Onderwijszaken deden de tongen loskomen Nieuwe brandweercommandant geïnstalleerd Zondagsschool „De 24 huizen" bestaat 70 jaar NIEUWE LEIDSCHE COURANT 1 DINSDAG 1 APRIE 1947 Stadsnieuws Vit de Leidsche Raadszaal „KLEIN GOED" HIELD RAAD VIER UUR BIJEEN (Van onzen Raadsverslaggever) Het voornaamste punt van bespreking in de gistermiddag gehouden gemeente raadsvergadering bleek het voorstel te zijn tot benoeming van gedelegeerden van wege het gemeentebestuur in de bestu ren van de vereenigingen „De Ambachts school", Zita-vereeniging, afd. van de R. K. Vakschool voor meisjes. „vakschool voor meisjes voor Leiden en omstreken" en het genootschap „Kennis is Macht". De heer van Weizen (Comm.) meende, dat vorig jaar bij besprekingen tusschen de fracties was afgesproken, dat over de^- gelijke benoemingen eerst de commissie voor onderwijs zou worden gehoord. Mr Woudstra (Prot. Chr.) informeerde naar de basis voor de benoeming van een gedelegeerde in „Kennis is Macht" aange zien deze school volgens spr. niet onder de N.O.-wet valt. Spr. ontwikkelde be zwaren tegen deze benoemingen, aange zien, dit een neerleggen beteekent bij een besluit van den voorm. burgemeester de Ruyter van Steveninck. Tevens vroeg mr Woudstra, of deze benoemingen van tijde- lijken aard waren en of de heer v. Schaik, die voor al deze functies werd voorge dragen, als lid van den raad, of in zijn kwaliteit van wethouder van Onderwijs zou worden benoemd, hetgeen spr. dan het meest juiste zou achten. Mr dr Knol (Prot. Chr.) vroeg zich af, of op deze wijze wel altijd deskundigen in deze besturen zouden worden benoemd en had ongeveer dezelfde bezwaren als Zijn fractiegenoot mr Woudstra. De heer Wilmer (KVP) merkte op. dat dergelijke benoemingen in het verleden ook ten deele waren geschied, doch de raad was zich nimmer bewust geweest, dat een medelid in een dezer besturen zitting had. Spr. had principieele bezwa ren tegen deze benoemingen, aangezien hierin een bemoeiing van de Overheid met het particulier initiatief moet worden De vergeten dames Toen gistermiddag in den raad de benoeming van een regentes van het Geref. Minnehuis aan de orde was, bleek mevr. BraggaarDe Does in haar wiek te zijn geschoten, want de voordracht van het College van Re genten was alleen geadresseerd aan de „heeren leden van den gemeenteraad" en dit achtte zij toch verre van vrien delijk, want er zitten maar „eventjes" vier dames in Leidens vroedschap. De heeren-leden schoten in den lach bij het aanhooren van dit „pleidooi", doch de Burgemeester gaf een ad rem- antwoord door prompt als eerste lid van het stembureau aan te wijzen.... haar fractiegenoote, mevr. A. de Cler De Bruin. „Die zit", zeiden de heeren en zij zullen de dames zeker nooit meer ver geten. Wie lacht daar? J gezien. Alleen in zeer noodzakelijke ge vallen zouden deze benoemingen te wet tigen zijn, want in de besturen van bijz. scholen, welke meer subsidie ontvangen, worden toch ook geen gedelegeerden be noemd? Drs van Dijk (PvdA) verklaarde het Standpunt van zijn fractie te willen doen afhangen van het antwoord van den wet houder en vroeg ook, waarom deze be noemingen niet eerst in de commissie Voor onderwijs waren geweest. Weth. van Schaik heeft de sprekers uit voerig beantwoord en zeide niet te weten, dat een afspraak was gemaakt tusschen de fracties over dergelijke benoemingen. Voor K. i. M. was reeds in 1908 door den raad besloten een gedelegeerde in het be stuur te benoemen, dit was voorwaarde Voor subsidie. Deze gedelegeerde wordt niet benoemd als financieelen pottenkij ker, doch om invloed te kunnen uitoefe nen bij onderwijs-technische vraagstuk ken, waarvoor spr. zeer veel voelde. Als wethouder van onderwijs wilde de heer van Schaik een woordje bij deze kwesties meespreken, b.v. omtrent de richting van het 7e en 8e leerjaar, het vakonderwijs, enz. Spr. noemde het voorbeeld