Mr H. P. MARCHANT TACHTIG JAAR, maar strijdbaar en fris ZATERDAG 29 JANUARI 1949 BEKENDE NEDERLANDERS THUIS „Ik zit het liefst tussen m'n boeken, daar waait je wat van aan" (Van een onzer verslaggevers) „Nee, ik voel niets voor een stuk in de krant, ik ben er nou uit en wat voorby Is, is voorbij", heeft mr H. P. Marchant gezegd. „Maar tachtig jaar op twaalf Februari, dat is toch geen kleinigheid?" „Och kleinigheidEnfin, de fotograaf moest een foto maken van de oud- minister van Onderwijs en zo kwam het, dat ik tóch op z'n kamer belandde, waai bij het grootste deel van de dag doorbrengt. biet anders „En schrijveni?" „Ik schrijf zölang ik leef. Ik heb de fewoonte gehad op papier te zetten wat k zo dacht in m'n leven en (met een gebaar naar een voor hem liggende lijvige I niet de minste genade kon vinden besloten eenvoudig de Statuten te ve derer», schaften het algemeen bestuur af en benoemden Van Deventer als nic voorzitter, omdat ik me terugtrok, daar ik meende dat. zolang de Duitsers de baas waren, de hele boel bij hem het veiligst zou zijn. Ik geloof wel, dat hij goed werk voor de Hoge Veluwe heeft gedaan. Na de be vrijding werd hij prompt opgeloten, maar wie toen dacht, dat de regelingen, die in 1942 getroffen waren, golden voor de tijd, dat de Duitsers de baas waren, kwam be drogen uit. De heer Schermerhorn deed of er geen Stichting bestond en het ge bied Rijks eigendom was. Hij woonde er, gaf er grote maaltijden, o m aan de bruine kerels, die nu in In-dië zoveel spektakel maakten en hij behandelde de Hoge Veluwe als een soort dictator. In 1946 werden de statuten, op de manier van 1942, nog eens gewijzigd. Toen werd do C. d. K. van Gelderland, jhr. Quarles van Ufford voorzitter. Doordat ik ijverde voor een herstel van de toestand van vóór de oorlog zijn er allerlei gekke dingen over my verteld- uitgegroeid tot een lijvig groot liefheb map) dat boekwerk. „En vroeger wj ber van fietsen?" „Nou en of. maar sinds ik gemerkt heb. dat ik daarmee m'n benen breek, fiets ik niet meer Ik zit maar het liefst m'n boeken. Daar wordt een mens beter van. Daar waait je iets van aan als je zo dagelijks om je heen kijkt er gebeurt". „Dat zint U niet erg?" „Och, wat zal ik zeggen. Ik ben gezegend met een grote voorraad humor. En er gebeuren een massa grap pige dingen in de wereld. Zoals nu weer die geschiedenis met die zo genaamde Commissie van Goede Dien sten Als die mensen zich daar ophouden met meisjes van plezier, dan is het be hoorlijk dat ze in de krant komen- Als ze 't goed gedaan hadden, zouden z( op de voorpagina's zijn verschenen." „Al met al is de situatie in de na logse wereld zo. dat als ik voorgoed mijn ogen sluit, ik met volle gemoedsrust kan zegden Adieu geachte landgenoten". „Uw Kamertijd is wel de mooiste tijd uit Uw leven geweest? „De allermooiste. Och hoe ging dat Er gebeurde nog es wat. Wij hadden de woonte alles onderste boven te halen od z'n kop te zetten als ons. in het rege ringsbeleid. iets niet aanstond Daarbij vergeleken is het tegenwoordig dooievissiesvreterij. zoals ze wel eens zeg gen Ze staan zo'n beetje in de houding met de hand aan de pet en ze zeggen: „Wat is er van Uw orders meneer." „Daar heb je al die ellendige toestanden tegenwoordig van. Deze regering is eer stuk beter, dan de vorige, maar het narf is. dat je altijd d<» beroerd gebleken ele menten houdt. En wat zich vroeger zc rood als een kreeft noemde, draagt tegen woordig het koffertje voor de kapita listen". Militant bliift de heer Marchant, on danks z'n jaren. Er is één punt, dat hem niet alleen handen vol werk, maar ook dagen vol strijd geeft: De Hoge Veluwe. Hij vertelt: „U weet hoe dat gegaan is Indertijd bood mevrouw Kröller de i kunstverzameling op de Hoge Veluwe aan de staat aan en kreeg ik, als minister van