Eerste Kamer-vergadering met verrassend slot Weer deden ontploffingen Jeruzalem dreunen Mr. L. J. A. Trip t t Verklaarde NIK U WK LEIDSCHE COURANT J DONDERDAG S MAART 1*1 OPPOSITIE NIET TEGEN DE BEGROOTING (Van onzen Parlementredacteur) De Eerste Kamer-vergadering over Indië van gisteren had nog een verrassend slot. De oppositie heeft haar bezwaren tegen het Regeeringsbeleid1 volledig gehandhaafd, doch het juister geoordeeld niet tegen de begroo- ting te stemmen. De heer Algra (a.r.) had het bij het juiste eind, toen hij opmerkte, dat de wet, waar over moest worden gestemd, tenslotte alleen maar een credietwet is. In dezen gedachten- gang zou het stemmen tegen de begrooting uitgelegd kunnen worden als een tegen stemmen op gronden} welke buiten de be groeting waren gelegen. Dok de heer Koeje- mans (CJP.N. had ditmaal gelijk, toen hij aan het slot vand e zitting opmerkte, dat het bij de besprekingen meer om Lingga- d-jafci was gegaan, dan om de begroeting. Van daar dat het goedkeuren van de begrooting eigenlijk een op zich zelf staande behande ling was, geheel los van de vaak critische besprekingen over het basis-accoord van Lingigadjati en de richting van het Indische beleid der Regeering in het algemeen. Intussohen bleek wel, dat de woordvoerders door het antwoord- van minister Jonkman van gistermiddag niet waren bevredigd; de heer Kolff (c.h.) zei het met zooveel woorden en de heeren Algra en Stikker (P.v.d.V.) sloten zich bij hem aan. Wel kan men zeggen en de minister be gon ook met dit op te merken dat het delbat verhelderend heeft gewerkt; een ver heldering, waartoe ook de minster moest Frankrijk's premier, Paul Ramadier, be- zoch dezer dagen een congres van wijn handelaren te Bagnols ur Ceze, gelegen aan den benedenloop van de Rhone. Een aardige bloemenhulde van enkele vriende lijke meisjes wist Ramadier zeer te waar- deeren. het erkennen de oppositie heeft bijgedra gen. De bewindsman wilde wel toegeven, dat ook volgens de tegenstanders van het Regeeringsbeleid de Indische bevolking recht op mondigheid heeft. Hierover bestaat on der de geheele Nederlandsche bevolking geen verschil. Het verschil ontstaat eerst, wanneer het tempo in het geding komt, en op dit punt meende de minister de oude te genstelling te moeten opmerken tusschen min of meer vooruitstrevend en min of meer behoudend. En, in de woorden der oppositie had, zei hij, te weinig de moreële verant woordelijkheid doorgeklonken, welke de Re geering ook voor de Indonesische bevolking heeft. Dit achtte hij een staaltje van de oude koloniale mentaliteit. Doel van de Regeering Is om met de „re publiek" tot overeenstemming te komen. Aan dat doel achtte de minister enkele uitlatin gen in de Kamer weinig dienstbaar. In dit verband belichtte de bewindsman nog zoo als wij reeds in een deel van onze editie van gisteren meldden de figuur van Soekarno, die ook naar het oordeel van minister Jonk kan den schijn van oolloboratie tegen zich heeft, maar thans een voorvechetr is van het Indonesische nationalisme. Hoe scherper Soe karno hier wordt gecritiseerd, aldus een stel ling van den minister, des te meer wordt hij bij zijn eigen menschen geliefd. De bewinds man zeidë, dat wij den gang van zaken kun nen betreuren, maar dat we moeten begrij pen, dat men ons na de bevrijding van de Japanners in Indië heeft opge „een staat in den staat". Op het punt van de ambtenarenpolitiek heeft de rede van den minister'geen bevre diging gebracht, alleen wil dé Regeering zich nader beraden. Uit de rede van den minister stippen wij voorts nog aan, dat de Regeering bereid is de notawisseling tusschen de dele gaties in Indië vertrouwelijk aan het parle ment over te leggen en zoo spoedig mogelijk te publiceeren. De motié-Stikker was voor den minister moeilijk aanvaardbaar. De bewindsman achtte haar op zichzelf overbodig, daar de toestand, waarover de motie handelt, ook de Regee ring met zorg