NIEUWE LEIDSCHE COURANT B ZATERDAG IS MAART 1943 Leidse veiling een object, dat warme belangstelling waard is In 1947 werd voor zes millioen gulden verhandeld (Van een onzer verslaggevers) Ais we In een vreemde omgeving de naam Leiden uitspreken, denkt men woonlijk allereerst aan de beroemde versiteit. En men weet dan dikwijls pre cies te vertellen, wie dit centrum i wetenschap in het grijze verleden onze stad schonk en welke historie aan is verbonden Ook komt in een ge sprek met de vreemdeling spoedig de bloeiende Leidse industrie naar v< speciaal de wolweverij en de lakenin dustrie, waaraan de Sleutelstad ii grond van de zaak haar goede naar faam te danken heeft Maar wie zaL de aandacht vestigen op de Leidse veiling, die toch, wat de be langrijkheid aangaat, niet onderdoet voor menig ander objeot, dat in onze gevarieer de stads-samenleving een plaatsje heeft gekregen. Toen wij een dezer dagen de veiling, waaraan niet minder dan 350 le den en 1000 aanvoerders uit Leiden omstreken hun haart hebben verpand (in zakelijk opzicht dan), bezochten en onderhoud1 hadden met een vooraanstaand persoon op veiling-gebied, werden wij gewaar, dat de coöperatieve groenten-, fruit- en b loemenvei lingsvereniging .Lei den en Omstreken" een niet te onder schatten positie in onze stad en daar buiten hetft Met veel woorden zouden wij dit duidelijk kunnen maken. Wij zien hiervan echter af en willen enige spreken de cijfers noemen. Voor ons gevoel is het niet moeilijk, de juiste conclusie te ma ken. Aanvoer tot in de millloenen. In 1947 werden onder meer aangevoerd: 38.000 kg appelen, 15.000 kg druiven, 39.000 meloenen, 32.000 kg peren, 563.000 perziken, 615.000 kilogram aardappelen, 1.550.000 kg andijvie, 60.000 kg augurken, 1.500.000 bloemkolen, 12.500 kg doperw ten, 13*000 kg peulen, 550.000 komkom mers. 340.000 kg kroten, 385,000 kg bonen, 912.000 kg kool en ver over de 2 millioen - stuks sla. Dat de veiling met het jaar groeit, moge de volgende statistiek aantonen: In 1933 werd er voor ruim 1 millioen gulden verhandeld, in 1941 voor 2 millioen, in '45 voor 5 en in 1947 voor ruim 6 millioen. Toen dë veiling in 1902 begon, werd er slechts voor f 300.000 omgezet. Een ge stadige vooruitgang dus, die wel bewijst, hoezeer van dit object in het zakenleven gebruik wordt gemaakt. Onze zegsman was dan ook tamelijk optimistisch ge stemd. Het zwakke punt is echter de export, die helaas nog steeds op zich laat wachten. De tuinderij staat en valt met de uitvoer. Er is te veel groente in ons land, zodat een deel naar de mestvaalt moet verhuizen. Herhaal delijk wordt op export aangedrongen, doch alle pogingen waren tot nu toe vruchteloos. Duitsland was vóór de oorlog een belangrijke afnemer. Een blik in het verleden. In 1902 begon de Leidse Tuinderspa- troonsverenigmg met het verzenden van groenten naar Haarlem. Op de Oude Vest werd toen geveild. In 1904 in „De Waag" en het volgend jaar aan de Boom- markt. Niet lang daarna werd de groen- temveiling ,.Ons Belang" in het leven ge roepen Het was het resultaat van de werkzaamheden van de heer C- van Vliet, dat in 1923 de bestaande scheidingen wer den 'opgeheven. Aan de nieuwe organi satie werd de toepasselijke naam „Een dracht" gegeven, uit welke vereniging in 1928 de coöp. groenten-, fruit- en blos- menveilingsvereniging is voortgekomen. Deze organisatie heeft in menig opzicht reeds aan haar doel beantwoord; alleen het veilen van bloemen is nog toekomst muziek. In 1930 werd het nieuwe veilings gebouw bij de constructiewerkplaatsen geopend. Dit onderging in de loop der jaren beduidende uitbreidingen. Veilingscomplex zal worden uitgebreid Hoe kon het ook anders. De handel tierde welig en het was dringende nood zaak, dat de expansiemogelijkheden zo effectief mogelijk werden benut. Wij kregen de verzekering, dat aan deze drang geen einde is gekomen. Binnen zeer afzienbare tijd zal het veiHugseomplex worden aangevuld me een koelhuis, dat aan de moder ne tflsrn zal voldoen en een vorst- vruc opslagplaats. In Üe naaste toe- komjt zullen er nog meer plannen worden verwezenlijkt, maar hierom trent kon men ons weinig definitiefs mededelen. Het is een feit, dat de Leidse veiling in menig opzicht zeer vooruitstrevend is Daarvoor in aanmerking komende pro ducten Iaat de vereniging voor eigen re kening verduurzamen. Het doel wordt hiermede bereikt, dat een aanzienlijke hoeveelheid producten direct uit de markt wordt