Ciefde
5
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1949
VITA VONK WINTERZON BIRD'S EYE KRISTAL
IRD'S EYE KRISTAL VITA VONK WINTERZON
Ik was geheim agent in oorlogstijd (20)
Een levensverhaal van elf getypte
pagina's - en allemaal gelogen
Gevaarlijk spel met S.D. om tijdwinst
(Van een speciale medewerker)
Volgende bedryf! Zodra Schreleder vertrokken is gaat er een andere S.D.-er op
E\jn plaats tegenover me zitten en begint een nieuw verhoor. Ik zal in het hoofd
kwartier geen ogenblik rust meer kragen totdat ik de tjjd gekomen acht om de
waarheid te zeggen. Maar ik wil zolang mogelQk liegen, om mtyn medewerkers,
die nog In vrijheid zyn, de gelegenheid te geven onder te duiken. De Duitsers
hebben dus nog wel even werk. Het zal een verhoor worden van 72 uren. En al
die tjjd zal ik geboeid zitten op dat ongemakkelijke ijzeren stoeltje.
De S.D.-er, die 't werk van Sohreieder
voorlopig overneemt ziet er sliuw uit. Ik
moet oppassen met die kerel. Hij noemt
zich Bokowsky en vraagt naar mijn
Ik kijk hem zwijgend
„Wilt u helemaal niet praten?" pleit
de man. En wanneer ik nog blijf zwijgen,
dondert hij plotseling met een stem, die
de muren doet trillen: „Zeg toch iets
„Jawohl", zeg ik, volkomen
„Dat is beter", zegt hij en glimlacht
onmiddellijk. „Laten we dit onderwerp
een ogenblik laten schieten. Bent U ge
trouwd?" Zo begint het verhoor. De twee
en zeventig uur worden één lange
eenschakeling van snelle vragen en ant
woorden die steeds mijn aandacht opeisen
en me dwingen op mijn hoede te zijn.
moeilijk zich voor te stellen hoe
uitputtend en enerverend dit zijn kan,
speciaal wanneer men er aan denkt, dat
minstens dehelft der vragen van on
schuldige aard is en nergens verband
houdtof schijnt te houden, want
kan nooit wetenVier
niet allemaal even sluw, maar
tegenzeglijk uiterst intelligent en allen
beroepsmensen, die elke acht uur afge
lost worden, vuren onophoudelijk hun
vragen op me af, soms hartelijk en vrien
delijk, dan weer zó woedend, dat ik ver
wacht, dat zij zullen ontploffen. Het
weer, roken, mijn das. schoenen, over
hemden met losse en vaste boorden, mijn
overjas, mijn lievelingslectuur, theater,
films, godsdienst, philosophic en duizen
den andere onderwerpen worden aange
sneden en rustig besproken tussen de
man, wiens beyrt het is en mij, op mijn
stoel tegen de muur.
De oorlog in het algemeen, de-morele
jde van de zwarte markt, weer de stof
an mijn pak, waar ik mijn schoenen
gekocht heb, Goethe en andere Duitse
dichters, of ik van sigaren houd, of ik
wil roken, Herrhoe was mijn
naam ook weer?
Dat punt, mijn ware naam, is het on
derwerp van hun nooit aflatende aan
vallen. Mijn tactiek is om mijn mond
den
hoe zij ook tieren. En
dan praten we weer rustig en normaal
andere onderwerpen. Maar het
vraagt een constante en diepe concen
tratie om niet in één van hun strikken
vast te lopen.
Gedurende de eerste ronde met Bo
kowsky heb ik eeh flater begaan. Na een
ter zake doende conversatie begint
hij de redenen te analyseren, waarom ik
weiger mijn naam te noemen. Lang-
tamerhand windt hij zich geweldig op,
lat ik volkomen onder de indruk kom,
daar mijn normale reactie op vrees
lechts stilzwijgen is, bereikt hij daarmee
>t veel. Dan wordt hij beledigend, niet
sarcastisch, intellectueel be-
igend. Hij slaagt er in de toon van het
(hele gesprek tot een dergelijke hoogte
met inbegrip van mijn
roedende tussenwerpsels, dat ik me in
lijn hartstocht een ogenblik laat gaan
schreeuw:
„Ik zal u één ding zeggen. Kranenburg
mijn ware naam niet, maar u met uw
lebbelijke manieren zult van mij nooit
eten komen!"
Öp hetzelfde ogenblik besef ik mijn
ilunder en zijn succes. Weer wordt hij
onder inspanning de vriendelijke en ge-
noedelijke man. „Ach, goed, dat hoeft u
nij niet te zeggen", zegt hij glimlachend.
