Ciefde 5 VRIJDAG 18 FEBRUARI 1949 VITA VONK WINTERZON BIRD'S EYE KRISTAL IRD'S EYE KRISTAL VITA VONK WINTERZON Ik was geheim agent in oorlogstijd (20) Een levensverhaal van elf getypte pagina's - en allemaal gelogen Gevaarlijk spel met S.D. om tijdwinst (Van een speciale medewerker) Volgende bedryf! Zodra Schreleder vertrokken is gaat er een andere S.D.-er op E\jn plaats tegenover me zitten en begint een nieuw verhoor. Ik zal in het hoofd kwartier geen ogenblik rust meer kragen totdat ik de tjjd gekomen acht om de waarheid te zeggen. Maar ik wil zolang mogelQk liegen, om mtyn medewerkers, die nog In vrijheid zyn, de gelegenheid te geven onder te duiken. De Duitsers hebben dus nog wel even werk. Het zal een verhoor worden van 72 uren. En al die tjjd zal ik geboeid zitten op dat ongemakkelijke ijzeren stoeltje. De S.D.-er, die 't werk van Sohreieder voorlopig overneemt ziet er sliuw uit. Ik moet oppassen met die kerel. Hij noemt zich Bokowsky en vraagt naar mijn Ik kijk hem zwijgend „Wilt u helemaal niet praten?" pleit de man. En wanneer ik nog blijf zwijgen, dondert hij plotseling met een stem, die de muren doet trillen: „Zeg toch iets „Jawohl", zeg ik, volkomen „Dat is beter", zegt hij en glimlacht onmiddellijk. „Laten we dit onderwerp een ogenblik laten schieten. Bent U ge trouwd?" Zo begint het verhoor. De twee en zeventig uur worden één lange eenschakeling van snelle vragen en ant woorden die steeds mijn aandacht opeisen en me dwingen op mijn hoede te zijn. moeilijk zich voor te stellen hoe uitputtend en enerverend dit zijn kan, speciaal wanneer men er aan denkt, dat minstens dehelft der vragen van on schuldige aard is en nergens verband houdtof schijnt te houden, want kan nooit wetenVier niet allemaal even sluw, maar tegenzeglijk uiterst intelligent en allen beroepsmensen, die elke acht uur afge lost worden, vuren onophoudelijk hun vragen op me af, soms hartelijk en vrien delijk, dan weer zó woedend, dat ik ver wacht, dat zij zullen ontploffen. Het weer, roken, mijn das. schoenen, over hemden met losse en vaste boorden, mijn overjas, mijn lievelingslectuur, theater, films, godsdienst, philosophic en duizen den andere onderwerpen worden aange sneden en rustig besproken tussen de man, wiens beyrt het is en mij, op mijn stoel tegen de muur. De oorlog in het algemeen, de-morele jde van de zwarte markt, weer de stof an mijn pak, waar ik mijn schoenen gekocht heb, Goethe en andere Duitse dichters, of ik van sigaren houd, of ik wil roken, Herrhoe was mijn naam ook weer? Dat punt, mijn ware naam, is het on derwerp van hun nooit aflatende aan vallen. Mijn tactiek is om mijn mond den hoe zij ook tieren. En dan praten we weer rustig en normaal andere onderwerpen. Maar het vraagt een constante en diepe concen tratie om niet in één van hun strikken vast te lopen. Gedurende de eerste ronde met Bo kowsky heb ik eeh flater begaan. Na een ter zake doende conversatie begint hij de redenen te analyseren, waarom ik weiger mijn naam te noemen. Lang- tamerhand windt hij zich geweldig op, lat ik volkomen onder de indruk kom, daar mijn normale reactie op vrees lechts stilzwijgen is, bereikt hij daarmee >t veel. Dan wordt hij beledigend, niet sarcastisch, intellectueel be- igend. Hij slaagt er in de toon van het (hele gesprek tot een dergelijke hoogte met inbegrip van mijn roedende tussenwerpsels, dat ik me in lijn hartstocht een ogenblik laat gaan schreeuw: „Ik zal u één ding zeggen. Kranenburg mijn ware naam niet, maar u met uw lebbelijke manieren zult van mij nooit eten komen!" Öp hetzelfde ogenblik besef ik mijn ilunder en zijn succes. Weer wordt hij onder inspanning de vriendelijke en ge- noedelijke man. „Ach, goed, dat hoeft u nij niet te zeggen", zegt hij glimlachend. Maar