Een avond vol van nerveuze spanning
State Department werden
we onder druk gezet
^"AKKERTJE
JURN
de vrijdenker
DEZE
WEEK.,
ZATERDAG 16 OCTOBER 1943
i.
(Van een speciale medewerker
„Heus, ik kan me niets van die weg herinneren, alleen dat het
weest moet zyn, omdat we nogal hard reden. En va
doorkwamen, herinner ik me helemaal niets. Anders z
Myn ondervrager, de Duitse code-expert (later
faamde Ernst May was) keek me van de andere kant
hand in zyn zak, de andere speelde met een pakje sigaretten. Zijn bol gezicht
met de slappe, geelachtige witte huid vertoonde zoals gewoonlijk geen uitdrukking,
maar de scherpe ogen onder de niet bestaande wenkbrauwen hadden de verveelde
ongelovigheid, die ik zo goed kende.
gaat lopen, alleen om zijn berijder te
pesten.
Republiek zou voor arbeidskrachten zorgen
Kort geleden werd in Nederland groot opzien gewekt door de onthullingen van mr
Stikker te Dordrecht over het Fox-contract, een overeenkomst, waarbij de repu-
bliek-Djokja aan handen en voeten gebonden werd aan een kapitalist, die te
Washington grote invloed heeft en in Zuid-Amerika dergelijke exploitaties verricht,
terwijl de republiek zou zorg dragen voor de levering van arbeidskrachten. De
communistische opstand heeft de aandacht voor dit contract enigszins doen ver
flauwen, doch de Fox-compagnie, die nog niet officieel is opgericht, blijft achter
dichte sluiers voortwerken en zij blijft werkelijkheid, zo de republiek, al dan, niet
met Nederlandse soldaten, wordt gered. Het is daarom goed, dat er bekendheid
wordt gegeven aan de voorgeschiedenis van dit contract en zjjn inhoud.
Het Fox-contract vloeide voort uit het
voortdurende streven van de republiek
om geld en bepaalde goederen uit het
buitenland los te krijgen. Het koste wat
het kost.
Door particulieren en republikeinse
regeringsinstanties, werd voor honderd
vijftig millioen dollars naar Singapore
gesmokkeld. Agent van de republiek te
Singapore is nog steeds Lim A Poen, die
voor de politieactie grootleverancier was
van wapenen, welke te Cheribon werden
geïmporteerd. Op zes Mei 1947 sloot Gani
als minister van Handel reeds een soort
gelijke overeenkomst met de Overseas
Corporation, een lichaam, dat zusterin
stellingen heeft in Australië, Nieuw-Zee-
land, de Verenigde Staten, Groot-Brit-
tannië, -België, Zweden, Denemarken en
Canada en dat zou optreden als enige
agent der republiek met eerste optie op
alle exportproducten der republiek en
prioriteit voor alle beleggingen binnen
(het machtsgebied van Djokja.
Later schijnt Gani dit contract vergeten
te hebben, immers het kwam tot grote
moeilijkheden toen eenmaal het Fox-con
tract getekend was en Gani zijn vrienden
het vroeger contract toonde. Met grote
moeite werd de zaak weer in het reine
gebracht en de Corporation deed afstand
van haar rechten.
Toen verschillende pogingen der repu
blikeinse vertegenwoordigers om in
Amerika tot zaken te komen, mislukt
waren, werden zij in kennis gebracht
met Fox, een machtig man in de film
industrie en tevens chief executive van d«
Development Corporation, welke in Zuid-
Afrika werkt. Op 3 Januari jl. werd het
Fox-contract getekend en reeds voor dit
tijd werd, blijkens een brief van Soemi-
tro aan Lim A Poen van 30 December
1947 en een rapport van een bespreking
tussen Fox, Herbert Mayer, Howard
Newmark en Soemitro, gepoogd, de Ne
derlandse Regering onder druk te zetten
via het State Departement.