vervult. Alleen samenwerking met de „republiek" zou hier een oplossing kunnen brengen. Van groot belang was de mededeeling van den minister, dat voor verdere concessies iin in het Regeeringsbeleid niet behoeft te wor den gevreesd. Er zal nader overleg worden gepleegd, maar, zei de minister, het is daar bij niet de 'bedoeling, dat aan - de overeen komst van Linggadja'ti zal worden getornd. De krijgsmacht in Indië is op zichzelf in staa-t de kwestie der interneeringen op te los sen; dat dit niet is gebeurd, is een aanwij zing voor den wensch door vreedzaam over leg tot een oplossing te komen. Wat die interneering betreft, blijken de laatstbèkende cijfers, aldus de minister, moeten nog 23.500 personen worden geëva cueerd, waarmede twee en een halve maand gemoeid zuilen zijn. De minister besloot zijn uiteenzetting met de opmerking, dat ook voor de Regeering de onderteekening van de overeenkomst niet meer dan een étappe is, een stap op den weg naar het nieuwe staatsbestel. Voordat tot stemming over de begrooting zou worden overgegaan zij is tenslotte, zooals gezegd, met algemeene stemmen aangenomen heeft de heer Stikker zijn motie ingetrok ken. De Regeering had haar overbodig ge noemd. Indien ze mede op dien grond zou worden verworpen, zou deze verwerping kunnen worden uitgelegd, alsof er ter plaatse geen nood bestaat en geen Regeeringsverant- woordelijkheid, dat geen maatregelen zullen worden genomen. De Eerste Kamer heeft gisteren in den na middag nog een begin gemaakt met de be- Max Bauer bur gem. van Berlijn Dit is de burgemeester van Hamburg, de soc.-democraat Max Bauer. Toen Hitler's „Machtsübernahme" in 1933 een feit was geworden, moest Bauer als een der felste Duitsche anti-fascisten met zijn vrouw en kinderen naar Zwitserland vluchten en kwam hij uiteindelijk in de U.S.A. terecht, waar hij het Amerikaansche staatsburger schap verwierf. Zijn echtgenoote vertoeft nog steeds 'in de V.S., terwijl zijn zoon officier van gezondheid is in het Ameri kaansche leger. handeling van de begrooting van Justitie, waarbij nog drie sprekers het woord voer den, t.w. de heeren Zegering Hadders (P. v. d. A). Kolff (C.H.) en Kolfschoten (KVP). Voor ditmaal vermelden wij, dat uiteraard in het bijzonder de kwestie van de berechting der politieke delinquenten aan de orde kwam. Voor de wijze, waarop de procureurfiscaal, mr Zaayer, zijn bekende uitlatingen heeft gedaan, bleek weinig \yaardeering aanwezig, maar zijn optreden werd niettemin begrij pelijk geacht. De heer Kolff deelde het be zwaar .van mr Zaayer, dat te vaak wordt af geweken van de doodstraf. Als de minister het in het staatsbelang ongewenscht acht. dat veel doodvonnissen worden voltrokken, had hij naar het oordeel van den heer Kolff een anderen weg moeten insflaan. Thans schijnt het gratierecht te worden gedenatu reerd. Er zal nog ruimschoots gelegenheid zijn op de onderwerpen, gisteren en heden aange roerd, terug te komen. Vandaag gaan we nL met deze begrooting verder. JODEN VRAGEN INTÊR- VENTIE V.N. Zoo krachtig rust de Engelsche hand niet op Palestina, of gisterenavond sprongen zoo wel in Jeruzalem als Haifa opnieuw de ruiten door een serie ontploffingen. In de Vredes- stad zelf was het half acht, toen met een geweldigen slag huizen in de nabijheid van de „Goldsmith1 British officers club" ver nietigd werden. Op denzelfden tijd moest het gebouw van het Joodsch bureau het op dezelfde wijze ontgelden. Het gebeurde in de, door de Britten omsin gelde wijk Mea Sjearim en de Irgoen Zwai Leoemi noemt zichzelf opnieuw de dader. Ook in Haifa pleegde deze Organisatie een aanslag en wel op een belastingkantoor in een Joodsche büi ten wijk gelegen. Het ge bouw werd een ruïne. De kranten in Tel-Aviv ontvingen een waarschuwing van de Irgoen, dat tegen zwarte handelaren, die van den staat van beleg profiteeren, zeer scherpe maatregelen zullen worden genomen. De diplomatieke activiteit rond Palestina