„De Munnik I" versloeg Rood-WitV met 4-1 VAN DE leestafel; Orgelkunst verloor vier prominente figuren Enige tips voor deelnemers aan de Vierdaagse NIEUWE LEmSCBE COURANT DINSDAG, 15 JULI 1941 Sport en Wedstrijden. Het tweede wist kampioen te worden Het is „De Munnik" niet gelukt „Rood Wit met 5—0 te verslaan, hoewel de kans er toe geweest is, ware het niet, dat de ze nuwen parten speelden. Mej. Koning ver loor van de zeer sterk spelende Mej. Wou denberg in drie sets. Merkbaar leed de „De Munnik"-speelster onder de druk dat zij het was die het kampioenschap in han den had. Haar service, hoe goed deze anders, faalde volkomen; dat ze niet tegenstaande dat toch 'n set won, pleit voor haar kunnen. Meer wedstrijden tegen sterke speelsters zou voor haar zeker gewenst zijn. (Zijn deze in Leiden echter wel te vinden?) Sepers was in uitstekende vorm en be haalde 'n tweede sets overwinning op Coe- bergh v. d- Braak. Ook J. den Holder deed het goed door met mej. Koning (die in deze partij onder hand ging serveren) van het sterke dubbel mej. Woudenberg en Coebergh v. d. Braak te winnen, terwijl hij ook met Sepers het heren-dubbelspel won. Het is wel jammer, dat de eerste wedstrijd tegen Leimonias zo onfortuinlijk geweest is, daar toen een partij door het invallen van de duisternis niet gespeeld kon worden en door de aanvoerder van „De Munnik" gewonnen werd gegeven. Terugkomen was n. 1. voor hem in die week niet mogelijk geweest. Het eerste team van „De Munnik" kan echter op een uitstekend seizoen terug zien. Het tweede is Zaterdag inderdaad kam pioen geworden. Met 50 werd K.V.S. 4 naar huis gestuurd. In plaats van Aldershoff speelde nu P. Brouwer mee, waarvan „De Om het kampioenschap van de L.S.B. Van der Nat in de hoofdgroep 1948. Gisteravond werd in het clublokaal van „Dhilidor" de tweede partij tussen Postuma. en Van der Nat gespeeld. Het was een vrij onbelangrijke partij, welke na afruil van de meeste stukken reeds op de 17e zet remise werd gegeven. Volgens afspraak zou er nu om de vierde plaats geloot worden en Van der Nat was de ge lukkige. Hiermede is thans eindelijk de wedstrijd om het kampioenschap van de L.S.B. geheel geëindigd. Voor de hoofdgroep in 1948 zijn dus de finitief geplaatst de kampioen A. A. Idema en verder W. Demmenidal, W. F- Schün, W. H. van der Nat, C. Brunt, A. Koevoet, J. Koet en mr A. Mulder. De laatste partij moge hier zonder op merkingen nog volgen: Wit: D. Posthuma; Zwart: W. H. van der Nat: 1. d4, d5; 2. Pf3, Pf6; 3. Lg5, h6; 4. Dh4, Lf5; 5. e3, e6; 6. c3, Le7; 7. Db3, Dc8; 8. Pbd2, Pbd7; 9. Pe5, 0—0; 10. Pdf3, Te8; 11. Ddl, c5; 12. Ld3, Ld3; 13. Dd3, cd4; 14. ed4, Pe5; 15. Pe5, Pe4; 16. Le7, Te7; 17. 00 remise. DRIE FRANSEN EN EEN NEDERLANDER Met het verscheiden van de orgel meesters Pierné, Vieme en Widor in Frankrijk en van Jan Zwart in Neder land, betekende het jaar 1937 een jaar van groot verlies voor de orgelkunst. In de Parijse kathedralen hadden jaren lang de zoeven genoemde Franse orgel componisten en -virtuozen de wijdge- welfde kerkruimten met hun symphoni- sche orgelklanken en machtige improvi satiekunst gevuld. Henri Constant Gabriel Pierné Henri Constant Gabriel Pierné (1863 1937), orgelleerling van César Franck. kreeg, na een succesvol en veelbelovend entree in de muziekwereld, in 1890 de eervolle positie om in de St. Clothilde te Parijs het instrument te bedienen, dat jaren lang door de vernieuwer van de Franse orgelkunst, César Franck, was bespeeld. Tot 1898 vervulde hij deze functie, waarna men hem in 1910 de dirigenten - staf over het Colonne-orkest zag op nemen. In zijn composities spelen het oratorium, de opera en operetten een belangrijke rol. Zijn „Trois Pièces