Mr H. P. MARCHANT TACHTIG JAAR,
maar strijdbaar en fris
ZATERDAG 29 JANUARI 1949
BEKENDE NEDERLANDERS THUIS
„Ik zit het liefst tussen m'n boeken, daar
waait je wat van aan"
(Van een onzer verslaggevers)
„Nee, ik voel niets voor een stuk in de krant, ik ben er nou uit en wat voorby
Is, is voorbij", heeft mr H. P. Marchant gezegd.
„Maar tachtig jaar op twaalf Februari, dat is toch geen kleinigheid?"
„Och kleinigheidEnfin, de fotograaf moest een foto maken van de oud-
minister van Onderwijs en zo kwam het, dat ik tóch op z'n kamer belandde, waai
bij het grootste deel van de dag doorbrengt.
biet anders
„En schrijveni?"
„Ik schrijf zölang ik leef. Ik heb de
fewoonte gehad op papier te zetten wat
k zo dacht in m'n leven en (met een
gebaar naar een voor hem liggende lijvige
I niet de minste genade kon vinden
besloten eenvoudig de Statuten te ve
derer», schaften het algemeen bestuur af
en benoemden Van Deventer als nic
voorzitter, omdat ik me terugtrok, daar
ik meende dat. zolang de Duitsers de
baas waren, de hele boel bij hem het
veiligst zou zijn.
Ik geloof wel, dat hij goed werk voor
de Hoge Veluwe heeft gedaan. Na de be
vrijding werd hij prompt opgeloten, maar
wie toen dacht, dat de regelingen, die in
1942 getroffen waren, golden voor de tijd,
dat de Duitsers de baas waren, kwam be
drogen uit. De heer Schermerhorn deed
of er geen Stichting bestond en het ge
bied Rijks eigendom was. Hij woonde er,
gaf er grote maaltijden, o m aan de
bruine kerels, die nu in In-dië zoveel
spektakel maakten en hij behandelde de
Hoge Veluwe als een soort dictator. In
1946 werden de statuten, op de manier
van 1942, nog eens gewijzigd. Toen werd
do C. d. K. van Gelderland, jhr. Quarles
van Ufford voorzitter.
Doordat ik ijverde voor een herstel van
de toestand van vóór de oorlog zijn er
allerlei gekke dingen over my verteld-
uitgegroeid tot een lijvig
groot liefheb
map) dat
boekwerk.
„En vroeger wj
ber van fietsen?"
„Nou en of. maar sinds ik gemerkt heb.
dat ik daarmee m'n benen breek, fiets ik
niet meer Ik zit maar het liefst
m'n boeken. Daar wordt een mens beter
van. Daar waait je iets van aan als je
zo dagelijks om je heen kijkt
er gebeurt".
„Dat zint U niet erg?"
„Och, wat zal ik zeggen. Ik ben
gezegend met een grote voorraad humor.
En er gebeuren een massa grap
pige dingen in de wereld. Zoals nu
weer die geschiedenis met die zo
genaamde Commissie van Goede Dien
sten Als die mensen zich daar ophouden
met meisjes van plezier, dan is het be
hoorlijk dat ze in de krant komen- Als
ze 't goed gedaan hadden, zouden z(
op de voorpagina's zijn verschenen."
„Al met al is de situatie in de na
logse wereld zo. dat als ik voorgoed mijn
ogen sluit, ik met volle gemoedsrust kan
zegden Adieu geachte landgenoten".
„Uw Kamertijd is wel de mooiste tijd
uit Uw leven geweest?
„De allermooiste. Och hoe ging dat Er
gebeurde nog es wat. Wij hadden de
woonte alles onderste boven te halen
od z'n kop te zetten als ons. in het rege
ringsbeleid. iets niet aanstond Daarbij
vergeleken is het tegenwoordig
dooievissiesvreterij. zoals ze wel eens zeg
gen Ze staan zo'n beetje in de houding
met de hand aan de pet en ze zeggen:
„Wat is er van Uw orders meneer."
„Daar heb je al die ellendige toestanden
tegenwoordig van. Deze regering is eer
stuk beter, dan de vorige, maar het narf
is. dat je altijd d<» beroerd gebleken ele
menten houdt. En wat zich vroeger zc
rood als een kreeft noemde, draagt tegen
woordig het koffertje voor de kapita
listen".
Militant bliift de heer Marchant, on
danks z'n jaren.
Er is één punt, dat hem niet alleen
handen vol werk, maar ook dagen vol
strijd geeft: De Hoge Veluwe.
