NIEUWE LEIDSCHE COURANT
B
ZATERDAG IS MAART 1943
Leidse veiling een object, dat warme
belangstelling waard is
In 1947 werd voor zes millioen gulden verhandeld
(Van een onzer verslaggevers)
Ais we In een vreemde omgeving de
naam Leiden uitspreken, denkt men
woonlijk allereerst aan de beroemde
versiteit. En men weet dan dikwijls pre
cies te vertellen, wie dit centrum i
wetenschap in het grijze verleden
onze stad schonk en welke historie
aan is verbonden Ook komt in een ge
sprek met de vreemdeling spoedig de
bloeiende Leidse industrie naar v<
speciaal de wolweverij en de lakenin
dustrie, waaraan de Sleutelstad ii
grond van de zaak haar goede naar
faam te danken heeft
Maar wie zaL de aandacht vestigen op
de Leidse veiling, die toch, wat de be
langrijkheid aangaat, niet onderdoet voor
menig ander objeot, dat in onze gevarieer
de stads-samenleving een plaatsje heeft
gekregen. Toen wij een dezer dagen de
veiling, waaraan niet minder dan 350 le
den en 1000 aanvoerders uit Leiden
omstreken hun haart hebben verpand (in
zakelijk opzicht dan), bezochten en
onderhoud1 hadden met een vooraanstaand
persoon op veiling-gebied, werden wij
gewaar, dat de coöperatieve groenten-,
fruit- en b loemenvei lingsvereniging .Lei
den en Omstreken" een niet te onder
schatten positie in onze stad en daar
buiten hetft Met veel woorden zouden
wij dit duidelijk kunnen maken. Wij zien
hiervan echter af en willen enige spreken
de cijfers noemen. Voor ons gevoel is het
niet moeilijk, de juiste conclusie te ma
ken.
Aanvoer tot in de millloenen.
In 1947 werden onder meer aangevoerd:
38.000 kg appelen, 15.000 kg druiven,
39.000 meloenen, 32.000 kg peren, 563.000
perziken, 615.000 kilogram aardappelen,
1.550.000 kg andijvie, 60.000 kg augurken,
1.500.000 bloemkolen, 12.500 kg doperw
ten, 13*000 kg peulen, 550.000 komkom
mers. 340.000 kg kroten, 385,000 kg bonen,
912.000 kg kool en ver over de 2 millioen
- stuks sla.
Dat de veiling met het jaar groeit,
moge de volgende statistiek aantonen: In
1933 werd er voor ruim 1 millioen gulden
verhandeld, in 1941 voor 2 millioen, in
'45 voor 5 en in 1947 voor ruim 6 millioen.
Toen dë veiling in 1902 begon, werd er
slechts voor f 300.000 omgezet. Een ge
stadige vooruitgang dus, die wel bewijst,
hoezeer van dit object in het zakenleven
gebruik wordt gemaakt. Onze zegsman
was dan ook tamelijk optimistisch ge
stemd.
Het zwakke punt is echter de export,
die helaas nog steeds op zich laat
wachten. De tuinderij staat en valt
met de uitvoer. Er is te veel groente
in ons land, zodat een deel naar de
mestvaalt moet verhuizen. Herhaal
delijk wordt op export aangedrongen,
doch alle pogingen waren tot nu toe
vruchteloos. Duitsland was vóór de
oorlog een belangrijke afnemer.
Een blik in het verleden.
In 1902 begon de Leidse Tuinderspa-
troonsverenigmg met het verzenden van
groenten naar Haarlem. Op de Oude
Vest werd toen geveild. In 1904 in „De
Waag" en het volgend jaar aan de Boom-
markt. Niet lang daarna werd de groen-
temveiling ,.Ons Belang" in het leven ge
roepen Het was het resultaat van de
werkzaamheden van de heer C- van Vliet,
dat in 1923 de bestaande scheidingen wer
den 'opgeheven. Aan de nieuwe organi
satie werd de toepasselijke naam „Een
dracht" gegeven, uit welke vereniging in
1928 de coöp. groenten-, fruit- en blos-
menveilingsvereniging is voortgekomen.
Deze organisatie heeft in menig opzicht
reeds aan haar doel beantwoord; alleen
het veilen van bloemen is nog toekomst
muziek. In 1930 werd het nieuwe veilings
gebouw bij de constructiewerkplaatsen
geopend. Dit onderging in de loop der
jaren beduidende uitbreidingen.
Veilingscomplex zal worden uitgebreid
Hoe kon het ook anders. De handel
tierde welig en het was dringende nood
zaak, dat de expansiemogelijkheden zo
effectief mogelijk werden benut.
Wij kregen de verzekering, dat aan
deze drang geen einde is gekomen.
Binnen zeer afzienbare tijd zal het
veiHugseomplex worden aangevuld
me een koelhuis, dat aan de moder
ne tflsrn zal voldoen en een vorst-
vruc opslagplaats. In Üe naaste toe-
komjt zullen er nog meer plannen
worden verwezenlijkt, maar hierom
trent kon men ons weinig definitiefs
mededelen.
