In de cel is men alléén
barrevoets en naakt
u
met zichzelf,
AKKERTJE
Winkelbediende: „Dan word ik maar
liever ambtenaar""
5
ZATERDAG 26 FEBRUARI 194»
Ik ivas geheim agent in oorlogstijd (22)
Gemaskerd en geboeid naar de cellen
barakken in Scheveningen
(Van een speciale medewerker)
Om half tien 's avonds, als Joseph Schreieder mjjn volledige bekentenis na eer
verhoor van 76 uur in keurig Duits op papier heeft staan, gaat er een nieuw be
drijf beginnen. Ik word geboeid en men bindt me een lang masker over het hoofd.
In het masker zitten gaten voor mjjn ogen en mfón mond. Aldus uitgedost word
Ik uit het hoofdkwartier van de S.D. geleld en onder bewaking van drie ruwe
kerels in een auto gestopt.
Mijn volgende pleisterplaats blijken de cellenbarakken in Scheveningen te zijn.
Ook dóór weer die zenuwachtige bedrijvigheid, zodra ik binnen de poort ben. Ze
beschouwen me als zeer gevaarlijk of als zeer belangrijk. Er loopt vrijwel niemand
In de gangen, behalve.een paar S.D.-ers; de weinige gevangenen, die er toevallig
gegooid en ik word Ulings
le. du
Twee S.S.-kerels slaan fS
me bont en blauw
Eenzame opsluiting! Alléén in een cel!
Niemand mag de deur van mijn grafkel
der openen dan de wachtcommandant
persoonlijk. Het is een S.S.-onderofficier.
een ruw uitziende Duitser. Hij bekijkt
me nieuwsgierig van onder tot boven,
zoals men een nieuwe aanwinst van de
dierentuin bekijkt. Hij zegt me. dat ik
mijn gemak moet houden en dan fatsoen
lijk behandeld zal worden. Daarop nemen
mijn geleiders me de handboeien af. Ze
waarschuwen me zoals ook Schreieder
al gedaan heeft om tegen niemand de
reden van mijn aanwezigheid hier te
noemen. Dan gaan ze de gang weer in.
„We vertrouwen hem aan jou toe!" zeg-
gén ze tot de wacht.
„Gut! We zullen op hem letten!" Er
wordt even gelachen. Dan slaat de deur
toe, twee grendels worden
schoven, een sleutel wordt in het slot
omgedraaid. Voetstappen weerklinken
de gang, steeds verder weg en dan.
stilte!
Ik ben duizelig en huiverig Het
akelig, weerzinwekkend. Indrukken zijn
er niet. Ik kijk niet zoals helden plegen
te doen mijn cel rond om een kleine
tafel, een houten bankje, en een houten
krib met een stromatras te zien. Eerst
drie dagen later kijk ik om me heen,
wanneer ik voldoende gekalmeerd ben
om vatbaar te worden voor die vrese
lijke marteling, die het vooruitzicht op
een spoedige dood veroorzaakt in de ziel
van een mens, die léven wil.
Ik lig op mijn krib, geheel gekleed,
mijn knieën tegen mijn kin, onder t
6merige deken. Ik ben niet in staat
denken of te slapen en te eten of
drinken. Precies als een zieke hond. Ik
heb de instructies aan de muur niet ge
zien en achteraf vind ik het nog steeds
vreemd, dat de wacht, die zowat ieder
uur door het,- kijkgaatje gluurde, nooit
heeft gereageerd op mijn overtreding van
het gevangenisvoorschrift, waarbij het
streng verboden is overdag op bed te lig
gen. De man opent op de uren der maal
tijden een klein luikje in de deur
geeft me een bak eten. Zwijgend. Ik ne
de bak aan en keer hem prompt in de
ton om. Ik kan zelfs het gezicht
ïiïet verdragen.
Op de morgen van de derde dag wordt
mijn celdeur voor de eerste maal ge
opend. De SS-wacht komt binnen en kijkt
mijn cel rond, bijna vriendelijk gestemd
Ik ben uit mijn bed gekomen
,.U zult hieraan moeten wennen", zegt
hij. „Kniezen heeft geen -
beste om in gewoonten te vervallen. Op
staan bij de reveille, wassen, cel reinigen,
eten halen, eten en de tijd doodslaan
Overdag niet slapen. Dat is verboden
een slapeloze dag is in ieder geval beter
dan een slapeloze nacht. U moet tegen de
bewakers Herr Wachtmeister zeggen'
vervolgt hy. Sommigen letten daar spe
ciaal op. Wilt u een boek hebben?"
Ik zeg, dat ik dat wil. Hij verdwijnt,
komt even later met een lijvig werk te
rug en vertrekt zonder een woord te spre
ken. Ik bén uit mijn verdoving ontwaakt.
Ik word me bewust van de dingen
me heen en van de grootte van mijn cel.
de stenen muren, het hoge witte plafond
de koude tegels op de vloer. Ik begin
gevangene ben
kelijl -te voelen, dat ik i
cel met een gegrendelde deur. Mijn
spel is voor goed uit. Slechts door
wonder kan ik gered worden. Ik moet de
feiten onder ogen zien: de dood! Ko
medie? Ik denk van niet! De kogel is
immers de normale straf!
Als een vreselijke nachtmerrie gaat
mijn verleden voorby: elk feit ondrage
lijk duidelijk, meedogenloos weigerend
zich door verklaring of verontschuldiging
te laten verdrijven. De gewaarwording
is verpletterend. Alle eigendunk,
eigengerechtigdheid, alle evenwicht
cpgeblazenheid verdwijnt in de cel,
het aangezicht van de dood. Er is imir
geen publiek, waarvoor men toneel kan
spelen? Men is alleen met zichzelf, bar
revoets en naakt.
