Een uurtje bij mevr. Van Hoogstraten-Schoch
Tot hier toe en niet verder, zei Amsterdam
Officiersopleiding alleen bij bekwaamheid
Vóór 1951 komt eerste vlootsmaldeel gereed
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WOENSDAG FEBRUARI 190
ROMAN UIT BEZETTINGSTIJD
OP KOMST
Speciale N.L.C.-reportage)
Wie zou mevrouw van HoogstratenSchoch
niet kennen? Temidden van onze vrouwelijke
schrijfsters neemt zij een eigen plaats in. Zij
is de „geestelijke moeder" van een bep?ald
genre: de christelijke familieroman en daar
zij ki ihaar lange leven zij is thans 77
jaar oud reeds 17 boeken geschreven
heeft de meditaties en kleinere geschrif
ten nog buiten beschouwing gelaten heeft
zij in breede kringen groote bekendheid ver
worven. Sedert jaren woont zij „in alle stilte"
in een buitenhuis vol sfeer, met rieten dak
en glas-in-lood-vensters aan de Lorentzlaan te
Zeist. Wie haar thuis ontmoet in haar werk
kamer met de vele boeken en familiepor
tretten, hoeft geenszins te verwachten tegen
over een „oude vrouw" te staan. Want zij is
beminnelijk en vol levensspirit; kent de wet
ten der gastvrijheid. Zij is door alle jaren
heen een echte domineesvrouw gebleven en
hoewel haar in den loop der jaren de zware
slagen niet werden gespaard, blijft zij het
leven met optimisme bezien. Sedert 1020 is
zij reeds weduwe en zij spreekt met trots
over haar drie jongens, die zij groot gebracht
heeft e<n in het leven hielp slagen.
Hoewel de inrichting van haar huis eenigs-
zins het zware accent draagt van iemand
van een vorige generatie, blijkt al spoedig,
dat zij niet „verstard" is. Zij wil met haar
tijd meegaan; ook het „nu" begrijpen. En
zoo filosofeerden wij met haar over tal van
na-oorlogsche problemen en, niet te verge
ten, over de jeugd, die haar warme belang
stelling behield.
Als wij over schrijven beginnen, glimlacht
zij.
,JIk denk er nog niet over om de pen neer
te leggen. Tijdens de bezetting schreef ik een
familieroman, 'die wil aantoonen, dat God
in die donkere dagen een rijke oogst binnen-
haflie Het boek is nog niet verschenen,
maar dat zal wel niet lang meer duren...."
,,Uw achttiende werk dus?"
Daar kan mevr. van Hoogstraten eigenlijk
niet dadelijk op antwoorden. Want eerlijk
gezegd: zij weet het zelf niet zoo precies.
Haag oogen glijden over een lange rij boe-
kenruggen met de titels van haar werken
Liefde eener moderne vrouw, De vrouw met
het eene talent, 't Swanevegt, De groote
levenswet, Lichtlijnen, Onkeltje, Kenata, De
steenen pelgrim, Gouden Teugels, Menschen,
die meetellen, Van blijde werkelijkheid
Enkele beleefden meerdere drukken: Gouden
Teugels haalde zelfs een achtste. Tevens
verschenen er vertalingen in het Duitsch,
ZweedsCh en Hongaarsch, zoodat zij niet mag
klagen, dat zij niet gelezen" wordt. En wel
licht zal de lange rij van eigen werk op de
boekenplank nog wat verder uitgroeien.
„lp. den laatsten tijd heb ik niets géschre
venHet was zoo moeilijk een goede hulp
in de huishouding te krijgen", vertrouwt zij
ons toe. „Maar thans is dat weer in orde
Sedert 'haar prille jeugd leefde het ver
langen in haar om te gaan schrijven. Zij is
een officiersdochter en denkt met warme
gevoelens aan het gezin met negen kinderen
terug. Reeds vroeg koesterde zij ook den
wensch om met een dominéé te trouwen
en toen zij den student van Hoogstraten ont
moette, wist zij al gauw dat dit ook gebeu
ren zou.
In 1905, toen haar man, ds van Hoogstra
ten, in Zeist beroepen werd en hier een
kerkbode uitgaf, debuteerde zij met haar
meditatieve artikelen: „Kijkjès uit 's levens
venster". Na dit begin was zij al spoedig
redactioneel medewerkster van „Onze Gids"
en Christelijk vrouwenleven".