ik ben blij, dat mijn idee, dat u valse naam opgaf, juist was!" it incident doet me scherp op mijn loede zijn. Ik doorzie hun tactiek nu itel duidelijk. Zij proberen hun slacht te irriteren, dat hij zichzelf ergeet en in zijn woede de dingen zegt. zij willen weten. Ik begin langzamer - and de doeltreffendheid der Duitse Gründlichkeit" te leren kennen, hun rondigheid, die hen in staat stelt door eduldige en aanhoudende arbeid een Dlide muur af te breken, zodra ze ook war de kleinst mogelijke barst gevon- en hebben- Klaarblijkelijk is het hun eerste en mijn ware naam te weten Geinig of niets van wat ik als mijn levensgeschiedenis" vertel, wordt in wijfel getroffen of onderzocht en wan eer de eerste ronde tegen middernacht indigt, heeft Bokowsky niets te melden, heb nog niet doorgeslagen, dat is alles! De eindeloze reeks van vragen, die eeds mijn volle aandacht eisen, heeft in lijn geest een dergelijke hevige spanning eroorzaakt, dat ik totaal uitgeput ben, die bel voor de volgende ronde lidt. Ik voel me zo onbeschrijfelijk moe, at ik nu begin te begrijpen hoe mensen ader deze omstandigheden tot bekente- issen komen. Het ziet er naar uit, dat de nieuwe inde ruiwer gaat worden. In de eerste laats is de ondervrager niet zo sym- athiek als Bokowsky- Het is een don- middelbare leeftijd met ruige wenkbrauwen en een diepe, onaan gename stem. Maar zijn assistent jaagt mij de meeste angst aan. Het is een dikke, te zorgvuldig geklede man, een „gewone man" in de ongunstige beteke nis van het woord- Zijn haren zijn ge permanent en om hem heen hangt de sterke lucht van eengoedkoop parfum. Hij heeft een rond, kleurloos gezicht, kleine varkensoogjes en 'n laag voor hoofd onder zijn naar Pruisische snit ge knipte haren. Een echt Lombroso-type! Op het ogenblik, dat hij binnenkomt, keert mijn vrees voor een harde behan deling terug en aanvankelijk ziet het er ook naar uit, dat deze vrees gerechtvaar digd wordt. Terwijl de anderen hun jassen uittrek ken en hun actetassen uitpakken, komt hij mijn handboeien, controleren"- Hij trekt de boei om mijn linkerpols zó vast aan, dat het ijzer diep in mijn vlees mijn vrienden voor mij zou willen ster ven? Ha, ha, dan heb ik het bij het ver keerde eind. Hij weet wel beter! Dan begint hij weer over zijn ervaring zijn intuïtie- Hoe is mijn ware naam? Nee, die kan niet Kranenburg zijn, om dat dat op mijn P.B. staat en dat is vals Dat zou zelfs een- kind kunnen zien Wanneer ik énige eerbied voor zijn vak kennis gehad heb, is die thans zeker ver dwenen, daar mijn P.B. toevallig ever écht is als zijft eigen papieren- Ik heb het van een vriend op het Bevolkings register gekregen. „Veronderstel, dat ik u alles vertel, komen de andere menseri dan te weten, dat ik doorgeslagen heb?", vraag ik met een ernstig gezicht. Ik verzeker u. dat zij dat nooit zullen weten. Daarop geef ik u mijn woord." Hij wordt hoopvol Weer verander ik van plan en houdt mijn mond. Weer redeneert hij. ik rechtop zitten en zeg zenuwachtig, dat ik dit niet meer kan uithouden- Ik zal praten! De man-van-ervaring is opge togen, zegt dat ik verstandig ben, biedt onmiddellijk een sigaar aan, geeft van zijn eigen limonade en beveelt hel onaangename type achter de schrijf machine te gaan zitten en mijn bekenté is op te nqmen. Welaan dan, hoe is uw naam? „Kranenburg! Johan Ferdinand Kra nenburg!" „Begint u nu wéér?" „Doet u niet zo idioot." val ik krachtig it. ..Heb ik gezegd dat ik praten niet? Begint u nu niet te denken, dat zo slim bent. Dat P-B. is volkomen echt! U kunt opnemen wat ik zeg anders hóud ik mijn mond dicht! U kunt het morgen controleren, dus wa: ik liegen?" t is een opmerkelijk feit, dat ge schreeuw veel indruk op een Duitser maakt. Mijn tegenstander zwijgt een ogenblik