De cel is zeven passen lang, drie pas-
sen breed. Mijn aanpassingsvermogen
tedeul werkt weer normaal en zodoende word
ik door mijn boek en de enkele verhoren,
die ik moet ondergaan, van het piekeren
afgehouden. De verhoren vinden plaat-
in een aparte barak. Ze zijn niet al te ple-,
Zierig, maar schijnen toch de vaste lijn
zoals die op het S.D.-hoofdkwartier ge
volgd werd, te missen. Men wil inlich
tingen over mijn opleiding in Engeland
en over de mensen met wie ik in de on
dergrondse gewerkt heb. Het eerste wei
ger ik als soldaat, en fk maak hen duide
lijk, dat zij volgens de Conventie van
Genève niet het recht hebben dergelijke
vragen te stellen. Geen verontschuldiging
zou hen er van terughouden mij die
lichtingen af te persen, wanneer zij
werkelijk nodig hadden en daarom
mijn verontschuldiging even goed als elke
andere. Ik ontken iets over de verblijf
plaatsen van mijn vrienden te weten.
Bokowsky. die hier de hoofd-onder-
vrager is, blijft vriendschappelijk
begrip. Hoewel dit geen beletsel voor hem
vormt om in ongelooflijke uitbarstingen
van woede te vervallen of zyn toe
vlucht te nemen tot de grofste bele
digingen. Toch wil hij de indruk vestigen,
dat zij niet zo kwaad zijn als ze afge
schilderd worden. Hij laat me van zijn
eigen sigaretten roken, laat koffie en
extra eten hal-en en is er op uit mijn ver
trouwen te winnen. Dat lukt niet.
Op een morgen tracht ik de eindeloze
uren met lezen te verkorten, als mijn
celdeur geopend wordt en een Duitse
binnenkomt. Dat is tegen de
orders. Op mijn celdeur staat vermeld,
dat niemand behalve de wachtcomman
dant gerechtigd is mijn cel te betreden.
Ik vraag me af wat de man hier komt
doen. Het is schijnbaar zuiver nieuws-
Sierigheid- Hij praat rustig, bijna ver-
egen. vraagt of ik iets nodig heb
stral
Ik hef
komt ten lange leste met de vraag.
Om ik hier zit. Wat heb ik gedaan? Intu
ïtief vermoed ik. dat hij me op de proef
kolo^vril stellen en ik geef zo beleefd mo-
ontwijkend antwoord. Hij
trekt
Tegen twee uur in de middag wordt
myn deur weer geopend en komt hij te
rug. ditmaal vergezeld van een andere
SS-man. in wie ik onmiddellijk
derlander herken door het gebroken
Duits, dat hij spreekt. Ik bemerk nu ook.
dat de man, die me al eerder bezocht,
een kunstarm heeft.
Als ik me nog afvraag wat zij willen,
dan blijf ik in ieder geval niet lang in
onzekerheid. Ze schreeuwen een serie
vragen: Waarom ik niet de houding kan
aannemen, waarom myn bed niet behoor
lijk opgemaakt is. waarom het licht op
dit uur van de dag brandt, hoe ik aan
dat boek kom. Ongelukkigerwijze reali
seer ik me niet, dat deze vragen zuiver
rhetorisch bedoeld zyn en ik doe mijn
best er een antwoord op te geven. Na
tuurlijk is alles wat ik zeg gelogen, ik ben
onbeschaamd. Denk ik, dat ik hen óók
nog kan bespionneren? Plotseling slaat
de Duitser me uit alle macht midden in
het gezicht. Ik heb dit niet verwacht en
hef automatisch mijn arm op om de slag
af te wachten. Dat is precies wat zij wil
len. Ik probeer dus terug te slaan, hè?
In mijn onhandigheid ontken ik dit. Het
gevolg is een nieuwe slag.
Ik ga wijdbeens staan met mijn handen
op mijn rug, kijk de kerels in het gezicht
en denk: „Laat maar komen!" En het
komt ook. Het feest duurt ongeveer een
half uur en dan ben ik volkomen op. Ook
zij moeten er genoeg van gekregen heb
ben, want als ze vertrekken zyn ze bui
ten adem. Ze gooien me met mijn gezicht
tegen de muur en schreeuwen, dat ik zo
moet blijven staan tot ze terugkomen
Ik kan bijna niet meer, maar de vrees,
die weerzinwekkende bondgenoot, helpt
me. Tien minuten later komen ze terug
en mishandelen me opnieuw. Ze brullen
er bij als stieren.
Het is vreemd, dat geen Duitser zich
lichamelijk kan inspannen zonder luid
keels te razen en te tieren.
Als ik de deur voor de derde keer hoor
opengaan, begin ik me af te vragen wan-
ieer ze eindelijk zullen ophouden. Ik sta
erstomd als ik de wachtcommandant zie.
„Was ist denn los hier?" vraagt hij met
•en trek van verrassing en verbazing
op zijn gezicht.
„O, niets", antwoord ik. Neen, com-
mandant. ik laat me niet verleiden tot
een klacht, die voor de boeven en hun
chef onaangenaam kan zijn. Dat moet ik
toch zelf bezuren
„Ik wil weten wat hier gebeurd is!"
schreeuwt hij. „D'r was hier een heli
kabaal"!
Dan. bij het zien van myn gezicht:
„Wat is er in vredesnaam met uw gezicht
gebeurd? Het is helemaal rood en ge
zwollen!"
„O ja?" spot ik. „Ik heb er waarschijn
lijk op geslapen". Zijn onschuld irriteert
me ontzettend en ik kan niet nalaten
„Ik wil weten wat er gebeurd is.
Verdammt noch 'mal. Zeg op Mensch"!
„Neen", zeg ik. „Als u het wilt weten,
vraag het dan aan de heren, die hier een
paar minuten geleden waren".
De Wachtmeister rent scheldend de
gang in, op zoek naar de schuldigen. Hij
laat de deur wagenwijd open staan en ik
kan hem woord yoor woord verstaan.
Binnen twee minuten is hij met de schur
ken terug in mijn cel.
„Wat is hier gebeurd?" zegt hij. „Ik
wil weten wat er gebeurd is. Ik ben hier
de baas en draag de verantwoording".