genomen, zodat afbraakprijzen kunnen worden vermeden. Ook blijven op deze wijze veel producten van de mestvaalt- Wat de verkoop van verduur zaamde levensmiddelen betreft, wacht men gunstige gelegenheden af. Op deze gang van zaken is wel in bijzondere mate het aloude gezegde van toepassing: „Wat in 't vat zit, verzuurt niet". Sociaal en organisatorisch gezond. Het bestuur der veilingsvereniging is uitermate „democratisch" afgestemd. De leden zijn door een hechte band met el kaar verbonden. Lijdt één lid, dan lijden alle mee. Zij vormen een grote familie, die door nauwe samenwerking het doel tracht te bereiken. Men heeft een be- drijfsboekhouding gesticht, er is eigen glasverzekering, ook zijn de pen sioenen geregeld, kortom, op organisa torisch en sociaal gebied werd veel tot stand gebracht. De veilingsfeer doet de tuinders goed. In de beste harmonie wordt er gehandeld. Het parool „Zaken zijn zaken" blijft bij dit alles evenwel ge handhaafd. Als de drukte in het bedrijf langzamer hand wegsterft, is er in de camtine nog volop leven. Er wordt druk gepraat over gedane zaken. Tot zelfs in het koffie huis kunnen we een goede leiding waar- 's Avonds, als de zaken gesloten zijn, kan het gebeuren, dat de tuinder een boek leest uit de studiebibliotheek van de vei ling. Zo werkt het bestuur mee aan de vorming én de scholing van zijn leden. En de geschoolde tuinders kunnen door deze boeken te lezen altijd weer hun kennis verijken. Wat in Leiden op lingterrein wordt gedaan, verdient warme belangstelling. Wy hopen, dat de tijden met hun moeilijkheden ten aanzien v: de tuindery spoedig zullen veranderen. ONTMOETING Op veilingdagen vertoont hot terrein van de Leidse veiling een drukte van belang. Geen wonder: 350 leden en 1000 aanvoerders zijn er! Op een zonnige voorjaarsdag is het voor de buitenstaander een lust, de tuinders te zien han delen. Dat er gehandeld wordt blijkt wel uit de omzet, die de veiling vorig jaar had: zes millioen gulden. Hornsveld, een leven in dienst van de dahlia Bij de 85-jarige pionier in Baarn TNDIEN we de 85-jarige kweker H. Hornsveld te Baarn de „Edison der dahlia's" noemen, zeggen we hiermee geen woord teveel. Een leven van expe rimenten, van kruisingen, medailles maar vooral van prachtige bloem-schep- pingen, fascinerend van kleur en vorm ligt achter hem. Achter hemHij beschouwt het hoofdstuk van zijn dahlia- veredeling nog geenszins als afgesloten, hoewel hij zelf niet weet, hoeveel varia ties hij op zijn naam heeft staan. Opa Homsveld (zoals hij in Baarn genoemd wordt) goochelt nog steeds in zijn kiwe'- kerij Burbankia met de kleuren der -bloemen als een schilder met zijn palet, Een klein, kwiek mannetje met karak teristieke baard, helder van geest en vlug pratend: dit is de heer Hornsveld ten voeten uit. Hij toonde ons de .soor ten der toekomst", die üe markt zouden gaan beheersen dahlia's van een ver fijnd pastel-blauw, nog naamloos en slechts voorzien van een nummer. Naar deze tint heeft hij zijn hele leven onver moeid gestreefd, maar hij beschouwt ook deze scheppingen nog niet als sluitstuk ken van de lange serie, die de hele we reldhandel van dahlia's sterk beïnvloed heeft. De heer Hornsveld is een van die pio niers, die volhielden en hun weg zoals het helaas altijd schijnt te moeten zijn begonnen met hoon en spot. Het dikke knipselboek, dat hij 9 toonde, leverde dahlia's exemplaren waren, waarvan het stuifmeel gemakkelijk te vangen was. Doch de eerste kruisingen brachten waardeloos materiaal en eerst na 7 ja ren lukte het, de eerste fatsoenlijke witte bloem te kweken. Het breken van een enkel kroonblad beschadigde echter de dahlia zodanig, dat de Baamse kweker op een dubbele kroon ging aansturen, zodat na vele zweetdruppels de pioen- of splendid-dahlia geboren werd. Maar alle kruisingen ten spijt kwam het grond- Reshevsky, 't gevaarlijke manneke Om en bij de schaakreuzen Na ons overzicht van de eerste speel- week (2 ronden) is er in deze tweede week (3 ronden) het een en ander ge beurd, dat-geheel nieuwe aspecten opent In de eerste week luidde de score: 1 Keres 2 -uit 2; 2. Botwinnik 1 uit 1; 3 Reshevsky '/4 uit 1; 4. Smyslow Vz uit 2; 5. Euwe 0 uit 2. In deze tweede week is de score als volgt: 1. Botwinnik 2li uit 3; 2. Reshevsky 2 uit 3; 3. Smyslow 114 uit 2; 4/5. Keres en Euwe 0 uit 2. De - stand op dit ogenblik (aangenomen dat Euwe en Keres hun afgebroken partijen verliezen) luidt: l.