Emotioneele vrouwen en een handig advocaat 't Verklaarde 1 uitzicht EEMLIJK IS EEMLIJK NIEUWE LEmSCHE COURANT 3 WOENSDAG, S# APRIL 1947 IS DE MAN, DE VROUW OF DE RECHTER DE BAAS? (Van onzen Parlementsredacteur). Veertien, jaar geleden stelde de toenmalige minister van Justitie, de huidige voorzitter van de Tweede Kamer, mr J. R. H. van Schaik een commissie in, die tot taak kreeg, het z.g.n. Kinderrecht, dat grootendeels ge regeld is in ons Burgerlijk Wetboek, te her zien. In 1037 was het ontwerp bij de Tweede die van overwegende beteeken is zijn voor de opvoeding van het kind. De dames vonden heel wat heer en der schepping tegenover zich. De heer Roolvink (Kath.) achtte de bepaling, dat in critieke oogenblikken de wil des vaders doorslagge vend is, in overeenstemming met de Christe lijke gedachte. De heer Terpstra (A.R.) wees er op, dat in geval van misbruik van zijn macht door den vader, de moeder vaak zelf standig kan optreden en zich tot den rechter wenden. In ieder huwelijk is wel eens ver schil van meening. Het gaat niet aan, over Kamer ingediend, bij kabinetswisseling over. allerlei dingen de tusschenkomst van een genomen door prof. Gerbrandy, door den oorlog op den achtergrond geraakt en ten slotte overgenomen door den huidigen be windsman mr Van Maarseveen. Toen de Tweede Kamer gisteren een aanvang maakte met de behandeling van deze ingewikkelde materie was het dan ook wel zeer zeker op zijn plaats, dat vrijwel alle sprekers, in het bijzonder ook de huidige minister, mr Van Schaik, hulde brachten voor zijn destijds genomen initiatief. De voorzitter liet deze hulde stilletjes over zich heengaan en zat maar in zijn zetel te glunderen; hij weigerde zelfs lachend een gekscherend bedoelde feli citatie van den heer Schouten, al was het hem aan te zien, dat hij zeer voldaan was over het feit, dat op dit punt eindelijk spij kers met koppen zouden worden geslagen. Minister van Maarseveen verwachtte een betrekkelijk korte openbare behandeling van deze materie. Inderdaad: het laat zich aan zien, dat vandaag reeds de Tweede Kamer zich met het wetsontwerp zal vereenigen. Dit komt, omdat de voorbereiding door over leg tusschen den Minister en de Vaste Com missie voor Privaat- en Strafrecht zoo diep gaand is geweest, dat gisteren practisch niets nieuws meer kon worden gezegd door de afgevaardigden, vier mannen en vier vrou wen, die het woord voerden. De groote verdienste van het wetsontwerp is, zooals mr Donker (Arb.) en mr Terpstra (AR.) opmerkten, dat een einde gemaakt wordt aan de vermenging van het materieele -en formeele kinderrecht, terwijl de stof heel wat systematischer wordt behandeld Donker bepleitte daarnaast een verbetering van het strafrechtelijke kinderrecht; ook de Minister meende, dat het hiertoe moest komen, doch hij was het eens met prof. Pompe, dat eerst rustiger tijden moeten wor den afgewacht. Alle sprekers gingen accoord met verschillende wijzigingen. In de eerste plaats wordt bijv. de inderdaad wat typisch aandoende erkenning van natuurlijke kinde ren door hun eigen moeder afgeschaft. Voorts wordt het toezicht op de voogdij geregeld, terwijl het begrip ouderlijke macht" nader wordt geregeld. Daarnaast zijn er nog tal van andere voorzieningen, teveel om op te noe men. Over enkele dingen bestond er verschil van meening. Daar was vooral de kwestie van de ouderlijke macht. Hier kwamen alle vier vrouwelijke Kamerleden in het geweer. Wat is n.l. het geval? De Minister stelt voor, in art. 356 van