De twee kijken zwart.
„Hij was „frech"," zegt de Duitser.
„Heb je hem geslagen?"
De kerel probeert een direct antwoord
te vermijden en begint mij er van te
beschuldigen, dat ik terug wilde slaan.
„Hebt u terug geslagen"?
„Neen!" zeg ik.
„Weet u dat zeker?"
„Sinds mijn arrestatie", antwoordde
ik ongeduldig, „heb ik horen praten over
Duitse eer en SS-fatsoen. Ik was nog zo
stom om dat te geloven. Toen deze twee
me afranselden was ik te ver
bluft om iets te doen of iets te zeggen.
Dat twee gewapende soldaten bevoegd
zijn een ongewapend burger, die zien
zelfs niet mag verdedigen, half doodjZy vindt het profaan, om de woorden
te ranselen en dat alles zonder enige ver- j van Jezus te zingen en vooral als dit ge-
ontschuldiging, lijkt mij een leuk idee beurt door ongelovigen!
Drouwenkout
Iemand schreef eens: „Wat is de toon
kunst een reuze stap ten hemel!" Zijn wij
het daarmee eens? Of heeft de muziek,
deze grote gave Gods, ons nooit tot in
onze ziel gegrepen? Als in weinig andere
ondervindingen kunnen w\j in goede mu
ziek een voorsmaak van de hemelse heer
lijkheid genieten.
Het is ontstellend zo a-muzikaal de
meeste orthodox-gelovigen zijn.
kómt dat toch? Heeft God deze geweldige
gave niet juist voor Zijn kindei
hier op aarde gelaten, opdat wij Zijn
heerlijkheid erin beluisteren en Zyn
glorie erin bezingen? Velen onzer heb
ben langs deze kunst geleefd, alsof het
hun niet aanging en zij lieten die
anderen over, die haar misbruikten en
Satan, inplaats van God mee dienden.
Vrouwen en moeders, er ligt hier v
ons een geweldige taak! Het is tot schade
voor ons. eigen geestelijk leven, als wij
dit gebied van de kunst negeren. Wij heb
ben haar in handen van de wereld ge
speeld en als die wereld Christus heeft
verlaten, om als enige religie: de kunst
houden, is dat mede ónze schuld.
Wy hebben niet begrepen, dat het een
God is, Hem óók te dienen in de
kunst. Zestig jaar geleden heeft dr Kuy-
per al een monumentale rede gehouden
,Jiet Calvinisme en de Kunst" en
ieder schudde instemmend het hoofd. Dat
as nu eens mooi gezegd! Maarhet
practijk brengen? Hó maar!
Nu hoor ik verschillende verzuchtin
gen slaken in onze kring. De een zegt:
Ik bén nu éénmaal niet muzikaal. Je hèbt
het of je hebt het niet.
De ander: 'k Mag graag een mooi versje
horen zingen, maar die concerten van
Beethoven en zo, die ik wel eens door de
radio hoor, daar snap ik niets van en ik
vind er ook niets moois aan.
Een derde is hevig gekant tegen de
uitvoeringen van de Matthaus-Passion.
Wanneer dat SS-i
„Genug!" valt de onderofficier
de rede. „Jullie tweeën komen,
dit bekend wordt, voor de krijgsraad,
dat weet je. Dusals je verstandig
bent, houd je je mond. Voor deze keer
zal ik het niet rapporteren. Wat hij doet
is zijn zaak. Maar als hij het rapporteert,
zitten jullie er in. Houd je kop dus en
verdwijn".
Een paar minuten later is de Wacht
meister bij me terug met een kom warme
koffie en wat wittebrood.
„Hier"! zegt hij en legt het op de tafel.
„Drink dit uit en probeer het te vergeten
Een broer van de kleinste is pas door
de ondergrondse hier in Holland ver
moord. De andere is een arm kwijt en is
natuurlijk ook behoorlijk opgewonden".
„U beschouwt dat als een verontschul
diging voor het slaan van een weerloze
twee tegen één? En u spreekt over
Ehre?"
„Nou, nou, rustig," sust de SS-man.
Hoofdschuddend gaat hij weg.
Het verblijf in Scheveningen duurt niet
lang, want op een koude Januaridag
brengt de code-specialist Ernst May me
Tot Nederlands consul-generaal te
New Orleans buiten bezwaar van de
schatkist werd benoemd A. Terkuhle.
Zijn ressort omvat Alabama, Florida,
Georgia, Louisiana, Mississippi, South
Carolina en Texas.
MOIRÉsZIJDE VOQK DE AVOND
Als we op ons mooist voor de dag
willen komen
Twee pure zijden stoffen, die weer heel erg in
de mode zijn, zijn moiré en gros-grain. Het eerste
kennen we nog wel uit de tijd van onze groot
moeders, dóe vast wel een moiré avondjapon had
den. Voor de meesten van ons is een echte avond
japan, zxin voorhistorisch geval met groot decolleté
en sleep, wel nooit nodig, maar voor die enkele
feestelijke gelegenheden, waarbij we dan toch wel
op ons mooist voor de dag willen komen, daarvoor
is tegenwoordig een moiré japonnetje het aardigst.
U iziet hder een bijzonder chic model van Maggy
Rouff uïlt Parijs, met een schootje, dat vóór schootje
en achter queue 'is. Verder heeft dit model de mo
derne aangeknipte mouw dus zonder schouder-
op vulling het sluit van achteren met knoopjes
van stof en heeft onder aan de zeer nauwe rok
een splitje, doodeenvoudig omdat de rok anders
zou uitscheuren. Verder is het een van die japon
netjes „met niks er op en niks er aan". Voor dat
sahootje en döe queue behoeft u niet zo bang te
zijn. Als u zelf een dergelyk geval zoudt am
biëren. kan het met een enkele volant natuurlijk
ook, of alleen met een grote strik van achteren.