Hij vertelt: „U weet hoe dat gegaan is
Indertijd bood mevrouw Kröller de
i kunstverzameling op de Hoge Veluwe
aan de staat aan en kreeg ik, als minister
van Onderwijs van de N V. Wilhelm
Müller en Co.. waarin het bezit van de
Kröllers was ondergebracht, het aanbod,
om het landgoed met de eropstaande ge
bouwen voor de Staat te kopen Er was
acht ton voor nodig. Dat geld hebben we
gekregen uit een potje, dat op het mi
nisterie van Financiën was achtergeble
ven als restant van de Ned Uitvoer Mij
(NU.M.l uit de eerste wereldoorlog.
Met dat geld is de Hoge Veluwe
de Staat gekocht. En er werd een onaf
hankelijke Stichting van gemaakt,
kwam een dagelijks bestuur, waarv
op dringend verzoek van mevrouw Kröl
ler. het voorzitterschap op mij nam. Ik
had er helemaal geen behoefte aan. om
dat ik, als minister, de handen vol had.
De statuten bevatten de bepaling, dat ik
voor het leven benoemd was.
Naast dit dagelijks bestuur stond
algemeen bestuur van 50 leden, dat als
een soort parlement fungeerde. Het moest
begrotingen goedkeuren, zich uitspreken
over vervreemdingen en dergelijke zaken
en hield o.m. contact met het maat
schappelijk leven, doordat vertegenw
digers van tal van organisaties er zitting
ln hadden.
Toen de oorlog kwam, waren we bang.
dat de Hoge Veluwe door de Duitsers
Vernield zou worden. We hadden in 1942
de heer Van Deventer als secretaris-pen
ningmeester. Hij was „goed met de Duit
sers". Door bemiddeling van de vroegere
I Duitse gezant in Den Haag. graaf Von
Zech, wist hij gedaan te krijgen, dat „de
Hoge Veluwe" in de goede zorgen van de
i Duitse Wehrmacht werd aanbevolen",
j Maar de bezettingsautoriteiten vonden
het Stichtingsbestuur veel te log en zij
I gingen zich toen met de interne zaken
bemoeien, ook al, omdat ik in hun ogen
2 MILLIOEN
Nederlanders
jolen bij keelpijn
Ze hebben gezegd, dat ik niet langer
de Cornelis Jolstraat 68. maar op de
Hoge Veluwe wilde wonen en dat ik
zulke machtige profijten uit het landgoed
trok Allemaal onzin. De tijd, waari
mensen loeren op de best betaalde
baantjes, als ze politiek bedrijven, bele
ven we nu. Vroeger werd daar niet aai
gedacht. Maar goed. U begrijpt, ik ben ei
de man niet naar om dat op me te laten
zitten. Er bestaat een Ra?d voor Rechts
herstel in Nederland. Die moet rechtzet
ten, wat de Duitsers kromtrokken. Daar
voor hebben we nu de zaak van de Hoge
Veluwe aanhangig gemaakt. Binnenkort
zal ik er zelf in pleiten bij de behande
ling. Wij vorderen: vernietiging van df
onrechtmatige Statutenwjjziging van 1942
Gaat dat door, dan vervalt vanzelf d«
wijziging van 1946 en kan de Stichting
„Het Nationale Park de Hoge Veluwe"
voorshands weer onder het eigen Stich
tingsbestuur gebracht worden".
Dat is, voor het ogenblik mr Marchant's
oude passie. Zij heeft tevens gemaakt, dat
hij over de tegenwoordige machthebbers
niet erg te spreken is- Een geheim maakt
hij daar niet van.
„ik ben nog uit de tijd van Troelstra.
Hij woonde hier vlak achter, 't Was een
groot vriend van me, als waren we het
niet altijd eens.
Hij wendt zich met 'n glimlach af. „Ge
groet!" zegt z'n felle stem. Het was me
hoogst aangenaam en het brak dit ge-
„Er is geen feest op 12 Februari, want
daar hou ik niet van. En m'n vrouw ook
niet. We zijn beide zo gezond als vissen.
Da's een groot geluk".
En hij keert terug naar z'n kamer. Vol
boeken en papieren. En de portretten van
Thorbecke enr monseigneur Poels aan de
wand- De twee polen waartussen zich
het leven bewoog van deze Vrijzinnige
revolutionair, wie maar één macht te
sterk werd in deze wereld: Het kruis van
Christus, die de zonden der wereld
droeg!
OP BEZOEK BIJ DE „BELEZEN" HILLE
BUTTER VAN VOLENDAM
Ontmoette vorstenadmiraals en kunstenaars
in haar kleine vissersstuip
(Van een medewerker).
„Boeken zyn de grootste vreugde van myn leven."