Mag men Soemitro geloven, dan is dit
inderdaad geschied. Men ging hierbij als
volgt te werk: Het Fox-concern bleef vol
komen op de achtergrond, doch liet de
Mayer Brown Company voor zich
ken. Deze laatste bracht de Army-Navy-
Munition Board, een overheidsinstantie,
op de hoogte van de beweerde aanwezig
heid van grote voorraden goederen, zoals
rubber, die van belang waren voor
oorlog. Tevens wees zij er op dat het t
zicht van de Koninklijke Marine op de
publikeinse scheepvaart een soort blok
kade zou zjjn, welke de wereld verstak
van hoogst nodige voorraden. De Board
wendde zich weder tot het State Departe
ment en dit weer richtte vertogen tot de
Nederlandse regering. Zodoende werd
deze bewogen tot de concessie, dat de uit
voer bezuiden de lijn Bengkalis-Sibolga
vrij zou zjjn. Op een ander punt had
volgens een mededeling van Soemitro
eveneens succes, namelijk bij een poging
©m de taak van de marine rondom Suma
tra zozeer te verzwaren, dat het toezicht
minder scherp zou worden. Bjj de bespre
kingen van de Commissie van Drie te
'T HANDSCHOENTJE
Wat kan het toch misleidend zijn,
Naar ingebeelde normen
Zich over één of ander land
Een denkbeeld te gaan vormen.
Zo heb ik met Amerika
Er danig naast gegrepen;
Men nam het er met 't huwelijk
Wat licht, had ik begrepen.
Gezien de vele scheidingen
Die men er publiceerde,
Trof menig huw'lijkscandidaat
Er schijnbaar de verkeerde.
Doch ziet, voor de United States
Valt niemendal te vrezen,
Waar 't huwelijk bij volmacht zelfs
Niet geldig blijkt te wezen.
Een dergelijke waakzaamheid
Duidt op een ernstig streven,
Maar heeft ons bruidje toch wellicht
Een koude douche gegeven.
Wij kunnen voor de Marshall-hulp
Geen tegenwicht offreren,
Want zelfs een Nederlandse bruid
Wil men niet accepteren!
Gré KempenSterkenburg
Voor het Stoplicht
lioerang men herinnert zich deze be
ruchte besprekingen nog wel werd het
verzoek gedaan, de Westkust van Suma
tra open te stellen voor de internationale
scheepvaart. Tevoren namelijk wa
leen de Oostkust daarvoor opengesteld
krachtens de scheepvaartwet van 1936.
Men kreeg nu gedaan, dat er een wijzi
ging werd aangebracht met het gevolg,
dat de Marine ook de Westkust moest
controleren. Haar taak werd belangrijk
uitgebreid en de smokkelaars warei
doende gebaat.
Men ziet hieruit hoe een belangrijke
economische groep achter de schermen
werkt, en langs allerlei slinkse wegen
tracht de Amerikaanse regering te beïn
vloeden en via haar Nederland onder
pressie te zetten Dit is vooral van be
lang nu Marshall Nederland heeft te ken-
gegeven, dat het met Hatta tot een
overeenstemming moet komen, terwijl
Butterworth heeft verklaard, dat Indo
nesië geen dollars krijgt, voordat er een
overeenkomst is tussen Nederland en
Hatta, dw.z. de wederpartij in het Fox
contract
Volgende keer willen we enige aardige
staaltjes geven uit het gevecht om de
vette buit.
„Kiespijn is geen pijn, mac
liefje te hebben en daar niet bij
placht een zeer vervelende tante mij
vroeger wijs te maken, als de
het op de zenuwen had. Van liefjes wist
ik (toen) nog niet. Nadien werd dat an
ders, voorzover de kies zich althans
goed gedroeg en de liefde niet weg-
knaagde uit m'n manlijk hart.
Zaterdagavond heeft de kies dat wél
gedaan. Ik had geen oog meer, noch
voor mijn lief, noch voor mijn leed. Er
was alleen de kies. En de vraag, wie te
kiezen om als kiesrechter op te treden.
Ik ontdekte en het wordt tot
schande van de Haagse kiezentrekkers
gezeid dat het gemakkelijker
deze vorm van kies-recht uitgeoefend
te zien in Wijnjeterp, dan
stelijk 's-Gravenhage. In Wijnjeterp
woont een tandarts en hij zal, op Za
terdagavond, mopperend z'n tangen
laten blikkeren, maar hij wringt kies
en pijn uit uw kaak.
Beste mensen, wat heb ik verlangd
in Wijnjeterp te zijn. Of in Ermelo,
of in een andere plaats met minder
dan 10.000 inwoners, maar onder hen
een tandarts, die z'n plicht verstaat.
Hier: machtige borden. En daarachter
deuren op een kier. „Hebt U kiespijn?