Maar ik ben blij, dat mijn idee, dat u
valse naam opgaf, juist was!"
it incident doet me scherp op mijn
loede zijn. Ik doorzie hun tactiek nu
itel duidelijk. Zij proberen hun slacht
te irriteren, dat hij zichzelf
ergeet en in zijn woede de dingen zegt.
zij willen weten. Ik begin langzamer -
and de doeltreffendheid der Duitse
Gründlichkeit" te leren kennen, hun
rondigheid, die hen in staat stelt door
eduldige en aanhoudende arbeid een
Dlide muur af te breken, zodra ze ook
war de kleinst mogelijke barst gevon-
en hebben-
Klaarblijkelijk is het hun eerste en
mijn ware naam te weten
Geinig of niets van wat ik als mijn
levensgeschiedenis" vertel, wordt in
wijfel getroffen of onderzocht en wan
eer de eerste ronde tegen middernacht
indigt, heeft Bokowsky niets te melden,
heb nog niet doorgeslagen, dat is alles!
De eindeloze reeks van vragen, die
eeds mijn volle aandacht eisen, heeft in
lijn geest een dergelijke hevige spanning
eroorzaakt, dat ik totaal uitgeput ben,
die bel voor de volgende ronde
lidt. Ik voel me zo onbeschrijfelijk moe,
at ik nu begin te begrijpen hoe mensen
ader deze omstandigheden tot bekente-
issen komen.
Het ziet er naar uit, dat de nieuwe
inde ruiwer gaat worden. In de eerste
laats is de ondervrager niet zo sym-
athiek als Bokowsky- Het is een don-
middelbare leeftijd met
ruige wenkbrauwen en een diepe, onaan
gename stem. Maar zijn assistent jaagt
mij de meeste angst aan. Het is een
dikke, te zorgvuldig geklede man, een
„gewone man" in de ongunstige beteke
nis van het woord- Zijn haren zijn ge
permanent en om hem heen hangt de
sterke lucht van eengoedkoop parfum.
Hij heeft een rond, kleurloos gezicht,
kleine varkensoogjes en 'n laag voor
hoofd onder zijn naar Pruisische snit ge
knipte haren. Een echt Lombroso-type!
Op het ogenblik, dat hij binnenkomt,
keert mijn vrees voor een harde behan
deling terug en aanvankelijk ziet het er
ook naar uit, dat deze vrees gerechtvaar
digd wordt.
Terwijl de anderen hun jassen uittrek
ken en hun actetassen uitpakken, komt
hij mijn handboeien, controleren"- Hij
trekt de boei om mijn linkerpols zó vast
aan, dat het ijzer diep in mijn vlees
mijn vrienden voor mij zou willen ster
ven? Ha, ha, dan heb ik het bij het ver
keerde eind. Hij weet wel beter! Dan
begint hij weer over zijn ervaring
zijn intuïtie- Hoe is mijn ware naam?
Nee, die kan niet Kranenburg zijn, om
dat dat op mijn P.B. staat en dat is vals
Dat zou zelfs een- kind kunnen zien
Wanneer ik énige eerbied voor zijn vak
kennis gehad heb, is die thans zeker ver
dwenen, daar mijn P.B. toevallig ever
écht is als zijft eigen papieren- Ik heb
het van een vriend op het Bevolkings
register gekregen.
„Veronderstel, dat ik u alles vertel,
komen de andere menseri dan te weten,
dat ik doorgeslagen heb?", vraag ik met
een ernstig gezicht.
Ik verzeker u. dat zij dat nooit zullen
weten. Daarop geef ik u mijn woord."
Hij wordt hoopvol
Weer verander ik van plan en houdt
mijn mond. Weer redeneert hij.
ik rechtop zitten en zeg zenuwachtig, dat
ik dit niet meer kan uithouden- Ik zal
praten! De man-van-ervaring is opge
togen, zegt dat ik verstandig ben, biedt
onmiddellijk een sigaar aan, geeft
van zijn eigen limonade en beveelt
hel onaangename type achter de schrijf
machine te gaan zitten en mijn bekenté
is op te nqmen.
Welaan dan, hoe is uw naam?
„Kranenburg! Johan Ferdinand Kra
nenburg!"
„Begint u nu wéér?"
