Financieel Overzicht [van de week) HP S m 0, 11 HP 5 m s m ÉS fi B B üf li B H m 8 jjg 0 S Sf is 8 Él Aruba wil meer in de melk te brokken hebben Herinnering Wat kogels op het schaakbord vermogen NIEUWE LEIDSCIIE COURANT Naklanken over de Nota Cre- dietenmarge nagenoeg uitgeput Zullen nieuwe credieten worden verkregen? Aandelen op de beurs nog steeds troef De Kon. Ned. Stoomboot keert 30 pet uit over zes jaar, waarvan 20 pet in aandelen. Wie kennis genomen hoeft van de uit voerige Nota, welke minister Lteftimck over de financiële toestand des lands heeft gepubliceerd, zal zeker aan de be kwaamheid en de werkkracht van deze be windsman niet twijfelen. Maar evenals de door hem ingediende begroting voor 1947 draagt ook dit staatsstuk weer een bij uit stek professoraal karakter. Het geeft een diepgaande analyse van onze nationale ar moede en de daarmee verband houdende devdezenmood; het erkent oiwerbloemd de het tekort over 1947 op onze betalingsba lans, maar het mist ten enenmale perspec tief en laat ons in het onzekere over de vraag of de Regering zich in staat acht de grote moeilijkheden van deze tijd te over winnen. Of het thans bestaande tekort enkele bon derden millioenen groter of kleiner is, maakt niet zoveel uit. Het is, zoals een wijs man eens gezegd heeft, niet de vraag waar men zich bevindt, doch in welke richting men zich beweegt. En in dit opzicht kan men bij de huidige Regering en ook bij min. Liefitinok nog steeds niet gerust zijn. Gaan we na een langdurige periode van neer gang thans vooruit, of bewegen we ons nog altijd in een verkeerde richting. Minister Neher heeft onlangs over de mo gelijkheden van de wederopbouw geen op wekkend geluid laten horen Het vorig jaar hadden we groot gebrek aan hout, dit jaar zal' de toewijzing van ijzer en staal ver be neden de verwachting blijven en van veel groots opgezette ptlannen tot vernieuwing van ons productieapparaat zal dus voor eerst nog niets kunnen komen, ondanks het feit, dat de Nederlandse betalingsbalans over 1947 een tekort van f 2234 milMoen zal laten, dat ons tot verdere liquidatie van het bezit aan: buitenlandse fondsen en het op nemen van nieuwe credieten zal nopen. Minister Lieftinok heeft medegedeeld, dat onze cred ietmarges thans niet meer dan enkele honderden millioenen bedragen, wat wil zeggen, dat ze binnen enkele maanden uitgput zullen zijn. Alles draait dus om de vraag of tijdig nieutwecredieten zullen kunnen worden verkregen. Er bestaat .goede hoop", zo zegt de Nota dat in de naaste toekomst een eerste tranche van 100 milMoen dollar van het bij de Wereldbank aangevraagde crediet van 535 milMoen dollar zal kunnen worden opgenomen, maar deze mededeling is zo vaag, dat zij weinig indruk heeft gemaakt. En wanneer men ziet dat Noorwegen voor een simpele 10 millioen dollar 3V2 pet moet betalen en die In 10 jaar moet aflossen, zal men goed doen met zich van de credietmo- gelijkheden in de V.S. geen grote illusies te scheppen. In haar verslag over 1946 merkt ook de directie van de Nederlandsche Bank op, dat de mogelijkheid van het opnemen van crediet „begrensd" is, evenals de ver koop van het bezit van buitenlandse waar den, waarvan de Regering dit Jaar blijkbaar voor een bedrag van c.a. 100 milMoen dollar wil verkopen. Genoemde directie wijst er daarom met nadruk op. dat de Regering naar vermindering van de begrotingsdefi- citten za moeten streven om te voorkomen dat de voor het herstel van ons land nood zakelijke Investering onmogelijk wordt of het inflatieproces verder voortschrijdt. Waar de Regeling op dit punt nog steeds in gebreke blijft, kan het niet verwonderen, dat men in financiële kringen de Nota van minister Liefitinok voor kennisgeving heeft aangenomen en dat men op de Amsterdamse damrubriek Alle correspondentie betreffende deze ru briek te zenden aan W. Hoekstra, Wildhoef laan 7, Den Haag. Fraaie partijcombinatie. Vraagstuk no: 3. Zwart: 1, 3. 