pour Orgue" zijn evenwel werkjes die ge kenmerkt worden door een sierlijke en bekoorlijke schrijfwijze, welke een ge voelig en voornaam karakter draagt. Charles Marie Widor Van groter en blijvende invloed op de orgelwereld was het leven en werken van Charles Marie Widor (18451937), die zijn orgelopleiding genoot bij Lem- mens en compositie studeerde bij Fétis. In 1870 zag de toen 25-jarige zich be noemd tot orgelist van het Cavaillé- Coll-orgel der St. Sulpice te Parijs en in 1891 werd hij opvolger van César Franck als orgelleraar aan het Parijse Conservatorium, waarna hij in 1896 Du bois verving als compositieleraar aan hetzelfde instituut. In deze functies heeft hij een stempel gezet op een ganse orgelisten- en com ponisten-generatie. Vierne en Tourne- mire waren o.m. zijn leerlingen en Mil- haud, Honegger en Tailleferre genoten o.a. zijn compositielessen. Zijn wonderbaarlijke techniek en zijn artistieke begaafdheden gaven hem een bijzondere dispositie om als paedagoog op te treden. In zijn composities, welke Munnik" nog veel pleizier zal kunnen heb ben. Onze felicitatie aan aanvoerder J. Boot en de zijnen voor hun uitstekende pre staties is hier zeker op haar plaats. De uitslagen waren als volgt: Mej. E. Koning verl. van melj. H. Wou denberg 97, 57, 26; J. Sepers slaat J. Coebergh v. d. Braak 63, 6—3; Mej. E. Koning en J. den Holder slaan mej. Wou denberg en Coebergh v. d. Braak 97, 64; mevr. J. van Deventer en J. Sepers slaan mej. Feitsma en A. M. Gebuys 61, 64; J. den Holder en J. Sepers slaan Coebergh v. d. Braak en Gebuys 61, 6^4; mevr. van Schaik slaat mej. Krabbendam 60, 61; J. Boot slaat de Haas 62, 61; mevr. van Schaik en J. Boot slaan mej. Krabbendam en H. Koster 64, 62; mej. C. van Ekeris en P. Brouwer slaan mej. A. Jol en K. Koers 64, 61; J. W. Boot en P. Brouwer slaan Brinckman en Engelsman 6—2, 6—2. Discipline bij het wandelen een voorname factor Schreven wij reeds eerder dat in iedere geordende maatschappij zelftucht, disci pline en eenheid voorname factoren zijn voor een goed functionneren der samen leving, dit geldt voor de wandelsport bij de Vierdaagse wel in het bijzonder! Iedereen, die voor de eerste maal deel neemt (natuurlijk de meer geroutineerde weten dit al), moet na afloop een onge salarieerde en enthousiaste propagandist zijn voor dit sportevenement!maar bovenal: hij of zij moet zelf het volgend jaar weer komen. Het criterium van dit gebrek aan discipline ligt gewoonlijk bij de groepsleiders, waarom wij gaarne aan deze een geheel bijzonder schema willen voorleggen. Marcheert ge in groepsverband, zorgt dan, dat gij in rijen van drie loopt. Laat uw 'nevenman en uiw voorman voldoende ruimte. Niets is hinderlijker, dan dat men telkens op de hielen wordt getrapt, of dat uw armen tegen uw buurman zwaaien. Verricht alle bewegingen gelijk tijdig, volgens militair voorbeeld. Daar schuilt echter niets militaristisch in; in tegendeel, door uw gelijktijdig, correct optreden dwingt gij respect af bij de toe schouwers, waardoor ge medehelpt de Vierdaagse nog meer populair te maken. Dus m.a.w. op elk commando direct rea geren en dit opvolgen. Verlaat nooit de troep zonder de leider hiervan in kennis te stellen, zodat deze maatregelen kan treffen. Gevoelt U zioh niet goed, meldt dit dan onmiddellijk aan de leider, opdat deze de medische dienst waarschuwt. Schreeuwt niet onderweg en zo gij de culmineren in zijn Symphonieën voor orgel, komt zijn voorliefde voor het or kest tot uiting. Een liefde die ook blijkt in zijn heldere en gedetailleerde werk: „Technique de l'Orchestre modern", en verklaarbaar is door de invloed welke het orkestrale Cavaillé-Coll-orgel op hem had. Geen wonder dan ook, dat