Onhoffelijkheid wordt in Z.-Amerika gestraft
Wat er in de omliggende plaatsen voorviel
Over muzikale stijlen en
componeertechnieken
NIEUWE LRIDSCHE COURANT
MAANDAG 17 FEBRUARI IMS
MEN DOET ER VEEL AAN
VRIENDJES-POLITIEK
n.
Buenos Aires, Dec. '48.
Om te begrijpen, dat hier sprake is van een
belangrijk en uitgestrekt zendingsterrein
voor de Kerk van Christus, moeten we be
denken, dat in Latijnsch Amerika niet min
der dan twintig verschillende naties wonen
en leven. Wat deze twintig volken ook ge
meen hebben door hun afkomst, er zijn na
tuurlijk aanmerkelijk verschillen; elk der
twintig naties heeft een eigen stempel, een
eigen karakteristiek. We spreken ook niet
in het algemeen van Europeanen, maar van
Engelschen, Franschen, Nederlanders, enz.
En zoo moet men ook niet spreken van
Zuid-Amerikanen, maar van Argentijnen,
Chilenen, Bolivianeti, enz. Het zou interes
sant zijn, na te gaan welken invloed op het
karakter dier onderscheiden volken is uitge
oefend door klimaat, bodemgesteldheid en
ras-vermenging. Dit zou ons echter te ver
voeren en te lang ophouden. In dit verband
mag ook niet vergeten worden, dat die on
derscheiden volken van Latijnsch Amerika
in het koloniale tijdperk weinig of geen con
tact met elkander hadden. Het zij genoeg te
constateeren, dat door al die factoren in
derdaad elk volk een eigen stempel vertoont.
Wie dan ook de gelegenheid heeft kennis te
maken met onderdanen van die verschillende
landen, wordt door die verschillen onmiddel
lijk getroffen en zal er voor oppassen om
alle Zuid-Amerikanen over één kam te
scheren.
Wat de volken van deze twintig republie
ken aangaat, kan eenvoudig het volgende
worden gezegd: er zijn republieken, waar
het blanke ras domineert; andere waar het
Indiaansche element in de meerderheid is; en
dan weer andere, waar het mestiezen of
creolen zijn, kruising van blank en Indiaan.
Een uitzondering maakt Haiti, waar 90 pro
cent negers zijn.
Anders dan in Europa zijn de taalverschil
len niet groot. In 18 republieken wordt
Spaansch geproken, in Brazilië Portugeesch
en in Haiti Fransch. Evenwel zijn er nog
een paar hondprd Indiaansche dialecten, zoo
dat- hier nóg een enorme taak is, om al dezen
millioenen in hun eigen taal het Evangelie
te brengen. Elke gedachte, dat de Kerk ies
Heeren op haar lauweren kan rusten en in
zelfgenoegzaamheid in eigen kring haar
schatten kan tellen en over die schatten
kan twisten, is uitgesloten en uit den booze!
Hier wenkt een taak, die zijn een roeping en
plicht, die alle belijders des Heeren in broe
derlijke eendracht en met geestdrift moeten
vervullen! Er moet met een door liefde ge
scherpt oor geluisterd worden naar de roep
stem: Kom over, en help ons!
Voor de liefhebbers van cijfers en sta
tistieken (en die zullen er toch zeker wel
onder de lezers zijn) geef ik hier de volgende
getallen over de bevolking van geheel La
tijnsch Amerika: 67 millioen mestiezen of
creolen; 26 mdllioen blanken; 17 millioen in
dianen en negers, dan nog 1 millioen Aziaten,
totaal 128 millioen zielen
De verleiding is. groot, om van elk der 20
republieken mee te deelén, welk ras daar
den toon aangeeft, maar dat zou ons te
lang ophouden. Genoeg zij hier te constatee
ren, dat we in Argentinië een nagenoeg ge
heel blanke bevolking hebben. En aange
zien er ook wel belangstelling is voor Bra
zilië. im welk land ook een Hollandsche ko
lonie en een gereformeerde gemeente is,
willen we als toegift ook van dat groote land
de samenstelling van de bevolking meedeelen.
Voorzoover men de gegevens kon verzame
len, kan worden vastgesteld, dat 50 procent
blank is, 14 procent negers, 22 procent mu
latten, 11 procent mestiezen en 2 procent In
dianen; bovendien wonen hier ook veel Jap
pen, namelijk ongeveer 250.000, dus meer dan
genoeg van ddt gele ras, dat wij in Imdië heb
ben leeren kennen als valsch en wreed.