8—10, 13—17, 19, 20, 24—26. Wit: 28. 32—40, 42, 44—49. Wit speelde tn deze stand: 1 46—41? 26—31? 2 36X27 (37X26 geeft hetzelfde resultaat) 2 17—22 3 28X17 11X31 4 37X26 16—21 5 26X17 23—29 6 34X12 13-18 7 12X23 19X46 nt nu door: 8 33—28 46X19 9 47—41 19X46 10 38—32 46X11 11 39—34 11X50 12 34—29 24X33 13 49—44 50X39 14 40—34 39X30 15 35X21 beurs aan aandelen boven obligaties de voor keur blijft geven. Dat er voor obligaties nog steeds nieuwe kopers gevonden worden houdt verband met het feit, dat kleine be leggers het risico van aandelenbezit niet mogen lopen, maar vooral met de voortdu rende vraag der grote institutionele beleg gers, bij wie thans het grootste deel der nationale besparingen terecht komen. Er blijft zodoende voor obligaties een afzet gebied en ook de 3-3^ pet lening van de Bank voor Nederlandsche Ge* me enten, groot f 25 milMoen, zal dus wei kunnen worden ondergebracht, hoewel wij het optimisme der directie over de fii- naciën der gemeenten niet delen. Op de Amsterdamse beurs blijft, zoals we reeds opmerkten de belangstelling voor de Aandelenmarkt bestaan, welke zich deze week om Scheepvaart waarden concentreerde, in verband met de aankoniging van 30 pot dividend over zes oorlogsjaren door de Kon. Ned. Stoomboot, waarvan 10 pet in con tanten en 20 pot tn aandelen wordt uitge keerd, wat wil zeggen, dat aandeelhouders in totaal ca. 45 50 pet ontvangen. Woens dag stegen de aandelen aanvankelijk 30 pet, waarop enige reactie volgde, maar de ge hele soheepva a rtaftieling bleef uitermate vast, niet het minst omdat de vooruitzich ten van het lopende jaar zeer gunstig wor den geacht. Terecht wijst de directie er ech ter op, dat voor nieuwbouw grote kapitalen nodig zijn en in de toekomst derhalve met extra zware afschrijvingen gerekend moet worden. Intussen is het bemoedigend, dat de Nederlandse scheepvaart, die thans een on zer voornaamste derviezenlbronnen is, zich zo krachtig herstelt. De Kon. Ned. Stoom boot heeft thans een vloot in bedTijf van na genoeg dezelfde onwang als' voor de oorlog en ook de andere rederijen voeren hun vloot nog voortdurend op. Maar wat geven de grote winsten onzer nationale ondernemingen,, wanneer de staatshuishouding voortgaat een veel te groot deel van het nationaal inkomen voor zich op te eisen? PUZZLE VAN DE WEEK 1 links: rivier in Nederland: 1 rechts: tee- ken, sein: 2 anders genoemd of gezegd: S. gemeente in Drente: 4 niemand uitgezonderd: 5 moeite; 6 houten gebouw; 7 grondstoort. (Oude spelling). De oplossing van de Paardensprongpuzzle is: „Wat? Wist U dat al? Een slagzin, die veel door ons zusterblad in Den Haag wordt gebruikt. Prijswinnaars puzzle-oplossing. Ie prijs Lies Moerman, Hogewaard. Kou dekerk; 2e prijs dpi. scldaat H. J. de Jong, Bew. Cie Luchtvaarttroepen, Vliegpark, Gilze Rijen b.L.S.R., post Rijen; 3e prijs J. Wa terland Sieboldstraat 44, Leiden. Oplossingen gelieve men uiterlijk Vrijdag morgen in ons bezit te doen zijn per brief- k a a rt, met in linkerbovenhoek-adreszijde de vermelding .Puzzle-oplossing". JAARVERGADERING CHR. NAT. SCHOOL ONDERWIJS. Donderdag 29 Mei komt „Chr. Nat. School- Giwtarwlis" te Utrecht in K. en W. bijeen. Sprekers zfln ds M. van Grieken en de heer P. van Duyvendijk en dr G. Kolsbeek. JU m 11 g| pS p* te B 11 fit Hü ÖI nn Op ditzelfde idee heeft Fabre eveneens een studie gecomponeerd die, naar ik meen, werd gepubliceerd in „Le Jeu de Dames". INTERVIEW MET DEN NED. BEVELHEBBER (Van een onzer verslaggevers; Men moet zeer voorzichtig zijn met stem men uit de West, aangezie.» ook hier de politieke toestand eenigszins verward is. Het is niet duidelijk aan te geven, wat de in- heemsohe bevolking wil, daar zij in feite poli tiek niet bestaat, aldus zei ons mr L. C. Kwartsz. de bevelhebber van Aruba, die tijdelijk in Nederland heeft vertoefd en dezer dagen weer naar West-Indiëë is vertrold^n. Aangezien men in het al gemeen geen helder-omlijnd beeld heeft over