Hare Excellentie Carmen Vial de Senoret
't Verklaarde
Douwes Dekker, Indonesiës nieuwste minister
Vliegf out oorzaak van KLM-ramp op Schiphol
"1 uitzicht
NIEUWE LEIDSCHE COURAN1
DINSDAG, 29 APRIL 1947
EERSTE GESPREK MET DE
CHILEENSCHE GEZANTE
(Van een onzer verslaggevers)
Het kasteel Oud-Wassenaar, dat in zijn
soibere meuibileering onder het zware marmer
neg de plundering van den vijand verraadt,
heeft in deze dagen één ding dat echt en on-
vervalscht is: de narcissen en tulpempracht
op het damast in de eetzaal.
„Zeldzaam, die bloemen", zegt Hiare Excel
lentie Mevrouw Carmen Vial de Sen-oret,
Chileensdh gezante in Nederland die sinds
gisteren daar verblijft.
„Als U per trein van Den Haag naar Haar
lem gaat, rijdt U dwars door de bollenvelden
mevrouw".
„Ik heb een wagen. Ik ben in m'n auto
aan boord van de Veen-dam gereden en ik
ben in de auto van -boord gegaan".
Op deze siportieve manier is dus d-e eerste
in Nederland geaccrediteerde vrouwelijke di
plomate, die den rang van gezant heeft, het
land binnengereden. Mevrouw de Senoret
v-ertelt meteen, dat ze een groot liefhebster
van alle soorten sport is, paardrijden niet in
de allerlaatste plaats, waarvoor ze in Was
senaar dus wel op de juiste plaats terechtge
komen is.
Overigens geen luxe vrouw, madame de
Senoret. Haar l-oopbaan is er één van pak-aan
geweest. Op haar schrijftafel staan drie por
tretten: da-t van een zeer intelligenten man-,
©enigszins gebogen neus, scherp gezicht, ge
flankeerd door een jongensportret en de
foto van een jongen man. Van de eerste
zegt zij: mijn gestorven echtgenoot. De jon
gen is haar tien jarige zoon, die in Boston
op school is, de jonge man haar 23-jarige
stiefzoon. „Mijn man was ambassadeur in
Londen voor Chili toen hij stierf" zegt ma
dame de Senoret. Hij was van beroep advo
caat, was leider van zijn partij en kwam zoo
jong mogelijk (de leeftijd daarvoor in Chili
is 35 jaar) in den Senaat. Hij werkte ontzag
lijk. Toen hij stierf in 1041 ben ik in diplo-
ma-tieken dienst van mij-n land gegaan. Na
tuurlijk niet als ambassadeur, m-aar als twee
de secretaresse van de ambassade in Washing
ton. Later werd ik Consul voor Ohili in Bos
ton en in dien tijd studeerde ik in Havard
economie. Ik legde er de verschillende exa
mens af, ging na 4 jaar studie en cohsuLaat
terug na-ar Washington en werd in Novem
ber 1946 bevorderd tot minister. „Dat was
wel een heel grooten sprong" zegt Hare Ex
cellentie. Ze is naar Ohili teruggegaan om er
gedurende drie maanden de instructies te
ontvangen, noodig voor haar verblijf in Den
Haag, de post, die haar was toegewezen. „Het
beteekient voor een vrouw een bijzonder
groote verantwoordelijkheid, een dergelijken
post te bekleeden", zoo zegt zij, „maar juist
een vrouw kan in een dergelijke functie zoo
veel en belangrijk werk voor haar land doen".
En dan vertelt zij van dat land, dat zi-ch
lang en smal uitstrekt langs de Westzijde
van de punt van Zuid-Amerika, 741.000 km2
groot, met amper vijf miffioen inwoners ler
op. En die inwoners, die zich n-og samentrek
ken in de betrekkelijk kleine steden zooda-t
heele gebieden onbewoond zijn. Geen won
der, dat Chili heel wat immigranten kan ge
bruiken-.: -boeren, want er is in het centrum
van. de lange strook een prachtig landbouw
gebied, dat vele mogelijkheden opent, vis-
schers'de kustlijn is 4500 km lang en
geschoolde arbeiders.
Chili schiep vestigingsmogelijkheden voor
immigranten, door een semi-officieele
les in Chili is sem-i-officieel, zegt de gezante
Société de Colonisation te stichten. Zij
beschikt over land, kapitaal en maohineriën.
Het eerste is in dit land geen weelde, want
hiet grootste deel van den bodem is in han
den van de Ohil-eensche groot-grondbezitters.
