Een avond vol van nerveuze spanning State Department werden we onder druk gezet ^"AKKERTJE JURN de vrijdenker DEZE WEEK., ZATERDAG 16 OCTOBER 1943 i. (Van een speciale medewerker „Heus, ik kan me niets van die weg herinneren, alleen dat het weest moet zyn, omdat we nogal hard reden. En va doorkwamen, herinner ik me helemaal niets. Anders z Myn ondervrager, de Duitse code-expert (later faamde Ernst May was) keek me van de andere kant hand in zyn zak, de andere speelde met een pakje sigaretten. Zijn bol gezicht met de slappe, geelachtige witte huid vertoonde zoals gewoonlijk geen uitdrukking, maar de scherpe ogen onder de niet bestaande wenkbrauwen hadden de verveelde ongelovigheid, die ik zo goed kende. gaat lopen, alleen om zijn berijder te pesten. Republiek zou voor arbeidskrachten zorgen Kort geleden werd in Nederland groot opzien gewekt door de onthullingen van mr Stikker te Dordrecht over het Fox-contract, een overeenkomst, waarbij de repu- bliek-Djokja aan handen en voeten gebonden werd aan een kapitalist, die te Washington grote invloed heeft en in Zuid-Amerika dergelijke exploitaties verricht, terwijl de republiek zou zorg dragen voor de levering van arbeidskrachten. De communistische opstand heeft de aandacht voor dit contract enigszins doen ver flauwen, doch de Fox-compagnie, die nog niet officieel is opgericht, blijft achter dichte sluiers voortwerken en zij blijft werkelijkheid, zo de republiek, al dan, niet met Nederlandse soldaten, wordt gered. Het is daarom goed, dat er bekendheid wordt gegeven aan de voorgeschiedenis van dit contract en zjjn inhoud. Het Fox-contract vloeide voort uit het voortdurende streven van de republiek om geld en bepaalde goederen uit het buitenland los te krijgen. Het koste wat het kost. Door particulieren en republikeinse regeringsinstanties, werd voor honderd vijftig millioen dollars naar Singapore gesmokkeld. Agent van de republiek te Singapore is nog steeds Lim A Poen, die voor de politieactie grootleverancier was van wapenen, welke te Cheribon werden geïmporteerd. Op zes Mei 1947 sloot Gani als minister van Handel reeds een soort gelijke overeenkomst met de Overseas Corporation, een lichaam, dat zusterin stellingen heeft in Australië, Nieuw-Zee- land, de Verenigde Staten, Groot-Brit- tannië, -België, Zweden, Denemarken en Canada en dat zou optreden als enige agent der republiek met eerste optie op alle exportproducten der republiek en prioriteit voor alle beleggingen binnen (het machtsgebied van Djokja. Later schijnt Gani dit contract vergeten te hebben, immers het kwam tot grote moeilijkheden toen eenmaal het Fox-con tract getekend was en Gani zijn vrienden het vroeger contract toonde. Met grote moeite werd de zaak weer in het reine gebracht en de Corporation deed afstand van haar rechten. Toen verschillende pogingen der repu blikeinse vertegenwoordigers om in Amerika tot zaken te komen, mislukt waren, werden zij in kennis gebracht met Fox, een machtig man in de film industrie en tevens chief executive van d« Development Corporation, welke in Zuid- Afrika werkt. Op 3 Januari jl. werd het Fox-contract getekend en reeds voor dit tijd werd, blijkens een brief van Soemi- tro aan Lim A Poen van 30 December 1947 en een rapport van een bespreking tussen Fox, Herbert Mayer, Howard Newmark en Soemitro, gepoogd, de Ne derlandse Regering onder druk te zetten via het State Departement. Mag men Soemitro geloven, dan is dit inderdaad geschied. Men ging hierbij als volgt te werk: Het Fox-concern bleef vol komen op de achtergrond, doch liet de Mayer Brown Company voor zich ken. Deze laatste bracht de