deed Peter Bergson, voorzitter van de Jood sche Commissie voor Nationale bevrijding pit Parijs naar New York vliegen, om er de V.N. tot interventie te bewegen, opdat de staat van beleg worde opgeheven. Hij wil bovendien belangstelling wekken voor de vorming van een Joodsche republikeinsche regeering in Palestina en een fonds van 8 millioen dollar bijeenbrengen ter financie ring van de eerste werkzaamheden van dat bewind. Het secretariaat der V.N. bestudeert het voorstel Lie om een commissie van 12 te be noemen, die een voor-onderzoek naar de Palestijnsche kwestie zal instellen. Het aantal dooden te Tripoli (Libanon), waar het, zooals wij gisteren berichtten tot ernstige ongeregeldheden kwam tijdens de ontvangst van Fawzi Kawkaji, leider van den Arabischen opstand van 1936, steeg tot 16, het aantal gewonden is 60 en dat der gear resteerden 300. BELGISCHE SCHOEN ARBEIDERS BIJ BATA TE BEST IN STAKING. De meeste van de ong. 300 Belgische ar beiders bij de Bataschoenfabrieken in Best (N.B.) zijn in staking gegaan, omdat z(j het bedrag van f 10.per week, waarvoor zij in Nederland goederen mogen koopen en vrij naar België invoeren, te laag achten. Een man van be te eken is is gisteren heen gegaan: De oud-president van de Nederland sche Bank Mr Trip. Hij was een financier van het soliede type, die in onderscheiden functies ons land ge diend heeft en ook buiten onze grenzen een eervolle rol heeft gespeeld. Want ook in het buitenland stond hij in hoog aanzien en in de internationale bankwereld nam hij een vooraanstaande plaats in. Voordat h(f in 1923 benoemd werd tot Pre sident van de Javasche bank, was hij The saurier-generaal bij het Departement van Financiën, dezelfde ambtelijke betrekking die Dr de Ridder bekleedde, toen hij in Nov. van 't vorig jaar zoo tragisch om het leven kwam. In die hooge kwaliteit heeft Trip de positie van het departement van Financiën te mid den van het Rijks-be6tuursapparaat natuur lijk uitnemend leeren kennen. In 1931 volgde hij mr Vissering op als President van de Nederlandsohe Bank. Dat was vlak na het groote verlies, dat die Cen trale instelling had geleden door den val van het Engelsche pond. De Nederlandsche Bank had toen nog een zeer zelfstandige positie tegenover het Rijk. Het spreekt vanzëtf, dat er tusschen den President van die Bank en den Minister van Financiën een voortdurend contact was. Li de jaren gedurende welke Trip aan het hoofd stond, zijn er diep ingrijpende beslis singen genomen moeten worden, vooral in den tijd, toen onze Regeering besloot om de grondlbasis te verlaten. Ten einde te zorgen, dat de Nederlandsche gulden in 's lands be lang zooveel mogelijk zijn stabiliteit zou be houden, is destijds nog onder Minister Oud het egalisatiefonds ingesteld, dat beheerd werd door de Nederlandsche Bank in overleg met en onder voortdurend toezicht van de Regeering. De naam van ons land was toen op finan cieel gebied nog zoo goed, dat van alle kanten uit het buitenland deposito's naar ons toestroomden, die echter te allen tijde weer zouden kunnen terugvloeien en daar door heel wat zorgen baarden. Toen in 1040 ons land door Duitschland overvallen en bezet werd, bleef mr Trip niet alleen op zijn post, maar Generaal Winkel man benoemde hem bovendien tot secretaris generaal van het departement van Finan ciën. Dat is hij gebleven tot 1 April 1941. A. Trip, oud-president der Ned. die zoo onverwachts overleed. Het zal het zwaarste en moeilijkste jaar van zijn leven zijn geweest. Desze oprechte vader lander weigerde langer mede te werken, toen de Duitschers de deviezengrens tusschen Mark en Gulden ophieven, een geraffineerd middel om ons land financieel te draineeren. Een nationaal-socialist heeft toen verder beide functies, die van Secretaris-Generaal en President van de Nederl. Bank in zich vereenigd en hard meegeholpen om ons land op de gruwelijkste wijze te bestelen. Na de bevrijding kwam Trip natuurlijk weer terug als President van de Ned. Bank, maar reeds op 1 Mei 1946 is hij als zoodanig afgetreden. Hij bleef echter aan haar ver bonden als commissaris. Niet alleen zijn leef tijd hij was toen 69 jaar maar ook de veranderde inzichten der Regeering hebben zonder twijfel op dit afscheid hun invloed doen gevoelen. Hij schreef mij destijds, her innerend aan den tijd. dat wij geregeld samenwerkten: „Wij kunnen thans dien tijd met recht als den ouden goeden kwalificee- ren. Thans zijn de vooruitzichten inderdaad zeer somber en het is mij een raadsel, hoe Nederland en Ned.