ij moeten samen luisteren naar de H. Schrift Slechts 10 pet der rijders bereikte de finish Palestina-kwestie in een gevaarlijk stadium NBIUWK LEIDSCHE COTJEANT 7 MAAJTOAO h fbbwpam ttflf PRINCIPIEEL GELUID OP UNIECONGRES S.S.R. (Van een onzer verslaggevers.) Zooals wij reeds eerdier melkten, sp-nak prof. dr J. H. Bavinck op het Uniecongres der S.S.R. te Deïft over „De Kerk". Spr schetste allereerst het wezensverschil tusschen den West-Europeesohen mensch van voorheen, die sterk individualistisch dacht, en van thans, nu men leeft in het bewust zijn, niet meer alleen te kunnen en te wil len staan, zoo zelfs, dat nog steeds het ge vaar dreifet, dat men het nationaal volksver- band gaat zien als het belangrijkste,'om ver volgens stil te staan bij de plaats en taak, zooals de eerste Chr. kerk die zag. Kerk en volk staan tegenover elkaar als d e twee groote levensverbanden en hierom gaat het in laatste instantie. In den bezettingstijd gingen de Chr. levens verbanden schuilen bij de kerk, waarom thans de vraag van de eigen plaats dier verban den aan de orde is. In dit verband noemde prof. Bavinck het streven in de Ned. Herv. Kerk om deze levensverbanden te stellen onder hoede van de kerk, die als het ware de hand legt op het geheele leven. Dit vormt een van de meest interessante vraagstukken van dezen tijd. Het kwam spr. voor, dat deze gedachte toch zeer ernstige bezwaren heeft. Een theologisch bezwaar, aangezien men den grens tusschen kerk en Koninkrijk Gods uit- wischt. De kerk trekt het leven in volle breedte naar zich toe om het te doen uit groeien tot een nieuw Koninkrijk Gods in deze wereld. In de tusschenperiode, waarin de kerk thans leeft, staat zij als vreemde ling en kan zij nooit het geheele leven aan zich onderwerpen, omdat zij hierdoor de theocratie zou gaan scheppen, zoo betoogde prof. Bavinck. Ten tweede gaat de kerk hier door spreken over onderwerpen, waarover zij niet kan spreken vanuit Gods Woord. Zij dient de uitwerking hiervan over te laten aan haar leden. Hoe meer de kerk in instituairen vorm in verantwoordelijkheid uit Gods Woord gaat spreken over de actueele ^ituatie in deze wereld, hoe meer zij verder wordt afgevoerd van het gebod Gods in Zijn Woord. De kerk vraagt naast zich Chr. levensver banden, die het woord van de kerk verder uitdragen en uitwerken; zij zijn wel op de kerk betrokken, doch hebben toch hun eigen plaats. Hoe sterker levend het woord der kerk is, hoe beter de Chr. levensverbanden, Sprekende over het begrip ware en valsche kerk, merkte spr. op, dat deze in dien zin tegenstelling zijn, dat tegenover de ware kerk alleen kan staan niet-kerk, want een absoluut valsche kerk is eigenlijk geen kerk. Wij zijn gehouden ons te voegen bij de ware kerk, hetgeen voor_spr. wil zeggen, dat men de kerk kiest, waarin naar zijn diepste le vensovertuiging het Woord Gods het juiste wordt gepredikt en in practijk gebracht, maar ook die kerk is nog onvolmaakt Het Geref. denken, aldus spr., kan zooveel voor ons leven en volk beteekenen, indien wordt vastgehouden aan de belijdenis, waar in de kerk heeft gesproken, wat zij als het Woord Gods had beluisterd. Wij moeten de kerken naast elkaar accepteeren, al aan vaarden wij de „pluriformiteit" maar al te gemakkelijk, doch indien wij van harte be- geeren tenvolle het Woord Gods te laten gel den, kunnen wij niet onverschillig staan tegenover hetgeen in andere kerken ge beurt. Wij dienen altijd weer met elkaar te spreken en te worstelen, te graven in de be lijdenis; zoo zal er de spanning blijven en het gesprek moet .worden Voortgezet in de sa- menlevensverbanden, omdat wij samen als eerlijke Christenen, op basis van Gods Woord, ons zullen bezinnen op de diepe levens vragen. Zoo alleen zal er groeien