„Doet u niet zo idioot." val ik krachtig
it. ..Heb ik gezegd dat ik praten
niet? Begint u nu niet te denken, dat
zo slim bent. Dat P-B. is volkomen
echt! U kunt opnemen wat ik zeg
anders hóud ik mijn mond dicht! U kunt
het morgen controleren, dus wa:
ik liegen?"
t is een opmerkelijk feit, dat ge
schreeuw veel indruk op een Duitser
maakt. Mijn tegenstander zwijgt een
ogenblik en besluit dan me te geloven-
Gedurende de volgende zes uur vertel
een verhaal, mijn ondervrager kleedt
:t in officiële termen in en het Lom
broso-type werkt als een gek' op de
schrijfmachine. Het is een- volledig „ver
haal van mijn leven", waarin ik mijn
schoolopleiding gekregen heb op een fic
tief gymnasium, op een scheepvaart
kantoor in Antwerpen gewerkt heb, in
aanraking kwam met zwarte handelaars
voorts. Ik heb koelbloedig mijn
ouders, broers en zusters laten overlijden,
jmijn huwelijksband verzaakt en een ver
warrende massa vrienden algemeen
zwart afgeschilderd. Dit alles komt
zonder commentaar zwart op wit- Slechts
zelden ergert de man zich, dat hij
0W
morgen zijn, als ik aan het eind van mijn
verhaal kom De man met de ruige
wenkbrauwen leest op een dreun de elf
getypte vellen voor, waarbij ik
verbeteringen aanbreng,
feiten niet precies zo weergeven als ik
ze „heb meegemaakt". Tenslotte moet ik
zowel het prigineel als de zes doorslagen
ondertekenen en met een vreemd gevoel
in mijn maag schrijf ik: Johan- Ferdinand
Kranenburg. Daarna komt er een sigaret
en een stuk brood met wat limonade en
kort daarop arriveert de nieuwe verhoor-
ploeg onder leiding van Bokowsky-
„En? Hoe voelt u zich?" begroet hij
me hartelijk en steekt zijn hand uit om
de mijne te schudden. Voor ik tijd heb
te reageren, zegt de ms
ring met een zeer ernstige,
stem en een sterke poging on
wekkend mogelijk te doen:
„Hij heeft gesproken!"
Over Bokowsky's ronde gezicht glijdt
•n trek van grote verbazing. Verwon
derd staart hij zijn collega aan en wendt
zich dan ongelovig tot mij: Heeft u ge
sproken? Nou, dat is een teleurstelling
Dat had ik nooit gedacht. U
bent een lafaard!"
Zijn opmerkingen zjjn gemeend- Hij is
wérkelijk teleurgesteld. Ik heb bij som
mige Duitsers een soort sportiviteit op
gemerkt, een zekere eerbied voor
iemands overtuiging en werk.
een schande, Herreh
Herreh, hoe is Uw eigenlijke naam,
vraag ik me af- Laat me die papieren
zien!" Bokowsky werpt één blik op
handtekening en barst dan in een
bulderend gelach uit. „Die is goed! Lieber
Gott. jullie zijn er in gevlogen. Dit is
waardeloos! Hij vertelde me gistermiddag
dat zijn naam niet Kranenburg is, dus is
dit alles een verzinsel, volkomen waarde
loos. Jullie kunnen het wel verscheuren,
riff en hij scheurt één vel doormidden'
houdt de stukken spottend tussen
vinger en duim vast.
Ik heb niet de moed' naar de anderen
te kijken.
,Dus (Jat is een valse verklaring, hè?"
zegt de diepe stem lijzig, nog onaange
namer dan anders
Allemaal leugens," lacht Bokowsky.
„Gewoon om jullie bezig te houden, wed
ik! Herr Kranenburg," roept hij en komt
weer op me af en schudde me vrolijk de
hand. „Mijn eerlijke complimenten. Dit
s buitengewoon aardig. Nu maakt u mijn
erwachtingen niet te schande"
Bokowsky is een vreemde Duitser Ik
glimlach tegen hem. Hij staart me aan
De andere man verlaat zonder een
woord te zeggen de kamer, maar het
moordenaarstype blijft voor mij staan.
Van onder zijn doorlopende wenkbrau-
kijkt hij me scherp aan. „Wir kom-
noch einmal zurück!" Dan maakt hij
beweging alsof hij me in mijn ge
zicht wil slaan! maar houdt zich in en
vertrekt.