Spijt me, maar de dokter helpt
slist niet meer". Of: ,J3ier een tand
arts? Een jaar geleden, ja,
dokter is dood. Dat bord? Vergeten'
En een hoofd uit een raam „Hè je
geld bij je? 't Is dubbel tarief!" Met
als variatie: „Alleen zonder verdoven.
Ik moet uit".
Eindelijk, nummer twaalf. Die
het dan wel doen". Maar: „Het kost U
acht florijnen".
En zelfs die prijs kon 's mans zwarte
gezicht niet doen opklaren. Het mijne
wel, want kies en pijn verdwenen.
Maar praat U liever in mijn aam
zigheid niet meer over kies, als het
de Haagse tandartsen betreft; de goede
niet te na gesproken natuurlijk.
Want eerst komt: Onkies.
OP STOPPER.
Ik uas geheim agent in oorlogstijd
k Voel me als een patiënt, die naar de operatie
kamer wordt gebracht
i hoofdweg ge-
i de Engelse dorpen, die we
ii ik het toch wel zeggen!"
on ik weten dat het de be
an de tafel strak aan; hji had
„Kom, kom", zegt hij na een paar ein
deloze seconden en boog zijn hoofd bijna
onmerkbaar naar voren, „uw herinnering
toch niet zó slecht, hè? U bent een
ontwikkeld man. U moet zich toch wel
iets kunnen herinneren, wat een aanwij
zing kon zijn hoe U gereden bent."
Niets is moeilijker en vervelender dan
iemand, waarboven je jezelf eigenlijk
verheven voelt, te moeten overtuigen
in je eigen stommiteit.
„Ik heb U toch gezegd, dat ik er geen
belangstelling voor had. Mijn hoofd stond
lar om het landschap te bewon
deren!"
Opdracht in 'n lucifersdoosje
Ik sprak de waarheid tegen deze Duit-
_»r van de contra-spionnage. Ik was die
middag niet in mijn humeur toen 'n snelle
Engelse auto de geheime agent Pluto en
Brutus naar 't vliegveld bracht,
of liever gezegd naar de school, van
waaruit we die nacht vertrekken zouden.
,i een stemming, waarin allerlei
emoties met elkaar botsten met als resul-
i misselijke verwardheid en
droefgeestigheid.
Ik wilde eigenlijk niet naar bezet Ne
derland gaan en aan de andere kant wilde
ik mijn reis als geheim agent voor geen
goud ter wereld een seconde uitstellen.
Een onverschillig telefoontje van Fitzy,
de chef: „Ja, de piano is er enneje
kunt daar vanavond niet eten. De auto
komt over ongeveer
hotel" had een einde gemaakt aan twee
weken werkeloos wachten.
Mijn collega Pluto is opgetogen, als dit
bericht binnenkomt. Hij zegt het althans
en begint alles, wat we niet kunnen mee
nemen netjes in zyn koffer te pakken,
even rustig alsof hij een weekeind naar
buiten gaat. Ik beuzel
een beetje rond, met het
gevolg dat mijn eigen
dommen in de kamer
achterblijven, een wan
ordelijke hoop kleren,
uniformen, schoenen en
papieren, fie Fitzy mag
uitzoeken whnneer wij
niet meer terugkeren.
Ik herinner me maar
één ding van die autorit
naar het vliegveld en dat
is de onberispelijk ge
klede vrouwelijke vrij
williger, de Fanny, die
aan het stuur zit.
Als ik haar vraag: „Hoe
voel je je bij de gedachte
met twee dode mannen
onderweg te zün?" Zegt
ze: „Misschien gaan jullie
vannacht niet eens. Ze komen io vaak
terug omdat er grondmist of regen of
wind is." Ze bedoelt het goed
.Daar is je springultrusting, pak, helm,
laarzen, gummikussen. En hier is je mes,
hier je pistool, vier en twintig schot
munitie, een spade, een kompas. Dit zyn
pillen en gebruik asjeblieft de blauwe
et om water te ontsmettenO, hier
ook nog een veldfles."
Ik speel met mijn pistool. Pluto onder
werpt het zijne aan een nauwkeurig on
derzoek en probeert langzaam de veren
de afvuurinrichting.
„Ja, die zyn in orde. Je hoeft ze niet
te proberen", zegt Tom.
Alles hangt me de keel uit, ik voel me
ongelukkig en verlaten en verlang niets
anders dan alleen te zijn om in een halve
geestelyke gevoelloosheid te sc
mijn uur aanbreekt.