Het is een feit, dat de Leidse veiling
in menig opzicht zeer vooruitstrevend is
Daarvoor in aanmerking komende pro
ducten Iaat de vereniging voor eigen re
kening verduurzamen. Het doel wordt
hiermede bereikt, dat een aanzienlijke
hoeveelheid producten direct uit de markt
wordt genomen, zodat afbraakprijzen
kunnen worden vermeden. Ook blijven
op deze wijze veel producten van de
mestvaalt- Wat de verkoop van verduur
zaamde levensmiddelen betreft, wacht
men gunstige gelegenheden af. Op deze
gang van zaken is wel in bijzondere mate
het aloude gezegde van toepassing: „Wat
in 't vat zit, verzuurt niet".
Sociaal en organisatorisch gezond.
Het bestuur der veilingsvereniging is
uitermate „democratisch" afgestemd. De
leden zijn door een hechte band met el
kaar verbonden. Lijdt één lid, dan lijden
alle mee. Zij vormen een grote familie,
die door nauwe samenwerking het doel
tracht te bereiken. Men heeft een be-
drijfsboekhouding gesticht, er is
eigen glasverzekering, ook zijn de pen
sioenen geregeld, kortom, op organisa
torisch en sociaal gebied werd veel tot
stand gebracht. De veilingsfeer doet de
tuinders goed. In de beste harmonie
wordt er gehandeld. Het parool „Zaken
zijn zaken" blijft bij dit alles evenwel ge
handhaafd.
Als de drukte in het bedrijf langzamer
hand wegsterft, is er in de camtine nog
volop leven. Er wordt druk gepraat over
gedane zaken. Tot zelfs in het koffie
huis kunnen we een goede leiding waar-
's Avonds, als de zaken gesloten zijn,
kan het gebeuren, dat de tuinder een boek
leest uit de studiebibliotheek van de vei
ling. Zo werkt het bestuur mee aan de
vorming én de scholing van zijn leden.
En de geschoolde tuinders kunnen door
deze boeken te lezen altijd weer hun
kennis verijken. Wat in Leiden op
lingterrein wordt gedaan, verdient warme
belangstelling. Wy hopen, dat de tijden
met hun moeilijkheden ten aanzien v:
de tuindery spoedig zullen veranderen.
ONTMOETING
Op veilingdagen vertoont hot terrein van de Leidse veiling een drukte van
belang. Geen wonder: 350 leden en 1000 aanvoerders zijn er! Op een zonnige
voorjaarsdag is het voor de buitenstaander een lust, de tuinders te zien han
delen. Dat er gehandeld wordt blijkt wel uit de omzet, die de veiling vorig jaar
had: zes millioen gulden.
Hornsveld, een leven
in dienst van de dahlia
Bij de 85-jarige pionier in Baarn
TNDIEN we de 85-jarige kweker H.
Hornsveld te Baarn de „Edison der
dahlia's" noemen, zeggen we hiermee
geen woord teveel. Een leven van expe
rimenten, van kruisingen, medailles
maar vooral van prachtige bloem-schep-
pingen, fascinerend van kleur en vorm
ligt achter hem. Achter hemHij
beschouwt het hoofdstuk van zijn dahlia-
veredeling nog geenszins als afgesloten,
hoewel hij zelf niet weet, hoeveel varia
ties hij op zijn naam heeft staan. Opa
Homsveld (zoals hij in Baarn genoemd
wordt) goochelt nog steeds in zijn kiwe'-
kerij Burbankia met de kleuren der
-bloemen als een schilder met zijn palet,
Een klein, kwiek mannetje met karak
teristieke baard, helder van geest en
vlug pratend: dit is de heer Hornsveld
ten voeten uit. Hij toonde ons de .soor
ten der toekomst", die üe markt zouden
gaan beheersen dahlia's van een ver
fijnd pastel-blauw, nog naamloos en
slechts voorzien van een nummer. Naar
deze tint heeft hij zijn hele leven onver
moeid gestreefd, maar hij beschouwt ook
deze scheppingen nog niet als sluitstuk
ken van de lange serie, die de hele we
reldhandel van dahlia's sterk beïnvloed
heeft.
De heer Hornsveld is een van die pio
niers, die volhielden en hun weg zoals
het helaas altijd schijnt te moeten zijn
begonnen met hoon en spot. Het dikke
knipselboek, dat hij
9
toonde, leverde
dahlia's exemplaren waren, waarvan het
stuifmeel gemakkelijk te vangen was.
Doch de eerste kruisingen brachten
waardeloos materiaal en eerst na 7 ja
ren lukte het, de eerste fatsoenlijke witte
bloem te kweken. Het breken van een
enkel kroonblad beschadigde echter de
dahlia zodanig, dat de Baamse kweker
op een dubbele kroon ging aansturen,
zodat na vele zweetdruppels de pioen-
of splendid-dahlia geboren werd. Maar
alle kruisingen ten spijt kwam het grond-
Reshevsky, 't gevaarlijke manneke
Om en bij de schaakreuzen
Na ons overzicht van de eerste speel-
week (2 ronden) is er in deze tweede
week (3 ronden) het een en ander ge
beurd, dat-geheel nieuwe aspecten opent
In de eerste week luidde de score: 1
Keres 2 -uit 2; 2. Botwinnik 1 uit 1; 3
Reshevsky '/4 uit 1; 4. Smyslow Vz uit 2;
5. Euwe 0 uit 2. In deze tweede week is
de score als volgt: 1. Botwinnik 2li uit
3; 2. Reshevsky 2 uit 3; 3. Smyslow 114
uit 2; 4/5. Keres en Euwe 0 uit 2. De
- stand op dit ogenblik (aangenomen dat
Euwe en Keres hun afgebroken partijen
verliezen) luidt: l.> Botwinnik 314; 2.
