Waarschijnlijk toch loonsverhooging mogelijk Is „Volksweerbaarheid" staatsgevaarlijk? Romme„Niet bereid 'n andere lijn te volgen" Een spel van licht en donker in Amsterdam NIEUWE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 13 FEBRUARI 19 'T SPELLINGSONTWERP IN KANNEN EN KRUIKEN (Van onzen Parlementsredacteur). Zooals we gasteren reeds in een deel van onjze editie hébben gemeld, Is gasteren het spellingsantwerp door de Eerste Kamer aangenomen Bij de voortgezette behandeling had prof. Donkersloot (P.v.d.A.) een motie ingediend. In deze motie wordt uitgesproken, dat hand having van het in de schrijftaal in niet te onder schatten mate voortlevende onderscheid schatten mate voortlevende onderscheid tusschen woorden waarbij de tweede naam valsvormen enkelvoud „der, dezer" en der gelijke wel of niet kunnen worden gebruikt en waarbij als voornaamwoordelijke aandui ding ."zij, haar" enz of „hij, zijn" enz. be hoort, een Nederlandsch taalbelang is; voorts dat deze handhaving in het aanhangige wets ontwerp afhankelijk wordt gesteld van bij algemeenen maatregel van bestuur te stel- len regels, waartoe klaarblijkelijk ook de samenstelling van een nieuwe woordenlijst behoort en voorts dat deze regels en deze woordenlijst met name voor het onderwijs, dat zich ernaar zal hebben te richten, on misbaar zijn De motie verzoekt den minis ter te bevorderen, dat bij het stellen van deze regels en het samenstellen van de daarmee verbonden woordenlijst ernstig rekening zal worden gehouden met het be doelde taalbelang en dat de woordenlijst spoedig tot stand zal komen. Prof Woltjer (A.R.) bleek met de motie te kunnen instemmen Minister Gielen was ervan overtuigd, dat aan de woordenlijst spoedig moet worden begonnen Wat Nederland betreft, zeide hij. - Is de samenstelling van de commissie in ontwerp gereed, zoodat zij zoo snel mogelijk nadat het wetsontwerp is aangenomen met haar werk kan beginnen. De bewindsman deelde nog mede. dat aan de gemeentebesturen en aan de inrichtingen voor jniddelbaar en voorbereidend hooger onderwijs een schrijven zal worden gezon den, waarin verzocht wordt aandacht te wijden aan een juist gebruik van het ge slacht der woorden. De minister bleek geen bezwaar te heb ben tegen de motie-Donkersloot, waarna de motie zonder hoofdelijke stemming werd -aanvaard. Het wetsontwerp zelf werd aange nomen, nadat prof. Woltjer had medege deeld, dat een gedeelte der A.R.-fractie ge acht wilde worden, te hébben tegengestemd Vervolgens wend een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting van Sociale Zaken. De besprekingen' werden geopend door den heer Vixseboxse (c4l.), die becijferde, dat de sociale lasten thans ongeveer 25 oct. bedragen, hetgeen een zwaren, druk op de salarissen beteekent. De heer Vixseboxse was van de noodzaak der sociale lasten over tuigd, doch waarschuwde tegen staatsvoog- dij. Deze afgevaardigde kon zich vereenigen met het streven naar unificatie der sociale verzekerihgen. Ook kon hij principieel—de werkloosheidsverzekering steunen. De heer Schippers (a.r.) had, ondanks een andere politieke instelling, waardeering voor den arbeid van dezen minister. De heer Drées is tijdens de bezetting tweemaal „om physieke redenen" uit gevangenschap ont slagen, maar ondanks die physieke redenen draagt hij thans sinds de bevrijding den last van een belangrijk departement. Sprekende over het instituut der Rijksbemiddelaars, zeide de heer Schippers, dat, wanneer langs den weg van bedrijfsorganisatie de zelfstan digheid van het bedrijfsleven wordt her steld, de arbeid der Rijksbemiddelaars