> Botwinnik 314; 2. Reshevsky 214; 3 en 4. Keres en Smyslov 2; 5. Euwe 0. Uit deze scores blijkt allereerst het volkomen falen van Keres. Van de eer ste plaats haar de gedeelde 3e on 4e wil nog al wat zeggen. Op magistrale, tac tische wijze werd hij door Reshevsky van het bord gezet; tegen Botwinnik speelde hij, vooral in het vijfde speel uur, bevangen en planloos. Een gevolg van zijn genialiteit?: alles of niets! Ons „kleine manneke" bewees zijn gevaar lijkheid. Van begin tot eind tactiek, han dig en geslepen. In zijn partij tegen Bot winnik viel hij in de kuil, die hij voor 'n ander had gegraven: hij verloor in tijdnood 1 Smyslow i>evestigde die indruk van de - vorige week: sterk, kalm en rustig, maar nog niet van de allerhoogste klasse. Bot winnik mag nu wel als de grote favoriet beschouwd worden. Alle fazen van dit moeilijke en enerverende strijdspel, ope ning, middenspel en eindspel, beheers' hij volkomen: strategisch zowel als tac tisch staat hij op grote hoogte. Deze uit zonderlijke kwaliteiten, gevoegd bij zijn rust, zijn oorzaak, dat zijn resultaten steeds goed zijh. Er zal een wonder moe ten gebeuren hem van de eerste plaats te verdringen. En nu Euwe. Evenals vorige week ook nu weer: Jampier, maar waar. In zijn partij tegen Smyslow zagen wij niets meer van zijn vroegere grootheid. Met spanning en eerlijk gezegd niet hele maal zonder trots, volgden wij deze partij, Max volgde onze raad en gooide het spel open! Wat 'n veelbelovende stel ling, welke prachtige dreigingen. Hij zicih gevoeld hebben als een snoek in een goudvissenvijver. Toen barstte de bom: Euwe offerde een paard. Euwe offerde nog een paard. Euwe ging win nen. Maar zijn wagen slipte in de bocht. Het bleek, dat hij het geval niet door gerekend had, maar 'n „gevoelsoffer" had gebracht: de stelling is zo mooi, het moet wel goed zijn. Achteraf is geble ken, dat het inderdaad goed was, maar. Euwe had het niet mogen doen, zolang hij niet zeker was van zijn zaak. Wat te zeggen van zijn partij tegen Reshev sky? De grootste kenner ter wereld van de opening in de opening verslagen door iemand, dié het niet van kennis moet hebben, maar uitsluitend van tactiek. Wie na lezing van het bovenstaande mocht menen, dat hiermede het tournooi „bekeken" is, vergist zich schromelijk. De strijd zal nog heftiger ontbranden, nog grotere verrassingen zullen ons op gediend worden en boven alles: Euwe zal herrijzen! Wie Euwe kent, weet en voelt, dat het gebeuren zal. Ook het publiek voelt dit aan en wacht er op. Maandag was de belangstelling gering: Euwe speelde niet. De wegblijvers had den overigens ongelijk, want Smyslow deed het dwaze gefluister van ..die Rus sen helpen elkaar wel" naar sprookjes land verhuizen. Uiterst sportief speelde hij zijn beste spel tegen Botwinnik. En als tweed* partij op deze rustige avond Reshevsky' tegen Keres. Dinsdag speelde Euwe weer, en in drommen kwam het publiek weer opzetten. En Donderdag van hetzelfde laken en pak. Men wacht op een overwinning van de ex-wereld kampioen, men wil eindelijk Euwe eens toejuichen. En juichen zullen wij! Mis schien Maandag al? Dan krijgen we de partij KeresEuwe opgediend. Ook dan zullen wy de spanning weer kunnen op lepelen, ook dan zullen er weer felle gevechten ontstaan onder het publiek over de vraag of Euwe goed staat of niet. Tot slot van dit overzicht een grote verrassing: Fine is gekomen! Het geval wil namelijk, dat iemand aan Reshevsky bij zijn aankomst wilde vragen, wie hij was en dus de vraag srtelde: „Who are you?" Het woordje „who" sprak hij ech ter als „how" uit en Reshevsky ant woordde prompt: „Fine". Doek valt. A* J. Rotteveel. type anno 1886 oftewel de Griinewald, steeds weer hardnekkig voor de dag. Toen ontstond uit een enkelbloemig en een oactus-type de cactus-dahlia in Chry- santheniumvorm, die via kruisingèn met de pioendahlia leidde tot de tuin-cactus- echter het bewijs vah zijn spoedige suc cessen, want talloze kranten gingen zich in het begin van deze eeuw met zijn werk bezig hpuden. Als de „man van de splendid-dahlia's" kreeg hij al dadelijk grote bekendheid en zijn honderden kruisingsproeven werden besproken. Kleine dingen zijn soms beslissend voor het leven van een mens: zo kreeg de heer Hornsveld op een goede dag in 1886 een Duitse prijscourant in handen, waarin de lila-rose Anton Grünewald werd aangeboden. Hoewel hij nog nooit van het veelomstreden begrip „erfelijk heidsleer" gehoord had, drong hij in dit