van de Leidsche buitenschool, waarin de samen werking goed verloopt. Het was de erva ring van den wethouder geweest, dat de gedelegeerden weinig hadden laten mer ken van hun arbeid in deze besturen en daarom wenschte spr. thans zelf hierbij te worden betrokken. De heer Hendriks (Prot. Chr.) bestreed dit laatste, doch verklaarde uit ervaring, dat een vertegenwoordiging van de ge meente in dergelijke besturen zeker zijn waarde heeft, waarom spr. het voorstel wilde steunen. BURGERLIJKE STAND GEBOREN: Bram K G z v A J Mader en C M Wesdorp; Susanna E d v W Bink en C Blansjaar; Arjen z v P v d Luit en H G Butter; Catharina G C d v J Sikking en A J v Sdhie; Harry J z v C Konings berger en W ten Bosch; Cornells B M z v C de Wit en G Boom; Maria M d v S Godijn en H Bakkum; Ad haantje E d v G B J Versteeg en W Wesseiink; Frits z v j Boimian en M J Rademaker. OVERT .EDEN: Gvd Kwaak—Boes, 85 j; I M Mazurel, 72 j; W M v d Sluis, 24 |j. Mr Vos (PvdV) achtte de benoemingen belangrijk en stelde voor deze eerst in de commissie van onderwijs te doen behan delen. Zoowel de heeren mr Woudstra, als van Weizen en van Dijk ondersteunden dit voorstel en het resultaat was, dat de wethouder het voorstel overnam, zoodat deze zaak nu eerst in bedoelde commis sie zal worden behandeld. Het voorstel tot het toekennen van een bijdrage aan de diaconie der Ned. Herv. gemeente in de kosten van vervoer van kinderen, die de bijz. school voor b.l.o. te Alphen a/d. Rijn bezoeken, kon in de oogen van den heer Ligtvoet (PvdA) geen genade vinden. Volgens deze spreker wordt de school voor b.l.o. te Leiden door deze diaconie gemeden, alsof er een besmette lijke ziekte heerscht. Deze gemeente school, die „opleidt tot Chr. deugden" kan door ieder kind worden bezocht, van welke geestelijke richting ook en de heer Ligtvoet was van meening. dat wij in een „gekkenhuis" leven, indien nu aan deze „haarklooverijen", waarvan ieder den zin ontgaat, wordt tegemoet gekomen. Drs van Dijk (PvdA) verklaarde, dat het standpunt van zijn fractie afweek van dat van den heer Ligtvoet, aangezien ouders, die hun kinderen Chr. onderwijs wenschen te geven, dient te worden tege moet te komen. Juist met het oog op de doorbraak naar de Chr. partijen van zijn partij meende spr. dit voorstel als juist te moeten beschouwen. Weth. van Schaik zeide in zijn ant woord, dat de beginselkwestie inzake den schoolstrijd is uitgestreden en de bezwaren van zijn fractiegenoot, den heer Ligtvoet, kon spr. dan ook zeker niet deelen. Dit lid was dan ook de eenige tegenstemmer bij dit voorstel. Uitvoerig werd gediscussieerd over het voorstel tot het vaststellen van een veror dening betreffende de bepalingen der Hinderwet. De heer Aalbers (KVP) vond deze ver ordening een onding, er wordt te veel en te weinig geregeld. Met het oog op .,het gevaar van de atoombom" pleitte spr. voor decentralisatie der industrie. De fractie-voorzitter der KVP de heer Wilmer, had ernstige bezwaren tegen deze verordening en achtte vereenvoudiging van de bepalingen gewenscht. Zijn col lega van de PvdA, drs van Dijk, juichte echter het voorstel toe, omdat hiermede wordt getoond, dat regeeren vooruitzien beteekent en Leiden als woonstad wordt bevorderd. De heeren Schuller (PvdA) en mr Vos (PvdV) waren het niet eens met den heer Wilmer en ook weth. Jongeleen (PvdA) verzette zich tegen den gedach- tengang van dit lid. Met dit voorstel is beoogd juist zoo nauwlettend mogelijk na te gaan, waarmede de industrie is gebaat en men moet de zaak in handen, omdat anders het eind zoek is. Na repliek van den heer Wilmer en den wethouder en enkele opmerkingen van den heer Knetsch (Prot. Chr.) bij de verschillende artikelen, waarmede de wethouder zich ten deele kon vereenigen, werd de verordening aangenomen met de stemmen van de heeren Aalberse en Wilmer tegen. Bij het voorstel tot aanschaffing