Hoe het land van de Ma-ories Europese
nederzetting werd
Wonderlijke ontmoetingen
A .,-T
Natte en koude hooibouw
nieuwe leidsche courant
zaterdag 31 juli 1948
rdi
BRIEF UIT NIEUW-ZEELAND
ïkrijl
COOK HEES ER DE BRITSE VLAG
De Indianen van Cooper en de Maories van Kapitein Marryat waren de grootste
belden van mijn jeugd; beiden waren ze wreed en romantisch, en als ik toen ge
weten had, dat ik ze in natura zou ontmoeten, zou ik dat haast te goed geacht heb
ben om waar te zijn. Niet dat ik zo verlangend was, om langzaam geroosterd te wor
den, of om te dienen ais hoofdschotel voor
kwam mü altijd voor, dat deze mensen m
bereid zouden zyn om de vredespijp met r
Toen Tasman kwam
Toen ik later een paar van Coopers
Indianen op straat tegenkwam, had ik
>nin$ moeite om ze als zodanig te herkennen,
daar ze versleten en gescheurde Euro-
pese kleding en afgetrapte schoenen
Ouq droegen, terwijl hun hoofden, in plaats
van met kleurige veren versierd waren
met een hoed, waarvan het bovenste deel
ontbrak.
Hun gezichten waren echt, ook voor
zover de kleur betreft, maar de fierheid
ontbrak, en het zou Cooper weemoedig
gestemd hebben, zijn oude vrienden in
zo n toestand aan te treffen.
Met mijn Maories, die bij nadere ken
nismaking. Bauries genoemd werden,
was ik iets gelukkiger; ze hadden nog de
traditionele heldhaftige, fiere blik en
droegen nog de kleding, die ze zelf ont
worpen en vervaardigd hadden; ze dans
ten nog de Haka (oorlogsdans) en gaven
de indruk, dat ze ons dadelijk zouden
verslinden, maar daar zagen ze gelukkig
van af, toen ze mij in de gaten kregen.
Helaas was deze eerste kennismaking bij
gelegenheid van een zang- en toneelvoor
stelling in de badplaats Rotorua, waar de
Maories een Show-piece vormen, niet van
Sedert die eerste ontmoeting zijn e
ijna 30 jaren verlopen, en in die tijd
melei ïijn ze hoe langer hoe minder gaan ge
lijken op wat ze oorspronkelijk waren.
ardel een fier en onafhankelijk mensenras: in-
ebbe telligent, kunstvaardig en oorlogzuchtig,
allééj ze zijn nu bezig om zich aan-te passen bij
een beschaving, die hun vreemd is, om
dat sommigen wel inzien, dat dit de
enige manier is. waarop ze zich een
plaats kunnen verzekeren in 't land. dat
eens Maorieland was. terwijl de grote
meerderheid halfhartig volgt, omdat
niet anders kan.
lerc
Nederlandse ontdekking
Als we iets over Nieuw Zeeland
tellen, zullen we ook van tijd tot tijd iets
over de Maories hebben te zeggen, maar
niet zo veel, want in het land, waar ze
eens de enige bewoners waren, vormen
ze nu een kleine minderheid, waarvan
men, speciaal in de grote steden, niet
veel bemerkt- Maar die kleine minder
heid, die een halve eeuw geleden dreigde
uit te sterven, hoewel ze niet langer
elkaar op grote schaal dooddèn in einde
loze oorlogen, is nu, als gevolg van d<
gezondheidszorg der overheid, weer
groeiend in aantal: en als er gevaar is
dat de Maorie in de toekomst zal ver
don dwijnen, zal het niet zijn, omdat hij uit-
1. vnpgterft. maar omdat hij zich vermengt mei
het Europese ras. waartoe hij waar-
?}eef2 schijnlijk oorspronkelijk behoorde en
er in opgaat
*u Aan de Hollanders komt de eer toe
d' dat ze Nieuw-Zeeland ontdekt, gedeelte-
'Uj lijk in kaart gebracht en van een naam
iej voorzien hebben. Toen Tasman op eer
J mooie zomerochtend in 1642 de Westkust
;ea van het Zuid-eiland in het oog kreeg
kwam hij ongetwijfeld onder de indruk
van het schone tafereel, dat zich voor
hem ontvouwde. Als hij ooit de Noorse
fjorden had gezien, moet hij wel gedacht
hebben daar een replica te ontmoeten-
even groots en geweldig, alleen met wat
g Haringvangst komt op gang
10ltlj Begon men zich in rederskringen de
I laatste weken ongerust te maken, de
t. 31, haringvisserij komt nu eindelijk op gang.
ler. Ook in Engeland en Duitsland, waar de
vloten aanvankelijk even slechte vang
sten hadden als de Nederlandse drijfnet
visserij. De achterstand bij verleden jaar
ls. zoals bekend, nog wel lang niet in
gehaald, maar in rederijkringen be
schouwt men het jaar 1947 ook als een
bijzonder goed haringjaar en niet alle
jaren kunnen even goed zijn. Meer dan
anders valt het op, dat de vangsten zover
uit elkaar liggen. Op het ene deel van
de visserijgronden, waar nu gevist wordt,
vangen de loggers een paar kantjes per
nacht, op het andere deel beloopt de
vangst honderd kantjes uit de halve
vleet.