Neemt men dan in aanmerking, dat er in
de meeste republieken en met name in Ar
gentinië én Brazilië kolonies zijn van het
Germaansche ras, dan is het duidelijk, dat
ai die elementen medewerken, om hier een
apart type te vormen. Een zeker schrijver
sprak in dit verband over een „ethnischen
chaos", maar uit dien chaos zal een ras te
voorschijn komen, waarvan het nü nog niet
mogelijk is te zeggen, welke karakteristiek
dat ras zal vertoonen. Veel zal afhangen van
een eventueele immigratie op groote schaal
en dan vooral, van-waar die toekomstige im
migranten zullen komen. Het zullen in elk
geval wel Europeanen zijn, zoodat er geen
gevaar is, dat in de toekomst het blanke ras
zal verdrongen worden.
De ras-vermenging is ongetwijfeld voor ons,
Nederlanders, een ernstig probleem en het is
ook daarom gewenscht, niet alleen dat hier
het Evangelie wordt gepredikt, maar ook,
dat de Germaansche en Anglo-Saksische vol
ken hun aandeel leveren in het bevolken van
Latijnsch Amerika, bewust van hun christe
lijke*' roeping.
Met het oog op de genoemde verschillen
is het niet zoo gemakkelijk, om de vraag te
beantwoorden: Hoe -zijn nu eigenlijk die
Zuid-Amerikanen? Er is een rijke verschei
denheid ten opzichte van de onderscheiden
volken; er is ook verschil tussohen den be
woner van de groote sted-en en den man van
het platteland. Toch is het niet onmogelijk
om ons in het algemeen een' beeld van den
Zuid-Amerikaan te vormen en hem te karak-
terizeeren. We hebben ons, zooals een zeker
schrijver terecht opmerkt, te wachten voor
twee uitersten; we moeten in laatdunkend
heid niet laag op hen neerzien als op een
minderwaardig ras; maar we moeten hen
ook niet idealiseer en in romantisch en zin.
Juist met het ook op de prediking van het
Evangelie in dit continent, namelijk, om op
de meest juiste wijze de ziel van deze vol
ken met dat Evangelie te benaderen, opdat
er onder den zegen des Heeren vruchten mo
gen verwacht worden, is het noodig, de men
taliteit dier volken te kennen. Het is Ln den
grond der zaak voldoende, dat het Woord
Gods gepast en geschikt is voor alle men-
schen, maar dit neemt niet weg, dat reke
ning gehouden moet worden met die menta
liteit en natuurlijk ook met de ontwikkeling,
historie en het karakter dier volken. Dit is
ongetwijfeld een der moeilijkste problemen,
waarvoor de predikers van een ander ras
hier komen te staan.
Het zij hier voldoende op de volgende ka
raktertrekken van den Zuid-Amerikaan te
wijzen, en dan zoowel op de goede als op
de minder mooie karaktertrekken.
Naar den aard der Christelijke liefde be
ginnen we dan met de goede eigenschappen,
ook om daardoor zelf een beetje die karak
tertrek in practijk te brengen, namelijk:
een aangeboren hoffelijkheid. En met die
hoffelijkheid gaat dan gepaard een treffen
de hartelijkheid. Het is voor ons van het
Noordelijk ras, altijd weer opmerkelijk te
zien hoe bekenden elkander op straat oftt-
moeten. Niet alleen een stevigen handdruk,
een vriendelijk gezicht en warme woorden,
maar ook een hartelijke omarming. Wendt
men zich tot een politie-agent, b.v. om hem
den weg te vragen, dan brengt deze agent
eerst" een militairen groet en daarna geeft
hij u de gewenschte inlichtingen. Maakt
men kennis met een Zuid-Amerikaan en
bezoekt men hem in zijn woning, dan wordt
ge begroet met een stereotiepe uitdrukking,
welke zooveel wil zeggen als: meneer, me
vrouw, u is hier in uw eigen huis". Bij het
heengaan noemt uw gastheer zich: „uw
dienaar". Gaat de Zuid-Amerikaan met u
op straat, dan zal hij nooit verzuimen aan
den buitenkant van het trottoir te loopen,
zoodat gij aan den veiligen kant loopt.