Reshevsky 214; 3 en 4. Keres en Smyslov
2; 5. Euwe 0.
Uit deze scores blijkt allereerst het
volkomen falen van Keres. Van de eer
ste plaats haar de gedeelde 3e on 4e wil
nog al wat zeggen. Op magistrale, tac
tische wijze werd hij door Reshevsky
van het bord gezet; tegen Botwinnik
speelde hij, vooral in het vijfde speel
uur, bevangen en planloos. Een gevolg
van zijn genialiteit?: alles of niets! Ons
„kleine manneke" bewees zijn gevaar
lijkheid. Van begin tot eind tactiek, han
dig en geslepen. In zijn partij tegen Bot
winnik viel hij in de kuil, die hij voor
'n ander had gegraven: hij verloor in
tijdnood 1
Smyslow i>evestigde die indruk van de
- vorige week: sterk, kalm en rustig, maar
nog niet van de allerhoogste klasse. Bot
winnik mag nu wel als de grote favoriet
beschouwd worden. Alle fazen van dit
moeilijke en enerverende strijdspel, ope
ning, middenspel en eindspel, beheers'
hij volkomen: strategisch zowel als tac
tisch staat hij op grote hoogte. Deze uit
zonderlijke kwaliteiten, gevoegd bij zijn
rust, zijn oorzaak, dat zijn resultaten
steeds goed zijh. Er zal een wonder moe
ten gebeuren hem van de eerste plaats
te verdringen.
En nu Euwe. Evenals vorige week ook
nu weer: Jampier, maar waar. In zijn
partij tegen Smyslow zagen wij niets
meer van zijn vroegere grootheid. Met
spanning en eerlijk gezegd niet hele
maal zonder trots, volgden wij deze
partij, Max volgde onze raad en gooide
het spel open! Wat 'n veelbelovende stel
ling, welke prachtige dreigingen. Hij
zicih gevoeld hebben als een snoek
in een goudvissenvijver. Toen barstte de
bom: Euwe offerde een paard. Euwe
offerde nog een paard. Euwe ging win
nen. Maar zijn wagen slipte in de bocht.
Het bleek, dat hij het geval niet door
gerekend had, maar 'n „gevoelsoffer"
had gebracht: de stelling is zo mooi, het
moet wel goed zijn. Achteraf is geble
ken, dat het inderdaad goed was, maar.
Euwe had het niet mogen doen, zolang
hij niet zeker was van zijn zaak. Wat
te zeggen van zijn partij tegen Reshev
sky? De grootste kenner ter wereld van
de opening in de opening verslagen door
iemand, dié het niet van kennis moet
hebben, maar uitsluitend van tactiek.
Wie na lezing van het bovenstaande
mocht menen, dat hiermede het tournooi
„bekeken" is, vergist zich schromelijk.
De strijd zal nog heftiger ontbranden,
nog grotere verrassingen zullen ons op
gediend worden en boven alles: Euwe
zal herrijzen! Wie Euwe kent, weet en
voelt, dat het gebeuren zal. Ook het
publiek voelt dit aan en wacht er op.
Maandag was de belangstelling gering:
Euwe speelde niet. De wegblijvers had
den overigens ongelijk, want Smyslow
deed het dwaze gefluister van ..die Rus
sen helpen elkaar wel" naar sprookjes
land verhuizen. Uiterst sportief speelde
hij zijn beste spel tegen Botwinnik. En
als tweed* partij op deze rustige avond
Reshevsky' tegen Keres. Dinsdag speelde
Euwe weer, en in drommen kwam het
publiek weer opzetten. En Donderdag
van hetzelfde laken en pak. Men wacht
op een overwinning van de ex-wereld
kampioen, men wil eindelijk Euwe eens
toejuichen. En juichen zullen wij! Mis
schien Maandag al? Dan krijgen we de
partij KeresEuwe opgediend. Ook dan
zullen wy de spanning weer kunnen op
lepelen, ook dan zullen er weer felle
gevechten ontstaan onder het publiek
over de vraag of Euwe goed staat of niet.
Tot slot van dit overzicht een grote
verrassing: Fine is gekomen! Het geval
wil namelijk, dat iemand aan Reshevsky
bij zijn aankomst wilde vragen, wie hij
was en dus de vraag srtelde: „Who are
you?" Het woordje „who" sprak hij ech
ter als „how" uit en Reshevsky ant
woordde prompt: „Fine". Doek valt.
A* J. Rotteveel.
type anno 1886 oftewel de Griinewald,
steeds weer hardnekkig voor de dag.
Toen ontstond uit een enkelbloemig en
een oactus-type de cactus-dahlia in Chry-
santheniumvorm, die via kruisingèn met
de pioendahlia leidde tot de tuin-cactus-
echter het bewijs vah zijn spoedige suc
cessen, want talloze kranten gingen zich
in het begin van deze eeuw met zijn
werk bezig hpuden. Als de „man van de
splendid-dahlia's" kreeg hij al dadelijk
grote bekendheid en zijn honderden
kruisingsproeven werden besproken.