en besluit dan me te geloven- Gedurende de volgende zes uur vertel een verhaal, mijn ondervrager kleedt :t in officiële termen in en het Lom broso-type werkt als een gek' op de schrijfmachine. Het is een- volledig „ver haal van mijn leven", waarin ik mijn schoolopleiding gekregen heb op een fic tief gymnasium, op een scheepvaart kantoor in Antwerpen gewerkt heb, in aanraking kwam met zwarte handelaars voorts. Ik heb koelbloedig mijn ouders, broers en zusters laten overlijden, jmijn huwelijksband verzaakt en een ver warrende massa vrienden algemeen zwart afgeschilderd. Dit alles komt zonder commentaar zwart op wit- Slechts zelden ergert de man zich, dat hij 0W morgen zijn, als ik aan het eind van mijn verhaal kom De man met de ruige wenkbrauwen leest op een dreun de elf getypte vellen voor, waarbij ik verbeteringen aanbreng, feiten niet precies zo weergeven als ik ze „heb meegemaakt". Tenslotte moet ik zowel het prigineel als de zes doorslagen ondertekenen en met een vreemd gevoel in mijn maag schrijf ik: Johan- Ferdinand Kranenburg. Daarna komt er een sigaret en een stuk brood met wat limonade en kort daarop arriveert de nieuwe verhoor- ploeg onder leiding van Bokowsky- „En? Hoe voelt u zich?" begroet hij me hartelijk en steekt zijn hand uit om de mijne te schudden. Voor ik tijd heb te reageren, zegt de ms ring met een zeer ernstige, stem en een sterke poging on wekkend mogelijk te doen: „Hij heeft gesproken!" Over Bokowsky's ronde gezicht glijdt •n trek van grote verbazing. Verwon derd staart hij zijn collega aan en wendt zich dan ongelovig tot mij: Heeft u ge sproken? Nou, dat is een teleurstelling Dat had ik nooit gedacht. U bent een lafaard!" Zijn opmerkingen zjjn gemeend- Hij is wérkelijk teleurgesteld. Ik heb bij som mige Duitsers een soort sportiviteit op gemerkt, een zekere eerbied voor iemands overtuiging en werk. een schande, Herreh Herreh, hoe is Uw eigenlijke naam, vraag ik me af- Laat me die papieren zien!" Bokowsky werpt één blik op handtekening en barst dan in een bulderend gelach uit. „Die is goed! Lieber Gott. jullie zijn er in gevlogen. Dit is waardeloos! Hij vertelde me gistermiddag dat zijn naam niet Kranenburg is, dus is dit alles een verzinsel, volkomen waarde loos. Jullie kunnen het wel verscheuren, riff en hij scheurt één vel doormidden' houdt de stukken spottend tussen vinger en duim vast. Ik heb niet de moed' naar de anderen te kijken. ,Dus (Jat is een valse verklaring, hè?" zegt de diepe stem lijzig, nog onaange namer dan anders Allemaal leugens," lacht Bokowsky. „Gewoon om jullie bezig te houden, wed ik! Herr Kranenburg," roept hij en komt weer op me af en schudde me vrolijk de hand. „Mijn eerlijke complimenten. Dit s buitengewoon aardig. Nu maakt u mijn erwachtingen niet te schande" Bokowsky is een vreemde Duitser Ik glimlach tegen hem. Hij staart me aan De andere man verlaat zonder een woord te zeggen de kamer, maar het moordenaarstype blijft voor mij staan. Van onder zijn doorlopende wenkbrau- kijkt hij me scherp aan. „Wir kom- noch einmal zurück!" Dan maakt hij beweging alsof hij me in mijn ge zicht wil slaan! maar houdt zich in en vertrekt. Bokowsky schuift de atoel recht en be gint een nieuw verhoor Tot ik me overgeef aan Schreieder, na ernstige afmatting .