De besommingen der plaatselijke vlo
ten hebben in de loop van deze maand
ongeveer hetzelfde peil bereikt als ver
leden jaar om deze tijd, dank zij het feit,
dat voor de vroege maatjesharing de
maximumprijs nog niet geldt. In handels
kringen valt het op, dat de prijzen op de
markt nog al ver uiteen liggen. Voor
prima kleine maatjesharing wordt bijna
het dubbele betaald van de grove ge
wone soort.
Behalve de drijfnetvisserij met loggers
Van de haringhavens uit wordt nu ook
al meer en meer de trawlnetvisserij uit
geoefend, met de grote stoom- en motor
trawlers in IJmuiden, die de jacht op
kabeljauw en schelvis hebben gestaakt.
Deze trawlers voeren de haring vers aan.
Het merendeel gaat naar de conserven-
fabrieken en de rokerijen, die er z.g.
Harderwijkers van maken.
De aanvoer van verse haring was deze
Week in IJmuiden al vrij aanzienlijk. Ten
gevolge van het warme weer hadden alle
prijzen van verse vis en haring de nei
ging om beneden de maximumgrens te
gaan, wat voor de rederijen een tegen-
Naarmate meer trawlers op haring-
i vangst gaan. zal de aanvoer van verse
zeevis afnemen.
Van Scheveningen uit zyn loggers naar
zee gegaan met drijfnetten en trawlnet-
ten. Het plan is overdag de haring met
het sleepnet te vangen en 's nachts de
oude drijfnetvisserij te gaan beoefenen.
Want alles wordt op alles gezet om zo
veel mogelijk haring te vangen. De vraag
is nog altijd groot, ook in het buiten
land.
De warmte heeft weer eens getoond,
g J hoe kwetsbaar het visserijbedrijf is. De
v T prijzen van de verse vis vielen onmid-
1 1 dellijk flauw. De makreelprys was nog
I één der beste. Maar schadeposten bracht
de hitte zeker mee. Daarom: meer koel-
ruimte, reserveringspolitiek! Temeer.
«I daar de klant weer kieskeuriger is dan
'in.1 00't' Pub*iek staat niet meer in de
ld r*J voor vis! Vooral de platvis, aange-
voerd door de kleine dagvissers, moest
het ontgelden.
:n feestmaal van kannibalen, maar h
als een vriend zouden beschouwen,
te roken.
meer zonneschijn, omdat ze dichter 1
de evenaar zijn en het zomer was.
Toen hij de kust verder noordwaarts
volgde en een boot naar de wal zond
om drinkwater te fourageren, ondervond
hij dat dit bergachtige hoogland bewoond
werd door een volk. dat zeer onvriende
lijk kon zijn tegenover mensen, die niet
aan hen waren voorgesteld. De inboor
lingen vielen de boot aan en vermoord
den vier van de uit zeven koppen be
staande bemanning.
Kapitein Cook
Een veel latere ontdekker, kapitein
Cook, had, een Inlandse priester van Ta
hiti, die met de Maories kon cpnverseren
aan boord, waardoor het hem. na veel
moeite, gelukte contact met de Maories
te maken Maar Tasman was niet zo for
tuinlijk. Bovendien had hij een commis
sie van toezicht aan boord, -die hem ge
vaarlijke ondernemingen ontried. Zo ge
beurde het. dat Tasman zich een week
of vijf bezig hield met het ontdekken van
een nieuw land. vol heuvels, rivieren,
baaien en bergen, die hij echter allen
van uit zee zag, omdat hij geen succes
volle landing wist te bewerkstelligen. De
westkust werd in kaart gebracht; de
noordwest punt Kaap Maria van Diemen
genoemd ter ere van de vrouw van 'de
toenmalige. G. G. van Indië, en toen, na
dat de noordwest pnnt was omzeild en
het hele uitzicht bestond uit water, met
uitzondering van een drietal rotsen, die
eenzaam in de oceaan stonden, vond Tas
man het welletjes en tijd om naar Bata
via terug te keren. Daar het inmiddels 6
Januuari 1643 was geworden, noemde hy
die drie eenzame rotsen de Drie Konin
gen. onder welke naam ze tot heden be
kend zijn.
Voor Tasman waren de Drie Koningen
het laatste, wat hij van het nieuw ont
dekte land zag; voor de met heimwee
uit den vreemde terugkerende Nieuw-
Zeelanders zijn ze de deurwachters, die
hen „welkom thuis" heten.
Tasmans ontdekking van Nieuw-Zee
land had geen tastbare gevolgen voo
Maories, maar, zonder dat ze het zelf
wisten, kwamen ze op de kaart; en
gevaarlijk dat is, vonden ze later ui£.
Nova Zèlandia èn de landen van de
zuidwest Pacific waren spóèdig vèrgeten
in de Europese wereld, waar men, na de
beëindiging van de 80-jarlg en 30-jarige
oorlog, het tè druk had met reconstructie
en het weven van nieuwe politieke in
trigues, om aan verafgelegen landen,
waar geen spècerijen groeiden, maar die
bevolkt waren met oörlogzuchtige bar
baren, aandacht te gevên.