Dit is een uitspraak uit de mond van Hille Butter, de eenvoudige Volendamse,
de enige vrouw in het pittoreske vissersdorp, die over een eigen bibliotheek be
schikt. Wanneer zij uit haar leven begint te vertellen, dan blijkt ook dit in feite
een boek te zijn; een kleurige sprookjesvertelllng. Reeds als kind verslond zjj
•nillioenen drukletters en reisde in gedachten door vele werelddelen; droomde met
een nimmer te stillen nieuwsgierigheid over koningsmantels, oude burchten en
romanfiguren. Ik zou zo graag de mensen ontmoeten, die dit alles geschreven
hebben, peinsde zijen dan ook nog de bijzondere figuren uit het grote leven,
zy schrijven.
spier en vindt zy het kennelijk de ge
woonste zaak ter wereld. Maar we hui
veren toch even, wanneer zij „Adolf
Hitier" zegt. Dooh Hille glimlacht:
„Waarom niet? Ik had zo gaarne dat
heerschap eens gesproken, waarvoor
iedereen nu zo doodsbenauwd was. Of hij
by mij lang geleefd zou hebben, is na
tuurlijk een andere zaak." En dan ver
volgt zy, enigszins treurig: „Hij is
helaas nooit gekomenJa, zij inte-
Kon zij vermoeden, dat dit ooit nog
eens werkelijkheid zou worden? T
auteurs, vorsten, admiraals, tekenaars
beeldhouwers in de lage kamer van haar
vissershuisje zouden zitten; dat zij hun
naam in haar gastenboek zouden schrij
ven? Zij spiegelt zich nog dikwijls aar
de warme glans van vele goede herinne
ringen; op stille avonden mediteert zij bij
gouden bladzijden van haar levens
boek. Daar was wijlen Z.K.H. Prins Hen
drik die met waardigheid en zwier
handtekening zette; daar was een Bel-
loni, de vriend van Mussolini, die des
tijds burgemeester van Milaan was ei
zich later tegen de Duce keerdeen a
bladerend zien we de krabbels en som
tijds 'zeer artistieke tekeningen van eer
Jo Spier, Piet v. d. Hem of Willy Slui
ter. Ook de foto van wijlen de uitgever
Nijgh ziet ons in het beduimelde kleine
gastenboek aanen zo zijn er zoveel,
Krabbels, soms onleesbaar, dan weer in
blokschrift, gedichteneen heel wereld
valt voor ons open. Hille is zuinig op
haar gastenboek, niet slechts om de Ko
ninklijke signaturen, doch omdat het eer
levensschat voor haar geworden is; eer
brok onuitwisbaar verleden.
Hoe het alles zo gekomen isDat
weet zij eigenlijk zelf niet goed, want de
dingen groeien dikwijls in het leven
onverwachts en direct, dat er geen rede
lijke verklaring voor te geven is. Maar de
oude historie van het eerste schaap e
brug is zeker op haar van toepassing.
Zie thans eens rond bij Hille; bekijk
haar „overladen" interieur eens. Daar
zijn de vele boeken bijna alle van df
schrijvers persoonlijk ten geschenke ge
kregen de stapels tijdschriften er
kranten, alsmede de talloze portretjes er
prulletjes (Hille zegt trots dat aan alles
een herinnering verbonden is) die de
suggestie schenken, in een klein mus
te zijn. Hille leest, leest en leest nog
verzuchtend, dat haar bibliotheek op de
keper beschouwd nog veel te klein i
Griezelkivam tevergeefs
Maar één ding is zeker: mensen en
boeken zijn in het opmerkelijke leven
Hille op een wonderlijke wijze met
elkaar vergroeid; het heeft een diepe in
druk op haar gemaakt, dat zy de „figu-
der verbeelding" in vlees en bloed
voor zich heeft gezien
Zij woont reeds sedert 1919 in
kleine huisje aan de dijk en zij
glimlachend de schouders ophalen
het begrip „verveling", want zij kwam
steeds tijd te kort. Wanneer er mens
betekenis naar Volendam kwamen
welke buitenlander durft immers H
land te verlaten zonder Volendam of
Marken gezien te hebben? dan kwam
dat zij bij Hille kwamen. De
schone en belezen Volendamse was im-
een der meest ontwikkelde
in zekere zin ook een „beziens
waardigheid" van het oude typische
dorp. En zo gebeurde het op een dag, dat
de buren achter de horretjes bij Hille
zoals zij haar later bij haar thuiskomst
vertelden een foei-lelijk heer gezien
hadden, die kernachtig gekarakteriseerd
werd met „een griezel." Achteraf bleek
de kroonprins van Japan te zijn
geweest
Kon er echter een groter ogenblik
Hille's leven zijn, toen het haar na enkele
omwegen gelukte, aan Z.K.H. Prins Hen
drik, die met de Brandaris naar Volen
dam gekomen was, voorgesteld te wor
den? Een hartewens werd werkelijkheid
Hille dacht: nu zet ik mijn beste been
voor, want zijn naam betekent de
Kroon letterlijk en figuurlijk op
mijn gastenboek. Het is haar gelukt: daar
staat de Koninklijke handtekening dan
voor ons, fors en onaangetast door de
tijdverstopt tussen gedichten, pren
ten, tal van opdrachten van bekende per
soonlijkheden. „Hij was een juweel van
een mens", peinst Hille voor zich uit,
„wilt u geloven, dat ik hem als een hei
lige vereer? Kijk, daar aan de muur
hangt zijn portret, naast dat van
Goethe
Maar Hille had gaarne nog meer be
langrijke mensen ontmoet. Zelfsmaar
dat is onmogelijk te raden, al vertrekt
Hille by het noemen van zyn naam geen
LEVENSWIJSHEID
Dan der vleuglen draagkracht is;
Tracht geen mens te overtroeven
Want dan loopt het altijd mis.