We gaan naar beneden. Daar zitten op
zijn minst vyftig man, allen collega's,
allen geheime agenten, die, in tegen
stelling met ons, op de school moeten
.wachten". Er is een Pool, die daar al
twee maanden is, een Noor, die
maal vertrokken maar elke keer terug
gekomen is, omdat men de plaats niet
kon vinden waar hy springen moest. Ik
heb bewondering voor hen, want by
niemand kan ik ook maar 'n spoor
de rusteloosheid en onbehaaglykheid
ontdekken, die ik by mezelf voel. Zy
spelen kaart, ping-pongen, lezen
boek of zitten aan de bar te praten.
„Wil je wat drinken?" stelt Fitzy t
ehde puntjes op
de
te
„Ik heb nog maar een paar shilling
op zak", werp ik tegen, „of is dit
rekening van de zaak? Het zou
buitengewoon aardig gebaar van
majoor zijn, weet je!"
Wanneer komt Meyer Scliwencke voor
de perszuivering?
HET APPARAAT BIJNA AFGEBROKEN
(Van een onzer verslaggevers)
Wie op het ogenblik de bureaux van
de Commissie voor de Perszuivering aan
de Javastraat in Den Haag betreedt, kan
zich niet onttrekken aan de gedachte, dat
een afbraak op grote schaal heeft
plaats gehad.
Er zetelt tussen de dossiers van reste
rende zaken nog één ambtenaar, w
taak het is, de nog lopende zaken tot
goed eind te brengen. De rechercheurs
zijn ontslagen of namen hun ontslag. Men
krijgt de indruk: de zuivering is ten einde.
Men zou zich daar alleen maar over
moeten verheugen. De perszuivering is
een punt van veel discussie en een massa
ergernis geweest, bracht bovendien on
rust in het vak zelf. Dat een zo belang
rijke taak afgesloten kan worden is een
prachtige schrede op de weg naar herstel
an het Nederlandse leven.
Toch vragen we ons af, of niet te voor
barig afgebroken werd. Er is n.l. nog be
langrijk werk aan de winkel. De zaak
is n.l. nog niet afgehandeld. Met d e zaak
bedoelen we die van Arie Meyer
Schwencke, die de kwade geest vai
Nederlandse journalistiek gedurende de
oorlog is geweest en over wiens hande
lingen, voor en tijdens de bezetting we
I weer enkele jaren geleden, uitvoe
rige artikelen hebben geschreven.
Hy wordt nog steeds verpleegd in eer
inrichting voor geesteszieken in Frane-
ker. Het is ons bekend, dat hy niet ge
hoord mag worden in verband met zyn
toestand.
Dat is uiteraard treurig voor de
in kwestie, maar nog erger voor een
tal vooraanstaande Nederlanders,
namen de laatste tijd, gekoppeld aar
van Meyer Schwencke, in een minder
gunstig daglicht zyn geplaatst. Zy beho
ren tot de leiding van het dagblad „Het
Parool". De zuivering van Arie Meyer
Schwencke zou hen eventueel van blaam
kunnen zuiveren en anderzyds van
lang zyn voor het vaststellen van
antwoordelykheid voor een reeds daden
die, op zyn zachtst uitgedrukt, vooi
bestaan van de Nederlandse staat nogal
nadelig zyn geweest.
Het is daarom, dat we de vrijwel totale
afbraak van het bureau der Perszuivering
aan de Javastraat, waar de zaak-Meyer
Schwencke in behandeling was, met enige
verbystering zien.
Te meer, waar de, met dit onderzoek
belaste rechercheur, ondanks zyn aanbod
voor eigen rekening aan te blyven, mits
zyn onkosten vergoed werden, toch de
laan uitgezonden werd.
Wy' vragen ons dus af: Wat is de toe
komst van het dossier Meyer Schwencke
en wanneer zullen we de behandeling
daarvan thans tegemoet kunnen zien?
De toestand van Meyer Schwencke
verhinderde tot nu toe behandeling. Het
komt ons voor, dat de administratieve
werkkracht van het restant van het bu-
niet zodanig is, dat een snelle af
werking verzekerd is.
Onder de zaken, die nog afgewerkt moe
ten worden, is b.v. een ontzetting voor de
van drie maanden na de uitspraak.