buitengewoon ingewikkelde hoofdstuk door en ervoer al spoedig, dat men de eigenschappen van geslachten evenals bij de mensen bij bloemen nooit kwyt raakt. Toen hij de Grünewald in handen had, kon hij slechts over het stuifmeel der kleinere lagere dahlia's beschikken, doch hij ontdekte dat er onder de cactus dahlia, die Mrs. J. L. Vaughan gedoopt werd en in Engeland de zilveren cup en de Award of Merit veroverde. Wanneer we 1915 schrijven, heeft de heer Horns veld reeds tal van nieuwe variëteiten op zijin naam staan: Geisha, Queen Alexan dra,. Andrew Carnegie, King of Autumn, Dahlia King en wat al niet meer! Dat de heer Hornsveld toen reeds een an met ervaring was, blijkt uit zijn ontmoeting met prof. Hugo de Vries, waarover hij nog gaarne vertelt. Deze wetenschappelijke erfelijkheidsonderzoe- ker van naam moest bij het zien van de resultaten van de eenvoudige kweker een bepaalde mening herzien en toege ven: „Dit is een slag in het gelaat der wetenschap". Gaarne bladert de nestor kweker terug naar de dagen van het moeilijke begin en zijn eerste erkenning. In de eerste jaren van deze eeuw ont moette hij op een grote bloemententoon stelling te Zeist de Koningin-Moeder. Hij vroeg Haar persoonlijke mening over de witte dahlia, die hij Prinses Juliana genoemd had: „Mevrouw, mag ik vra gen, of U de bloem mooi vindt?" Ko ningin Emma antwoordde met een te genvraag; zij wees op een andere dahlia oen vroeg: „En hoe heet die?" „Dat is Koning Leopold, mevrouw". De hoge gast gaf onomwonden te kennen, dat zij deze laatste variëteit veel geslaagder vond, „want die bloem heeft een open hart en ik heb daarvan altijd gehouden behalve bij kropsla." Dit is een van de aneodotische verha len uit het „kleurige" leven van deze ongekroonde dahlia-koning en zo zou den er nog meer te vertellen zijn. Eén ding is zeker: de heer Hornsveld houdt niet van rust en het heeft zijn vrienden dan ook veel voldoening geschonken, dat zijn verdiensten werden erkend door de benoeming tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Jaap Stigter. Het zonnetje scheen zo lekker in het rustige plantsoentje en het bankje was leeg en stond zo vriendelijk nodend, dat ik de lust niet kon weerstaan, om even te gaan zitten. Met mijn ogen half toegeknepen tegen de i mkoes i de lette plantsoentje. Voorjaar! Schoonmaak! Aanschaffen van spullen, die broodnodig vernieuwd moeten worpen. Een zomermantel voor mijn vrouw, en het pak dat dringend ge keerd moet worden! Hoe zullen we de eindjes weer aan elkaar moeten knopen? En dan die Russen met hun geduveljaag, nooit op ireef! ireld keek zonder t werkelijk te mannetje, dat rustig kwam aansloffen. Steunend op zijn stokje schuifelde hij recht op mij aan. „Morge meneer". Stram en'stijf zakte hij wat door de knieën en kwam naast mij zitten. „Wat een weertje, wat een weertje, me neer. Zalvie voor de oude knoken. Als ik dat zonnetje weer voel, is het net of er van binnen schoonmaak wordt gehouden en kan ik de tachentig wel halen. Ik ben pas vijf-en-zeventig" 4 Ik keek op en zag een keurig verzorgd oud heertje. Smalle bleke handen met blauwe aderen rustten op de wandelstok tussen de benen. Twee pienter-glinste- rende ogen, keken mij aan, van onder witte borstelige wenkbrauwen. „Ik zie wel aan Uw ogen, dat by U het zonnetje nog niet naar binnen schijnt, om schoonmaak te houden." „Nog al een mooie tijd", zei ik stroef. „Meneer?", een witte hand kwam ver trouwelijk op mijn arm liggen, „mag ik U eens wat vertellen Zonder op myn antwoord te wachten, vervolgde hij: „Ik ben nu vijf-en-zeventig en heb van alles gedaaan en geprobeerd, om het geluk te vinden. Om zo te zeggen heb ik op elk terrein van het leven gejaagd, maar steeds was het mis. Van de hak op de tak gesprongen, meneer. Nou moet U niet denken, hier zit een oude zemel, die het leven al heeft gehad en die wil mij nu bekeren! Nee meneer, zo is het niet. Ik wil U alleen maar even zeggen: het zit niet In de mooie kleren of veel geld. Hier, van binnen, meneer", mediteerde het heertje en wees op zijn hart. „De mensen laten zich onderstoffen door de dagelijkse sleur en zorgen. Ze gebruiken dit korte leven, om met elkaar te twisten en negéren het wonderheer lijke van de schepping." „Kijk eens om U heenl Voel dat lek kere zonnetje eens! Zie die bottende ptruikenl Kijk daar al weer made- liefjes! „Als je daarop gaat lettenword je vanzelf blij, meneer. En blijde mensen zijn mensen, die niet