U ziet aan dit model, dat de talllelijn nog steeds
tamelijk laag zit en vooral achter iets lager dan
voor. De roklengte van zulke geklede japonnen is
altijd groter dan van het eenvoudige namiddag
japonnetje of van het gewone, klassieke of spor
tieve complet. De roklengte voor de geklede japon
is ongeveer 25 cm van de grond. De sportieve
modellen kunnen 35 cm hébben. Over t algemeen
heerst in ons land de neiging de roklengte te over
drijven: men ziet hier meer en langere rokken dan
in mode-centra zoals Parijs, New-Yoik en Londen.
Radioprogramma voor vanavond
HILVERSUM I (301) KRO
7.— Nieuws. 7.13 Katholiek thuisfront
alt 7.25 Promenade Orkest. 7.45 Voor de Ne
derlanders ln Duitsland. 8— Nieuws.
De gewone man. 8.12 Minneapolis Sympho
nic Orkest. 820 Lichtbaken. 8.30 Slavlschi
dansen. 9.- Negen heit de klok. 9.43 Wi<
neemt de handschoen op? 10— Het Orkes
zonder Naam 1030 Actualiteiten. 10.43 Av-
gebed. 11.— Nieuws 1123 Mozart concert
12.— Sluiüng.
HILVERSUM n (415) VARA
ArtisUeke staalkaart. VPRO 720 Vrljzln-
Protest, sociaal werk. 745 Passepartout
VARA 8.— Nieuws. 8 05 Dingen van de dag
8.12 VARA-Varia. 8.15 A.
9.15 Wint
10 23 Je moet r
Wat de radio Zondag brengt
HILVERSUM I (301) NCRV 8.— Nieuws.
15 Londens Strijkorkest 8 30 (IKOR)
roegdienst ln de Begijnhof ln Haarlem, ge
ld door ds F. R A. Henkels. Ned. Herv.
redik. te Heemstede. KRO 9 30 Nieuws. 9.45
e Notenkrakersulte. 955 Inleiding Hoog
te. 10.— Hoogmis. 11.30 Suite no 10 in d
t.. Handel. 11.40 De planoconcerten van
ozart. 12.13 Apologie. 12.35 Gram. 12 40 Het
•kest zonder naam. 12.55 Zonnewijzer. 1.—
ieuws. 1.25 Het orkest zonder naam (verv.)
50 Buffalo Bill. 2 05 Kamermuzlek-program-
a. 3.40 Amusements orkest 4.10 Reportage
in de distrlcts-wedstrljd Noord-Oost in het
Goflert-Stadion te Nijmegen 4 25 Vespers.
NCRV 8— Kerkdienst van de Baptiste-ge-
eente van Leeuwarden. Voorganger ds F
Huizlnga, Bapt Pred. aldaar 8.30 Voor
s strijdkrachten. 7.— NCRV-koor 7 15
ent gij uw Bijbel? 7 30 Nieuws KRO 7.45
ram. 7 50 In 't Bockhuys 8 05 De gewone
an 8.12 Uit en thuis. 933 De brief met de
•uwrand. Een luisterspel. 10.37 Actualitei-
•n 10 45 Avondgebed 11.Nieuws. 11.13
vondconcert 12— SluiUng
HILVERSUM II (415) VARA
8 15 Strijdlied. 8.18 Grar
ircarole. 9.12 Sportmededelingen 9 15
raagt9.45 Geestelijk leven. VPRO
Zondagshalfuur. 10.30 (IKOR) Oud
Kath. Kerkdienst uit de kerk aan de Juffr.
Den Haag. AVRO 12.- Aan
boord van het s.s. Bonaventura. 12.30 De
idagclub. 12.40 Le piano romantlqm
8 30 Voor de tuin.
Laten we eens rustig met elkaar deze
drie bezwaren onder ogen zien.
„Ik bén nu eenmaal niet muzikaal",
zegt één onzer. Nu mevrouwtje, u bent
geen uitzondering, maar regel. Echt
muzikaal zijn er maar enkelen. Maar dat
sluit niet uit, dat we van muziek kun
nen genieten! Al bent u geen theoloog,
daarom kunt u toch ook van een goede
preek genieten!
Je hoeft muziek niet te begrijpen. On
derga haar maar stil als Iets dat je op
heft boven alle zorgen en moeiten tot
in een sfeer, die de hemel zeer nabij is.
Beluister Gods deugden in. Ontbreekt
het ons wellicht veelal aan innerlijke
rust, om te luisteren? Het wonderlijke
hierbij is, dat hoe méér je luistert, des
te beter je de muziek begint te verstaan.
Moeders, het is onze roeping, bij onze
kinderen belangstelling te wekken voor
deze schone gave Gods. Er moet véél en
véél meer gezongen en gemusiceerd wor
den in onze huizen! Waar het gezang ver
stomt, heeft de duivel zijn kans! Voor
goede muziek en zang, waarbij het hart
zich tot God verheft, slaan alle boze gees
ten op de vlucht!
Onze tweede opmerkster kan de klas
sieke muziek, die zij „wel eens" door
de radio hoort, niet waarderen.
Hóé luistert u dan naar deze muziek,
mevrouw? Onder uw drukke bezigheden
en het gebabbel van uw kinderen dóór?
Ik kan begrijpen, dat het dan niets anders
dan een bonte mengeling van klanken is,
die over u heen rolt. Probeer u er nu
eens naar te luisteren, als u een avond
alleen thuis zit. Het allermooiste zou
zijn, als u van tevoren iets kon lezen
over het uit te voeren concert en over de
componist. Al is deze componist een puur
heiden, die zijn symphonie dus niet ge
schreven heeft tot verheerlijking uan
God, dan kan God nóg deze schone mu
ziek op zó in laten werken, dat ze
brengt tot bewuste aanbidding van Hem,
Wie óók in de tempel van de Kunst toe
komt de lof en de aanbidding in eeuwig
heid.