Onder Britsè vlag
Maar 127 jaar later ontdekte kapitein
Cook, die ontdekkingstochten over de
hele wereld maakte, Nieuw Zeeland op
nieuw. Op 7 October 1769 naderde hij het
vanuit het Oosten, en landde op een punt
aan de Oostkust van het Noordeiland, dat
hij Poverty Bay noemde, niet omdat de
baai er zo armoedig uitzag, maar omdat
de ontvangst door de Maories zo slechi
was. Hoewel hij een bekwame transla-
teur bij zich had. werd Cook zo slecht
ontvangen, dat hij uit zelfverdediging op
de inboorlingen liet vuren, waardoor 24
van hen gedood werden. Een slecht begin
hetwelk Cook evenwel niet belette de
Britse vlag te hijsen, en het hele land
waarvan hij nog zo goed als niets gezien
had en natuurlijk de omvang niet kende
voor de Britse kroon in bezit te nemen
Cook omzeilde heel Nieuw-Zeeland en
voer door de straat, die beide eilanden
scheidt en nu Cookstrait heet. Hij bracht
de hele lustlyn in kaart, verrichtte pei
lingen en opnamen, landde op verschil
lende plaatsen, waar hij afwisselend vij
andig en vriendelijk ontvangen werd.
hees de Britse vlag nog twee keer, tel
kens het hele land in bezit nemende voor
George III. en keerde, na een verblijf van
6 maanden in de Nieuw-Zeelandse wate
ren. naar Engeland terug.
Nadien bezocht Cook Nieuw-Zeeland
nog vier maal: twee keer in 1773. en in
1774 en 1777. Zijn laatste drie bezoeken
hadden hoofdzakelijk ten doel om zijn
schepen van voedsel en drinkwater te
voorzien. Bij die gelegenheden bracht hij
een aantal schapen, varkens en kippen
mee. die toen voor fiet eerst hun intrede
deden in Nieuw-Zeeland. en er hartelijk
welkom werden geheten.
Door deze vijf bezoeken van kapitein
Cook en een paar andere ontdekkings
reizigers was Nieuw-Zeeland nu reeds
enigszins bekend in de Europese wereld,
maar, ondanks de tot driemaal herhaalde
in bezitname voor de Engelse koning,
was het nog onbetwist het land van de
Maories. Niet lang daarna, in 1779, sneu
velde de grote ontdekkingsreiziger op de
Hawaii-eilanden, waardoor zijn bezoeken
aan en zijn belangstelling voor Nieuw-
Zeeland tot een einde kwamen. Het ogen
blik was echter nabij dat andere, minder
gunstige elementen Maroieland ontdek
ten, en met een bezoek kwamen vereren.
Whangarei. J. J. DE STIGTER.
TN HERMAN DE MANbezat de Nederlandse litteratuur een verteller van
X formaat. Zijn boeken, voor het merendeel spelende in het poldergebied
benoorden de Lek, zijn overbekend. Helaas kwam deze schrijver in '46
bij een vliegtuigongeluk op tragische wijze om het leven.
De Man, die van Joodse bloede was, bevond zich bij het uitbreken van
de oorlog in Frankrijk en zo kon hij aan de greep van de Duitsers ont
komen. Zijn zeer talrijk gezin werd. echter uiteen gerukt en slechts enkelen
brachten er 't leven af, w.o. zijn zoon Joseph, die voor priester studeerde.
Gedurende de oorlog verliet Herman de Man Frankrijk en wist over
Spanje en Portugal naar Engeland te komen, vanwaar hij tenslotte vertrok
naar Curagao, waar hij enige tijd omroepleider was van de C.U.R.O.M.
Wekelijks hield hij daar voor de microfoon een toespraak over zijn beleve
nissen in oorlogstijd. Deze toespraken, in de vorm van smeuïge vertellin
gen, zijn thans gebundeld door de zoon Joseph en onder de titel: „Won
derlijke Ontmoetingen" door Callenbach in Nijkerk uitgegeven.
Het is een genoegen om dit boek te lezen. Uitvoerig wordt er in ge
schreven over de activiteit van de Franse ondergrondse werkers tijdens
de oorlog. Vernuft en durf gingen daar samen bij het bestrijden van de
vijand. En zelfs in de moeilijke jaren verdween de humor niet.
De schrijver J. W. Ooms gaf in ,JJe Zwerver" enkele interessante in
drukken uit dit boek.
Comte de Brie. een vermogend mari,| De schrijver zelf kreeg ook nog met die
was een groot patriot. Meer dan twintig- inlichtingendienst te maken. Hy werd
maal ondernam hij de gevaarlijke tocnt'melijk verdacht. Op zekere dag zat hij
de demarcatielijn om leiding te ge
ven aan het ingenieuze sabotagewerk. Bij
één dezer gelegenheden raakte hij zwaar
gewond, een kogel in zijn onderlijf en een
wond in zijn dijbeen. Maar toen hij weer
genezen was, zette hij zijn illegaal werk
onvermoeid voort. Zijn huisknecht en
chauffeur was bijna altijd by hem en
deelde in de gevaren. „Een zwijgende,
hondstrouwe jongen van in de dertig was
dat, die maar éénmaal opslag heeft ge
vraagd".„Vind je 't zo gevaarlijk",
vroeg Comte de Brie hem. „Mais non,
maar m'n kleren worden er zo vuil van..."
