Financieel Overzicht [van de week1
Oefenen en nog eens oefenen zij het parool
PUZZLE VAN DE WEEK
Bedrijfspensioen
2
fo
M
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG, 17 MEI 1947
De Tweede Kamer verzacht de Hef
fing in eens met 20 pet over de ge
hele linie en aanvaardt haar. Mo
gelijk verhandelbare lening voor
resterende saldi. Het tekort over
1946 valt mee, dat over 1947 wordt
ongunstig beïnvloed door nieuwe
lasten.
Hét wetsontwerp Vermogensheffing in eens
heeft in de afgelopen maanden al heel wat
monden en pennen in beweging gebracht en
bij de behandeling in de Tweede Kamer
deze week is het ook warmpjes toegegaan.
Eenerzijds de socialisten, die er volkomen
a cc oord mee gaan, ja zelfs een heffing tot
het dubbele bedrag zouden toejuichen, daar
tegenover rechts (zonder de Roomschen) en
de liberalen, die er niets van willen weten,
omdat de uitwerking op het staatsbudget
dermate gering is dat zij niet opweegt tegen
de economische nadelen dezer heffing. En
daartussen in: de KVP die beide, kool en geit
wil sparen, zich daarom in allerlei bochten
wrong en tenslotte de middenweg vond: een
amendement om de heffing ov«r de gehele
linie met 20 pet te verlagen, welk amende
ment door de Kamer werd aangenomen met
49 tegen 34 stemmen, terwijl daarna het wets
ontwerp werd aangenomen.
De Minister zelf wilde van een verlaging
niets weten. Wel was hij bereid de betaling
der heffingen door ondernemingen over acht
jaar te verdelen, zelfs wilde hij de termijn
binnen welke de geblokkeerde gelden, welke
na de heffing zullen overblijven, welke ter
mijn aanvankelijk op vijf jaar zou worden
gesteld, bekorten en onderstreepte hij nog
eens, dat voor het geval de geblokkeerde
gelden slechts een gering bedrag betreffen,
de blokkade geheel zal worden opgeheven.
Een nieuw element, of eigenlijk een oud
dat reeds was opgeborgen maar weer te voor
schijn werd gehaald, is 's Ministers toezeg
ging dat de mogelijkheid van een omzetten
der resterende saldi in een verhandelbare
lening zal worden overwogen. Wanneer de
voorwaarden dezer lening zoodanig zijn dat
er geen reden is voor een disagio ten aanzien
van de andere staatsleningen, kan men tegen
zulk een lening wel bezwaren koesteren (om
dat zij degenen wordt opgelegd, die toeval
lig veel on belegd geld hadden op de dag der
geldsanering, dus volkomen willekeurig is),
doch onoverkomelijk zijn deze bezwaren niet.
Het is in elk geval verre te verkiezen boven
een langdurige blokkade.
Wat er overigens tegen een vrijgeven der
saldi, na betaling der heffingen, bestaat ver-
DAMR UBRIEK
.Ule correspondentie betreffende deze ru
briek te zenden aan W. Hoekstra, Wildhoef-
laan 7, Den Haag.
Correspondentie.
H. van den B. e.a. Inderdaad kan ik
veel voor Uw inzicht voelen, hetgeen uit de
samenstelling van deze rubriek duidelijk kan
blijken.
L. S. De gezonden stand is zonder twij
fel remise.
R. D. Deze slag komt reeds voor in het
werk van Baledent.
R. H. Hoewel van Chestem's prestaties
niet veel bekend is, houd ik het op een
overwinning van onze landgenoot Keiler.
L. D. Maar toen was er geen papier-
nood. Even geduld, wie weet reeds 9poedig.
Vraagstuk no. 5.
Auteur: MAX DOUWES, Groningen.
Ie publicatie.
Zwart: 7—9, 1(2, 23, 26, 20, 33, 36.
Wit: 16, 21, 27, 32, 37, 36, 42, 43, 46.
Wrt speelt en wint.