hoeven te confe- „Maar zoals ik al zei, meneer. Ik had er meer dan zeventig jaar voor nodig, om zo ver te komen en ik dank diezelfde Schepper, dat Hij me nog een paar jaar tjes heeft laten genieten. Goedendag." Voorzichtig trok hij zich op aan zijn stok en slofte weer verder. Peinzend keek ik hem na. „Straatslijper". Zwakke jeugd naar bos en zee: DE OPBOUW VAN EEN KRACHTIG VOLK Ontwricht werk der Kinderuitzending door energiek aanpakken weer goed geregeld Het moet al een ware nurks met een steenkoud hart zijn, die niet in zijn beurs tast, wanneer hem een bijdrage wordt gevraagd voor het werk der Kinde ruitzending. Wie voelt zich niet geroerd, als hij die bleke, smalle snoetjes van grote- stads-kinderen ziet? Wie gunt ze niet graag een paar weldoende weken in 't bos of aan de zee? Helaas heeft de oorlog ook dit zo belangrijke werk ontwricht en heeft het zeer veel moeite gekost, het opnieuw te organiseren, want 80 pet van de koloniehuizen was verwoest of zwaar beschadigd en de meeste vereni gingen voor Kinderuitzending waren uit elkaar geslagen. De van regeringswege opgerichte Nationale commissie tot uitzending van Nederlandse kinderen heeft echter het werk krachtig aangepakt en weer in normale banen geleid. Het was uiterst noodzakelijk, dat in J Men verwarre deze uitzendingen ech- 1945 deze werd ingesteld, want de verenigingen moesten feitelijk op nieuw beginnen, terwijl de aanvragen voor uitzending overstelpend groot en de aanbiedingen voor huisvesting ontstellend gering waren. Maar hoe kan het anders: de ondervoeding had tal van kinderen te pakken, de meeste koloniehuizen waren onbruikbaar of uitgewoond door mili tairen en voor een gezin was het al heel bezwaarlijk, in de eerste maanden een huisgenootje dat eens extra opgekweekt moest worden, te herbergen. Toen er dus verschillende aanbiedingen uit 't buiten land kwamen, werd daarvan dankbaar gebruik gemaakt. Hoewel de Nationale commissie hard werkte, zaten de voor-oorlogse vereni gingen niet stil: zij organiseerden zich opnieuw en versterkten hun kracht door zich aaneen te sluiten in de Centrale Raad voor Kinderuitzending. Op 1 Juli 1946 was het daardoor reeds mogelijk, dat de binnenlandse uitzending weer door de verenigingen werd overgenomen. Zij werken weer volgens de oude, be proefde methode: de voor een bedrijf buiten in aanmerking komende kinderen worden aanbevolen door de schoolartsen of de plaatselijke afdelingen en gaan daarna naar koloniehuizen of pleeggezin nen. Een nieuwe actie wordt echter ge voerd voor de uitzending van kleuters tussen drie en zes jaar; ook aan uitzen ding van kinderen boven de schoolplich tige leeftijd wordt meer aandacht be steed. De Nationale Commissie heeft de uitzending naar het buitenland nog voortgezet. Zo gingen op haar initia tief anaemische kinderen naar Zwit serland, uit Indië gerepatrieerde kin deren naar Denemarken en enkele transporten naar Belgische kolonie huizen. In de loop van 't vorige jaar bielden de buitenlandse aanbiedingen echter op en werden deze uitzendin gen dus gestaakt. In totaal zijn er, door of in samen werking met de Commissie, in de Jaren '45, '46 en '47 40.000 kinderen voor een tijdelijk verblijf naar buiten gezonden. NIEUW-GUINEA'S RIMBOE WORDT OPENGELEGD Bulldozers rijden woudreuzen tegen de vlakte Het openleggen van de rimboe is een uitermate zwaar en tijdrovend werk. In het verleden kostte dat meestal heel wat mensenlevens en veelal waren het anderen, die de vruchten plukten van het moeizame werk van de eer ste pioniers. De moderne hulpmiddelen hebben echter hierin verandering gebracht. Men werkt niet meer in bijna volkomen afzondering, men voert niet meer de zware strijd van het stuk voor stuk omhakken van de woud reuzen, neen vliegtuigen en radio's zorgen voor het contact met de buiten wereld en machtige bulldozers rijden het oerwoud tegen de vlakte. Een sprekend voorbeeld van deze mo derne wijze van openleggen van de rim boe levert Sorong op Nieuw-Guinea, dat bezig is zich van een onbeduidende dessa te ontwikkelen tot het drukste en belangrijkste centrum op het grootste eiland in onze Indische Archipel. Deze grote vooruitgang dankt Sorong aan het feit, dat de Nieuw-Guinea- Pe- troleum-Maatschappij in 1945 besloot daar haar hoofdkwartier te stichten. Niet dat in Sorong zelf petroleum gevonden wordt, daarvoor moet men een 250 km verder zijn, maar Sorong wordt het trum. Daar zullen de kantoren en stallaties