„Is -het waar mevrouw, dat er in Chili maar
100.000 Protestanten wonen?"
Ik heb ze nooit geteld. De officieele gods
dienst is Rooms oh-Katholiek, maar er
heerscht absolute godsdienstvrijheid, dus opk
dat behoeft voor niemand een bezwaar te
zijn te komen.
Het klimaat v-an mijn lah-d wisselt van het
tropisch in het Noorden het gebied van de
bodemschatten en dorre verschroeide woestij -
nen, -tot het arctisch in hiet Zuiden, waar de
sneeuw 10 m-eter hoog op de pampa ligt in
Ohileensoh Fatagonië. Maar hier heeft zich
een wolindustrie ontwikkeld, terwijl zich tus-
schen deze beide uitersten in 'n land bevindt,
dat het meest op Scandinavië lijkt, dat ook
fjorden heeft en bosschen, waar een uitge
breide fruit- en wijncultuur dank zij Fran-
sahe voorlichting, tot grooten bloei kwam".
Madame Carmen Vial de Senoret, met een
enkelen grooten zilveren ring aan haar vinger,
vertelt levendig. Daarvoor is ze een echte
Spaansche. Honderd procent zegt ze trots.
Haar voorvaderen kwamen al in 1590 i-n Chili
aan. Wijlen haar echtgenoot was van oor
sprong een Fra-nsohma-n, wiens voorvaderen
in 1810 aan den Ohileensoh en vrijheidsstrijd
deelnamen en nadien voorname posten bij
de Chileensche marine bekleed-den. Behalve
Spa-ansch en Fransch spreekt mevrouw
vloeiend Engelsdh, Duiteeh en Italia-ansch em
„natuurlijk ga i-k Niedierlandsch 1-eeren".
Het zal de eerste vrouwelijke gezant uit
Zuid-Amerika zeker lukken.
Maar bij alle voortvarendheid tóch een
vrou-w.
„Men zegt dat een diplomaat een benijdens
waardig leven heeft. Het is niet waar. Ik ben
hier. Alleen. M'n zoon- in Amerika. Dezen zo
mer komt hij hier. Ik heb geen huis. Ik heb
geen legatiekantoor. M'n secretaris zoekt al
een maand vergeefs".
Madame zucht vermoeid.
De fotograaf vraagt toestemming voor de
De eerste vrouwelijke gezante in ons
land, madame De Senoret, zooals zij
gisteren voor onzen fotograaf poseerde.
Madame werkt wat aan haar coiffure en
zet haa-r lippen wat aan.
Dan treedt zij in het zonlicht en glimlacht...
ENGELSCH SCHIP NA AANVARING OP
DE SCHELDE GEZONKEN
Het van Gent komende Engelsohe ss.
„Merganser", groot 2024 brt, is op de Schelde
tusschen Doel en Liefkenshoek in aanvaring
geweest met het Arnarik. sjs. „Norwalk Vic
tory", groot 7606 brt, dat uit Antwerpen
kwam. De Merganser is gezonken.
SLECHTE VERLEDEN EXTRA
AANBEVELING HIERTOE
Reeds bij zijn aankomst uit Amsterdam te
Batavia, in Januari j.l., spraken wij er onze
verwondering over uit, dat de Ned.-Ind. Re
geering de alleszins laakbare figuur van „dr"
E. F. E. Douwes Dekker in Indië toeliet.
Immers, deze man, die steeds als politiek
agitator bekend heeft gestaan, werd
in Mei 1940, ver
dacht van natio-
naal-socialisti-
sche en Japan-
sche sympathieën
te Batavia gear
resteerd en in
het kamp te
N-gawi geïnter
neerd. Kort voor
de Japansche in
vasie werd hij
met een aantal
NSB-ers naar
Suriname over
gebracht, terwijl
hij na afloop van
den oorlog zich
naar Nederland
begaf. In Dec. jl.
zag hij de kans
schoon om onder
den schuilnaam
Radjiman naar Indië terug te keer en. Zonder
zich verder te bedenken, begaf Douwes Dek
ker zich onmiddellijk naar republikeinsch
gebied, waar hij door Soekarno letterlijk met
open armen werd ontvangen.
E. F. E. Douwes Dekker
le. Zijn reputatie en zijn 100 pet anti-Ne-
derlandsche gezindheid staan er ongetwijfeld
borg voor, dat zijn benoeming ten volle ge
rechtvaardigd is! Het zou ons niets verwon
deren, wanneer binnenkort ook de Jappen-
collaborateur P. F. Dahler, die zooals be
kend onlangs uit gevangenschap werd ont
slagen en zich eveneens naar republikeinsch
gebied begaf, voor -een of andere hooge In
donesische functie werd aangezocht.