Kleine dingen zijn soms beslissend voor
het leven van een mens: zo kreeg de
heer Hornsveld op een goede dag in
1886 een Duitse prijscourant in handen,
waarin de lila-rose Anton Grünewald
werd aangeboden. Hoewel hij nog nooit
van het veelomstreden begrip „erfelijk
heidsleer" gehoord had, drong hij in dit
buitengewoon ingewikkelde hoofdstuk
door en ervoer al spoedig, dat men de
eigenschappen van geslachten evenals
bij de mensen bij bloemen nooit kwyt
raakt. Toen hij de Grünewald in handen
had, kon hij slechts over het stuifmeel
der kleinere lagere dahlia's beschikken,
doch hij ontdekte dat er onder de cactus
dahlia, die Mrs. J. L. Vaughan gedoopt
werd en in Engeland de zilveren cup en
de Award of Merit veroverde. Wanneer
we 1915 schrijven, heeft de heer Horns
veld reeds tal van nieuwe variëteiten op
zijin naam staan: Geisha, Queen Alexan
dra,. Andrew Carnegie, King of Autumn,
Dahlia King en wat al niet meer!
Dat de heer Hornsveld toen reeds een
an met ervaring was, blijkt uit zijn
ontmoeting met prof. Hugo de Vries,
waarover hij nog gaarne vertelt. Deze
wetenschappelijke erfelijkheidsonderzoe-
ker van naam moest bij het zien van de
resultaten van de eenvoudige kweker
een bepaalde mening herzien en toege
ven: „Dit is een slag in het gelaat der
wetenschap". Gaarne bladert de nestor
kweker terug naar de dagen van het
moeilijke begin en zijn eerste erkenning.
In de eerste jaren van deze eeuw ont
moette hij op een grote bloemententoon
stelling te Zeist de Koningin-Moeder.
Hij vroeg Haar persoonlijke mening over
de witte dahlia, die hij Prinses Juliana
genoemd had: „Mevrouw, mag ik vra
gen, of U de bloem mooi vindt?" Ko
ningin Emma antwoordde met een te
genvraag; zij wees op een andere dahlia
oen vroeg: „En hoe heet die?" „Dat is
Koning Leopold, mevrouw". De hoge
gast gaf onomwonden te kennen, dat zij
deze laatste variëteit veel geslaagder
vond, „want die bloem heeft een open
hart en ik heb daarvan altijd gehouden
behalve bij kropsla."
Dit is een van de aneodotische verha
len uit het „kleurige" leven van deze
ongekroonde dahlia-koning en zo zou
den er nog meer te vertellen zijn. Eén
ding is zeker: de heer Hornsveld houdt
niet van rust en het heeft zijn vrienden
dan ook veel voldoening geschonken, dat
zijn verdiensten werden erkend door de
benoeming tot Officier in de Orde van
Oranje Nassau.
Jaap Stigter.
Het zonnetje scheen zo lekker in het
rustige plantsoentje en het bankje was
leeg en stond zo vriendelijk nodend, dat
ik de lust niet kon weerstaan, om even
te gaan zitten.
Met mijn ogen half toegeknepen tegen
de i
mkoes
i de
lette plantsoentje.
Voorjaar! Schoonmaak! Aanschaffen
van spullen, die broodnodig vernieuwd
moeten worpen. Een zomermantel voor
mijn vrouw, en het pak dat dringend ge
keerd moet worden! Hoe zullen we de
eindjes weer aan elkaar moeten knopen?
En dan die Russen met hun geduveljaag,
nooit op
ireef!
ireld
keek zonder
t werkelijk te
mannetje, dat
rustig kwam aansloffen. Steunend op zijn
stokje schuifelde hij recht op mij aan.
„Morge meneer". Stram en'stijf zakte
hij wat door de knieën en kwam naast
mij zitten.
„Wat een weertje, wat een weertje, me
neer. Zalvie voor de oude knoken. Als ik
dat zonnetje weer voel, is het net of er
van binnen schoonmaak wordt gehouden
en kan ik de tachentig wel halen. Ik
ben pas vijf-en-zeventig" 4
Ik keek op en zag een keurig verzorgd
oud heertje. Smalle bleke handen met
blauwe aderen rustten op de wandelstok
tussen de benen. Twee pienter-glinste-
rende ogen, keken mij aan, van onder
witte borstelige wenkbrauwen.
„Ik zie wel aan Uw ogen, dat by U het
zonnetje nog niet naar binnen schijnt,
om schoonmaak te houden."
„Nog al een mooie tijd", zei ik stroef.
„Meneer?", een witte hand kwam ver
trouwelijk op mijn arm liggen, „mag ik U
eens wat vertellen
Zonder op myn antwoord te wachten,
vervolgde hij:
„Ik ben nu vijf-en-zeventig en heb van
alles gedaaan en geprobeerd, om het geluk
te vinden. Om zo te zeggen heb ik op
elk terrein van het leven gejaagd, maar
steeds was het mis. Van de hak op de
tak gesprongen, meneer. Nou moet U niet
denken, hier zit een oude zemel, die het
leven al heeft gehad en die wil mij nu
bekeren! Nee meneer, zo is het niet. Ik
wil U alleen maar even zeggen: het zit
niet In de mooie kleren of veel geld. Hier,
van binnen, meneer", mediteerde het
heertje en wees op zijn hart.
„De mensen laten zich onderstoffen
door de dagelijkse sleur en zorgen. Ze
gebruiken dit korte leven, om met elkaar
te twisten en negéren het wonderheer
lijke van de schepping."