verrijzen. Straks zullen daar de petroleumtanks, waar nu reeds aar gewerkt wordt, boven de emplacements gebouwen uitsteken. Van daaruit wordt een net van wegen aangelegd om de vooruitgeschoven posten en olievindplaat sen met Sorong te verbinden. Over die wegen zal straks het moderne materieel rijden, dat men bij de olievindplaatsen nodig heeft, want alle materieel is bijna rollend. Automatische boormachines b.v. heeft men op zware trucks gemonteerd- Wanneer ze straks zullen boren, zullen ze meteen de putwanden verharden om het gevaar van instortingen en het vollopen van de putten met water te voorkomen. Al dat materieel en al wat nodig is voor de bouw van huizen en kantoren wordt in Sorong aangevoerd en de vele fef- aanvarende kleine stoomboten en motor-, boten geven nu reeds een idee van de belangrijke haven die Sorong worden zal. Twee moderne loopkranen met een hef vermogen van 5 ton elk staan reeds op de kade gemonteerd. Maar niet alleen om de installaties denkt de N.P.M. Ook aan de huisvesting „Voor het eerst sedert 5 jaren kan ik de kassen weer stoken", zegt de heer Hornsveld. „Hoe vindt U overigens deze dahlia's?" Jammer, dat men op de foto de prachtige kleuren niet kan onderscheiden.... van arbeiders en employés wordt met voortvarendheid en zorg gewerkt. De ge vreesde vijand van elk rimboegebied, de malaria, wordt krachtig bestreden. Tel kens stijgen vanuit de baai- Catalina- vliegboten op om de moerassen en st" staande poelen met petroleum en DDT besproeien. Goede en hygiënische wonin gen zullen in Sorong en voor het ho gere personeel bij Kaap Casuaris (zeven km verder) verrijzen. Nu wonen de gezinnen van heel het personeel zijn reeds bijna 5000 arbeiders, waarc der 250 Europeanen bij elkaar in So rong, in tijdelijke huizen nog, maar koel en .goed gebouwd zijn. Men heeft een grote centrale keuken gebouwd, die voor allen de maaltijden bereidt. Al naar believen kan men nuttigen in de eetzalen of in eigen ning. Het ongetrouwde personeel heeft een aparte mess. Voor de aanwezige kinderen is men bezig scholen te bouwen en enkele leraren zijn reeds met hun taak begon nen. Een hospitaal is er reeds en binnen kort hoopt men aan een tweede, speciaal voor Europeanen, te beginnen. In nog geen drie jaar tijd heeft Sorong dus een volkomen gedaanteverwisseling ondergaan. ter niet met die van de W.F.A., welke nogal wat moeilijkheden heeft gehad met het uitwisselen van vacantielogé's. Deze organisatie heeft niets te maken met de kinderuitzending, daar de laatste uit sluitend voor zieke of zwakke kindereD in actie is. Wel is de Nationale thans bezig, vacantie-uitzendingen gelijk te maken, waardoor kinderen sociale of gezondheidsredenen hun school- vacantie buiten kunnen doorbrengen. De minister van Onderwijs houdt zich met deze plannen bezig. Kinderen nlt Duitsland. Nadat de uitzending van Nederlandse kinderen dus geregeld was, kwam de Nationale commissie voor een ni probleem te staan, n.l. het opnemen buitenlandse kinderen in Nederlandse gezinnen. Zowel in de daarvoor ii merking komende landen als in ons land bestond voor deze actie direct grote be langstelling, doch met het oog op de voedselpositie heeft de regering gemeend, deze actie te moeten beperken en de uit voering in handen van de Nationale missie te leggen. De plaatsing In Neder landse gezinnen is hierbij overgelaten aan het Groot Interkerkelijk Overleg en enkele instanties, welke niet in inter nationaal verband willen werken. Zo zijn dan kleine groepen kinde ren uit Oostenrijk, Hongarije en Frankrijk toegelaten en in November 1947 is men begonnen met de op neming van Nederlandse kinderen uit Duitsland. By het Groot Interkerke lijk Overleg bestaan voorts plannen tot tijdelijke huisvesting van Duitse kinderen. Hiervoor zouden echter de V.S. of Canada voedsel beschikbaar moeten stellen, daar men het niet verantwoord acht, voor deze kinde ren het niet overvloedige Neder landse voedsel besohikbaar te stellen. Transporten komen. Intussen komen er nu elke week trans porten Nederlandse kinderen uit Duits land binnen. In totaal zullen 10.000 van deze kinderen een verblijf van 3 den in Nederland krijgen. Er zijn reeds 1200 kinderen gearriveerd en de totale uitzending zal aan het einde van dit jaar beëindigd zijn. De transporten worden ontvangen in het kamp te America (Dr.) De toestand van deze kleinen is nogal uiteenlopend, zowel wat gezondheid (ev ondervoeding) als kleding