Widor Symphonieën schreef en geen Choralen zoals Franck. Zijn werken, die zuiver concertmuziek en geen kerkmuziek laten horen, groeiden in en uit de tijd van het virtuozendom. Vandaar dat ze meer toetssteen zijn voor de concertvirtuoos, dan voor de kerkorgelist. Met het com poneren van zijn Symphonie Gothique bleek Widor op latere leeftijd het litur gisch karakter voor zijn orgelmuziek te zoeken in het aanwenden van Grego riaanse motieven en melodieën. Louis Vierne Franck en Widor waren de leermees ters van Louis Victor Jules Vieme (1870 orgel hebben een grote invloed gehad 1937). Zij en het Franse orkestrale orgel hebben een grote invloed gehad op het componeren van deze blinde orgelmeester en -virtuoos. Aan Widor mag de strengheid van structuur, de rijkheid van schrijven en de schittering der themata worden toegeschreven worden, terwijl aan Franck de interes sante harmonieën, de kleurrijke modu laties en de elegante contouren, alsmede de adel van gedachte te danken zijn. In zijn symphonische orgelkunst heeft het Romantisme een hoogtepunt be reikt, dat ook sterk beïnvloed werd door de grootste tournee, welke Viemt door Amerika maakte en waarbij hij de meest moderne orgels leerde kennen. Valt in zijn werken de grote behendig heid op in het verwerken en verbinden van twee thema's, dit moet ook bij zijn machtig improviseren in de Notre Dame ten zeerste gefrappeerd hebben. Dat leerlingen als Jos. Bonnet, Marcel Du- prée en Nadia Boulanger van hem hun opleiding ontvingen, maakt duidelijk dat zijn bekwaamheden als paedagoog wei zeer hoog zijn aan te slaan. De 2de Juni 1937 stierf Louis Vierne. Hij had zojuist een orgelrecital gegeven op het omvangrijke Cavaillé-Coll orgel van de Notre Dame. Een boeiende figuur uit de moderne Franse orgelschool was heengegaan. Groot is de invloed geweest van deze HAAGSE BUZ. GERECHTSHOF. De smid M. H. van Steyn was in de bezettingstijd te Hillegom een gevreesde figuur. Hij fungeerde als knecht van de vijand, met wie hij volkomen heulde. Hij was in dienst van de S.S., en één van zijn wandaden is geweest de arrestatie van de Joodse ingezetene Roth, die naar het politiebureau werd overgebracht en later gefusilleerd is. Voor zijn optreden heeft van Steyn zich voor het Haagse Bijz. Gerechtshof te verantwoorden gehad, waar de adv. fiscaal, mr Braun, tegen hem twaalf jaar gevangenisstraf eiste. De raadsman, mr A. N. de Snoo wees op ver zachtende omstandigheden. De scholier J. Witte te Zoeterwoude, was in de bezettingstijd aan de zijde van de vijand gaan staan en had dienst geno men bij de Nacbrichiendienst van het Luftwaffen. Voorts was hij bij de N.S.K.K. geweest. De adv. fiscaal vorderde thans tegen hem vijf jaar gevangenisstraf met aftrek van preventief. De raadsman wees op de jeugd van verdachte en pleitte cle mentie. beschikking hebt over versnaperingen en drinken, laat dan ook minder met aardse goederen bedeelde kameraden daarvan genieten. Neemt ten allen tijde de zwakste in 't midden en laat de beste lopers voorop lopen, mits zij weten hoe tempo te hou den. Alleen op de tweede helft van de laatste dag kan men de zwakste voorop laten lopen. Men kan ze dan niet alleen beter „opjagen", doch dit heeft ook een psychologische uitwerking! De idee, dat ze de troep aanvoeren, de talrijke toe juichingen van 'het publiek, eventuele marsmuziek en vooral ook het dichtbije doel zullen een wonderbaarlijke uitwer king hebben op hun laatste wandelpres taties! En indien gij U houdt aan deze regels, zijn wij er van overtuigd, dat gij een volgend jaar weer aan deze tochten deel neemt, maar ook dat ge U verzekerd hebt van de achting van de buitenstaander en zelf onmiskenbare factoren hebt aange