Oplossingen inzenden uiterlijk binnen
dagen.
mogen wij niet te begrijpen. De opbrengst
der beide heffingn vermogen saanwas en
beffing in eens wordt geraamd op f5%
milliard, hetgeen na de verlaging der tarie
ven, bedoeld bij het amendement-Teulings,
zal worden verlaagd tot ruim f5 milliard, een
bedrag dat vrijwel gelijk is aan de thans nog
geblokkeerde gelden. Of men deze heffingen
nu betaalt met xrij dan wel met geblokkeerd
geld, een feit blijft dat ze f 5 milliard aan de
omloop wordt onttrokken en het is tenslotte
een eenvoudig rekensommetje om te bewijzen
dat het bedrag dat na de heffing aan ge
blokkeerd geld aanwezig blijkt te zijn aan
heffingen in vrij geld moet zijn betaald.
Men kan dus met recht vragen waarom de
Minister zich met hand en tand tegen een
vrijgeven der geblokkeerde saldi na de be
taling der heffingen blijft verzetten. Houdt dit
misschien verband met het in betaling nemen
van staatsschuld bij de heffingen, waardoor
in feite het tegenovergestelde wordt bereikt
van wat men bereiken wil? Moet daarvoor
het geblokkeerde geld, dat zich nu toch een
maal in de macht van de Minister bevindt
worden vastgehouden? Om tegelijkertijd de
obligatiemarkt te steunen en dus de goéd-
koopgeld politiek der regering?
Minister Lieftinck heeft in de Twede Ka
mer toegegeven dat het budgetaire effect
dezer heffing niet groot is. Daarnaast zullen
bezuinigingen nodig zijn, waarop door de
heer De Wilde nog eens nadrukkelijk werd
gewezen. Volgens de Minister wordt daartoe
alles in het werk gesteld en valt het tekort
over 1946 mee. Het jaar 1947 ziet er minder
goed uit wegens de oudedagsvoorziening
(waarover tussen de heren Hofstra en De
Wilde een voor laatstgenoemde minder geluk
kige discussie ontstond) en de salarisverho
ging der onderwijzers. Indië, de wederop
bouw en de subsidies vertegenwoordigen 70
pet van het tekort, allemaal uitgaven welke
een tijdelijk karakter dragen, van welks tij
delijkheid het eind echter vooralsnog niet te
zien is.
De beurs was deze week min of meer luste
loos gestemd en gaf deels wat lagere koer
sen Dit behoeft, gezien de sterke stijging van
de laatste tijd, geen verwondering te wekken;
er zijn tenslotte grenzen De scheepvaart
markt blijft in de belangstelling. Na de Kon.
Boot declareerde de Wijklijn, een minder
bekende Mij, een dividend van 21 pet over
de oorlogsjaren plus 1946, terwijl van de
Stoomvaart Mij „Nederland" ter beurze ver
luidde dat zij 37 pet zal uitkeren, waarvan
25 pet in aandelen (die momenteel ca. 230
pet noteren) en 12 pet in contanten. Niet zo
slecht! Overigens heeft de Kon. Ned. Stoomb.
Mij in haar jaarvergadering de waarschu
wing laten horen tegen al te hoog opge
schroefde koersen, daar de liquide middelen
nog ontoereikend zullen zijn voor de aanvulling
der vloot. De ervaringen, opgedaan na de
vorige oorlog met de prijzen van schepen,
zullen de directies der scheepvaartmij en
echter voorzichtig doen zijn in haar her-
bouwplannen.
Is ihet U ook al opgevallen, wat een kleu
rige, fleurige mantels men de laatste tijd ziet
dragen? En dat waarlijk niet alleen door
onze jonge meisjes, die zich op het gebied
der mode altijd wat meer kunnen veroorlo
ven dan ihaar oudere zusters! Iemand met een
knalgroen, hardgeel of steenrood jasje te
zien lopen is tegenwoordig lang geen zeld
zaamheid. Trouwens, alle kleuren van de re
genboog zijn vertegenwoordigd en daarnaast
zien wie bovendien veel ruiten en zelfs stre
pen. Het lijkt wel, of de mode zich na de
lange kleurloze jaren die achter ons liggen
ineens van haar uitbundige kant wil laten
zien. Waarmee natuurlijk helemaal niet ge
zegd wi'l zijn, dat de meer geijkte kleuren als
zwart, blauw, beige, grijs en bruin het nu in
eens minder goed zouden doen. Velen onzer
zullen er zélfs uit practische overwegingen
de voorkeur aan geven en ze hoeven er niet
minder modieus om gekleed te gaan.