Onderwijs van de N V. Wilhelm Müller en Co.. waarin het bezit van de Kröllers was ondergebracht, het aanbod, om het landgoed met de eropstaande ge bouwen voor de Staat te kopen Er was acht ton voor nodig. Dat geld hebben we gekregen uit een potje, dat op het mi nisterie van Financiën was achtergeble ven als restant van de Ned Uitvoer Mij (NU.M.l uit de eerste wereldoorlog. Met dat geld is de Hoge Veluwe de Staat gekocht. En er werd een onaf hankelijke Stichting van gemaakt, kwam een dagelijks bestuur, waarv op dringend verzoek van mevrouw Kröl ler. het voorzitterschap op mij nam. Ik had er helemaal geen behoefte aan. om dat ik, als minister, de handen vol had. De statuten bevatten de bepaling, dat ik voor het leven benoemd was. Naast dit dagelijks bestuur stond algemeen bestuur van 50 leden, dat als een soort parlement fungeerde. Het moest begrotingen goedkeuren, zich uitspreken over vervreemdingen en dergelijke zaken en hield o.m. contact met het maat schappelijk leven, doordat vertegenw digers van tal van organisaties er zitting ln hadden. Toen de oorlog kwam, waren we bang. dat de Hoge Veluwe door de Duitsers Vernield zou worden. We hadden in 1942 de heer Van Deventer als secretaris-pen ningmeester. Hij was „goed met de Duit sers". Door bemiddeling van de vroegere I Duitse gezant in Den Haag. graaf Von Zech, wist hij gedaan te krijgen, dat „de Hoge Veluwe" in de goede zorgen van de i Duitse Wehrmacht werd aanbevolen", j Maar de bezettingsautoriteiten vonden het Stichtingsbestuur veel te log en zij I gingen zich toen met de interne zaken bemoeien, ook al, omdat ik in hun ogen 2 MILLIOEN Nederlanders jolen bij keelpijn Ze hebben gezegd, dat ik niet langer de Cornelis Jolstraat 68. maar op de Hoge Veluwe wilde wonen en dat ik zulke machtige profijten uit het landgoed trok Allemaal onzin. De tijd, waari mensen loeren op de best betaalde baantjes, als ze politiek bedrijven, bele ven we nu. Vroeger werd daar niet aai gedacht. Maar goed. U begrijpt, ik ben ei de man niet naar om dat op me te laten zitten. Er bestaat een Ra?d voor Rechts herstel in Nederland. Die moet rechtzet ten, wat de Duitsers kromtrokken. Daar voor hebben we nu de zaak van de Hoge Veluwe aanhangig gemaakt. Binnenkort zal ik er zelf in pleiten bij de behande ling. Wij vorderen: vernietiging van df onrechtmatige Statutenwjjziging van 1942 Gaat dat door, dan vervalt vanzelf d« wijziging van 1946 en kan de Stichting „Het Nationale Park de Hoge Veluwe" voorshands weer onder het eigen Stich tingsbestuur gebracht worden". Dat is, voor het ogenblik mr Marchant's oude passie. Zij heeft tevens gemaakt, dat hij over de tegenwoordige machthebbers niet erg te spreken is- Een geheim maakt hij daar niet van. „ik ben nog uit de tijd van Troelstra. Hij woonde hier vlak achter, 't Was een groot vriend van me, als waren we het niet altijd eens. Hij wendt zich met 'n glimlach af. „Ge groet!" zegt z'n felle stem. Het was me hoogst aangenaam en het brak dit ge- „Er is geen feest op 12 Februari, want daar hou ik niet van. En m'n vrouw ook niet. We zijn beide zo gezond als vissen. Da's een groot geluk". En hij keert terug naar z'n kamer. Vol boeken en papieren. En de portretten van Thorbecke enr monseigneur Poels aan de wand- De twee polen waartussen zich het leven bewoog van deze Vrijzinnige revolutionair, wie maar één macht te sterk werd in deze wereld: Het kruis van Christus, die de zonden der wereld droeg! OP BEZOEK BIJ DE „BELEZEN" HILLE BUTTER VAN VOLENDAM Ontmoette vorstenadmiraals en kunstenaars in haar kleine vissersstuip (Van een medewerker). „Boeken zyn de grootste vreugde van myn leven." Dit is een uitspraak uit de mond van Hille Butter, de eenvoudige Volendamse, de enige vrouw in het pittoreske vissersdorp, die over een eigen bibliotheek