Eén smeekbede, moeders! Verpest (ver
geef me het lelijke woord!) de sfeer in
uw gezin niet, door de hele dag de radio
aan te laten staan! Ten eerste brengt dat
een grote onrust in uw huis en ten tweede
stompt u daarmee niet alleen bij uzèlf,
maar óók bij uw huisgenoten alle zuiper
gehoor af. Zet de radio alléén aan, als
er iets goeds en waarachtig moois te be
luisteren valt. Haal geen jazz en banale
„bonte Dinsdagavond"-pret in huis! Toe,
doe dat niet! U bederft er de gezonde
Christelijke sfèer en de goede smaak in
uw gezin grondig mee.
Daar onze vijf minuten verstreken
zijn, rest ons geen tijd meer, om op de
derde opmerking over de uitvoering van
de Matthöus-Passion in te gaan. Dadr-
dus de volgende week!
MARGARITHA.
Ital.
J— Meditation uit „Thais". 2 05
Boekenhalfuur. 230 Het Sneker CaanUte
2 50 Fllmpraatje. 3 05 Radio Phllharm
Orkest. 4 10 The Skymasters. 4.30 Wekelijksi
VPRO 5— Provinciale dag t<
Keesje. 550 Sport. 6— Nieuws. 6.15
Wim Ibo's Cabaret 7 Radiolympi
Siberman. AVRO 8—
8.05 Reportagedienst. 8.15 Die Lustige
9.15 Beau Geste. Hoorspel. 9.50 De speel-
Dos. 10 05 Inspecteur Vlijmscherp en d«
rand ln de Breestraat 1020 Alaln Ro-
ains (gr10.28 Oplossing Inspecteur Vlljm-
iherp en de brand in de Bre«
leuws. 11.15 Boston Pops Orkest. 12.—
Sluiting.
Wat de radio Maandag brengt
HILVERSUM I (301) NCRV 7— Nieuws
.15 Gymn. 7.30 Reveille. 7.45 Een woord
oor de dag. 8.— Nieuws. 8.15 The Deum
Laudamus 8 45 Kamermuziek 9 15 Bezoek
bij jonge zieken. 9 30 Franz Schubert con-
t. 10 30 Morgendienst 11— Gram. 11.20
;rkamp, piano. 12 10 Lunchmuziëk 12 20
Land- en tuinbouw. 12 33 Metropole Orkest
1.15 Mandolinata. 1.45 Gram.
2.— Schoolradio. 2.35 Richard Wagner con-
ïrhoud van gazons
3.30 Trio's uit alle landen 4 Bijbellezing
45 Prof. Vignanelli. orgel. 5— Het Kleu
terklokje klingelt 5.15 NCRV-koor. 5.43 De
Fred Noordhof. piano.
6.15 Sportrubriek. 6 30 Voor de strijdkrachten
Nieuws. 7 13 Onder de leeslamp. 7 30
actueel geluld. 7 45 De bedrijfsvoering
nze zandgronden 8— Nieuws. 8 03 Pro-
ima proloog. 8.15 Omroeporkest. 9
liefde In de 18e eeuw Luisterspel. 9.30
band en plaat. 9.45 Dat ons loflied vro
lijk rijze. 10.15 Met band en plaat. 10.45
Avondoverdenking. 11.— Nieuws. 11.15 Rus-
ge avondklanken. 11.45 Gram. 12.- Sluiting
HILVERSUM II (415) AVRO 7— Nieuws.
7.15 Gram. 8— Nieuws. 8.15 Ochtendvaria.
8.55 Van vrouw tot vrouw. 9 Gram. 9.30
terstanden. 9.35 Een dansliedje deint."
10.— Morgenwijding. 10.15 Arbeidsvitaminen.
Op de uitkijk 11.15 Orgelconcert. 12.—
Jan Hofmeester. 12.30 Land- en tuin-
12 33 In 't spionnetje. 12.38 Mathleu
piano. 1.Nieuws. 1.20 Promenade-
t. 1.50 Tino Rossl zingt. 2.Wat gaat
•ereld? 2.15 Operette
nière. 4.— Jisw
Itter-
Westerbork kreeg gedenkraam
van Ned. Rode Kruis
Als dank voor de registratie van de
gedeporteerde Joden ontving de ge
meente Westerbork voor haar raadhuia
gisteren een gedenkraam van het Neder
landse Rode Kruis. De voorz. van het
N.R.K.. ir F. C. C. baron van Tuyll van
Serooakerken van Zuylen, herinnerde er
in zyn toespraak aan, dat via het kamp
Westerbork meer dan 100.000 Joodse bur
gers zijn gedeporteerd.
De in 1944 overleden burgemeester van
Westerbork. de heer J. H. A. Gualtherie
van Weezel, en de ambtenaar van de
burgerlijke stand in het kamp. mr D.
W. Molhuizen, die in Dachau om het
leven kwam, werden posthuum gehul
digd met het Kruis van Verdienste.
DISTRICTSBESTUREN ANJER
FONDSEN INGESTELD.
In alle provincies en in de drie grote
steden zijn thans districtsbesturen van
de Anjerfondsen geformeerd. In die voor
de provincies fungeren de Commissaris
sen der Koningin als voorzitter.
In het districtsbestuur van Den Haag
hebben zitting: ir L. J. M Feber. wethou
der van Openbare werken, voorz.; G. H.
J Berckenkamp, penn.; ds D Veldkamp;
dr J. Hulsker. sec.; mr M. Nijhott, be
stuurslid Prins Bernhard Fonda
EXAMENOPLEIDING
Wiskunde L.O. - M O. K'en IC
RESA - HILVERSUM
Bekende Schriftelijke Cursus
urn, sopraan en Willy Meeuwisse, piano.
.30 Musicalender. 5.30 Hoort, zegt 't voort.
3.43 The Skymasters. 6— Nieuws. 613 The
Skymasters. 6.30 AVRO's Radio filmkrant.
Muslcorda. 7.30 Inleiding tot muzlekbe-
lp. 7.45 Nat. Instituut „Steun wettig ge-
g". 7.50 Gram. 8— Nieuws. 8 03 Radio-
scoop. 10.30 Eliane Rlchepin. plano. 11.
vs. 11.15 Verkorte reportage bokswed.
strijd. 11.30 Gram. 12.Slutting.