Brengt de post bijvoorbeeld 's ochtends
Weer zo'n allerleukst bericht
Van een huw'lijk of geboorte
Trek dan geen verschrikt gezicht.
)ch al dure tijd.
Zonder al die valse schijn
Kunnen we ten allen tijde
Blijde met de blijden zijn.
Cri KempenSterkenburg.
resseert zich nu eenmaal voor buiten
gewone mensen en dat is psychologisch
ook makkelijk verklaarbaar, want ook de
schurken zijn helden uit haar boeken
hoofdrolspelers in de grote, onuitputte
lijke roman, die „leven" heetTo erf
Rauter op het witte doek te zien was,
ontbrak Hille niet in de bioscoop, want
„ik ga altijd naar dat soort heerschappe,
als ze te zien benne."
Wanneer Hille in het boek der herinne
ringen bladert, ontmoeten we nog vele
bijzondere momenten. Destijds (zij meent,
dat het in '23 wasV 'is zij ook voorgesteld
aan Kóningin Wilhelmina en Prinses
Juliana. En dan om niet te vergeten
heeft zij ook gereisd.
Als kind zag ik dat plaatje
„Als kind zag ik een plaatje vai
Seine en ik dacht: daar moet je naar
Hilleik ben ook een keer in Parijs
geweest en het zou mij wat waard zijn,
het nog eens te zien. Ik was ook in Lon
den, Hannover en Bremenen nu zou
ik nog zo graag naar Rome willen
als ik dat toch eens klaar kon spelen."
En danbegint Hille weer over boe
ken. Lezen en nog eens lezen: het is en
blijft haar grootste hartstocht.
„Ja, ik ben steeds nieuwelijkik zou
ook eens van die prachtige romantische
verhalen over oude kastelen willen
lezenof over diepe dingen, zoals over
Brits-Indië, om maar 'ns wat te noe
menen de goede liefdesroman vind
ik ook schitterend, als 't maar geen goed
koop gewauwel is
Het kopje thee met een koekje echt
op z'n Volendams wordt deze middag
niet vergeten en de kleinkinderen zor
gen nog voor een intermezzo. Zij zijn
graag bij „ooitje", maar weten het
devies: overal afblijven, want ieder
boekje, ieder vaasje, ieder papiertje
heeft hier een betekenis
Hille heeft er thans 57 lentes opzitten,
ïaar zij is nog een gezonde en frisse
Volendamse, die nog heel wat hoofd
stukken in het grote levensboek hoopt te
lezen, voordat zy het met moede handen
dichtklapt.
„Jammer", verzucht zij bij ons af
scheid, „dat het leven zo kort duurt. Je
moet zoveel boeken ongelezen laten
>ver de mensen, die je niet kunt ont
moeten, nog te zwijgen
Ik nas geheim agent in oorlogstijd (17)
Opzienbarende telegrammen flitsen
tussen Londen en Driebergen
Het loopt tegen Kerstfeest 1943. Zonder dat iemand het weet zitten omstreeks vijftig
geheime agenten van de M.I.D., de Nederlandse inlichtingendienst in Londen, gevan
gen in het tot concentratiekamp ingerichte Groot-Seminarium te Haren in Brabant.