Bokowsky schuift de atoel recht en be
gint een nieuw verhoor
Tot ik me overgeef aan Schreieder, na
ernstige afmatting
.„Wij zullen dan, Marijke-kind
nu volken weer te ivapen gaan,
met stil gevouwen handen, dicht,
en biddend bij je blijven staan"
.ijdt, rukt er dan een paar maal aan,
grijnst sadistisch en waarschuwt me om
rustig te zijn. Anders
In dit stadium neemt de leider de
affaire over. Ik krijg de indruk, dat hij
de andere man niet erg mag en afkerig
staat» tegenover zijn methoden, doch hij
doet niets om mijn pijn te verlichten- Hij
gaat tegenover me zitten, steekt een
sigaar op en begint in bijna officiële ter-
te praten.
moet begrijpen-, zo zegt hij, dat hij
en twintig jaar ervaring bij de
recherche heeft, dat niemand er ooit in
geslaagd is tegenover hem in zijn stil
zwijgen te volharden, dat ik mijn eggen
onaangename toestand slechts rek, dat
ik op lankmoedigheid kan rekenen,
kortom: de gewone preek om me ver
standig te gedragen. Ik heb hard rust
nodig, rust na al dat ingespannen naden
ken. Hoe kan ik voorkomen, dat dit ge
vraag opnieuw begint! Om tijd te win-
doe ik een beroep op zijn menselijke
gevoelens en zeg, dat hij schijnt aan te
>n. dat ik iets te verbergen heb en
als dat zo is, dat hij dan natuurlijk be
grijpt, dat er andere mensen bij betrok
ken zijn. Indien ik zou spreken, zou dit
betekenen, dat ik de anderen zou ver
raden Kan hij niet begrijpen, dat dit een
kwestie van eer is?
Wederom houdt hij een lange rede
tegen me en bewijst me. dat het geen-
verraad zou zijn, doch zuiver „verstan
digheid". Denk ik nu heus, dat één van
weinig houvast aan mijn verhaal heeft.
Hij verkiest, aan de 'episode van mijn
ouders te twijfelen en dwingt me zo
doende tot een uitvoerige beschrijving
van mijn vaders ziekbed, mijn moeders
liefde voor hem en zelfs een beschrijving
van een niet bestaand familiegraf op een
kerkhof, dat ik nooit bezocht heb.
Het is een geweldige ontspanning, dat
ik niet behoef te denken en alleen maar
mijn verbeelding de vrije loop kan laten
:~i het besef, dat de waarheid toch niet
oor de volgende morgen ontdekt kan
orden, kortom, ik verkeer in omstan
digheden, die even verkwikkend.werken
"s een lange nachtrust
De reacties van de vier mannen zijn
ler verschillend. De leider van de groep
klaarblijkelijk zeer tevreden met deze
gemakkelijke overwinning, de bandiet
aan de schrijfmachine duidelijk merk
baar ontevreden, dat hij zo hard- moet
werken en nu en dan ietwat sceptisch,
terwijl de twee anderen, die bij het ver
hoor tegenwoordig zijn, slaperig Duitse
kranten zitten te lezen. Over het alge-
is de atmospheer vredig, hoewel de
diepe nachtelijke stilte buiten me soms
adembenemend dreigend aandoet.
Het zal ongeveer zeven uur in de
Trein rijdt op station Den Haag H.S.
uit de rails en ramt seinbrug
Doordat een wissel ontijdig werd omgetrokken
(Van een onzer verslaggevers)
Tijdens het rangeren van twee aar
elkaar gekoppelde lege electrische trein
stellen heeft zióh vannacht om 0.45 uui
op het Hollandse Spoorstation te Den
Haag eën ontsporing voorgedaan, welke
zulk een ravage teweegbracht, dat het
verkeer naar Leiden en Rotterdam-Hof
plein langdurig gestagneerd is.
Door een fout van een der leden
het personeel van 'het seinhuis bij de
Trekvlietoweg, ten Noorden van 'het H.S.
station, werd ontijdig een wissel onder
de rijdende treinstellen „getrokken". Het
gevolg was, dat deze trein op 2 sporen
ging rijden en daardoor als het
elkaar wrong. Een treinstel ontspoorde
hierdoor en reed met een harde klap
tegen de middelste steunpaal van een
seinbrug, die het gehele emplacement
gedeeld, die opmerkte, dat de taak
Griep - Togal
Bij het eerste teken van griep (of
nog beter als voorbehoedmiddel)
gebruik Togal-tabletten, die o.a.
Kinine bevatten. Het is 't bekende
en beproefde middel tegen rheuma-
tiek, spit, ischias, griep, hoofd- en
zenuwpijnen. Bij ap. en drog. f 0.83.
gouverneur in Triëst onmogelijk is ge
worden. Ook Frankrijk stond achter de
verklaring van de afgevaardigde der
Ver. Staten. De impasse duurt dus voort.
Rusland voert weer obstructie en wenst
regelingen te saboteren.