„Wij zullen dan, Marijke-kind nu volken weer te ivapen gaan, met stil gevouwen handen, dicht, en biddend bij je blijven staan" .ijdt, rukt er dan een paar maal aan, grijnst sadistisch en waarschuwt me om rustig te zijn. Anders In dit stadium neemt de leider de affaire over. Ik krijg de indruk, dat hij de andere man niet erg mag en afkerig staat» tegenover zijn methoden, doch hij doet niets om mijn pijn te verlichten- Hij gaat tegenover me zitten, steekt een sigaar op en begint in bijna officiële ter- te praten. moet begrijpen-, zo zegt hij, dat hij en twintig jaar ervaring bij de recherche heeft, dat niemand er ooit in geslaagd is tegenover hem in zijn stil zwijgen te volharden, dat ik mijn eggen onaangename toestand slechts rek, dat ik op lankmoedigheid kan rekenen, kortom: de gewone preek om me ver standig te gedragen. Ik heb hard rust nodig, rust na al dat ingespannen naden ken. Hoe kan ik voorkomen, dat dit ge vraag opnieuw begint! Om tijd te win- doe ik een beroep op zijn menselijke gevoelens en zeg, dat hij schijnt aan te >n. dat ik iets te verbergen heb en als dat zo is, dat hij dan natuurlijk be grijpt, dat er andere mensen bij betrok ken zijn. Indien ik zou spreken, zou dit betekenen, dat ik de anderen zou ver raden Kan hij niet begrijpen, dat dit een kwestie van eer is? Wederom houdt hij een lange rede tegen me en bewijst me. dat het geen- verraad zou zijn, doch zuiver „verstan digheid". Denk ik nu heus, dat één van weinig houvast aan mijn verhaal heeft. Hij verkiest, aan de 'episode van mijn ouders te twijfelen en dwingt me zo doende tot een uitvoerige beschrijving van mijn vaders ziekbed, mijn moeders liefde voor hem en zelfs een beschrijving van een niet bestaand familiegraf op een kerkhof, dat ik nooit bezocht heb. Het is een geweldige ontspanning, dat ik niet behoef te denken en alleen maar mijn verbeelding de vrije loop kan laten :~i het besef, dat de waarheid toch niet oor de volgende morgen ontdekt kan orden, kortom, ik verkeer in omstan digheden, die even verkwikkend.werken "s een lange nachtrust De reacties van de vier mannen zijn ler verschillend. De leider van de groep klaarblijkelijk zeer tevreden met deze gemakkelijke overwinning, de bandiet aan de schrijfmachine duidelijk merk baar ontevreden, dat hij zo hard- moet werken en nu en dan ietwat sceptisch, terwijl de twee anderen, die bij het ver hoor tegenwoordig zijn, slaperig Duitse kranten zitten te lezen. Over het alge- is de atmospheer vredig, hoewel de diepe nachtelijke stilte buiten me soms adembenemend dreigend aandoet. Het zal ongeveer zeven uur in de Trein rijdt op station Den Haag H.S. uit de rails en ramt seinbrug Doordat een wissel ontijdig werd omgetrokken (Van een onzer verslaggevers) Tijdens het rangeren van twee aar elkaar gekoppelde lege electrische trein stellen heeft zióh vannacht om 0.45 uui op het Hollandse Spoorstation te Den Haag eën ontsporing voorgedaan, welke zulk een ravage teweegbracht, dat het verkeer naar Leiden en Rotterdam-Hof plein langdurig gestagneerd is. Door een fout van een der leden het personeel van 'het seinhuis bij de Trekvlietoweg, ten Noorden van 'het H.S. station, werd ontijdig een wissel onder de rijdende treinstellen „getrokken". Het gevolg was, dat deze trein op 2 sporen ging rijden en daardoor als het elkaar wrong. Een treinstel ontspoorde hierdoor en reed met een harde klap tegen de middelste steunpaal van een seinbrug, die het gehele emplacement gedeeld, die opmerkte, dat de taak Griep - Togal Bij het eerste teken van griep (of nog beter als voorbehoedmiddel) gebruik Togal-tabletten, die o.a. Kinine bevatten. Het is 't bekende en beproefde middel tegen rheuma- tiek, spit, ischias, griep, hoofd- en zenuwpijnen. Bij ap. en drog. f 0.83. gouverneur in Triëst onmogelijk is ge worden. Ook Frankrijk stond achter de verklaring van de afgevaardigde der Ver. Staten. De impasse duurt dus voort. Rusland voert weer obstructie en wenst regelingen te saboteren. Malik haalt gouverneur voor „Vrijstaat- Triëst" uit de sloot Nu „Westelijken" het gebied aan Italië willen teruggeven Rusland heeft In de Veiligheidsraad medegedeeld, dat het de candldatuur voor het gouverneurschap van Triëst van de vroegere Zwitserse gezant