be schikt. Wanneer zij uit haar leven begint te vertellen, dan blijkt ook dit in feite een boek te zijn; een kleurige sprookjesvertelllng. Reeds als kind verslond zjj •nillioenen drukletters en reisde in gedachten door vele werelddelen; droomde met een nimmer te stillen nieuwsgierigheid over koningsmantels, oude burchten en romanfiguren. Ik zou zo graag de mensen ontmoeten, die dit alles geschreven hebben, peinsde zijen dan ook nog de bijzondere figuren uit het grote leven, zy schrijven. spier en vindt zy het kennelijk de ge woonste zaak ter wereld. Maar we hui veren toch even, wanneer zij „Adolf Hitier" zegt. Dooh Hille glimlacht: „Waarom niet? Ik had zo gaarne dat heerschap eens gesproken, waarvoor iedereen nu zo doodsbenauwd was. Of hij by mij lang geleefd zou hebben, is na tuurlijk een andere zaak." En dan ver volgt zy, enigszins treurig: „Hij is helaas nooit gekomenJa, zij inte- Kon zij vermoeden, dat dit ooit nog eens werkelijkheid zou worden? T auteurs, vorsten, admiraals, tekenaars beeldhouwers in de lage kamer van haar vissershuisje zouden zitten; dat zij hun naam in haar gastenboek zouden schrij ven? Zij spiegelt zich nog dikwijls aar de warme glans van vele goede herinne ringen; op stille avonden mediteert zij bij gouden bladzijden van haar levens boek. Daar was wijlen Z.K.H. Prins Hen drik die met waardigheid en zwier handtekening zette; daar was een Bel- loni, de vriend van Mussolini, die des tijds burgemeester van Milaan was ei zich later tegen de Duce keerdeen a bladerend zien we de krabbels en som tijds 'zeer artistieke tekeningen van eer Jo Spier, Piet v. d. Hem of Willy Slui ter. Ook de foto van wijlen de uitgever Nijgh ziet ons in het beduimelde kleine gastenboek aanen zo zijn er zoveel, Krabbels, soms onleesbaar, dan weer in blokschrift, gedichteneen heel wereld valt voor ons open. Hille is zuinig op haar gastenboek, niet slechts om de Ko ninklijke signaturen, doch omdat het eer levensschat voor haar geworden is; eer brok onuitwisbaar verleden. Hoe het alles zo gekomen isDat weet zij eigenlijk zelf niet goed, want de dingen groeien dikwijls in het leven onverwachts en direct, dat er geen rede lijke verklaring voor te geven is. Maar de oude historie van het eerste schaap e brug is zeker op haar van toepassing. Zie thans eens rond bij Hille; bekijk haar „overladen" interieur eens. Daar zijn de vele boeken bijna alle van df schrijvers persoonlijk ten geschenke ge kregen de stapels tijdschriften er kranten, alsmede de talloze portretjes er prulletjes (Hille zegt trots dat aan alles een herinnering verbonden is) die de suggestie schenken, in een klein mus te zijn. Hille leest, leest en leest nog verzuchtend, dat haar bibliotheek op de keper beschouwd nog veel te klein i Griezelkivam tevergeefs Maar één ding is zeker: mensen en boeken zijn in het opmerkelijke leven Hille op een wonderlijke wijze met elkaar vergroeid; het heeft een diepe in druk op haar gemaakt, dat zy de „figu- der verbeelding" in vlees en bloed voor zich heeft gezien Zij woont reeds sedert 1919 in kleine huisje aan de dijk en zij glimlachend de schouders ophalen het begrip „verveling", want zij kwam steeds tijd te kort. Wanneer er mens betekenis naar Volendam kwamen welke buitenlander durft immers H land te verlaten zonder Volendam of Marken gezien te hebben? dan kwam dat zij bij Hille kwamen. De schone en belezen Volendamse was im- een der meest ontwikkelde in zekere zin ook een „beziens waardigheid" van het oude typische dorp. En zo gebeurde het op een dag, dat de buren achter de horretjes bij Hille zoals zij haar later bij haar thuiskomst vertelden een foei-lelijk heer gezien hadden, die kernachtig gekarakteriseerd werd met „een griezel." Achteraf bleek de kroonprins van Japan te zijn geweest Kon er echter