Onbetamelijke en ontoelaatbare
publicatie
Ruiterlijke erkenning van minister Jonkman
Men zal zich de vragen herinneren, di<* het
Eerste Kamerlid Algra aan minister Jonkman
stelde, over een artikel in het blad „Uit
zicht" van den Regeeringsvoorlichtingsdienst
in Indië, waarin minderwaardige passages
voorkwamen, gericht tegen de oppositie in
de Eerste Kamer.
Minister Jonkman heeft thans ruiterlijk er
kend, dat dit artikel onbetamelijk en ontoe
laatbaar was. Het werd noch op verzoek der
regeering, noch op haar instigatie in het
weekblad geplaatst.
Al vóór de heer Algra de vragen stelde,
had minister Jonkman de aandacht van dr
Van Mook gevestigd op het ontoelaatbare
karakter van deze publicatie en hem ge
vraagd te verzekeren, dat alles is gedaan,
om herhaling van dergelijke misgrepen te
voorkomen. Bovendien wil de minister dr.
Van Mook uitnoodigen te bewerkstelligen
Thans meldt het Fransche persbureau AFP dat zoowel de door den heer Algra gestelde
uit Batavia, dat deze zelfde Douwes Dekker vragen, als het daarop gegeven antwoord,
door het republikeinsche - kabinet benoemd onverkort in het eerstvolgende nummer van
is tot Indonesisch minister zonder portefeuil- I „Uitzicht" worden gepubliceerd.
BEHANDELING VOOR RAAD
VAN LUCHTVAART
<Van onzen verslaggever voor Rechtszaken).
Voor die eerste maal na den oorlog kwam
gistermiddag de Raad voor de Luchtvaart in
openbare zitting bijeen. Het openbaar onder
zoek dat werd ingesteld- betrof de oorzaken
van het vliegongeluk op 14 Nov. 1946 op
Schiphol aan het vliegtuig P.H.-T.B.W. over
komen, waarbij, zooals men zi-ch heri-nnieren
zal, de gezagvoerder, de Emgélschma-n E. J.
H. F. Moreton, 4 leden der bemanning, w.o.
de stewardess mej. J. M. Lammens uit Noord-
wijk aan Zee en 21 passagiers om het lieven
kwamen. Onder deze passagiers bevonden
zich o.a. dr J. Ridder, thesaurier-generaal
van het Dep. van Financiën; ir J. Vet, secre
taris van de Stichting van den Landbouw te
Den Haag; H. J. van Arkel, secr. van de Bil-
liton Maatschappij; W. E. A. M. Koen-ig, M.
A. Eüas, K. Spema Weiland van de KLM, E.
L. van Musscher, allen uit Den Haag en de
bekende schrijver Herman de Man.
De machine was een tweem-otorige Douglas,
een Dakota. De machine kwam uit Londen
en stortte even v-oor de landing op Schiphol
neer. Omtrent de oorzaken van dit vreeselij-k
ongeluk tastte men tot heden in het duister.
In een der zalen van het Dep. v. Verkeer
vond. de behandeling plaats. De samenstel
ling va-n den Raad was als volgt;
Voorzitter: rar J. E. van der Meul-en, lid
van den Hoog-en Raad; lieden: vice-admiraal
F. J. Heeris, prof. dr J. Jongbloed, j'hr G. G.
Schorer, prof. dr ir A. van der Neut; secr.
mr J. M. Kan.
Als getuigen wa-ren gedagvaard: J. J. M.
van der Hey-de,' verkeersambtenaar te Schip
hol; D. Bonne, commies bij den Rijks Luchtv.-
dienst; F. C. Rose, V-oorlichtingsambteniaar v.
d. Meteor-d-ienst te Schiphol; J. J. Bouckaert,
boordwerktuigkundige bij de KLM; als getui-
ge-deskundigendr R. van Dam, patholoog-
anatoom, en als deskundige prof. dr ir H. J.
van der Maas, hoogleeraar vliegtuigbouw-
kiunde aan de Techn. Hoogeschool te Delft.
De getuige-deskundige dr R. van Dam,
pathoog-anatoom te Amsterdam, had de
IJjken onderzocht en meende dat de explo
sie den dood had veroorzaakt. Ledematen
waren afgerukt en metaaldeeltjes bevonden
zich in de kleeren. 16 lijken heeft get. ge
schouwd.