te Moskou, kolonel Herman Fluckiger heeft goedgekeurd. Volgens A.P. was zulks in Lake Success eer verrassing, omdat Engeland reeds vroeger een dusdanig voorstel had ge daan, maar toen werden alle candldaten door Rusland verworpen. Russische omzwaai wordt door oudere gedelegeerden te Lake Success gezien als een stap, om recente Ameri kaanse. Britse en Franse voorstellen, om Triëst aan Italië terug te geven, er dus niet 'n vrij gebied van te maken, te ver ijdelen. Malik deed deze onverwachte aankon diging na een rede. waarin hij Amerika en Engeland ervan beschuldigde, de "re geling van de gouverneurskwestie op zettelijk te vertragen. Het doel zou zijn, de bezetting van Triëst door Brits-Ame rikaanse troepen te doen voortduren. Maar wat merkte de Amerikaan, War ren Austin, op? Hij zei, dat de Joego slavische zone van Triëst in feite was ingelijfd bij de politiestaat, waar door een onafhankelijke en democrati sche status van het gebied onmogelijk werd gemaakt. Het vorige jaar hebben Engeland, de Ver. Staten en Frankrijk aan Rusland voorgesteld, het vredesver drag met Italië te herzien en Triëst aan Italië terug te geven. Vandaar, dat een discussie in de Veiligheidsraad over het gouverneurschap geen enkel construc tief doel zou dienen, zolang de kwestie niet door diplomatieke onderhandelingen met de andere betrokken mogendheden is geregeld. De teruggave van Triëst aan Italië is de enige oplossing; deze ziens wijze werd door de Britse afgevaardigde Wetsontwerp onteigening Pers wezen ingetrokken Minister Rutten heeft, daartoe gemach tigd door H.M. de Koningin, aa<n de Tweede Kamer meegedeeld, dat het ont werp van wet inzake onteigening op het gebied van het perswezen, wordt inge trokken. (Bij de behandeling van de wet Nood voorziening Perswezen werd, door aan neming van een de Regering onwelge vallig amendement-Burger, in de wet op genomen een regeling voor onteigening van drukpers-installatie, met name ter bescherming van de belangen der ille gale pers uit de bezettingstijd. Minister Gielen, de werking van deze artikelen willende omzeilen, kwam geruime tijd daarna met een speciaal wetsontwerp, dat deze onteigening op een andere rechts grond wilde regelen. Hiertegen is van vele zyden verzet gerezen en de opvol ger van dr Gielen, minister Rutten. heeft thans dit ontwerp weer ingetrokken. OBLIGATIELENING R. S. STOKVIS EN ZONEN Bij de R'damse Bank en de Ned. Han del Mij. wordt op 28 Febr. de inschrij ving opengesteld op f 6.000.000 3147e converteerbare obligatiën met 25-jarige looptijd, in stukken van f 1000, ten laste der N.V. Handelmij. R. S. Stokvis en nen te R'dam, tot de koers van 1007e. eta-Berer Cctoé Kachelpasta HOUDT STAND Door H. Hollander is. „Ik heb Bakker verboden op de boer derij te komen", zegt hij, als hij met fijjr vrouw en Sjaan alleen is. „Het moet en voorgoed uit zijn. Dit is mijn laatste woord in deze vervelende zaak. nu geen gemor meer. 'k Heb het land aan zure gezichten en aan herrie' r was geen enkele reden, om Klaas Bakker te verbieden hier te komen. Maar het is gebeurd. We leggen ons er bij neer. Peter. Ik zal nu de boodschap pen elke week door Lambert laten ha len", zegt de boerin, eenvoudig weg. „Dat is jouw zaak. Het gaat er niet n, die mensen het brqod uit de mond te stoten. Die twee mogen elkaar niet eer zien, dat is alles". Zonder een woord te zeggen, heeft Sjaan het vertrek verlaten. „Die maatregel baat niet. Peter. Die twee hebben elkaar trouw beloofd. Daaraan kunnen jij noch ik iets ver anderen". „We zullen dat wel eens zien, zegt Tuininga. Hij z a 1 inderdaad zien. Maar heel ders dan hy vermoedt en aanvankelijk wil. Er verlopen enige maanden. Sjaan houdt woord. Zij ontmoet Klaas niet. Al léén elke Zondagmorgen en -midag, wanrteer