Bezoekt men een zakenman op zijn kan
toor, dan krijgt ge den indruk, dat hij niets
te doen heeft; hij zet u op uw gemak en
heeft al den tijd om u te woord te staan.
Deze hoffelijkheid heeft ook vaak haar
practisch nut. Moet ge iets in orde brengen
bij een officieele instantie en staat het daar
vol met menschen, dan Is het voldoende
daar een kennïe te hebben, om dadelijk ge
holpen te worden. Een aanbevelingsbrief
van een vriend heeft hier dan ook werkelijk
waarde.
Ik herinner mij in dit verband een typisch
geval. Het bestuur van een politieke partij
had een brief geschreven aan het gemeente
bestuur. Maar dat schrijven werd niet ge
accepteerd; het werd terug gezonden met
de opmerking, dat het niet in voldoende
hoffelijke termen was gesteld. En er zat
voor dat partij bestuor niets anders op -dan
op meer hoffelijker wijs zich tot het stads
bestuur te wenden. Men verwacht en eipcht
dan ook die hoffelijkheid in het publieke
leven.
Wanneer iemand een verordening over
treedt en door een politie-agent daarover
wordt onderhouden, dan moet men zorgen
om niet onbeleefd te zijn tegen dien ver
tegenwoordiger van het gezag. Wie dan een
onbeleefd of onbeschoft woord zou gebrui
ken, wordt onmiddellijk naar het politie
bureau gebracht en gestraft wegens vgebrek
aan respect voor de'autoriteit. Zelfs in het
zakenleven, in den handel, heeft deze
vriendschap en hoffelijkheid haar waarde.
Dat deze hoffelijkheid ook buiten haar
grenzen kan gaan en metterdaad gaat, mag
niet verzwegen worden. Dit is dan feitelijk
geen hoffelijkheid meer, maar een bevoor
rechting van kennissen en vriendjes - Voor
al bij het solliciteeren haar een rijksbetrek
king geeft dan niet de bekwaamheid, maar
de relatie den doorslag. Zoo ligt aan de
grens der deugd de ondeugd, en de Zuid-
Amerikaan, wiens karakter helaas niet door
het Evangelie werd gevormd, ligt hiervoor
bloot, juïst door die hoffelijkheid en de be
reidheid om zijn vrienden van dienst te
2Ön- Ds A. C. Sonneveldt.
HAZERSWOUDE
De Ohr. Landarbeiders Bond, afd.
Hazerswoude, hoopt a.s: Woensdag zijn
jaarvergadering te houden achter het ge
bouw van de Geref. kerk. Aanvang der
vergadering half acht.
KOUDEKERK A/D RIJN
In de lokalen achter de Geref. Kerk
hield de Ohr. Gem. Zangver. „Soli Deo
Gloria" haar feestelijke jaarvergadering
o.l.v. den voorzitter, _den heer H. Bate-
laan.
In de jaarverslagen werd dankbaar ge
constateerd, dat onder de bezielende lei
ding van dén nieiïwen dirigent, den heer
de Beun uit Gouda, de vereeniging goed
was vooruitgegaan. Mej. P. Cok werd ge-
lukgewenscht met haar 25-jarig lidmaat
schap van het koor. Het jaarverslag van
den - penningmeester was eenigszins in
mineur gesteld. Bij de bestuursverkiezing
werden de aftredende voorzitter en secre
taris herkozen, terwijl als 2e penning
meester werd gekozen de heer H. Zijlstra.
Het verdere gedeelte werd in aange
name stemming doorgebracht met voor
drachten en spelletjes, .waarna ds Wolven,
eere-voorzitter. de vergadering sloot.
LISSE.
Op hetGewijd Concert, georgani
seerd door de P.JC., dat Donderdag a.s.
zal worden gegeven in de Chr. Geref.
kerk door het Chr. Fanfarecorps „Cres
cendo" uit Sassenheim, zal de heer Ra-
velli komen zihgen! Is een concert van
„Crescendo" op zichzelf een bezoek
reeds meer dan waard, gezien den uit
stekenden naam dien Git corps heeft, dat
de vermaarde concertzanger Willem Ra-
velli zijn medewerking heeft willen ver-
leenen, is wel een groote bijzonderheid
voor Lisse. De heer Ravelli heeft een
mooi programma samengesteld en zal de
volgende liederen zingen: Ree. en Aria
uit Judas Maccabeus „Genug! der Ew'ge
sei mit euch!", vervolgens: „Vouchsafe,
o Lord" en „Dank sei dir Herr!"; daarna:
Geistliche Lieder: Gib dich zufrieden en
Der lieben Sonnen Licht, terwijl hij zijn
programma besluit met de volgende
psalmen en liederen: Blijf bij mij Heer,
Psalm 73: 12 en 13; Een vaste burcht is
onze God en Psalm 103: 1 en 8- Begelei
ding: Alb. Helmus, organist.
