HAMBURG FEEST TUSSEN RUINEN
Reeperbahn blijft toch in trek
w
Vijf en dertig jaar reddingswerk op
Scheveningen
ONZE LITERATUUR SPIEGEL
KUITEN ZIJN TKOEF!
Hoe maakten onze voorouders muziek?
WONDERLIJK
0N
LEZERS SCHRIJVEN ONS
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
8
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1947^
VIT HET DUISTERE DUITSLAND
(Van een onzer verslaggevers)
T^RGENS in Hamburg is het puin van wat eens de Reeperbahn
X-i was, Hamburgs bekende uitgaanscentrum. Een enkel huis der
vreugden bleef in het gericht gespaard, maar het ruikt er naar
kool. De gangen, de trappen, de mensen kool.
De muziek, die schetterend en bonkend bombariet: kool. Het
gruwzaam vocht, dat onder de naam cocktail wordt opgediend:
kool. Maar kool of niet: 't 'is er eivol. Jongens in afgedragen kle
ren, jonge vrouwen wat beter uitgedost, allen met ruwe, gegroef
de werkhanden. Allemaal hunkerend naar wat vertier.
NanwelUks is men de grens gepasseerd of de ellende van Dnltsland grUnst U
aan alt het beeld der tallooze kléinen die langs de trein bedelen om sigaretten
en lekkers.
„Kom", zegt Ben, „we gaan een eindje
verder".
De straten zyin hier duister. Vrouwen,
jonge kinderen bedelen om de gunst.
Een hangt er een triest beeld van op.
Er zijn 12- en 13-jarige moeders in
Duitsland, om van de andere gevolgen
van deze .zeden" niet te spreken.
Enkele straten in Hamburg zijn uit
drukkelijk verboden voor alle gealli
eerde soldaten. Dat sorteerde blijkbaar
niet genoeg effect, daarom zijn ze aan
het gezicht onttrokken door ijzeren
schermen, die dwars over de straat ge
plaatst zijn.
Met een insider op stap
Tijdens een algemeen gedruk, ge
wrijf, geschuif en gewriemel, dat een
foxtrot zijn moet, onder het getjoemp
van de hoogst intelligente compositie
„Open the door Richard" zegt een vrou
wenstem tegfen een danspartner: „Mijn
vader wil niet hebben dat ik naar deze
gelegenheden ga, maar m'n moeder zegt:
„wat een onzin, amuseer jij je maar
kind, je moet overdag hard genoeg wer
ken." „Open the door Richard, Richard,
•Richard, open the door", krijst de mu
ziek. Het meisje, dat op moeders advies,
vaders wens negeert, wrijft zich met de
hand over het warm-vochtige gezicht.
Ze is blij als de dans afgelopen is en
ze kan gaan zitten. Maar 2Ü amuseert
zich!
•Het was Ben, die deze excursie naar
het tussen ruïnen feestend Hamburg
organiseerde. Ben kent hier iedereen.
Hij omhelst de ouvreuses, schudt han
den met bar-lieden, scheldt openhartig
opdringerige vrouwennaar een andere
tafel en houdt ondertussen politieke be
schouwingen.
Hij is syndicalist. De richting die Duits
land, naar Bens overtuiging redden moet
en kan. „Dat is precies het tegenover
gestelde van fascisme" zegt Ben. „Fas
cisme heb je bij jullie in Nederland en
hier, enfin overal in de wereld waar
geen syndicalisten regeren".
Dat laatste is practiscfa nergens het
geval, zodat Ben nog voortkan met zijn
missie-arbeid. Maar hij kent het vak:
1937, vlucht uit Duitsland, omdat hij,
als Joods piloot aan 't licht bracht, dat de
Nazi's vliegers voor bepaalde oorlogsop
drachten opleidden. Soldaat van de In
ternationale brigade in Spanje, staats
secretaris voor bewapening in Barcelona,
Maquis in Frankrijk, koerier voor de
Gaulle, gevangen bij Madrid op weg naar
Algiers. Doodvonnis, begenadiging tot 30
jaar, vrij na oorlogseind, dank zij Ame
rikaanse interventie, terug naar Duits
land, fel gedesillusionneerd.
Het ijzeren gordijn,
•AT komt er terecht van de dena
zificatie? De Britten geloven, dat
goed geklede, behoorlijk gisitueer-
ue mensen geen schurken kunnen zijn.
en dus protegeren zij de vroegere nazi's,
die immers dank zij de recente roof
tocht nog goed bij kas en in de kleren
zitten. Maar de mensen, die jaren in een
concentratiekamp zaten, huis en goed
altegader niet verschoonden, en er dus
haveloos en armoedig uitzien, weten het
odium des misdadigheid op hen rusten.
Bovendien regeert de reactie in Duits
land, het oude zwart, wit, rood van Hu-
genberg, volgens Ben en dus is het geen
wonder, dat het een bende is.