betreft. Ovei het algemeen is de gezondheid niet daar in Duitsland tevoren strenge keuring op besmettelijke ziekten (vooral longziekte) wordt toegepast. Wel hebben te kinderen moreel zeer veel geleden. De kleding is over 't algemeen slecht en weinig. Dit in tegenstelling met de Oostenrijkse kinderen, die meestal veel beter gekleed zijn, maar minder gezond. De kinderen uit Duitsland hebben veel- een begin van hongeroedeem. Eén pet van deze kinderen moet teruggezonden worden wegens lijden aan t.b.c.; zij den dan echter in Duitsland opgenomen door Nederlandse autoriteiten ge- Sticht sanatorium. Helaas lopen de kindertransporten uit het buitenland niet zo vlot als men wel sen; dit is vooral te wijten de uiterst slechte verbindingen in Duits- Een taak vooi Het is, aldus deelde de Commissie mede, zeef moeilijk, een beeld te krijgen de binnenlandse behoefte aan kin deruitzending. De nog steeds beperkte capaciteit tot opneming (hoewel momen teel 50 pet van de vooroorlogse kolonie huizen weer in gebruik is), legt een ren: op de aanmelding en de opvattingen om trent de noodzaak van uitzending lopen nogal uiteen. Het ministerie van Sociale Zaken is daarom bezig, een commissie samen te stellen, welke een algemene maatstaf hiervoor zal projecteren. De serieuze gevallen kunnen echter alle worden verwerkt. Wel is er een dringend tekort aan herstellingsoorden, waar deren, lijdende aan kwaal of ziekte, tijdlang kunnen worden opgenomen. Ge brek aan geld en materiaal speelt ook daarbij een grote rol. Hierin ligt weer een taak voor 'de ge meenschap. „Er is al zoveelzult ge zeggen. Inderdaad, er is veel. Maar. is dit niet een taak, die u na aan hart ligt? Buitenland zond voor f 75 millioen aan goederen SlgarettenactJe Volksherstel bracht ruim fS millioen op. In de gistermiddag in de Stadsschouw burg te Utrecht gehouden slotvergade ring van Ned. Volksherstel, heeft de secr.-gen. mej. mr M. Tjeenk Willink ver slag uitgebracht over de werkzaamheden in de afgelopen jaren. Aanwezig waren o.m. Prinses Juliana, de ministers Beel, Drees en Witteman, mr J. C. baron Baud, secr. van de Prinses, de commissaris van de Koningin in Utrecht en burge meester Ter Pelkwijk. Mej. Tjeenk Wil link kondigde aan. dat binnenkort het eindverslag van Volksherstel zal verschij nen, waarna zij uitvoerig bij het gedane werk stilstond De goederen, die uit 't buitenland gekomen zijn, vertegenwoor digen een waarde van ca. f75 millioen; 29.533 kinderen zijn daarenboven buiten onze grenzen op krachten gekomen. Spr. deed een beroep op ons volk, om gehoor te geven aa nde oproep „Give one day' De opbrengst van de sigarettenactie wa f3,850.000 en f2.100.000 is besteed voo financiële steun aan landelijke instellin gen. f500.000 zal gestort worden in eer nieuw op te richten Nationaal fonds vooi maatschappelijk werk. Aan Brabant is f 300.000 uitgekeerd, Gel derland f760.000, Limburg f320.000 er Zeeland f 420.000. Van onze regering heeft de Stichting een subsidie van ruim (4 millioen ontvangen. Op 1 Mei a.s. Volksherstel geliquideerd worden. Nader meldt men ons nog, dat ook Prinses Juliana van haar belangstelling kwam blijk geven. 'JU** EEN MA ART-MENU De maand Maart vormt de overgang m de winter naar de lente. Ook in onze enu's is dat te zien: de wintergroenten maken plaats voor voorjaarsgroenten; de zware soepen, zoals erwten- en bonen soep worden weinig meer gegeten en ïeer we nog eens stamppot koken, verwerken we daarin geen vatgroente maar bij voorkeur rauwe tl ad- groente. In de eerste plaats is dit de meest ge zonde manier om groente te eten, omdat hierby het vitamine C., dat ze bevat, het best tot zijn recht komt. Dit vitamine u nl. tegen het voorjaar nogal schaars in menu's, omdat na het lange bewaren de aardappelen er maar weinig van be vatten en fruit niet geregeld verkrijgbaar In de tweede plaats is deze methode zuiniger, omdat men kleinere porties nodig heeft. Bij het volgende weekmenu is rekening gehouden met goede combinatie en af wisseling van gerechten en voedingt- Wij willen U bovendien aanraden om ook bij de koffietafel voor variatie te zorgen en vooral nu sterrekers en radijs 'et te vergeten! Zondag: Kerrysoep witlof, aardappe- ■n, gehakt havermoutpudding met bessensap. Maandag: Rode kool, aardappelen, ge bakken bloedworst appel. Dinsdag: Stamppot rauwe spinazie gebftkken grutjes met stroop. Woensdag: Voorjaars-erwtensoep spruitjes, aardappelen, rookworst. Donderdag: Russische postelein, aard appelen, tomatensaus, gebakken lever worst oustardvla. Vrijdag: Stoofschotel van vis, aardappelen en uien appel- Zaterdag: Hutspot met erwten, worte len en uien yoghurt. Recepten voor vier personen Havermoutpudding 1 liter water, 90 g. havermout. 