In het boek wordt een speciaal hoofd
stuk gewijd aan* het moeilijke werk, dat
de koeriers daar deden, die berichten
overbrachten van onbezet naar bezet
Frankrijk, en omgekeerd. Het bru
taalste stukje bij het overbrengen
van berichten werd eens uitgehaald
op het zeer zwaar bewaakte tracé
van Moulins. Maar er was een Duitse
Oberst, die driemaal per week voor de rë-
patriëringscontróle naar Montlucon
kwam en dan des avonds terugreed
zijn Mercedes naar Nevers. In Mountlucon
hing hij zyn veldjas altijd in het repa
triëringscentrum, terwijl hij, in Nevers ge
komen, zijn jas steeds hing in de vestiaire
van het Grand Hotel De France.
Daar wist de Franse illegaliteit raad op.
In Montlucon ging een pakje brieven
in de achterpandzak van de wijde veldjas
van de Oberst en in de vestiaire
het hotel te Nevers werd het er keurig
uitgelicht. Maandenlang is dit goed ge
gaan en zo was deze Oberst in zijn onwe
tendheid koerier van de Franse onder
grondse beweging. Eindelijk liep het
toen werd de bewaker van die vestiaire
tegen de muur gezet.
In „Wonderlijke ontmoetingen", dat vol
wetenswaardigheden staat, vertelt Her
man de Man ook iets van de geheime
dienst, zoals die werkte te Lissabon,
internationaal spionnage-centrum. Hij had
verwacht, dat daar opperste list tegeno-
opperste list werd geplaatst en dat hij de
spionnage te zien zou krijgen als een hoge
vernuftskunst, die de geesten scherpt. Wat
hij in werkelijkheid te aanschouwen
kreeg, was een bot gesjacher van geldbe
luste mensen uit laag nachtkroegmilieu
Het was over de hele linie een vies. on
gebonden zoodje, zegt hy er van. Maar
hij deed er de ervaring op, lat Nederland
een veel te fatsoenlijk land was om
daar een serieuze spionnagedienst op
te houden. Daarom vertoonde de Ned<
landse inlichtingendienst te Lissabon e
dilettantisme, waar men toch echt o\
moest glimlachen.
enige goede vrienden in een café
sprak over de Nederlandse landverraders,
an de vrienden was er bezorgd over,
wel allen gestraft zouden worden.
Herman de Man zei toen: In Londen
wordt nu reeds een z.g. zuiveringslijst op
gemaakt.
De volgende dag wprd hij bij het hoofd
van de Nederlandse inlichtingendienst te
Lissabon geroepen.
Waar was U gisteravond half zes?
In mijn vel.
Meneer, eèn dergelijk antwoord kan
ik niet accepteren. Ik moet weten, of het
waar was, dat U gisteravond halfzes
het café zo en zo aan de Restoradore hebt
gezeten.
Wil U soms ook weten, wat ik ge
dronken heb? x
Nee, want dat weet ik, maar wel wat
U daar gezegd hebt.
Weet U dat laatste dan niet?
Ik weet alles! i
Aristoteles wist tenminste nog, dat
hij weinig wist.
Meneer, we zijn hier niet
Griekse filosofen te praten. U neemt het
blijkbaar niet ernstig, wat U gedaan hebt.
Nee, eer ik een zaak ernstig vind,
moet ze toch minstens ernstig
maakt me een beetje aan 't lachen; ik heb
met Nederlanders zitten keuvelen.
Zo, noemt U dat keuvelen? Wie heeft
U aangesteld om Nederlanders, met wie
U niet in betrekking staat, uit te horen
over verraders en wat hebt U met die ge
gevens te maken?
Die onbekende Nederlander ken ik
sedert twintig jaar, van die tijd af dateert
onze kameraadschap. Bovendien heb ik
hem niet uitgehoord; hij liep gewoon
van zijn verhalen, net als iedereen, die
onder de mof vandaan komt.
Ik vind U houding verdacht.
Toemaar, meneertje.
Ja, natuurlijk. Wat hadt U deze
mede te delen, dat er in Londen een
veringslijst wordt opgemaakt en da
maar en plein public in een café onder
Onder een goed glaasje port, men
tje, als 't U hetzelfde is.
U kunt er de ernst blijkbaar niet
inzien, dat U zomaar staatsgeheimen te
grabbel gooit.
Het hoofd van de Nederlandse inlich-j
tingendienst te Lissabon werd razend en
zei, verplicht te zyn, een ernstig rapport
over Herman de Man uit te brengen.
Herman df Man vertelt dan verder: I
„Toen maakte ik er een eind aan. Ik
ging wat verzitten en legde mijn armen
op zijn lessenaar. Direct deed hij een
Veelbelovende oogst viel
in het water
De boeren op het platteland hebben
dit jaar by het binnenhalen van de hooi
oogst met grote moeilijkheden te kam
pen gehad. Bij de aanvang der werk
zaamheden in eind Mei, begin Juni
scheen een vrolyk zonnetje, dat echter
schuil ging en zich tot nu toe zelden
liet zien.
De schadelijke gevolgen van het natte
eer lopen bij de verschillende land
bouwers nogal uiteen. Een groot voor
deel was, dat het gras door het mooie
voorjaar overvloedig was gegroeid, zodat
kleine quanta waardeloos hooi geen
ramp betekenden. Bij velen bleef het
echter niet tot kleine hoeveelheden be
perkt en is de sohade zeer groot. Speciaal
dit het geval bij hen, die hooiden op
buitendijkse gronden, langs de rivier. Het
water is door de overvloedige regenval
steeds hoger gestegen: de landerijen over
stroomden en het hooi werd meermalen
drijvende gevonden! Dit gewas is geheel
erloren gegaan Ook andere gewassen
als aardappelen en bieten hebben veel
an het hoge water te lijden.