„Kijk nou naar deze jeugd" zegt Ben,
wijzend op het zwetende meisje met
het vader-conflict en de moeder-per-
missie. Die zat in de winter 1944'45
waarschijnlijk in Arnhem. Vandaar die
aardige japon. Is volkomen nazi-geïn
fecteerd. Dat zijn ze allemaal van 10
jaar af. Je moet de kinderen^ bij de
ouders weghalen als ze vijf enTes zijn
en laten opvoedèn!"
Misschien worden het dan ook cyn-
dicalisten.
Hoe het zij. Ben kan gelijk hebben,
als hij zegt dat, op de eerste klanken
van het Horst Wessellied, deze hele
schaar in de benen zal vliegen om met
geheven arm de Hitlergroet te brengen.
Hij kent ze, ep^ze zien er naar uit ook.
Hoe staat het met onze
productie
Lapgzaam maar zeker haalt, onze in
dustriële productie de oorlogsschade in.
Was zij in 1938 gelijk aan 100, in Juni 1946
bedroeg zij niet meer dan 67 om een jaar
later reeds 90 te bedragen.
Hieronder laten we nog enkele cijfers
volgen, die van bijzonder belang zijn voor
de lezer. In de eerste plaats natuurlijk
de steenkool, deze was in (funi 1946 57, in
Juni 1947 74 en in Juli 79, gas,was resp.
68, 91 en 97. Dan komen de bouwmate
rialen. Cement staat er mooi voor, 104,
137 en 155, ook de schelpkalk is boven
vooroorlogs peil, maar veel lager zyn de
producties van dakpannen 73,85 en 93.
kalkzandsteen 19,42 en 45, metselstenen
43,55 en 63. Hier zijn we dus nog steeds
flink achteruit.
De kunstmeststoffen zijn ook van groot
belang, want daarvan is het afhankelijk
hoeveel eten we krijgen. De cijfers van
fosfaat meststoffen zijn 76 in Juni 1946
en 131 in Juni jJ., dine van de stik
stofmeststoffen 48 en 70. Wat zeep be
treft naderen we weer normalere cijfers,
door een stijging van 28 tot 84. Van
schoener en rijwielbanden, waarnaar we
zo nieuwsgierig zijn, worden geen cijfers
gegeven. Kousen en sokken stegen van
72 tot 106, katoen- en linnenweverijen
van 40 tot 61, tricotage van 55 tot 82.
boter van 58 tot 64. sigaren van 53 tot
55, sigaretten van 50 tot 126.
..Het ijzeren gordijn" nemt men
in Hamburg. Het verbergt een vai
meest afzichtelijke vormen van m;
prostitutie. De vrouwen zijn zeer jong,
de mannen die hier zwerven ook.«
En alle naóbtlokalen zitten vol, al
vraagt men ook voor zeven glazen bier
en evenveel borrels honderd en dertig
mark.
Broedplaatsen der revolutie
ER gebeuren duistere dingen in Duits
land. En er spoken duistere denk-
beelden ln de hoofden van de men
sen rond. Fascisme, anarchisme, syndi-
In een nachtlokaal, waar de met de
uitoefening van het sluitingsuur belaste
politieagent, rustig mee staat bier te
drinken, zegt Ben: „Hitier, mein lieber,
was niets. Wat was dat voor een Ftihrer.
Nee, dan onze oude leider Mozes. Die
heeft wat tot stand gebracht."
Die woorden maken de hoek vai
bier drinkende polizist waar ter we
reld wordt een agent óók zo genoemd?
plotseling stil. Mannen schrikken op,
of ze gestoken zijn. Met een beslist vies
gezicht, zegt een prater: „Maar schaamt
de Jood zich niet, om zo maar te laten
merken dat hij Jood is?"
En de agent, geagiteerd en haastig:
„Stommeling, hou je mond. Zie je niet
dat daar allemaal Amerikanen en En
gelsen zitten? Die hoeven toch niet te
horen, dat je anti-semiet bent?"
Ben heeftnet te weinig' van het ge
sprek gehoord om te doen wat hij, naar
hij zegt al eerder deed: de vieze-gezich-
ten-zetters uit de kroeg slaan.
„Let es op", zegt Ben, met een paar
jaar heb je precies dezelfde ellende
Ruïnes, slechte beginselen,
lozing zijn altijd kweekplaatsen voor de
revolutie geweest.
In Duitsland hadden de larven niet
beter terecht kunnen komen. De revo
lutie groeit er in stegen en bordelen.
Ze werd er eerder in de kroeg geboren.
I en II resp. gèplaatst 1320 Sept.
„Maarten" strandde in het zicht van de haven
Zondag negen October negentien honderd acht en dertig. Een geweldige storm
beokt de kast van ona Vaderland en overspoelt zijn stranden met een kokende en
ziedende zee. Laag hangen de wolken over bet water en uit een inktzwarte nacht
en grauwe en troosteloze morgen geboren.