Malik haalt gouverneur voor „Vrijstaat-
Triëst" uit de sloot
Nu „Westelijken" het gebied aan Italië willen teruggeven
Rusland heeft In de Veiligheidsraad medegedeeld, dat het de candldatuur voor het
gouverneurschap van Triëst van de vroegere Zwitserse gezant te Moskou, kolonel
Herman Fluckiger heeft goedgekeurd. Volgens A.P. was zulks in Lake Success eer
verrassing, omdat Engeland reeds vroeger een dusdanig voorstel had ge
daan, maar toen werden alle candldaten door Rusland verworpen.
Russische omzwaai wordt door
oudere gedelegeerden te Lake Success
gezien als een stap, om recente Ameri
kaanse. Britse en Franse voorstellen, om
Triëst aan Italië terug te geven, er dus
niet 'n vrij gebied van te maken, te ver
ijdelen.
Malik deed deze onverwachte aankon
diging na een rede. waarin hij Amerika
en Engeland ervan beschuldigde, de "re
geling van de gouverneurskwestie op
zettelijk te vertragen. Het doel zou zijn,
de bezetting van Triëst door Brits-Ame
rikaanse troepen te doen voortduren.
Maar wat merkte de Amerikaan, War
ren Austin, op? Hij zei, dat de Joego
slavische zone van Triëst in feite was
ingelijfd bij de politiestaat, waar
door een onafhankelijke en democrati
sche status van het gebied onmogelijk
werd gemaakt. Het vorige jaar hebben
Engeland, de Ver. Staten en Frankrijk
aan Rusland voorgesteld, het vredesver
drag met Italië te herzien en Triëst aan
Italië terug te geven. Vandaar, dat een
discussie in de Veiligheidsraad over het
gouverneurschap geen enkel construc
tief doel zou dienen, zolang de kwestie
niet door diplomatieke onderhandelingen
met de andere betrokken mogendheden
is geregeld. De teruggave van Triëst aan
Italië is de enige oplossing; deze ziens
wijze werd door de Britse afgevaardigde
Wetsontwerp onteigening Pers
wezen ingetrokken
Minister Rutten heeft, daartoe gemach
tigd door H.M. de Koningin, aa<n de
Tweede Kamer meegedeeld, dat het ont
werp van wet inzake onteigening op het
gebied van het perswezen, wordt inge
trokken.
(Bij de behandeling van de wet Nood
voorziening Perswezen werd, door aan
neming van een de Regering onwelge
vallig amendement-Burger, in de wet op
genomen een regeling voor onteigening
van drukpers-installatie, met name ter
bescherming van de belangen der ille
gale pers uit de bezettingstijd. Minister
Gielen, de werking van deze artikelen
willende omzeilen, kwam geruime tijd
daarna met een speciaal wetsontwerp, dat
deze onteigening op een andere rechts
grond wilde regelen. Hiertegen is van
vele zyden verzet gerezen en de opvol
ger van dr Gielen, minister Rutten. heeft
thans dit ontwerp weer ingetrokken.
OBLIGATIELENING R. S. STOKVIS
EN ZONEN
Bij de R'damse Bank en de Ned. Han
del Mij. wordt op 28 Febr. de inschrij
ving opengesteld op f 6.000.000 3147e
converteerbare obligatiën met 25-jarige
looptijd, in stukken van f 1000, ten laste
der N.V. Handelmij. R. S. Stokvis en
nen te R'dam, tot de koers van 1007e.
eta-Berer
Cctoé Kachelpasta
HOUDT STAND
Door H. Hollander
is.
„Ik heb Bakker verboden op de boer
derij te komen", zegt hij, als hij met
fijjr vrouw en Sjaan alleen is. „Het moet
en voorgoed uit zijn. Dit is mijn
laatste woord in deze vervelende zaak.
nu geen gemor meer. 'k Heb het
land aan zure gezichten en aan herrie'
r was geen enkele reden, om Klaas
Bakker te verbieden hier te komen.
Maar het is gebeurd. We leggen ons er
bij neer. Peter. Ik zal nu de boodschap
pen elke week door Lambert laten ha
len", zegt de boerin, eenvoudig weg.
„Dat is jouw zaak. Het gaat er niet
n, die mensen het brqod uit de mond
te stoten. Die twee mogen elkaar niet
eer zien, dat is alles".
Zonder een woord te zeggen, heeft
Sjaan het vertrek verlaten.
„Die maatregel baat niet. Peter. Die
twee hebben elkaar trouw beloofd.
Daaraan kunnen jij noch ik iets ver
anderen".
„We zullen dat wel eens zien, zegt
Tuininga.
Hij z a 1 inderdaad zien. Maar heel
ders dan hy vermoedt en aanvankelijk
wil.