Ook de landbouwers, die geen last had-
en van overstromingen, boekten grote
schade. In normale omstandigheden
duurt de hooibouw ca drie weken, maa
er vijf of zes weken voo:
nodig en sommigen deden er nog lange:
zo, dat een hooibouw zon
der zonneschijn moet mislukken, zoals de
meeste leken veronderstellen. Wanneer
het gewas voldoende gerijpt is „besterft"
verbleekt het ook zonder zon. vooral
de temperatuur laag blijft en er
fris wjndje waait. Gelukkig was dit
het geval. Nat weer. gevoegd bij een
broeiwarme temperatuur, is het bederf
>or het hooi.
Jammer genoeg bleef het thans niet tot
bewolking beperkt, maar maakten voort
durende regenbuien veel hooi waarde
loos. Grote hoeveelheden zijn ongeschikt
veevoer en verschillende „voeren"
slechte kwaliteit moesten naar huis
gereden worden. De vochtigheidsgraad
het hooi is over 't algemeen veel te
hoog, hetgeen ook de kans op overmati
ge hooibroei vergroot.
De boer zit met een grote schade, ten
gevolge van deze merkwaardige, natte
hooibouw. Velen zien bezorgd de wi
maanden tegemoet. Zal misschien veel
hooi oneetbaar blijken voor de dieren, ei
is de hoeveelheid dan wel toereikend'
Financieel heeft men ook (en in de a^.
wintermaanden misschien nog meer) i
grote strop. Zo namen veel boeren
het begin van de bouw los-hooibouwers
in dienst voor drie weken, tegen f 75
tot f 100 per week. Toen dezen een paar
dagen gehooid hadden, begon de r
periode en moesten zij stekels gaan
ken of mest ryden Maar het hoge loon
moest niettemin betaald worden er
vendien veelal een kaasje of pond boter
wekelijks als „toegift". En toen de drie
weken om waren, was de helft vai
hooi misschien nog niet binnen.
Zo heeft dg boer veel moeilijkheden
ondervonden in deze natte en koude
hooibouw. Maar door de eeuwen heen
heeft hy geleerd te berusten in zyn af
hankelijkheid van de natuur
geslagen moet echter de gew
en
Drenthen trokken honderd jaar
naar Amerika
Deze uitgave Drenthe in Michigan met als ondertitel „Bijdrage tot de sociolo
gie van het schisma in de Drenthsche Dorpsgemeenschap'
kunnen noemen van wat verschenen is bij gelegenheid van de herdenking der stich
ting Holland in Michigan. Zij kwam echter niet te Iaat, omdat het een merkwaardig,
dus onmisbaar geschrift is, doch ook, omdat het hier beschreven onderdeel van de
ote trek niet begrepen kan worden, wanneer geen begrip aanwezig is voor de
sterke banden, welke dorpsgemeenschappen vooral in het verleden konden vertonen.
Nadat in 1846 reeds een klein aantal i hoort. Daarbinnen heerst strenge gebon-
Drenten de reis naar de Nieuwe Wereld denheid." Zeker is het zo gedurende vele
had aanvaard, maakte in 1847 een vrij I eeuwen geweest in de oude dorpen, wei
groot getal, allen zonder uitzondering I ke in haar rust niet wakker geschud
Christelijk Afgescheidenen, zich los van] zijn geworden door bijvoorbeeld ontgin-
Dertig jaar Openluchtmuseum te Arnhem
Plattelandscultuur der elf provinciën
En mausoleum? Maar zeker niet het Openluchtmuseum in Arnhem,
dat de vorige week. toen het dertig jaar bestond, door minister Gielen is heropend.
Daar is genoeg openlucht om natuurliefhebber» in verrukking te brengen en
voldoende museum om museum vrienden enthousiast te maken- Op de
Waterberg ten Noorden van Arnhem aan de Schelmseweg is in de loop der jaren
aparte museumvorm gegroeid, waarbij men er op uit was het aller
hande moois dat het plattelandsleven zyn karakteristieke trekken verleende, bijeen
te brengen.
töont het kru& boven het bewoonde ge
deelte van de 17de eeuwse keuterboer-
derij, die in de volksmond als „los hoes"
werd aangeduid. De vinkenbaan herin
nert aan het vinkenslaan cf
rekken, het vangen van
vinken en andere vogeltjes, dat met zo
veel andere oude vermaken in de loop
der vorige eeuw in onbruik geraakte
De Friese watermolens, de tjasker en
de spinnekop, tonen met welke midde
len de afwatering van de Friese lande
rijen werd geregeld. De blauw gepleister
de vakwerkvoorgevel en het stroo en
dak geven aan het Achterhoekse Lis
Hoes, het Erve de Stroet uit de buurt
schap Harreveld, een vriendelijk voorko
men. En het interieur roept winteravon
den in herinnering, waarop in de gezel
lige sfeer om het opvlammend haardvuur
oude sagen en legenden werden verteld.
De radmakerij uit de Gelderse Achter
hoek, de travalie de paardenhoefstal. ie
olieslagerij en de houtskoolbrandery. het
zijn allemaal plekjes waar eens oude ro
mantische ambachten werden uitgeoe
fend.
