omstandigheden erg ge- vaar lijk. kan zijn. Dzrgelyke men. sen vergeten moeilijk vroegere vrienden.En als dc huisgenoten dan herrie met die oude kame raden hebben gaan zy gemakke lijk. praten. Er kan in ons land nog zo qood cn zo hartig tegen dcrgelykc qoadharts opgetreden worden (in de Tweede Kamer)de gard krijgen die qoedharts toch nieL En aat is nu juist ons ongeluk! gen i de De „jongen met adelaar" voor het observatiehui Wilhelmina-Gasthuis te Amsterdam, ee van Hildo Krop. leven en'op zijn 23ste jaar kon hij zich, tussen het koken en bakken door, de luxe permitteren een schildercursus te lgen aan de Heatherly Art-school te Londen en daarna lessen te nemen bij de schilder Jean Paul Laurens in Parijs. In 1908 kwam hij terug in ons land, doch niet als voortzetter van de bakkerij zijn vader, maar als leerling van Bart van Hove op de A'damse Academie- Drie jaren slechts had hij nodig om de 2e prijs beeldhouwen van de Prix de Rome te halen. Berlijn, Rome en Parijs werden nog opgenomen in het studie program, tot hij werk vond in de ver zorging van de gevels van het Scheep vaarthuis te A'dam. Van die tijd (19121 af dateert zijn bekendheid als beeld houwer en in 1916 werd hij beeldhouwer in dienst van de gemeente De bakkei jongen uit Steenrwijk zou niet langer het Het gezinnetje is één van onze vele zorgenkinderen. Met recht „kinderen", want al trouwt een 18-jarige jonge ling met een 17-jarige jonge dochter, het huwelijk als zodanig maakt men sen niet volwassen. Voorts huwden ze natuurlijk omdat de baby op komst was en na de kortst mogelijke termijn f/ezi verscheen diens jongere broertje ook van reeds ten tonele, zodat we daar Angst voor morgen lip kacheltje; het licht Het i kleuters c eenvoudig om in zulk geval de helpende hand te bieden. We hebben tenslotte voor vierduizend te zorgen en hoewel velen werk weten, zijn er slechts enkelingen die ons helpen deze de leiband hebben. Dat week bijvoorbeeld slechts drie, die s karwei. op zichzelf al want zij had wel geleerd klanten allerlei koopwaar ren maar van huishouden had ze zelfs niet bij geruchte vernomen, ter wijl zijn opleiding was voltooid met de lagere school. En dat onderwijs was voor hem niet bijzonder vruchtdra gend geweest. De eerste kennismaking was daarom triest. Het was in de win ter en binnen vroor het maar weinig minder dan buitenshuis. Het ameuble ment bestond uit twee wrakke stoe len met dito tafel; in een soort aard appelkist lag nummer een zijn eerste longontsteking te verwerken en in de bedstee zonder deuren bedekte iets, dat nooit een deken zou worden, iets anders, dat nooit een matras geweest was. De enige licht- en warmtebron bevond zich in de aangebouwde keu kenafdeling, waar boven blauwe gas- i deken en twintig gulden op- argeloze leverden. Maar we zijn er toch in ge slaagd en langzamerhand is er ver be- INDRUKKEN VIT DE VOLKSWIJK tering in de toestand gekomen. Aller eerst vonden we een werkgever, die gtif toe dat hy bereid was om de jeugdige heer des huizes een royale kans te geven. Al door zijn gezond werd hij daardoor niet terstond prima vakman hy was althans op weg. Daarnaast zorgden we dat er het opeens al het nodige huisraad en beddegoed kwam, terwijl zijn loon in staat was om ram pen van afgesneden gas en electrici- •en gezel onder de lampekap is beslist vriendelijk en bed, wieg en ledikantje zijn behoorlijk in gericht. Een we dachten al dat we ten minste één zorgenkind minder hadden. Maar we hebben verkeerd gerekertd, want daar komt opeens als een don derslag bij heldere hemel het bericht dat het helemaal mis