een groter ogenblik Hille's leven zijn, toen het haar na enkele omwegen gelukte, aan Z.K.H. Prins Hen drik, die met de Brandaris naar Volen dam gekomen was, voorgesteld te wor den? Een hartewens werd werkelijkheid Hille dacht: nu zet ik mijn beste been voor, want zijn naam betekent de Kroon letterlijk en figuurlijk op mijn gastenboek. Het is haar gelukt: daar staat de Koninklijke handtekening dan voor ons, fors en onaangetast door de tijdverstopt tussen gedichten, pren ten, tal van opdrachten van bekende per soonlijkheden. „Hij was een juweel van een mens", peinst Hille voor zich uit, „wilt u geloven, dat ik hem als een hei lige vereer? Kijk, daar aan de muur hangt zijn portret, naast dat van Goethe Maar Hille had gaarne nog meer be langrijke mensen ontmoet. Zelfsmaar dat is onmogelijk te raden, al vertrekt Hille by het noemen van zyn naam geen LEVENSWIJSHEID Dan der vleuglen draagkracht is; Tracht geen mens te overtroeven Want dan loopt het altijd mis. Brengt de post bijvoorbeeld 's ochtends Weer zo'n allerleukst bericht Van een huw'lijk of geboorte Trek dan geen verschrikt gezicht. )ch al dure tijd. Zonder al die valse schijn Kunnen we ten allen tijde Blijde met de blijden zijn. Cri KempenSterkenburg. resseert zich nu eenmaal voor buiten gewone mensen en dat is psychologisch ook makkelijk verklaarbaar, want ook de schurken zijn helden uit haar boeken hoofdrolspelers in de grote, onuitputte lijke roman, die „leven" heetTo erf Rauter op het witte doek te zien was, ontbrak Hille niet in de bioscoop, want „ik ga altijd naar dat soort heerschappe, als ze te zien benne." Wanneer Hille in het boek der herinne ringen bladert, ontmoeten we nog vele bijzondere momenten. Destijds (zij meent, dat het in '23 wasV 'is zij ook voorgesteld aan Kóningin Wilhelmina en Prinses Juliana. En dan om niet te vergeten heeft zij ook gereisd. Als kind zag ik dat plaatje „Als kind zag ik een plaatje vai Seine en ik dacht: daar moet je naar Hilleik ben ook een keer in Parijs geweest en het zou mij wat waard zijn, het nog eens te zien. Ik was ook in Lon den, Hannover en Bremenen nu zou ik nog zo graag naar Rome willen als ik dat toch eens klaar kon spelen." En danbegint Hille weer over boe ken. Lezen en nog eens lezen: het is en blijft haar grootste hartstocht. „Ja, ik ben steeds nieuwelijkik zou ook eens van die prachtige romantische verhalen over oude kastelen willen lezenof over diepe dingen, zoals over Brits-Indië, om maar 'ns wat te noe menen de goede liefdesroman vind ik ook schitterend, als 't maar geen goed koop gewauwel is Het kopje thee met een koekje echt op z'n Volendams wordt deze middag niet vergeten en de kleinkinderen zor gen nog voor een intermezzo. Zij zijn graag bij „ooitje", maar weten het devies: overal afblijven, want ieder boekje, ieder vaasje, ieder papiertje heeft hier een betekenis Hille heeft er thans 57 lentes opzitten, ïaar zij is nog een gezonde en frisse Volendamse, die nog heel wat hoofd stukken in het grote levensboek hoopt te lezen, voordat zy het met moede handen dichtklapt. „Jammer", verzucht zij bij ons af scheid, „dat het leven zo kort duurt. Je moet zoveel boeken ongelezen laten >ver de mensen, die je niet kunt ont moeten, nog te zwijgen Ik nas geheim agent in oorlogstijd (17) Opzienbarende telegrammen flitsen tussen Londen en Driebergen Het loopt tegen Kerstfeest 1943. Zonder dat iemand het weet zitten omstreeks vijftig geheime agenten van de M.I.D., de Nederlandse inlichtingendienst in Londen, gevan gen in het tot concentratiekamp ingerichte Groot-Seminarium te Haren in Brabant. De zenders, waarmee zij moesten werken om verbinding met het hoofdkwartier in Engeland in stand te houden, zyn in handen gevallen van de Duitsers, die er seinen, alsof zij geheime agenten zijn. Enorme