Maar er is niemand om dit vonnis te tik-
en aan de betrokkene te doen toeko-
Is het eerlyk om een dergelyk i
boven zijn straf nog een week of wat
extra te geven, door ontydige afbraak
het rechtsprekend apparaat?
t is niet alleen oneerlijk en onfat
soenlijk, het is bovendien bedenkelyk, als
men de figuur van Arie Meyer Schwencke
Voorbereiding
In de school worden we ontvangen met
de woorden: „Jullie zyn op het nippertje.
Ik snap niet waarom jullie altyd zo
ellendig laat moet zyn." Het is drie
minuten vóór vyf en om vyf uur sluit de
de uitgifte van uitrustingsstukken,
e moeten maar wachten tot mor
gen" zegt hy tegen de chef, „zolang zal
de oorlog nog wel duren." Maar Fitzy
zegt, dat het wenkelyk noodzakelyk is
dat wy die nacht vertrekken.
„Weet je Tom, ze zijn al een dag of
veertien over tyd ennede verbin
dingsmensen hebben bericht ontvangen
„Het is altyd hetzelfde gezanik, 'k Ben
in twee nadhten al niet naar bed ge
weest omdat die kisten niet terug
komen."
Hy vertelt het ons op soldateske toon,
terwyl we naar de rustkamer lopen.
Achteraf bekeken ben ik ervan over
tuigd, dat zulke gesprekken ons moreel
moesten steunen, maar op mij heeft het
averechtse uitwerking. Ik word
n bewust, dat ik gelykenis met
ezel vertoon, die blyft staan of langzaam
„Nee, jy behoeft het niet te betalen,
dat komt wel in orde, teken alleen
met jeeh wel, met je naam."
Ik onderteken met myn vyfde schuil
naam en die goeie ouwe Fitzy zegt met
tegenzin: „Zie jeeh, we kunnen het
altyd verrekenen met je salaris z
Je weet waarschijnlyk wel", hy wordt
opgewekt by de gedachte dat hy in staat
is een genoegen te doen, „dat
salaris voor je op de bank zetten. Je
krijgt een aardig sommetje wanneer j
terugkomt!"
„Als we maar lang genoeg wegblijven'
merkt Pluto terloops op en nipt aan zy:
glas alsof hy het niet lekker vindt.
Geen risico
Ik schijn niet in staat te zyn om die
aangename spanning kwijt te raken
krijg hoofdpijn. Als we naar boven gaan
is het of iedere stap door myn hoofd
dreunt. En er zyn veel treden, want de
school is één van die grote landhuizen,
waar een oningewijd bezoeker kan
Kou
Koorts
Griep
£-•/. •-
We zouden nog eens terug komen
op de roman van de oude arbeider.
U herinnert zich dat verhaal immers
nog wel: over Jurn, de jonge boer uit
het Gooi, die zo met zijn nieuwe pre
dikant overhoop lag en 'm voortdu
rend schaakmat meende te zetten. Als
ik dat verhaal nu nog eens doorlees,
treft me één ding in het bijzonder: die
Jurn is een echte dóór-denker, die
ophoudelijk de konsekwenties
stellingen trekt.
„God is Liefde" was zijn eerste
stelling, maar daar volgt dan
Liefde 1
i het er op aarde
maar ook anderen vergeving der zonden
geschonken is. Nu weten wij, dat al
deze schijnbare tegenstellingen niette
min een eenheid vormen. Maar tracht
nu maar eens deze dingen onder woor
den te brengen in het gesprek met de
doordenkers. Dat lukt zo goed als
nooit. Het lukt reeds hierom niet, om
dat de prediking van Christus altijd
dwaasheid is in de
heel anders uitzien. En dus geloof ik verstandige doordenkers, die immer
in geen God
Nu kunnen we op al zulke overden-
-hem kingen heel gemakkelijk antwoorden kunnen vlechten.
noodwendig uit dat "God eventuele fP een herfstige Zaterdagavond bij ons Maar ondertussen
zonden niet wreekt maar vergeeft, k°PJe thee achter de krant. We hebben noodzaak om niettemin te spreken. En
i zyn gees-
J Liefde is voor Jurn
telijke vader onverenigbaar met straf P^1
en lijden.
catechismus maar voor het grij- daarover wil ik twee opmerkingen
kunnen van leer trekken. Daar- makenOok voor Jurn geldt deze lo
gische vraag: ,^ls de mens dan goed
b\j valt ons dan op, dat heel veel v
is goed" luidde zijn wat Jurn beweert, ook door deze kerk- m het niet gedaan heeft, is dat
tweede these en die brengt op haar vaderen wordt aanvaard. Alleen stel- dan schuld of niet?" Waarbij aansluit
beurt mede, dat de taak der Kerk, Ien 2V naast dic stellingen voortdurend de volgende vraag: „Is het geen schuld
zoals Jurn deze ziet, moet bestaan in "nfIprp min nt rnppr npt 1«
een hartstochtelijk appèl op de gewe
tens om nu ook goed te willen.