het Burgerlijk Wetboek de bepaling op te nemen, dat de ouderlijke macht niet door den vader alleen, doch door vader en moeder gezamenlijk wordt uitge oefend. Hiertegen bestaat bij niemand be zwaar: het is, zooals jkvr. Wttewaal van Stoettwegen (c. h.) het noemde, een de jure erkennen van een de facto bestaanden toe stand. Maar het verschil van mening is er pas over de volgende bepaling, n.l. dat bij verschil van inzicht de wil des vaders be slissend is. Dit standpunt doet volledig recht wedervaren aan het Christelijk standpunt, dat de man het hoofd van het gezin is. Mr Donker (arb.) wilde zich hierover niet uit laten, omdat hij dit overliet aan zijn partij genoote mej. mr Tendeloo, die zich zou scha_ men, wanneer deze zinsnede zou blijven staan. Het uitgangspunt hierbij was immers dat de vrouw beschermd moet worden door den man, en dat de vrouw zelf niet in staat is, iets te doen. Mevr. Fortanierde Wit (Vrijh.) deed bij haar aanval op de prioriteit van den man een emotioneel beroep op de vrouwen, die tijdens de bezetting hun man netje hebben gestaan" en hun rol tegenover de kinderen, als vader langen tijd weg was, op overtuigende wijze hebben gespeeld. Jkvr. Wttewaal van Stoetwegen (C.H.) was in haar critiek minder vergaand. Zij .ging de geschie denis van het begrip ouderlijke macht na en zij achtte den vooruitgang niet gering te schat ten. al ging het ook voetje voor voetje. Mevr Va#" den MuijzenbergWillemse (Comm.) meende, dat de vrouwen het dra gen van verantwoordelijkheid als een recht voelen Wat deze dames dan wilden? Het vond zijn uitdrukking in een amendement, onderteekend door de dames Tendeloo, jkvr. Wttewaal van Stoettwegen en mevr. v. d. Muyzenberg, waarin beroep op den kinder rechter mogelijk wordt gemaakt, wanneer man en vrouw het oneens zijn in gevallen, zijdige derde in te roepen. Welke rechter zou zich hier bevoegd achten? Men geve den vrouwen dit wapen niet te lichtzinnig in han den! De bezwaren van den heer Terpstra het eerste echtpaar geen rechter is gescha pen. De vrouw moet haar invloed in het ge zin uitoefenen krachtens haar vrouw-zijn. Een andere opvatting is principieel foutief. Bovendien, aldus de bewindsman, krijgen we de rare figuur, dat onder bepaalde omstan digheden de rechter niet bekwaam kan zijn, de geschillen in zijn eigen gezin op te lossen, maar de dames zouden willen, dat hij wel ge roepen zou worden, in alle andere gezinnen te bemiddelen. De Minister wilde er niet aan medewerken dat in plaats van de man, de rechter het hoofd van de echtvereeniging zou worden. Mej. Tenderloo geraakten na 's Ministers rede in vuur. Zij meende, dat de bewindsman de zaak op een verkeerd niveau stelde. Het gaat om het welzijn der kinderen; niet om de vraag, of er een der ouders gelijk krijgt. Toch vreezen wij, dat mej. Tendeloo's emo tionaliteit haar bij haar philippica parten speelde. Het gaat er niet om, wie gelijk krijgt, r De „Ver. Naties" en het „nationaal tehuis" Douane-beambte: „Niets by U, mijnheer Marshall?" „Ehneen, zoo is het". gingen zelfs zoo ver, dat hij verklaarde, te gen het geheele wetsontwerp te zullen stem men, wanneer het amendement zou worden aangenomen. Overigens behoeft hij niet bang te zijn. dat het zoover komt. Uit hetgeen Minister ^Maar- seveen opmerkte werd zonder meer duidelijk, dat ook hij den wensch der vier vrouwen on aannemelijk acht. Als een waar advocaat heeft hij zijn standpunt verdedigd. De vrouw kan het soms best beter weten dan de man, aldus betoogde hij. Het