Wat wilt U nog meer weten? Wij antwoorden!
Landverhuizers
't Verklaarde
uitzicht
NIEUWE LMDSCHE COURANT
TAALKUNDE-CONTACT MET
DE LEZERS
Naar aanleiding van een plaatje met een
duivekater er op kreeg ik een brief van een
lezer, die mij gelegenheid geeft om een en
ander te schrijven over afleidingen van
woorden. Het onderschrift bij het plaatje
vermeldde dat dit woord zijn ontstaan te
danken had aan het feit dat deze brooden
oorspronkelijk werden gebakken in den vorm
van een kater en dan begraven ter uitban
ning van booze geesten (de duivel). Mijn
lezer heeft nu vernomen dat het woord een
ter afkomstig zou zijn van „deux fois quatre".
dus tweemaal vier (-onsen brood, achtonsje)
ingevoerd als rantsoen in den Franschen tijd.
Het etymologisch woordenboek van Franck
Van Wijk—Van Haeringen zegt dat deze
afleiding onjuist is, maar erkent wel den in
vloed van duivel en kater. Het vermeldt
verder dat reeds in 1450 deuvekater als bij
naam van een bakker te Leiden voorkwam.
Het feit dat men uitroepen van kwaadheid
of verontwaardiging heeft als: „Wat duive
kater is dat!" bewijst voldoende dat men niet
in de eerste plaats aan een brood heeft ge
dacht bij het woord, maar eerder aan een
duivel of booswicht.
En dat men hier met een of ander sym
bool te doen heeft, is vrij zeker. Welk valt
moeilijk uit te maken. Het genoemde woor
denboek zegt dan ook dat de afleiding onbe
kend is. Maar er zijn aanwijzingen van hoo-
gen ouderdom. Er staan zoowel aan de uit
einden bovenop, als in 't midden een aantal
ronde schijfjes op, die wellicht een voorstel
ling zijn van het zonnerad. Men weet immers
dat bij de oude Germanen de zonnedienst
een belangrijk aandeel van hun religie vorm
de. Ik noem in dit verband het feest der
Zonnewende, dat in Hitiers tijd zelfs in het
moderne Duitschland niet geheel van belang
was ontbloot. Het feit ook dat men juist met
Kerstmis elkaar zulke brooden ten geschenke
gaf, wijst in de richting van den Zonne
dienst. Immers het Germaansche Joelfeest
(in de Noorsche talen heet Kerstmis nog Juli
werd in denzelfden tijd als het Kerstfeest
gevierd en is eerst langzamerhand daardoor
vervangen.
Merkwaardig mag ook genoemd worde*
dat, wanneer in plaats van het brood, een
andere gift, hetzij in geld, hetzij in natura.
werd gegeven, de naam van het brood daarop
overging.
Zoo zegt Reym, de dienstmaagd uit Hooft'»
„Warenar" (1616):
Ik win nou vijf gulden 's jaars en ien paer
nuwe klompen tot men deuvekater.
In Bredero's „Moortje" (1615) lezen we.
En alle driekoningen stuurden zij ons een
moye deuvekater.
Uit deze aanhalingen blijkt niet alleen dat
de dienstboden minder goed werden betaald
dan tegenwoordig, maar ook dat de duive
katers klaarblijkelijk toen niet alleen meer
op Kerstmis werden gegeven.
De verklaring deux fois quatre is een voor
beeld van wat men gewoon is met den naam
volksetymologie te bestempelen: een ver
klaring op den klank af. Ik noem hier
slechts den naam van de Haagsche straat de
Apendans die eigenlijk appendance moest
heeten naar de bijgebouwen van Lode wijk
Napoleon's paleis. Er zijn tal van voorbeel
den in onze taal, waarover ik een anderen
keer wel eens zal schrijven. Maar hoe sterk
deze neiging tot verklaren is, blijkt wel uit
het feit dat deze afleiding uit het Fransch
niet slechts aan Napoleon's tijd werd vast
geknoopt, maar zelfs aan den tijd na 1685
(opheffing van het Edict van Nantes), toen
talrijke Hugenooten zich hier hadden geves
tigd, die de broodjes in ons land te klein
vonden en trachtten dit duidelijk te maken
door te roepen: deux fois quatre d.w.z. twee
maal een broodje van vier stuivers. Voortaan
bakten onze bakkers dan deuvekaters. Aar
dig verzonnen, nietwaar, maar de verzen uit
veel vroeger tijd, die ik hierboven aanhaalde,
verstoren wreed de illusie, ik laat andere af
leidingen nu rusten, maar meen dat de kater
eerder verband kan houden met ons woord
kaak (in zeekaak en kaakjes) en met het
Engelsche cake en dat het dus. waarschijn
lijk oudtijds een Kerstkoek/Kerstbrood is
geweest.