Al verder: ,JJe Doop heeft met de
kerkleer te maken" en dus is het on
juist om te dopen als men zelf die leer
niet volkomen onderschrijft of geen
zekerheid bezit dat het gedoopte kind
deze nooit zal aanhangen.
En eindelijk: „De hemel kan op
aarde worden verwerkelijkt" en daar
om is bidden volstrekt zinloos en een
gemakzuchtig ontvluchten aan onze
Jurn staat in dit doordenken of vrij-
denken niet alleen. Dagelijks stuit men
in de volkswijk op zulke peinzende Doop heeft niet alleen
geesten, ook al komen ze vaak tot heel leer te maken,
andere stellingen.
In de Volkswijk
XLin
een steeds herhaalde zinswending „niet
alleen maar ook". God is niet alleen gaan dat
barmhartig, maar Hij is ook rechtvaar- heeft voor h
dig. De mens is niet alleen geroepen J~*
in al Gods geboden te leven,
zijn als telkens wordt gezegd?" Pas
wanneer die schuld is blootgewoeld
kunnen we verder spreken. Onze oude
catechismus begint niet voor niets met
het deel der ellende. Waarbij dan nog
altijd weer het gevaar dreigt waar-
b.v. de Jehovagetuigen ten onder
ien meer belangstelling
wezen van de straf dan
de schuld.
De tweede opmerking is evenwel
ook onbekwaam tot enig goed. De deze: wij hebben angstvallig te waken
kerk- dat wij zelf niet in de practijk óók in
Gods be- de logica verstrikt raken. Jurn wijst
loften en Gods t
God Liefde is. Als Hij werkelijk Liefde ding der tegenstellingen
dan had Hij r
leerstuk uit: zalig worden zij, die niet
oorden met tien andere broer- alleen van Christuswege door een op-
zusjes, terwijl Hij de gemeenste recht geloof worden ingelijfd (uitver- zVn inderdaad
schooiers tachtig jaar oud laat worden, kiezing, passiviteit)maar die ook al voortreffelijkheid
dan had Hij al die Zijn weldaden aannemen (activiteit).
En een waar geloof is niet alleen een
zeker weten of kennis,
Als Hij Liefde
oorlogsverschrikkingen niet
laten komen, waarin mijn beste
i honger omkwam. Neen, als Hij zeker vertrouwen, dat niet alleen mij.
Wij hebben niet zijn predikant b.v. op het feit, dat deze
r ook te bidden, zich' toch wel sterk bewust moet zijn
nbin- üan z'n recht op een flink salaris,
ieder daar hy meent z'n taak zo schitterend
verrichten. Laat dit wat gechargeerd
heel veel kerkmensen
vervuld van eigen
i maken geen ernst
hei „onnutte dienstknechten" zijn.
Dan kunnen ze tegen de vrijdenkers
logica niet meer op en... worden boos...
WIJKPREDIKANT.
dwalen in een doolhof van gangen, trap
pen, treedjes op en af en een onnoeme
lijk aantal slaapkamers. De kamer, waar
Fitzy ons heenbrengt is een heel gewone
kamer met een stuk of acht bedden, die
allemaal heel netjes opgemaakt zijn met
witte lakens en slopen, een privilege van
de leerlingen van de Special Training
School.
„Jullie kunt hier slapen wanneer jullie
om de een of andere reden vannacht te
rugkomen," zegt Fitzy en legt zijn hoed
en zijn actetas zorgvuldig op één van d«
bedden, zoals een dokter zyn instrumen
tentas zou neerzetten wanneer hij een pa
tiënt bezoekt. En deze vergelyking gaat
in meer dan één opzicht op, omdat ik
juist zo voel: een patiënt die bij vol be-
wustzyn de operatiekamer wordt binnen
gebracht.
„We zullen by jou beginnen," zegt de
chef tegen my. „Wil je je even uitkleden!"