is op zyn werk. Al een paar weken is hy maar 'n en kele dag op de fabriek verschenen en wat hy daar uitvoerde is het vermel den niet waard. Zij is, huilend en overstuur, weer op het spreekuur ver schenen en weer dreigen alle oude angsten. We staan voor een raadsel en als manlief na herhaalde sommatie ook op dat spreekuur komt, zit hy er narrig en bokkig bij en de eerste tijd s wijzer. Hij geeft gewerkt heeft gewende griep wordt blozend uiterlijk nadrukkelijk ontkend. Wat kan het dat hem bewogen heeft om nu pryj Voelt h\j dan doende straks weer zonder iets zullei zitten? Hij knikt stui Moedeloos en verdrietig vlammen i stortte ze haar hart meer tegen op kon; dat ze al weer in verwachting was; dat ze morgen het gas zouden komen afsnijdendat haar man practisch geen t geld verdiende omdat hij maar zo weinig kon; dat er al in geen dagen warm eten geweest kindei was omdat ze immers geen pan hadden en ve om wat in te koken; ach, heel die el lende van kinderen, wien het spel bo ven het hoofd is gegroeid. het op papier lijkt. Men den toch straks weer werkloos, net als vóór de oorlog. Ik heb het zqlf gehoord van mijn baas. We krijgen te weinig dollars hier en dan heb je geen materiaal meer en dan smijten ze ons er weer uit en u-af zul je sjouwen en je best doen helpen naar de als alles toch maar voor niks is?" Ver moet telkens beten zegt hij het. En achter hem zien om de we zijn ouders en zyn kinderjaren en irvuiling de nood der werklozen toen. Een nood, mochten waarvan de littekenen nooit geheel& Ach, Marshall, raadpleeg toch controleren of het gege- vene niet weer ijlings te gelde wordt gemaakt. Er moeten lange gesprekken gehouden worden om de beide ouders- kinderen op weg volwassenheid en bijgesprongen worden 'en te behoeden vo rwaarlozing. Maar niet klagen: ze deden feitelijk allemaal zyn. hun best en nu een goed jaar later ook kunnen ze hun woning aan ieder- i de WIJKPREDIKANT heerlijking orm alleen. Daar voor is hij te veel maatschappij, de sociaal-voelende kunstenaar, de arbeider met de steen De instel ling van Krop i: in wezen primi tief, d.w.z hij ziet het leve zonder allerlei bijkomstigheden. En dan geeft hij een soort natura- ongecompliceerde eerlijkheid, met de natuurvormen i der fraaiste werken ais grondslag. geeft hij zijn ge dachten vorm- Zit slechts de grafsteen voor zijn moeder (1923), waar dicht tegen de sluimerende moedarkop aan, het kinderkopje als het ware de bescherming en de moederliefde blijft vinden Is dit beeld onbegrijpelijk voor hem, die zich de moeite geeft iets te beseffen van de gedachten van de schepper? Zeker, een heel mooie vrouw als moeder en een lieftallig kindje er naast, zouden in een naturalistische vorm geving bij velen meer bewondering heb ben gewekt. Maar is dat de taak van de kunstenaar? Kan hij eigenlijk wel de natuur in haar zeldzame schoonheid vastleggen, zonder ook maar iets van deze schoonheid af te doen? Gedragen door een idee. door een gedachte, werkt de kunstenaar en zonder zoals ik reeds zeide de natuurvormen als grondslag kwijt te raken, brengt Krop deze gedachte over in zijn werk. Dat is meer dan nabootsen, dat is zelf scheppen. En dat wordt van de kunstenaar ge vraagd Ook Krop's arbeidersbeelden gaan hiervan uit en Jos de Gruyter zegt het zo treffend in Krop's biografie: „Voor Krop is de arbeider méér nog dan de representant ener klasse; hij is de ver tegenwoordiger van de mensheid in alge mene zin, zinnebeeld ener aan de onbe wustheid van het aardse zich ontworste- j lende mensheid" Hiklo Krop heeft heel veel werken ge- maakt, niet alleen