West-Indië, was het veiheugend, eens met een „insider" te kunnen spre ken. Nu zal me nigeen bij het hooren van het woord „Aruba" hoogstens eenige schoolkennis tot zijn beschikking hebben en zich nog miinder een beeld kunnen vormen van de regeeringsstruc- I tuur. Elk der zes West-Indische eilanden is ge plaatst onder een bevelhebber, die gezamenlijk af- i hankelijk zijn van $3 den gouverneur van Curacao, dr MR L. C. KWARTSZ P| Kasteel. Aruba heeft op het oogenblik 42.000 inwo ners, waarvan 28.000 Nederlanders Een jaar of 15 geleden bedroeg dit totaal-aantal op het eiland slechts 15.000, maar sedert de olie van Venezuela hier geraffineerd wordt, is het aan tal sterk gestegen. In den laatsten tijd laat de Curagaosohe gouverneur de teugels ten aanzien van Aruba eenigszins „vieren", aan gezien hier eenige ontstemming heersoht. We drukken dit laatste voorzichtig uit, maar de suprematie van Curagao heeft hier ontevre denheid gewekt. Men wil „los" en meer toe nadering zoeken tot Nederland. Dit heeft twee redenen en in eerste instantie moeten we ons dan bepalen tot het handelsprobleem Tot voor kort hadden de groote firma's uit het buitenland maar één agent en wel op Curagao. Deze importeerde voor het heele gebiedsdeel en trad dus tegelijk op als agent- importeur-groothandelaar-detaillist met als practisch gevólg: een viervoudige winst. Op Aruba vond men slechts detaillisten, die de „overschotjes" van Curagao konden krijgen tegen vrij hoogen prijs. Hoewel allerlei Amerikaansche firma's thans ook op Aruba een agent geplaatst hebben o.a. de Ford fabrieken, zoodat de prijs van een Fordauto thans even hoog in Curagao is als op Aruba is het erg jammer, dat veel Nederlandsche firma's het economisch belang van Aruba nog niet inzien en het oude systeem hand haven. Om een voorbeeld te noemenDelftsch aardewerk kan men alleen maar trekken via het filiaal te Curagao. Ten tweede is men ontstemd, omdat het heele bestuursapparaat op Curagao zit: daar wordt beslist over bruggen en wegen en tal van zaken meer Mr Kwartsz gaf een aardige illustratie, welke ingewikkelde procedure b.v. gevolgd werd bij den aankoop van een schrijfmachine voor de politie op Aruba. Het duurde erg lang en was met recht „bureaucratisch ingewikkeld" De huidige regeeringssiructuur beteekent dus een enorm tijdverlies. Nu heeft gouverneur Kasteel reeds een half jaar geleden een de centralisatie-ontwerp ingediend bij de Staten van Curagao, maar dit college heeft het veel te druk met andere dingen, zoodat het ont werp pas zeer onlangs in behandeling is ge nomen. Aruba hoopt, dat het „erdoor" komt. want het land is economisch sterk genoeg om zichzelf te kunnen redden. Men toont over het algemeen echter weinig interesse voor de autonomie, daar Curagao 65.000 in woners heeft, waarvan 00.000 Nederlanders, zoodat men begrijpt, dat hoe de regeerings- vorm ook wordt men altijd afhankelijk zal blijven. Het voorstel om Aruba en Cura gao in de Volksvertegenwoordiging gelijke lijk te doen vertegenwoordigen, is indien men van het democratisch verkiezingsprin- oipe uitgaat onjuist, aangezien die niet overeen komt met de bevolkingsverhouding. Overigens is het geenszins gemakkelijk om een eiland als Aruba te besturen. Men heeft hier maar eventjes30 nationaliteiten en de bevelhebber heeft tal van problemen met de verschillende consuls op te lossen. De Nederlandsche bevolking bestaat uit onge veer 500 personen van rechtstreeksche „Euro- peesche" afstamming, terwijl een belangTijk gedeelte afstamt van Nederlandsche kolonis ten of een .mengsel" vormt van Nederlan ders met de oorspronkelijke inheemsche be volking die hier ook in rijken getale aan wezig is en die uit vlijtige en spaarzame Indianen, zgn. Caribianen, bestaat. Deze werden in den loop der historie door de Spanjolen van Curagao verdreven; hier wer den slaven gebracht, die nog thans het bevol kingsaspect daar bepalen. Aruba, dit eiland van „felle