Wat is er bijvoorbeeld fijner dan een een
voudige marineblauwe mantel, heel even op
gevrolijkt door wat wit 'hier en daar? Of een
grijs model als van onze foto, dat op even
sobere als smaakvolle wijze werd gegarneerd
BOEKJESWIJSHEID ALLEEN
IS HET WARE NIET
(Van onze schaakredacteur H. J. J. Slave-
koorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag).
Vele deelnemers aan onze ladderwedstrijd
hebben mij gevraagd of zij uit een boekje
kunnen leren, hoe zij problemen, partijstel
lingen en eindspelstudies moeten oplossen.
Het .3 niet eenvoudig op deze simpele vraag
een kort antwoord te geven. Het is immers
duidelijk, dat men uit de schaakboeken veel
leren kan, doch men zal er zich rekenschap
van moeten geven, dat dit nooit anders dan
algemene waarheden kunnen zijn. De stel
lingen van problemen, enz., zijn immers ein_
deloos gevarieerd; de ideeën en thema's,
welke hierin verwerkt zijn, zo talrijk, dat
men wel een groot kenner moet zijn, wil
men niet telkens voor verrassingen geplaatst
worden. Het kennen van ideeën en thema's,
zowel in de problematiek als op het gebied
der studies, is vanzelfsprekend waardevol,
doch deze kennis alleen brengt ons geen stap
verder tot het vinden van allerlei oplossin
gen, indien zij niet wonden aangevuld en
omgeven door oefening en ervaring. Deze
orakelwij sheid moge schijnbaar de oplosser,
die zich urenlang heeft afgetobd op wat de
schaakredacteur in zijn ,,hoge" wijsheid een
eenvoudige opgave heeft genoemd, tot wan
hoop brengen, zij brengt hem in feite wel
degelijk nader tot het beoogde doel, indien
hiij de raadgevingen, welke wij successievelijk
op dit gebied zullen geven, wil opvolgen.
De eerste raadgeving is: bewaar onze opga
ven zorgvuldig en voeg daar telkens de op
lossingen bij; speel deze oplossingen cri-
tisoh door en rust niet voor U alle zetten
begrepen hebt; zoek zelf het antwoord op
zetten en varianten, welke in de oplossing
niet vermeld zijn. Door het inrichten van
een plakboek met opgaven en oplossingen
verkrijgt U bovendien een aardig geheel,
dat de moeite van het bewaren waard is.
De oplossingen.
De oplossingen der opgaven 79—81 publi-
oeren wij volgende week. Thans alleen de
opgaven AD uit onze rubriek van 3 Mei j.L
Stelling A: 1. Txg3, Lxg3; 2. Pf3, L onv.;
3. g4 mat.
Stelling B: 1. hxg3, Le3; 2. Tg4, Lg5; 3.
Th4|, Lxh4; 4. g4 mat.
met zwart fluweel? Dergelijke nauw-aange-
sloten jassen, die we zowat evenveel zien als
de lange of korte wijdvallende exem
plaren, hebben gewoonlijk speciaal van ach
teren ruimte in de rok door een paar plooien,
of klokken.
Over plooien gesproken: die zijn op het
ogenblik zeer modern, en wie zien ook jassen
die dit modesnufje vertonen: een hele ge
plooide rok of een mouw die helemaal uit
platte plooien bestaat. Ook dwarse plooien,
oprijgsels dus, zijn geen zeldzaamheid. Maar
U begrijpt natuurlijk wel, dat al die grapjes»
hoe aardig ook, niet passen in een zeer be
scheiden garderobe.