het be sef van een gezamenlijke roeping in deze wereld en de blijdschap van het samen spreken, werken, aanvatten van de vragen, aldus besloot prof. Bavinck. In een principieële, vaak met humoris tische opmerkingen doorweven rede heeft prof. dr S. F. H. J. Berkelbach v. d. Spren kel, van Utrecht, die het van groot belang achtte nu eens voor het jongere geslacht en wel voor jonge Calvinisten te kunnen spre ken, Donderdag voor het Uniecongres der S.S.R. gerefereerd, over „Het interconfessio neel gesprek", in welke rede de spreker met klem betoogde, dat wij elkaar moeten ont moeten, niet om elkaar te bekeeren, doch om gezamenlijk te luisteren naar de H Schrift. Daarbij gaat het om de vraag, wat de waarheid Gods is^en hoe wij deze door Gods geest gedreven gestalte kunnen ge ven. Indien wij allen dit beginnen te doen, dan zullen wij merken, dat de algemeene Chr. kerk bij God er is, aldus was de con clusie van prof. Berkelbach. In het kort ging de hoogleeraar de vele confessies na, welke er zjjn en die allemaal van één familie zijn. Het gaat erom, hoe wij den Heer belijden en is dan een intercon fessioneel gesprek, zoo vroeg spr. zich af, alleen mogelijk met een dictator en prikkel draad? De kerkloosheid en gemis aan alle be zieling en bezinning neemt toe, ook in het Calvinistisch milieu en dit moet ons be angstigend verontrusten. Uitvoerig stond spr vervolgens stil bij den arbeid van de oecumenische conferenties te Stockholm, Lausanne, Oxford en Edin burgh, terwijl in 1938 het plan werd ge maakt tot ontmoeting, staande op den grond slag van de vleeschwording des Woords en der Verzoening. (Statuut van Utrecht.) Zelfs tijdens den oorlog werd dit werk voortge zet, waarbij bleek, dat de band in Christus sterker was dan vijandschap en ria den we reldbrand ontmoette men elkaar opnieuw, terwijl thans intensieve voorbereidingen worden getroffen voor de Assembly van den Wereldraad der kerken, die in 1948 te Am sterdam zal worden gehouden. Wat is nu de plaats en de taak van de Ned. Calvinisten? Als' er in dien kring per sonen zijn, die aandacht aan dit vraagstuk schenken, dan zijn dit belijnde menschen, die zich met hartstocht erin verdiepen. Volgens spr lijden de Calvinisten aan twee ziekten, nl. de neiging tot isolement, hetwelk inder daad kan versterken, doch ligt er niet de taak tot de wereld te gaan en te getuigen van Christus? De tweede kwaal is, dat men de buitenkerkelijke tucht hanteert en men zich zoo spoedig afvraagt, of anderen wel zuiver op den graad zijn. Wie heeft den moed te zeggen: Ik behoor tot de alleen ware kerk? Voor den Heer geldt alleen maar: Gij zijt Mijn kind en dat is het lichaam van Christus, zoo besloot prof. Berkelbach zijn rede, waarop een gedegen bespreking volgde. In de 's avonds gehouden huishoudelijke vergadering, o.l.v. vice-praeses, den heear G. Booy wen! een motie aanvaard, welke uit sprak de houding van de afd. Utrecht, welke zich had uitgesproken over Linggadjatti, te betreuren. Deze motie had geenszins de be doeling de afd. Utrecht op de vingers te tik ken, doch men wil hierdoor in het vervolg voorkomen, dat uitspraken over politieke pro blemen worden gedaan. Voorts kwamen de jaarverslagen der af- deelingen aan de orde, welke alle een sterke toename van het aantal leden vermeldden, alsmede de begrooting. In de laatste bijeenkomst van het Unie congres sprak prof. Veenhof van Utrecht over „Geloof en Kerk". Spr begon met op te merken, dat de hui dige kerkelijke situatie in Nederland noopt tot bezinning van wat wij eigenlijk geloo- ven. Er valt een groote activiteit waar te nemen t.o.v. het kerkelijk gesprek, doch er jvordt te weinig geleefd uit de geloofsreali teit. Voor sommigen is de kerk een N.V. tot cultiveering van de vroomheid en ande ren zien de kerk als een soort sacramenteele ruimte. Het belijden moet tevens het woord van de kerk van vandaag zijn en ook t.