Army-Navy- Munition Board, een overheidsinstantie, op de hoogte van de beweerde aanwezig heid van grote voorraden goederen, zoals rubber, die van belang waren voor oorlog. Tevens wees zij er op dat het t zicht van de Koninklijke Marine op de publikeinse scheepvaart een soort blok kade zou zjjn, welke de wereld verstak van hoogst nodige voorraden. De Board wendde zich weder tot het State Departe ment en dit weer richtte vertogen tot de Nederlandse regering. Zodoende werd deze bewogen tot de concessie, dat de uit voer bezuiden de lijn Bengkalis-Sibolga vrij zou zjjn. Op een ander punt had volgens een mededeling van Soemitro eveneens succes, namelijk bij een poging ©m de taak van de marine rondom Suma tra zozeer te verzwaren, dat het toezicht minder scherp zou worden. Bjj de bespre kingen van de Commissie van Drie te 'T HANDSCHOENTJE Wat kan het toch misleidend zijn, Naar ingebeelde normen Zich over één of ander land Een denkbeeld te gaan vormen. Zo heb ik met Amerika Er danig naast gegrepen; Men nam het er met 't huwelijk Wat licht, had ik begrepen. Gezien de vele scheidingen Die men er publiceerde, Trof menig huw'lijkscandidaat Er schijnbaar de verkeerde. Doch ziet, voor de United States Valt niemendal te vrezen, Waar 't huwelijk bij volmacht zelfs Niet geldig blijkt te wezen. Een dergelijke waakzaamheid Duidt op een ernstig streven, Maar heeft ons bruidje toch wellicht Een koude douche gegeven. Wij kunnen voor de Marshall-hulp Geen tegenwicht offreren, Want zelfs een Nederlandse bruid Wil men niet accepteren! Gré KempenSterkenburg Voor het Stoplicht lioerang men herinnert zich deze be ruchte besprekingen nog wel werd het verzoek gedaan, de Westkust van Suma tra open te stellen voor de internationale scheepvaart. Tevoren namelijk wa leen de Oostkust daarvoor opengesteld krachtens de scheepvaartwet van 1936. Men kreeg nu gedaan, dat er een wijzi ging werd aangebracht met het gevolg, dat de Marine ook de Westkust moest controleren. Haar taak werd belangrijk uitgebreid en de smokkelaars warei doende gebaat. Men ziet hieruit hoe een belangrijke economische groep achter de schermen werkt, en langs allerlei slinkse wegen tracht de Amerikaanse regering te beïn vloeden en via haar Nederland onder pressie te zetten Dit is vooral van be lang nu Marshall Nederland heeft te ken- gegeven, dat het met Hatta tot een overeenstemming moet komen, terwijl Butterworth heeft verklaard, dat Indo nesië geen dollars krijgt, voordat er een overeenkomst is tussen Nederland en Hatta, dw.z. de wederpartij in het Fox contract Volgende keer willen we enige aardige staaltjes geven uit het gevecht om de vette buit. „Kiespijn is geen pijn, mac liefje te hebben en daar niet bij placht een zeer vervelende tante mij vroeger wijs te maken, als de het op de zenuwen had. Van liefjes wist ik (toen) nog niet. Nadien werd dat an ders, voorzover de kies zich althans goed gedroeg en de liefde niet weg- knaagde uit m'n manlijk hart. Zaterdagavond heeft de kies dat wél gedaan. Ik had geen oog meer, noch voor mijn lief, noch voor mijn leed. Er was alleen de kies. En de vraag, wie te kiezen om als kiesrechter op te treden. Ik ontdekte en het wordt tot schande van de Haagse kiezentrekkers gezeid dat het gemakkelijker deze vorm van kies-recht uitgeoefend te zien in Wijnjeterp, dan stelijk 's-Gravenhage. In Wijnjeterp woont een tandarts en hij zal, op Za terdagavond, mopperend z'n tangen laten blikkeren, maar hij wringt kies en pijn uit uw kaak. Beste mensen, wat heb ik verlangd in Wijnjeterp te zijn. Of in Ermelo, of in een andere plaats met minder dan 10.000 inwoners, maar onder hen een tandarts, die z'n plicht verstaat. Hier: machtige borden. En daarachter deuren op een kier. „Hebt U kiespijn? Spijt me, maar de dokter helpt slist niet meer". Of: ,J3ier een tand arts? Een jaar geleden, ja, dokter is dood. Dat bord? Vergeten' En een hoofd uit een raam „Hè je geld bij je? 