„Kijk eens om U heenl Voel dat lek
kere zonnetje eens! Zie die bottende
ptruikenl Kijk daar al weer made-
liefjes!
„Als je daarop gaat lettenword je
vanzelf blij, meneer. En blijde mensen
zijn mensen, die niet hoeven te confe-
„Maar zoals ik al zei, meneer. Ik had er
meer dan zeventig jaar voor nodig, om
zo ver te komen en ik dank diezelfde
Schepper, dat Hij me nog een paar jaar
tjes heeft laten genieten. Goedendag."
Voorzichtig trok hij zich op aan zijn
stok en slofte weer verder.
Peinzend keek ik hem na.
„Straatslijper".
Zwakke jeugd naar bos en zee:
DE OPBOUW VAN EEN KRACHTIG VOLK
Ontwricht werk der Kinderuitzending door energiek
aanpakken weer goed geregeld
Het moet al een ware nurks met een steenkoud hart zijn, die niet in zijn
beurs tast, wanneer hem een bijdrage wordt gevraagd voor het werk der
Kinde ruitzending.
Wie voelt zich niet geroerd, als hij die bleke, smalle snoetjes van grote-
stads-kinderen ziet? Wie gunt ze niet graag een paar weldoende weken
in 't bos of aan de zee?
Helaas heeft de oorlog ook dit zo belangrijke werk ontwricht en heeft
het zeer veel moeite gekost, het opnieuw te organiseren, want 80 pet van
de koloniehuizen was verwoest of zwaar beschadigd en de meeste vereni
gingen voor Kinderuitzending waren uit elkaar geslagen.
De van regeringswege opgerichte Nationale commissie tot uitzending
van Nederlandse kinderen heeft echter het werk krachtig aangepakt en
weer in normale banen geleid.
Het was uiterst noodzakelijk, dat in J Men verwarre deze uitzendingen ech-
1945 deze
werd ingesteld, want
de verenigingen moesten feitelijk op
nieuw beginnen, terwijl de aanvragen
voor uitzending overstelpend groot en de
aanbiedingen voor huisvesting ontstellend
gering waren. Maar hoe kan het anders:
de ondervoeding had tal van kinderen te
pakken, de meeste koloniehuizen waren
onbruikbaar of uitgewoond door mili
tairen en voor een gezin was het al heel
bezwaarlijk, in de eerste maanden een
huisgenootje dat eens extra opgekweekt
moest worden, te herbergen. Toen er dus
verschillende aanbiedingen uit 't buiten
land kwamen, werd daarvan dankbaar
gebruik gemaakt.
Hoewel de Nationale commissie hard
werkte, zaten de voor-oorlogse vereni
gingen niet stil: zij organiseerden zich
opnieuw en versterkten hun kracht door
zich aaneen te sluiten in de Centrale
Raad voor Kinderuitzending. Op 1 Juli
1946 was het daardoor reeds mogelijk,
dat de binnenlandse uitzending weer door
de verenigingen werd overgenomen.
Zij werken weer volgens de oude, be
proefde methode: de voor een bedrijf
buiten in aanmerking komende kinderen
worden aanbevolen door de schoolartsen
of de plaatselijke afdelingen en gaan
daarna naar koloniehuizen of pleeggezin
nen. Een nieuwe actie wordt echter ge
voerd voor de uitzending van kleuters
tussen drie en zes jaar; ook aan uitzen
ding van kinderen boven de schoolplich
tige leeftijd wordt meer aandacht be
steed.
De Nationale Commissie heeft de
uitzending naar het buitenland nog
voortgezet. Zo gingen op haar initia
tief anaemische kinderen naar Zwit
serland, uit Indië gerepatrieerde kin
deren naar Denemarken en enkele
transporten naar Belgische kolonie
huizen. In de loop van 't vorige jaar
bielden de buitenlandse aanbiedingen
echter op en werden deze uitzendin
gen dus gestaakt.
In totaal zijn er, door of in samen
werking met de Commissie, in de
Jaren '45, '46 en '47 40.000 kinderen
voor een tijdelijk verblijf naar buiten
gezonden.
NIEUW-GUINEA'S RIMBOE WORDT
OPENGELEGD
Bulldozers rijden woudreuzen tegen de vlakte
Het openleggen van de rimboe is een uitermate zwaar en tijdrovend werk.
In het verleden kostte dat meestal heel wat mensenlevens en veelal waren
het anderen, die de vruchten plukten van het moeizame werk van de eer
ste pioniers. De moderne hulpmiddelen hebben echter hierin verandering
gebracht. Men werkt niet meer in bijna volkomen afzondering, men voert
niet meer de zware strijd van het stuk voor stuk omhakken van de woud
reuzen, neen vliegtuigen en radio's zorgen voor het contact met de buiten
wereld en machtige bulldozers rijden het oerwoud tegen de vlakte.
Een sprekend voorbeeld van deze mo
derne wijze van openleggen van de rim
boe levert Sorong op Nieuw-Guinea, dat
bezig is zich van een onbeduidende
dessa te ontwikkelen tot het drukste en
belangrijkste centrum op het grootste
eiland in onze Indische Archipel.