zij tenminste op de boerderij kan worden gemist niet steeds kan zy tweemaal ter kerk zien ze elkaar. En dan zijn hun blikken voldoende. Die blijven zeggen: het komt nog wel voor elkaar, heb geduld. Dat zegt tenminste de blik van Sjaan. Klaas gaat twijfelen. Er komt niets van. Hoe zou dat kun nen? Tuininga heeft zijn veto uitge sproken. Tot opeens Lambert van de „Zand- hoeve" niet alleen de boodschappen ha len komt, maar ook een briefje van Sjaan meebrengt. Het zijn slechts een paar woorden: Ik moet je spreken, Klaas; het bevel van vader moet voor een enkele maal overtreden worden. De plaats der ontmoeting en het uur wordt er in vermeld. Als Gertjan Klaas vraagt, die avond iets te doen, zegt deze: „Vanavond kan ik niet. Ik moet bepaald weg". Gertjan, zijn vrouw en Adriana zijn op de hoogte. Het zou natuurlijk toch uitgekomen zyn. Maar Klaas heeft, on geveer een week na zyn laatste bezoek aan de „Zandhoeve", hen ingelicht. Het is precies zo uitgekomen, als vader en moeder gedacht hebben. En wat doet Klaas nu? Ja. even wachten, zoals ook Sjaan wil. Zè zullen elkaar wel weer ontmoeten en praten. Zó kan het van zelf niet blijven. Weet hij wel zeker, dat het niet afgelopen is? O ja. Klaas weet het zeker, heeft hij gezegd. Maar hij heeft géén zekerheid. Alleen de twijfel is zijn hart binnengeslopen. Nu komt daar dat briefje van Sjaan. Zou er iets bijzonders zijn? Het is niet, wat hij verwacht. Als ze bij elkaar zijn, zegt Sjaan alleen, dat zy hem even spreken moest. Zij heeft het zo eenzaam. Neen, vader is nog niet ver anderd, maar het is volstrekt niet on mogelijk, dat het in orde komt. Dat heeft zy liever, dan zonder toestemming van vader verloven. „En als je vader nu nietvraagt Klaas. „Ik hoop niet, dat het zover moet ko men, Klaas. Ik houd zoveel van mijn vader. Moeder zegt ook: wacht nog even, misschienEn anders, ja, ik kan je niet loslaten, jongen. Ik wil dat ook niet Die woorden klinken als muziek in de oren van Klaas. Hij drukt Sjaan tegen zich aan en die leunt behagelijk. Ze nes telt zich in zijn armen. „Nu moet ik weer weg, jongen. Blyf aan mij denken. Er komt wel een ogen blik. als vader ziet. dat ik niet van me ning verander, dat het in orde komt", zegt ze vol vertrouwen. „Wij houden van elkaar. We horen bij elkaar. Niets kan ons scheiden". Zo kan Klaas weer naar Wéstvoort terugkeren. Zij heeft hem een schrale troost meegegeven. Misschien komt het moment. Maar als dat nu niet komt? Hy moet toch eenmaal zekerheid heb ben. Dan moet het maar hard tegen hard. Zy kunnen ook trouwen zopder toestemming van de boer. Er üjn nog kantonrechters. Als Sjaan werkelijk van hem houdt en dat is buiten kijf dan moet zij haar vader trotseren. Zij hebben beiden de leeftijd. Zy houden ontzaglijk veel van elkaar. En het gaat tijd worden, dat hij zyn vrouw bin nenhaalt. Er is verandering op komst. De annexatie-gedachte zweeft door de lucht. Het vraagstuk is opgeworpen En het laat de geesten niet met rust. Maas land groeit bedenkelijk naar Westvoort toe. Zeg, dat er nog tien woningen neer gezet worden en wat betekenen tien huizen voor eén stad, die de honderd duizend inwoners gepasseerd is? dan worden de huizen van Westvoort ge raakt. In Maasland zeggen ze: het is voor ons een levensbelang, dat West voort geannexeerd wordt. Het probleem is opgeworpen, het heeft zich vanzelf naar voren gedrongen. Het proces is niet te stuiten geweest. En het eind van het lied is, nu de Gedeputeer de Staten der provincie gunstig hebben geadviseerd, dat bij de Tweede Kamer het wetsontwerp is ingediend, dat be doelt Maasland te verenigen met West voort, terwijl de gemeente Nedervoort, dat een deel verliest, schadeloos gesteld wordt door bijvoeging van Mildam. Met de idee, die dan nu belichaamd wordt in een concreet voorstel zyn de mensen al zo vertrouwd geraakt, dat er geen verrassing meer is. Het jonge ge slacht van Westvoort juicht de annexa tie van ganser harte toe. Ook wel de ouderen. Maar er zijn er. die het hoofd schudden. (Wordt vervolgd) overspant. De steun knapte af en de sein brug kwam op de bovenleiding terecht. De draden braken niet door, maar gingen slap hangen, zodat alle sporen in de rich ting-Leiden en Rotterdam-Hofplein niet berijdbaar waren. Na de ontsporing ging onmiddellijk de herstelploeg van het H. S.