-Indië er door moeten komen. Wellicht is de reden gelègen in het feit, dat ik tot het „ancien régime" behoor, maar ik moet nog zien. hoe het „nouveau régime" er in slagen zal de wagen weer in het rechte spoor te brengen. Voorloopig is dit vertrouwen niet groot". En nobel man als hij was hij eindigde met te getuigen, dat hij vertrouwen had in zijn opvolger en de andere Directeuren. Trip is nu uit het leven plotseling wegge nomen. Hij zal de ineenstorting, d'ie aanstaan de is, niet meer zien en daardoor voor veel leed bewaard blijven. Want hij behoorde tot die breede reeks van financieele specialiteiten, dde lange jaren achtereen onzen naam in de wereld hebben hooggehouden. Hij was voor de Regeéring een adviseur van groote ervaring en zelf standig oordeel. Zijn jaarverslagen waren voortreffelijk en gaven altijd blijk van een diep, weldoordacht inzicht in den financiee- len toestand. Fransch-Britsche trouw JJJ^lcllt Het ware te wenschen, dat het Fransch- Britsche huwelijk, dat te Duinkerken plaats vond, voor het leven gesloten zou zijn en geen invloeden van, buitenaf, deze verbinding maar weer eens te niet doen. Niet op slordig-immo- reele wijze een kras geven door een verbinte nis, die men eerst bedaohtzaam en vol ver antwoordelijkheid met zijn handteekening bezegelde Want dit is het lot geweest, van zoo vele politieke verbintenissen, als door een wijziging in de belangen, verschuivingen in de machtspolitiek, de innerlijke structuur van een, door partijen afgesloten verdrag, minder werd. Het mooiste voorbeeld een dergelijke, verachtelijke, politieke „Welt anschaung" leverde immers Duitschland, onder Hitier, dat verdragen, verbintenissen, eenvoudig als „vodjes papier" beschouwde, zoodra zulks in het eigen belang was Dit FranschBritsche huwelijk is weliswaar niet voor het leven gesloten, maar dan toch voor een halve eeuw,, hetgeen zou moeten betee ken en dat Duitschland vijftig jaar lang ge muilkorfd zou moeten blijven. Als het ver drag niet een jaar vóór den afloopdatum door één der partijen wordt opgezegd, wordt geacht, dat het voor onbepaalden tijd is ver lengd. Er is over het ceremonieel, en de plechtigheid, waarmede de FranschBritsche verbintenis te Duinkerken werd afgesloten, reeds zóó veel gepubliceerd, dat wij den uiterlijken kant ervan rustig voorbij kunnen laten gaan, maar over de kinerlijke beteeke- nis valt nog wel het een en ander op te merken. Het symbool was overigens zeer sprekend, omdat de Fransche en Engelsche ministers van buitenlandsche zaken per ver drag een gelofte aflegden, juist op de plek, waar einde Mei 1940 meer dan twee honderd duizend man van het Engelsche expeditié- leger zich moest terugtrekken van het con tinent, en Frankrijk dus een waren lijdenswég tegemoet ging, de aanvankelijke nederlaag en de bezeMing. Als men in aanmerking neemt, dat het er voorloopig nog naar uitziet, dat zich inzake Duitschland twee machtige, maar zeer verschillende stroomingen blijven aftee- kenen, dan dient Frankrijk op zijn hoede te blijven. Nacuur ijk is er wel een streven, om Duitschland te omgorden met een keten van verdragen, want immers is door Frankrijk en Engeland verklaard, dat zij óók een verdrag tot stand willen brengen tusschen de Ver. Staten, Engeland, Frankrijk en de Sowjet- Unie met het oog op de ontwapening en demilitariseering van