De zenders, waarmee zij moesten werken om verbinding met het hoofdkwartier in
Engeland in stand te houden, zyn in handen gevallen van de Duitsers, die er
seinen, alsof zij geheime agenten zijn. Enorme slagen worden als gevolg daarvan
toegebracht aan het Nederlandse verzet, waarin schurken als George Ridderhof,
Anton van der Waals en Johnny de Droog zijn binnengeslopen om hun verraders
werk te doen- Hermann Giskes van de Abwehr en Joseph Schreieder van de Kri-
minalpolizei spelen hun afschuwelijk England-Spiel
.Betreffende de zender van de pas-
Ik weet van dat alles niets. Ik besef
niet. dat ook met mij een luguber spel
wordt gespeeld. Ik heb er niet het flauw
ste idee van, dat George van Triest al
de telegrammen, die ik hem liet verzen
den, regelrecht naar het hoofdkwartier
van Giskes in Driebergen brengt, die ze
na bestudering door een Duitse marconist
laat overseinen om vervolgens geduldig
op het antwoord uit Londen te wachten.
Maar het gevoel van onvrijheid, het
gevoel van absolute afhankelijkheid aan
de dikke George van Triest, maakt plaats
voor een gevoel van triomf, als ik ein
delijk en ten leste de kans krijg om bui
ten iedere controle om een telegram naar
Engeland te zenden. Het luidt als volgt:
ip Wil
troIer
:oeke
Hille Butter van Volendam, wier hele leven een roman ls. Hier zit ze by haar
boekenschat, met twee kleinkinderen die op visite zyn en haar trouwe huis
vriend, de hond.
stop Brutus stop.
Dat telegram werkt in Londen als een
donderslag by heldere hemel. Het opent
er ogen en oren. Het maakt een einde aan
een afschuwelijke toestand. Het maakt
helaas, ook een einde aan mijn schijnbare
vrijheid.
Later heeft men mij verteld, hoe het
in Londen ontvangen werd. De chef van
de Britse inlichtingendienst, de zeer in
telligente kolonel, zit een ogenblik stil
als FitzGerald het papiertje met de ont
cijferde woorden op zijn tafel legt. Dan
zegt hij langzaam en nadrukkelijk: „Heb
je ooit een konijn horen schreeuwen, dat
de strik zit? Die jongen heeft het
moeilijk
„Zou hij iets weten van onze telegram-
en aan de illegaliteit om George Rid
derhof te controleren nadat we die alar
merende berichten uit Zwitserland kre
gen?"
,,'t Is mogelijk. Maar waarom wan
trouwt hij de zender? Dat is toch een van
eigen zenders in Nederland? Hij
wel niet, welke agent het ding be
dient, maar dat is geen reden. Nee, hij
ruikt ergens lont."
„Maar het nieuws over George is best
Knoppers is vol lof, die is zelf door hem
Engeland geholpen. En
conist in Nederland seinde, dat George
volkomen te vertrouwen is, dat hij Pluto
Barcelona brengt tegelijk met drie
Amerikaanse piloten. Wat willen
„Dat weet ik allemaal wel, Fitz
Gerald. Het klopt alles. Knoppers, die pas
uit Nederland kwam, is zeer positief
•dering. En tochik heb z
gevoel, dat iemand een spel speelt en
geblinddoekt midden in sta en n
weet wat ze spelen. Hoe maakt Knoppers
het?"
Hij is zo blij als een kind, dat hij
met die verzetsopdracht naar Nederland
terug mag.*'
,Hy verdient het. Misschien
aan de overkant isOm de één of
andere reden maakt de kolonel zyn
niet af. Hij steekt een nieuwe sigaret op
en zegt vermoeid:
„Je moet Brutus maar zo gauw
gelijk een herhaling over deze zender
sturen. Verander er niets aan en zet
niets by. Stuur het precies zoals het
alleen met een aanduiding, dat het vi
hem bestemd is. En dan moeten we
wachten wat er gebeurt."
En in het hoofdkwartier van
Abwehr in Driebergen ging het zo: Af
toe klinken er voetstappen in de gang
naast de kamer, waar Oberleutnant
Giskes achter zyn bureau zit. Hij voelt
zich volkomen op zijn gemak in dit huis,
hoewel de holle ruimten en de kilte ieder
ander mens een gevoel van onbehaag
lijkheid en vreemde afkeer zouden geven.
Giskes leest een stapel papieren door
en maakte in zijn fijne schuine hand
schrift aantekeningen op een blocnote.
Dan staart hij voor zich uit, volkomen
gedachten verdiept en gaat een ogenblik
later naar een praohtig antiek buffet
het eind van de kamer, opent een deur
en neemt een sigaret.
Het is onmogelijk het karakter var
deze Duitse spionnageleider te analy
seren. Zyn ronde, gladgeschoren gezicht
met de blauwe ogen geeft geen houvast.
Hermann Giskes leest en schrijft. Dan
gaat plotseling de telefoon van de parti
culiere lyn.