Critiek uit de lezerskring op de plannen
inzake de winkelsluiting
(Van onze sociale redacteur)
Ln ons hoofdartikel „Winkelsluiting" van 28 Januari j.l. hebben wi) oiu reacties
van onze lezers gevraagd op het voorontwerp van de nieuwe Winkelsluitingswet
en w(j z(jn niet teleurgesteld. Een stroom van brieven arriveerde op ons bureau,
brieven van winkeliers, maar ook van winkelbedienden, hulsvrouwen en arbeiders,
Deze brieven, sommige kort en krachtig, andere uitvoerig en gedocumenteerd,
sommige fel sarcastisch, andere meer gematigd van toon, hebben ons een goed
beeld gegeven over de mening die by winkelier en publiek over dit voorontwerp
heerst. Ruimtegebrek verhindert ons op al deze reacties afzonderlijk in te gaan,
hieronder geven we in een samenvatting de mening van onze lezerskring
Dit wordt ons gemakkelijk gemaakt, want over de hoofdpunten van hel
ontwerp ln kwestie blijkt bij alle briefschrijvers een opmerkelijke eenstemmig
heid te bestaan.
Enkele opmerkingen moeten we vooraf
laten gaan. Het is ons n.l. gebleken, dat
niet alle lezer9 de betekenis van
voorontwerp begrepen hebben. Enkelen
dachten, dat de hierin opgenomen bepa
lingen reeds wet waren en spoedig
der meer van kracht zouden worden. Dit
is natuurlijk geheel onjuist. Het gaat
hier niet eens over een wetsontwerp,
dat slechts de goedkeuring van de beide
Kamers behoeft om tot wet te worden
verheven. Het is nog maar een vooront
werp, dat door de minister ter discussie
is gesteld en waarover dus de betrokken
organisaties en ook iedere middenstander
voor zich vrijelijk hun mening kunnen
kenbaar maken, waarna nog allerlei ver
anderingen kunnen worden aangebracht,
voor de minister het als wetsontwerp aan
de Staten Generaal voorlegt.
Andere lezers verkeren in de mening,
dat niet vroeger gesloten mag worden
dan op de in het wetsontwerp genoemde
uren. Eén winkelier schrijft zelfs: „Wet
of geen wet, ik sluit om zes uur!" Nie
mand zal hem dit beletten. In het ont
werp wordt slechts aangegeven, war
een winkel niet geopend mag zijn. Ieder
kan sluiten en een middagpauze houden
wanneer en zo lang hij maar wil.
Overzien we de ontvangen brieven,
dan valt het gemakkelijk de conclusie
te trekken, dat het wetsontwerp geen ge
nade kan vinden, noch bij de winkeliers
en winkelbedienden, noch bi) de klanten.
De een oppert meer bezwaren dan de
ander, maar er is niemand, die zich
de volle honderd procent achter deze
regeling wil scharen.
De algemene opinie wordt goed v>
gegeven in het volgende citaat uit
brief van een Haagse lezer: „Het schijnt,
dat vele ministers zioh geroepen voelen
Giefde
HOUDT STAHD
Door H. Hollander
23)
„Dat is jammer. Maar uitstel is geen
afstel. Sjaan weet niet. dat je weer hier
komt. Tuininga heeft het mij alleen ge
zegd. Het is van de boer uitgegaan, hoor
Klaas Ik was er zelf verbaasd van. Je
komt dus nu weer geregeld. En Sjaan?
Ja, die komt vanavond te weten, dat je
geweest bent. Wie weet, wat er verder
gebeurt
De boerin lacht zo guitig, dat Klaas
iet een verlicht hart „Zandhoeve"
arlaat.
Met spanning wordt hij 's avonds thuis
verwacht Als hij zijn relaas gedaan
heeft, zegt moeder: „Nu, ben je nu niet
blij, dat je onze raad hebt opgevolgd?
Het komt nu wel in orde. Ik had het
heus niet meer gedacht. Het duurde zo
lang. Wat zou er toch op „Zandhoeve"
gebeurd zijn?"
lan en haar moeder hebben de
boer bewerkt." meent Klaas met zeker
heid. Hij weet niet, dat hij er vlak naast
Tenminste, zij hebben het niet opzette
lijk gedaan.
Twee oude mensen liggen die avond
te praten in de nauwe bedstede.
„Je moet nu doortasten, Gertjan. Van
een verloving komt hier gauw een brui
loft. Ze hoeven immers op niets te wach
ten? En dan moet immers voor die tijd
de zaak verbouwd zijn."
Moeder Maaike vindt, dat haar ma
eens haring of kuit moet geven,
treuzelen om iets, dat toch niet af te
wenden is, begint haar wat te vervelen
En Klaas dient te weten, waar hij aan
toe is.
Gertjan is verder dan moeder denkt.
„Als het doorgaat met Sjaan Tuininga,
moeten we met Klaas praten. Ik denk er
ook zo over Het moet nu eenmaal. Als
Klaas maar niet te veel hooi op zijn vork
neemt. Dót bezwaart me."
„We kunnen hem toch raden? Hij
luistert immers wel?"
..Het is te hopen," zucht Gertjan. „Die
jeugd van tegenwoordig! En hier in
Westvoort bennen de mensen helemaal
dwaas. Ze beloven zichzelf gouden ber
gen, als ze bij Maasland zijn. Zij zullen
wel deerlijk teleurgesteld worden- Ik
denk, dat de mensen meer naar de stad
trekken dan hier kopen."
„Het valt wat mee, Gertjan," vindt
moeder Maarike. „Maar hoe moet het nu
met Klaas?"
De oude man begryipt die vraag.
„Eens horen, wat hij er van denkt. Ik
had gedacht: hij betaalt ons huur van
de woning, zoals die nu is- En dan wat
huur voor de zaak, We kunnen hem
toch niet alles cadeau doen? Adriana is
..Natuurlijk niet. Dat begrijpt Klaas
ook wcL Wat had ja gedacht?"