Temidden van deie woedende elementen bevindt zich de Scheveningen 102,
belachelijk klein en nietig ln dit heelal van water, wind en wolken. HU heeft een
verbitterde en bUna wanhopige strUd gestreden, want met het licht van de vuur
toren ln zicht wist hU zich ln de buurt van de veilige haven. De veilige haven,
maar wie, aan boord of aan de wal gelooft nog, dat de „Maarten" die bereiken zal.
overleven? Zullen beide bemanningen
Drie keerden niet terug
Daar vaart een schip de haven uit. Het
is nog kleiner dan de logger en de be
manning bestaat slechts uit 7 koppen.
Harde, bruine, verweerde koppen, die
niet denken aan eigen behoud, maar die
het eenvoudig hun plicht vinden de
schipbreukelingen de helpende hand te
bieden. Want de logger is, bij een poging
de doorgang van de haven te vinden, op
de rotsen van het havenhoofd gesmeten
ligt daar zijn laatste levensgeesten uit
te kreunen.
Duizenden staan op de strandweg en
met angst in het hart slaan zij het gi
gantisch schouwspel gade. Ziet hoe die
kleine notedop zich naar buiten waagt,
de kop parmantig omhoog. Huizenhoog
wordt hij opgetild om dan plotseling in
onmetelijke diepte te verdwijnen.
Zal de reddingsboot deze stortzeeën
„Arbitrage in Indonesië" van
Mr. W. S. A. N. Gorter, N.V.
UitgeverU W. P. v. Stockum
^n Zoon 's-Gravenhage.
Een korte brochure in het Russisch,
Frans en Engels, gericht aan de ministers
en de Staten Generaal, doch blijkens de
keuze der talen in de eerste plaats be
doeld voor het buitenland. De schrijver
wil het buitenland overtuigen, dat.,
opmars naar Djokja noodzakelijk is. Zijn,
plannen om alle zaken in Indië te
bedisselen door een internationale
missie van arbitrage als min of
permanent instituut en daarin
Sovjet te laten deelnemen, zijn volkomen
van alle zin voor de werkelijkheid ge
speend en onaanvaardbaar. Met alle
waardering voor een tekwaamheid die
een dergelijk veeltalig opstel kan
voorschijn tovéren, menen wij, dat
Indische zaak met dergelijke goedbedoel
de pogingen niet is gediend.
Verdwaald in de taaltuin
Het Nieuwsblad voor de Boekhandel
heeft de volgende „stijlvolle" brief
ontvangen:
„Weledele Gestrenge Heer, Naar
aanleiding van de vele Indiesche boe
ken die wij in Uw winkel kunnen be
stellén zoo hoop ik dat U mijn gedich
ten bundel ook wil uitgeven. Ik heb
reeds meer dan tachtig gedichten
Sommige met leuke prenten (teeke-
ningetjes). Over de Koninklijke fami
lie, over Indië, ook Engelsche stukjes,
over onze groote God en natuurlijk
niet te vergeten: de poesie der Liefde
anders is er geen aardigheid aan! In de
toekomst zullen die gedichten wel tot
over de honderd loopen want ze wor
den steeds meer! Gaarne een gunstig
antwoord van Uw verlangende en U
hartelijk groetend verblijf ik met de
meeste Hoogachting Uw dienstwillige
dienaresse.
„De ramp ln Nederlandsch-
Indië", door prof. Joh. Will.
Pootjes, uitgave „De Vrede
stichter" te Hilversum.
Een bepaald soort lezers houdt meer
m exclamaties dan van argumenten
Voor hen is dit boek geschreven. De
schrijver is prof. zoals ook indertijd Ko-
kadorus eens was, op grond van
zelfgefabriceerd noodrecht. Ter n
dere aanbeveling kan dienen, dat
boekje wemelt van onjuistheden.
daarvan uit alsof art. 192
de Grondwet nog volkomen ongewijzigd
is, dat Calvijn Servet liet verbranden, en
dat prof. Gerbrandy zijn opvatting van
het koningschap baseert op het Oude
Testament, inplaats van op het Nieuwe.
De remedie van het Indische vraagstuk
de prof. in een volksstemming,
waarbij het volk als orakel („immers God
kent men niet") ons de weg zal wijzen.
Krijgt Soekarno bij deze stemming on
gelijk dan zou de revolutie bedwongen
zijn. Op de vraag: Waarom? antwoordt
de prof: „Dat doet er niet toe. Het ant
woord ligt op godsdienstig en wijsgerig
terrein". Wie dan nog niet overtuigd is.
•ordt het nimmer.
Gekooide vogels door ds C.
W. Coolsma. Uitg. J. N.
Voorhoeve, Den Haag.