„Wat? Helemaal bedoel je?" Ik snak
aar adem en vraag me af welk onder
deel der routine-opleiding ik vergeten
heb. „Ja. weet je, 't is absoluut noodza
kelijk dat er geen fouten gemaakt wor
den. Je zou de eerste niet zijn, die naai
beneden gaat met een doosje Engelse lu
cifers in je zak, dat je op het laatste ogen
blik by je hebt gestoken!" Hij praat ver-
onderzoekt nauwkeurig elk onder
deel van myn kleding. Er mag geen merk
hemd of 'n jas zitten, niets in de
zakken, geen stukje papier in de omslag
a de broek.
,Laat me nu je koffer eens zien. Je
weet wat er in zit. niet waar? Wil je het
jven opnoemen?" Ik noem alles goed op.
„Best, laat me nu eens zien hoe je alles
ingepakt hebt. Het is een beetje plagerij,
maar een poosje geleden wilde iemand
vertrekken met zijn schoenen ingepakt in
Engelse krant. Zoiets brengt je in
verlegenheid wanneer ze je rommel door
zoeken, weet je!"
Fitzy zucht bij de gedachte aan zoveel
gebrek aan gezond verstand. „Hier is je
Belgische geld. Steek het gelijk maar bij
jeeh, dan wen je er meteen aan. Hier
je identiteitsbewijs enneje lucifers.
Verlies ze niet. hè?"
Ik weet dat het lelijke doosje een be-
langryk onderdeel van mijn zending
bevat, een verklaring van het Geallieerde
Hoofdkwartier, die bestemd is voor de
ondergrondse nieuwsdienst, waarby ik
verbindingsofficier word. We gaan de in
structies nog eens na, 't wachtwoord,
n adressen en dan kan ik gaan,
kant en klaar.
Ik ga terug naar de bar, terwyl Pluto
m de beurt komt voor de contróle. We
weten niets van eikaars opdrachten
zijn slechts reisgenoten tot Brussel. Als
hij klaar is, bekyken we voor de laatste
maal de kaart om te zien waar het punt
afspringen is en de luchtfoto, waarop
bijna de boom te zien is. waar we kun-
uitblazen. We bespreken de maniei
waarop we contact moeten vinden, zoeken
de tijden van treinen en trams op en hou
den het dan voor gezien.
„Het is natuurlyk allemaal heel nut
tig" merkt Pluto op en vouwt zyn kaart
dicht, „maar ik zou helemaal niet
baasd zyn wanneer er iets gebeurt, dat
totaal niet voorzien hebben. Nee, je
hebt maar één ding nodig, en dat is
gezond verstand en tegenwoordigheid
geestdat is alles!"
„Inderdaad: dat is alles: Maar s
ll liebt
m CtA khcunt
UONMDNIQCN;
dat da naam "tranendal voor»-
onze, wenzld nog altyd de juis-w
te is.
Zelfs 'bruiden snikken togen.—
woordig en dat is geen wonder»
als ze tussen Den Haag en Cai-
fbrniê opgesloten wonden omdat
de Amerikanen bet huwelijk goaj
zaak vinden om met hand
schoentjes "aan te pakken.
En was dat jonge _paar in dte
koeienstal te Schipluiden er
beter aan toe Da koe er in,
het paar» er uit"verdreef daar
bruideqom en bruid,i|
Tw&z daklozen méér* by dc mgzn
gezinnen ,dic minister* van Maars®»,
veen toc^-ibeJden tydens zyn be-'
zoek aan Wierden.
Toon kon Z.E. wel
huilenwant de-
woonplaats die zy
kozen, had hy voor ander*©n—
bestera. J)rynr£.
Beginsel en vuur
(Vervolg van Pag. 1)
De tweede is van mr G. E. van Wal-
ïm, de bekende figuur uit de Door
braakbeweging, genomen uit het num
mer van „Doorbraak" van 1 October j.L:
„Is het bovendien niet zo, dat de Chris
telijke partijen veelal alleen met het
etiket Christelyk al tevreden zyn en
zich overigens om het verband tussen
het geloof en haar politieke inzichten
niet al te veel bekommeren?"
Er valt over deze citaten wel een en
ander op te merken. Voor ditmaal wil
len we er de waarschuwing in lezen:
Hoedt u voor lichtvaardig spreken over
-het Christelyk beginsel: Hier betaamt
ons geen hoogmoed, maar ootmoed. Dit
standpunt heeft mr Van Walsum tot de
Doorbraakgedachte gebracht. Prof. Van
Niftrik heeft het doen opwekken tot
nieuwe bezinning binnen de Christelijke
partij.