Hij noemt een bedrag en zegt: „Wi.
heibben niet veel nodig en kunnen daar
van, mèt wat we hebben, best rond
komen."
„Maar hoe moet Klaas dan aan geld
komen voor de bouwerij?"
„Dat is nog een vraag voor mij. Kun
nen wij onze spaarduitjes geven? Tegen
rente vanzelf? En als het nu niet gaat?
Hij moet heel wat opbrengen! Ik ben nog
niet met myzelf in het reine."
„Hij moet toch niet alles van een bank
hebben?" pleit moeder. „Dat is veel
duur geld
„We moeten er nog eens over den
ken." zegt Gertjan.
Maar moeder Maaike vindt, dat er e
beslissing genomen moet worden. Het
immers hetzelfde, of zy het geld op de
spaarbank hebben of aan Klaas geven?
Gertjan denkt er niet zo over Op de
bank is het safe. Klaas gooit het geld
niet over de boeg, zeker niet, maar j$
moet afwachten, hoe het met de zaak
gaat Die moet drukker worden dan nu,
anders kan Klaas de lasten niet opbren
gen. En Gertjan gelooft, dat de zaak zal
achteruitgaan. Waarom, zou hij niet
kunnen zeggen.
„Je moet wat vertrouwen hebben,
Gertjan. Vertrouwen in God en ver
trouwen in Klaas. Is het wel goed, dat
e zo aan ons geld hangen, wij, mensen
Ze praten nog wat. Terwijl Klaas reeds
lang in de rust is. wordt er beslist Hij
r versteld van'staan. Want hij heeft
al gedacht aan een bank. die een hypo-
moot geven op het nieuw* pand en
bedrijfskapitaal. Van vader heeft hij be
grepen, dat die niet helpen wil....
Het is een dag van kentering.
Van die kentering komt ook Sjaan op
de hoogte, als zij thuis komt van haar
bezoek en van moeder verneemt, dat
Klaas geweest is, en op verzoek van
vader geregeld weer komt.
En Tuininga zelf helpt haar algeheel
uit de droom: „Het is niet met myn zin.
ik had je liever op de boerderij gezien,
maar ik zal geen bezwaar meer maken
Je kunt Bakker ontmoeten en hij mag
ook hier komen, niet alleen met bood
schappen."
Dat is duidelyke taal Tuininga is, als
alle boeren, niet sentimenteel aangelegd.
Maar hij wendt het hoofd toch af, als
Sjaan hem kust uit dankbaarheid en zegt
met stokkende stem: „Dank u, vader." Hij
bespeurt, misschien nu pas voor het
eerst, dat Sjaan ontzaglijk veel moet
houden van die Bakker. En dan denkt hij
aan zijn eigen tijd. Toen hij vrijde naar
Dirkje. En meteen denkt hij, met smart,
aan GerardSjaan behoudt hij ten
minste. Liever de vrouw van een kruide
nier dan haar verliezen.
Sjaan laat er geen gras over groeien.
Zij weet, dat Klaas Vrijdags vroeg thuis
is. om drie uur, half vier- Wat gaat zij
doen? Zij gaat naar Westvoort toe. Dat
niet onvrouwelijk nu. Van hóór kant
>et de beslissing gegeven worden-
Klaas is waarlijk al genoeg onheus be
handeld van de zyde van de „Zand-
(Wordt vervolgd
Dezelfde argumenten worden aangevoerd
als tegen de 7-uur sluiting. Klanten, die
gewend zijn tegen sluitingstijd te komen,
biyven dit '.och doen al zyn we tot 12 uur
open, zo klinkt het in tientallen brieven
van winkeliers en winkelbedienden. De
werktijd op deze dag wordt veel te lang.
Eén winkelier schrijft ons: ..Hoe kan
iemand, die de hele week gelopen en ge
staan heeft nu nog benen overhouden om
op Donderdag tot 9 uur te staan. Dan
wordt het helemaal van huis naar de
zaak en van de zaak naar bed, want de
benen zijn dan nog maar stompjes."
Moeten we beslist een avond open
zijn, da-n juist niet op Donderdagavond,
zo schrijven velen. De nieuwe bonnen
zijn dan toch nog niet geldig en de week-
loners hebben geen geld meer om te
kopen. Enkelen willen wel Donderdags
avonds tot 9 uur open zijn, maar verlan
gen dan compensatie in de vorm van
vroegere sluiting op een of meer andere
avonden, lo6 van de vrije middag.
Dinsdagmiddagsluiting. „Wanneer moet
de kleine winkelier of de winkelbe
diende zelf boodschappen doen als alle
winkels op zijn enige vrije middag ge
sloten zyn?" Deze opmerking troffen we
in 95 pet. van de ontvangen brieven aan.
Een winkelier kan er nog wel eens even
uitwippen, mits hij niet alleen in zijn
zaak staat, maar het is onmogelijk het
personeel van grotere zaken maar steeds
vrij te geven voor het doen van bood
schappen", zo schrijft de chef van een
warenhuis.
Anderen klagen over een te grote be
voorrechting van de orthodoxe Joden.
Sabbathisten en Zevendedags Adventis
ten, die op deze middag wed open mogen
zijn ter compensatie van de Zaterdag,
waarop zij zullen sluiten.
Deze zaken maar enkele in de
meeste steden ondervinden immers op
deze middag in het geheel geen concur
rentie en zullen daardoor vele klanten
trekken, die bij hun eigen leverancier
niet terecht kunnen. (Zonder verder op
ons commentaar vooruit te willen lopen,
w!lle,Vve deze opmerking toch on
middellijk twee kanttekeningen plaatsen.