slagen worden als gevolg daarvan toegebracht aan het Nederlandse verzet, waarin schurken als George Ridderhof, Anton van der Waals en Johnny de Droog zijn binnengeslopen om hun verraders werk te doen- Hermann Giskes van de Abwehr en Joseph Schreieder van de Kri- minalpolizei spelen hun afschuwelijk England-Spiel .Betreffende de zender van de pas- Ik weet van dat alles niets. Ik besef niet. dat ook met mij een luguber spel wordt gespeeld. Ik heb er niet het flauw ste idee van, dat George van Triest al de telegrammen, die ik hem liet verzen den, regelrecht naar het hoofdkwartier van Giskes in Driebergen brengt, die ze na bestudering door een Duitse marconist laat overseinen om vervolgens geduldig op het antwoord uit Londen te wachten. Maar het gevoel van onvrijheid, het gevoel van absolute afhankelijkheid aan de dikke George van Triest, maakt plaats voor een gevoel van triomf, als ik ein delijk en ten leste de kans krijg om bui ten iedere controle om een telegram naar Engeland te zenden. Het luidt als volgt: ip Wil troIer :oeke Hille Butter van Volendam, wier hele leven een roman ls. Hier zit ze by haar boekenschat, met twee kleinkinderen die op visite zyn en haar trouwe huis vriend, de hond. stop Brutus stop. Dat telegram werkt in Londen als een donderslag by heldere hemel. Het opent er ogen en oren. Het maakt een einde aan een afschuwelijke toestand. Het maakt helaas, ook een einde aan mijn schijnbare vrijheid. Later heeft men mij verteld, hoe het in Londen ontvangen werd. De chef van de Britse inlichtingendienst, de zeer in telligente kolonel, zit een ogenblik stil als FitzGerald het papiertje met de ont cijferde woorden op zijn tafel legt. Dan zegt hij langzaam en nadrukkelijk: „Heb je ooit een konijn horen schreeuwen, dat de strik zit? Die jongen heeft het moeilijk „Zou hij iets weten van onze telegram- en aan de illegaliteit om George Rid derhof te controleren nadat we die alar merende berichten uit Zwitserland kre gen?" ,,'t Is mogelijk. Maar waarom wan trouwt hij de zender? Dat is toch een van eigen zenders in Nederland? Hij wel niet, welke agent het ding be dient, maar dat is geen reden. Nee, hij ruikt ergens lont." „Maar het nieuws over George is best Knoppers is vol lof, die is zelf door hem Engeland geholpen. En conist in Nederland seinde, dat George volkomen te vertrouwen is, dat hij Pluto Barcelona brengt tegelijk met drie Amerikaanse piloten. Wat willen „Dat weet ik allemaal wel, Fitz Gerald. Het klopt alles. Knoppers, die pas uit Nederland kwam, is zeer positief •dering. En tochik heb z gevoel, dat iemand een spel speelt en geblinddoekt midden in sta en n weet wat ze spelen. Hoe maakt Knoppers het?" Hij is zo blij als een kind, dat hij met die verzetsopdracht naar Nederland terug mag.*' ,Hy verdient het. Misschien aan de overkant isOm de één of andere reden maakt de kolonel zyn niet af. Hij steekt een nieuwe sigaret op en zegt vermoeid: „Je moet Brutus maar zo gauw gelijk een herhaling over deze zender sturen. Verander er niets aan en zet niets by. Stuur het precies zoals het alleen met een aanduiding, dat het vi hem bestemd is. En dan moeten we wachten wat er gebeurt." En in het hoofdkwartier van Abwehr in Driebergen ging het zo: Af toe klinken er voetstappen in de gang naast de kamer, waar Oberleutnant Giskes achter zyn bureau zit. Hij voelt zich volkomen op zijn gemak in dit huis, hoewel de holle ruimten en de kilte ieder ander mens een gevoel van onbehaag lijkheid en vreemde afkeer zouden geven. Giskes leest een stapel papieren door en maakte in zijn fijne schuine hand schrift aantekeningen op een blocnote. Dan staart hij voor zich uit, volkomen gedachten verdiept en gaat een ogenblik later naar een praohtig antiek buffet het eind van de kamer, opent een deur en neemt een