Zij leerde het leven hierdoor in zijn facet
ten kennen. Vele vrouwen vroegen haar raad
ten aanzien van allerlei problemen en stapels
brieven moesten beantwoord worden. In 1923
zij was toen al drie jaar weduwe be
trad zij voor het eerst het glibberige pad
der .politiek". Het was toen iets bijzonders,
dat een vrouw gemeenteraadslid werd, maar
zij liet zich hierdoor niet afschrikken en
verdedigde tot '28 de belangen der Chr. Hist.
Unie. Vooral het plaatselijke sociale werk
Interesseerde haar. Zoo was zij gemeentelijk
gedelegeerde voor het Ziekenhuis, de Open
bare Leeszaal en de Huishoudschool. Het lid
maatschap van de Prov. Staten (1924—1927)
bevredigd^ haar minder, al was ook dit de
moeite waard. In dit verband mag niet ver
geten worden, dat zij meerdere jaren met
mevr. Schoch haar schoonzuster, die ook
thans nog bij haar te Zeist inwoont in
Katwijk woonde. Zij was toen ook lid van de
filmkeuringscommissie en reisde regelmatig
naar Den' Haag op en neer.
Maar het beeld is nog niet compleet, want
wij moeten ook nog iets zeggen over haar
journalistieke werk. Met hoeveel toewijding
schrijft zij niet sedert jaren haar kleine over
peinzingen in de plaatselijke kerkbode en
andere bladen!
En dan komt mevr. Schoch binnen, die ons
nog van enkele interviews vertelt van vroe
ger waarbij zij ook acte de présence gaf.
Zij toont e«n foto, waarop zij met de schrijf
ster in de woestijn elk een kameel berij
den
„I'k heb altijd heel 'veel van reizen ge
houden", zegt mevr. van Hoogstraten.
Schrijven en reizen zijn trouwens onafschei
delijk van elkaar
En dan beginnen we over Biskra, Algiers,
de eigenaardige romantiek der woestijn, de
schoonheid van Sicilië, Frankrijk, Noord-
Afrika en Italië.en de twee bejaarde
dames beginnen onwillekeurig met elkaar te
spreken over al hun verre tochten in het
verleden, waaraan zij zulke bijzondere herin
neringen hebben
„Weet je wel, toen in Biskrabegint
mevr. Schoch en dan volgt een lange amu
sante geschiedenis. Het re is-ver langen leeft
thans nog welmevr. van Hoogstraten zou
200 gaarne haar kinderen in „de Oost" nog
eens willen zien. Maar het moet vooralsnog
bij een verlangen bl-ijven. Zij is er evenwel
dankbaar voor, dat zij mag teren op zooveel
rijke herinneringen.... tijdens haar wande
lingen door het Zeister bosch of de stille
buitenwijken van dit fraaie villa-dorp
BELGISCHE ROODE KRUIS SCHENKT
VUGHT EERE -MEDAILLE
In een plechtige gemeenteraadszitting is gis
teren te Vught de gouden eere-medaille van
erkentelijkheid, namens het Belgische Roode
Kruis aan den burgemeester van Vught uitge
reikt, als dank voor hetgeen zijn gemeente,
tijdens de bezetting deed. Verschillende auto
riteiten waren aanwezig, o.m. de Belgische mi
nisters Terfve en Adam en de Ned. min. van
Econ. Zaken, dr G. W. M. Huysmans.
Zes jaar geleden om dezen tijd behoorde een beeld als dit tot de dagelijksche dingen van
het leven in de hoofdstad. Opgejaagde Joden werden door de zoo gehate „Grfine" als vee
weggevoerd, om nooit meer terug te keeren
WIE(N) SPEELDE „DE GIL" PARTEN?
Het hoofd van de -PRA, Lange Voorhout 13.
Den Haag verzoekt hun, die door het schrij
ven van brieven aan het periodiek ,De Gil" of
aan de gelijknamige radiorubriek in moeilijk
heden zijn geraakt, zich in verbinding te stellen
met de PRA in Den Haag. Tevens wordt toe
zending van exemplaren van „De Gil" ten be
hoeve van het onderzoek verzocht.