Wie ds Coolsma zegt, zegt „gevangenis-
predikant", want als zodanig geniet deze
herder en leraar grote bekendheid. Tal
rijke jaren heeft ds Coolsma in de Gro-
f ïgse gevangenis gewerkt en met klim
mende belangstelling hebben wij kennis
genomen van dit boek waarin verschil
lende facetten van het gezegende gevan-
geniswerk worden belicht. Het is geen
sensatie-roman, evenmin een zelfver-
heerlijkend werk maar een oprecht ge
loofsgetuigenis. Want elke bladzijde is
doortintelt vMn het „Soli Deo Gloria" en
wie het boek gelezen heeft moet conclu
deren dat deze predikant niet op rotsen
heeft geploegd. Het boek bevat tal van
boeiende hoofdstukken die. een inzicht
geven in de psychologische problemen
waarmede een gevangene worstelt. Ds
I Coolsma heeft ook zelf ondervonden wat
het zeggen wil ln een c^l opgesloten te
zitten (tydens de bezetting blz. 160—
167); enige aandacht Is ook besteed aan
het vraagstuk der politieke delinquen
ten. Het boek is verlucht met aardige
tekeningen van Hein Kray.
Dat moet Je maar durven,
door Phe WUnbeek. Uitgave
J. N. Voorhoeve, Den Haag.
Een aardig boek voor meisjes van pl.m.
vijftien jaar. Ineke Telders wil iets
„doen" in het verzet. Zy zou echter on
gelukken gemaakt hebben Indien niet
een wijze H.B.S.-directeur, haar verstan
dige vader en zorgzame grootvader haar
niet een handje geholpen hadden. Het
verhaal is spannend.
Piet Mariee's kinderverhaal-
tjes. Uitg. Zuid. Holl. Ultg.
MU- Den Haag.
Weer een prettige serie kinderverha
len en kinderspelletjes samen gesteld
door Plet Marée. Uitvoerig byzonder
smakelijk en juist voor kinderen zeer
vrolijk. Marée brengt oude en nieuwe
liedjes, leuke dierenverhaaltjes, kinder
spelen voor buiten en binnens huis. Het
bundeltje (met Henk Kemp) „Sien en
Frans op reis" is ook geschikt als voor-
leesstof (leeftijd pl.m. 7 jaar).
behouden blijven of zullen zij
mansgraf in de golven vinden?
Het is geen eenvoudige redding waar
voor Schipper Tinus Bruin en z'n man
nen zich gesteld zien wanneer zij na een
harde worsteling met de brullende bran
ding het ongelukkige schip bereikt heb
ben. Even beraadslagen zy en dan wordt
het enig mogelijke middel geprobeerd.
Schipper Bruin zet de reddingsboot op
de logger
Drie mannen keren niet weer en er is
rouw onder de vissersbevolking. Maar
toch "ook wel dankbaarheid, omdat' er
mannen waren met leeuwenharten, man
nen die hnn makkers niet in de steek
lieten.. De zeven redders ontvangen uit
handen van H.M. de Koningin „De Ere
medaille voor menslievend Hulpbetoon".
Tinus Bruin krijgt hem in goud op de
borst gespeld en de anderen in zilver.
Ook decoreert de „Zuid-Hollandse Maat
schappij tot redding van schipbreukelin
gen" hen met een gouden gedenkpen
ning.
Deze redders en nog anderen, die ook
wel met de reddingsboot van genoemde
maatschappij er op uit zijn geweest zijn
lid van de Nederlandse Vereniging „De
Reddingsmedaille" te Den Haag. Deze
vereniging bestaat dezer dagen 35 jaar.
Haar leden zijn uitsluitend gedecoreerde
redders, die menigmaal met groot gevaar
voor eigen leven medemensen hebben
gered.
Tot voor kort was de vereniging plaat
selijk georiënteerd, maar nu draagt zU
een landelijk karakter waardoor leder
een, die voor het redden van een men
senleven is onderschelden, lid kan wor
den. Steeds heeft de verenigihg op de
bres gestaan voor haar leden en wanneer
een lid door enigerlei omstandigheid in
moeilijkheden was geraakt kon hij op
de hulp van de „De Reddingsmedaille"
rekenen. De vereniging heeft daarbij
altijd, tot haar grote vreugde, de steun
genoten van de Overheid.
Op Donderdag 2 October vindt een
herdenkingsavond plaats in het gebouw
„De Vereniging" in de Willemstraat te
Den Haag, waar o.a. de Commissaris van
de Koningin mr L. A. Kesper en burge
meester Visser zullen spreken.
Mogen door het betonen van „Moed,
Volharding en Zelfopoffering" het
devies van „De Reddingsmedaille" in
de toekomst nog velen tot de vereniging
toetreden.
dragen wat haar hart bekoort
voor zover verkrijgbaar dan altijd. In
ieder geval: ruiten zijn erg in de mode
en we zagen op de laatste Londense
shows heel wat modellen, waarin ruiten
of een of andere wijze verwerkt waren.
Het merkwaardige ervan was veel min
der de variatie in grootte en kleur dan
wel de verscheidenheid van materiaal.
Wie aan ruiten denkt, den&t gewoonlijk
aam lichtere of zwaardere wollen stof
fen, aan Viyella en andere flanelsoor
ten; ditmaal hebben we echter ook beel
dige fluwelen ruiten gezien, bijv. ir
zwart en geel, of geel en rood. Er waren
ruiten van taffetas en faille, katoenen
ruiten en ruiten van een nieuwe soort
kunstzijde, die van binnen glad, van
buiten ruig is.