De predikanten dr Th. Ruys Jr en ds A.
Ponstein hopen resp. een openings- en
slotwoord te spreken.
De Chr. school aan de Schoolstraat
is nu ook wegens kolengebrek gesloten.
GEBOREN: Willem A W, z van H
G de Jong en A Slootweg; Johanna M A,
d van C M Warmerdam en J J M Was
senaar; Maria J, d van J Star en A Gnia-
dowska; Elisabeth M, d van J v d Plas
en E Schep.
GEHUWD: F Meijer en A G Hooger-
vorst; M F Kaufman en J Bakker; A
Groothedde en C J Mijnders.
OVERLEDEN: J G de Jongvan der
Eist; G van der Bent, 81 j.
NOORDWIJK.
Werkgevers van bedrijven met 10
of meer arbeiders kunnen tot en met 24
Febr. aanvragen voor rijwielbanden voor
hun werknemers aanvragen bij het
kringkantoor „Noord/wijk" of bij de
agentschappen Noordiwijkerhout en Voor
bout.
Voor den Noordwijkschen Kunstkring
treedt Donderdag a.s. in het Casino op
een van Nederlands grootste zangeres
sen, n.l. Jo Vincent.
GEBOREN: Cornelis z v J Vlieland en
N v d Mey; Alida J M d v W J Groene-
woud en A Rewijk; Hendrika G d v R
W Rausen en J G Overbeek; Marti nus
J P z v H Th v Bourgondiën en M J M
Alkemade; Marijke H d v S Dijkstra en
E A Kleinveld; Leonard-us J z v J den
Elzen en M Steenvoorden; Cornelis J P
z v C P E Duyndam en M R. Rozijn; Ca-
tharina AAMdvSAM Steenvoorden
en A A Looyens»tein; Wilhelmus A z v
J van Leeuwen en L A de Haas; Loesje
d v K J Broers en M Hoogwerf.
OVERLEDEN: P Hoek 88 j, A de Heus
84 j, G V v Leeuwen 82 j.
SASSENHEIM.
Een schaatsenrijder reed mej. R. Tijs-
sen .van de been". Mej. T. brak een been
tje boven haar enkel. Dr Kwint verleende
eerste hulp.
De Stichting 1940—1945 stelt ook hier
de burgerij in de gelegenheid om hun
handteekenmg in het felicitatieregister te
plaatsen en deze gelukwenschen aan het
Prinselijk Paar te doen toekomen. Op den
nationalen feestdag zal het Gemeentehuis,
waar dit register ligt, tot 's middags 4 uur
geopend zijn.
Woensdag a.s. houdt de ver. „Het
Groene Kruis" afd. Sassei\heim een alg.
vergadering in „Het Bruine Paard". De
agenda bevat o.m.: Herdenking van het
40-jarig bestaan der afd. en als spreker
treedt op dr. D. Zijp.
In het nummer van 3 Febr. stond ver
meld, dat niet 't geheele jaar door toeslag-
kaarten voor zwaren arbeid worden ver
strekt. Maar het C.D.K. is teruggekomen op
IN ENKELE REGELS
De secretaris van de cultureel* com
missie voor wederopbouwarbeiders op Wal
cheren, B. te Kieuw- en St. Joosland, is ge
arresteerd. verdacht van verduistering van
f 12.000.—.
De koude veroorzaakt in Zeeland eea
groote sterfte onder de watervogels.
Voorbereid wordt een Russische uit
gave van een standaardwerk over den Ned.
handel, waarvoor ondernemingen zich kun
nen wenden tot het NederlandU.S.S.R.-
instituut, Beursgebouw. R'dam.
In de hal van het gebouw der Kon.
Ned. Mij tot exploitatie van petroleumbron-
nen in Ned.-Indië te 's-Gravenhage zal een
gedenkplaat worden aangebracht voor tij
dens den oorlog gevallen employé's.