Ten eerste moet men het feit niet onder
schatten. dat de hier bedoelde lieden op
Zaterdag de koopdag bij uitnemend
heid gesloten zullen moeten zijn om
dispensatie te kunnen krijgen vsn het
sluitgebod op Dinsdagmiddag en ten
tweede hebben zij onder de oude Win
kelsluitingswet steeds toestemming gehad
op Zondag open te zijn, dus een gehele
dag zonder concurrentie, enkele branches
uitgezonderd. Iets nieuws is dit dus niet).
Vele briefschrijvers doen andere op
lossingen aan de hand, b.v. behoud van
de groepsgewijze vrije middag, wijksge-
wijze een middag sluiten, de ene middag
alle winkels met even nummers dicht, een
andere alle met oneven nummers, enz.
In ons commentaar komen we op deze
kwestie terug.
Geen grieven.
VacantJe. Over de verplichte sluiting
in ten hoogste 12 dagen per jaar, dia
de gemeenteraad op verzoek van de on
dernemers kan opleggen ten behoeve van
de vacantie van winkelier en personeel,
werden opmerkelijk weinig opmerkingen
gemaakt. Sommigen willen liever, dat de
ondernemers dit zelf met hun personeel
regelen in verband met de vacantie van
kinderen, verloofden of vrienden van de
personeelsleden, die gezamenlijk uit wil
len gaan. Er wordt de nadruk op gelegd,
dat ook het tijdstip van deze vancantle-
sluiting in overleg met het bedrijfsleven
vastgesteld behoort te worden.
Hierboven gaven we de voornaanwta
opmerkingen van onze lezers zonder
commentaar weer. Wij hopen ook nog
artikel te wijden aan dc mening van
verschillende vooraanstaande personen
uit het organisatie-leven, met wie wy
over deze kwestie spraken Tenslotte
zullen we de conclusies uit deze arti
kelen trekken en een eigen geluid loten
Uit de vele critiek. die hierboven ea la
vele vakbladen naar voren is gekomen,
blykt wel zeer duidelijk hoe belangrijk
het is, dat dit voorontwerp ter algemene
discussie is gesteld voor het wetsontwerp
wordt. We besluiten dan ook met een
citaat uit de brief van een huisvrouw,
zij critiek Raat leveren haar
brief opent met de volgende zin: „Alvo
rens mij mening te zeggen over de win
kelsluiting zal ik eerst de minister har*
telijk danken, dat deze. voordat hij i
tijdens hun bewind iets uitzonderlijks te
doen. Of de mensheid daarmee gediend
is, zullen we maar buiten beschouwing
laten." „De verandering van de winkel
sluiting is een verslechting", zo conclu
deert hij verder. Een collega van deze
verontwaardigde schrijver, die heeft uit
gerekend, dat hij onder de nieuwe wet
63V4 uur per week zal moeten werken,
roept uit: „Misschien heeft deze minister
nog wel plaats voor wat ambtenaren, dan
kom ik me ook melden!"
Er is slechts één punt in het vooront
werp dat aller goedkeuring kan wegdra
gen en dat is de algehele Zondagssluiting.
Slechts één brief maakte hierbij de kant
tekening. dat toch ook rekening gehou
den moet worden met de mensen, die de
Zondag niet als rustdag beschouwen en
tot onze schrik was deze afkomstig van
een lid van de Ned. Chr. Grafische Bond.
Van een man dus, die o.i. de Zondagsslui
ting zowel uit religieus als uit sociaal
oogpunt zou moeten toejuichen.
Na deze meer algemene beschouw
gen volgt nu de mening van onze lezers
over de voornaamste punten in het voor
ontwerp.
Geen goed woord.
Tot 7 uur open. Hiervoor heeft vrijwel
niemand een goed woord over. „De klant
heeft hier geen behoefte aan
evenmin" is een citaat, dat de mening
van alle winkeliers weergeeft. Het pu
bliek heeft zich in zyn koopgewoonten
geheel aangepast aan de sluiting
zes uur. Vrijwel niemand zal onder het
etensuur van zés tot zeven gaan winke
len. De huisvrouw heeft daarvoor geen
gelegenheid en de heer des huizes zal
van vrouwlief wel opdracht krygen haar
toch vooral niet met het eten te laten
wachten, zodat hij zijn minder belang
rijke inikopen wel tussen vijf en zes uui
zal doen en de belangrijke op de vrije
Zaterdagmiddag in gezelschap van zijn
echtvriendin zal verrichten.
Na 7 uur komt nog het toegestane
„afhelp-halfuur" voor klanten, die op
sluitingstijd al in de winkel aanwezig
zijn, dan nog een half uur vror het op
ruimen van de zaak en de winkelier kan
dagelijks pas om 8 uur aan tafel schik
ken. Vooral als er jonge kinderen zijn
dit voor het gezinsleven funest. Boven
dien kan een winkelier op deze manier
onmogelijk deelnemen aan het politieke,
maatschappelijke of kerkelijke organi
satieleven. daar hij op elke vergadering
veel te laat zou verschijnen, gesteld, dat
hij na zijn lange werkdag nog energie
had om dergelijke bijeenkomsten bij te
wonen. Nu 6preken we nog niet eens
over de geweldige administratie, die ook
kleine winkeliers in de avonduren
ten bijhouden. Dit is de algemene klacht
van winkeliers en winkeliersvrouwen.
Uit de kring der winkelbedienden
klinkt hetzelfde geluid. Cathechisatie.
jeugdvereniging en gezellig uitgaan met
vrouw of verloofde worden onmogelijk
en de werktijd wordt veel te lang.
Enkele arbeiders en huisvrouwen
schreven uitdrukkelijk, dat zij er
geen behoefte aan hebben na zes
uur nog te gaan winkelen en dat zij
het sociaal niet verantwoord vinden de
winkeliers te dwingen (niet door ver
plichte openstelling, maar door de onder
linge concurrentie. Red.) tot 7 uur
open te blijven.
Niet pro; contra. I wet aanneemt (wetsvoorstel 'indient^
Donderdagavond tot 9 uur. Ook dit Red.eerst het oordeel vea het vofe
punt telt practixch geen voorstanders.! vraagt."