van materiaal voor de politie voerde de heer Balkestein (Prot. Chr.) een pleidooi voor inschakeling van den middenstand, ter wijl dr Kortmann (KVP) de prijzen van de verschillende materialen te hoog achtte. De voorzitter antwoordde, dat alles via de Rijksintendance moet worden betrok ken, omdat deze de goederen in voorraad heeft en men van deze instantie dan krijgt toegewezen, hetgeen noodig is. In zake de levering van fietsen zegde de bur gemeester toe de mogelijkheid te zullen onderzoeken voor het doen leveren via de winkeliers. Z.h-st. werd het voorstel aan genomen. Vermelden wij nog, dat de heer A. Smit (PvdA) als lid werd geïnstalleerd in de vac. M. Ouwerkerk. Wat de Gemeenteraad besloot In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad zijn benoemd tot lid van de commissie voor het Openbaar Slachthuis, dr Goslings; tot leden van de Verkeerscommissie dr M. Key, J. van Iterson, J. Cats, J. H. A. Manders en J. J. F. v. d. Meer; tot leden van den Raad van Beheer der Sportstichting, P. J, Koole, A. Smit, G. van Zwieten en G. W. Legerstee; tot leeraar in geschiedenis en aardrijkskunde aan de H.B.S-, drs D. G. Magé te Leiden; tot opzichter bij den Gem. Reinigings- en Ontsmettingsdienst, A. de Koning; tot regentes van het Geref. Minne- of Arme Oude mannen- en vrou wenhuis, mevr. G. C. LemGunning. Voorts werd besloten tot het beschik baar stellen van gelden ten behoeve van een telefooncentrale in de Brandweerka zerne; voor het veranderen van het kleedhuisje op het sportterrein aan de Burggravenlaan; tot het verhuren van de benedenwoning, Nieuwsteeg 10 aan J. P. Jongeleen; tot aanvulling van het raadsbesluit inzake het verhuren van gemeente-eigendommen voor reclame doeleinden; tot het uitbreiden van den medischen staf van ..Endegeest" en „Voorgeest", tot het aangaan van een geldleening, groot f 4.120.000; tot aanschaf fing van twee ketels voor de centrale ver warming van „Endegeest" en tot het ver- leenen van een crediet voor het teeltrijp maken van een perceel grond in den Stadspolder ten behoeve van den aanleg van volkstuinen. S. W. HAGEDOORN, MAN VAN GROOTE ERVARING Op de binnenplaats van de Brandweer kazerne, waar dikwijls een levendige bedrijvigheid kan heerschen, was het vanmorgen zeer rustig, toen de nieuwe commandant, van de Leidsche Brandweer, de heer S. W. Hagedoorn, uit R'dam, door burgemeester jhr mr F. H. v. Kan schot als zoodanig werd geïnstalleerd. Er waren tal van autoriteiten aanwe zig en het Brandweercorps stond in carré opgesteld, terwijl eenige dienstauto's het geheel een decoratief aanzien gaven. In zijn Installatierede bracht de Burge meester, den fgd. commandant, den heer J. Nossent, dank voor de wijze, waarop hij de afgeloopen drie maanden het brandweercorps had geleid. Spr noemde het voor den heer Hage doorn een belangrijken dag in zijn leven £n de groote ervaring, welke hij in het bijzonder in de laatste jaren in Rotter dam heeft opgedaan, is reden, dat spr thans vol vertrouwen het commando aan Herinnering aan „Kaatje Kors" nog steeds levendig Op 28 April a.s. zal de Zondagsschool „De 24 Huizen" haar zeventig-jarig be staan herdenken. In verband hiermede hebben wij een onderhoud gehad met den secretaris, den heer J. C. Sleyser, die zoo welwillend was ons iets omtrent de geschiedenis van deze bekende Zondagsschool te vertel len. Op de Langegracht no. 60, waar thans het Koninginnehof is gevestigd, stond zeventig jaar geleden eveneens een hofje, bestaande uit 24 huisjes, elk met een voortuintje, zoo begon onze zegsman zijn interessant verhaal. In dit hofje woonde een zekere Kaatje Kors, die we eigenlijk de grondlegster van dit Zondagsschool werk kunnen noemen. De sociale toestanden waren in dien tijd erbarmelijk slecht. Het egoïstische liberalisme vierde hoogtij. De arbeids tijden, waaraan de gewone arbeider zich moest houden, waren veel te