Een verrassende verklaring
Get. J. J. Bouckaert, boordwerktuigkun
dige der KLM had met piloot Moreton op
denzelfden dag van Malmö naar Schiphol ge
vlogen, dat was des morgens geweest. Bij
Schiphol had get. order gekregen van More
ton: halve kleppen uit. Zij waren toen nog
o-p 100 voet. Deze order had get. uitgevoerd.
Even later kreeg hij de oTder: driekwart
kleppen uit. Dat weigerde get. met het oog
op de geringe snelheid van 90 mijl per uur
en de geringe hoogte. Moreton herhaalde de
order en weer weigerde get. Toen men boven
den weg was deed get wel de driekwart
kleppen uit, toen was er geen gevaar meer.
Het gevaar was het afglijden van het toestel.
Direct na aankomst heeft get. dit gerappor
teerd aan zijn chef, die het den vliegdienst
rapporteerde. Meer heeft hij er niet over
gehoord.
Vice Adm. Heer-is: Heeft uw dienstweige
ring geen ernstige gevolgen gehad? Er hadden
toch ernstige complicaties uit kunnen voor
komen?
Get.: De Vliegdienst -heeft de zaak onder
zocht. Verder heb ik er niets over gehoord.
Get. F. H. A. N a b e r, werkmeester bij
de K.L.M. bevestigde bovenstaande verkla
ringen. Hij had ook in het bewuste toestel
gezeten. Of de order goed of verkeerd was
van de „driekwart kleppen uit", kan get.
niet beoordeelen.
De voorzitter deed nog med-edeeling van
een rapport van den Britschen Luchtvaart
dienst uit Croydon, dat men geen enkel
verontrustend bericht had opgevangen van
de T.B.W. Voorts een verklaring, dat er 26
personen aan boord waren, terwijl 25 toe
gestaan is, doch het totaal gewicht was bin
nen het maximum-toelaatbare.
De piloot Mareton was van 1936-1946 bij
de Eng. Mül. Luchtmacht en stond als bui
tengewoon piloot bekend, met 4600 vlieg
uren. 16 maal was hij heen en weer naar
Croydon, gevlogen uit Amsterdam.
De laatste getuige-deskundige, prof. dr ir
H. J. v. d. Maas meende, dat de piloot een
onvoldoende ervaring in de methode van
De toestand in
Indo-China,
landen op schiphol had, hetgeen door de
verklaring van get. Bronckaert bevestigd is.
Onvoldoende zelfvertrouwen sprak uit zijn
lang in de lucht blijven boven Schiphol. Hij
was onvoldoende ervaren met dit soort vlieg
tuigen. Explosie, de lucht als oorzaak, lijkt
get. onmogelijk. Noodig is lessen in vliegen
met kleine snélheden.
Tenslotte werden er nog verschillende vra
gen gesteld en merkte de Dir.-Generaal van
den Rijksluchtvaartdienst, de heer H. Ch. E.
van Ede van der Pais nog op dat de piloot
Moreton 60 landingen op Schiphol vooraf
gaande aan het ongeluk had uitgevoerd zon
der eenig ongeval, zoodat niet kan worden
aangenomen dat hij niet voldoende inzicht
omtrent het vliegveld zou hebbengehad. In
middels refereerde hij aan het rapport dat
een vliegfout met zeer noodlottige gevolgen
is gemakt door het vliegen op te lage hoogte.
De voorzitter deelde m-ede dat de Raad in
het openbaar uitspraak zal doen op 2 Juli a.s.
des middags om half twee.
Tijdens een persconferentie heeft generaal
De Gaulle er op gewezen, dat het sinds 1945
de bedoeling der Fransche regeering was, een
federatie Indo-China te vormen, maar binnen
het kader der Fransche Unie, zooals het im
perium tegenwoordig wordt aangeduid. Daar
toe was het, gezien de precaire situatie nood
zakelijk, dat er een 80.000 man troepen heen
gezonden werden. Teneinde die federatie in
elkaar te timmeren, werden onderhandelingen
aangeknoopt met vertegenwoordigers van
verschillende staten, w.o. óók Viet Minh en
het was de vaste overtuiging van De Gaulle,
dat zonder de beïnvloeding van een vreemde
mogendheid, de bevolking van Viet-Nam
nooit die vijandige houding zou hebben aan
genomen. Het gevloeide bloed en de belee-
digingen, die Frankrijk heeft ondergaan, tel
len echter zwaar mede, bij de keuze der toe
komstige onderhandelaars. Hoe is het in tus
schen gesteld met het lot der Fransche bur
gers in Hanoi' en hoe staat men daar tegen
over de Parijsche regeeringspolitiek, waar
van immers het communistische deel in defai-
tistischen zin werkzaam is? Zal de Fransche
regeering er in slagen uit de impasse te ge-»
raken? Het jongste debat in de Assemblee
heeft de ware bedoelingen van het kabinet
Ramadier niet op bevredigende wijze ont
huld. De „Times' legt er den nadruk op, dat
men te Parijs meer belangstelling toont voor
het politieke dan voor het militaire aspect
van het probleem. De nieuwe „hooge-com.