Er verlopen enige maanden. Sjaan
houdt woord. Zij ontmoet Klaas niet. Al
léén elke Zondagmorgen en -midag,
wanrteer zij tenminste op de boerderij
kan worden gemist niet steeds kan zy
tweemaal ter kerk zien ze elkaar. En
dan zijn hun blikken voldoende. Die
blijven zeggen: het komt nog wel voor
elkaar, heb geduld. Dat zegt tenminste
de blik van Sjaan. Klaas gaat twijfelen.
Er komt niets van. Hoe zou dat kun
nen? Tuininga heeft zijn veto uitge
sproken.
Tot opeens Lambert van de „Zand-
hoeve" niet alleen de boodschappen ha
len komt, maar ook een briefje van
Sjaan meebrengt. Het zijn slechts een
paar woorden: Ik moet je spreken,
Klaas; het bevel van vader moet voor
een enkele maal overtreden worden.
De plaats der ontmoeting en het uur
wordt er in vermeld.
Als Gertjan Klaas vraagt, die avond
iets te doen, zegt deze: „Vanavond kan
ik niet. Ik moet bepaald weg".
Gertjan, zijn vrouw en Adriana zijn
op de hoogte. Het zou natuurlijk toch
uitgekomen zyn. Maar Klaas heeft, on
geveer een week na zyn laatste bezoek
aan de „Zandhoeve", hen ingelicht. Het
is precies zo uitgekomen, als vader en
moeder gedacht hebben. En wat doet
Klaas nu? Ja. even wachten, zoals ook
Sjaan wil. Zè zullen elkaar wel weer
ontmoeten en praten. Zó kan het van
zelf niet blijven. Weet hij wel zeker, dat
het niet afgelopen is? O ja. Klaas weet
het zeker, heeft hij gezegd. Maar hij
heeft géén zekerheid. Alleen de twijfel
is zijn hart binnengeslopen. Nu komt
daar dat briefje van Sjaan. Zou er iets
bijzonders zijn?
Het is niet, wat hij verwacht. Als ze
bij elkaar zijn, zegt Sjaan alleen, dat zy
hem even spreken moest. Zij heeft het
zo eenzaam. Neen, vader is nog niet ver
anderd, maar het is volstrekt niet on
mogelijk, dat het in orde komt. Dat heeft
zy liever, dan zonder toestemming van
vader verloven.
„En als je vader nu nietvraagt
Klaas.
„Ik hoop niet, dat het zover moet ko
men, Klaas. Ik houd zoveel van mijn
vader. Moeder zegt ook: wacht nog even,
misschienEn anders, ja, ik kan je
niet loslaten, jongen. Ik wil dat ook
niet
Die woorden klinken als muziek in de
oren van Klaas. Hij drukt Sjaan tegen
zich aan en die leunt behagelijk. Ze nes
telt zich in zijn armen.
„Nu moet ik weer weg, jongen. Blyf
aan mij denken. Er komt wel een ogen
blik. als vader ziet. dat ik niet van me
ning verander, dat het in orde komt",
zegt ze vol vertrouwen. „Wij houden
van elkaar. We horen bij elkaar. Niets
kan ons scheiden".
Zo kan Klaas weer naar Wéstvoort
terugkeren. Zij heeft hem een schrale
troost meegegeven. Misschien komt het
moment. Maar als dat nu niet komt?
Hy moet toch eenmaal zekerheid heb
ben. Dan moet het maar hard tegen
hard. Zy kunnen ook trouwen zopder
toestemming van de boer. Er üjn nog
kantonrechters. Als Sjaan werkelijk van
hem houdt en dat is buiten kijf
dan moet zij haar vader trotseren. Zij
hebben beiden de leeftijd. Zy houden
ontzaglijk veel van elkaar. En het
gaat tijd worden, dat hij zyn vrouw bin
nenhaalt. Er is verandering op komst.
De annexatie-gedachte zweeft door de
lucht. Het vraagstuk is opgeworpen En
het laat de geesten niet met rust. Maas
land groeit bedenkelijk naar Westvoort
toe. Zeg, dat er nog tien woningen neer
gezet worden en wat betekenen tien
huizen voor eén stad, die de honderd
duizend inwoners gepasseerd is? dan
worden de huizen van Westvoort ge
raakt. In Maasland zeggen ze: het is
voor ons een levensbelang, dat West
voort geannexeerd wordt.
Het probleem is opgeworpen, het heeft
zich vanzelf naar voren gedrongen. Het
proces is niet te stuiten geweest. En het
eind van het lied is, nu de Gedeputeer
de Staten der provincie gunstig hebben
geadviseerd, dat bij de Tweede Kamer
het wetsontwerp is ingediend, dat be
doelt Maasland te verenigen met West
voort, terwijl de gemeente Nedervoort,
dat een deel verliest, schadeloos gesteld
wordt door bijvoeging van Mildam.