lang, het loon was onverantwoordelijk laag en de kapitaalkrachtige heeren wisten alles op een in hun oog nog redelijke wijze uit te buiten, zoodat het leven van den arbei der schier ondraaglijk was. En welke toestanden in het gezinsleven als hier nog sprake van was waren hier het gevolg van? Vrouwen en kinderen moesten worden ingeschakeld om de lut tele inkomsten eenigszins te vermeer deren. Het gezin ging dus naar de fabriek van 's morgens zes tot 's avonds negen uur. De arbeider kreeg inderdaad den indruk, dat hij een onderdeel van een machine was. Wat er van zijn gezin terecht moest komen, kon hij zich in het minst niet realiseeren; hij werkte den langen dag en hij was genoopt na zijn thuiskomst te gaan slapen, ten einde zijn vermoeide krachten weer te versterken. Het is niet nuttig om deze schrijnende toestanden in vele bewoordingen te memoreeren, maar het zou ook niet goed zijn, wanneer werd verzwegen, dat het juk, waaronder de arbeider ten tijde van het liberalisme, in de zeventiger jaren, gebukt ging, schier niet te torsen was. De Zondagen werden dan ook op af keurenswaardige manier besteed. Zij waren er immers om uit te slapen, ter wijl een andere categorie zich vermeide in het kroegleven. De bazen van de groot in aantal zijnde lucratieve kroegjes, waar de geladen sfeer de bezoekers lichamelijk en geestelijk bedwelmde, streken op deze wijze nog een gedeelte op van het karige loon, dat de arbeiders aan het einde der week ontvingen. Kaatje Kors was een goede vrouw, die 't ook niet breed" had. Zij gaf den ar beiderskinderen dikwijls nog iets van haar boterham of middaghapje. Maar wat belangrijker was, zij wist ook bij ervaring, dat een mensch bij brood alleen niet kan leven en zoo gebeurde het, dat zij op Zondagmiddag enkele kinde ren in haar kamertje van drie bij drie meter riep, om op eenvoudige manier iets uit den Bijbel te vertellen. Ook leerde zij hun eenige versjes, die dan ge zamenlijk gezongen werden. Toen in het hofje voor een open raam een ziek meisje te bed lag, ging Kaatje met haar „kropst" het kind bezoeken. Dan werden ook de versjes gezongen en dit vond het zieke meisje zoo mooi, dat zij ze ook wilde leeren. Het is begrijpelijk, dat het aantal kin deren, die zóó in aanraking met het Evangelie werden gebracht, zich allengs uitbreidde. Dat nood de menschen vin dingrijk maakt, werd hier wel bewezen, want op een paar stapels turven werden in 't vervolg de onderlagen van Kaatjes bedstee gelegd, zoodat de kinderen alle maal konden zitten. Doch langzamerhand kon Kaatje het niet meer bolwerken; ze was niet jong meer en de „Zondagsschool" werd groo- ter. Een dochter van wijlen ds Drost, die les gaf op een fabrieksschool, werd door Kaatje aangezocht en bereid gevonden het werk over te nemen. Een onderdak werd gevonden aan de Langegracht no. 70. Het was de scheerwinkel van Jaap Marijt. Ook dit „lokaal" werd dra te klein, zoodat men naar een andere gelegenheid moest zoeken. Een pakhuis aan de Lange Zandstraat werd voor dit werk beschikbaar gesteld. Vandaar werd verhuisd naar de openbare school aan de Mare (thans het gebouw van den G.G.D.). Daar is de Zondagsschool tot aan de mobilisatie van 1914 gevestigd geweest- Een korten tijd werd zij ondergebracht in de Ohr. school aan de Pasteurstraat, vervolgens in de openb. school aan den Maresingel, terwijl nu weer in de Chr. school aan de Pasteurstraat reeds ver scheidene jaren gastvrijheid genoten wordt, waarvoor het bestuur zeer erken telijk is. De geschiedenis van de Zondagsschool getuigt van intense activiteit van het personeel, dat zich immer tot taak zag gesteld de vele kinderen onder het be slag van Gods Woord te brengen. Hoe veel kinderen er in den loop der jaren op de Zondagsschool zijn geweest, is niet te zeggen, thans zijn er 250. Vele jongeren en ouderen hebben hun tijd, krachten en gaven aan dit zegen rijke