kleuren en stralende zon" heeft stellig toekomst: het is een belangrijke ex porthaven op het vaste land van Columbia. Men spreekt wel eens smalend van een „gloeiend heet olieeiland", maar de tem peratuur is daar voor een Europeaan alles zins dragelijk. Aruba heeft ook een eigen leger van inheemsahe troepen, die naar in de bedoeling ligt door Nederlanders aangevuld zullen worden. Mr Kwartsz, die ook alle draden van bestuur loopen im mers in zijn handen het lege» onder zijn beheer heeft, is dus in menig opzicht een centrale figuur. Hij hoopt dan ook spoedig met hernieuwde kracht terug te gaan. De eerste dagen van de Meimaand worded wij opgeroepen om te herdenken. Dat was het vorig jaar het geval. Thans is het evenzeer het gevaL En het ligt in de bedoeling, dat tot in verre toekomst de eersbe dagen van de Meimaand in het bijzonder deze bestem ming zullen dragen. In deze herinnering ligt kracht en ligt zwakheid. De kracht is deze, dot wij dat jaar en alle komende jaren het leven van het ogenblik mogen confronteren aan het mo ment der bevrijding, aan de eerste dagen uit het jaar 1945. Is dat wel een kracht? Naar de menselijke zijde beoordeeld stellig niei '^an die menselijke zijde bezien zijn de twtt ia- ren, welke sindsdien voorbijgleden, slechts aanwijzingen, hoe mogelijkheden kunnen worden verwaarloosd, kansen/genegeerd, ge nade kan worden verzondigd. Maar de kracht ligt ook niet aan menselijke zijde. De kracht ligt in de trouw, welke God vooral in die Mei maand uit '45 zo duidelijk aan ons leven, ook aan ons volksleven heeft betoond, en in de trouw, waarmede Hij ook daarna ons leven in stand hield, ook toen wij dag op dag bezig waren de herschonken vrijheid te bederven. Dit laatste is dan ook onze zwakheid in de herinnering van vandaag en van de komende Maandag. In de laatste twee jaren sinds 1945 hebben wij, als wereld, als volk en als mens, buiten twijfel zeer veel herwonnen. Maar wij hebben zeker ook zeer veel verloren. En wij zijn hard bezig dit verlies te consolideren en ons als wereld, als volk en als mens in te graven in achterwaarts getrokken stellin gen. Over het wereldbeeld behoeven wij van daag niet veel te zeggen, nu de mislukte con ferentie van Moskou nog zo vers in het geheu gen ligt en het ons alleen maar vergund Is, ons vast te klampen aan het woord van een der wereldleiders, dat men elkaar de vol gende maal stellig vinden zal. Indien dit zo zeker is. waarom lukte het dan niet de eerste keer? Het wereldbeeld toont het vastgroeien in twee grote kampen met de rest aan mid delgrote en kleine staten in de periferie. Het is weinig opwekkend, dat het vooralsnog voor de overwinnaars onmogelijk is, elkaar in een vredesverdrag met de overwonnen staat te vindien. Ons eigen volksleven biedt al evenzeer een beeld van vernedering. Hoe anders had de ontwikkeling kunnen zijn. Hetgeen een ont wikkeling kon zijn in de weg van gezonde partijformatie op de grondslag van beginsel en overtuiging, is in verschillende opzichten geworden tot een wel zeer menselijke partij politiek, een koehandel in regeringsfuncties, en het is zelfs zover gekomen, dat onlangs het woord „chantage" werd gebezigd om de onderlinge verhouding tussen de regerings- gtroepen te tekenen. De ene groep zou de an dere alleen maar door chantage aan zich kun nen binden. En dan de vrijheid in ons volksleven. Hoe zeer zijn wij dit laatste jaar niet als volk de weg verder opgegaan, welke in zijn richting wijzers alle kenmerken draagt van onvrij heid en willekeur. Tenslotte: wat is van de gemeenschap over gebleven? Het is waarlijk wel goed, ons de Meidagen van 1945 in het geheugen te roe pen, al was het alleen maar om te zien, hoé het had kunnen zijn. In plaats van de ge meenschap die aan een gezonde beginsel keuze niet in de weg behoefde te staan is versplintering gekomen, partijpolitiek en zelfverheerlijking. Wat wij vandaag móssen, is datgene wat zij hadden, die wij vandaag