Over het algemeen worden de ruiten
gebruikt voor japonnen .en rokken,
slechts zelden treft men er een mantel
in aan, nog minder een heel complet.
Waar het rokken geldt, zijn het meest
variaties op de Schotse kilt, waarbij dan
heel vaak dé plooien of plissées kunstig
zijn weggewerkt op de heup, zodat het
Wie
agen wat haar hart
rokje eerst daaronder in plooien uit
waaiert. Dikwijls is ook het echte kilt-
model gebruikt, met heel wijde overslag
en alleen een sluiting in de taille
onderaan met een echte kiltspeld. Op
de linker foto hier ziet U zo'n kilt-achtig
rokje, waarbij, als extra-versiering, de
stof eenvoudig is uitgerafeld. Gewoon
lijk worden op niet in deze rok
ken truitjes of blouses gedragen die zelf
eenvoudig zijn, 'liefst in de lichtste
kleur van de ruit en <ïan al of niet met
wollen vest er over in d^e donkerste
kleur van de ruit. Op het hier afge
beelde model is het ruiten rokje rood
met wit en donkergroen: de pullover is
it en het vest donkergroen.
Daarnaast ziet U een heel andere toe
passing: het japonnetje is gemaakt als
verlengde üjemdblouse en sluit var
n geheel met knopen die zijn over
trokken met effen kunstzijde in de don-
Brits geheim wapen tegen Franse
lange rokken
Om de lange rokken-invasie
Frankrijk, die een diep gat zal slaan
in de Britse textielvoorraad, te bestrij
den, ontwierpen de Britse modeontwer
pers een „spiraal-rok", die een „illusie
van lengte" geeft, en toch „welgevormde
benen niet aan het oog onttrekt",'' zoals,
Sir Henry Scott, de voorzitter van het
uitvindende-mode-instituut het zei. Mis
schien is het ook wel wat voor de Hol
landse in-punten-nood-verkerende-vrou-
Het Haagse Gemeentemuseum geeft hierop antivoord
(Van oom Kunstredacteur)
steeds ln het middelpunt der be
langstelling van allen, die of alleen maai
muziekbelangstellenden zijn, of zelf uit
voerende musici.
Om de juiste waarde der mu!zlek uit
lang vervlogen tijden te bepalen, is het
zeker nodig zich een beeld te vormen
van de geest van een tijd, welke zich
in meer dan één opzicht onderscheidt
van de onze. Een cultuur-historische
studie is dan ook voor elke musicus een
dwingende noodzakelijkheid, daar elk
kunstproduct een spiegel van zijn -tijd is.
Tot deze cultuurhistorie behoort voor
de musicus ook een kennis omtrent de
instrumenten uit de verschillende
eeuwen. Overwelke instrumenten be
schikte men vroeger en op welke wijze
werden zij bespeeld? Wat waren de mo
gelijkheden van deze instrumenten en
hoe waren de klanikprincipes?
Allemaal vragen, welke steeds van be
lang zullen blijven voor een juiste uitvoe
ring der oude muziek. Op deze vragen kan
iedere muziekliefhebber eer. bevredigend
antwoord krijgen. De Muziekhistorische
Afdeling van het Haagse Gemeentemu
seum is na enige jaren van gedwongen
sluiting gisteren heropend er. in talrijke
zalen vinden we een collectie van oude
muziekinstrumenten. We vinden hier in
strumenten uit Afrika, Indië, China er
Japan en naast een grote houten klok uit
de Belgische Congo zien we strijkflulten
geso-geso uit Celebes. Dan oude huis-
kerkorgels (o.a. één uit 1734, gebouwd
door Otto Reinhard in Metz), tafelpiar.o'j
Uit Mozart's tijd, clavecymbels, een octaaf
spinet uit 1533. strijk- en tokkelinstrumen-
ten, harpen, kleine boeren- en dansmees
ters violen er. een keur collectie viola's
da gamba, geplaatst op een draaitafel om
de kenners ook de achterzijden te 'tonen.
Deze wijze van exposeren is wel uniek
Europa en Is, zoals trouwens deze ge
hele permanente expositie, te danken i
het initiatief van de geweldig actieve
zeer terzake kundige wnd-directeur i
het Museum, Dirk J. Balfoort, die ookl
een prachtige bibliotheek van duizenden
werken heeft aangelegd. Met deze herope
ning zijn weer 63 van de 85 zalen van het
Museum voor het publiek toegankelijk,
hetgeen, vergeleken met het voormalige
aantal van 25 een belangrijke stap is ln
de wederopbouw van het rwaargehavende
museumgebouw, bet laatste werk van Ber-
la ge.
delingen Moderne Kunst en Oude
Kunstnijverheid weer gedeeltelijk in ge
bruik genomen. Waren er tot heden nog
slechts losse exposities, thans wordt weer
het eigen bezit geëxposeerd. Onder de
eerste afdeling valt allereerst een pren
tenkabinet, waar, dank zij de zorg van
de conservatrice dra J. V. C. Hefting,
verschillende nieuwe aanwinsten te be
wonderen zijn.