't Is dubbel tarief!" Met als variatie: „Alleen zonder verdoven. Ik moet uit". Eindelijk, nummer twaalf. Die het dan wel doen". Maar: „Het kost U acht florijnen". En zelfs die prijs kon 's mans zwarte gezicht niet doen opklaren. Het mijne wel, want kies en pijn verdwenen. Maar praat U liever in mijn aam zigheid niet meer over kies, als het de Haagse tandartsen betreft; de goede niet te na gesproken natuurlijk. Want eerst komt: Onkies. OP STOPPER. Ik uas geheim agent in oorlogstijd k Voel me als een patiënt, die naar de operatie kamer wordt gebracht i hoofdweg ge- i de Engelse dorpen, die we ii ik het toch wel zeggen!" on ik weten dat het de be an de tafel strak aan; hji had „Kom, kom", zegt hij na een paar ein deloze seconden en boog zijn hoofd bijna onmerkbaar naar voren, „uw herinnering toch niet zó slecht, hè? U bent een ontwikkeld man. U moet zich toch wel iets kunnen herinneren, wat een aanwij zing kon zijn hoe U gereden bent." Niets is moeilijker en vervelender dan iemand, waarboven je jezelf eigenlijk verheven voelt, te moeten overtuigen in je eigen stommiteit. „Ik heb U toch gezegd, dat ik er geen belangstelling voor had. Mijn hoofd stond lar om het landschap te bewon deren!" Opdracht in 'n lucifersdoosje Ik sprak de waarheid tegen deze Duit- _»r van de contra-spionnage. Ik was die middag niet in mijn humeur toen 'n snelle Engelse auto de geheime agent Pluto en Brutus naar 't vliegveld bracht, of liever gezegd naar de school, van waaruit we die nacht vertrekken zouden. ,i een stemming, waarin allerlei emoties met elkaar botsten met als resul- i misselijke verwardheid en droefgeestigheid. Ik wilde eigenlijk niet naar bezet Ne derland gaan en aan de andere kant wilde ik mijn reis als geheim agent voor geen goud ter wereld een seconde uitstellen. Een onverschillig telefoontje van Fitzy, de chef: „Ja, de piano is er enneje kunt daar vanavond niet eten. De auto komt over ongeveer hotel" had een einde gemaakt aan twee weken werkeloos wachten. Mijn collega Pluto is opgetogen, als dit bericht binnenkomt. Hij zegt het althans en begint alles, wat we niet kunnen mee nemen netjes in zyn koffer te pakken, even rustig alsof hij een weekeind naar buiten gaat. Ik beuzel een beetje rond, met het gevolg dat mijn eigen dommen in de kamer achterblijven, een wan ordelijke hoop kleren, uniformen, schoenen en papieren, fie Fitzy mag uitzoeken whnneer wij niet meer terugkeren. Ik herinner me maar één ding van die autorit naar het vliegveld en dat is de onberispelijk ge klede vrouwelijke vrij williger, de Fanny, die aan het stuur zit. Als ik haar vraag: „Hoe voel je je bij de gedachte met twee dode mannen onderweg te zün?" Zegt ze: „Misschien gaan jullie vannacht niet eens. Ze komen io vaak terug omdat er grondmist of regen of wind is." Ze bedoelt het goed .Daar is je springultrusting, pak, helm, laarzen, gummikussen. En hier is je mes, hier je pistool, vier en twintig schot munitie, een spade, een kompas. Dit zyn pillen en gebruik asjeblieft de blauwe et om water te ontsmettenO, hier ook nog een veldfles." Ik speel met mijn pistool. Pluto onder werpt het zijne aan een nauwkeurig on derzoek en probeert langzaam de veren de afvuurinrichting. „Ja, die zyn in orde. Je hoeft ze niet te proberen", zegt Tom. Alles hangt me de keel uit, ik voel me ongelukkig en verlaten en