Boerderijen zyn er te over. De Veluwe,
de Achterhoek en zelfs Vollenhove
vertegenwoordigd.
Ook is er het Katwyks huisje met
de nog steeds voorkomende Katwijk-
se klederdracht het geheel l|jkt zó
uit één der smalle straatjes der vis
sersplaats overgebracht!
Wanneer we de doolhof zijn doorge-
dwaald en cms even hebben ingedacht,
hoe de Amsterdammers in de 17de en 18-
de eeuw zich in zulk een omgeving ver
lustigden. dan wandelen we door dé ka
rakteristieke Zaanse buurt. Zojuist waren
we over een gedenkstuk van oud-vaöer-
landse bouwkunde geschreden: de dub
bele ophaalbrug uit Ouderkerk aan de
Amstel. Nu zien we de heldergroene ge
vels omrankt door wit snijwerk. De Zaan
se bouwkunst uit de 18de eeuw getuigt
nog van de welvaart van destijds. Vooral
de gevel van het aanzienlijke koopmans
huis toont, welk een goede jaren men
in het Zaanse land door de handel in
hout, koek en koffie heeft gehad.
Er is veel in deze contrije waardoor
men aan vroeger, aan „de goede oude
tijd" wordt herinnerd. Het Marker vis
sershuis, de paltrok houtzaagmolen, de
Kennemer blekerij, de grutterij uit Wor-
merveer, het Hindeloper binnenhuis en
de Veluwse papiermolen, het is alles even
karakteristiek en echt Hollands.
Zo hebben we gedoold door een prach
tig park, stilgestaan bij oude molens, «de
sfeer in ons opgenomen van boerenhuis
en burgerwoning, ons vertrouwd gemaakt
met de werkwijze van ambachten en be
drijven, met oude zeden en gebruiken.
Onbekende bladzijden uit het boek der
historie werden ons eigenwe stonden
Het is waar, de liefde voor zijn land
is ieder aangeboren, maar hier in dit
unieke museum wordt die liefde aanmer
kelijk aangewalflcerd.
Tomatensoep
*4 1 water (wat melk), Vz kg tomaten.
75 g (1 kopje) gortmout, wat boter, mar
garine of vet en zout, 1 ui, bouillonblokje,
laurierblad.
De gortmout een^half uur weken De ul
fijnsnipperen en in wat ooter. marga
rine of vet fruiten. De tomaten even
in heet water of een gasvlam houden,
kende afgescheidenen in den beginne als pellen, in plakken snijden en even mee-
sectariërs werden aangeduid, te herinne- fruiten. Het water, wat zout, het bouil-
ren aan de verklaring van de Groningse lonblokje en het laurierblad toevoegen,
hoogleraar dr J. Lindeboom, dat deze evenals de gortmout of havermout Alles
qualificatie niet gehandhaafd mag wor-! tezamen gaarkoken in 15 a 20 minuten,
den, wijl verboden door de universeel-1 Dan het laurierblad verwijderen, desge-
kerkelijke organisatie, en het kerkelijk wenst wat melk toevoegen en de soep
nakomertje gereformeerd beginsel der uitgetredenen nog even laten koken.
sedert voldoende is gebleken. Stamppot van rauwe tomaten.
2 kg aardappelen, 1 kg tomaten. 1 ui,
boter, margarine of vet, wat melk.
De aardappelen (dun!) schillen, wassen
en gaarkoken met wat zout. De tomaten
land even in keet water dompelen of bovei
Rijksmuseum voor
Volkskunde
In höt algemèen mag gezegd worden,
dat het Openluchtmuseum alles verza
melt, dat een indruk geeft van de cultuur
die volksdelen, wier uitingen voor
heen weinig belangstelling genoten en
de bestaande musea niet voldoende
tot haar recht kwamen.
Zoals de naam Openluchtmuseum iets
zegt over de vorm van het museum,
wordt zijn inhoud nader aangeduid door
de titel Rijksmuseum voor. Volkskunde.
Men kan het begrijpelijk noemen, dat
vele stedelingen heimwee gaan koesteren
de intimiteit van vroeger en
hun vlakke kille leven wat kleur
warmte trachten te brengen door zich te
ngen met Hindeloper stoelen, een
Drents kammenet, een Zaanse stoeltjes-
klok en Limburgse borden. Maar toch.
deze voorwerpen passen vaak niet bij
levenstijl. Zij zijn als het v
doolde ballingen in de 20ste eeuw. die de
sfeer horen te ademen van één of meer
dere eeuwen her. Die sfeer hangt in hel
Openluchtmuseum en het is, wanneer
men er de huizen of boerenhoeven be
treedt. alsof de bewoners en ambachts
lieden juist even zijn weggegaan. Alsof
het geen minuut geleden is. dat het weef
getouw nog klikte, de hamerbalk dreun
de en de molenstenen draaiden. Daa:
is het niet dor en doods in het Openlucht
museum. Hoe zou dat overigens kunnen
te midden van de levende nat»
Op wandeling
Wanneer men de Achterhoeke deur-
bogen en middeleeuwse grensstenen is
gepasseerd, de walviskaakbenen beeft be
keken, een blik heeft geworpen over hel
museumterrein m de diepte en de Ve
luwse bossen in de verte, dan bereikt
men de primitieve hut, die de Volendam-
mer vissers eens diende tot tijdelijk ver
blijf, wanneer zij in Amsterdam hun pa
lmg te koop aanboden. Een plaggenhut
vertelt hoe het vroeger wonei
de arme heidestreken van het Noorden
des lands. Dat „elk huis zijn kruis" heef:
geledi
de dorpsgemeenschap in Sleen, voegde
zich bij de nederzetting van ds Van Raal-
te, en stichtte met de voortrekkers het
dorp Drente.