kan afnemen. Is, ook bij jonge arbeiders, het loon in overeenstemming met de inspanning, dan wordt de aflevering van kwaliteitswerk be vorderd, en daaraan bestaat juist thans be hoefte. Wat de verplichte verzekeringen betreft, erkende de heer Schippers, dat ze zware lasten opleggen, maar anderzijds verstevigen zij het rechtsbesef en daardoor het gevoel van verantwoordelijkheid. Met dit laatste, aldus de heer Schippers, houde men ook re kening bij de voorziening voor den ouden dag. Betreurd moet worden, dat de regee ring geen subsidie wil verleenen aan den arbeid der herscholing in de bedrijven. De heer de Bruyn (KVP) sprak zijn ver wondering uit over de plannen tot regeling van de ondernemingsraden en de instelling van een voorloopigen sociaal-economisoheri raad, los van de bedrijfsorganisatie. Hij ver wachtte hiervan ver.warring. Het College van Rijksbemiddelaars moet zijn werkzaamheden zoo spoedig mogelijk overdragen «an het ge organiseerde bedrijfsleven; hij noemde dit de „feitelijke ontproletariseering van de arbeiders". De loon- en prijspolitiek had zijn instem ming, doch hij bepleitte invloed van de ar beidersbeweging op de aanwending van grondstoffen. Bij de prijsbepaling rekening houdend met het internationale prijspeil zal zeker loonsverhooging mee moeten brengen. Voorts waarschuwde hij tegen staatssocia listische tendenzen,^ tot uiting gekomen bij de regeling van het consumentencrediet en de noodvoorziening ouden van dagen, waar bij niet is aangesloten bij organen en stre vingen in het bedrijfsleven zelf. Tenslotte bepleitte hij toezegging van meer subsidie voor de instellingen voor sociale gezinsver zorging. De communistische afgevaardigde Bran denburg betreurde, dat geen partijgenoot deel uitmaakt van het college van rijksbemidde laars. Ook tegen de werkwijze van dit col lege had hij bezwaren; het bemiddelt niet, maar stelt voorwaarden. De sociale politiek van de regeering is naar het oordeel van dezen spreker niet voldoende progressief. De heer Molenaar (P.v.d.V.) drong aan.op strikte naleving van de arbeidswetten, waar toe de arbeidsinspectie ruimere bevoegdhe den noodig .heeft. Hij constateerde met ge noegen de /sociale rust na dezen tweeden wereldoorlog, waaraan het beleid der regee ring en het werk van de Stichting van den Arbeid niet vreemd zijn. In het bedrijfsleven worde zooveel Tnogelijk ruimte gelaten aan autonome regelen. Hij pleitte voor sociale verzekering van kleine zelfstandigen, maar men neme deze niet op ip de bestaande ar beidersverzekering. De heer J. Kramer (P. v. d. A.) pleitte voor ouderdomsvoorziening, voor unificatie van verzekeringen en voor een omscholings premie, waarna de heer Koejemans (CPN) een woord sprak over de moeilijkheden van het verplegend personeel. Wanneer kan voor dit personeel de achturendag "worden ver wacht? Voorts betoogde hij, dat een veilige sociale verzekering alleen een staatsverzeke ring kan zijn. Mej. mr Tjeenk Willink (P. v. d. A.) had meer aandacht besteed willen zien aan de gezinsverzorging. De oorlogs schade, aan het gezin toegebracht, worde zoo spoedig mogelijk hersteld Daarop was het woord aan minister Drees. Hij begon met op te merken, dat de précaire financiëele toestand van ons land hem dwingt zoo sober mogelijk te zijn. Hij achtte, wil men aan de bedrijfsorganisatie een groote bevoegdheid geven, toezioht van de Overheid noodzakelijk. De minister was van oordeel, dat wij op, het gebied van* de sociale verzekering nog een heel eind verder moe ten, waarbij de Staat de massa voor gebrek moet vrijwaren. De Staat behoeft, naar de meening