kweekt, die U van nut zullen zijn in uw maatschappelijke carrière, n.l. zelftucht, discipline en hulp aan uw medemens! RCL 3MSV 2 (6—1). RCL 3 heeft in deze wedstrijd op dui delijke wijze gedemonstreerd haar plaats op de ranglijst ten volle waard te zijn, alhoewel gezegd moet worden dat MSV 2 wel tot een der zwakste ploegen in deze afdeling gerekend mag worden. Het vlotte deze middag uitstekend in de RCL-voorhoede, hetgeen ook werd uitgedrukt in zeer goede doelpunten. Door moedig volhouden wisten de bezoe kers even vóór tijd met een goed schot de eer te redden. Scheidsrechter W. Roolloos leidde op uitstekende wijze. VIER INTERNATIONALS OP POLITIESPORTTOURNOOI. Uit Zweden is het bericht binnengeko men, dat aan de voetbalwedstrijden in het kader van het politie-zevenlanden-sport- tournooi te Leiden vier Zweedse interna tionals zullen meespelen. Tot hen be hoort Nohrdal, die in het Feyenoord-sta- dion in de Rest van Europa speelde tegen het Engelse elftal. De Leidse ztvemkampioenschap- pen op Woensdag a.s. Woensdag a.s. om 7 uur zullen in ,.De Zijl" de zwemwedstrijden worden gehou den om het kampioenschap van Leiden. In tegenstelling met de vorige malen zal nu de afstand voor de damesnummers ook 100 m. bedragen, waarmede men wil trachten het zwempeil in Leiden op te voeren. Op de 100 m. borstcrawl om het kampioenschap van Leiden zijn de beste 100 m-zwemmers van Leiden inge schreven, zodat hier een spannende kamp verwacht kan worden. Tevens zullen, evenals voor de oorlóg, de wedstrijden tussen de politie en de „Kwakploeg" met als bijzonderheid een hinderniswedstrijd, zeker de spanning verhogen. Naar we menen, kan het Zijl- bestuur opnieuw op een grote opkomst rekenen. orgelmeesters; geweldig ook de indruk van hun technisch, artistiek en muzi kaal kunnen in de grootse improvisaties, die zij bij hoofd- en nevendiensten in de Parijse kathedralen ten gehore brachten. Jan Zwart Dinsdag 13 Juli 1937 was het in Neder land, dat de orgelist en cantor van de Herst. Evang. Luth. Gemeente te Am sterdam, Jan Zwart, op 60-jarige leeftijd overleed. Op het gebied van orgelspel, orgelhistorie en koraalkunst had hij baanbrekend werk verricht. Aan de orgelhistorie en in het bijzon der aan de houding der Gereformeerden tegenover kunst, wijdde hij zijn histo rische zin en aandacht, zodat hij in de Loop der jaren artikelen kon schrijven, welke een nieuw licht wierpen op de betekenis der Reformatie voor de ont wikkeling van het orgelspel en in het bijzonder grondig afrekenden met libe rale en Roomse beschuldigingen als zou het Calvinisme kunstvijandig zijn. Van grote invloed op de belangstelling voor het Koninklijk instrument oefenden zijn concerten, welke hij in vaste series door het gehele land gaf, en in 't bijzon der welke hij jarenlang als vast mede werker van de NCRV 's Maandagsmid dags voor de radio ten gehore bracht. DE CHRISTELIJKE ZEDELEER. In de aantrekkelijke vorm van een open gesprek langs de lijn van vragen derwijs opgezette verhandeling heeft prof. dr. G. Brillenburg Wurfch het in deze tijd wel zeer urgente probleem der ethiek gezet onder de belichting van wat Gods Woord ten deze uitspreekt en eist. Het plm. 150 bladz. tellende, bij JH. Kok N.V. te Kampen uitgegeven boek stelt, na een inleidende definitie van het ethische, belangwekkende vra gen bij wijze van begrenzing van het onderwerp en tegelijk ponering van de stellingen, welke op grond van Gods Woord te verdedigen zijn. Dit verdedi gen echter niet te zien als afweer, doch als offensief: „Het is nu stellig voor ons als Christenen niet in de eerste plaat3 de tijd om te betogen, maar om te ge tuigen. Van het defensief hebben wij thans in het offensief over te