verlang niets anders dan alleen te zijn om in een halve geestelyke gevoelloosheid te sc mijn uur aanbreekt. We gaan naar beneden. Daar zitten op zijn minst vyftig man, allen collega's, allen geheime agenten, die, in tegen stelling met ons, op de school moeten .wachten". Er is een Pool, die daar al twee maanden is, een Noor, die maal vertrokken maar elke keer terug gekomen is, omdat men de plaats niet kon vinden waar hy springen moest. Ik heb bewondering voor hen, want by niemand kan ik ook maar 'n spoor de rusteloosheid en onbehaaglykheid ontdekken, die ik by mezelf voel. Zy spelen kaart, ping-pongen, lezen boek of zitten aan de bar te praten. „Wil je wat drinken?" stelt Fitzy t ehde puntjes op de te „Ik heb nog maar een paar shilling op zak", werp ik tegen, „of is dit rekening van de zaak? Het zou buitengewoon aardig gebaar van majoor zijn, weet je!" Wanneer komt Meyer Scliwencke voor de perszuivering? HET APPARAAT BIJNA AFGEBROKEN (Van een onzer verslaggevers) Wie op het ogenblik de bureaux van de Commissie voor de Perszuivering aan de Javastraat in Den Haag betreedt, kan zich niet onttrekken aan de gedachte, dat een afbraak op grote schaal heeft plaats gehad. Er zetelt tussen de dossiers van reste rende zaken nog één ambtenaar, w taak het is, de nog lopende zaken tot goed eind te brengen. De rechercheurs zijn ontslagen of namen hun ontslag. Men krijgt de indruk: de zuivering is ten einde. Men zou zich daar alleen maar over moeten verheugen. De perszuivering is een punt van veel discussie en een massa ergernis geweest, bracht bovendien on rust in het vak zelf. Dat een zo belang rijke taak afgesloten kan worden is een prachtige schrede op de weg naar herstel an het Nederlandse leven. Toch vragen we ons af, of niet te voor barig afgebroken werd. Er is n.l. nog be langrijk werk aan de winkel. De zaak is n.l. nog niet afgehandeld. Met d e zaak bedoelen we die van Arie Meyer Schwencke, die de kwade geest vai Nederlandse journalistiek gedurende de oorlog is geweest en over wiens hande lingen, voor en tijdens de bezetting we I weer enkele jaren geleden, uitvoe rige artikelen hebben geschreven. Hy wordt nog steeds verpleegd in eer inrichting voor geesteszieken in Frane- ker. Het is ons bekend, dat hy niet ge hoord mag worden in verband met zyn toestand. Dat is uiteraard treurig voor de in kwestie, maar nog erger voor een tal vooraanstaande Nederlanders, namen de laatste tijd, gekoppeld aar van Meyer Schwencke, in een minder gunstig daglicht zyn geplaatst. Zy beho ren tot de leiding van het dagblad „Het Parool". De zuivering van Arie Meyer Schwencke zou hen eventueel van blaam kunnen zuiveren en anderzyds van lang zyn voor het vaststellen van antwoordelykheid voor een reeds daden die, op zyn zachtst uitgedrukt, vooi bestaan van de Nederlandse staat nogal nadelig zyn geweest. Het is daarom, dat we de vrijwel totale afbraak van het bureau der Perszuivering aan de Javastraat, waar de zaak-Meyer Schwencke in behandeling was, met enige verbystering zien. Te meer, waar de, met dit onderzoek belaste rechercheur, ondanks zyn aanbod voor eigen rekening aan te blyven, mits zyn onkosten vergoed werden, toch de laan uitgezonden werd. Wy' vragen ons dus af: Wat is de toe komst van het dossier Meyer Schwencke en wanneer zullen we de behandeling daarvan thans tegemoet kunnen zien? De toestand van Meyer Schwencke verhinderde tot nu toe behandeling. Het komt ons voor, dat de administratieve werkkracht van het restant van het bu- niet zodanig is, dat een snelle af werking verzekerd is. Onder de zaken, die nog afgewerkt moe ten worden, is b.v. een ontzetting