van den be.windsman, niet op te treden waar het bedrijfsleven zelf voldoende voorziet, maar moet sociale zekerheid schep pen voor de geheele bevolking. Hierbij is het onvermijdelijk, dat de Staat verplichtin gen oplegt. Als doel van de loon- en prijs politiek zag de minister, het reëele loon zoo gunstig mogelijk te maken. Hij was niet on tevreden over de bereikte resultaten. Niet uitgesloten is, dat, wanneer de huren om hoog gaan of de subsidies op het levensmid delenpakket vervallen, nog eens loonsver hooging noodig is. Deze moet dan worden opgevangen door vergrooting van de pro ductie. De minister bleek in principe bereid de sociale gezinszorg te steunen. Voor het vér- plegend personeel riet de Regeering den ver plichten acht-uren-dag als doel. Aan de Ar beidsinspectie is advies gevraagd over het toezicht op de naleving van de Bakkerswet (Nachtarbeid) Vanmorgen wordt de behandeling van deze begrooting voortgezet, waarbij gelegenheid bestaat tot repliek. Toen de commandant der Ned. strijdkrachten, generaal Spoor, gisteren van het vliegveld Valkenburg naar Indië vertrok, had hij den journalisten weinig meer te vertellen, dan dat hij het in Nederland zoo „kil" vond (Van. een onzer verslaggevers). ,,Het parool" (Vrij Oniverveerd) is vreese- lijk boos over een circulaire van „Volksweer baarheid^. Het blad drukt haar af met een voorloopig bewijs van lidmaatschap in fas- cimile, als was het achter de geheimen van een staatsgevaarlijke organisatie gekomen. Het laat er trouwens geen twijfel over be staan dat het „Volksweerbaarheid" staats gevaarlijk vindt. Het spreekt van een „para militaire organisatie", die „onmondige 16-j. in den letterlijken zin des woonds in het geweer roept tegen de politiek der Regee ring hier en in Indonesië." Het lijkt ons hier met de plaats in te gaan op het verschil van inricht, dat „Het Parool" tijdens de bezetting en nu open baart. Dezer dagen hadden wij reeds gele genheid op te merken, hoe Pieter 't Hoen, die tijdens de bezetting zoo grondig van leer trok tegen alles wat naar onderdruk king zweemde, nu maatregelen vroeg tegen de vrije pqrs in Nederland (in verband met de publicaties over Linggadjati). Thans gaat het blad tekeer tegen een organisatie, doe voor den oorlog reeds haar doelmatig heid bewees en om die redenen door de Duitschers om hals werd gebracht. Volks weerbaarheid'zoo deelde ons de landelijke secretaris, kolonel Klein, oud- burgemeester van Ridderkerk, mede, werd opgericht tijdens den Boerenoorlog in 1900. Het doel was en is: „de weerbaarheid van het Nederl andöche volk in nationalen en vaderlandischen zin te ontwikkelen". Het bevorderen van lichaamsoefening, vrijwillige oefening in den wapenhandel, het uitgeven van geschriften e.d. worden genoemd als middel om óat doe1 te bereiken. Lid kan iedere Nederlander worden, die, minstens 16 jaar oud, het wettig Staatsgezag erkent. Die laatste bepaling weerlegt het heele ,Par ooT"-artikel ert deszelfs opvatting, dat „Volksweerbaarheid" zich tégen de Regee ring zou stellen. Integendeel, zij stelt zich achter de Nederlandsche Regeering en gaat ervan uit, dat, mocht er al een beroep ge daan worden op „Volksweerbaarheid", dit VERDER DAN LINGGADJATI KUNNEN WIJ NIET GAAN Tijdens een gisteravond te Meclan gehou den bijeenkomst heeft prof. Romme nog maals uitdrukkelijk verklaard, dat zonder de Regeeringsverklaring van minister Jonk man de aanvaarding van Linggadjati niet verantwoord zou zijn geweest. Sprekend over de verwerping van het ont- werp-accoord door de republikeinen, zeide prof. Romme: „Of wel een bepaalde ontwik