Een ander aardig voorbeeld van volks
etymologie geeft een lezer me, die meent dat
het woord lef ontstaan zou zijn uit de voor
letters van Liberté, Egalité, Fraternité. De
afkorting van deze woorden moet in den
Franschen tijd wel vaak op allerlei openbare
gebouwen, aankondigingen enz. zijn voorge
komen. Alweer niet onaardig bedacht, maar
dan zou toch dit woord juist in dien tijd vrij
veelvuldig moeten |evonden worden in kran
ten, geschriften en boeken, want zulk een
„Een ander is het die zaait, en
een ander die maait. Ik heb U
uitgezonden om te maaien het
geen gij niet gezaaid hebt; an
deren hebben het bearbeid en
gij zijt tot hun arbeid ingegaan.
Ik schrijf deze woorden onder den diepen
indruk die het boek van J. P. Risseeuw „Land
verhuizers" op mij gemaakt heeft.
Ik laat graag de feiten rusten, die een
aantal mannen en vrouwen 100 jaar geleden
bewogen Nederland te verlaten en koers te
zetten naar Amerika. Die feiten waren zeker
niet prettig, kerkelijk niet en maatschap
pelijk niert. Maarzij gaan! Op schepen
die alle comfort van onze moderne stoom-
booten missen en meer op drijvende kazer
nes lijken, schepen zij in. De kusten van
Holland wijken langzaam uit hun oogen
Familieleden blijven bedroefd achter. Op de
vraag die men deze reizigers had kunnen
stellen bij het vertrek: „hebt gij nu niets ;n
Holland vergeten?" zouden zij zeker geant
woord hebben: „Ja, ons hart". Maar zij gaan!
Stormen slaan over hun schepen heen. Zij
komen in den greep van allerlei ziekten en
epidemieën. Soms verandert htm boot in een
groot lazaret waaruit de kreten van wanhoop
naar boven stijgen. Honger, heimwee, de
dood, dit zijn de polen waar tusschen hun
leven aan boord wordt uitgebroed. En dan
volgt de aankomst in Amerika! Gij kunt het
niet lezen zonder uw bewondering voor deze
menschen te voelen klimmen. Het is een
chaos van onzekerheid waar zij doorheen
worstelen: afzetter^ als men hoort dat deze
woord, dat de Fransche onderdrukkers be
spottelijk moest maken, zou natuurlijk bij de
naar verlossing dorstende Nederlanders op
gang moeten gemaakt hebben. Daarvan is
echter geen enkel spoor te ontdekken. En
dus ligt het voor de hand daér niet den oor
sprong te zoeken. Het feit dat het juist veel
in Joodsche kringen beschrijvende boeken en
in het Bargoensch wordt gebruikt, wijst dui
delijk op Hebreeuwsche afkomst. En we hou
den het dus maar op het Joodsche lêb (hart).
Uit de gegeven voorbeelden blijkt duidelijk'
dat de studie van de afleiding der woorden
op zeer voorzichtige wijze ter hand moet
worden genomen. Wie hierbij zijn intuïtie
laat spreken en op goed geluk af op dit veld
rondscharrelt, komt tot dwaze uitkomsten.
Bilderdijk is er een afschrikwekkend voor
beeld van. Om het woord koomenljswinkel
(in de volksetymologie kom en eisch-winkei)
dat niets anders beteekent dan koopmannij
(zooals brouwerij en bakkerij) verklaren.
urk verrast met levensmiddelen
pakketten.
Dood rijkbevlagde straten, omstuwd door een
jubelende menigte Urkers is gistermiddag een
vrachtauto met levensmiddelenpakketten van
de Amerikaansche organisatie voor hulpver
leening „Care" het dorp binnengekomen. Des
morgens om 8 uur was de auto van R'dam ver
trokken en arriveerde om 17.15 uur op Urk.
In nationaal costuum gekleede visschers brach
ten de 135 pakketten, elk 22K.G. wegende,
in het woonhuis van den burgemeester, waar
de verdeeling plaats zal hebben.
italiaansch koninklijk bezit.
De ex-koningen van Italië, Victor Emma
nuel HI en Umberto H, mogen htm bezit m
Italië, direct, noch indirect verkoopen.