£.v. de kerk moeten wij normatief leeren denken en gelooven. Wanneer wij op Schriftuurlijke wijze over geloof spreken, dan zien wij, dat daar is de levende God (Geest), die het brandpunt van de kerk is en wanneer die Geest ons onder Zijn beslag krijgt, zoodat Zijn woord ons leven gaat beheerschen, dan is er geloof. Voor alles moeten wij zien den levenden Christus en dan zullen wij eerst iets zien van de kerk. Nadat prof. Veenhof uitvoerig geschetst had het werk van Jezus Christus, het ver gaderen, onderhouden en beschermen van de kerk, betoogde spr, dat wij hier leven in een kerk, die nooit af is, zoowel wat de „kwaliteit" als het getal betreft. Christus wil ook vandaag de eenheid der kerk in Ne derland, doch deze wordt nooit bereikt, om dat de scheur in de Kerk misschien wel dwars door de kerk heen loopt. De bediening van het Woord moet het brandpunt van de kerk zijn, het is de bediening des Geestes der verzoening en der gerechtigheid. Indien Wij zoo het probleem zien, aldus spr., zul len wij actief worden in dezelfde mate als wij betrokken zijn in het vergaderinjjswerk van Christus. En is het juist niet het ge brek van onzen tijd, dat wij hierover te veel redeneeren, zoo vroeg spr. zich af. Wij moeten kerkelijk leven in het geloof om zoo te komen tot kerkelijk denken en tot nieuwe activiteit, die „neen" durft zeggen tegen alles wat de menschen zeggen in het vergaderingswerk van Christus en alleen „ja" tegenover Christus. Tenslotte besprak prof. Veenhof enkele practische vragen t.a.v het kerk-probleem om te eindigen met een krachtigen oproep met elkaar te blijven worstelen t.a.v. het kerkprobleem. Op deze principieele rede volgde een uit gebreid en langdurig debat. In de avondbij eenkomst vond de bestuursoverdracht plaats, waarna dit buitengewoon goed geslaagde congres werd besloten met een tooneelop- voering en een souper. IN CONTACT MET DE LEZERS Daar in het artikel „In. contact met de lezers" o(p Vrijdag j.l, een regel was wegge vallen,-laten we de volledige slotzin hier volgen: Men vergelijke bidden-gebeden (in vele streken gebid)j kerven (gekerfd en gekorven); jagen (joeg en jaag de); stooten (stiet en stootte); raden (ried en raadde); wreken (wreekte, gewroken). En in de Sta tenvertaling en hedendaagsohe Vlaamsche poëzie „loech" voor ons „lachte" en „brek" voor „bakte". HERTOG VAN MANCHESTER f Gisteren is op 69-j. leeftijd te Londen over leden de Hertog van Manchester, de negende met dezen titel. Zijn ütelerfgenaam is zijn 44-j. zoo burggraaf Alexander Mandeville. Wegens de zeer slechte conditie van het ijs tusschen Htndeloopen en Workum waren de deelnemers gedwongen zich bij eerstgenoemde plaats over den dijk naar het IJselmeer te begeven en hierover gedeeltelijk hun tocht te vervolgen. Natuurlijk waren er behulpzame handen genoeg, om de vele moeilijkheden wat te verlichten. ELFSTEDENTOCHT BIJNA ONMENSCHELIJKE TAAK (Van een specialen N.L.C.-verslaggever). Het laatste gedeelte van den Elfsteden tocht van Zaterdag jJ. was, zooals wij reeds schreven, buitengewoon zwaar. Bosipan en Schipper, die om 11.54 in Franeker als eersten waren gearriveerd, kwamen ook als eersten in Dokkum binnen, maar toen wees de klok reeds 3.20 uur. Dokkum was ter gelegenheid van deze gebeurtenis in een feestelijk gewaad ge stoken en toen de beide rijders wegreden om het laatste stuk naar Leeuwarden te nemen, werd zelfs het Wilhelmus ten ge- hoore gebracht. In Lebuwarden, waar de belangstelling overweldigend groot was, wachtte men in spanning op de komende gebeurtenis sen. Nog een laatste hindernis moest worden genomen en toen ging het op