keling in de republiek leidde er toe, dat hetgeen op 15 November werd aanvaard, op 11 Februari niet langer aannemelijk was, of wel de republikeMpche regeering heeft bij de' parafeering een gewichtig punt der overeenkomst anders begrepen dan de Com missie-Generaal, zoodat de bereikte over eenkomst geen levensvatbaarheid heeft en een afgrijselijk misverstand is. Welke de oorzaken ook mogen zijn zoo vervolgde prof. Romme niet alleen de Commissie-Generaal ls aan de uitspraak van de Volksvertegenwoordiging gebonden, maar tevens is de Volksvertegenwoordiging aan haar eigen uitspraak gebonden, aangezien men door de aanvaarding van Linggadjati met inbegrip van de toelichting en de Re- Ter eerbiedige nagedachtenis van een aantal ambtenaren van den Rijksgebouwendienst, die tijdens de bezetting het leven inboetten, werd gisteren op het hoofdbureau aan de Park straat te 's-Gravenhage door Ir. C. T. G. Heyning een plaquette onthuld. geeringsverklaringen zoover gegaan is, als met het welzijn van de Indonesische volke ren en Nederland vereenigbaar is." Tenslotte verklaarde prof. Romme, dat noch htj, noch de Volksvertegenwoordiging bereid zal zijn een andere lijn te volgen dan de oorspronkelijk, of wel er van af te wijken om te geraken tot een andere werkwijze dan deze, welke op den grondslag van vrijwil ligheid en gelijkwaardigheid een duurzaam samengaan van Nederland en Indië voor staat. LUXEMBURGSCHE REGEERING VRAAGT ONTSLAG. De Luxemburgsche coalitie-regeering, het laatste van de Europeesche kabinetten, die tijdens den oorlog van Londen uit hebben geregeerd, heeft besloten aan Groot-Herto gin Charlotte haar ontslag aan te bieden. Aan dit aftredien ligt ten grondslag een con flict tusschen de socialistische en chr. demo cratische ministers uit het kabinet. In het bijzonder verschillen de partijen van mee ning over den eisch tot loonsverhooging, die door de Luxemburgsche spoorwegarbei ders naar voren was gebracht. De minister van financiën, tevens minister-president, stiet op den tegenstand van zijn ambtgenoot van verkeer, toen hij besloot dezen eisch af te wijzen. beroep steeds moet uitgaan van het wettig gezag en nimmer van „Volksweerbaarheid" zelf. In den loop der jaren iheeft de Vereenaging zich meer en meer ontwikkeld tot de over- koepelinigsorgamsatie van alle organisaties, die rich in Nederland de handhaving van het gezag ten doel stelden. Zij betrok in haar belangstelling ook het gezin als bron van gezag en had daardoor contact met vele vrouwenorganisaties. Het is geen wonder, dat „Volksweerbaar heid" den Duitschers een doorn in het oog was. Zij liquideerden de organisatie, namen haar bezittingen, ojn. het uitstékend inge richte kampeerterrein bij Harderwijk, in be slag en verdeelden de buit. Na den oorlog maakte het Beheersinsti tuut die beslagen ongedaan. De statuten schrijven voor, dat de Vereeniging is aan gegaan tot 31 December 1957. Was het won der, dat haar vroegere bestuursleden, over eenkomstig hun plicht, naar middelen zóch ten de van boeien bevrijde organisatie tot nieuw leven te brengen? Zij vonden steun im velerlei kring. „Het Parool" verhaast er zich niet over, dat namen als mr de Wilde en Tilanus onder die der hoofdbestuursleden staan, wél, dat prof. Romme een zelfde kwaliteit blijkt te hebben. De verbazing van het blad zal ongetwij feld tot ontzetting stijgen als het verneemt, dat een vooraanstaand lid van de Partij van den Arbeid zich aceoord verklaarde met de doelstelling van „Volksweerbaarheid" en de vertegenwoordiging van rijn partij daarin op de eerst volgende hoofdbestuursvergade ring