„Ja", zegt hy afwezig.
„Luister!" zegt een militaire stem. „Ik
antwoord ontvangen op
heb juist
dat trërioht van, Brutus.
,Welk bericht van Brutus!
Neen, laat deze titel u niet veront
rusten, alsof ik een aanslag op uu
beurs zou bedoelen. Dat bedoel ik tus
sen de bedrijven door weliswaar ge
durig, maar ik weet veel te goed dat De vraag getuigt enerzijds
Kerstfeest weer een maand achter de goede opmerkingsgave,
rug is en dat we dus in dat koude jaar.
getijde zijn aangeland, waarin punt
loze opruimingen en rekeningen het gesproken
een mens bijna doen betreuren dat hij
de vorige maand zo royaal met zijn
zuurverdiende penningen heeft omge- uur vo
sprongen. Er is nu eenmaal een tijd gulden
om te bedelen en te geven
Inderdaad
wordt er veel geld uitgegeven aan
dingen die men in het algemeen
kunnen
kinderei
stijl 1
belang- ofschoon de prijzen
waar het hier i
rijke zaak gaat.
Eerste vraag: „Verdient de arbeider
thans voldoende om ervan te kunnen
leven?"
Antwoord: Dat hangt ervan af
wat u onder leven verstaat. Indien u
daarmee bedoelt dat hij het voedsel- retten aan2ienlyk onder die v. „Volks
pakket
de huishuur en de fondsen
begrafenisondernemer voldoen;
een dubbeltje naar een jeugdbioscoop.
Slechts zeer moeizaam en zeer spora
disch doet men in kerkelijk Nederland
de ontdekking die Amerika en En
geland reeds lang deden dat ook
een Zondagsschool een goede en zelfs
verantwoorde film zou kunnen bren
gen.
Derde vraag: „Zou men niet ver-
*°mïm u
stukken verstandiger, maar moet men
zo iets soms ook eerst leren? Heeft
school gehoord waar
Veronderstelt
;n zich boven de moeilijk
verzoekingen van het mo-
kunnen verheffen, waaraan dui
zenden nooit toekomen? Zeker, men
zou moeten sparen, want dan kwam
er tenminste nieuw huisraad en
nieuwe kleding voor alles wat ver
sleten raakte. Maar wie vijf gulden
per week uitgeeft voor zogenaamde
overbodigheden waarvan ik herzeg
dat ze in deze gevallen juist vaak niet
overbodig zijn blijft het nieuwe
ameublement van vijf of zeshonderd
gulden zien als een eeuwige onbe
reikbaarheid. En daar komt iets bij:
is sparen geen deugd,
Zondagsmorgens
n bedrag van één a twet
snoepgoed hebben opge-
f"ze!f A,ï he' fee'(loedwinkeU,e 3oe""lnde"'iien 'wZ7
ook een i\ja om in dat opzicht geen plotseling een offerte »n krijgshaftige <jit niet
illusies te koesteren. Maar ik wilde pistolen doet, wapent zich de gehele heden
antwoord; temeer evenmin over klandizie te klagen
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
zijn gezin kan bekostigen; herstel" liggen, wordt er nog grif
H" "'*s en betaald. Ten slotte worden ongetwij-
- 0as' feld grote bedragen uitgegeven voor
en electriciteit betalen, dan mag bioscoopbezoek en andere vermaken, zonde. Dat ondervonden "die paar
twoord over by na ae gehete voetbal- en boksmatches voorop, oudjes, die ondersteund werden
Maar aan de andere kant getuigt deze
t veel hangen en wurgen een radio-
i te, weinig opmerkingsgave, toestel bij elkaar spaarden. Van extra
linie bevestigend luiden. Helaas
voor de volle honderd procent, want ^raap
ook zonder vermogensaanwasbelas- \yant
tingen en hoe de zusjes en broertjes jn woningen die te klein zijn en 'die deze
daarvan^mooen^Jietery is het^Jeven daardoor het waarachtig-huiselijke week zijn
moeten missen. Vit de oorlogswinter
duur tegenwoordig. Maar
algemeen wort, er met zo he.l er„ ge- wete„ we verd„ dnt de Se,efcen„
klaagd. Het is de grote vraag, of „le- de kleine vreugden des levens gelijke inkomsten" sterk in die ondersteuning
non" nit>t méér inhoudt; zelfs innnnepr
dolgelukkig mee ge-
toen is het „verrajen". En
sindsdien zijn ze wegens „verzwegen
tred houdt met de zorgen
beknot en het toestel gaat hun op deze
daarbij niet aan het in de Bijbel des levens. Woninggebrek betekent wijze het dubbele kosten van wat
noodgedwongen: de vlucht
genoemde „Leuen" denken.