Om met het ruim-vallende jasje van onze
tweede foto te besluiten: het is van mosterd-
geel laken vervaardigd en vormt samen met
de nauwsluitende ziwarte japon, die er onder
wordt gedragen, een sjiek ensemble voor het
voor- of najaar. Ook de handschoenen en de
voile van het bloemenhoedje zijn natuurlijk
zwart.
Stelling C.: 1. Tb7, Le3; 2. Tbl, Lg5; 3.
Thlt, Lh4; 4. Th2, gxh2; 5. g4 mat. Of 1.
Lgl; 2. Tbl, Lh2; 3. Tel, Kh4; 4. Kg6 en 5.
Te4 mat.
Stelling D.: 1. Pf3, Lel; 2. Pxel, Kh.4; 3.
h3, Khö; 4. Pd3, K!h4; 5. Pf4, h5; 6. Pg6 mat.
De nieuwe opgaven.
Opgave 85 (serie A 2 punten).
Wit: Kgl, Dfl, Tal, Te6, Lel, pionnen a2,
b2, f2, g2, h2 (10 stukken).
Zwart: Kb8, Ddl, Td8, Th.8, Lb4, pionnen
a6, b7, c7, g7, h5 (10 stukken).
Zwart aan zet, wint een toren.
Opgave 86 (zowel serie A als serie B
3 punten).
Wit: Khl, Td4, Tgl, pionnen a2, b2, e4, e6,
f5, h2 (9 stukken).
Zwart: Kh8, Tg8, Th6, Pg4, pionnen a7, b6,
c6, h.7 (8 stukken).
Wit aan zet bereikt in 3 zetten geforceerd
een winststelling.
Opgave 87 (serie B 5 punten).
Wit: Kh7, Del, Pg4, pion d6 (4 stukken).
Zwart: Kf8, Da4, Pe8, pionnen d5 en 10
(5 stukken).
Wit begint en wint.
Van links naar rechts en van boven naar
beneden woorden van de volgende betekenis
invullen:
1 jong zoogdier; struisachfige vogel
(Austr.); salaris; maagafdeling bij herkau
wers; 2 weddenschap; vr. zoogdier; land
bouw vork; vloeistof; 3 Japansche drank;
putemmertje; mil. hoofddeksel; lischbloem;
4 dienstbode; streek; regelmaat; denkbeeld;
5 deel v. d. varken; regenworm; echtgenoot;
hechtnagel; 6 reus; beroerd; rivier in Zwit
serland; dwergvalk; 7 draaghout; wissel-
Het loon behoort zodanig te zijn, dat de
arbeider zijn gezin daarvan kan onderhou
den, niet alleen wanneer hij werkt, maar ook
als hij niet of niet meer kan werken, dus bij
ziekte, bij ongeval, bij invaliditeit en bij
ouderdom.
Maar een arbeider kan reeds op jeugdige
leeftijd invalide worden. AI was zijn loon
nog zo hoog, hij kan daarvan zijn verdere
leven zijn gezin niet onderhouden. De plioht
tot doorbetaling van het loon kan men ook
niet leggen op de individuele werkgever. Im
mers, een arbeider kan invalide worden als
hij slechts enkele dagen bü een klein
baasje werkt.
Hier helpt alleen verzekering, dat is: het
als bedrijifsgenoten samen dragen van de las
ten der bedrijfsgemeensohap.
Op deze gedachten steunt Talma's sociale
verzekering.
Het loon zeide Tal ma bestaat uit twee
delen: het deel, dat de arbeider des Zater
dags ontvangt om zijn gezin te kunnen on
derhouden en een ander deel, dat hij niet
direct ontvangt, doch dat voor hem gereser
veerd wordt voor het geval van ziekte, on
geval, invaliditeit en ouderdom.
Zo is Talma gekomen o.m. tot zijn Invali-
diteits- en Ouderdomswet. Deze wetten
schonken de arbeider geen gunst, geen tege
moetkoming van Staatswege, doch een aan
spraak, een recht op inkomen op grond van
zijn arbeid.
Daarmede was de strijd over verzorging of
verzekering ten gunste van de verzekerings
gedachte beslist.