Met de idee, die dan nu belichaamd
wordt in een concreet voorstel zyn de
mensen al zo vertrouwd geraakt, dat er
geen verrassing meer is. Het jonge ge
slacht van Westvoort juicht de annexa
tie van ganser harte toe. Ook wel de
ouderen. Maar er zijn er. die het hoofd
schudden. (Wordt vervolgd)
overspant. De steun knapte af en de sein
brug kwam op de bovenleiding terecht.
De draden braken niet door, maar gingen
slap hangen, zodat alle sporen in de rich
ting-Leiden en Rotterdam-Hofplein niet
berijdbaar waren. Na de ontsporing ging
onmiddellijk de herstelploeg van het H.
S.-station aan het werk, zodat bij aan
vang van de dienst hedenmorgen een
spoor naar Leiden voor Dieseltreinen be
rijdbaar was. De andere diensten werden
vandaag als volgt onderhouden: Rotter
damDen Haag per electrische, te Den
Haag per Diesel naar Leiden en daar
weer overstappen *in een electrische voor
Amsterdam. Naar RotterdamHofplein
ging het met bussen van de N.S. naai
Voorburg-Leidschendam en vandaar weei
per electrische naar Rotterdam. Men ver
wachtte, dat de opruimings- en herstel
werkzaamheden de gehele dag zouden
duren. Er deden zich geen persoonlijke
ongelukken voor.
De D-treinen naar Parijs en de boot
treinen naar Hoek van Holland werden
over Utrecht geleid. Met een grote kraan
wagen uit Utrecht heeft men eerst de
seinbrug omhooggehaald, daarna werd de
gebroken steunpaal door een andere ver
vangen en de draden herspannen.
Op het terrein van de ramp waren
aanwezig: de president der N.S. ir F. Q.
den Hollander, de directeur ir G. F. H.
Giesberger en de hoofdingenieurs van de
weg, fractie en seinwezen.
Wij spraken nog even met ir Gies
berger: „Den Haag H.S. is wel een echt
pech-station", zo zei hij. „Er is zó de
laatste tijd nog al eens wat gebeurd. Als
wij een melding van iets binnen krijgen,
dan zeggen wij al: „O, dat zal wel in Den
Haag zijn". De heer Den Hollander ver
klaarde, dat hij er volmondig voor uit
kwam, dat deze ontsporing te wijten is
aan een fout, door eeh der leden van het
personeel gemaakt en voegde ons toe:
„Zet het maar gerust in de krant".
De totale vertraging op de reis Rot
terdamAmsterdam, bedroeg een half u.
Chr. Historisch Zuidholland
komt bijeen
Op grote toogdag in Den Haag op 2 Maart.
Voor de grote toogdag van de Kamer
kringen Den Haag, Dordrecht, Leiden en
Rotterdam van de Christelijke Historische
Unie op Woensdag 2 Maart in de Dieren
tuin te Den Haag is thans het volledige
programma vastgesteld. Des morgens
wordt deze massale bijeenkomst geopend
met een wijdingswoord van ds Jac. Poort,
waarna om 10.30 verschillende excursies
naar bezienswaardigheden in Den Haag
zullen beginnen. Des middags worden vijf
sectievergaderingen gehouden. Mr dr F.
A. Helmstrijd, griffier van de Staten van
Zuid-Holland spreekt over het woning
vraagstuk, de heer K. Pijl over industria
lisatie. Het agrarische probleem wordt
besproken door de heer C. van Dijk. die
het gebruik dercultuurgronden zal be
spreken en de heer W. P. Cnossen. die
over „emigreren" spreekt. Zuster Frida
de Jong uit Rotterdam behandelt het on
derwerp „De vrouw en de sociale vraag
stukken."
Des avonds spreekt voor de voltallige
vergadering, de voorzitter van de C.H.U.,
de heer H. W. Tilanus. Vier koren, onder
leiding van Paul Pul, verlenen voorts hun
medewerking en wel het Jeugddienst-
koor uit Den Haag, het Ned. Herv. Kerk
koor uit Rotterdam, de gemengde zang
vereniging „Looft den Heer" uit Katwijk
en het Herv. Kerkkoor uit Den Haag. De
pijpers van de C.J.M.V. Rustenburg
treden bovendien op. De toogdag wordt
gesloten door ds H. J. Groenewegen.