Het zal niet verwonderen, dat wy dit
laatste meer waarderen dan het ee
Voortdurende bezinning op dit punt
blyft nodig, omdat wy het gevaar
zien, dat beginselen by al hun onv
gankelyke waardy een verstarrende
dan verlammende invloed uitoefenen.
Het moet ons iets te zeggen hebben,
dat het ons niet ontbreekt aan een
hoorly'k aantal beginselen, maar dat het
ons wel ontbreekt aan bewogenheid
aan leven.
Om te laten zien, wat we bedoelen,
geven we weer een citaat.
Thans een citaat van de Kampense
hoogleraar G. B. Wurth. Ons dunkt, dat
wü ter harte mogen nemen wat hy
schreef in het „Geref. Weekblad"
8 October j.L:
„Het is ten enenmale onbegrijpelijk,
dat wy. die ons naar de naam van deze
Christus noemen, desniettegenstaande
maar kalm blyven volharden in die hou
ding van geestelijke onaandoenlijkheid
en onbewogenheid. Is dat geen reden,
het ons zelf eens ernstig af te vragen,
of wy feitelijk aan Zyn Geest niet vol
slagen vreemd zyn?"
„Wie van ons durft het aan, met zo'c
woord van Christus over dat werpen van
vuur op de aarde eens waarachtig ernst
te maken? Het is ook veel gemakkelij
ker, daar maar overheen te lezen. Want
als dit eens even werkelijk in onze
bleef haken, dan was het met onze
meteen gedaan.
Dan konden wü niet langer het uit
houden bü dat onheilige phlegma, dat
nu ook ons Christetijk leven zo vaak ken-
„Dan was het ons niet langer mo
gelijk, ermede te volstaan, degelüke en
beginselvaste Christenen te zijn, wat ons
nu dikwüls het non plus ultra (het niet-
overtroffene) lykt. Dan zouden wü het
gaan begrüpen, dat er ook nog iets anders
nodig is. n.L dat er in ons leven iets
komt van die vaart, van dat tempo
mensen, die hartstochtelijk begeren, dat
het vuur, hetwelk Christus op aarde is
komen werpen, almeer om zich heen
■gaat grüpen, dat het Koninkrük Gods
met steeds meer geweld zich baan
breekt."
Combineren wij nu. ons Zaterdagavond
artikel van vorige week met wat wij
vandaag schreven, dan merken wy twee
belangrüke feiten op. By sommigen, die
aanvankelijk het Christelük beginsel
afwezen, zien wü iets van een schuchter
terugkeren tot dat beginsel: Van anderen,
die de betekenis van dat beginsel i
mer hebben ontkend, horen wij de w
schuwing, dat het beginsel het zonder
het vuur van Christus niet stellen kan.
Heeft dat niet iets van een onderlinge be
nadering. die al evenzeer grote opmerk
zaamheid verdient?
Zelfs hzt romantische Capr»!
bkzef niet tranen-loosDaar
zao do uitvindor» Vassena zyn
duikboot ïn hot blauv/z» nat
vondwynon
En waan qaan tranen zyn,ma.
ken we ia. Door het rookqor-
dyndat ze In Zwolle qaan log.
gen om de langste as-kolom^
aan de sigaar te tevoren en in
Den Haag,
waar een schilden door een „dame
van de ladder werd gegooid. Nu
kan zy huilen,wanter zit stellig
wel wat waor haar op
.,n> '"Wsdj
Op de grens van tranen cm zon.
nesch'yn ligt het ontslag uan dn
wm Mook Voor het Koninkrijk,
maakt het geen verschil datd2
„moker weg gaat ais de bl.l
aan de wortel van de boonw^
wordt gelegd.
Drogen wij tóch onze tranen:
de chow-chow was 1
immers de beste hond
fop-Houtrust
Breukelen
sabbelde op lollies
uit Brooklyn
U mag
J'»j weer onbeperkt kip.
fxzn houden en mer
neer Walter Monga»^
springen.tij
en meneer -H.lommerer
die in So jaar schroef-
draaien 4amillioen van de, nut-,
tige instrumenten naakte ert_
daarmee 6500 ton yzer verzet
te, houden de hoop op beter»
tijden levend bij
76 jaaroud, w
hocr-a L
ging wan de
dcry' over. op para_
chutes
HENDRIK, ORÉV£N Uv KAO&U