sigaret. Het is onmogelijk het karakter var deze Duitse spionnageleider te analy seren. Zyn ronde, gladgeschoren gezicht met de blauwe ogen geeft geen houvast. Hermann Giskes leest en schrijft. Dan gaat plotseling de telefoon van de parti culiere lyn. „Ja", zegt hy afwezig. „Luister!" zegt een militaire stem. „Ik antwoord ontvangen op heb juist dat trërioht van, Brutus. ,Welk bericht van Brutus! Neen, laat deze titel u niet veront rusten, alsof ik een aanslag op uu beurs zou bedoelen. Dat bedoel ik tus sen de bedrijven door weliswaar ge durig, maar ik weet veel te goed dat De vraag getuigt enerzijds Kerstfeest weer een maand achter de goede opmerkingsgave, rug is en dat we dus in dat koude jaar. getijde zijn aangeland, waarin punt loze opruimingen en rekeningen het gesproken een mens bijna doen betreuren dat hij de vorige maand zo royaal met zijn zuurverdiende penningen heeft omge- uur vo sprongen. Er is nu eenmaal een tijd gulden om te bedelen en te geven Inderdaad wordt er veel geld uitgegeven aan dingen die men in het algemeen kunnen kinderei stijl 1 belang- ofschoon de prijzen waar het hier i rijke zaak gaat. Eerste vraag: „Verdient de arbeider thans voldoende om ervan te kunnen leven?" Antwoord: Dat hangt ervan af wat u onder leven verstaat. Indien u daarmee bedoelt dat hij het voedsel- retten aan2ienlyk onder die v. „Volks pakket de huishuur en de fondsen begrafenisondernemer voldoen; een dubbeltje naar een jeugdbioscoop. Slechts zeer moeizaam en zeer spora disch doet men in kerkelijk Nederland de ontdekking die Amerika en En geland reeds lang deden dat ook een Zondagsschool een goede en zelfs verantwoorde film zou kunnen bren gen. Derde vraag: „Zou men niet ver- *°mïm u stukken verstandiger, maar moet men zo iets soms ook eerst leren? Heeft school gehoord waar Veronderstelt ;n zich boven de moeilijk verzoekingen van het mo- kunnen verheffen, waaraan dui zenden nooit toekomen? Zeker, men zou moeten sparen, want dan kwam er tenminste nieuw huisraad en nieuwe kleding voor alles wat ver sleten raakte. Maar wie vijf gulden per week uitgeeft voor zogenaamde overbodigheden waarvan ik herzeg dat ze in deze gevallen juist vaak niet overbodig zijn blijft het nieuwe ameublement van vijf of zeshonderd gulden zien als een eeuwige onbe reikbaarheid. En daar komt iets bij: is sparen geen deugd, Zondagsmorgens n bedrag van één a twet snoepgoed hebben opge- f"ze!f A,ï he' fee'(loedwinkeU,e 3oe""lnde"'iien 'wZ7 ook een i\ja om in dat opzicht geen plotseling een offerte »n krijgshaftige <jit niet illusies te koesteren. Maar ik wilde pistolen doet, wapent zich de gehele heden antwoord; temeer evenmin over klandizie te klagen INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK zijn gezin kan bekostigen; herstel" liggen, wordt er nog grif H" "'*s en betaald. Ten slotte worden ongetwij- - 0as' feld grote bedragen uitgegeven voor en electriciteit betalen, dan mag bioscoopbezoek en andere vermaken, zonde. Dat ondervonden "die paar twoord over by na ae gehete voetbal- en boksmatches voorop, oudjes, die ondersteund werden Maar aan de andere kant getuigt deze t veel hangen en wurgen een radio- i te, weinig opmerkingsgave, toestel bij elkaar spaarden. Van extra linie bevestigend luiden. Helaas voor de volle honderd procent, want ^raap ook zonder vermogensaanwasbelas- \yant tingen en hoe de zusjes en broertjes jn woningen die te klein zijn en 'die deze daarvan^mooen^Jietery is het^Jeven daardoor het waarachtig-huiselijke week zijn moeten missen. Vit de oorlogswinter duur tegenwoordig. Maar algemeen wort, er met zo he.l er„ ge- wete„ we verd„ dnt de Se,efcen„ klaagd. Het is de grote vraag, of „le- de kleine vreugden des levens gelijke inkomsten" sterk in die ondersteuning non" nit>t méér inhoudt; zelfs innnnepr