-station aan het werk, zodat bij aan vang van de dienst hedenmorgen een spoor naar Leiden voor Dieseltreinen be rijdbaar was. De andere diensten werden vandaag als volgt onderhouden: Rotter damDen Haag per electrische, te Den Haag per Diesel naar Leiden en daar weer overstappen *in een electrische voor Amsterdam. Naar RotterdamHofplein ging het met bussen van de N.S. naai Voorburg-Leidschendam en vandaar weei per electrische naar Rotterdam. Men ver wachtte, dat de opruimings- en herstel werkzaamheden de gehele dag zouden duren. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. De D-treinen naar Parijs en de boot treinen naar Hoek van Holland werden over Utrecht geleid. Met een grote kraan wagen uit Utrecht heeft men eerst de seinbrug omhooggehaald, daarna werd de gebroken steunpaal door een andere ver vangen en de draden herspannen. Op het terrein van de ramp waren aanwezig: de president der N.S. ir F. Q. den Hollander, de directeur ir G. F. H. Giesberger en de hoofdingenieurs van de weg, fractie en seinwezen. Wij spraken nog even met ir Gies berger: „Den Haag H.S. is wel een echt pech-station", zo zei hij. „Er is zó de laatste tijd nog al eens wat gebeurd. Als wij een melding van iets binnen krijgen, dan zeggen wij al: „O, dat zal wel in Den Haag zijn". De heer Den Hollander ver klaarde, dat hij er volmondig voor uit kwam, dat deze ontsporing te wijten is aan een fout, door eeh der leden van het personeel gemaakt en voegde ons toe: „Zet het maar gerust in de krant". De totale vertraging op de reis Rot terdamAmsterdam, bedroeg een half u. Chr. Historisch Zuidholland komt bijeen Op grote toogdag in Den Haag op 2 Maart. Voor de grote toogdag van de Kamer kringen Den Haag, Dordrecht, Leiden en Rotterdam van de Christelijke Historische Unie op Woensdag 2 Maart in de Dieren tuin te Den Haag is thans het volledige programma vastgesteld. Des morgens wordt deze massale bijeenkomst geopend met een wijdingswoord van ds Jac. Poort, waarna om 10.30 verschillende excursies naar bezienswaardigheden in Den Haag zullen beginnen. Des middags worden vijf sectievergaderingen gehouden. Mr dr F. A. Helmstrijd, griffier van de Staten van Zuid-Holland spreekt over het woning vraagstuk, de heer K. Pijl over industria lisatie. Het agrarische probleem wordt besproken door de heer C. van Dijk. die het gebruik dercultuurgronden zal be spreken en de heer W. P. Cnossen. die over „emigreren" spreekt. Zuster Frida de Jong uit Rotterdam behandelt het on derwerp „De vrouw en de sociale vraag stukken." Des avonds spreekt voor de voltallige vergadering, de voorzitter van de C.H.U., de heer H. W. Tilanus. Vier koren, onder leiding van Paul Pul, verlenen voorts hun medewerking en wel het Jeugddienst- koor uit Den Haag, het Ned. Herv. Kerk koor uit Rotterdam, de gemengde zang vereniging „Looft den Heer" uit Katwijk en het Herv. Kerkkoor uit Den Haag. De pijpers van de C.J.M.V. Rustenburg treden bovendien op. De toogdag wordt gesloten door ds H. J. Groenewegen. Kerken steunen boekenactie voor zeelieden In alle Protestantse kerken in ons land zal Zondag a s. bij de ingang de gelegen heid worden geboden boeken af te ge ven voor onze zeelieden. Het initiatief voor deze