de finish aan. Schipper was ongelukkig en maakte weer een tuimeling. Bosman (Breukelen) ging nu echter door en kwam onder geweldig enthousiasme van het publiek om 4.06 als eerste door de finish, waar de lauwerkrans hem wachtte. Zijn tijd bedroeg 10 u. 35 min. Klaas Schipper uit Steenwijkerwold, die van Franeker, waar hij ernstig gevallen was en waar Bosman op hem wachtte, met een dik verband omv zijn hoofdhad gereden, kwam een halve minuut later door. de finish met een bebloede kin, want hij haa het ver band verwijderd. Vervolgens arriveerde de jeugdige Nauta, met een achterstand van precies tien minu ten op Bosman. Hij had dus in zijn eentje op het zware laatste traject nog twee minu ten afgeknabbeld van de twaalf, die hij na Franeker op de leiders had. Op de volg- groep had hij echter ruim vijf minuten voorsprong verkregen. Dit is voor den juist 20-j. jongen uit Wartena een uitzonderlijke prestatie. Bosman werd omhangen met den grooien krans, doch met een sportief gebaar betrok hij ook zyn partner Schipper in deze huldi ging. Na vijf minuten arriveerden achtereen volgens J. Wijnia en v. d. Hoorn in 10 u. 50 min. en W. Wijnia 11.03. ARABIEREN VERWERPEN BRITSCHE VOORSTELLEN Zooals te verwachten was, heeft de Ara bische delegatie op de Palestmaoonferemtie te Londen de Britsche voorstellen verworpen. Er treedt daar een nieuwe, gevaarlijke toestand in, die de ledder van de Joodsóhe .tenroristdsdhe organisatie Irgoen Zwad Leoemn waarschijnlijk het best omschreef toen hdj zei „dat het oogenblik voor de vorming van een Joodlsohe regeering en een Jood&ch leger is aangebroken. Onze eendge hoop is: sfrijd een verzet," zoo ziedde hij. Summer Welles, de vroegere onder-minister van Buitenlandsohe Zaken in de V.S. noemde de situatie in het Heilige Land gevaarlijk voor den wereldvrede. Inmiddels gaat de strijd om de immigratie door. Terwijl de Irgoen meldt, dat een schip met meer dan 650 Joodse he immigranten aankwam, meldden de Britten, dat zij een immigrantenschip voor de Palestijnse he kust aanhielden en naar Haifa brachten,. Ook daarop waren 600 menschen. De Amerikaansche bond voor vrij Pales tina verzocht de Amerikaansche regeering een voorloopige Joodsche regeerkxg in bal lingschap officieel te erkennen. De advocaat van Dov Gruner, de in Jeruzalem ter dood veroordeelden Jood&chen terrorist, verzocht den Veiligheidsraad om tussehenkomst voor zijn cliënt. Soehawati keerde gisteren uit Parijs op Schiphol terug Vergezeld door zijn echtgenoote en zijn twee zoontjes arriveerde gistermorgen de president van Oost-Indonesië, Soekawati, uit Parijs op Schiphol. Na in de komende dagen enkele groote be drijven in ons land te hebben bezocht, ten einde een indruk te krijgen van den weder opbouw, zal Soekawati omstreeks den 20sten dezer naar Ned.-Indië terugkeeren. Het groote moment van den Elfstedentocht was natuurlijk het oogenblik, waarop de eerste de finish bereikte. Zaterdagmiddag om 6 minuten over vier was bet Joop Bosman uit Breukelen, die dat kunststukje leverde en toen de 210 kilometer in 10 uur en 36 minuten had afgelegd. Bezien we dezen gigantischen rit nog even, dan komen we tot de conclusie, dat de wegblijvers avonturiers, worden ze betiteld geen ongelijk hebben gehad. Voor dezen tocht moesten de rijders zich wel zeer grondig hebben voorbereid, wil de men hem tot een goed einde brengen. En dit was het geval met J. v. d. Bij uit Julianadorp, die vanaf den start twintig ^ninuten de leiding heeft gehad, maar toen zoo leelijk kwam te vallen, dat hij eenige minuten bewusteloos op het ijs heeft gelegen. Tot Stavoren heeft hij daarna nog doorgezet, maar daar den strijd op doktersadvies gestaakt. Maar wie zal Bosman de zege betwis ten? Tezamen met Schipper heeft hij eeh