Deze grote vooruitgang dankt Sorong
aan het feit, dat de Nieuw-Guinea- Pe-
troleum-Maatschappij in 1945 besloot
daar haar hoofdkwartier te stichten. Niet
dat in Sorong zelf petroleum gevonden
wordt, daarvoor moet men een 250 km
verder zijn, maar Sorong wordt het
trum. Daar zullen de kantoren en
stallaties verrijzen. Straks zullen daar
de petroleumtanks, waar nu reeds aar
gewerkt wordt, boven de emplacements
gebouwen uitsteken. Van daaruit wordt
een net van wegen aangelegd om de
vooruitgeschoven posten en olievindplaat
sen met Sorong te verbinden. Over die
wegen zal straks het moderne materieel
rijden, dat men bij de olievindplaatsen
nodig heeft, want alle materieel is bijna
rollend. Automatische boormachines b.v.
heeft men op zware trucks gemonteerd-
Wanneer ze straks zullen boren, zullen ze
meteen de putwanden verharden om het
gevaar van instortingen en het vollopen
van de putten met water te voorkomen.
Al dat materieel en al wat nodig is voor
de bouw van huizen en kantoren wordt
in Sorong aangevoerd en de vele fef-
aanvarende kleine stoomboten en motor-,
boten geven nu reeds een idee van de
belangrijke haven die Sorong worden zal.
Twee moderne loopkranen met een hef
vermogen van 5 ton elk staan reeds op de
kade gemonteerd.
Maar niet alleen om de installaties
denkt de N.P.M. Ook aan de huisvesting
„Voor het eerst sedert 5 jaren kan ik de kassen weer stoken", zegt de heer
Hornsveld. „Hoe vindt U overigens deze dahlia's?" Jammer, dat men op de
foto de prachtige kleuren niet kan onderscheiden....
van arbeiders en employés wordt met
voortvarendheid en zorg gewerkt. De ge
vreesde vijand van elk rimboegebied, de
malaria, wordt krachtig bestreden. Tel
kens stijgen vanuit de baai- Catalina-
vliegboten op om de moerassen en st"
staande poelen met petroleum en DDT
besproeien. Goede en hygiënische wonin
gen zullen in Sorong en voor het ho
gere personeel bij Kaap Casuaris
(zeven km verder) verrijzen. Nu wonen
de gezinnen van heel het personeel
zijn reeds bijna 5000 arbeiders, waarc
der 250 Europeanen bij elkaar in So
rong, in tijdelijke huizen nog, maar
koel en .goed gebouwd zijn.
Men heeft een grote centrale keuken
gebouwd, die voor allen de maaltijden
bereidt. Al naar believen kan men
nuttigen in de eetzalen of in eigen
ning. Het ongetrouwde personeel heeft
een aparte mess.
Voor de aanwezige kinderen is men
bezig scholen te bouwen en enkele
leraren zijn reeds met hun taak begon
nen. Een hospitaal is er reeds en binnen
kort hoopt men aan een tweede, speciaal
voor Europeanen, te beginnen.
In nog geen drie jaar tijd heeft Sorong
dus een volkomen gedaanteverwisseling
ondergaan.
ter niet met die van de W.F.A., welke
nogal wat moeilijkheden heeft gehad met
het uitwisselen van vacantielogé's. Deze
organisatie heeft niets te maken met de
kinderuitzending, daar de laatste uit
sluitend voor zieke of zwakke kindereD
in actie is. Wel is de Nationale
thans bezig, vacantie-uitzendingen
gelijk te maken, waardoor kinderen
sociale of gezondheidsredenen hun school-
vacantie buiten kunnen doorbrengen. De
minister van Onderwijs houdt zich met
deze plannen bezig.
Kinderen nlt Duitsland.
Nadat de uitzending van Nederlandse
kinderen dus geregeld was, kwam de
Nationale commissie voor een ni
probleem te staan, n.l. het opnemen
buitenlandse kinderen in Nederlandse
gezinnen. Zowel in de daarvoor ii
merking komende landen als in ons land
bestond voor deze actie direct grote be
langstelling, doch met het oog op de
voedselpositie heeft de regering gemeend,
deze actie te moeten beperken en de uit
voering in handen van de Nationale
missie te leggen. De plaatsing In Neder
landse gezinnen is hierbij overgelaten
aan het Groot Interkerkelijk Overleg en
enkele instanties, welke niet in inter
nationaal verband willen werken.
Zo zijn dan kleine groepen kinde
ren uit Oostenrijk, Hongarije en
Frankrijk toegelaten en in November
1947 is men begonnen met de op
neming van Nederlandse kinderen uit
Duitsland. By het Groot Interkerke
lijk Overleg bestaan voorts plannen
tot tijdelijke huisvesting van Duitse
kinderen. Hiervoor zouden echter de
V.S. of Canada voedsel beschikbaar
moeten stellen, daar men het niet
verantwoord acht, voor deze kinde
ren het niet overvloedige Neder
landse voedsel besohikbaar te stellen.
Transporten komen.
Intussen komen er nu elke week trans
porten Nederlandse kinderen uit Duits
land binnen. In totaal zullen 10.000 van
deze kinderen een verblijf van 3
den in Nederland krijgen. Er zijn reeds
1200 kinderen gearriveerd en de totale
uitzending zal aan het einde van dit jaar
beëindigd zijn. De transporten worden
ontvangen in het kamp te America (Dr.)