voor de van drie maanden na de uitspraak. Maar er is niemand om dit vonnis te tik- en aan de betrokkene te doen toeko- Is het eerlyk om een dergelyk i boven zijn straf nog een week of wat extra te geven, door ontydige afbraak het rechtsprekend apparaat? t is niet alleen oneerlijk en onfat soenlijk, het is bovendien bedenkelyk, als men de figuur van Arie Meyer Schwencke Voorbereiding In de school worden we ontvangen met de woorden: „Jullie zyn op het nippertje. Ik snap niet waarom jullie altyd zo ellendig laat moet zyn." Het is drie minuten vóór vyf en om vyf uur sluit de de uitgifte van uitrustingsstukken, e moeten maar wachten tot mor gen" zegt hy tegen de chef, „zolang zal de oorlog nog wel duren." Maar Fitzy zegt, dat het wenkelyk noodzakelyk is dat wy die nacht vertrekken. „Weet je Tom, ze zijn al een dag of veertien over tyd ennede verbin dingsmensen hebben bericht ontvangen „Het is altyd hetzelfde gezanik, 'k Ben in twee nadhten al niet naar bed ge weest omdat die kisten niet terug komen." Hy vertelt het ons op soldateske toon, terwyl we naar de rustkamer lopen. Achteraf bekeken ben ik ervan over tuigd, dat zulke gesprekken ons moreel moesten steunen, maar op mij heeft het averechtse uitwerking. Ik word n bewust, dat ik gelykenis met ezel vertoon, die blyft staan of langzaam „Nee, jy behoeft het niet te betalen, dat komt wel in orde, teken alleen met jeeh wel, met je naam." Ik onderteken met myn vyfde schuil naam en die goeie ouwe Fitzy zegt met tegenzin: „Zie jeeh, we kunnen het altyd verrekenen met je salaris z Je weet waarschijnlyk wel", hy wordt opgewekt by de gedachte dat hy in staat is een genoegen te doen, „dat salaris voor je op de bank zetten. Je krijgt een aardig sommetje wanneer j terugkomt!" „Als we maar lang genoeg wegblijven' merkt Pluto terloops op en nipt aan zy: glas alsof hy het niet lekker vindt. Geen risico Ik schijn niet in staat te zyn om die aangename spanning kwijt te raken krijg hoofdpijn. Als we naar boven gaan is het of iedere stap door myn hoofd dreunt. En er zyn veel treden, want de school is één van die grote landhuizen, waar een oningewijd bezoeker kan Kou Koorts Griep £-•/. •- We zouden nog eens terug komen op de roman van de oude arbeider. U herinnert zich dat verhaal immers nog wel: over Jurn, de jonge boer uit het Gooi, die zo met zijn nieuwe pre dikant overhoop lag en 'm voortdu rend schaakmat meende te zetten. Als ik dat verhaal nu nog eens doorlees, treft me één ding in het bijzonder: die Jurn is een echte dóór-denker, die ophoudelijk de konsekwenties stellingen trekt. „God is Liefde" was zijn eerste stelling, maar daar volgt dan Liefde 1 i het er op aarde maar ook anderen vergeving der zonden geschonken is. Nu weten wij, dat al deze schijnbare tegenstellingen niette min een eenheid vormen. Maar tracht nu maar eens deze dingen onder woor den te brengen in het gesprek met de doordenkers. Dat lukt zo goed als nooit. Het lukt reeds hierom niet, om dat de prediking van Christus altijd dwaasheid is in de heel anders uitzien. En dus geloof ik verstandige doordenkers, die immer in geen God Nu kunnen we op al zulke overden- -hem kingen heel gemakkelijk antwoorden kunnen vlechten. noodwendig uit dat "God eventuele fP een herfstige Zaterdagavond bij ons Maar ondertussen zonden niet wreekt maar vergeeft, k°PJe thee achter de krant. We hebben noodzaak om niettemin te spreken. En i zyn gees- J Liefde is voor Jurn telijke vader onverenigbaar met straf P^1 en lijden. catechismus maar voor het grij- daarover wil ik twee opmerkingen kunnen van leer trekken. Daar- makenOok voor Jurn geldt deze lo gische vraag: ,^ls de mens dan goed b\j valt ons dan op, dat heel veel v is goed" luidde zijn wat Jurn beweert, ook door deze kerk- m het niet gedaan heeft, is dat tweede these en die brengt op haar vaderen wordt aanvaard. Alleen stel- dan schuld of niet?" Waarbij aansluit beurt mede, dat de taak der Kerk, Ien 2V naast dic stellingen voortdurend de volgende vraag: „Is het geen schuld zoals Jurn deze ziet, moet bestaan in "nfIprp min nt rnppr npt 1« een hartstochtelijk appèl op de gewe tens om nu ook goed te willen. Al verder: ,JJe Doop heeft met de kerkleer te maken" en dus is het on juist om te dopen als men zelf die leer niet volkomen onderschrijft of geen zekerheid bezit dat het gedoopte kind deze nooit zal aanhangen. En eindelijk: „De hemel kan op aarde worden verwerkelijkt" en daar om is bidden volstrekt zinloos en een gemakzuchtig ontvluchten aan onze Jurn staat in dit doordenken of vrij- denken niet alleen. Dagelijks stuit men in de volkswijk op zulke peinzende Doop heeft niet alleen geesten, ook al komen ze vaak tot heel leer te maken, andere stellingen. In de Volkswijk XLin een steeds herhaalde zinswending „niet alleen maar ook". God is niet alleen gaan dat barmhartig, maar Hij is ook rechtvaar- heeft voor h dig. De mens is niet alleen geroepen J~* in al Gods geboden te leven, zijn als telkens wordt gezegd?" Pas wanneer die schuld is blootgewoeld kunnen we verder spreken. Onze oude catechismus begint niet voor niets met het deel der ellende. Waarbij dan nog altijd weer het gevaar dreigt waar- b.v. de Jehovagetuigen ten onder ien meer belangstelling wezen van de straf dan de schuld. De tweede opmerking is evenwel ook onbekwaam tot enig goed. De deze: wij hebben angstvallig te waken kerk- dat wij zelf niet in de practijk óók in Gods be- de logica verstrikt raken. Jurn wijst loften en Gods t God Liefde is. Als Hij werkelijk Liefde ding der tegenstellingen dan had Hij r leerstuk uit: zalig worden zij, die niet oorden met tien andere broer- alleen van Christuswege door een op- zusjes, terwijl Hij de gemeenste recht geloof worden ingelijfd (uitver- zVn inderdaad schooiers tachtig jaar oud laat worden, kiezing, passiviteit)maar die ook al voortreffelijkheid dan had Hij al die Zijn weldaden aannemen (activiteit). En een waar geloof is niet alleen een zeker weten of kennis, Als Hij Liefde oorlogsverschrikkingen niet laten komen, waarin mijn beste i honger omkwam. Neen, als Hij zeker vertrouwen, dat niet alleen mij. Wij hebben niet zijn predikant b.v. op het feit, dat deze r ook te bidden, zich' toch wel sterk bewust moet zijn nbin- üan z'n recht op een flink salaris, ieder daar hy meent z'n taak zo schitterend verrichten. Laat dit wat gechargeerd heel veel kerkmensen vervuld van eigen i maken geen ernst hei „onnutte dienstknechten" zijn. Dan kunnen ze tegen de vrijdenkers logica niet meer op en... worden boos... WIJKPREDIKANT. dwalen in een doolhof van gangen, trap pen, treedjes op en af en een onnoeme lijk aantal slaapkamers. De kamer, waar Fitzy ons heenbrengt is een heel gewone kamer met een stuk of acht bedden, die allemaal heel netjes opgemaakt zijn met witte lakens en slopen, een privilege van de leerlingen van de Special Training School. „Jullie kunt hier slapen wanneer jullie om de een of andere reden vannacht te rugkomen," zegt Fitzy en legt zijn hoed en zijn actetas zorgvuldig op één van d« bedden, zoals een dokter zyn instrumen tentas zou neerzetten wanneer hij een pa tiënt bezoekt. En deze vergelyking gaat in meer dan één opzicht op, omdat ik juist zo voel: een patiënt die bij vol be- wustzyn de operatiekamer wordt binnen gebracht. „We