Hollanders rijk zijn en een kist met gouden
munten met zich voeren; bedrog met
scheepsruimten; dan de oerwouden met
boomen als zuilen! Zij vellen de boomen met
hun bijlen en woelen den bodem óm; maar
uit dien bodem stijgen dan koortsdampen die
hun aantasten, en de typhus maait er hon
derden weg. Maar zij werken door! Zij zullen
het visioen dat zij zagen verwerkelijken
ten spijt van alle tegenstand. Zij zullen voor
zichzelf en hun nageslacht eèn toekomst ver
werven, waarin vrijheid van godsdienst en
brood voor hun mond verzekerd zijn. Op
God staat hun vertrouwen. De bijlen vallen
op de boomen, en het onwillige hout in Mi
chigan splijt, totdat eindelijk het eerste huis
verrijst en straks een eerste kerk wordt ge
bouwd, en later de eerste school, waar God
geleerd wordt aan de kinderen, en heele
koloniën verrijzen waar welvaart heerscht
en de overvloed der rijken niet langer met
het gebrek der armen wordt gemeten.
O, zaaiers, wij groeten U! Een eere saluut
voor U, stille, stoere werkers! Uw lichamen
liggen nu al lang ergens onder den hemel
van Iowa en Michigan begraven. Gij hebt
de hitte van den werkdag gedragen. De
zaaier wordt niet beroemd. Hij sterft dikwijls
eer de oogsttijd is aangebroken. In de dagen
van het zaaien wapperen er nergens vlag
gen. Niemand draagt kransen aan om den
vermoeiden werker ermee te kronen. Wij
'groeten U, aanzame pioniers! Uw borst droeg
geen medailles toen men U begroef, maar wij
weten dat niemand van uw nageslacht in
Amerika had kunnen oogsten als gij niet
volhardt hadt onder uw hemel van droeve
eenzaamheid.
Ik heb geen behoefte te preken van deze
plaats tot het jonge geslacht in Amerika, of
schoon het wel in mfjn voornemen ligt dit
3
nam hij in alle ernst zijn toevlucht tot het
Engelsche common aid (gemeenschappelijke
hulp); want zoo redeneerde hij: de kooper
helpt den verkooper en deze op zijn beurt
den kooper. Zoo eenvoudig als iets wezen
kan! Alleen zou men bescheidenlijk kunnen
vragen, waarom dit woord dan niet werd ge
bruikt voor de verhouding werkgever en
werknemer, vader en zoon, leeraar en leer
ling en honderd andere. Neen, zóó eenvoudig
is de etymologie niet.
Den Haag. Dr. F. C. DOMINIC US.
Correspondentie.
Iemand met een onleesbare handteekening
(Prange of De Ruyter? vraagt mij of men
moet schrijven politiel, politiair of politioneel
en hij zendt mij kranten, waarin deze woor
den voorkomen. Ze zijn m.i. alle drie ver
keerd. Men dient te schrnven: der politie,
van de politie, door de politie, al naar de zin
eischt. Politioneel zou alleen kunnen ge
vormd zijn van politio d.w.z. polijsting.
Charivarius zegt dan ook van dit woord, dat
het slechts in dezen zin zou gebruikt kunnen
worden: Een spiegel is politioneel vervaar
digd Dr F. C. DOMINICUS.
STUDENTEN NAAR DE MIJNEN.
Er bestaat nog voor 80 Delftsche studenten
gelegenheid om in de mijnen te werk gesteld
te worden. Vrijwilligers kunnen zich a.s.
Maandag op het hoofdgebouw der T. H. mel
den, of Dinsdag op het hoofdbureau der
Staatsmijnen te Heerlen, na opgave aan het
Mijncontactbureau: Oude Delft 95.
ook zuid - afrika zond babykleertjes
Ook Zuid-Afrika heeft zich niet onbetuigd
gelaten bij de inzameling van babykleertjes
i.v.m. de blijde gebeurtenis. Donderdag landde
het K.L.M.-toestel PH-TAT op Schiphol met
5 groote pakken aan boord, tezamen 146 K.G.
babykleertjes bevattende. Een vorstelijk ge
schenk van onze Zuid-Afrikaansche vrienden.
blad aam sommigen hunner, die ik daar leerde
kermen, toe te zenden. Maar luistert naar
wat Jezus zegt. Zoo onuitputtelijk barmhar
tig en sociaal rechtvaardig: de zaaier moet
zich verblijden met hem die maait. D.w.z.
er bestaat een zedelijke continuïteit in ons
leven en krachtens deze continuïteit wordt
de opvolger in het werk tot een blijden erf
genaam van den arbeid zijner voorgangers
gesteld. Hun geloof, hun strijd, hun gebeden
staan öp en dragen vruchten in uw oogst.