En dat is het, wat de schrijver met
zijn historische zin, lid van de Maat
schappij der Nederlandsche Letteren en
Historisch Genootschap, aan Het denken
en speuren heeft gebracht. Hoe is het
mogelijk geweest, waar de Drent van de
oude dorpen van nature hokvast is en
vastgeroest zit in zijn kleine gemeen
schap met zijn dwingend karakter? De
volkskundige ds P. W. J. van den Berg
schreef eens: „De vrijheid van het bui
tenleven is een illusie van de stadsmens.
Zij is slechts werkelijkheid voor hem,
zolang hij niet bij de dorpsgemeenschap
greep tiaar zijn lade, precies Nick Carter.
Luister eens, vader, zei ik kalmerend.
Dat er in Londen een zuiveringslijst
wordt bijgeouden, dat schijnt dus waar
te zijn.
Wel alle duivels, brulde hij, wilt U
my soms uithoren? Zulk een brutaliteit
heb ik nog niet meegemaakt. En dat over
een zó delicte zaak.
Ja, juist, heel erg delicaat. Heel erg
geheim tevens. Maar wilt U nu liever
eens niet weten, hóe ik achter dat staats
geheim ben gekomen?
Daarvoor heb ik U hier g&roepen.
Ik keek quasi angstig om. Kan nie
mand ons horen?
Neen, zei hij, spreek volkomen open
hartig. De deur is op slot en de hond ligt
Toen kwam ik met myn onthulling. Hij
nam een potlood en zat gespannen klaar
om stenografische notities te maken.
Ik weet dat, zei ik langzaamen
wachtte evenzult U werkelijk niet
schrikkennee, hij zóu werkelijk niet
schrikken, als hij hoorde waar ergens het
lek zatik weet datdoor een uit
zending van Radio Oranje aan het Neder
landse volk, die ik gehoord heb, toen ik
nog in Frankrijk was!"
Zó werkte onze dilettantische inlichtin
gendienst te Lissabon. Dit lezende, vra
gen wij ons af, of het nog verwondering
kan wekken, dat de geslepen schurk
Schreieder het England-spiel kon spelen?
Het laatste boek van Herman de Man
staat vol van zulk soort wetenswaardig-
Werkelyk, U moet iet eens lezen, het is
de moeite waard]
ningen op grote schaal. Voor een zeker
deel al verandert het interlocaal verkeer
het dorpsaanzien, gelijk aan voorvader
lijke gewoonten sterke afbreuk wordt ge
daan door de nieuwe banen, die de land
bouw gaat.
Vóór ruim een eeuw ontstond in West
en Oost van het Landschap en zo ook in
Sleen op godsdienstig gebied een deining.
Van uitersten was de grote meerderheid
altijd wars. Veel diepgang werd
speurd, en de preek dreef er ook niet
Heen. De religieuze stroom had altijd
zacht gekabbeld in Drente. Zowel na
de kerstening met het zwaard door Karei
de Grote als tijdens de Hervorming. In
1567 had Menso Alting beproefd in Sleen
de Reformatie tot stand te brengen, doch
hij moest al ras uitwijken
Op de 16 Juni van dit jaar in de Her-|
vormde kerk te Sleen gehouden Landdag;
van het Drentse Genootschap is het eer
ste exemplaar van deze, van harte aan-i
bevolen, geslaagde historische studie
de Amerikaanse ambassadeur
aangeboden.
H. D.
.Drenthe in Michigan" door H. J.
Prakke, ingeleid door prof. dr P. J. Bou-
man. Uitgave Van Gorcum en Comp.
gasvlam houden, pellen en in plakken
snijden. Ze met de uit, die men eerst
heeft fijngesnipperd, en wat melk door
de warme aardappelen stampen. De
stamppot door en door verwarmen, maar
vooral niet te lang, daar de tomaten niet
gaar mogen worden.
De Leidse zwemkampioenschappen,
ditmaal georganiseerd door de zwem- en
poloclub „De Sleutelstadhebben gis
teravond in de zweminrichting „De Zijl"
weinig verrassingen opgeleverd. Of het
moest deze zijn, dat „De Sleutelstad" op
de Paltz.|de diverse nummers is tegengevallen. L
aaneengesloten tegen wat zich als secte
voordeed. Geen helen was mogelijk, en
om vrijheid, geestelijke vrijheid te ver
krijgen, naast brood, wordt de grote stap
gedaan, waartoe de hokvaste Drent niet
gemakkelijk komt.
Nu verkoopt hij alles wat hij heeft en
hij trekt met vrouw en kinderen en am
bachtsman en knecht in het geloof naar
het verre Amerika en voegt zich bij Van
Raalte in de wouden van Michigan, by de
man, die vanuit Ommen zo grote invloed
in Sleen en omgeving had uitgeoefend.
De schrijver, hoewel geen geestverwant
van de trekkers, laat de historie,
het ons voorkomt, zeer getrouw spreken,
zonder voorkeur, noch voor de modern<
noch voor de orthodoxen, zij het met e
tikje nationale trots voor wat de zoekers
van geestelijke vrijheid aan de overzijde
van de grote oceaan tot stand brachten.