actie is uitgegaan van de Bi bliotheek voor Zeevarenden te Rotter dam. gesticht door de Ned. Zeemancen trale en de Ned. Chr. Zeeliedenvereni ging. Henri Gagnebin uit Genève speelde in R'dam Concert voor het Prot. Chr. Cultuurwerk Het Prot. Chr. Cultuurwerk en de Chr. Culturele Raad te R'dam, die reeds in de_ oorlog werden geroemd, doch eerst in Sept. '45 officieel voor het voetlicht traden, hebben op hun veelzijdig pro gramma een grote plaats ingeruimd aan orgelconcerten. Zo had men gisteravond in de Nieuwe Zuiderkerk aan de West- zeedijk te R'dam een concert georgani seerd door de Zwitserse hoewel in Luik geboren organist Henri Gagne bin uit Genève, die vooral bekendheid verkreeg door zijn psalmbewerkingen en door zijn, reeds in ons land uitgevoerd Requiem „La Vandté du Monde". Wie indertijd dit requiem hoorde, zal zeker overtuigd zijn geworden van de grote capaciteiten van Gagnebin op het gebied der vocale compositie. De verschillende stemmen zijn transparant en logisch op gebouwd en harmonisch heeft het werk fraaie gematigd moderne vondsten. De instrumentale partij is aanmerkelijk zwakker en ditzelfde bleek ons ook gis teravond in R'dam. Gagnebin's Psalm 100 voor koor en orgel is vocaal uitnemend geschreven, maar heeft, naar het ons bij eerste auditie voorkwam, in de orgel- partij te weinig relief, te weinig zelf standigheid in de stemvoering. Door het streven naar eenheid tussen orgel en koor is er een zekere monotonie ont staan. Gagnebin heeft zich. in de orgel- partij niet los weten te maken, van het koor. In zijn Kerksonate voor orgel en trompet ligt eenzelfde verschijnsel. Eer lijk gezegd is de trompetpartij in dit werk overbodig; zy is niet meer dan een melodische versterking van de orgel- partij. Ook hier dus de grote afhanke lijkheid van elkaar in beide partyen. nog afgezien van het feit, dat deze sonate compositorisch wel een heel erg vrije so nate is en in de thematische ontwikke ling weinig interessants heeft. Gagnebin's „Pièces sur les Psaumes huguenots" zijn wel heel erg illustratief gedach:. vooral die op Ps. 29:2. Het zijn eigenlijk meer vrije improvisaties, die meer te maken hebben met associatie dan inspiratie. De psalmwoorden hebben Gagnebin ge bracht tot een „muziek in de ban der letteren" en niet tot een zuiver-muzikale en vormvaste conceptie, ondanks een enkel fugatisch karakter. De psalmen werden voorbeeldig gezongen door de Chr. Motet- en Oratoriumver. oJ.v. Lau rens van Wingerden, welk koor ook de Cantate „Befiehl dem Engel" van Bux- tehude stijlvol vertolkte. Kees Valten speelde kundig de trompetpartij in de sonate. Als solist hoorden we Gagnebin in Bach's Es-dur en in Franck's Choral II. De registratie konden we niet be wonderen: de Bazuin 32' was volkomen overbodig. Alles klonk te troebel, te wei nig gearticuleerd en te onrhythmisch. We meenden deze opmerkingen te moe maken, om onze eigen organisten recht te laten wedervaren. Zij zijn niets nder belangrijk dan Gagnebin. die op 21 Febr. hetzelfde concert geeft in de Houtrustkerk te Den Haag. Corn. Basoski. Een jaar gevangenisstraf wegens aan moedwil en sabotage grenzende na latigheid, legde de Krijgsraad in Indo nesië een Nederlandse militaire chauf feur op, die verzuimd had, de hoeveel heid" olie in het carter van zijn wagen regelmatig te controleren, waardoor de motor ernstig werd beschadigd. De eis was 4 maanden. Op Hollum (Ameland) kan men deze merkwaardige terrein-afzetting van walviskaken aantreffen. Z(j dateren alt de 17e en 18e eeuw, toen vele Ame landers deel namen aan de walvisvaart. Van hun reizen namen zy de kaak beenderen mee en gebruikten deze, by gebrek aan hout, voor de afrastering. Dit is het „Kakebeenlaantje"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 2