Wat zoudt gij zijn zonder hun inspanning?
Uit him arbeid groeide uw geluk. Uit hun
tranen werd uw lachen geboren. Uit him
armoe kwam uw welvaart op.
Jonge bewoners van de koloniën in Ame
rika ma a ien nu. Hoe dikwijls toen ik hun
land bezocht heb ik versteld gestaan bij het
gezicht van hun welvaart. Nu snijden zij de
halmen. Nu hebben zij hun fraaie kerkge
bouw en hun mooie huizen en hun scholen
en hun pers en al die dingen waarop zij
zich verblijden. Maar het snijden van de
halmen is het zwaarste niet. Het zwaarste
is geweest het zaaien. Het lange, lange wach
ten, het zich toerusten met geduld en met
geloof, hot zich oefenen, ondanks alle tegen
spoed, in het vertrouwen. „God in den hemel
zal het ons tóch doen gelukken", dat is het
moeilijkst geweest.
Dit te bedenken, maakt ons klein en dank
baar. Want dan gaan in de dagen van ons
oogsten, als ons koren staat te ruischen onder
een blauwen hemel. onze gedachten terug
naar de moeilijke dagen van het begin toen
de arbeiders in hard leven over de akkers
gingen en de zaaiers hun zware werk ver
richtten.
Heere, God van de oogst, leert ons werken
zooals zij. Leer ons beter dan tot hiertoe
zien, dat niet onze zorg maar de eeuwige
ZATERDAG 22 FEBRUARI 19tj
Als men de zaken zóó stelt, dat twee par
tijen voortdurend met elkaar in conflict
komen, door de aanwezigheid van een derde,
die zich steeds met de aangelegenheden der
twee eerstgenoemde partijen bemoeit en
daarbij zeer partijdig optreedt, ja, dan zou
het wenscheMjk zijn, dat de derde partij
zóó spoedig mogelijk met deze ongevraagde
tactiek ophield; geheel belangeloos zal zij
die rol daarbij niet spelen. Als zoodanig
zou men in Britsdh-IndiëHindoes, Moslems
en Engelsche regeering kunnen beschouwen.
In hoeverre daze ziens wij Tie de juiste is en
het besluit, dat de Labour-regeering. bij
monde van Attlee genomen, het verstandig
ste, is een tweede. Laten wij, heel in het
kort, nog even aanstippen, waar het in
Britsch-Indië am ging. De rassentegenstel
ling culmineerde in het vraagstuk, of er een.
Hindoe-Moslem" eenheid, als een politiek
huwelijk kon worden bereikt, of dat er een
splitsing zou ontstaan in het Pakistan der
Moslems en het Hindoestan der Hindoes?
Noch de kafednetscomimissie. doe naar Indië
gezonden werd, noch het voorstel van den
onderkoning. Lord Wavell, om tot een soort
van coalitie-regeering te komen, leverde
eenig resultaat op. Evenmin kwam het op
de conferentie te Londen tot een aocoord.
De Engelsche regeeringsrverklaring daama,
beoogde een groepeering der provincies in
het plan voor een grondwet, waardoor de
onafliankelijfchead van Britsch-Indië zou
worden bereikt. Moeilijkheden rezen inzake
de twee provincies Bengalen en Assam en
toen op de „ronde-tafel-conferentie" te Lon
den, Moslems en Hindoes wederom vijandig
bleven, haikte de Britsohe regeering den
Gordiaanschen knoop door en nam aanvan
kelijk het standpunt der Moslems in. De
moeilijkheden duurden echter voort. Meer
dan 200 jaar heeft Engeland geregeerd over
deze bevolking van 300 millioen inwoners,
deel uitmakende van het Britsah-Indische
rijk. En hoewel de Engelsche regeering zich
vaak in dien zin heeft uitgelaten, dat Britseh-
Indië onafhankelijk zou worden, komt de
verklaring van Attlee toch nog vrij onver
wachts. Attlee heeft namelijk, onder gewel
dige sensatie, in het Lagerhuis medegedeeld;
dat alle noodzakelijke stappen ondernomen
worden, teneinde te bewerkstelligen, dat de
machtsoverdracht aan verantwoordelijke
Britsch-Iridiërs niet later dan in Juni 1948
zal zijn geschied. Het is bijna ongeloofelijk,
dat binnen anderhalf jaar de Britsohe voogdij
over dit onmetelijke, en rij'ke Indië beëin
digd zou zijn, en het is een besluit, waar
van de gevolgen niet te overzien zijn. De
Labour-regeering neemt dit besluit, van
meening zijnde, dat Hindoes en Moslems als
de twee, thans op ziah zelf aangewezen par
tijen, wel genoodzaakt zullen zijn tot een
compromis te komen, zoodra zij ervarren,
dat de derde partij, dus Engeland, er zich
niet meer mede bemoeit. Labour neemt dus
hier het psychologische standpunt in, dat
door totale afzijdigheid, door het zich terug
trekken uit Indië, eerder orde en rust her
steld, de harmonie gevonden- zal worden.