VERZET TEGEN EERSTE
JODENVERVOLGING
Gisteren heeft Amsterdam herdacht hoe zes
jaren geleden de eerste negenhonderd jonge
Joodsche mannen door een razzia op het
Waterlooplein aldaar werden saamgedreven om
aanvankelijk allemaal naar Schoorl te worden
gedeporteerd. Meerderen volgden en eiken dag
opnieuw werd de AmsterdamscKe Jodenwijk
uitgekamd van Joden die op meedoogenlooze
wijze uit hun huizen werden gesleept om een
onbekenden weg te gaan. Van de eerste negen
honderd Joden keerde niet één terug. Dui
zenden, tienduizenden lieten het leven in de
concentratiekampen en ondertusschen barstte
de hel van dood en vervolging in haar meest
volmaakte en ongekende felheid los. De Grüne
Polizei, de W.A., de politie zij allen ver
leenden hand- en spandiensten bij het weg
voeren der Joden. De Jodenbuurt werd afge
zet; de bruggen gingen omhoog, Haüerknecb-
ten bewaakten de overige ingangen van deze
bekende Amsterdamsche wijk en metershoog
prikkeldraad voltooide dit werk dat zijn weer
ga zelfs in den bangsten tijd der Middeleeuw-
sohe inquisitie niet heeft gevonden.
Groot en laaiend was de opgekropte haat der
Amsterdamsche bevolking, welke reeds lijd
zaam had moeten aanzien hoe duizenden harer
stadgenooten van Joodschen bloede werd be
handeld, mishandeld, vervolgd, weggevoerd en
gedood.Hoe telkens nieuwe maatregelen tegen
hen werden afgekondigd, welke vernederend
en beschamend waren. Bitter was de wrok te
gen dit alles en met den dag zocht de groeien
de haat een uitweg om sympathie te betuigen
met de vervolgden en uiting te geven van de
gevoelens van verachting jegens den wreeden
bezetter. De spanning steeg met den dag en
speciaal onder de arbeidersbevolking van de
hoofdstad groeide iets. Men wilde toonen hoe
zeer men het .Herrenvolk" verachtte en het
was duidelijk dat er „iets" ging gebeuren.
Tot dat de groote dag van den 25ste Februari
IN WIERINGERMEER KOMEN
STAATSREDRIJVEN
(Van onzen Parlementsredacteur)
Nadat de Eerste Kamer, zelfs zonder dis
cussie, het wetsontwerp tot toekenning van
een uitkeering ineens aan gepensionneerden
had aangenomen zooals men zich herin
nert is er in de Tweede Kamer nogal wat
over te doen geweest (motie-FortanierDe
Wit) heeft zij gistermiddag de behandeling
van de begrooting van oorlog voortgezet.
Enkele leden repliceeren op de rede, vorige
week Donderdag in de Kamer door minister
Fiévez uitgesproken. Uit de dupliek van den
minister bleek, dat ook deze het systeem
van de tijdelijke rangen, thans zoo veelvul
dig toegepast, niet bewondert en zoo spoedig
mogelijk terugkeer wenscht tot het systeem
van ranglijsten, zij het ook dat daarbij rui
mer rekening zal worden gehouden met be
kwaamheid en geschiktheid.
Met klem merkte de minister nogmaals op,
dat bij de opleiding tot officier uitsluitend
bekwaamheid in aanmerking wordt genomen.
Hem is geen enkel geval bekend van afwij
zen o<m politieke redenen. Na de dupliek
van den minister werd de begrooting van
oorlog aangenomen, waarbij de communisten
tegenstemden.
Daarop namen op de gereserveerde tribu-^
MOGEN OFFICIEREN EIGEN
POL. MEENING HEBBEN?
(Van onzen Parlementsredacteur.)
Gisterenmiddag zette de Eerste Kamer zich
ook nog aan de begrooting van Marine. Mi
nister Schagen van Leeuwen zeide, dat één
smaldeel van de te bouwen vloot is gepro
jecteerd voor 1951, een tweede voor drie jaar
later, doch of het derde smaldeel bekostigd
kan worden, zal afhangen van de ontwikke
ling onzer financieele draagkracht.