groot deel van den wedstrijd gereden en hij deed hiermede zeer verstandig. Schipper zelf verklaarde tegen ons, dat hij in Bosman een maat had gevonden, waar hij gelijken tred mee kon houden. Ze hadden echter onderling geen af spraak gemaakt over de aankomst. Verschillende rijders, ook van de kopgroep zijn onderweg door de enthousiaste toe schouwers geholpen om over onberijdbare plaatsen te komen. Daar dit echter geen overwegend voordeel met zich bracht, is dit oogluikend toegestaan, hoewel in den be ginne de prijsuitreiking hierdoor nog werd uitgesteld. Dit was echter een storm in een glas water. Wel is gebleken, dat sommige tochtrijders zich aan onsportiviteit hebben schuldig ge maakt. Zij lieten n.l. bij sommige controle posten hun kaarten afstempelen, reden een stuk en stapten dan in een auto, die hen tot vlak bij den volgenden post bracht. Wie zoo het Elfstedenkruisje behaalt Maar, zoo is ons al diverse malen ge vraagd: was deze tocht wel verantwoord? Was dit nu nog sport, enz. enz. Men mag echter"niet vergeten, dat het bestuur van de Elfstedentocht-vereeni- ging, naar men on§/verzekerde, niemand dezen tocht heeft aanbevolen. Onophou delijk heeft men getelefoneerd of het rij den mogelijk was en men is precies te weten gekomen hoe de zaken er voor stonden, vandaar dan ook, dat, in verge lijking met vorige jaren, het deelnemers aantal gering was. Wie den tocht mee wilde rijden moest over een ijzersterke body beschikken en goed getraind zijn. Veel is er ook gesproken over bevro ren lichaamsdeelen. Zeker, wij hebben zelf verschillende gevallen kunnen con- stateeren. Het rapport dat de EHBO ech ter heeft uitgebracht, is zeer gunstig en we zijn daar blij om. Lsat in den avond tornden nog 150 tocht rijders tot Dokkum tegen den snerpenden Oostenwind op. doch vandaar ging het met wind mee naar Leèuwarden, waar de finish nog voor middernacht, toen de controle sloot werd gepasseerd. In Barthletiem werd den tochtrijders na 10 uur verboden door te rijden, want op dit moment was he; weer zoo slecht, dat het voor den sterkste nog on verantwoord was, om verder te gaan. Van de bijna 1500 tochtrijders, die 's morgens uit Leeuwarden vertrokken, waren er slechts 182, die voor middernacht de Friesche hoofd stad bereikten. Ook de dames Sjoerdje Faber en Wobkje Kooistra volbrachten den tocht. De gemaakte tijden zijn, gezien de ijs- en weersgesteldheid, nog bijzonder mee gevallen. Slechts in 1933, 1941 en 1942 werden snellere tijden gemaakt. De winnaar Bosman, is 29 jaar oud, timmerman van beroep. In 1941 werd hij tweede, terwijl hij in 1942 is verdwaald Hij vertelde ons na afloop,- dat hij doode teenen had, maar dit werd spoedig ver hollen. Klaas Schipper, die 36 jaar oud is, is veehouder van beroep. In 1941 reed hij voor 't eerst mee en ook hij is in 1942 verdwaald. In Loosdrecht werd hij on langs 4e. Slechts 36 rijders van den weds rijd, de rest van de 310 van 's morgens, kramen binnen den vastgestelden tijd twee uur na den winnaar in Leeuwarden aan. Elf minuten te laat arriveerden nog elf rijders. Laten we hopen, dat een volgend maal de ijs- en weersgesteldheid beter is en velen weer aan dit historisch" schaatsgè- beuren kunnen deelnemen. Een duizendtal Joodsche vluchtelingen uit Polen, Oostenrijk en Hongarije heeft zich Zaterdag te Marseille op het Ned. s.s. „Johan de Witt" ingescheept om zich in Australië te vestigen. Te A'dam was reeds een vierhon derdtal van deze groep emigranten aan boord gegaan. FRITZ THIJSSEN GAAT VRIJ UIT De Duitsche groot-industrieel dr Fritz Thijsssn zal niet voor een Duitsch zuiverings gerecht behoeven te verschijnen, „daar hty Duitschland vóór het uitbreken van den oor log heeft verlaten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 7