zullen by jou beginnen," zegt de chef tegen my. „Wil je je even uitkleden!" „Wat? Helemaal bedoel je?" Ik snak aar adem en vraag me af welk onder deel der routine-opleiding ik vergeten heb. „Ja. weet je, 't is absoluut noodza kelijk dat er geen fouten gemaakt wor den. Je zou de eerste niet zijn, die naai beneden gaat met een doosje Engelse lu cifers in je zak, dat je op het laatste ogen blik by je hebt gestoken!" Hij praat ver- onderzoekt nauwkeurig elk onder deel van myn kleding. Er mag geen merk hemd of 'n jas zitten, niets in de zakken, geen stukje papier in de omslag a de broek. ,Laat me nu je koffer eens zien. Je weet wat er in zit. niet waar? Wil je het jven opnoemen?" Ik noem alles goed op. „Best, laat me nu eens zien hoe je alles ingepakt hebt. Het is een beetje plagerij, maar een poosje geleden wilde iemand vertrekken met zijn schoenen ingepakt in Engelse krant. Zoiets brengt je in verlegenheid wanneer ze je rommel door zoeken, weet je!" Fitzy zucht bij de gedachte aan zoveel gebrek aan gezond verstand. „Hier is je Belgische geld. Steek het gelijk maar bij jeeh, dan wen je er meteen aan. Hier je identiteitsbewijs enneje lucifers. Verlies ze niet. hè?" Ik weet dat het lelijke doosje een be- langryk onderdeel van mijn zending bevat, een verklaring van het Geallieerde Hoofdkwartier, die bestemd is voor de ondergrondse nieuwsdienst, waarby ik verbindingsofficier word. We gaan de in structies nog eens na, 't wachtwoord, n adressen en dan kan ik gaan, kant en klaar. Ik ga terug naar de bar, terwyl Pluto m de beurt komt voor de contróle. We weten niets van eikaars opdrachten zijn slechts reisgenoten tot Brussel. Als hij klaar is, bekyken we voor de laatste maal de kaart om te zien waar het punt afspringen is en de luchtfoto, waarop bijna de boom te zien is. waar we kun- uitblazen. We bespreken de maniei waarop we contact moeten vinden, zoeken de tijden van treinen en trams op en hou den het dan voor gezien. „Het is natuurlyk allemaal heel nut tig" merkt Pluto op en vouwt zyn kaart dicht, „maar ik zou helemaal niet baasd zyn wanneer er iets gebeurt, dat totaal niet voorzien hebben. Nee, je hebt maar één ding nodig, en dat is gezond verstand en tegenwoordigheid geestdat is alles!" „Inderdaad: dat is alles: Maar s ll liebt m CtA khcunt UONMDNIQCN; dat da naam "tranendal voor»- onze, wenzld nog altyd de juis-w te is. Zelfs 'bruiden snikken togen.— woordig en dat is geen wonder» als ze tussen Den Haag en Cai- fbrniê opgesloten wonden omdat de Amerikanen bet huwelijk goaj zaak vinden om met hand schoentjes "aan te pakken. En was dat jonge _paar in dte koeienstal te Schipluiden er beter aan toe Da koe er in, het paar» er uit"verdreef daar bruideqom en bruid,i| Tw&z daklozen méér* by dc mgzn gezinnen ,dic minister* van Maars®», veen toc^-ibeJden tydens zyn be-' zoek aan Wierden. Toon kon Z.E. wel huilenwant de- woonplaats die zy kozen, had hy voor ander*©n— bestera. J)rynr£. Beginsel en vuur (Vervolg van Pag. 1) De tweede is van mr G. E. van Wal- ïm, de bekende figuur uit de Door braakbeweging, genomen uit het num mer van „Doorbraak" van 1 October j.L: „Is het bovendien niet zo, dat de Chris telijke partijen veelal alleen met het etiket Christelyk al tevreden zyn en zich overigens om het verband tussen het geloof en haar politieke inzichten niet al te veel bekommeren?" Er valt over deze citaten wel een en ander op te merken. Voor ditmaal wil len we er de waarschuwing in lezen: Hoedt u voor lichtvaardig spreken over -het Christelyk beginsel: Hier betaamt ons geen hoogmoed, maar ootmoed. Dit standpunt heeft mr Van Walsum tot de Doorbraakgedachte