werk gegeven. Zij stonden door hun eenvoudigen arbeid in dienst van den Heer der Kerk en hebben velen be kend gemaakt met den- Naam, welke ons onder den Hemel gegeven is tot zalig heid. den heer Hagedoorn opdraagt. Het Leidsche Brandweercorps heeft steeds een goeden naam gehad en is op gewassen voor zijn taak en de Burge meester was overtuigd, dat de nieuwe commandant in de toekomst zal voortgaan het door den heer Flameling zeer goed opgebouwde corps, te leiden op een wijze, welke de reputatie van het brandweer corps zal bevestigen. Onze stad, aldus spr., is geen gemak kelijke stad en heeft een dichte bebou wing en nauwe straten, waarom de brandweer een preventieve taak heeft. Het is bekend dat de heer Hagedoorn ook in Rotterdam hieraan zijn bijzondere zorg heeft besteed, hetgeen ons met ge rustheid vervult bij het overdragen van het commando. Burg. Van Kinschot be sloot met den wensch uit te spreken dat de geest in het corps onder de nieuwe leiding steeds meer zal uitgroeien tot een harmonieuse samenwerking. De heer Nossent bracht dank aan den burgemeester, het kader en de manschap pen voor het in hetm gestelde vertrouwen. Vervolgens voerde het woord de heer P. van Boven, hoofdinspecteur van het Brandweerwezen in Nederland, die Lei den geluikwenschte met de benoeming van den heer Hagedoorn aangezien hij door het persoonlijk contact in de gelegenheid is geweest de capaciteiten van den nieu wen commandant van nabij gade te slaan. Voorts spraken nog ir Kleyn, dir. van dc Ver. Blikfabrieken in Utrecht, oud-com mandant van het autobataljon te Zeist, onder wien de heer Hagedoorn heeft ge diend. Deze roemde speciaal diens karak tereigenschappen, alsmede de voorzitter van „De Vlam", de heer Ohr. Holst, die een beroep deed op den nieuwen com mandant. Tenslotte richtte de heer L. J. A. C. Kooy als vertegenwoordiger van de voorm. L. K. P. zich tot den heer Ha gedoorn, dien men noode uit Rotterdam ziet weggaan. In een uitvoerige toespraak heeft de nieuwe commandant dank gebracht voor het in hem gestelde vertrouwen, dat nij, door inzet van al zijn krachten, niet hoopte te beschamen, waarbij hij tevens een beroep deed op de autoriteiten en het brandweercorps. Onder de talrijke aanwezigen merkten wij op: gen.-majoor ir J. Govers, oud- comm. van de Rotterdamsche brandweer, alsmede den nieuwen comm. van dit corps den heer Lutjens, den commissaris van Politie en den commandant van de brandweer te Utrecht, de heeren Priester en van Eyk. Voorts de Leidsche wet houders Menken en v. d. Kwaak, vele hoofden v. dienst en andere genoodigden. DE P.T.T. OP GOEDEN VRIJDAG EN TWEEDEN PAASCHDAG Het bericht als zou de Goede Vrijdag bij Rijksinstellingen als Zondag worden gevierd, geldt niet- voor den P.T.T.- dienst en op dien dag zal te Leiden en te Oegstgeest de dienst slechts worden beperkt door sluiting voor den postdienst van het kantoor en de agentschappen te 13 uur. (Oegstgeest 12.30 uur). Op den Tweeden Paaschdag is de dienstuitvoering als op Zondag LEIDSCHE ZIEKENKAS In het gebouw voor Chr. Sociale Be langen hield de Leidsche Ziekenkas gis teravond haar jaarlij ksche ledenvergade ring. Na het openingswoord van den voor zitter, den heer J. van Rosse, kregen se cretaris en penningmeester de gelegen heid hun jaarverslagen uit te brengen. Zoowel uit het verslag van den secretaris den heer S. d. Graaf, als dat van den pen ningmeester, den heer Hensen, bleek, dat de Leidsche Ziekenkas, die dezen zomer haar zilveren bestaan hoopt te herden ken, er gunstig voor staat. De bestuursverkiezing had tot resultaat dat de aftredende bestuursleden herkozen werden. In de plaats van den heer A. Varkevisser werd gekozen de heer A. Castel. De hoofdschotel van dezen avond vormde de bespreking van de viering van het 25-jarig bestaan der vereeniging in dezen zomer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 4