in eerbied ge denken: onze gevallenen. Zij deden, zoals Campert het zei in zijn mooi gedicht: Zij kusten hun kind, zij kusten hun vrouw, en streden de ijdle strijd, zij konden zich los maken van hetgeen hun overigens zo dier baar was, om de gemeenschappelijke strijd aan te binden met de overweldiger, voor vrij heid en voor recht. Moge hun beeld ons vandaag voor ogen staan, en mogen wij, vandaag en alle dagen van ons leven, in ootmoed onze knieën bui gen voor Hem, Die alleen trouw is en alleen Dezelfde blijft. LADDERWEDSTRIJD VOOR ééN WEEK ONDERBROKEN (Van onzen schaakredacteur H. J J. Slave- koorde) Aangezien onze Rotterdamse en Dordtse zusterblad en mJ.v. heden de sohaakrubriek óók op Zaterdag publiceren, zijn wij met de ladderwedstrijd in Den Haag en Leiden een volle week vóór geraakt. Dit komt ons min der wenselijk voor, vandaar dat wij besloten de laddierwedstrijd voor één week op te schorten. De hierdoor ontstanie gelegenheid benutten wij om een bekende, doch altijd weer amu sante geschiedenis van Fiske, gesponnen rondom 3 problemen van de vermaardeLoyd, nog eens aan de vergetelheid te ontrukken. Hiet verhaal vermeldt, dat KaTel XH in 1713 tijdens het beleg van Bender door de Turken met zijn ministers Christian Albert Grothu- sen aan het schaken was en de volgende stel ling bereikt had. Stelling A. Wit (Karei XII): Kf5, Tg7, Pel, pionnen g2 ien h2 (5); Zwart (Grofhusen): Kh5, Lf2, pionnen g3 en h6 (4). In deze stelling had Karei XII juist mat in drie zetten aangekondigd toen een Turkse kogel door het venster vloog en Pel van het bord afsloeg (stelling B). Grothusen sprong ontsteld op, doch zijn vorst bleef doodbedaard en merkte op: Wij hebben het paard in het geheel niet nodig: nu kondig ik mat in vier zetten aan. Nauwelijks had hij deze Woorden gespro ken of het is nauwelijks te geloven een tweede kogel suisde door het luchtruim en pion h2 deelde heft lot van Pel (stelling C). Grothusen werd lijkbleek, doch ook nu verloor Kareüd XII geen ogenblik zijn koel bloedigheid. „Laten we eens zien, zei hij. Misschien kan ik die pion ook nog wel mis sen". Na aandachtige beschouwing van de stelling klaarde zijn gezicht plotseling op en kondigde hij wederom mat aan, ditmaal lm v ij f zetten. Ondanks het levensgevaar, waarin bedde spelers kennelijk verkeerden, weigerde de monarch zijn minister de toestemming om te vertrekken totdat hij de drie opgaven goed had opgelost. Voorzover onze lezers deze opgaven nog niet kennen, zullen zij er zich stellig aange naam mee bezig houden. Als curiositeit ver melden wij nog, dat F. Amelung later heeft ontdekt, dat, indien de eerste kogel Tg7 (in plaats van Pel) van het bord afgeslagen zou hebben. Karei XII mat in zes zetten zou hebben kunnen aankondigen (Stelling D). Wij vragen u deze week: hoe is de oplos sing der opgaven A, B, C en D? Wij herhalen, dat deze opgaven niet medetellen voor de ladderwedstrijd zodat in zending der oplossingen niet noodzakelijk, maar wel welkom is. Vanzelfsprekend kun nen ook belangstellenden, die niet met de lad derwedstrijd mededoen, hun oplossing er in zenden (adres: Goud-reine tstraat 125. Den Haag) Een trieste balans In het dezer dagen ontvangen bericht over de gevallenen in de oorlog, is op de telex een gehele regel uitgevallen, waar door met geen enkel woord werd gerept over de verliezen van de Nederl. koop vaardij en bovendien een verkeerd aantal gesneuvelden voor de Kon. Marine werd opgegeven. De juiste opgave luidt: Kon. Marine 3000 en koopvaardij 3946. De Kapiteinsvereen. der Ned. Koopvaardij gaf ons hierop nog de volgende aanvul ling: van 10 Mei 1940 tot 1 Sept. 1945 kwamen om het leven: 1857 Nederl., 393 Oost-Ind., 67 West-Ind., 150 Engelse, 611 Chinese, 63 andere buitenlandse, 722 kleurlingen en 2 staatloze zeelieden. Van 1 Sept. 1945 verder nog 36 Nederl., 18 Oost-Ind., 5 kleurlingen en 4 Chinese zeelieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 4