gebracht. Prof. Van Niftrik heeft het doen opwekken tot nieuwe bezinning binnen de Christelijke partij. Het zal niet verwonderen, dat wy dit laatste meer waarderen dan het ee Voortdurende bezinning op dit punt blyft nodig, omdat wy het gevaar zien, dat beginselen by al hun onv gankelyke waardy een verstarrende dan verlammende invloed uitoefenen. Het moet ons iets te zeggen hebben, dat het ons niet ontbreekt aan een hoorly'k aantal beginselen, maar dat het ons wel ontbreekt aan bewogenheid aan leven. Om te laten zien, wat we bedoelen, geven we weer een citaat. Thans een citaat van de Kampense hoogleraar G. B. Wurth. Ons dunkt, dat wü ter harte mogen nemen wat hy schreef in het „Geref. Weekblad" 8 October j.L: „Het is ten enenmale onbegrijpelijk, dat wy. die ons naar de naam van deze Christus noemen, desniettegenstaande maar kalm blyven volharden in die hou ding van geestelijke onaandoenlijkheid en onbewogenheid. Is dat geen reden, het ons zelf eens ernstig af te vragen, of wy feitelijk aan Zyn Geest niet vol slagen vreemd zyn?" „Wie van ons durft het aan, met zo'c woord van Christus over dat werpen van vuur op de aarde eens waarachtig ernst te maken? Het is ook veel gemakkelij ker, daar maar overheen te lezen. Want als dit eens even werkelijk in onze bleef haken, dan was het met onze meteen gedaan. Dan konden wü niet langer het uit houden bü dat onheilige phlegma, dat nu ook ons Christetijk leven zo vaak ken- „Dan was het ons niet langer mo gelijk, ermede te volstaan, degelüke en beginselvaste Christenen te zijn, wat ons nu dikwüls het non plus ultra (het niet- overtroffene) lykt. Dan zouden wü het gaan begrüpen, dat er ook nog iets anders nodig is. n.L dat er in ons leven iets komt van die vaart, van dat tempo mensen, die hartstochtelijk begeren, dat het vuur, hetwelk Christus op aarde is komen werpen, almeer om zich heen ■gaat grüpen, dat het Koninkrük Gods met steeds meer geweld zich baan breekt." Combineren wij nu. ons Zaterdagavond artikel van vorige week met wat wij vandaag schreven, dan merken wy twee belangrüke feiten op. By sommigen, die aanvankelijk het Christelük beginsel afwezen, zien wü iets van een schuchter terugkeren tot dat beginsel: Van anderen, die de betekenis van dat beginsel i mer hebben ontkend, horen wij de w schuwing, dat het beginsel het zonder het vuur van Christus niet stellen kan. Heeft dat niet iets van een onderlinge be nadering. die al evenzeer grote opmerk zaamheid verdient? Zelfs hzt romantische Capr»! bkzef niet tranen-loosDaar zao do uitvindor» Vassena zyn duikboot ïn hot blauv/z» nat vondwynon En waan qaan tranen zyn,ma. ken we ia. Door het rookqor- dyndat ze In Zwolle qaan log. gen om de langste as-kolom^ aan de sigaar te tevoren en in Den Haag, waar een schilden door een „dame van de ladder werd gegooid. Nu kan zy huilen,wanter zit stellig wel wat waor haar op .,n> '"Wsdj Op de grens van tranen cm zon. nesch'yn ligt het ontslag uan dn wm Mook Voor het Koninkrijk, maakt het geen verschil datd2 „moker weg gaat ais de bl.l aan de wortel van de boonw^ wordt gelegd. Drogen wij tóch onze tranen: de chow-chow was 1 immers de beste hond fop-Houtrust Breukelen sabbelde op lollies uit Brooklyn U mag J'»j weer onbeperkt kip. fxzn houden en mer neer Walter Monga»^ springen.tij en meneer -H.lommerer die in So jaar schroef- draaien 4amillioen van de, nut-, tige instrumenten naakte ert_ daarmee 6500 ton yzer verzet te, houden de hoop op beter» tijden levend bij 76 jaaroud, w hocr-a L ging wan de dcry' over. op para_ chutes HENDRIK, ORÉV£N Uv KAO&U

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 3