Tweede vraag: „Hoe rijmt zich daar- straat, naar de amusementen t
mee het herhaaldelijk geconstateerde de kroeg. En woninggebrek doet
feit dat juist in de volkswijk zulk e
de kinderen „uit
broodnodige zaken en vermaken?" de Zondagsschool; het huidige met
spaarden. Maar dacht
in hun buurt nu verder nog iemand
rondloopt, die aan sparendenkt?
Vierde vraag (mijnerzijds): „Voelt
u hoe moeilijk men oordelen kan in
het leven?"
WIJKPREDIKANT
„Wat?!" sist Hermann Giskes. Hij zit
kaarsrecht in zijn stoel. „Nooit var
hoord."
„Ik dacht, dat je er alles van af wist?
Het is een telegram van Brutus aar
hoofdkwartier, dat hij de zender va
passeur wil controleren en om een
haling van hun laatste bericht aan Brus
sel vraagt."
„Jullie idioten! Waarom heb je niet
gevraagd of ik er van af wist. Jullie
stomme krankzinnigen!"
Giskes schreeuwt niet, maar zijn v
den snijden als een vlijmscherp mes.
gezicht is wit van woede, slechts zijn nek
is donkerrood gezwollen by zyn bijna
bovenmenselijke poging zich te beheer-
„Maar ik dacht
„Hou je kop, 6tomme hond. Jij hebt
geen hersens om na te kunnen denken.
Wat is het antwoord?"
„Woordelijke herhaling van het laatste
telegram."
„Bel onmiddellijk af!"
Ook Giskes legt de hoorn neer, neemt
een sigaret uit het pakje op zijn bureau
en inhaleert diep.
En in Londen komt inmiddels mijn
telegram aan, dat de Duitsers zo vrien
delijk zijn geweestd) voor me te verzen
den nadat ik het George van Triest in
goed vertrouwen heb ter hand gesteld.
Het telegram, waarin ik in bedekte ter
men vraag wanneer de proclamatie uit
mijn lucifersdoosje in de Nederlandse
illegale pers mag verschijnen. De pro
clamatie over de maatregelen bij eer
En als hij dit telegram in zyn handen
krijgt slaat in een Londens bureau de
kolonel van de Britse inlichtingendienst
met de vuist op tafel.
„Ik heb het!" brult hy. „Allemachtig!
Ik mag een idioot zijn als dit het niet is!"
Zijn medewerkenden FitzGerald er.
Thompson verbleken.
„Grote Goden!" De kolonel ziet er uit
of hij een hartverlamming nabij is. „Die
instructies, dat is het. De stomste streek,
die de Duitsers ooit konden uithalen. Ik
wist het, ik wist het! Ik heb jou, Fitz
Gerald, gezegd, dat ze een spel speelden
nu weet ik wat het is. Ze spelen
met ónze zenders! Ze hebben de zaak in
handen. Let op mijn woorden; Ze hebben
de zaak in handen. Die instructies w
invasie-instructies. Denk na, man! Lees
wat hier staat. Eerst die onzin ove
uitwerking en dan: „Wanneer uitgewerkt
lucifersdoosje gewenst". Dat wil ze?
wanneer worden die invasie-instructies
van kracht. Of nog anders", en weer
slag op de tafel, „wanneer begint de
Er valt een diepe stilte. Dan vervolgt
de kolonel, volkomen gekalmeerd: „Bru
tus is gearresteerd. Die George is
vervloekte verrader. Ze hebben onze
te pakken en vragen ons de datum
de invasie. Brutus weet net zo goed als
elke andere agent, dat we hem dat niet
zouden zeggen, zelfs al konden we het
en zeker niet vóór we dat zelf willen.
George is een verrader!" Hij springt op
uit zijn stoel en loopt de kamer op en
neer. Dan blijft hij plotseling staan en
zegt verschrikt: „Hoe staat het met
Knoppers?"
„Wat bedoel je?" vraagt Thompson
„Maar snap je dan niet, dat
George verkeerd is, de hele opleiding
van Knoppers tot agent ook bedrog is.
Ha! Sluw gespeeld, maar niet sluw ge
noeg. Knoppers sturen ze hierheen, hij
krijgt zijn opleiding, gaat weer terug,
natuurlijk naar George, die hij vertrouwt
en dan is hy er geweest! Ze zullen hem
uitpersen tot ze de hele toestand hier
kennen. Sluw werk, maar niet sluw ge
noeg heren
Hij gaat weer zitten en kijkt Fitzy aan.
„Wat scheelt jou?" zegt hy. „Je bent
wit als een lijk!"