gaan. Wij hebben zelf met het Evangelie de moderne mens aan te vallen, aan te grijpen." De schrijver geeft dan een breedvoe rige, eerlijke, ook zelfcritiek niet uit sluitende beantwoording van vragen als deze: is de zedelijke eis onkenbaar, on uitvoerbaar? En: is de Chr. zedeleer abstract? Betekent zij vernietiging van het levensgeluk? Is zij inhumaan, indi vidualistisch, spiritualistisch, slavenmo raal? Staat zij vijandig tegenover de cultuur? Al deze en meer vragen worden niet alleen in eenvoudige, klare taal, maar ook gedocumenteerd uit de literatuur van aan de Chr. zedeleer vijandige den kers en schrijvers besproken. Voor be langstellende en meelevende kerkleden, voor Evangelisatie-werkers, voor predi kanten en ouderlingen en inzonderheid voor onze gerijpte jeugd bevat het boek een schat van gegevens en richtlijnen, en wat meer is: het is geschreven met de warmte van de overtuiging en van het vurig verlangen, om hoofd en hart te richten op de toekomst des Heren, waarin alle dingen nieuw zullen zijn. De Heilsfeiten. Prof. G. Wisse. Van Advent tot Pinkstertriumf. Uitg. J. P. van den Tol Jz* Dordrecht. Dit boek, dat 430 bladzijden telt, is een verhandeling, „waarin allerlei theo retische en practische uiteenzetting wordt gegeven van hetgeen in de heils feiten ons door de Here ons geschonken. Dus niet enkel theoretische exegese; ook geen predicaties, maar verhandelingen". Zo schrijft prof. Wisse zelf ter Inlei ding. In 20 hoofdstukken behandelt hij Ad vent, kerstmis, het lijden, pasen, hemel vaart en pinksteren. In hoofdstuk 13 „Voor Petrus apart" en in andere hoofdstukken herkent ge toch verschillende preken van de oud hoogleraar. De preekvorm is echter losgelaten. Zo heeft hij aan het apologetisch element een ruime plaats gegeven. De apologe tiek ligt hem beter dan de polemiek. Wisse is altijd sterk in de beschrijving van het zieleleven. Ook in dit werk is een sterk subjectieve inslag. Voor een zijdigheid wil hij zich wachten. „Het zalige van en in het onderwerpe- 1 ij k e ligt altijd- in het gewaarborgd vaste van het voorwerpelijke. De belofte Gods en hare vervulling ligt in God Zelf, en is gedocumenteerd in Zijn Woord". Sterke nadruk legt hij op de heils feiten. De moderne ideologie wordt zeer beslist afgewezen. Van oude of nieuwe verfilosofering der heilsfeiten wil de schrijver niets weten. Het gaat om de „feitelijke werkelijkheid, om de werke lijke historische feitelijkheid". „Wat heeft Jezus ons gebracht, wat we nog niet hadden?" Antwoord: Zich zelf. Dit boek is echt een boek van Wisse. U hoort hem af en toe de dingen zeggen en juist zo zeggen. Er zijn pracht-stuk- ken in te vinden. Velen zullen het met genot lezen. Vanzelfsprekend heeft alle menswerk schaduwzijden. Ook hier is de volmaakt heid niet gegrepen. Verwacht mocht worden, dat in een werk over de heils feiten de heilshistorische lijn wat duide lijker zichtbaar werd. Ook dogmatisch is het niet zo sterk. Over belofte wordt meer gesproken in de zin van heils- voorzegging dan in de betekenis van toezegging. Het geheel is nog al bespie gelend. De stijl is soms, terwijl Wisse koste lijke dingen zegt, niet fraai. Bijv. in het volgende: „tenslotte komt de Koning niet maar omdat het is geprofeteerd, maar het is geprofeteerd, omdat de Koning was op komst". Deze dingen nemen niet weg dat er van deze sluitsteen op velerlei dierge lijken arbeid" zeer veel goeds te zeggen valt. De uitgever heeft eer van zijn werk, op goed papier met duidelijke letter ge drukt, een mooie donkerblauwe band met goudletter. Het ziet er keurig uit Tenslotte: een sprekend portret van de 74-jarige auteur gaat er bij. W. HEERMA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 6