De getuige-deskundige bij de Perszuive
ringscommissie vroeg tegen D. Manassen, ex-
directeur van de „Prov Geldersche en Nij-
meegsohe Crt.", uitsluiting voor 5 jaren, in
gaande 15 Sept. 1944, terwijl voor den voorm.
hoofdredacteur A. Lammers van Bueren een»
certificaat werd gevraagd.
Het B.G. te Utrecht veroordeelde gisteren
den verzekerings-inspecteur J. C. Rothehgatter
uit Zeist, die als Obersturmführer in Zeeuwsch
Vlaanderen had meegevochten, om den op-
marsch der Polen tegen te houden, tot levens
lange gevangenisstraf. Eisch was doodstraf.
IR H. HONDIUS OPBRUISEND MAAR
UITZONDERLIJK INTELLECTUEEL.
De oud-wethouder van Nijmegen, oud-bur
gemeester van Tilburg en tijdelijk commas-
saris der provincie Gelderland, ir H. Hon-
dius, stond onlangs opnieuw voor het Nij-
meegsche tribunaal terecht, ditmaal voor
namelijk ter behandeling van het psychia
trisch rapport. Dit getuigde van een uitzon
derlijk intellect. Van zijn lidmaatschap der
N.S.B. trok hij nimmer persoonlijk voordeel,
terwijl hij door z'n houding vaak een con
flict met z'n partij riskeerde. Zijn opbrui
send karakter veroorzaakte onlangs een bot
sing met den president van het tribunaal,
mr H. R. Beets, wien hij thans z'n excuses
aanbood. Bezwarende verklaringen werden
niet tegen hem afgelegd. Uitspraak 24 Febr,
Van het Groote Nat. Feest
leest U straks in de
NIEUWE LEIDSCHE
het meest
zijn besluit. Nu is het de bedoeling om nog
verdere pogingen in het werk te stellen, om
ook na 12 April het verstrekken van toeslag-
kaarten voortgang te doen hebben. De be
langhebbenden kunnen er dus op rekenen,
dat alle toeslagkaarten op 22 Febr. zullen
zijn verstrekt.
Kunst en Letteren
l.
Wanneer op een concert composities
van Beethoven en Debussy worden uit
gevoerd, kan iedere muzikale luisteraar
constateeren, dat er een hemelsbreed ver
schil is tusschen geesteshouding en muzi
kale structuur van werken, die in ver
schillende perioden der muziekgeschie
denis ontstaan zijn. Iedere tijd heeft zijn
eigen instelling ten opzichte van artistie
ke problemen en zijn eigen uitdrukkings
wijzen. Om muziek van alle tijden te kun
nen genieten is het noodig zich met het
idioom van componisten uit alle perioden
der muziekgeschiedenis vertrouwd te
maken. Uiteraard willen wij ons hier be
perken lot een summiere beschouwing
over stijl en techniek van werken, die
thans nog in de concertzaal worden ge
speeld.
Tot in de 9de eeuw kende men slechts
éénstemmige muziek; nog thans zijn er
natuurvolken, voer wie bet begrip meer
stemmigheid onbekend is. Toen de be
hoefte aan meerstemmigheid manifest
werd, begon men natuurlijk niet met het
begeleiden van een melodie door accoor-
den. Dit zou onmogelijk geweest zijn,
omdat accoorden nog niet bestonden. De
overgang van de eenstemmigheid naar
de meerstemmigheid voltrok zich, toen
men tegen een melodie een andere melo
die begon te zingen. Aanvankelijk werd
de melodie een quint lager meegezongen,
later werden de tegenmelodieën zelfstan
diger. Doch het heeft eeuwen geduurd
eer uit deze primitieve pogingen de groot-
sche middeleeuwsche polyphonie groeide.
Het woord polyphonie beteekent letter
lijk veelstemmigheid. Terwijl in homo
phone muziek alle uitdrukkingskracht in
de melodie is samengetrokken en de be
geleidende stemmen geen of slechts on
dergeschikte melodische beteekenis heb
ben, zijn in polyphone muziek alle stem
men melodisch belangrijk. Daarom is het
voor velen moeilijk polyphone of contra-
puntische muziek te genieten. Onbewust
zoeken vele luisteraars naar een domi-
neerende melodie in de bovenstem; wan
neer zij die niet hooren, meenen zij, dat
het stuk niet melodieus is. In de missen
en motetten van Josquin des Prés, Or
lando di Lasso en Palestrina zijn echter
alle stemmen melodieën en de kunst van
het luisteren bestaat hierin, dat de aan
dacht verdeeld wordt over de verschil
lende stemmen en deze gelijktijdig wor
den gevolgd.