„KnoppersU vergeet, dat Knop
pers vannacht naar Nederland wordt ge
bracht door de R AF."
De kolonel is volkomen verslagen.
„Neen!" hijgt hij. „Wel allemachtig!
Dan hebben ze toch gewonnen!" Hy staart
wanhopig naar Thompson en mompelt
byna onhoorbaar: „Ze hebben gewon
nen!" Dan springt hij weer op, één en al
tie. Wanhoop? Hij nooit!
„Bel de school op. Vraag of hij weg is.
Als hij niet weg is. moet hij wachten tot
ik hem persoonlijk ophaal. Schiet op!
Snappen jullie niet wat er gebeurt?"
Tien minuten verstrijken en dan komt
Thompson terug.
„Het spijt me verschrikkelijk, meneer.
Het toestel met Knoppers is een half uur
geleden vertrokken."
„Maar het is toch nog geen twaalf uur!
Wat bezieJJ die lui?"
.,Ze stuurden hem een vliegtuig vroe-
r, om nog een tweede vlucht naar
Frankrijk te kunnen maken."
„Pech!" Hy is weer rustig geworden en
denkt diep na. „Ga maar naar je kamer
Thompson, maar blijf wakker. We heb
ben nog één kans!" Hy heeft zijn houding
teruggevonden en er zit een metalen
klank in zijn stem.
In die tussentijd bel jy het hoofd
kwartier op FitzGerald eqi je beveelt.
dit telegram naar alle zenders in
Holland moeten zenden. Neem het even
op:
Man bekend als George van Triest
gevaarlijk stop Verbreek ieder con
tact stop waarschuw iedereen en
wacht op instructies alvorens maat
regelen te nemen stop.
De tijd gaat ongemerkt voorbij. De kolo
nel loopt met open battle-blouse zijn
kamer op en neer en bijt op een korte
pijp, die hij weer vult. zodra zij uitge
brand raakt. Er gaat een uur voorbij en
één. Om twee uur in de nacht klinkt
lawaai op de trap, de deur van zijn
bureau wordt opengegooid en Thompson
komt binnen stormen met verwarde haren
„Knoppers is terug, meneer!"
„Geweldig." zegt de kolonel eenvoudig.
„Mijn oude geluk is teruggekeerd." Hij
valt zwaar op zijn stoel neer en houdt
zijn ene hand voor zijn ogen. alsof hij de
boze dromen, die hem de laatste paar
•■ren gekweld hebben, wil verdrijven.
„Wat is er gebeurd?"
„Hij kon niet springen, omdat ze zijn
punt niet konden vinden. Grondmist en
regen!"
„DAn," zegt de kolonel langzaam, „dan
ls het spel van de Duitse eontra-spion-
nage uitgespeeld."
UIIEBT
DEIE
/\N| WEEK
44AAI I*1 d*. Wiant
KUNNEN LEZEN:
Dat het maar» een toe» is, ïn de
ze wereld waarheid van leugen
te onderscheiden
Zitten meneer» en mevrouw in»
Goes rustig over» de politiek te
p na ten bij een bevriende rela
tieof de telefoon gaat en de
dienstbode Is aan cte lijn
Man in huis Jas g^apt,. Geld
verdwenen. Wel $350.~!
Of meneer.
Meneer* vloog! Maar laat hetr
meisje nu zelf die f 350.-
M\\i
€n in "Parijs.
Daar zyn zena de "Ruhr- eie -
ren, gaan r*o<zr*en in de Rus
sische eierenzijn Fransen,
die zeggcodat de Pus krav-
chenko niet zélf dat beroemde
boek van hem schreef.
Advocatengetuigen,rechters-
Daar ls het nog een vrvaaq wie-
er liegtdezeof de andere
kant van het ijzeren gordijn
tn het succes der leken In Lake
Succes Daar maakt men van
En of we de republiek maar weer
herstellen willen
-it
nu precies als die -Hamil-
5_, d'e een stier Tn een por.
Dat is nu
tonners^
celeinwmkel zetten. Daar werd
de schade óók aangericht door
de opdringende toeschouwers.
Waaromzo vraagt U, bemoeien,
de Amerikanen zich niet metcb
2 maal per week nieuw© Nylons
van de dames Truman
En houden de Riksen zich niet
by hun pas getokt „Tbolvarkcn'?
Wij hebben niet y>
Iets als een Pool-
i varken. Maar wy
hebben cen"burgerlyk<2 stand voor
(weggelopen) honden en d<2 vraag
fe nu maar, hoe ze het met cte trouw,
boekjes doen.
Daarover picke
ren karellinks
en -WcndrikGreven
die al dit schoons weer tekenden
(Zn schreven.
i