komt ook voor, dat een n iet-Mini ster iets beter weet dan de Mi nister: toch ligt de beslissing uitsluitend bij den laatste! Het is bovendien de vraag, of de rechter het wel altijd beter weet dan een van de ouders. Het beroep op de prestaties der vrouwen gedurende de bezetting achtte de bewindsman ondeugdelijk; hij meende, dat er ook wel enkele mannen gesneuveld waren! Vastgehouden moet worden aan het Christe lijk beginsel, dat de man het hoofd van 't gezin is. Wie er een derde als arbiter bij wil hebben, stelt het voor, alsof bij de Schep ping een fout is gemaakt, omdat tegelijk met meende zij, maar zij voegde er bijna in één adem aan toe, dat het niet noodig was, bij de wet uit te sluiten, dat de moeder ooit gelijk krijgt, ook in de gevallen, dat de moeder het beter weet dan de vader, een mogelijkheid, dia ook de Minister erkent. Gaat het er dus toch om, wie gelijk krijgt? Mevr. Fortanierde Wit was geschrokken van het spookbeeld: de rechter hoofd van de echtvereeniging en wilde dan ook liever een arbiter, door de van meening verschillende ouders tezamen uit te zoeken. In zijn dupliek handhaafde de Minister zijn standpunt. Voor den rechter, voor iedere derde" ontbreekt elke norm. Wanneer er verschil van meening is, ook in een overigens normaal huwelijk, bijvoorbeeld over den godsdienst, waarin het kind zal worden opge voed, welke school het kind zal bezoeken, welk beroep het kind zal kiezen, zal niemand het voor zijn verantwoording kunnen nemen in afwijking van den wil van den vader of de moeder een beslissing te nemen. Vandaag komt de artikels ge wij ze behande. ling aan de orde. De Christel, school en Kraeraer's opvattingen UI*) In een tweetal voorafgaande artikelen be spraken wij de zeer groote gevaren, die voor ons volk voortvloeien uit Kraemer's opvat tingen omtrent de verhouding tusschen het humanisme en het Christendom, zoowel als die. welke ons volk bedreigen van de zijde van het Barthiaanscne denken. Het is onmiskenbaar, dat de Kerk met de critiek, uitgebracht door Barth en Kraemer, haar voordeel heeft te doen. Niettemin moe ten wij het uitgangspunt van beider denken goed onderscheiden en in het oog houden, dat zeer duidelijk in de Schrift geopenbaarde dingen in beider uitgangspunt niet tot hun recht komen. Wij noemen nog eens de kennis van den tweeërlei georganiseerden wil, die in de historie uitkomt, de kenbaarheid der richtlijnen voor het handelen en het kennen van het karakter eener geloofsgemeenschap die een strijdgemeenschap is. De Christelijke school nu is ontstaan uit het kennen van den tweeërlei strijd, die ook in ons volk wordt gestreden. De strijd om het erkennen van het koningschap van Christus en dat van den autonomen mensch. De Christelijke school is dus in eerste in stantie een school voor de kinderen der Schriftgeloovige ouders, maar daarin ook een school voor het geheele volk. Dit is trouw aan het volk, dat de Christelijke richt lijnen voor het handelen aan het volk wor den getoond in georganiseerden arbeid. Het is een groot verschil, of de normen worden gezien als gefundeerd in het wezen van den mensch (Kraemer over het huma nisme) dan wel of deze normen worden gekend als geboden, gegeven door den Schepper van alle dingen, dat bestaat. De Christelijke school is geboren uit het verantwoordelijkheidsbesef tegenover God, Die van o-ns eischt, dat wij onze kinderen in den weg van het verbond, dat Hij met ons menschenkinderen heeft willen sluiten, op voeden en zou dit hier een