Duitschland, maar zulks beteekent direct nog niet, dat de in- vloedsverschillen van de Russen in het Oostelijke gedeelte en van de Amerikanen en Engelschen in het Westelijk gedeelte zullen worden opgeheven. Zoo ook weet men, dat de Rus een gecentraliseerd Duitschland als de oplossing ziet.'terwijl de Westersche mo gendheden de vorming van een federatie van staten prefereeren. Dat daardoor toch het politieke evenwicht in Duitschland labiel blijft, ligt voor de hand. Men kan hierbij tevens nog opmerken, dat er inzake de toe komst van het Rijnland en Roergebied tal van proefballons zijn opgelaten, die Frank rijk in de eerste plaats aangaan, terwijl men ook vrijwel met zekerheid weet, dat te Moskou slechts een basis kan worden gecon strueerd voor het later, vast te stellen, vredesverdrag. Om al deze redenen, die zoo als gezegd, het heele Duitsche vraagstuk no» een zeer labiel karakter dferleenen, is het Fransch-Britsche verdrag vooral voor Frankrijk van bijzondere beteekenis. Frank rijk staat nu niet meer alléén, bij directe aggressie van Duitsche zijde. Engeland en Frankrijk zullen elkaar onmiddellijk steu nen bij een gewapenden aanval, maar ook maatregelen overwegen, als opnieuw de vei ligheid van Frankrijk bedreigd wordt, het geen dus óók beteekent, als Duitschland weer nazi-allures, met welk etiket óók, zou aan nemen of pogingen zou ondernemen zich via een bondgenoot te versterken. Want uit gaande van h^t standpunt, dat iemand met de duimschroeven aan, toch altijd weer zint op een middel om los te komen, of straks bij gunstige omstandigheden zich toch weer op nieuw zal laten gelden, is dit punt in het verdrag van Duinkerken van buitengewoon belang. De beteekenis van het verdrag hangt overigens nauw samen met de economische en militaire positie der twee betrokken lan den zelf, want zonder geld en troepen valt er aan sancties, bij overtreding van de be palingen door Duitschland, niet veel te be ginnen. Dat Frankrijk en Engeland inzake de interpretatie van het begrip directe „aggres sie" het in de toekomst ook niet altijd eens zullen zijn, is mede begrijpelijk, aangezien tusschen Duitschland en Engeland nog altijd de zee ligt en Frankrijk nu eenmaal als aan- valsobject historische beteekenis heeft. Arti kel 3 van het verdrag verdient mede zeer de aandacht, omdat daar in vervat is, dat als Duitschland in gebreke blijft aan eenige economische verplichting jegens het eene land te voldoen, Frankrijk en Engeland, ge zamenlijk, of zoo noodig met andere landen zullen overleggen, welke maatregelen men dan moet treffen. Wat dit betreft, zit het FranschBritsche huwelijk „met voorwaar den" wel stevig in elkaar getimmerd. Het wordt afgesloten door regeeringen, die mo menteel nog van socialistische familie zijn ook. De volle waarde van het verdrag beseft men vooral, als men een vergelijking maakt met 1918 en nu, want toén was er geen bin dende overeenkomst, die een militair samen gaan tusschen Frankrijk en Engeland voor schreef, waardoor Duitschland weer vrijer kwam te staan en tenslotte zelfs de kan3 kreeg zich te bewapenen en hóéondanks het met zooveel vernuft, samengestelde Ver drag van Versailles. Als Bevin er te Moskou in slaagde, de angst voor de „blokvorming** weg te nemen en tevens het Engelsch— Russische verdrag weer wat op te pompen, zou zulks voor de rust van Europa inderdaad van levensbelang zijn. Hoewel is zelf dikwijls binnenskamers hard met hem hem moeten strijden, als onze in zichten uiteenliepen, zie ik met groote dankbaarheid terug op elk onderhoud, dat ik met hem gehad heb. omdat hij altijd leerzaam en verhelderend was, en het be toog van dezen man steeds gedragen werd door zijn lietfde voor de zaak. die hij moest dienen. Die zaak was niet alleen de Neder landsche Bank. maar bovenal het welzijn van land en volk. Zijn nagedachtenis zal in eere zijn. Mr I. A. de Wilds.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3