De toestand van deze kleinen is nogal
uiteenlopend, zowel wat gezondheid (ev
ondervoeding) als kleding betreft. Ovei
het algemeen is de gezondheid niet
daar in Duitsland tevoren strenge
keuring op besmettelijke ziekten (vooral
longziekte) wordt toegepast. Wel hebben
te kinderen moreel zeer veel
geleden. De kleding is over 't algemeen
slecht en weinig. Dit in tegenstelling met
de Oostenrijkse kinderen, die meestal
veel beter gekleed zijn, maar minder
gezond.
De kinderen uit Duitsland hebben veel-
een begin van hongeroedeem. Eén pet
van deze kinderen moet teruggezonden
worden wegens lijden aan t.b.c.; zij
den dan echter in Duitsland opgenomen
door Nederlandse autoriteiten ge-
Sticht sanatorium.
Helaas lopen de kindertransporten uit
het buitenland niet zo vlot als men wel
sen; dit is vooral te wijten
de uiterst slechte verbindingen in Duits-
Een taak vooi
Het is, aldus deelde de Commissie
mede, zeef moeilijk, een beeld te krijgen
de binnenlandse behoefte aan kin
deruitzending. De nog steeds beperkte
capaciteit tot opneming (hoewel momen
teel 50 pet van de vooroorlogse kolonie
huizen weer in gebruik is), legt een ren:
op de aanmelding en de opvattingen om
trent de noodzaak van uitzending lopen
nogal uiteen. Het ministerie van Sociale
Zaken is daarom bezig, een commissie
samen te stellen, welke een algemene
maatstaf hiervoor zal projecteren. De
serieuze gevallen kunnen echter alle
worden verwerkt. Wel is er een dringend
tekort aan herstellingsoorden, waar
deren, lijdende aan kwaal of ziekte,
tijdlang kunnen worden opgenomen. Ge
brek aan geld en materiaal speelt ook
daarbij een grote rol.
Hierin ligt weer een taak voor 'de ge
meenschap. „Er is al zoveelzult ge
zeggen. Inderdaad, er is veel. Maar.
is dit niet een taak, die u na aan
hart ligt?
Buitenland zond voor f 75
millioen aan goederen
SlgarettenactJe Volksherstel bracht
ruim fS millioen op.
In de gistermiddag in de Stadsschouw
burg te Utrecht gehouden slotvergade
ring van Ned. Volksherstel, heeft de
secr.-gen. mej. mr M. Tjeenk Willink ver
slag uitgebracht over de werkzaamheden
in de afgelopen jaren. Aanwezig waren
o.m. Prinses Juliana, de ministers Beel,
Drees en Witteman, mr J. C. baron Baud,
secr. van de Prinses, de commissaris
van de Koningin in Utrecht en burge
meester Ter Pelkwijk. Mej. Tjeenk Wil
link kondigde aan. dat binnenkort het
eindverslag van Volksherstel zal verschij
nen, waarna zij uitvoerig bij het gedane
werk stilstond De goederen, die uit 't
buitenland gekomen zijn, vertegenwoor
digen een waarde van ca. f75 millioen;
29.533 kinderen zijn daarenboven buiten
onze grenzen op krachten gekomen. Spr.
deed een beroep op ons volk, om gehoor
te geven aa nde oproep „Give one day'
De opbrengst van de sigarettenactie wa
f3,850.000 en f2.100.000 is besteed voo
financiële steun aan landelijke instellin
gen. f500.000 zal gestort worden in eer
nieuw op te richten Nationaal fonds vooi
maatschappelijk werk.
Aan Brabant is f 300.000 uitgekeerd, Gel
derland f760.000, Limburg f320.000 er
Zeeland f 420.000. Van onze regering heeft
de Stichting een subsidie van ruim (4
millioen ontvangen. Op 1 Mei a.s.
Volksherstel geliquideerd worden.
Nader meldt men ons nog, dat ook
Prinses Juliana van haar belangstelling
kwam blijk geven.
'JU**
EEN MA ART-MENU
De maand Maart vormt de overgang
m de winter naar de lente. Ook in onze
enu's is dat te zien: de wintergroenten
maken plaats voor voorjaarsgroenten; de
zware soepen, zoals erwten- en bonen
soep worden weinig meer gegeten en
ïeer we nog eens stamppot koken,
verwerken we daarin geen vatgroente
maar bij voorkeur rauwe tl ad-
groente.
In de eerste plaats is dit de meest ge
zonde manier om groente te eten, omdat
hierby het vitamine C., dat ze bevat, het
best tot zijn recht komt. Dit vitamine u
nl. tegen het voorjaar nogal schaars in
menu's, omdat na het lange bewaren
de aardappelen er maar weinig van be
vatten en fruit niet geregeld verkrijgbaar
In de tweede plaats is deze methode
zuiniger, omdat men kleinere porties
nodig heeft.
Bij het volgende weekmenu is rekening
gehouden met goede combinatie en af
wisseling van gerechten en voedingt-
Wij willen U bovendien aanraden om
ook bij de koffietafel voor variatie te
zorgen en vooral nu sterrekers en radijs
'et te vergeten!
Zondag: Kerrysoep witlof, aardappe-
■n, gehakt havermoutpudding met
bessensap.
Maandag: Rode kool, aardappelen, ge
bakken bloedworst appel.
Dinsdag: Stamppot rauwe spinazie
gebftkken grutjes met stroop.
Woensdag: Voorjaars-erwtensoep
spruitjes, aardappelen, rookworst.
Donderdag: Russische postelein, aard
appelen, tomatensaus, gebakken lever
worst oustardvla.