Er hangen prachtige prenten van Jean
Paul, een jonge Hollander in Parijs, van
Joh. Vreugdenhil, van Toorop (o.a. het
3e exemplaar van zijn trilogie „La Bel-
gique Sauglante"), van mevr. v. d. Neut-
êe Wit en niet te vergeten de .Blauwe
chrysant" uit de serie Chrysanten van
Piet Mondriaan, alsmede een pas ge
schonken tekening van Ingres. Tevens
wordt in deze afdeling een overzicht
gegeven van de Néd. schilderkunst in
de 19e en 20e eeuw met een keuze uit
het beste van eigen bezit, door dra
Hefting op zeer kunstzinnige wijzé ge
selecteerd.
Er zijn talrijke sohilderijen uit de ver
zameling E. H. Crone, hoofdzakelijk
Haagse school, o. a. Mauve, Israels, Ma-
ris, Weissenbruch, Breitner. Aanwinsten
zijn het prachtige werkje van Ch. Ro-
chussen „Bois de Boulogne" en een „Vrou
wenportret" van Jozef Israëls. Een apart
kabinet is gewijd aan de A'damse Joffers
(o. a. Coba Ritsema). Verder zalen met
impressionisten en met de nieuw-realis-
ten Willink, Schumacher, Hynckes, Ket,
e.a., terwijl Raedecker, Sluyters, Ch. Eyck
en Jan van Heel het slotstuk
Do afdeling Oude Kunstnijverheid is
geselecteerd door de wetenschappelijk
assistente dra. B. Jansen die een keur-
collectie heeft bijeengebracht van deze
kunstproducten vanaf de 7e
misch glas, Byzantijnse zilverstukken, de
fel-gekleurde producten van Klein Azië,
de okerkleurige uit Sienna, Spaanse
Chinese ceramiek, Delfts aardewerk in
zijn grote verscheidenheid, een Chinese
kan uit 3000 voor Christus, en aarde
werk uit Arnhem en Pijnacker. Een col
lectie, welke zeker veel aandacht
dient.
Zo is het Haagse Gemeentemuseum
reer een nationaal cultuurcentrum ge
worden.
kerste kleur van de ruit, hier donker
blauw. Van dezelfde zijde zijn ook kraag
en manchetten en de brede pijlen die
onder de taille tegelijk de zak camou
fleren. Let vooral ook op de driekwart
mouw, die nog steeds zeer en vogue is.
En denk er ook aan, dat rokken en ja
ponnen dit najaar tot 35 cm van de
grond hangen en dat mantels, althans
lange mantels, daar royaal overheen
hangen. VERONICA.
„Nationaal Legermonument
Grebbéberg"
Het comité „Compriso" (Prins Hendrik
straat, Prins Hendrikplein en Zoutman
straat) heeft de door hem, ter geleg-mheid
van de Bevrijdingsfeesten in 1945, ingeza
melde gelden ad. f 67.50 als bijdrage voor
de vervaardiging van een monument voor
de gevallen militairen op de Grebbeberg,
overgedragen aan de „Nieuwe Haagse
Courant", die op haar beurt het geld aan
de „Stichting Nationaal Legermonument
Grebbeberg" zal overhandigen.
HET DUURDERE LEVEN VAN 1947
Het leven is veel duurder dan vroe
ger, zucht de huisvrouw. De statistiek
geeft haar gelijk. Daaruit zien we dat
in de groothandel de prijs van het voed
sel vorig jaar sinds 1938/39 verdubbeld
was en dat 1947 er een flinke schep
bovenop heeft gegooid. Wat vroeger ge
middeld f100 kostte, was" in 1946 f200,
in Mei j.l. f206,30, in Juni 205,20 en in
Juli 206,50. Dus iemand die in 1939 twee
kwartjes ontving, was rijker dan iemand,
die nu een gulden in handen krijgt. Tex-
tielwaren die in 1939 f 100 kostten, wa
ren in Juli jJ. f286,20, lederwaren f 242,90,
glas, aardewerk f256,30.
Ach, Heere HEERE..... geen dinj^ï
is U te wonderlijk.
Jer. 32 :It]
rrtIJDENS het beleg van Jeruzalem, toen
X het met de heilige stad op een ein4
eind liep, kreeg de profeet Jeremia, die ge- y
vangen zat in de bewakingshof van het
paleis, het bevel van God om een akker té
kopen van zijn neef in Anatoth.
Denk het u in, wat dat betekent.
Jeruzalem staat opineenstorten.
Het is met Juda gedaan.
Nebukadnesar zal alle akkers kaalplunJ
deren en mens en beest in ballingschap
wegvoeren.
Enwaren er soms nog optimisten,van
die droomden van: Het zal zo'n vaart nietgeboi
lopen, dan vonden ze juist Jeremia palof Pa
tegenover zich. Want hij predikte onver», Spi
moeid en hard, dat de stad zou vallen, eoBtag
dat de koning in de handen van de wredtfelt,
Nebukadnesar zou terecht komen. élan
Nu.... wie denkt in'zo'n tijd er aanflat
eens een akker in zulk een 1
kopen?