Twee punten waren er echter, die Talma
in zijn dagen niet tot een oplossing kon
brengen: de hoogte der pensioenen en de uit
voeringsorganen.
't Is volkomen onjuist, dat Talma slechts
voor een pensioen van f 3.per week zou
hebben gezorgd (de f 3.had immers slechts
betrekking op degenen, voor wie nog nooit
of slechts zeer weinig was „geplakt") en
eveneens mag men niet uit het oog verlie
zen, dat een ouderdomsrente van f5.
f 6.thans, in verband met de waardeda
ling van de gulden, een gans andere bete
kenis heeft dan vroeger. Maar ook wanneer
men deze beide factoren in aanmerking
neemt, zal niemand durven beweren, dat de
verzekerde pensioenen voldoende waren.
De eerste taak van het volgend geslacht
was daarom: verhoging der bedragen. Op
nieuw werd echter bewaarheid, dat een ar
beider, die van de staat afhankelijk is, een
zwakke arbeider is. Ook als gevolg van
de financiële toestand van het Rijk en de
economische crises bleven zelfs de voorgeno
men stortingen in de fondsen achterwege.
Het tweede punt, dat Talma nog niet tot op
lossing kon brengen, was de kwestie van de
uitvoeringsorganen. De arbeidersbeweging
stond nog in de kinderschoenen. Permanente
organen van overleg ontbraken nog. Er bleef
Talma geen andere weg dan: Rijksverzeke
ringsbank en Raden van Arbeid, met dien
verstande, dat Talma, die raden metterdaad
bedoelde als „Raden van de Arbeid". Op dit
punt heeft hij zijn doel echter niet bereikt.
Deze twee punten staan nu, na meer dan
25 jaar, in de land- en tuinbouw opgelost te
worden.
De Regering heeft zich verenigd met de
instelling van een bedrijfspensioen
fonds voor agrarische bedrijven. Dat is een
beslissing van de grootste betekenis.
Ten eerste omdat het „oud en arm" nu
voor de land- en tuinarbeiders gaat verdwij
nen.
Voorts omdat daarmede de jarenlange ach
terstelling van de agrarische arbeiders tot het
verleden gaat behoren. Op het punt van de
ouderdomsvoorziening zullen zij zelfs voor
aan gaan.
Maar vooral is deze beslissing van beteke
nis, omdat daarmede ten. principale is be
slist, dat de arbeider niet afhankelijk is van
een gunst of een ondersteuning van de Staat,
doch als volwaardig bedrijfsgenoot recht
heeft op pensioen. Opnieuw in de geschiede
nis der sociale beweging zijn de Christelijke
beginselen het sterkst gebleken. Dat kan
iemand die de geschiedenis dezer beweging
kent, niet verwonderen .Alleen het Christe
lijk beginsel is in staat, het maatschappelijk
leven te hervormen.
De oprichting van het bedrijfspensioenfonds
in de land- en tuinbouw is daarom een ge
lukwens waard aan de landarbeiders, aan de
boeren en tuinders en aan hun bedrijfsor
gaan, de Stichting voor de Landbouw, die
reeds zo enorm veel goed werk voor one
platteland heeft gedaan.
borgtocht; Z. Amerikaansch dier; smet; 0
malsch; vereeniging; ribtoetjesgoed; wind
richting.
Oplossing van de puzzle van vorige week
Van links naar rechts: 1 p; 2 ra; 3 oir; 4
cito; 5 laken; 6 Apollo; 7 majem; 8 aera: 9
tas; 10 ii; 11 e. Uit de eerste en laatste
letters van ieder woord: proclamatie; paro-
nomasie.
Ie prijs J. Boon, Sophiastr. 59, Leiden; 2e
prijs G. v. Gorkum, Dorpsstraat 63, Hazers-
woude; 3e prijs W. de Die, Verdamstraat 44,
Leiden.
Oplossingen voor Vr ij d agmorgen 12 uur per
briefkaart, met in liuker-bovenhoek-
adreszijde de vermelding „Puzzle-oplossing".
1
3
Viï'T
4
5
v>y?ï
7
8