Het blijft natuurlijk een speculatie, want,
wat zal er geschieden als Hindoes en Mos
lems als twee kemphanen tegenover elkaar
blijven staan? Zal het bestaande rassenge-
schil, waarbij duizenden dooden en gewon
den vielen, tot .een oplossing worden ge
bracht, als „f a u t e d e/ m i e u x", de Engel
sche regeering de teugels van het bewind in
handen geeft van een centrale regeering, of
aan de provinciale regeeringen volgens het
plan der grondwet, waarover juist zoo veel
gekrakeel in 'Assam en Bengalen ontstaan
is? Het spreekt vanzelf, dat het wetsvoorstel
van machtsoverdracht eerst nog in het En
gelsche parlement behandeld en geratifi
ceerd moet worden en dat de conservatieven
daarbij hun sterkste batterijen in het poli
tieke vuur zullen brengen, waarvan Chur
chill ons reeds gisteren in het Lagerhuis een
voorproefje heeft gegeven. Als men be
denkt, dat de Labour-regeering door de
steenkolen-crisis een flinken knauw heeft
gekregen en dat meer en meer duidelijk
wordt, dat de economische basis veel zwak
ker is, dan men ooit vermoed zou hebben,
kan dit socialistische gebaar ten aanzien
van Britsch-Indië, de Labour-regeering wel
eens de tweede roeispaan doen verliezen.
Verrassingen in de politieke situatie van
het evenwichtige Albion zijn daarom geens
zins uitgesloten en de vraag rijst zelfs, of
Labour in staat zal worden gesteld, deze
plannen ten uitvoer te brengen. „Wij be
moeien ons niet meer met de politiek van
Britsch-Indië" zegt Labour maar wie
het commando van het schip daar over
neemt, is nog vrij onzeker. Het is, als ge
zegd, een speculatie, dat het tusschen Mos
lems en Hindoes tegen dien tijd van de
machtsoverdracht, meer zal boteren. In ver
band hiermede verdient de aandacht, dat de
huidige onderkoning, veld/maarschalk Lord
Wavell, degene dus, die tevergeefs de onder
handelingen met vertegenwoordigers van
Congres-partij, Liga en Sikhs heeft geleid,
zal aftreden, hetgeen in het Lagerhuis de
heftigste scènes heeft uitgelokt. Onlangs
nog werd aan Lord Wavell het verzoek ge
richt, vijf ministers van de Mohammedaan-
sohe Liga te ontslaan, omdat samenwerking
met de ministers van het Hindoe-Congres
onmogelijk was. De onderkoning heeft het
.pro" en het „contra" in deze materie toen
naar Londen doorgezonden en men weet
dus bij Labour, waar de schoen wringt. De
Congrespartij der Hindoes, die feitelijk de
sterkste positie inneemt, is bereid aan de
wenschen der Indische vorsten tegemoet te
komen, aangezien deze ook in de constitu
ante vertegenwoordigd willen zijn. De Liga
weigert van die constituante deel uit te
maken en eischt zelfs de ontbinding van dit
wettig lichaam. Resumeer end e, ligt het
niet 'voor de hand, dat Hindoes en Mos
lems elkaar, zonder meer, ook al trekt de
Britsche regeering zich terug, zullen' vinden.
Lord Wavell zal worden opgevo'gd door
admiraal Mountbatten, die tijdens den
wereldoorlog opperbevelhebber was van
Zuid-Oost-Azië en o.a. het oommando voer
de over een kruiser-eskader in de Middel-
landsche Zee.
liefde waarmee Gij ons hebt liefgehad, de
waarborg is dat onze arbeid eens zal slagen..
En geef ons eindelijk dat wie die maaien en
zij die gezaaid hebben, eens met elkander
den Heer van d,en oogst in Zijn heerlijkheid
aanschouwen.
's-Gravenhage. Ds A. G. BARKEY WOLF.
WAT (USANCE D§ ON NEOEOaiLAfcJD.