Een punt, dat bij de behandeling van deze
begrooting, welke niet veel tijd vroeg, in het
bijzonder de aandacht kreeg, was de politie
ke houding der hoogere marineleiding. De
heer Donkersloot (Arbeid) was van oordeel,
dat er zekerheid over moet bestaan, dat de
hoogere legerleiding achter het regeeringo-
program staat. De heer Molenaar (Vrijheid)
erkende, dat de minister disciplinair volko
men op het personeel in 's lands dienst moet
kunnen vertrouwen, maar hij noemde het
uitermate gevaarlijk, den minister te advi-
seeren de eigen overtuiging in een bepaalde
richting te dringen. De heer Algra (AR)
merkte op, dat, als het gaat om de diepste
innerlijke overtuiging, men op een zeer ge
vaarlijk terrein komt. Men zou hier kunnen
krijgen een onderzoek naar iemand's inner-'
lijke gevoelens, waartegen de heer Algra
bezwaar had. De heer V. Santen (CPN) ten
slotte bleek een overduidelijke afwijking van
inzichten bij leidende militairen uit een oog
punt van progressie gevaarlijk te achten.
De minister zeide, dat de officieren der
Marine steeds behoord hebben tot de meest
loyale gezagsdragers. Zij bedrijven geen
eigen politiek. Het is te betreuren, dat eeni-
ge officieren zijn afgeweken van hetgeen
steeds regel is geweest, al moet men beden
ken, dat ook de militaire gedachtenwereld
beroerd wordt door de groote gebeurtenissen,
welke zich afspelen. In dit verband maakte
de minister enkele toespelingen op de pers,
welke, meende nij, niet altijd in het belang
handelt van de onderhandelingen, welke de
regeering voert.
In den namiddag heeft de Kamer de be
grooting aangenomen. De communisten
stemden tegen.
ne marineofficieren de plaatsen der leger
officieren in: de begrooting van Marine zou
aan de orde komen. De heeren moesten ech
ter nog even geduld oefenen. Als een vredige
moot tusschn de begrootingen van Oorlog
en Marine stonden op de agenda de begroo
tingen van het Zuiderzeefonds en van het
StaatsvisschershavenbedTijf te Dmuiden. De
laatste ging zonder discussie onder den
hamer door, de eerste lokte nog tot een korte
bespreking uit. Mr Rip (A.R.) en de heer
Zegering Hadders (Vrijheid) spoorden aan
totv sneller in cultuurbrengen van den N.O.-
Polder.
Minister Vos zeide, dat in den N.O.-Polder
de huidige toestand onbevredigend lijkt. Hij
achtte het onmogelijk en 'bovendien onwen-
schelijk alles in één jaar in cultuur te
brengen. Hier ontbreekt werkkrachten en
materiaal. Intusschen is het niet de bedoe
ling, met den polder te wachten tot alles
weer op de normale markt te krijgen is. Hij
deelde voorts nog mede, zich het recht voor
te behouden in den Wieringermeerpolder
groote staatsbedrijven te stichten.
Hierna is ook deze begrooting aangenomen,
VERLENGING DER VISSCHERIJ
IN DE MAAS.
In het belang van de uitoefening van de
visscherfj is besloten, dat dat jaar de gesloten
tijd voor het visschen met den anker kuil in
de Maas zal ingaan op 1 April. Deze vis-
scherij wordt dus met een maand verlengd,
ftfvenzoo wordt de vissaherij met alle geoor
loofde vischtuigen in d"e noordelijke provin
cies, waarop het bijzonder Vissoherij regle
ment HI van toepassing is, voor düt jaar
verlengd tot 16 Maart.
in het jaar 1941 aanbrak en de eerste massale
stap van het openbare verzet een weg zocht
envond. Amsterdam staakte! Staakte, een
vollen arbeidsdag lang!
»De trammannen, het personeel van het gas-
en electriciteitsbedrijf, het technische personeel
van de Hoogtekadijk staakte; over het IJ lag
élles stil en het manmoedige voorbeeld werd
spontaan gevolgd door het personeel in tal van
particuliere bedrijven en ondernemingen: fa
brieken, kantoren, de typografen, de meisjes
van de ateliers, de winkels, enz. Alles legde
uit protest tegen de wegvoering der Joden, in
Amsterdam het* werk neer. De havenarbeiders
volgden.
De tegenmaatregelen van de Duitschers ble
ven niet uit: een „Sperr"-tijd werd afgekon
digd: alle café's en openbare gebouwen moes
ten vanaf dien avond om 7 uur sluiten en de
bevolking mocht na half 8 niet meer op straat.