dolgelukkig mee ge- toen is het „verrajen". En sindsdien zijn ze wegens „verzwegen tred houdt met de zorgen beknot en het toestel gaat hun op deze daarbij niet aan het in de Bijbel des levens. Woninggebrek betekent wijze het dubbele kosten van wat noodgedwongen: de vlucht genoemde „Leuen" denken. Tweede vraag: „Hoe rijmt zich daar- straat, naar de amusementen t mee het herhaaldelijk geconstateerde de kroeg. En woninggebrek doet feit dat juist in de volkswijk zulk e de kinderen „uit broodnodige zaken en vermaken?" de Zondagsschool; het huidige met spaarden. Maar dacht in hun buurt nu verder nog iemand rondloopt, die aan sparendenkt? Vierde vraag (mijnerzijds): „Voelt u hoe moeilijk men oordelen kan in het leven?" WIJKPREDIKANT „Wat?!" sist Hermann Giskes. Hij zit kaarsrecht in zijn stoel. „Nooit var hoord." „Ik dacht, dat je er alles van af wist? Het is een telegram van Brutus aar hoofdkwartier, dat hij de zender va passeur wil controleren en om een haling van hun laatste bericht aan Brus sel vraagt." „Jullie idioten! Waarom heb je niet gevraagd of ik er van af wist. Jullie stomme krankzinnigen!" Giskes schreeuwt niet, maar zijn v den snijden als een vlijmscherp mes. gezicht is wit van woede, slechts zijn nek is donkerrood gezwollen by zyn bijna bovenmenselijke poging zich te beheer- „Maar ik dacht „Hou je kop, 6tomme hond. Jij hebt geen hersens om na te kunnen denken. Wat is het antwoord?" „Woordelijke herhaling van het laatste telegram." „Bel onmiddellijk af!" Ook Giskes legt de hoorn neer, neemt een sigaret uit het pakje op zijn bureau en inhaleert diep. En in Londen komt inmiddels mijn telegram aan, dat de Duitsers zo vrien delijk zijn geweestd) voor me te verzen den nadat ik het George van Triest in goed vertrouwen heb ter hand gesteld. Het telegram, waarin ik in bedekte ter men vraag wanneer de proclamatie uit mijn lucifersdoosje in de Nederlandse illegale pers mag verschijnen. De pro clamatie over de maatregelen bij eer En als hij dit telegram in zyn handen krijgt slaat in een Londens bureau de kolonel van de Britse inlichtingendienst met de vuist op tafel. „Ik heb het!" brult hy. „Allemachtig! Ik mag een idioot zijn als dit het niet is!" Zijn medewerkenden FitzGerald er. Thompson verbleken. „Grote Goden!" De kolonel ziet er uit of hij een hartverlamming nabij is. „Die instructies, dat is het. De stomste streek, die de Duitsers ooit konden uithalen. Ik wist het, ik wist het! Ik heb jou, Fitz Gerald, gezegd, dat ze een spel speelden nu weet ik wat het is. Ze spelen met ónze zenders! Ze hebben de zaak in handen. Let op mijn woorden; Ze hebben de zaak in handen. Die instructies w invasie-instructies. Denk na, man! Lees wat hier staat. Eerst die onzin ove uitwerking en dan: „Wanneer uitgewerkt lucifersdoosje gewenst". Dat wil ze? wanneer worden die invasie-instructies van kracht. Of nog anders", en weer slag op de tafel, „wanneer begint de Er valt een diepe stilte. Dan vervolgt de kolonel, volkomen gekalmeerd: „Bru tus is gearresteerd. Die George is vervloekte verrader. Ze hebben onze te pakken en vragen ons de datum de invasie. Brutus weet net zo goed als elke andere agent, dat we hem dat niet zouden zeggen, zelfs al konden we het en zeker niet vóór we dat zelf willen. George is een verrader!" Hij springt op uit zijn stoel en loopt de kamer op en neer. Dan blijft hij plotseling staan en zegt verschrikt: „Hoe staat het met Knoppers?" „Wat bedoel je?" vraagt Thompson „Maar snap je dan niet, dat George verkeerd is, de hele opleiding van Knoppers tot agent ook bedrog is. Ha! Sluw gespeeld, maar niet sluw ge noeg. Knoppers sturen ze hierheen, hij krijgt zijn opleiding, gaat weer terug, natuurlijk naar George, die hij vertrouwt en dan is hy er geweest! Ze zullen hem uitpersen tot ze de hele toestand