verantwoorde lijkheid zijn, waar wij gaarne intreden? Dat wij als Christenouders in vele dingen te kort schieten, is zeker waar. Maar dat kan nimmer beteeken en, dat de wil om Christus te dienen, nu ten diepste onwil zou wezen. En de onwil om Christus' Woord te bewa ren kan nimmer worden gezien als wil tot Christus heen, hoezeer de mensch in eigen kracht wil trachten, de normen van barmhar tigheid, gerechtigheid en naastenliefde tot uitdrukking te brengen. Wanneer wij de Christelijke school zouden gaan zien als een ommuurde vesting in het hart van ons volk, zouden wij haar geenszins verstaan. Zij is vertooning aan het volk, getuigenis o n d er het volk, tot heil van het volk. Dat volk kan diep teleur stellen. De oorlog Leeft blijkbaar op de menschelijke psyche niet de uitwerking van een verbete ringsgestichtDe overwinnaar veroordeelt te recht de minderwaardige practijken van den verslagen vijand; maar in tusschen gaan rassen, volkeren, individuen voort met een on verzoen- lijken machtsstrijd en maken het elkaar zoo „hittig" mogelijk. Men wijkt ,,ik-zuchtig", geen duimbreed voor eikaars standpunt, am bieert niet het compromis, maar de gevechts atmosfeer. De Arabier gaat vóór de deur van het Joodsche nationaal tehuis" staan, omdat hij weten en tellen wil, hoeveel Joden er in gaan. De Joden zoeken naar achterdeurtjes om het „nationaal tehuis" binnen te komen, want oordeelen zij, Palestina is groot genoeg en wèèr moeten wij heenAls er moeilijk heden ontstaan, slaat de Joodsche oodergrond- sche beweging ,,de Irgoen Zwai Leoemi" de ruiten wel in. De Engelschen raken gedesinte resseerd, zij hebben andere belangen, het mandaat kost geld en wie krijgt het graag met Arabier aan den stok? Geen compro mis, maar bommen en handgranaten eener zijds: strop en kogel anderzijds; de oorlog heeft niets geleerd! Conferenties als die te Londen brengen geen resultaat en als de heele onverkwikkelijke affaire ter afdoening aan de Ver. Naties wordt voorgelegd, blijft men actie voeren, doorvechten en spant het tusschen Joodsche ondergrondsche strijders en Engelsche bezettingstroepen. Churchill schudt bedenkelijk het hoofd: dit grapje kost 30 40 millioen pond sterling per jaar! In Palestina heeft men behoefte aan pakkende synoniemen: terrorist" wordt er gelijk ge steld met .bandiet" en in een dergelijke ethische gemoedsgesteldheid richten partijen het oog naar Flushing Meadous, waar de buitengewone zitting der Ver. Naties het wanhopige verzoek van GrooUBrittannië be handelt, een „commissie van onderzoek" te benoemen voor het achter het Imperium aanhinkende Palestijnsche vraagstuk. Er komt dus eerst een commissie aan het woord, een algemeene, waarvan de samenstellende leden afkomstig zijn uit Amerika, Engeland, Brazilië, China, Rusland, Frankrijk, Ecua dor, Indië, Canada, Tsjecho-Slowakije. Zwe den, Polen, Honduras en Egypte, van welken laatsten staat de afgevaardigde dus op de trompet zal blazen voor de Arabische Liga. Het Joodsche Agentschap heeft te Flushing Meadous wel eenige „waarnemers", teneinde van het verloop der vergadering op de hoogte te blijven, waarvan een Braziliaan, de heer Oswaldo Arauha tot voorzitter ver kozen werd. Waar gaat het nu om? De Ara bische staten wenschen ten eerste, de onmid dellijke beëindiging van het Britsche man daat over Palestina, ten tweede de onafhan kelijkheid van Palestina. Nu moet door de commissie, in besloten vergadering, worden beslist of deze vurige Arabische wenschen op de agenda kunnen worden