En.... van de 900 weggevoerde Joodsche man
nen die toen plotseling „gijzelaars" heet
ten! werden er 400 vanuit Schoorl naar een
concentratiekamp in Duitschland weggevoerd.
De overige 500 zijn er evenwel als zoovelen
daarna niet beter afgekomen. Zij keerden
nimmer in ons vaderland weerDeze maat
regelen deden de haat slechts toenemen èn de
j geest van het verzet. Onbeschrijfelijk is de
smart en ongekend het leed dat in die dagen
ie.. ..i ae jaren aie volgden werd geleden; on-
'i de tranen die werden geschreid; onde
finieerbaar de pijn die moest worden onder
gaan onder de beulen van het Teutonendom.
Zes jaren zijn sinds dien 25sten Februari
voorbijgegaan. Vier bittere jaren moesten nog
komen toen de Amsterdamsche trammannen
en mét hen de Amsterdamsche bevolking én
die van de Zaanstreek, welke zich solidair
verklaarde en méé staakte, het signaal voor
het verzet lieten hooren. Groot is de dank
baarheid van heel ons volk, dat nimmermeer
vergeten zal wat op dien dag heden precies
zes jaar geleden in de hoofdstad van ons
land gebeurde. Zóó reageerde men op de ver
volging van menschen wier ras hen van „an
deren" onderscheidde. Men heeft hier men
schen vernederd, vertrapt en gedood. Het was
en zal blijven de grootste aanklacht van heel
de menschelijke beschaving tegen deze ver
trapping eener menschelijke waardigheid,
welke men uiteindelijk wél vernederen, maar
niet dooden kan.
Omtrent de herdenking van gisteren kan
nog worden medegedeeld, dat de manschap
pen van het B.S., die bij den zwart omfloer
sten mast op het Waterlooplein te A'dam de
eerewacht hadden betrokken, kort en kern
achtig werden toegesproken door mevr. H.
Heyermans, hoofdbestuurslid van den Bond
van Oud -Illegale Werkers. Vervolgens traden
uit de toegestroomde menigte al diegenen
naar voren, die de gevallenen wensch ten te
eeren met een bloemenhulde.
Des hidddags is het woord gevoerd door
den heer A. Diamant, namens genoemden
bond en den heer W. v. Wijk, namens d*e
Ver. van Ex-politieke gevangenen, die op
kwam tegen de praktijken van een Amster
damsche roeivereniging, die, naar spr zeride,
het lidmaatschap voor Joden niet toeganke
lijk stelt. Onder grooten bijval haalde spr de
woorden aan van mr Zaayer in zijn requisi
toir tegen den Winterhulp-directeur C. Plek,
waarin deze het niet-tenuitvoerleggen van
doodvonnissen hekelde. Tenslotte sprak de
heer A. v. Dorp namens de Ver. van Oud-
BS-ers, waarna vereendgingen en instellingen
kransen aan den mast legden.
DIRECTEUR VAN „DE PATRIOT"
GEARRESTEERD.
Naar de N. R. C. meldt is op last van den
advocaat-fiscaal te A'dam in zijn woning te
Aerdenhout gearresteerd de heer T. M. Bern-
sen, oud-directeur van de A.K.U. en direc
teur van het dagblad ,,De Patriot" te Haar
lem. Hij wordt verdacht van onvaderland-
sche handelingen in bezettingstijd.
POLITIE-PERSONEEL KAN LATER
WORDEN GEPENSIONNEERD
Dienstbelangen en sociale factoren kunnen
het noodzakelijk maken, dat politie- ambte
naren, die den leeftijd van 55 jaar hebben
bereikt, nog niet worden gepensionneerd, al
dus naar een circulaire van min. Beel aan
de burgemeesters. Bij de Rijkspolitie wordt
dezelfde gedragslijn gevolgd. Bij het berei
ken van den 60-j. leeftijd moet in ieder ge
val tot pensionneering worden overgegaan
en in gevallen, waarin betrokkenen tusschen
den 56- en 60-j. leeftijd minder geschikt
zijn, zal vervroegde pensionneering kunnen
plaats hebben.
Als herinnering aan het eerste massale
verzet van Amsterdam's burgerij tegen de
afschuwelijke houding van den Duitschea
overweldiger werd gisteren op het Water
looplein aldaar een groote gedenkzufl
onthuld.