Kerken steunen boekenactie voor
zeelieden
In alle Protestantse kerken in ons land
zal Zondag a s. bij de ingang de gelegen
heid worden geboden boeken af te ge
ven voor onze zeelieden. Het initiatief
voor deze actie is uitgegaan van de Bi
bliotheek voor Zeevarenden te Rotter
dam. gesticht door de Ned. Zeemancen
trale en de Ned. Chr. Zeeliedenvereni
ging.
Henri Gagnebin uit Genève speelde in R'dam
Concert voor het Prot. Chr.
Cultuurwerk
Het Prot. Chr. Cultuurwerk en de Chr.
Culturele Raad te R'dam, die reeds in
de_ oorlog werden geroemd, doch eerst
in Sept. '45 officieel voor het voetlicht
traden, hebben op hun veelzijdig pro
gramma een grote plaats ingeruimd aan
orgelconcerten. Zo had men gisteravond
in de Nieuwe Zuiderkerk aan de West-
zeedijk te R'dam een concert georgani
seerd door de Zwitserse hoewel in
Luik geboren organist Henri Gagne
bin uit Genève, die vooral bekendheid
verkreeg door zijn psalmbewerkingen
en door zijn, reeds in ons land uitgevoerd
Requiem „La Vandté du Monde". Wie
indertijd dit requiem hoorde, zal zeker
overtuigd zijn geworden van de grote
capaciteiten van Gagnebin op het gebied
der vocale compositie. De verschillende
stemmen zijn transparant en logisch op
gebouwd en harmonisch heeft het werk
fraaie gematigd moderne vondsten.
De instrumentale partij is aanmerkelijk
zwakker en ditzelfde bleek ons ook gis
teravond in R'dam. Gagnebin's Psalm 100
voor koor en orgel is vocaal uitnemend
geschreven, maar heeft, naar het ons bij
eerste auditie voorkwam, in de orgel-
partij te weinig relief, te weinig zelf
standigheid in de stemvoering. Door het
streven naar eenheid tussen orgel en
koor is er een zekere monotonie ont
staan. Gagnebin heeft zich. in de orgel-
partij niet los weten te maken, van het
koor. In zijn Kerksonate voor orgel en
trompet ligt eenzelfde verschijnsel. Eer
lijk gezegd is de trompetpartij in dit
werk overbodig; zy is niet meer dan een
melodische versterking van de orgel-
partij. Ook hier dus de grote afhanke
lijkheid van elkaar in beide partyen. nog
afgezien van het feit, dat deze sonate
compositorisch wel een heel erg vrije so
nate is en in de thematische ontwikke
ling weinig interessants heeft. Gagnebin's
„Pièces sur les Psaumes huguenots" zijn
wel heel erg illustratief gedach:. vooral
die op Ps. 29:2. Het zijn eigenlijk meer
vrije improvisaties, die meer te maken
hebben met associatie dan inspiratie. De
psalmwoorden hebben Gagnebin ge
bracht tot een „muziek in de ban der
letteren" en niet tot een zuiver-muzikale
en vormvaste conceptie, ondanks een
enkel fugatisch karakter. De psalmen
werden voorbeeldig gezongen door de
Chr. Motet- en Oratoriumver. oJ.v. Lau
rens van Wingerden, welk koor ook de
Cantate „Befiehl dem Engel" van Bux-
tehude stijlvol vertolkte. Kees Valten
speelde kundig de trompetpartij in de
sonate. Als solist hoorden we Gagnebin
in Bach's Es-dur en in Franck's Choral
II. De registratie konden we niet be
wonderen: de Bazuin 32' was volkomen
overbodig. Alles klonk te troebel, te wei
nig gearticuleerd en te onrhythmisch.
We meenden deze opmerkingen te moe
maken, om onze eigen organisten
recht te laten wedervaren. Zij zijn niets
nder belangrijk dan Gagnebin. die op
21 Febr. hetzelfde concert geeft in de
Houtrustkerk te Den Haag.
Corn. Basoski.
Een jaar gevangenisstraf wegens
aan moedwil en sabotage grenzende na
latigheid, legde de Krijgsraad in Indo
nesië een Nederlandse militaire chauf
feur op, die verzuimd had, de hoeveel
heid" olie in het carter van zijn wagen
regelmatig te controleren, waardoor de
motor ernstig werd beschadigd. De eis
was 4 maanden.
Op Hollum (Ameland) kan men deze merkwaardige terrein-afzetting van
walviskaken aantreffen. Z(j dateren alt de 17e en 18e eeuw, toen vele Ame
landers deel namen aan de walvisvaart. Van hun reizen namen zy de kaak
beenderen mee en gebruikten deze, by gebrek aan hout, voor de afrastering.
Dit is het „Kakebeenlaantje"