Jeremia denkt daaraan.
Want Jod wil het.
Hij wil het als een symbolische pree
N u gaat Jeruzalem en heel Juda c
Maak u geen illusies.
Maardat is niet het eind.
Er komt een andere tijd En in die i
dere tijd zullen er weer akkers verkoc
worden zal er weer handel i
^Toe, Jeremia, koop gij vast die
van uw neef, en betaAl hem de i
prijs. Én leg alles goed vast in een koop»Dnva
contract even
En dan gaat Jeremia bidden. tepul
Ach, Heere, HEERE.voor U IS n ie tlf.d.A
te wonderlijk. ten 1
Jeremia grijpt zich vast aan de al-pen",
macht en aan de trouw van zyn Goffeltel
Doen wy dat ook? fcevo
Doet Nederland dat? pek,
Pre
ken gepleit voor het recht v
derland. "eD
Tot nu toe vergeefs.
Wordt die pleitrede van mr van Klef»1011
fens in Holland gedragen door het ge-janct
lovig gebed: Ach, Heere, HEERE ...bad.
geen ding is U te wonderlijk?
Als wij denken, dat alle deuren pot*
dicht geworpen zijn, dan is de Almach
tige in staat die deuren toch w
openen.
Nederland moet leren bidden en""""
werken.
Nederland moet het èn voor de grote;
internationale wereld, èn voor het eigen,®'
volk met al z'n noden, gaan verwachten®1"^
alleen van de almacht en van de*an
trouw van God. teit?
Maar Gods trouw heeft twee kanten.jN-V.
Hij komt Zijn belofte na. Stipt en cor-poei
reet. Hij praat maar niet wat. Hij doet,En5C
wat Hij belooft. hoff
Hij vervult ook Zijn bedreiging. Laat We:
Hém maar niet praten. Want Hij vergeldtvooi
de ongerechtigheid van de vaderen inbon<
de schoot van hun kinderen. dam
God is een God van waarachtigheid, idire
Zalig, Wie de grote Bidder en Priester'orde
Jezus Christus mag kennen, Die tot de van
geweldige, verheven God zegt:
Heere, HEERE, zie Mijn offer. Verhoor jnist
om Mijnentwil en het zal zijn een ver- Ens
heerly'king van Uw almacht en van Uw
trouw, -want voor U is niets te won
derlijk.
Dr A. de Bondt,
Mij
Een kUkje in de muziekafdeling van het Haagse Gemeentemuseum. Op de
achtergrond de fraaie collectie viola's da gamba die op een handige electrische
omkeer-installatie zijn geplaatst.
Genoeg over de roeping
der vrouw
De verleiding is groot om voorlopig nog
door te gaan met de plaatsing van de inge
zonden stukken over de roeping der vrouw.
Maar er wachten weer nieuwe onderwer
pen en wanneer wy geen ongenoegen wil
len krijgen met de mannen, moeten wij aan
déze discussie der vrouwen nu een einde
maken, temeer daar in de brieven die
nog binnenkomen vaak dezelfde en reeds
door ons naar vorengebrachte, pleidooien
worden gehouden.
Een uitzondering maakt mej. G. A. Soko-
vits die het met de heer Mulder eens is
als zy zegt dat het gewenst is dat meer
meisjes een huishoudelijk beroep kiezen,
voegt zij eraan toe: ziekenverple
ging en huishouding blyven de ideale
vrouwenberoepen, niet vernederend n
verheffend.
Dan hebben we nog een cri de coeur
evr. L. M. H. die slecht te spreken is i
de beleefdheidsvormen van de mannei
vervoermiddelen. „Wat maken de man
zich dik, zo vraagt deze briefschrijfster, dat
men anders niet zeggen wanneer men
tram of trein of bus rijdt, dan zijn de
innen niet zo kieskeurig ten opzichte
vrouw. Het valt my op en het hindert
mij in hoge mate, die mannelijke onbeleefd
heid in de vervoermiddelen.
Genoeg hierover. No^ niet geplaat-
e brieven ^pullen wij doorzenden naar
de auctor intellectualis van deze roeping-
discussie. "Wel bekome het hem! (red.)
Bonnenleed
Is het niet een treurig verschijnsel, zo
schrijft mevr. W. P. Olthoff, als huisvrouw
tot de conclusie te komen dat mijnheer de
ambtenaar de nummers van de distributie
kaarten alle' op elkaar doet en zo noncha
lant de nummers erafknipt. Vanmorgen nam
de winkelier de bijna doormidden geknipte
bon M 05 diversen niet aan dus ging ik
naar 't distributiekantoor. Maar daar waren
meerdere dames, alle met doorgeknipte
M 05 suikerbon. Is dit niet schandelijk dat
dit gebeuren kan? Dit is een stukje voor
uw krant opdat.de heren ambtenaren
het distributiebureau er toch eens van door
drongen worden dat zij de huisvrouw erge
onnodige last veroorzaken om deze bonnen
eerst rfög te ruilen voor andere, voordat de
boodschappen gehaald kunnen worden.