vrije werken, maar ook bouwbeeldhouwwerk, waarin het dienende element sterker is. In het i R'damse raadhuis maakte hij een prach- j tige klok. symboliserend de opgang der mensheid, waar de beelden uit het ge- i aderde marmer loskomen en zich dus vrijmaken uit de materie; Vossius-gymnasium te A'dam mentale Erasmus; een rijk symbolische sluitsteen boven de ingang van de R'damse Bank te Den Haag. enz. Van bijzondere betekenis is wel zijn „Jongen met adelaar" bij het observatiehuis van het Wilhebnina Gasthuis te A'dam De roofvogel, die alles ziet. wordt door de jongen als symbool van eigen waakzaam heid op de hand gehouden In het werk van Krop zien we de ge dachten van een groot en edel mens en juist door dit menselijke is dit werk 'erheven boven alle kunstenaar- De bakkersjongen van weleer kneedde het deeg voor de menselijke behoeften, de kunstenaar van thans voelt zijn sociale taak in zijn scheppingen van de geest Corn. Basoski- De namen der planters, die gewond erden bij de overval op ondernemingen nabij Medan zijn. naar wij van Arends burg vernemen, de heren R. A. Driessen, R. A. Ruijter de Wildt, S. L. K. Westra Oldigs. De toestand der ge wonden is redelijk. Want daardoor waren wc deze weck ook niet in staatdie. kleutcrondcrwyzeresin Amste* dam op haar nummer te zetten» toen zz weigerde een kachel aan te makenomdat zulk werk ftzsmet v/as. En wij t rappe/u—, o aar in en plaatsen deze C.V.C.- klantjcs over naar scholen met centrale verwarming Of het nu van die verwarming of ergens anders van komt: wij moeten opeens denken aan die molen- in Wormervecrdie af brandde, terwijl de brandweer feestvier, de Want zó gaat het met die sta kende kleuters, schooljongens^ en studentenje denkthet zyn maar kinderenmaar vóór je er erg in hebt staat de zaak fn de fnJ.' Is het konder, dal de vebwacb- ter van Westelbecrs verzucht: „Cjecf fny maar een vrouw als naasts het over zyn burge meester gaat 4Iy zal denken: Een vrouw is duizend We stel- jeren te erg 7 En hij heeft een ge makkelijk baantje. Overigens is het ook hier: uit- üken Las U het verhaal van dc knappe ■naar valse kitty in jil-^ burg, die azl dat ze Knappert i i T>at kost te die winkelier daar een japorv TELEVISIE Televisie lijkt me prachtig, Waardevol en int'ressant, Maar zij heeft (hoe kan het anders) Ook wel weer een schaduwkant. Als een smachtend liefdesliedje Door de aether ons bereikt. Fantaseren w'ons de zanger Zo hy ons 't bekoorlijkst lijkt. Is een lange, slanke kerel, Blond of zwart ons ideaal, Geeft wellicht de televisie Hem te zien als klein en kaal. Waar de kans op desillusies Ons dus enerzijds bedreigt, Is het anderzijds bestaanbaar Dat het woord meer waarde krijgt. Want zingt straks Minister Lieftinck Voor de radio zyn lied. Hoe hij weer van Neerlands schatkist Slechts alleen de bodem ziet. Wel, dan zal men bij 't aanschouwen Van zyn zorg'lijk droef gelaat, Meer dan anders nog beseffen Dat het om de duiten gaat. GRé KEMPEN—STERKENBURG. En in Denemarken' z'sen de Kitty's van haar man. nen sigarenWat allerminst in onze kraam te pas komtnu cr wel meermaar ook duurdere sigaren in Nederland aan de markt komen. Als de vrouwen óók qaan meerokenis er he lemaal geen verdienen meer <aar\. Tenzij U er voor voelt voor Mark per week schoorsteenveger in'Bcrlun te Aoraen. Als ze dat loon met krij gen gaan die functionarissen, daar geen dak meer op. Daar kpmt dus wcr*. aan de winkel voor zwarte^schoorstecnw^ gers. Tot dat doel habben ziek naar Berlijn begeven karei Links qja Hendrik Grcvei/i.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 5