van de P.v.d.A. (22 Februari as.) ter sprake zal brengen. We gelooven, dat we het hierbij voor het oogerublik kunnen laten. Regeering nog tegen „para-militaire organisaties". Naar aanleiding van de publicaties over „Volksweerbaarheid" deelde de regeering het A.NJP. mee, dat zij haar standpunt in zake para-militaire organisaties nog niet wij zigde, doch van oordeel blijft, dat de hand having van het gezag en de openbare orde bij uitsluiting behoort te berusten bfj de daartoe aangewezen overheidsorganen. Deze mededeeling kan, zoo deelde men ons mede, gezien het elders in ons blad ge publiceerde, geen betrekking op „Volks weerbaarheid" hebben. AUSTRALIË BEZORGD OVER IMMIGRATIE Finnan, de nieuwe minister voor Touris- me en Immigratie van den Australischen Staat Nieuw Zuid-Wales, verklaarde onge rust te zijn over den grooten ongebonden toevloed van vreemde immigranten naar Australië, terwijl er bijna geen Briteche on derdanen tmmigreeren, omdat er voor deze geen voldoende accommodatie is en zij in het economische leven moeten kunnen worden opgenomen. Naar Finnan's meening moesten deze voorwaarden ook voor vreemde immi granten gelden FRANSCHEN TEGEN VERBROEDERING IN DUITSCHLAND De Fransche Nationale Organisatie van'ex- gedeporteerde patriotten is een campagne begonnen tegen de politiek van verbroedering in Duitschland. Affiches onder den kop „Duitschland voor Frankrijk", bevatten een foto van Duitsche krijgsgevangenen, die door een Engelsoh gezin in huis zijn gehaald en de verklaring van den commandant der Amerikaansche strijdkrachten, Macnarney, dat de Duitschers alle mogelijke hulp die nen té ontvangen, om het economische leven van him land weer op te bouwen OUD PATRICIËRSHUIS OP DE HEERENGR. UITGEBRAND Het was gisteravond op de Heerengracht te A'dam een spel van licht en donker, een spel, dat ondanks zijn "ernstige gevolgen niet naliet een machtigen indruk op de vele toe schouwers te maken. Een der oude patriciërs huizen, juist naast de Brandverz. Mij Scher mer, werd een prooi der vlammen. Om streeks zeven uur ontdekten eenige studen ten, die op de tweede verdieping woonden, een sterke brandlucht. Na onderzoek bleek, dat op de ondergelegen étage aan de achter zijde een felle brand woedde, vermoedelijk veroorzaakt door een electrische straal- kachel. Met brandbluschapparaten trachtten zij het vuur te bedwingen, echter zonder re sultaat. Met den op de bovenste verdieping woonachtigen concierge konden zij zich nog door den breeden gang langs de vlammen tsaar beneden in veiligheid brengen en alarmeerden onmiddellijk de brandweer. In- tusschen greep het vuur zeer snel om zich heen en klom door een luchtkoker langs de achterzijde van het perceel naar de 3e en 4e étage. Door de strenge vorst waren de brandkranen bij het huis bevroren, zoodat de inmiddels met twee motorspuiten gearri veerde brandweerlieden éen bijt in de Hee rengracht moesten slaan, waarna rij in de felle koude de hooge brandladders opklom men. Af en toe verstopten stukjes ijs de brandslangen, zoodat ëhloele stralen uitvie len. Tegen 8 uur waren de vlammen door alle verdiepingen tot het dak doorgeslagen en werd ook de voorzijde van het patriciërs huis aangetast. Nadat „groot alarm" was ge geven, werd met een groot aantal 'stralen de strijd tegen het vuur aangebonden en kon de brand beperkt blijven tot de le, 2e, 3e en 4e verdieping, al liep dan de parterre, waar in de Ass. Mij ,J)e Oude Haagsche van 1846" ls gevestigd, veel waterschade op. Eerst om ongeveer 9 uur Vr,r> - ^or den bedwongen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 7