Zelfs haast hij zich, waar de in de dorps-
L.Z.C. sleepte acht van de tien titels
in de wacht
Tijdens de gisteravond gehouden Leidse zwemkampioenschappen
houdingsvermogen speelde sommigen
hunner wat parten.
Evenals voorheen was de organisati»
van deze wedstrijden perfect De voor
zitter van „De Sleutelstad", de heer W.
Bergers, sprak een openingswoord en
reikte de prijzen uit
De uitslagen waren:
100 m schoolslag dames: 1. W. Caspars
(L.Z.C.) 1 min. 30.4 sec.; 2. L. Mens (L-
Z.C.) 1.30.7; 3. A. de Mey (L.Z.C.) 1.36.4.
100 m borstcrawl heren: 1. C. Stomp»
(L.Z.C.) 1.09.9; 2. J. Prevoo (De Ztfl)
1.10.8; 3. P Erades (Sleutelstad) 1.11.
100 m schoolslag heren: 1. M. Brak (L.
Z.C.) 1.34.5; 2. W. van der Loo (L.Z.C
1.28.2; 3. D. Canno (L.Z.C.) 128.9.
100 m borstcrawl dames: 1. D Stomp»
(L.Z.C.) 1.21.7; 2. T. Sjardin (De Zijl)
1.26.3; 3. J. de Jong (L.Z.C.) 1.27.2.
100 m rugslag .heren: 1. H. de Tombe
(De Zijl) 1.16.8; 2. J. v. d. Reyden (LJZ.
C.) 1.23.5; 3. *A. L. van Ingen Schanau
1.35.8.
100 m rugslag dames: 1. D. Stomp» (L.
Z.C.) 1.37.2; 2. J. de Jong (L.Z.C.) 1.42;
3. J. de Haan (Sleutelstad» 1.42.4.
3 X 50 m wisselslag estafette heren:
1. L.Z.C. I (J. van der Reyden. M Br»k
en C. Stomps) 1.42.1; 2. L.Z.C. II 1.45.7;
3. L.Z.C. II 1.49
3 X 50 m wisselslag dames: 1. L.Z.C. I
(J de Jong, W. Caspers en D Stomps)
4.7; 2 L.Z.C. H 2.11.7; 3. Sleutelstad I
In 1598, na de herovering van Groningen Z.C. spreidde
door Maurits, voerde Willem Lodewijk
de Hervorming gedwongen door, waarbij
dezelfde Alting, de zogenaamde Oudere,
opnieuw in Drente een taak kreeg te
vervullen. De bevolking moest meegaan,
maar van sprankelend leven was heel
weinig sprake in het Zuid-Oosten
het Landschap.
Doch enkele sprengen waren onder
gronds aanwezig. En deze doorbraken
de dertiger jaren van de vorige eeuw ol|heren
Sr£n;.aiT Sdarrj^
schisma in de hofgemeenschap van '^„ummeV"",
Ei ee" diefje voor fn^vaf^teeds' éln J™* bg.e
D.«ry monterheid schaard, aich l aarman R
Versluis profiteerde (1—0». Koos Prevoo
die resulteerde in 8 van dé 10 titels. En
het hadden er 9 kunnen zijn als mej. D.
Stomps in het nummer 5 X 50 m vrije
slag estafette dames niet op het laatste
ogenblik in een verkeerde baan was
gaan zwemmen, waardoor de ploeg ge
diskwalificeerd moest worden. Een ge
duchte teleurstelling Voort» was H. de
Tombe van De Zyl nog steeds opper
machtig op het nummer 100 m rugslag
bracht daarna met een ver schot de stand
op 20. Uit een vrije werp kwam de bal
van «A. van Egmond by P. Lut, die op
fraaie wijze scoorde <21). Versluis
maakte 31. maar prompt antwoordden
de „oudjes" na opzwemmen van Kraaicn-
brink door Lut (32). En toen A. van
Egmond eveneens vrij kon opzwemmen.
werd de stand zelfs gelijk (33).
Na rust gaf Geeve de
leiding (34), maar dit
lange duur. G. Kikkert bracht nJ. met
een boogballetje de partijen op gelijke
voet (44). Geeve scoorde nog, maar zag
dit doelpunt geannuleerd, daar Lut die
een trap tegen zijn hoofd had opgelopen,
juist weerkeerde en nog binnen de twee
meterlijn lag
H. Versluis doelpuntte daarna voor de
jeugd, die daardoor met 51 won. De
gemeenschap niet meer volwaardig gere- oudjes deden het lang niet gek. Het uit
zit».
5 X 50 m vrije slag estafette her#r>:
1. L.Z.C. I (C. Stomps, H. Verslui». S. P.
Heck, M. Brak en J. van der Reyden)
2.42.1; 2 L.Z.C. H 143.4; 3. Sleutelstad IL
3.09 3 Sleutelstad I en De Zijl I werden
gediskwalificeerd.
5 x 50 m vrije slag estafette dames:
1. De Zyl iA. de Bree, F. Sjardin, J.
Crama, G Blaauw en B. Fakkel 3 30.4.
L.Z.C. gediskwalificeerd.
Waterpolo: Leiden jeugd—Leiden vete
ranen 5i.