hier kennen. Sluw werk, maar niet sluw ge noeg heren Hij gaat weer zitten en kijkt Fitzy aan. „Wat scheelt jou?" zegt hy. „Je bent wit als een lijk!" „KnoppersU vergeet, dat Knop pers vannacht naar Nederland wordt ge bracht door de R AF." De kolonel is volkomen verslagen. „Neen!" hijgt hij. „Wel allemachtig! Dan hebben ze toch gewonnen!" Hy staart wanhopig naar Thompson en mompelt byna onhoorbaar: „Ze hebben gewon nen!" Dan springt hij weer op, één en al tie. Wanhoop? Hij nooit! „Bel de school op. Vraag of hij weg is. Als hij niet weg is. moet hij wachten tot ik hem persoonlijk ophaal. Schiet op! Snappen jullie niet wat er gebeurt?" Tien minuten verstrijken en dan komt Thompson terug. „Het spijt me verschrikkelijk, meneer. Het toestel met Knoppers is een half uur geleden vertrokken." „Maar het is toch nog geen twaalf uur! Wat bezieJJ die lui?" .,Ze stuurden hem een vliegtuig vroe- r, om nog een tweede vlucht naar Frankrijk te kunnen maken." „Pech!" Hy is weer rustig geworden en denkt diep na. „Ga maar naar je kamer Thompson, maar blijf wakker. We heb ben nog één kans!" Hy heeft zijn houding teruggevonden en er zit een metalen klank in zijn stem. In die tussentijd bel jy het hoofd kwartier op FitzGerald eqi je beveelt. dit telegram naar alle zenders in Holland moeten zenden. Neem het even op: Man bekend als George van Triest gevaarlijk stop Verbreek ieder con tact stop waarschuw iedereen en wacht op instructies alvorens maat regelen te nemen stop. De tijd gaat ongemerkt voorbij. De kolo nel loopt met open battle-blouse zijn kamer op en neer en bijt op een korte pijp, die hij weer vult. zodra zij uitge brand raakt. Er gaat een uur voorbij en één. Om twee uur in de nacht klinkt lawaai op de trap, de deur van zijn bureau wordt opengegooid en Thompson komt binnen stormen met verwarde haren „Knoppers is terug, meneer!" „Geweldig." zegt de kolonel eenvoudig. „Mijn oude geluk is teruggekeerd." Hij valt zwaar op zijn stoel neer en houdt zijn ene hand voor zijn ogen. alsof hij de boze dromen, die hem de laatste paar •■ren gekweld hebben, wil verdrijven. „Wat is er gebeurd?" „Hij kon niet springen, omdat ze zijn punt niet konden vinden. Grondmist en regen!" „DAn," zegt de kolonel langzaam, „dan ls het spel van de Duitse eontra-spion- nage uitgespeeld." UIIEBT DEIE /\N| WEEK 44AAI I*1 d*. Wiant KUNNEN LEZEN: Dat het maar» een toe» is, ïn de ze wereld waarheid van leugen te onderscheiden Zitten meneer» en mevrouw in» Goes rustig over» de politiek te p na ten bij een bevriende rela tieof de telefoon gaat en de dienstbode Is aan cte lijn Man in huis Jas g^apt,. Geld verdwenen. Wel $350.~! Of meneer. Meneer* vloog! Maar laat hetr meisje nu zelf die f 350.- M\\i €n in "Parijs. Daar zyn zena de "Ruhr- eie - ren, gaan r*o<zr*en in de Rus sische eierenzijn Fransen, die zeggcodat de Pus krav- chenko niet zélf dat beroemde boek van hem schreef. Advocatengetuigen,rechters- Daar ls het nog een vrvaaq wie- er liegtdezeof de andere kant van het ijzeren gordijn tn het succes der leken In Lake Succes Daar maakt men van En of we de republiek maar weer herstellen willen -it nu precies als die -Hamil- 5_, d'e een stier Tn een por. Dat is nu tonners^ celeinwmkel zetten. Daar werd de schade óók aangericht door de opdringende toeschouwers. Waaromzo vraagt U, bemoeien, de Amerikanen zich niet metcb 2 maal per week nieuw© Nylons van de dames Truman En houden de Riksen zich niet by hun pas getokt „Tbolvarkcn'? Wij hebben niet y> Iets als een Pool- i varken. Maar wy hebben cen"burgerlyk<2 stand voor (weggelopen) honden en d<2 vraag fe nu maar, hoe ze het met cte trouw, boekjes doen. Daarover picke ren karellinks en -WcndrikGreven die al dit schoons weer tekenden (Zn schreven. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 7