Vrijdag: Stoofschotel van vis, aardappelen
en uien appel-
Zaterdag: Hutspot met erwten, worte
len en uien yoghurt.
Recepten voor vier personen
Havermoutpudding
1 liter water, 90 g. havermout. 60 f.
suiker, wat sinaasappelschil.
Het water met de sinaasappelschil aan
de kook brengen, vervolgens de haver
mout toevoegen. De pudding gaarkoken
en de suiker er bij doen, de schil ver
wijderen en de pudding overdoen in een
met koud water omgespoelde vorm. Bes
sensap erbij presenteren.
Russische postelein
2 kig Russische postelein, zout, bloem of
aardappelmeel, een klontje boter of mar
garine, iets nootmuskaat.
De postelein uitzoeken, wassen en snij
den, zoals bij gewone postelein. De groen,
te opzetten met aanhangend water, aan
de kook brengen en gaar kojcen in onge
veer één kwartier Het vocht binden
met aangemengde bloem of aardappel
meel. Zout en boter of margarine naar
smaak toevoegen en iets nootmuskaat
over de groente raspen.
Voorjaarserwtensoep
IVi liter water en/of groenten-nat, 100
g. gekookte erwten, 300 gr. rauwe soep
groente (fijngehakte peterselie en selde
rij, geraspte wortel en knolselderij, fijn
gesneden spinazie, geraspte ui), v zout,
een klontje boter of margarine.
Het water of het groentennat aan de
kook brengen met de erwten. De rauwe
groente, behalve de peterselie, toevoegen,
de soep even doorwarmen en van het
vuur af de peterselie, een klontje boter
of margarine en naar smaak nog wat
zout toevoegen.
De Geref, Kerk aan het Rapenburg
te Rijnsburg, waarvan de toren thans
in de steigers is gezet
Rapenburgkerk te Rijnsburg gerestaureerd
Een blik in de historie
De toren van de Geref* kerk aan het
Rapenburg te Rijnsburg wordt moi
teel geheel gerestaureerd en gemoderni
seerd. Het is ter gelegenheid daarvan wel
eens aardig, iets van de geschiedenis der
kerk te vernemen.
Toen ds J. Greven op 11 Mei 1881
bevestigd, vroeg een belangrijke zaak
reeds spoedig zijn aandacht. Het oude
kerkgebouw in de Koestraat bleek n;
lijk te klein. Men overwoog vergroting
het bestaande gebouw of nieuwbouw.
Tot het laatste werd besloten. Van ouder
ling W. L. v. d. Gugten werd een perceel
grond gekocht, gelegen naast de pastorie
aan het Rapenburg.
Op 20 Januari 1882 werd de bouw ge
gund aan de laagste inschrijver, de be
kende W. Oudshoorn, voor 12.699. De
eerste steen werd gelegd door ds Greven.
Het inschrift luide „Eben Haëzer", ge
lijk als dat in de kerk aan de Koestraat.
Op 5 October 1882 werd de nieuwe kerk
in gebruik genomen, zulks met een ver
klaring van Ps. 8412 door ds Greven.
Door ouderling G. v. d. Perk werden bij
deze gelegenheid de luid-bellen geschon
ken. Het orgel van de oude kerk werd
overgebracht. Het was in 1877 aangekocht
en stond voorheen in de (R.K.) Harte-
brugkerk te Leiden.
In 1890 kreeg de kerk een gaanderij,
maar ze was toch doorlopend te klein
Daarom werd in 1893 onder leiding van
a chitect Kuipers door de heer J. van
Iterson een uitbouw aangebracht. Inmid
dels voldeed ook de oude pastorie niet
meer. De heer M. de Haan zorgde in 1894
voor de verbouwing. Van de vernieuwde
pastorie werd door de 80-jarige Gijsbert
v. d. Perk de eerste ateen ge'agd.
Snel breidde de kerkelijke gemeente
zich uit. In 1919 volgde een nieuwe galerij
boven de uitbouw, in 1922 een galery aan
de Zuidzijde, op 12 Mei 1925 werd be
sloten een perceelgrond aan de Voor-
houterweg aan te kopen voor het bouwen
van een tweede pastorie, waarin de in
middels beroepen ds De Waard zyn in
trek nam. Omdat er nog geen tweede
kerkgebouw was, werd ..Concordia" tot
vergaderplaats ingericht. Ook dit gebouw
was echter weldra te klein. Daarom werd
een hulpkerk gebouwd naast de pastorie
aan de Voorhouterweg. Op 18 October
1931 werd deze kerk in gebruik genomen.
Omdat de gemeente zich nog steeds uit
breidt, moet binnen afzienbare tijd op
nieuw in de behoefte aan een voldoend
aantal zitplaatsen worden voorzien.
ONDERSCHEIDINGEN VOOR MILI
TAIREN
By K. B. is toegekend:
de bronzen leeuw posthuum aan de
res.-kap. H. H. Moquette, van de infan
terie en aan de tijd. ben kap. N J.
Scheepstra en de res.-eerste-lult. L. Hay-
kera;
bet bronzen kruis posthuum aan: de
dienstplichtig korporaal A C. H. Detrie,
van de inf., en aan de tijd. benoemde
majoor J. A. Baron Bentlnck, maj. F. J.
G. Bracket, maj. O. J. C. van Hootegen»
en vele anderen.