Is het „Fair-play?"
Is het nu eens niet tyd het volk
waarschuwen voor al die tegenwoordige
politieke strijd, welke heden vóór en
gen Amerika en Rusland gestreden
aangewakkerd wordt?
Hoevele Nederlanders hadden by tijdig
verbod en waarschuwingen van de conse
quenties van het Hitler-gedoe zich niet
teruggetrokken van hun voornemen open
lijk tot de N.S.B over te gaan? Zijn de
tegenwoordige bijna fanatieke vervolgin
gen der N.S B.-ers niet in tegenstrijd met
de toegevende houding van de regering
vóór de oorlog tegenover deze zwakke
lingen?
Morgen gaat de "strijd tussen Amerika
l Rusland beginnen en Wie weet hoe
de resultaten van die oorlog zullen zijn?
overwinning van een dezen par
tyen zullen de aanhangers der verliezende
party weder vervolgd en bestraft worden,
onze geëerde Koningin en fa
milie event in gevaar evenals onze mi
nisters. Zouden de tegenwoordige com
munisten als Paul de Groot, Wagenaar
en cons, ook niet tot de kogel veroordeeld Te
worden als Rusland eens zou verliezen?}
Zouden de aanhangers en voorvechters}
dezer partijeft ook als Rusland wint er v
niet even ellendig aan toe zijn?
Is het Fair-play, dat de tegenwoordige
minister van Financiën, mr Lieftinck de "V
Nederlandse onderdaan van zijn geld ver-
licht, terwijl hij toch van Amerik. zijde mei
alle financiële grote geschenken dankbaar g€0
aanvaardt, zonder dat hij de Nederlandse en
onderdaan daarvoor een equivalent op opi.me'
zijn belastingbudget vergoedt? Welk con- ,ag<
trast? len
Is het Fair-play, dat men doorgaat en
steeds meer ambtenarij instelt om blind ®an
te zijn voor alle wensen der Nederlandse f\
bevolking tot inkrimping en besparing
onzer financiële lasten bij te dragen?
Is het Fair-play om principieel alle die- 'A
tatoren te bevechten en zelf als dictator
in meerdere of mindere mate op te tre-
den door alle disposities op staatsrechte-
lijk gebied te treffen er. de Kamers eerst
na afkondiging dezer maatregelen er van
in kennis te stellen? Is het daarom niet a»
eens tijd het volk ernstig te waarschuwen jeg
voor het pad, waarop wij, hier in de lande, ijf,
schrijden, opdat toekomstige tribunalen cq,
overbodig zullen blijken te zijn?
W. J. Holsboer. vei
We hebben nog vrienden
in Australië
Arbeidersregering is bang voor de
communisten ),u<
Dat er in Australië mensen zijn, die 3
het optreden der communistische vak- zo<
bonden tegen Nederland betreuren, blijkt gei
wel uit een brief, die ons onlangs ge- 4
toond werd en waaruit we hieronder Ve
een en ander overnemen: en
c kan niet zeggen, hoe blij ik ben, j
dat mijn laatste brief er toe heeft bij- h*
gedragen, je te overtuigen, dat wij hier
niet allemaal achter de bond van haven
arbeiders staan, die de.Nederlandse sche
pen boycot. Ik verzeker je, dat er velen
menen, dat de regering veel te toegevend
is tegen die mensen. Zij menen, dat onze
buitenlandse politiek slechts gedicteerd
wordt door de bond van havenarbeiders
en dat deze weer wordt gèdicteerd door
een communistische kliek. Zelfs de offi
ciële arbeiderspartij beseft nu de bedrei-- i
ging van door de communisten over-
hegrste vakverenigingen voor een poli
tiek van hun soort. De arbeiderspartij
heeft reeds maatregelen genomen om j
hen uit verschillende bonden te verdrij-
ven, n.l. die van de mijnwerkers, van
machinisten (niet die, welke locomotie
ven bedienen) en een paar andere. Het
is merkwaardig, dat het altijd die bon-
den zyn, welke betrokken zijn in in
dustriële wrijving. De boycot van Neder- I
landse schepen ontstond uit het verlan
gen van deze communistische helden I
om op hun manier „het verdrukte volk" i
van Indonesië te helpen en de „Indo
nesische broeders" bij te staan!!! Zoals ik
vroeger zeide, durft een arbeidersrege
ring, wier minister van buitenlandse
zaken, een mijnheer Evatt, een ware I
leeuw is over zee, slechts afkeurend te
fluisteren over de snoodheid van die
naar zy is bang om krachtig te
handelen, want per slot van rekening:
moet rekenen met de kiezers
Doordat men bij de bouw van een
.ve gevangenis te Lille gebruik
maakt van gevangen vakarbeiders, wordt
de Franse staat 9.600.000 francs be
spaard.