missaris" M. Bollaert zou opdracht verkregen
hebben om definitieve voorstellen te doen,
teneinde tot een accoord te komen. Sinds het
vertrek van admiraal Thierry d'Argenlieu
verloopen de militaire operaties naar wensen
en hebben Fransche troepen de voornaamste
centra weer in handen. De groote moeilijk
heden in den strijd tegen de guerilla-troepen
van Viet-Minh, die het economisch leven
verlammen, Leeft men echter nog niet kun
nen overwinnen. In het noorden passen deze
guerilla's de tactiek toe der „verschroeide
aarde". Ook in Tongking sukkelt men met
het probleem der .verplaatste personen". Op
last van Viet-Minh werden indertijd een
800.000 leden der bevolking uit het gebied van
Hanoi naar het noorden geëvacueerd, over
de Roode Rivier, waar hongersnood hen
wachtte, sinds er geen rijstvoorraden meer
waren. Groote groepen trekken nu weer naar
Hanoï terug, maar óók daar bedreigt hen
het hongerspook, omdat er niet voldoende
krachten zijn de tweede oogst, tegen iet
einde van Mei, binnen te halen. De regee
ring van Viet-Minh beeft een uitgebreide
propaganda-campagne op touw gezet, waarbij
den .verplaatsten personen" wordt afgeraden
naar die streken terug te keeren, welke thans
onder militaire controle staan. Als de regen
tijd in Juni aanbreekt, zullen de dijken van
de Tongking-delta, die beneden het peil van
de Roode Rivier ligt, het niet houden en be
staat er groot gevaar van overstrooming. De
boeren hebben er steeds een krachtigen strijd
gevoerd tegen de elementen, maar door den
oorlog kon aan de dijken weinig aandacht
meer worden besteed. Het is daarom nood
zakelijk, teneinde algemeen-e hongersnood te
voorkomen, dat een politieke of militaire
oplossing van het Vietnameesche geschil
wordt bereikt, vóór de regenval deze groote
delta, die te vergelijken valt met de Po-
vlakte, in gevaar brengt. Ook in het zuiden
van Cochin China, waar geen voedselgebrek
heerscht, vertoont de bevolking tee.tenen van
ontmoediging. De bekende guerilla-leider,
Nguyen Biuh, wordt nu door de inheemschen
gedesavoueerd. De meer gema ticden onder
de bevolking durven echter aan hun politieke
gevoelens geen uiting geven, zoolang de
Fransche regeering haar politiek inzake
Indo-China, die sinds het aftreden van Blum
verwaterde, niet krachtiger omlijnt. Er be
staat kans op een comprimis, als de nieuwe
„hooge-commissaris" een doelbewuste politiek
voorstaat en over demiddelen beschikt,
die politiek ook uit te voeren Het is mis
schien ook mogelijk, dat de Franscne regee
ring het resultaat van de conferentie te
Moskou heeft afgewacht, alvorens hoar koers
inzake Viet-Nam opnieuw te bepalen, maar
men weet, dat de communisten m de Ftan-
sche regeering het struikelblok vormen. Het
Parijsche blad „Le Figaro" vestigt er nog de
aandacht op, dat onder de naar Hanoi terug
keer en de inheemschen, zich ook propagan
disten" van Viet-Minh bevinden, dié daar op
nieuw als cellen-bouwers actief trachten te
zijn en zich pogen te herg-oepeeren, hetgeen
de bezettingstroepen tot groote voorzichtig
heid maant. De .Fransche Unie" heeft het
zwaar te verduren, sinds er óók moeilijk
heden zijn in Madagascar, en Marokko, waar
men zich „los van de Unie" wenscht te
emancipeeren.
De mijnenveger „Pteter Florisz" zal voortaan gebruikt worden als politie-kruiser en als
zoodanig toezicht uitoefenen op de Noordzee-visscherij. Het schip gekiekt in de
Botterdamsche haven.