geplaatst. Voorts moet vonnis geveld over het verzoek van het Joodsche Agentschap, en nog twee Joodsche organisaties of deze. de vergadering mogen bijwonen. Men rekent er op, dat de buitengewone vergadering minstens twee we ken zal duren, daarna gaat men weer uiteen en de beslissing der Ver Naties inzake Pa lestina zal eerst in de herfst genomen wor den Wat wij weten is dit: de Arabieren wil len de Joden er zooveel mogelijk uit hebben; de Joden speculeeren er op, vooral door be- invloeding van Amerika, dat immigratie oj> ruimer schaal kan plaats vinden: Engeland weet er geen raad mee en wensch t gee* ruzie met de Arabieren en voelt er ook niet* voor. door New York op de vingers getikt te worden Rusland speelt het Palestijnsche vraagstuk ook al tegen Engeland uit en hoe dichtbij is het „Nabije Oosten", het „Mid den Oosten", hoe krachtiger dan welke ide ologie óók werkt de geur der petroleum! Wij stelden de vraag: waarheen met de Joden? Joodsche „verplaatste personen" in Duitsch- land en Oostenrijk zijn volgens het ,Re- breeuwsche comité voor Nationale Bevrij ding" voornemens een massa-exodus op touw te zetten uit Midden-Europa naar Palestina en het comité doet daarbij een beroep op den steun van Amerika. Engeland voelt nat tigheid en wil geen illegale immigratie, om dat de beslissing nu toch in handen gelegd is van de Ver. Naties. Na dq terechtstelling van Dov Gruner, den Hongaarschen Jood, die ter dood veroordeeld was wegens den aan val op het politiebureau te Tel Aviv en de drie andere Joodsche illegalen als „repre saille-maatregel", kan men er zeker van zijn, dat de Britten streng blijven optreden Het Joodsche Agentschap te New York zag in deze terechtstellingen het bewijs, dat de po litiek van den mandataris in Palestina slechts noodlottige gevolgen heeft Er volgt een mo reel bankroet voor de „VN" aldus de New York Post, als men de Joden niet helpt.... maar het is ons eigen volk, dat wij mitsdien liefhebben boven alle andere. De Christelijke school is voortgebracht door de activiteit van de geloofsgemeenschap in Jezus Christus. De grondslag van het schoolgezag is gelegen in de Goddelijke op dracht tot het oefenen van gezag. In den grond is het gezag, dat op een openbare school geoefend wordt, gefundeerd in het overwicht van den eenen mensch over den anderen, geruggesteund door menschelijke macht. Reeds om deze reden iS het or.juist, als Van Ruler in zijn „Religie en politiek" de Chris telijke school ziet als een gewone school, plus Bijbellezen en bidden en danken. Maar al was zij dit, dan nog zou zij in het volk niet mogen worden gemist. Maar nu is zij méér. Zij is verkondigster onder het jonge volk (en daardoor ook in de gezinnen) van de visie op de werkelijkheid om ons heen. die God ons heeft willen openbaren omtrent zonde en genade, het afloopend proces der geschiedenis de blijde toekomstverwachting en de echte liefde tot al het geschapene. Moge zij onder alle omstandigheden trouw blijven aan het Woord van Christus. Dan zal zij, ook in de tegenwoordige moeilijke tijden, haar gezegende vruchten tot heil van het volk voortbrengen Dr M. Kruijswijk. I en II stonden, in het blad van resp. 22 en 28 dezer. Toen Marshall het vorig weekend uit Moskon in Washington arriveerde, werd hij hartelijk verwelkomd door Truman, die zijn tevredenheid uitsprak over de wijze, waarop Marshall de Vereenlgde Staten op de conferentie der „Groote Vier" had vertegenwoordigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3