In deze werken hooren wij klanken, die
ons aanvankelijk vreemd voorkomen; de
melodieën van de meesters dor middel
eeuwsche contrapuntiek liggen niet direct
in het gehoor. Voor een deel is dit te
verklaren uit het feit. dat zij op de kerk
toonaarden gebouwd zijn. De Europeesche
muziek der laatste drie eeuwen berust
bijna uitsluitend op twee toongeslachten,
majeur en mineur. Ten tijde van Josquin
waren majeur en mineur nog onbekend;
er waren toen zes toongeslachten. de
kerktoonaarden. Natuurlijk hebben de
melodieën, in deze kerktoonaarden ge
schreven, een ander karakter dan die uit
een symphonie van Mozart of Beethoven.
In de 15de en 16de eeuw had men dus
een rijkere keus van toonaarden en nu
is het zeer merkwaardig, dat sommige
moderne componisten naar de kerktoon
aarden teruggegrepen hebben. Enkele
klassieken en romantische componisten
hebben het uitsluitend gebruik van ma
jeur en mineur reeds als een beperking
gevoeld. Beethoven schreef een deel van
een zijner quartetten in een kerktoon-
aard (den lydischen), in de mazurka's
van Chopin vindt men verschillende me
lodische wendingen in de kerktoonaarden.
Maar eerst de geniale vernieuwer De
bussy heeft in vele werken een veelzijdig
gebruik van de kerktoonaarden gemaakt,
waardoor zijn melodiek en harmoniek een
geheel aparte charme hebben gekregen.
Wanneer een stijl in de kunst een hoog
tepunt bereikt, volgt er onfeilbaar een
reactie. De nieuwe generatie is blind voor
de verdiensten der oudere en zoekt iets
nieuws. Zij wil breken met de traditie,
omdat zij instinctief voelt, dat de tradi
tie een belemmering vormt om haar eigen
weg te vinden. Dit conflict tusschen de
jeugd, die haar eigen weg wil vinden en
de oudere generatie, die den drang naar
vernieuwing vaak niet begrijpt, vinden
wij niet alleen in het dagelijksch leven
maar ook in de kunst. Vandaar de felle
uitingen van Wagner tegen de oudere
opera, vandaar het fanatisme van Picasso,
die zelfs voorstelde de musea van oude
kunst te verbranden.
Nadat de middeleeuwsche polyphonie
in werken als die van Palestrina een
hoogtepunt had bereikt, kwam dus een
reactie. Een groep edelen in Florence had
gëhoeg van de contrapuntiek. In plaats
van muziek, waarin alle stemmen gelijk
waardige melodieën waren, wilde zij een
domineerende melodie, in plaats van de
kerktoonaarden majeur en mineur, in
plaats van geestelijke muziek een wereld
lijke kunst. Uit hun streven ontstond de
opera.
Wanneer een oude componeertechniek
plaats maakt voor een nieuwe, verdwijnt
de oude toch niet geheel. Zij ontwikkelt
zich verder en later blijkt dat het nieuwe
het oude niet definitief heeft verdrongen,
maar dat" de mogelijkheden alleen zijn
uitgebreid.
Zoo ontwikkelde zich ook de polyphone
muziek naast de homophone. Hadden de
meesters der 15de en 16de eeuw voorna
melijk voor koor a capella geschreven, na
dien tijd begon de instrumentale poly
phonie zich te ontwikkelen e»i zij bereikte
in de werken van Bach en Handel een
hoogte, die niet meer overtroffen zou
worden.
De meesters, die voor koor a capella
schreven, moesten rekening houden met
de mogelijkheden der zangstemmen. Moei
lijk te treffen intervalleh werden angst
vallig vermeden. Bij de instrumentale po
lyphonie vielen natuurlijk vele beper
kingen weg; dit is één van de redenen
waarom de melodiestructuur bij Bacb ge
heel anders is dan bij Palestrina.
HENNIE SCHOUTEN.