60 f. suiker, wat sinaasappelschil. Het water met de sinaasappelschil aan de kook brengen, vervolgens de haver mout toevoegen. De pudding gaarkoken en de suiker er bij doen, de schil ver wijderen en de pudding overdoen in een met koud water omgespoelde vorm. Bes sensap erbij presenteren. Russische postelein 2 kig Russische postelein, zout, bloem of aardappelmeel, een klontje boter of mar garine, iets nootmuskaat. De postelein uitzoeken, wassen en snij den, zoals bij gewone postelein. De groen, te opzetten met aanhangend water, aan de kook brengen en gaar kojcen in onge veer één kwartier Het vocht binden met aangemengde bloem of aardappel meel. Zout en boter of margarine naar smaak toevoegen en iets nootmuskaat over de groente raspen. Voorjaarserwtensoep IVi liter water en/of groenten-nat, 100 g. gekookte erwten, 300 gr. rauwe soep groente (fijngehakte peterselie en selde rij, geraspte wortel en knolselderij, fijn gesneden spinazie, geraspte ui), v zout, een klontje boter of margarine. Het water of het groentennat aan de kook brengen met de erwten. De rauwe groente, behalve de peterselie, toevoegen, de soep even doorwarmen en van het vuur af de peterselie, een klontje boter of margarine en naar smaak nog wat zout toevoegen. De Geref, Kerk aan het Rapenburg te Rijnsburg, waarvan de toren thans in de steigers is gezet Rapenburgkerk te Rijnsburg gerestaureerd Een blik in de historie De toren van de Geref* kerk aan het Rapenburg te Rijnsburg wordt moi teel geheel gerestaureerd en gemoderni seerd. Het is ter gelegenheid daarvan wel eens aardig, iets van de geschiedenis der kerk te vernemen. Toen ds J. Greven op 11 Mei 1881 bevestigd, vroeg een belangrijke zaak reeds spoedig zijn aandacht. Het oude kerkgebouw in de Koestraat bleek n; lijk te klein. Men overwoog vergroting het bestaande gebouw of nieuwbouw. Tot het laatste werd besloten. Van ouder ling W. L. v. d. Gugten werd een perceel grond gekocht, gelegen naast de pastorie aan het Rapenburg. Op 20 Januari 1882 werd de bouw ge gund aan de laagste inschrijver, de be kende W. Oudshoorn, voor 12.699. De eerste steen werd gelegd door ds Greven. Het inschrift luide „Eben Haëzer", ge lijk als dat in de kerk aan de Koestraat. Op 5 October 1882 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen, zulks met een ver klaring van Ps. 8412 door ds Greven. Door ouderling G. v. d. Perk werden bij deze gelegenheid de luid-bellen geschon ken. Het orgel van de oude kerk werd overgebracht. Het was in 1877 aangekocht en stond voorheen in de (R.K.) Harte- brugkerk te Leiden. In 1890 kreeg de kerk een gaanderij, maar ze was toch doorlopend te klein Daarom werd in 1893 onder leiding van a chitect Kuipers door de heer J. van Iterson een uitbouw aangebracht. Inmid dels voldeed ook de oude pastorie niet meer. De heer M. de Haan zorgde in 1894 voor de verbouwing. Van de vernieuwde pastorie werd door de 80-jarige Gijsbert v. d. Perk de eerste ateen ge'agd. Snel breidde de kerkelijke gemeente zich uit. In 1919 volgde een nieuwe galerij boven de uitbouw, in 1922 een galery aan de Zuidzijde, op 12 Mei 1925 werd be sloten een perceelgrond aan de Voor- houterweg aan te kopen voor het bouwen van een tweede pastorie, waarin de in middels beroepen ds De Waard zyn in trek nam. Omdat er nog geen tweede kerkgebouw was, werd ..Concordia" tot vergaderplaats ingericht. Ook dit gebouw was echter weldra te klein. Daarom werd een hulpkerk gebouwd naast de pastorie aan de Voorhouterweg. Op 18 October 1931 werd deze kerk in gebruik genomen. Omdat de gemeente zich nog steeds uit breidt, moet binnen afzienbare tijd op nieuw in de behoefte aan een voldoend aantal zitplaatsen worden voorzien. ONDERSCHEIDINGEN VOOR MILI TAIREN By K. B. is toegekend: de bronzen leeuw posthuum aan de res.-kap. H. H. Moquette, van de infan terie en aan de tijd. ben kap. N J. Scheepstra en de res.-eerste-lult. L. Hay- kera; bet bronzen kruis posthuum aan: de dienstplichtig korporaal A C. H. Detrie, van de inf., en aan de tijd. benoemde majoor J. A. Baron Bentlnck, maj. F. J. G. Bracket, maj. O. J. C. van Hootegen» en vele anderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 5